TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN RESTAURANT SUCRE B.V.

Transcriptie

1 TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN RESTAURANT SUCRE B.V. Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Restaurant Sucre B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, gevestigd te (1071 ZA) Amsterdam aan de Hobbemastraat 2 en 2a. Faillissementsnummer : F 12/575 Datum uitspraak : 14 augustus 2012 Curator : mr. S.I.P. Schouten, AMS Advocaten N.V. Postbus 69111, 1060 CD Amsterdam telefoon: , telefax: schouten@amsadvocaten.nl Rechter-commissaris : mr. M.L.D. Akkaya Activiteiten onderneming : Restaurant, brasserie, winkel en locatieverhuur Omzetgegevens : Vooralsnog niet bekend. Personeel gemiddeld aantal : 25 Datum verslag : 13 december 2012 Verslagperiode : 4 september 2012 tot en met 11 december 2012 Bestede uren in verslag periode : 133 uur en 48 minuten Bestede uren totaal : 254 uur en 6 minuten Saldo faillissementsrekening : ,14 ALGEMENE INLEIDING De verslaglegging in dit faillissement is ingericht volgens de Recofa Richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling Authentiek zijn alleen verslagen die zijn geprint op briefpapier van AMS Advocaten te Amsterdam en die zijn voorzien van een handtekening van de curator. 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie Verwezen wordt naar het eerste openbare verslag onder sub Winst en verlies Over 2011 zijn slechts voorlopige, niet goedgekeurde cijfers beschikbaar. 1.3 Balanstotaal Verwezen wordt naar het eerste openbare verslag onder sub Lopende procedures Voor zover bekend is er geen sprake van lopende procedures. 1.5 Verzekeringen De bekende verzekeringen zijn opgezegd. 1/7

2 1.6 Huur Zoals vermeld in het vorige openbare verslag, heeft de verhuurder, de heer M. van de Kuit, verzet tegen de faillietverklaring ingesteld. De dag voordat het verzet mondeling zou worden behandeld, heeft hij het verzet ingetrokken. Daarna heeft de curator de huurovereenkomst met inachtneming van art. 39 Fw. opgezegd tegen 31 december De verhuurder stelt echter dat de huur pas zou eindigen op 31 januari Omdat de verhuurder het gebruik van het gehuurde naar mening van de curator weer heeft teruggenomen, is de curator thans van mening dat de verplichtingen tot het betalen van huurpenningen met ingang van 1 december 2012 zijn geëindigd. Tussen de verhuurder en de curator zijn diverse geschillen ontstaan ter zake onder meer de doorbetaling van huur tijdens de boedelperiode en de vraag of de curator het recht heeft gebruik te maken onderdelen van de keukens te verwijderen en te verkopen. De verhuurder heeft geen gebruik gemaakt van de aangeboden gelegenheid voorafgaand aan de verwijdering in kort geding te laten beoordelen of de curator gerechtigd was de keukens te verwijderen. De betreffende onderdelen van de keukens zijn vervolgens tezamen met overige inventariszaken geveild. 1.7 Oorzaak faillissement Verwezen wordt naar het eerste openbare verslag onder sub Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faillissement 16 werknemers hadden een vast dienstverband en 8 werknemers waren op basis van een oproepcontract werkzaam. 2.2 Aantal in jaar voor faillissement Ongeveer Datum ontslagaanzegging Verwezen wordt naar het eerste openbare verslag onder sub Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving 3.2 Verkoopopbrengst 3.3 Hoogte Hypotheek 3.4 Boedelbijdrage 2/7

3 Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving In het pand aan de Hobbemastraat 22 en 22a te Amsterdam bevond zich de gebruikelijke inventaris voor een onderneming die een restaurant, brasserie, winkel voor desserts, koffie en thee en verhuurruimtes exploiteert. De bedrijfsinventaris is in de afgelopen verslagperiode verkocht via Daan Veilingen. De verkoop had veel voeten in de aarde, met name omdat het bedrijfspand van de gefailleerde geen lift heeft en zich in het hart van Amsterdam bevindt. Teneinde zoveel als mogelijk beschadigingen aan het pand te voorkomen, heeft de curator professionele verhuizers ingeschakeld die ter voorkoming van beschadigingen aan het pand diverse zaken via een ladderlift naar buiten hebben verhuisd. Daarnaast dienden zaken die onder (rechtsgeldig) eigendomsvoorbehoud waren geleverd aan diverse crediteuren te worden uitgeleverd. 3.6 Verkoopopbrengst Het grootste deel van de opbrengst van de in opdracht van de curator uitgevoerde veiling is ontvangen. Na aftrek van de veilingkosten en van de ingeschakelde verhuizers bedraagt de netto opbrengst van de geveilde bedrijfsinventaris en de (beperkte) voorraden ,46. De boedel zal nog een aanvullende (na)betaling van het veilinghuis ontvangen. 3.7 Boedelbijdrage Gelet op het feit dat de opbrengst van de bedrijfsinventaris ex art. 57 lid 3 Fw. door de curator ten behoeve van de belastingdienst dient te worden opgeëist, is een door de pandhouder ter zake de bedrijfsinventaris te betalen boedelbijdrage niet ter sprake. 3.8 Bodemvoorrecht fiscus Zoals vermeld in het vorige openbare verslag is er sprake van bodemvoorrecht. Daarnaast is er reeds voorafgaand aan het faillissement bodembeslag gelegd, welk beslag tijdens het faillissement werd gehandhaafd ten aanzien van derden. Er zijn vervolgens door diverse leveranciers bezwaren bij de fiscus ingediend, die op één bezwaar na allen zijn toegewezen. De curator heeft de betreffende zaken aan leveranciers wiens eigendomsvoorbehouden rechtsgeldig zijn bevonden en wiens bezwaren door de fiscus zijn gehonoreerd, uitgeleverd. De zaken die zijn geleverd door de leverancier wiens bezwaar niet door de belastingdienst is gehonoreerd, zijn in overleg tussen de curator en de belastingdienst eveneens door Daan Veilingen geveild. Over de opbrengst van deze zaken zal de curator een boedelbijdrage ontvangen ter hoogte van 35% van de opbrengst van de betreffende zaken. In dit percentage is verdisconteerd dat de curator kosten voor verhuizers en opslag e.d. heeft gemaakt ter zake onder meer de zaken die uiteindelijk ten behoeve van de belastingdienst door Daan Veilingen zijn geveild. Voorraden / onderhanden werk 3.9 Beschrijving Tussen de geveilde zaken bevond zich een beperkte voorraad. Met de pandhouder is een boedelbijdrage overeengekomen ter hoogte van 10% van de opbrengst van de betreffende zaken. Het deel van de opbrengst dat toekomt aan de pandhouder zal nog worden berekend en aan de pandhouder worden overgemaakt. 3/7

4 3.10 Verkoopopbrengst Dient nog te worden uitgerekend Boedelbijdrage Dient nog te worden uitgerekend. Andere activa 3.12 Beschrijving 3.13 Verkoopopbrengst 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren Volgens opgaaf van de directeur stond er ten tijde van de faillietverklaring een bedrag van in totaal 2.448,56 aan debiteuren open. 4.2 Opbrengst 4.3 Boedelbijdrage 5. Bank / zekerheden 5.1 Vorderingen van bank(en) De gefailleerde had bancaire relaties met ABN AMRO Bank N.V. en met ING Bank N.V. Zoals vermeld in het vorige verslag heeft ING Bank N.V ,79 ingediend, en ABN AMRO Bank N.V. een vordering van ,03 exclusief rente en kosten ingediend. In de vordering van ABN AMRO Bank N.V. is een be ,- inbegrepen ter zake de nog niet (geheel) getrokken bankgarantie. De verhuurder heeft inmiddels diverse bedragen onder deze bankgarantie getrokken. Zoals vermeld in sub 1.6 van dit openbare verslag, wordt een deel van deze vorderingen van de verhuurder echter door de curator betwist. 5.2 Leasecontracten De diverse leaseovereenkomst zijn geïnventariseerd. De lessors wiens rechten zijn gehonoreerd hebben weer de beschikking gekregen over de betreffende zaken. 5.3 Beschrijving zekerheden Voor een beschrijving van de diverse zekerheden van ING Bank N.V. en ABN AMRO Ba nk N.V., wordt verwezen naar het eerste openbare verslag onder sub /7

5 In de afgelopen verslagperiode heeft de curator vastgesteld dat ING Bank N.V. een recht van eerste pandrecht heeft en ABN AMRO Bank N.V. een recht van tweede pandrecht. 5.4 Separatistenpositie Zoals reeds vermeld in punt 3.8 is er sprake van bodemvoorrecht. De curator heeft de opbrengst van de verpande bodemzaken derhalve ex art. 57 lid 3 Fw bij de pandhouder(s) opgeëist ten behoeve van de belastingdienst. Slechts ter zake de (beperkte) voorraden was er zoals reeds vermeld sprake van een separatistenpositie. 5.5 Boedelbijdragen Verwezen wordt naar sub 3.7 en sub 3.11 van dit openbaar verslag. 5.6 Eigendomsvoorbehoud Zoals reeds vermeld onder sub 3.8 van dit openbaar verslag, hebben diverse leveranciers een beroep gedaan op eigendomsvoorbehouden. 6. Doorstart/voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie/zekerheden Verwezen wordt naar het eerste openbare verslag onder sub 6.1. Doorstart 6.2 Beschrijving Bij de curator hebben zich geen (serieuze) doorstartkandidaten gemeld. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht De curator zal onderzoeken of er is voldaan aan de wettelijke vereisten van art. 2:10 BW. 7.2 Depot jaarrekeningen 2008: 30 juli : 19 januari : 5 september Goedkeuringsverklaring accountant 7.4 Stortingsverplichting. aandelen Nog in onderzoek. 7.5 Onbehoorlijk bestuur Nog in onderzoek. 5/7

6 7.6 Paulianeus handelen Nog in onderzoek. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen Salaris curator; PM 8.2 Preferente vordering fiscus Voorlopig erkend: ,- 8.3 Preferente vordering UWV Vooralsnog niet ingediend. 8.4 Andere preferente crediteuren Vooralsnog geen. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Bedrag concurrente crediteuren Voorlopig erkend: , , Verwachte wijze van afwikkeling Nog onbekend. 9. Procedures Er is geen sprake van lopende procedures. 10. Overig 10.1 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend Plan van aanpak In de volgende verslagperiode zal de curator de financiële afwikkeling van de veiling afronden. Verder zal hij verder gaan met het onderzoek naar aansprakelijkheden Indiening volgend verslag Over drie maanden. 6/7

7 Amsterdam, 13 december 2012 mr. S.I.P. Schouten, curator 7/7