Provinciale Staten van Noord-Holland

Transcriptie

1 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordrachtnr. 50 Haarlem, 29 mei 2003 Onderwerp: Advies plan van scholen voortgezet onderwijs Inleiding De provincies adviseren de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over alle veranderingen in de infrastructuur in het voortgezet onderwijs waarvoor goedkeuring van deze minister nodig is. Deze advisering betreft de volgende onderdelen: 1. advisering aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de aanvragen voor verplaatsing, omzetting, splitsing en nevenvestiging (toepassing van artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs, WVO); 2. advisering over de aanvragen voor intrasectorale programma s in het VMBO; 3. advisering over de aanvragen voor samenwerking tussen scholen met betrekking tot het aanbieden van beroepsgerichte programma s in het VMBO; 4. advisering over de aanvragen voor het Plan van scholen voor nieuwe voorzieningen. Alleen voor de aanvragen voor het plan van scholen is een advies van provinciale staten vereist; voor de overige aanvragen zijn GS bevoegd tot een advies. In het kader van de dualisering zal deze bevoegdheid overgaan naar GS. Het provinciaal advies bij de andere aanvragen hebben wij opgenomen in het Integraal advies voortgezet onderwijs Dit is in ontwerp vastgesteld op 7 januari 2003, op 19 februari behandeld in de vergadering van de Commissie O.O.P.O. en op 7 maart van dit jaar definitief vastgesteld. Het Integraal advies voortgezet onderwijs 2003 ligt op de gebruikelijke wijze voor u ter inzage. Het plan van scholen voortgezet onderwijs wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister van OCenW en bevat de voorzieningen voor voortgezet onderwijs die in de drie jaren volgend op het jaar van vaststelling voor bekostiging uit s Rijks kas in aanmerking zullen worden gebracht. Verzoeken tot opneming van voorzieningen in het plan kunnen tot 1 januari van het jaar van vaststelling worden ingediend door de bevoegde gezagsorganen van de scholen voor voortgezet onderwijs. De advisering door de provincies over deze aanvragen vindt plaats op grond van artikel 66, vijfde lid, van de WVO. De beoordeling van de aanvragen voor het plan van scholen vindt plaats aan de hand van een door de minister vastgesteld toetsingskader. Dit wordt jaarlijks vastgesteld, na overleg met de Tweede Kamer. Het doel van dit toetsingskader is vooraf duidelijkheid te verschaffen over de criteria die naast de wettelijke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvragen voor het plan van scholen, zodat schoolbesturen die overwegen een aanvraag in te dienen, van tevoren weten of een aanvraag enige kans maakt op honorering. De provincies en de landelijke besturenorganisaties in het onderwijs (die evenals de provincie adviseren over de aanvragen voor het plan van scholen) zijn in principe gehouden zich bij hun advisering te conformeren aan het toetsingskader. Op grond van artikel 69 van de WVO worden aanvragen die voldoen aan de in dit artikel genoemde stichtingsnorm in elk geval in het plan van scholen opgenomen. Daarnaast kunnen, op grond van het Toetsingskader plan van scholen , aanvragen voor honorering in aanmerking wanneer er (bij stichting van VBO-afdelingen) sprake is van het vervangen van in principe twee bestaande VBO-afdelingen door één nieuwe, of wanneer er sprake is van een regionaal arrangement.

2 2. De aanvragen voor het plan van scholen Voor het plan van scholen zijn de volgende aanvragen ingediend die betrekking hebben op de provincie Noord-Holland: - door het AOC Clusius College voor een school voor VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving te Anna Paulowna; - door het AOC Wellant College voor een school voor VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving in de gemeente Haarlemmermeer; en - door de Stichting evangelisch bijbelgetrouw voortgezet onderwijs (EVBO) voor een evangelische scholengemeenschap voor MAVO (VMBO theoretische leerweg), HAVO en Atheneum te Amsterdam. 2.1 De aanvraag van het AOC Clusius College voor een nieuwe school in Anna Paulowna Deze aanvraag is in feite een herhaling van de aanvraag die vorig jaar is ingediend voor het Plan van scholen Toen hebben uw staten negatief geadviseerd, omdat in de prognose van het aantal leerlingen het potentieel voor alle richtingen (openbaar, protestants christelijk, katholiek) is meegerekend, terwijl dat alleen is toegestaan wanneer er sprake is van een regionaal arrangement. Zoals bekend was hier vorig jaar nog geen sprake van. Een complicerende factor is dat het bestuur van de Stichting samenwerking voortgezet onderwijs Den Helder e.o. (SAVO), het bestuur van de beide brede scholengemeenschappen Nieuwediep en Etty Hillesum College in Den Helder, een aanvraag heeft ingediend tot verplaatsing van de onderbouwlocatie van de scholengemeenschap Nieuwediep naar Julianadorp. Wij zijn van mening dat deze eventuele verplaatsing en de vorming van een nieuwe vestiging van het Clusius College in Anna Paulowna elkaar zullen beïnvloeden. Daarom hebben wij ook onze advisering over de verplaatsing naar Julianadorp in het kader van het regionale arrangement geplaatst, hoewel strikt genomen deze verplaatsing niet binnen de reikwijdte van een regionaal arrangement valt. Motivering van de aanvraag - De spreiding van VMBO-groen Het AOC Clusius College is in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal de enige school die VMBO-groen verzorgt. Het Clusius College wil het onderwijs verzorgen in kleinschalige vestigingen, gespreid over de provincie, zodat de toegankelijkheid wordt gewaarborgd voor alle leerlingen. Het Clusius College geeft VMBO-groen in acht vestigingen, waarvan die in Schagen de meest noordelijke is. Het gebied ten noorden van Schagen wordt gezien als een witte vlek. - De prognose van het aantal leerlingen Het Clusius College is een algemeen bijzondere school, die toegankelijk is voor alle leerlingen. Daarom heeft de school een nieuwe prognose gemaakt voor een vestiging in Anna Paulowna, waarbij is uitgegaan van het aantal leerlingen uit het voedingsgebied Anna Paulowna, dat nu de school in Schagen bezoekt. Dan komt men uit op 284 leerlingen, terwijl de stichtingsnorm 260 is. Deze manier van berekenen van het leerlingenpotentieel is echter in strijd met het toetsingskader. De aanzetten tot een regionaal arrangement Mede op aandringen van de toenmalige Statencommissie Openluchtrecreatie, Onderwijs en Personeel en Organisatie (OOPO), hebben wij het adviesbureau Bestuur en Management Consultants in Leusden opdracht gegeven tot het voeren van verkennende gesprekken met alle betrokken scholen gebracht over de totstandkoming van een zgn. regionaal arrangement. 2

3 - De openbaar vervoerssituatie in het gebied Het openbaar vervoer in de Kop van Noord-Holland, waarop een groot deel van de leerlingen in de regio is aangewezen, is naar de mening van het Clusius College de afgelopen jaren verslechterd. Van de aanvankelijk vier scholierenlijnen is de laatste per 15 december jl. opgeheven. Hierdoor moet nu gebruik gemaakt worden van de reguliere lijn Den Helder Schagen. Verder zijn sommige leerlingen, die eerst helemaal per bus de school konden bereiken, nu genoodzaakt voor een deel van de reis of de hele reis gebruik te maken van de trein. Dit heeft voor de ouders van sommige leerlingen geleid tot een aanzienlijke stijging van de reiskosten van hun kinderen en is voor een aantal ouders financieel gezien problematisch. - De economische situatie in de regio In Anna Paulowna wordt, met steun van de provincie, het project Hollands Bloementuin gerealiseerd, met als doel de economische ontwikkeling in de sector landbouw een stimulans te geven. Naar de mening van het Clusius College is de aanwezigheid van onderwijs dat deze ontwikkeling ondersteunt, zeer gewenst. Verder wordt volgens het Clusius College het maatschappelijk belang van het VMBO-groen door diverse organisaties ondersteund. De gemeenten Anna Paulowna en Wieringen hebben (ook aan ons) laten weten dat zij de aanvraag ondersteunen. Verder worden genoemd het Gewest Kop van Noord-Holland, de Stuurgroep van het programma Kop en Munt, de WLTO (Westellijke Land- en Tuinbouworganisatie) en de Stichting Ondersteuning Bloembollensector. Een en ander heeft het Clusius College doen besluiten opnieuw een aanvraag in te dienen voor een nieuwe vestiging in Anna Paulowna. Dit kan alleen worden gerealiseerd door via het Plan van scholen een nieuwe school voor VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving aan te vragen. Reacties van andere scholen in de regio De andere scholen voor voortgezet onderwijs in de regio, de scholengemeenschap Nieuwediep en het Etty Hillesum College in Den Helder, de Gemeentelijke Scholengemeenschap (GSG) Schagen in Schagen en de scholengemeenschap Wiringherlant in Wieringerwerf hebben ons laten weten dat zij zich ernstige zorgen maken over de gevolgen van de stichting van een vestiging van het Clusius College in Anna Paulowna. De bezorgdheid heeft vooral betrekking op de gevolgen voor de bezetting van de leerjaren 3 en 4 van de VBO-afdelingen aan deze scholen. Dit betreft vooral de GSG Schagen, omdat ongeveer 80% van de leerlingen uit Anna Paulowna op Schagen is georiënteerd. Vooral de scholen in Den Helder hebben de laatste jaren ingrijpende maatregelen genomen om de levensvatbaarheid van hun VBO te versterken door het aanbod per sector te concentreren. Men kan nu nog de kleine afdelingen overeind houden door de sterke bezetting van een aantal grotere, maar men vreest dat dit straks onmogelijk wordt wanneer als gevolg van de stichting van een VBOgroenschool in Anna Paulowna een aantal leerlingen niet meer naar Den Helder zal gaan. Het VBO in Schagen kent nu een over de hele linie sterke bezetting. Men vreest dat dit sterk zal afnemen wanneer er een VBO-groenschool in Schagen komt. Omdat het Clusius College ook de gemengde leerweg aanbiedt, kan een nieuwe vestiging van het Clusius College ook gevolgen hebben voor de toestroom van leerlingen in het MAVO (theoretisch leerweg) vanuit Anna Paulowna naar de GSG Schagen. De bezetting van het VBO in Wieringerwerf, met name in de sector techniek, geeft nog steeds aanleiding tot zorg. De school vreest dat, wanneer er in Anna Paulowna een vestiging van het Clusius College komt, een deel van de leerlingen uit de gemeente Wieringen zal kiezen voor Anna Paulowna. Gesproken wordt van een mogelijke terugval van 20 tot 25%, op een totaal van 205 leerlingen (op 1 oktober 2001) in de leerjaren 3 en 4 van de vijf afdelingen in het VBO. De school 3

4 in Wieringerwerf wil graag de mogelijkheden onderzoeken om, al of niet in samenwerking met het Clusius College, zelf VMBO-groen te gaan verzorgen, op de hoofdvestiging of op de nevenvestiging in Hippolytushoef (gem. Wieringen). Reacties van gemeentebesturen De gemeente Anna Paulowna ondersteunt de aanvraag van het Clusius College, en is bereid mee te werken aan het vinden naar een geschikte locatie. Ook de gemeente Wieringen heeft ons laten weten de aanvraag te ondersteunen. Burgemeester en wethouders van Wieringermeer zien kansen het draagvlak voor het VMBO in Wieringerwerf te versterken door daar VBO-groen te realiseren. De gemeente Schagen maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen van een vestiging van het Clusius College in Anna Paulowna voor met name de bezetting van de VBO-afdelingen van de in Schagen gevestigde Gemeentelijke Scholengemeenschap Schagen (GSG). B en W van Schagen zijn van mening dat een vestiging voor VBO-groen in Anna Paulowna alleen tot stand kan komen via een regionaal arrangement. De gemeente Den Helder ondersteunt de verplaatsing van de onderbouwlocatie van de scholengemeenschap Nieuwediep naar Julianadorp. Wanneer de eventuele vestiging van het Clusius College zich tot een brede VMBO-school zal ontwikkelen, zal deze ook leerlingen uit Julianadorp aantrekken. Omdat het Clusius College Julianadorp als haar voedingsgebied beschouwt, is de gemeente Den Helder tegen de vorming van een vestiging van het Clusius College in Anna Paulowna. Beoordeling van de aanvraag Voor een VBO-school met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving geldt een stichtingsnorm van 260 leerlingen. Met een prognose moet worden aangetoond dat het te verwachten aantal leerlingen aan deze norm zal voldoen. Bij deze prognose moet rekening worden gehouden met het aantal kinderen in de bevolking van de gemeenten die tot het voedingsgebied worden berekend, de belangstelling voor de betreffende onderwijssoort en de deelname aan het basisonderwijs van de betrokken richting (in dit geval algemeen bijzonder) in de gemeenten in het voedingsgebied. Bij de prognose die bij de aanvraag is gevoegd, is geen rekening gehouden met de deelname aan het algemeen bijzondere basisonderwijs in het voedingsgebied, maar is het gehele potentieel dat berekend kan worden voor een VBO-afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, aan de te stichten school toegerekend. Op grond van het toetsingskader voor het plan van scholen is dit alleen mogelijk wanneer er in het kader van een zogenaamd regionaal arrangement tussen de schoolbesturen in de regio overeenstemming bestaat over de stichting van de gevraagde voorziening en wanneer deze besturen schriftelijk verklaren dat zij de eerstkomende vijf jaren zullen afzien van het aanvragen van een soortgelijke voorziening. Wij hebben begrip voor de argumenten van het Clusius College voor het streven naar een nieuwe vestiging. De gevolgen voor andere scholen in de regio in kwantitatieve zin zijn moeilijk te schatten, maar die zullen er zeker zijn. Een vestiging in Anna Paulowna zal voor veel ouders in het gebied aantrekkelijk zijn, omdat deze dichterbij is en omdat deze school kleinschaliger zal zijn dan de meeste andere VBO-vestigingen in de buurt. Formeel mag bij aanvragen voor het plan van scholen overigens geen rekening gehouden worden met deze effecten, omdat het bij deze aanvraag gaat om VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving en geen van de scholen in de omgeving deze afdeling heeft. Bij een vestiging voor VMBO-groen zal een inhoudelijke relatie met het project Hollands Bloementuin slechts beperkt aanwezig zijn, omdat gemiddeld slechts 30% van de leerlingen van 4

5 het VBO van het Clusius College doorstroomt naar het eigen MBO. De beroepsopleiding krijgen de jongeren in het MBO, het VBO is beroepsvoorbereidend. Een combinatie met Hollands Bloementuin brengt ook met zich mee dat de vestiging in Anna Paulowna niet dicht bij het NSstation kan komen, maar op een paar kilometer daar vandaan. Wel zal op de VMBO-vestiging ook cursorisch onderwijs voor ondernemers in de agrarische sector gegeven kunnen worden. De opvattingen van de gemeenten in de regio lopen uiteen. De gemeenten Anna Paulowna en Wieringen ondersteunen de aanvraag; de gemeente Wieringermeer ziet het VBO in Wieringerwerf graag uitgebreid met VBO-groen. De gemeente Den Helder is tegen de vorming van een VMBOgroenschool in Anna Paulowna, en de gemeente Schagen is van mening dat dit alleen kan in het kader van een regionaal arrangement. In het kader van het onderzoek naar de mogelijkheden van een regionaal arrangement is een conceptrapport uitgebracht. Dit is op 16 april jl. besproken met de directies van de scholen. In een vervolggesprek op 23 juni a.s. zullen conclusies worden getrokken. Wij zij van mening dat er bij de advisering over deze aanvraag niet vooruit gelopen moet worden op de resultaten van de besprekingen over een regionaal arrangement. Wij stellen u daarom voor opnieuw een negatief advies uit te brengen over de aanvraag voor een school voor VBO met de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving te Anna Paulowna De aanvraag van het AOC Wellant College voor een nieuwe school in de gemeente Haarlemmermeer Het Wellant College heeft een aanvraag ingediend om te worden geplaatst op het Plan van scholen teneinde een school voor VBO Landbouw en Natuurlijke Omgeving in de gemeente Haarlemmermeer te vestigen. Het Wellant College verzorgt VBO en MBO in de sector landbouw in het gebied ten zuiden van het Noordzeekanaal. Er zijn in onze provincie vestigingen in Aalsmeer, Naarden en in Amsterdam. Motivering van de aanvraag De belangstelling voor het VMBO groen in de regio is dermate groot, dat bij de VMBO-groen vestigingen van het Wellant College huisvestingsproblemen dreigen of zijn ontstaan. De aanleiding voor deze aanvraag is de groei van de vestiging voor VMBO-groen aan de J.P. Thijsselaan in Aalsmeer. Door de groei van het aantal leerlingen is of dreigt er een schaalprobleem te ontstaan. Het Wellant College wenst te komen tot voor leerlingen bereikbaar onderwijs en constateert in dat kader een witte vlek in de regio Haarlemmermeer. Reacties van andere scholen in de regio De Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Haarlemmermeer (SOVOH) heeft laten weten bezwaar te hebben tegen deze aanvraag teneinde te komen tot de vestiging van een school voor landbouw en Natuurlijke Omgeving binnen de grenzen van de gemeente Haarlemmermeer. De vestiging van het Wellant College met een school voor VMBO in de buurt van het Hoofdvaart College zal volgens de SOVOH een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het leerlingaantal van genoemde school. Het Noordzee College, met een vestiging in Haarlem aan de Verspronckweg met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, heeft laten weten bezwaar te hebben tegen de vorming van een school met deze afdeling in de gemeente Haarlemmermeer. De Stichting voor Christelijk Voorgezet Onderwijs (IRIS), gevestigd te Heemstede, waaronder een aantal christelijke scholen in de regio en daarbuiten valt, bericht ernstig bezwaar te maken tegen een vestiging van het AOC Wellant College in Haarlemmermeer. De scholen van IRIS zijn betrokken 5

6 bij het opstellen en aangaan van een zogenaamd Regionaal Arrangement. Het resultaat daarvan kan zijn, dat in de nabije toekomst het onderwijsaanbod van het VMBO in de regio Haarlem/ Haarlemmermeer er anders uitziet dan nu het geval is. Verder zegt men: het is ons bekend dat het AOC Wellant College een belangrijke rol vervult in het onderwijs aan leerlingen die extra zorg nodig hebben (LWOO-leerlingen). De scholen in Haarlemmermeer met VMBO (beroepsgericht) zijn zich ervan bewust, dat het onderwijsaanbod voor dit type leerlingen in toenemende mate onvoldoende is. Zij zien het als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om op korte termijn stappen te nemen, die dit aanbod in Haarlemmermeer verruimen. Reacties van gemeenten De gemeente Haarlemmermeer heeft laten weten niet positief te staan tegenover dit initiatief en niet bereid te zijn om in de huisvesting van de (neven-)vestiging van een school voor VBO- groen te voorzien. De gemeente Uithoorn heeft tegen deze plannen van het Wellant College op zich geen bezwaar. Wel vindt men dat, indien een dergelijke vestiging een verhuizing uit Alsmeer tot gevolg heeft (niet aan de orde), leerlingen uit Uithoorn een langere reistijd zullen hebben. De gemeente vraagt zich verder af of dergelijke ontwikkelingen regionaal beter op elkaar kunnen worden afgestemd en mogelijk onderdeel kunnen uitmaken van een soort van regionaal arrangement. Beoordeling van de aanvraag Bij een aanvraag voor het plan van scholen moet de beoogde plaats van vestiging zo nauwkeurig mogelijk worden omschreven. Het Wellant College heeft op dit moment nog geen keuze gemaakt; gedacht wordt aan Hoofddorp of Nieuw-Vennep. Gebleken is dat het voor de beoordeling van de aanvraag geen verschil maakt of de school in Hoofddorp dan wel in Nieuw Vennep wordt gevestigd. In de statuten van de Stichting AOC Wellant College en voor het bepalen van het voedingsgebied wordt het Wellant College als geheel omschreven als: Samenwerking (combinatie AB, PC en RK). De afzonderlijke vestigingen hebben hun oorspronkelijke denominatie behouden; de school in Aalsmeer is algemeen bijzonder. Tot het voedingsgebied voor de nieuwe school in Haarlemmermeer worden gerekend de gemeenten Haarlemmermeer, Aalsmeer, Alkemade (ZH), Bennebroek, Heemstede, Hillegom (ZH), Jacobswoude (ZH) en Lisse (ZH). Door het Wellant College is een prognose gemaakt van het aantal te verwachten leerlingen door middel van een zgn. indirecte meting. Een indirecte meting is een voorgeschreven prognosemethodiek voor het berekenen van het leerlingenpotentieel op basis van een dekkend netwerk van basisscholen van de aangevraagde richting. Op grond van de indirecte meting komt de prognose (350 in het schooljaar ) uit boven de stichtingsnorm (260). Omdat het Wellant College in Aalsmeer een AB school is, heeft men - heel correct - in een aantal gemeenten het leerlingenpotentieel van die signatuur afgetrokken van het totaal. Echter, binnen een redelijke afstand (maximaal 16 km of een uur reizen met openbaar vervoer volgens de criteria) bevindt zich de vestiging van het Noordzee College te Haarlem aan de Verspronckweg, waar ook een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving is. Deze school heeft dezelfde signatuur als het Wellant College. Op grond van het hierboven omschreven criterium redelijke afstand en het feit dat het Noordzee College eenzelfde levensbeschouwelijke achtergrond heeft, waardoor leerlingen uit het voedingsgebied ook kunnen kiezen voor VBO groen in Haarlem, kunnen alleen voor leerlingen die wonen in Lisse aan de vestiging van een school in de gemeente Haarlemmermeer toegerekend worden. De leerlingen uit de rest van het voedingsgebied kunnen terecht in (een eventuele uitbreiding van de vestiging in Aalsmeer) dan wel in Haarlem. Hiermee komt het netto potentieel voor een school in de gemeente Haarlemmermeer uit op ongeveer 80 leerlingen, ver beneden de stichtingsnorm. 6

7 Op grond hiervan stellen wij u voor een negatief advies te geven over de aanvraag van het Wellant College De aanvragen voor evangelische scholen voor MAVO, HAVO en Atheneum in Amsterdam Evangelisch onderwijs wordt op grond van een uitspraak van de Raad van State van 15 januari 1998 als een afzonderlijke richting erkend. Op grond hiervan zijn al evangelische scholen voor voortgezet onderwijs van start gegaan in Utrecht en Rotterdam; nu is een aanvraag ingediend voor een evangelische scholengemeenschap MAVO, HAVO en Atheneum in Amsterdam. Aanvankelijk was ook een aanvraag ingediend voor een evangelische school voor MAVO in Haarlem. Deze aanvraag is ingetrokken omdat uit een directe meting van de belangstelling voor deze school is gebleken dat het potentieel voor deze aanvraag onvoldoende is. Toelichting op de aanvraag De aanvraag wordt gedaan omdat men verwacht dat er voldoende belangstelling voor een evangelische school voor VO in Amsterdam zal zijn om stichting hiervan te rechtvaardigen. De ouders van de kinderen die tot de betrokken geloofsrichtingen behoren zijn in het algemeen bereid hun kinderen ver te laten reizen om een school van de gewenste richting te kunnen bezoeken. Op grond hiervan zijn, naast Amsterdam, tot het voedingsgebied gerekend de gemeenten in de regio s Zaanstreek en Waterland, Amstel- en Meerlanden en Gooi- en Vechtstreek. Voor Amsterdam wordt, op grond van de resultaten van de directe meting die de gemeente Amsterdam in 2000 heeft laten uitvoeren, een deelnamepercentage voor evangelisch voortgezet onderwijs van 4% gehanteerd, voor de overige gemeenten een percentage van 0,109. Uitgaande van de landelijke belangstellingspercentages voor MAVO, HAVO en Atheneum komen de prognoses van de aantallen leerlingen als volgt uit: Schoolsoort Stichtingsnorm MAVO HAVO Atheneum Reacties van andere scholen De besturen van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) en de Esprit Scholengroep hebben ons laten weten dat zij bezwaar maken tegen de realisering van een evangelische school voor VO in Amsterdam, gelet op mogelijke concurrentie-effecten, vooral wanneer de school gevestigd zou worden in een aantrekkelijk gebouw op korte afstand van een van de locaties van de MSA of de Esprit Scholengroep. Beoordeling van de aanvraag In het algemeen moet voor de belangstelling voor voortgezet onderwijs van een bepaalde richting worden uitgegaan van de verdeling naar richting in het basisonderwijs in het voedingsgebied (de zgn. indirecte meting). Het gebruik van een directe meting voor het bepalen van de deelname aan voortgezet onderwijs is toegestaan, wanneer er in het beoogde voedingsgebied onvoldoende basisonderwijs van de betreffende richting aanwezig is. Dit is inderdaad het geval; in het beoogde voedingsgebied zijn slechts enkele evangelische basisscholen gevestigd, nl. twee in Amsterdam. Het gebruik van een directe meting voor Amsterdam is derhalve toegestaan. 7

8 Het gehanteerde deelnemingspercentage voor evangelisch voortgezet onderwijs voor de overige gemeenten is ook gehanteerd bij de aanvraag voor een evangelische scholengemeenschap in Rotterdam, en geaccordeerd door het Ministerie van OCW bij de beoordeling van deze aanvraag. Overigens is het aantal leerlingen uit Amsterdam alleen al voldoende. De hiervoor vermelde prognose voldoet ruimschoots aan de stichtingsnormen. De leerlingen voor wie evangelisch onderwijs wordt verlangd zullen naar onze inschatting nu in het algemeen verspreid zijn over andere scholen in Amsterdam of omgeving. In het algemeen zal het om enkele leerlingen per school gaan. Overigens spelen de gevolgen voor andere scholen formeel geen rol bij de beoordeling, omdat evangelisch onderwijs wordt erkend als een aparte richting en er bij aanvragen voor het plan van scholen alleen rekening gehouden wordt met effecten voor scholen van dezelfde richting waar de gevraagde schoolsoort(en) worden aangeboden. Zoals gezegd zijn er in Amsterdam geen evangelische scholen voor VO en is de dichtstbijzijnde evangelische school voor VO gevestigd in Utrecht. Over deze aanvraag heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden met de gemeente Amsterdam. Deze kan zich met dit advies verenigen. 3. Besluit Om uw advies nog een rol te kunnen laten spelen bij de besluitvorming door de minister is inzending vóór 1 juni a.s. (en daardoor ook behandeling in uw vergadering van 26 mei a.s.) noodzakelijk. Vóór de inwerkingtreding van de dualisering zou een ontwerp van deze voordracht worden behandeld in de PS-commissie die onderwijs in haar takenpakket heeft, waar aanvragers en andere belanghebbenden in de gelegenheid zouden zijn hun mening over de ontwerpvoordracht naar voren te brengen. Omdat het op het moment van vaststelling van deze voordracht door ons college nog niet duidelijk was of de PS-commissie die onderwijs in haar pakket zal krijgen vóór 26 mei in staat zal zijn deze voordracht te behandelen, zullen wij als GS een hoorzitting beleggen waar de aanvragers en andere belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze met betrekking tot deze voordracht naar voren te brengen. Wij zullen u apart schriftelijk verslag uitbrengen van deze hoorzitting. Gezien het voorgaande stellen wij u voor de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te adviseren evangelische scholen voor MAVO, HAVO en Atheneum in Amsterdam op te nemen in het plan van scholen en de gevraagde scholen voor VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving te Anna Paulowna en in de gemeente Haarlemmermeer niet in dit plan op te nemen. Een ontwerpbesluit van deze strekking treft u hierbij aan. Na vaststelling door uw staten zal dit advies worden toegezonden aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en worden opgenomen in het reeds door ons college vastgestelde Integraal advies voortgezet onderwijs Noord-Holland Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,, voorzitter., provinciesecretaris. 8

9 Ontwerpbesluit Nr. 50 Provinciale staten van Noord-Holland; gezien de voordracht van gedeputeerde staten; gelet op artikel 66, vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs; besluiten: 1. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te adviseren op te nemen in het Plan van scholen de door de Stichting Evangelisch Bijbelgetrouw Voortgezet Onderwijs gevraagde evangelische scholen voor MAVO, HAVO en Atheneum, te stichten in scholengemeenschap, te Amsterdam; 2. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te adviseren niet op te nemen in het Plan van scholen : a. de door de Stichting AOC Clusius College gevraagde school voor VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving te Anna Paulowna, en b. de door de Stichting AOC Wellant College gevraagde school voor VBO met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving in de gemeente Haarlemmermeer. Haarlem, Provinciale Staten voornoemd,, griffier., voorzitter. Titel:Vd 50: Advies plan van scholen voortgezet onderwijs Datum: Nummer:50 9