OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)

Transcriptie

1 OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) Nummer : 7 Datum : 28 november 2016 Gegevens persoon : 1. De heer WOUTERUS CORNELIS EVERS, (voorheen) wonende te Bergen (NH), tevens h.o.d.n BAR GEZELLIG, zaakdoende te (1861 JX) Bergen (NH), aan het Plein 25; 2. De besloten vennootschap BG2 B.V. mede h.o.d.n. ETEN EN DRINKEN OME JAN, statutair gevestigd te Bergen (NG) Faillissementsnummer : 1. C/14/13/446 F 2. C/14/13/466 F Datum uitspraak : 1. 8 oktober november 2013 Curator: : Mr. A.M.H.J.L. Claus Rechter-commissaris: : Mr. M. Goedhuis-Visser Verslagperiode : 4 december 2015 tot en met 28 november 2016 Bestede uren verslagperiode: 4 uren en 6 minuten Bestede uren totaal : 128 uren en 6 minuten Saldo faillissementsrekening : 2.299,-- ALGEMEEN Dit verslag is een vervolg op één of meer eerdere openbare verslagen. Onderwerpen die in een eerder stadium als niet van toepassing werden aangemerkt, dan wel reeds zijn afgewikkeld, worden in dit verslag niet meer vermeld. Dit verslag dient uitsluitend voor het verstrekken van informatie aan belanghebbenden. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend. 1. INVENTARISATIE 1.1 Directie en organisatie De heer Evers exploiteerde een cafébedrijf, Bar Gezellig aan het Plein 25 te Bergen (NH). Deze onderneming is op 15 oktober 2003 als eenmanszaak opgericht. In de periode van 15 april tot en met 9 november 2004 werd de onderneming geëxploiteerd middels een vennootschap onder firma, v.o.f. Duin- Evers, vervolgens wederom als eenmanszaak van de heer Evers. 1

2 De besloten vennootschap BG2 B.V. is op 29 augustus 2007 opgericht. De heer Evers was enig aandeelhouder en bestuurder. Deze vennootschap exploiteerde eveneens een cafébedrijf te Bergen aan de Jan Oldenburglaan no. 7, te weten Ome Jan Eten en Drinken. Persoonlijke situatie De heer Evers is ongehuwd. De curator heeft de heer Evers aangeraden actief te solliciteren en zich bij gebreke van een inkomen uit dienstverband aan te melden voor een bijstandsuitkering. De heer Evers heeft zich tot een advocaat gewend, teneinde de mogelijkheden te onderzoeken om een akkoord aan te bieden. Nadat daaromtrent een uitvoerige correspondentie met de advocaat van Evers had plaatsgevonden, heeft hij uiteindelijk in december 2015 aangegeven dat dit toch niet gaat lukken. 1.7 Oorzaken faillissement BG2 B.V. exploiteerde een horecabedrijf, Ome Jan Eten en Drinken. De exploitatie van deze onderneming is in 2011 overgenomen door een voormalig werknemer van de heer Evers/BG2 B.V., althans BG2 B.V. zou het horecabedrijf verhuurd hebben aan deze werknemer. Deze werknemer zou in gebreke zijn gebleven om zijn financiële verplichtingen jegens BG2 B.V. na te komen. Voorts zou deze werknemer financiële verplichtingen zijn aangegaan welke ten laste zouden komen van BG2 B.V. In december 2011 zijn partijen overeengekomen dat de huurovereenkomst van deze horecaonderneming beëindigd zou worden en BG2 B.V. de exploitatie weer zou overnemen. BG2 B.V. en de heer Evers stellen dat zij thans een bedrag ad ,-- voor rente en kosten - van deze voormalig werknemer te vorderen hebben. BG2 B.V. en de heer Evers hebben getracht via haar advocaat deze vordering te innen, hetgeen niet mogelijk is gebleken. De betreffende werknemer heeft in eerste instantie betwist enig bedrag schuldig te zijn. Daarnaast heeft deze voormalig werknemer zich tot schuldhulpverlening gewend in verband met zijn eigen financiële situatie. In de paragraaf debiteuren zal hier nader op worden ingegaan. BG2 B.V. heeft vervolgens de exploitatie van deze onderneming weer overgenomen. De heer Evers stelt dat vervolgens een aantal werknemers ziek geworden is, ten gevolge waarvan hij extra personeelskosten diende te maken. Voorts zou hij geconfronteerd zijn met diverse grote schulden als gevolg van de eerdere exploitatie door de voormalig werknemer. De financiële bedrijfsvoering van BG2 B.V. en Bar Gezellig waren zeer met elkaar verweven. Zo waren bijvoorbeeld de werknemers die werkten in Bar Gezellig in dienst bij BG2 B.V. Daarnaast leverden leveranciers aan de beide ondernemingen, maar werden de facturen niet gesplitst, althans werden de facturen en kosten niet gesplitst geboekt. De financiële problemen bij BG2 B.V. hadden daardoor een directe invloed op de financiële exploitatie van Bar Gezellig. De heer Evers stelt dat hij getracht heeft snel een koper te vinden voor Ome Jan Eten en Drinken doch dat dit geruime tijd geduurd heeft. De financiële problemen liepen daardoor op. Uiteindelijk is Ome Jan Eten en Drinken op 31 mei 2013 verkocht. 2

3 De verkoop van Ome Jan Eten en Drinken is nader onderzocht. In dat kader heeft de curator van de heer Evers de verkoopovereenkomst, alsmede aanvullende correspondentie met Heineken ontvangen. Voorts is er overleg gevoerd met de horeca-makelaar, en is via hen de eindafrekening ontvangen. Gebleken is dat bijna de gehele koopsom ad ,-- aangewend is om schulden te voldoen. Heineken heeft een bedrag ad ,-- ontvangen. Een bedrag ad ,79 is aangewend om diverse andere schulden te voldoen, zoals een huurachterstand, en openstaande nota s van de accountant. Uit dit onderzoek zijn geen onregelmatigheden gebleken. Nadat hij niet meer in staat bleek te zijn om salarissen te betalen en de Fiscus beslag had gelegd op de activa van Bar Gezellig, heeft de heer Evers besloten zijn privé-faillissement en daarmee het faillissement van Bar Gezellig aan te vragen, aangezien hij de verdere financiële verplichtingen niet meer kon nakomen. Vervolgens is tevens het faillissement van BG2 B.V. aangevraagd. 3. ACTIVA Onroerende zaken: 3.1 Beschrijving : Niet van toepassing. 3.2 Verkoopopbrengst : Niet van toepassing. 3.3 Hoogte hypotheek : Niet van toepassing. 3.4 Boedelbijdrage : Niet van toepassing. Werkzaamheden Bedrijfsmiddelen: 3.5 Beschrijving 3.6 Verkoopopbrengst 3.7. Boedelbijdrage Bedrijfsinventaris 2.299,-- N.v.t. Nadat was gebleken dat een doorstart niet tot de mogelijkheden behoorde, heeft de curator diverse geïnteresseerde partijen uitgenodigd om een bieding uit te brengen. Daartoe is een kijkdag georganiseerd. De curator heeft de hoogste bieding geaccepteerd, nadat Lindorff en Heineken in het kader van hun (vermeend) pandhouderschap volledigheidshalve aangegeven hadden, eveneens met deze bieding in te kunnen stemmen. Op 25 oktober jl. heeft Lindorff nog aanspraak gemaakt op de opbrengst, waarop de curator aan Lindorff heeft laten weten dat de verkoop uitsluitend bodemzaken betrof die onder het bodemvoorrecht van de fiscus vallen. 3

4 3.8 Bodemvoorrecht fiscus De eventuele vordering van de fiscus is bevoorrecht boven een stil pandrecht op de inventaris. In verband daarmee zal door de curator op grond van artikel 57 lid 3 FW het bodemvoorrecht namens de fiscus worden uitgeoefend. 4. DEBITEUREN 4.1 Omvang debiteuren : P.M. Opbrengst : P.M. Boedelbijdrage: : P.M. Werkzaamheden De heer Evers heeft zich op het standpunt gesteld dat hij uit hoofde van de verkoop van Ome Jan Eten en Drinken aan een voormalig medewerker in privé een vordering van ,18, en vanuit BG2 B.V. een vordering ad ,-- had. In eerste instantie heeft de betreffende werknemer de vorderingen niet erkend. De heer Evers heeft zich tot een advocaat gewend om de vorderingen te innen. Voordat er geprocedeerd kon worden, is de heer Evers echter gefailleerd. De voormalig werknemer betwistte ter zake van een overeenkomst van geldlening van in hoofdsom ,-- (opgerent tot ,18) de echtheid van diens handtekening onder de schriftelijke schuldbekentenis. Ter zake van de vordering van ,-- heeft de voormalig werknemer zich op het standpunt gesteld dat hij deze vordering afgelost zou hebben, door voor de heer Evers werkzaamheden te verrichten. De heer Evers heeft zich echter op het standpunt gesteld dat het loon in eerste instantie verrekend is met andere openstaande vorderingen, en er thans nog ,-- zou resteren. De voormalig werknemer heeft zich tot Sociaal.nl gewend, welk bureau een voorstel heeft gedaan in het kader van een minnelijk traject, dat neerkomt op een geprognotiseerde uitkering van 7% van de openstaande vorderingen, uit te betalen in juni Na verkregen toestemming van de rechter-commissaris is met dit voorstel ingestemd, onder de voorwaarde dat de voormalig werknemer met de ingediende totaalvordering ad ,18 zou instemmen, hetgeen is geschied. De vorderingen op deze voormalig werknemer vallen onder het pandrecht van de bank, waarvoor Lindorff opkomt. Sociaal.nl is verzocht Lindorff verder als contactpersoon aan te houden en (tussentijdse) uitkeringen rechtstreeks aan haar te voldoen. Met Lindorff is afgesproken dat de bank voor alle tot de bekendmaking van haar pandrechten verrichte werkzaamheden in de kwestie aan de boedel een bijdrage in de gemaakte kosten zal voldoen van 2.500,--, te betalen op het moment dat de geprognosticeerde uitkering door de bank zal zijn ontvangen. 4

5 De curator heeft nog aan Lindorff verzocht tot eerdere uitbetaling over te gaan zodat de faillissementen van BG2 B.V. en van de heer Evers kunnen worden afgewikkeld, maar daar (nog) geen positieve reactie op mogen ontvangen. 5. BANK/ZEKERHEDEN 5.1 Vordering van bank ABN AMRO heeft middels Lindorff een vordering ingediend ad ,70 ter zake van het faillissement van Bar Gezellig, alsmede een vordering ad ,18 ter zake van het faillissement van BG2 B.V. 5.2 Leasecontracten Niet van gebleken. 5.3 Beschrijving zekerheden ABN AMRO, althans Lindorff namens haar, heeft een beroep gedaan op een eerste pandrecht op de bedrijfsinventaris van Bar Gezellig, alsmede de debiteurenpositie. De betreffende pandakte is op 7 oktober 2011 ondertekend, doch de curator heeft nog geen geregistreerde akte ontvangen, ondanks verzoek daartoe. Heineken pretendeert eveneens een eerste pandrecht op de bedrijfsinventaris van Bar Gezellig. Deze pandakte is op 6 april 2010 ondertekend, doch pas op 20 december 2011 geregistreerd. De curator is van mening dat rechtens een pandrecht eerst tot stand komt, nadat aan alle formele eisen is voldaan. Aan wie thans het eerste pandrecht toekomt, is derhalve afhankelijk van de eventuele registratie van de pandakte van ABN AMRO, althans het tijdstip van registratie. ABN AMRO, althans Lindorff, is om aanvullende informatie verzocht. Daarbij zij opgemerkt dat de eventuele vordering van de fiscus bevoorrecht is boven een stil pandrecht van Lindorff/Heineken op de inventaris. In verband daarmee zal door de curator op grond van artikel 57 lid 3 FW het bodemvoorrecht namens de fiscus worden uitgeoefend. De beantwoording van de vraag wie een geldig pandrecht op de bedrijfsinventaris heeft, is derhalve academisch van aard. De pandhouders hebben ter zake niet meer inhoudelijk gereageerd, zodat deze kwestie als afgerond wordt beschouwd. De vraag of er sprake is van een rechtsgeldig pandrecht op de debiteurenpositie is echter wel relevant, nu bij een niet rechtsgeldige verpanding, de debiteurenpositie aan de boedel zou toekomen. Dit is onderzocht. Gebleken is dat ABN Amro Bank (Lindorff) een rechtsgeldig pandrecht op de debiteuren heeft. 5.4 Separatistenpositie Zie hiervoor. 5

6 5.5 Boedelbijdragen De boedel zal ter zake van de vorderingen op de voormalig werkgever na afloop van diens saneringstraject een boedelbijdrage ad 2.500,-- ontvangen. 5.6 Eigendomsvoorbehoud De bekende crediteuren zijn aangeschreven met het verzoek hun vordering in te dienen en kenbaar te maken of zij een eigendomsvoorbehoud claimen. De crediteuren welke een beroep hebben gedaan op een eigendomsvoorbehoud zijn voorts doorverwezen naar de Fiscus, zodat zij bezwaar konden maken tegen de beslaglegging, waarna de curator de betreffende activa aan de crediteuren ter beschikking kon stellen. De Fiscus heeft het bezwaar van crediteur Heineken in eerste instantie inhoudelijk afgewezen, doch heeft aangegeven in verband met de geringe waarde van de activa af te zien van verkoop. 5.7 Reclamerechten Niet van toepassing. 5.8 Retentierechten Niet van toepassing. Werkzaamheden Er is veelvuldig overleg geweest met de Fiscus, Heineken, en de overige crediteuren over het beslag van de Fiscus, en de voorgenomen wijze van verkoop. 8. CREDITEUREN 8.1 Boedelvorderingen a. Salaris en verschotten : P.M. b. UWV : 628,39 c. overig : P.M. 8.2 Preferente vordering fiscus : ,-- + p.m. 8.3 Preferente vordering UWV : 8.172,15 + P.M. 8.4 Andere preferente crediteuren : 2.791,61 + P.M. 8.5 Aantal concurrente crediteuren : Bedrag concurrente crediteuren : ,29 + P.M. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling : Nog niet bekend. 6

7 10. OVERIG 10.1 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet in te schatten Plan van aanpak De nog te verrichten werkzaamheden: afwikkeling inning vordering voormalig werknemer Indiening volgend verslag Het volgende verslag zal omstreeks 28 november 2017 worden ingediend, of zoveel eerder als opportuun is. Alkmaar, 28 november 2016 Mr. M. van de Glind, voor Mr. A.M.H.J.L. Claus, curator 7