De nieuwe EU richtlijn mensenhandel: kritische evaluatie en implicaties voor België en Italië

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De nieuwe EU richtlijn mensenhandel: kritische evaluatie en implicaties voor België en Italië"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De nieuwe EU richtlijn mensenhandel: kritische evaluatie en implicaties voor België en Italië Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Lisa Verhofstadt ( ) (Major Europees recht). Promotor: Gert Vermeulen Commissaris: Brice De Ruyver 1

2 Dankwoord Het schrijven van een dankwoord na de voltooiing van een masterproef, zie ik als het laatste wapenfeit van mijn vijfjarige studie aan de Universiteit Gent. Ik wil dan ook in de eerste plaats mijn ouders bedanken deze mogelijkheid hebben gegeven en die mij op enorm hebben gesteund tijdens de voorbije vijf jaar. Ook de steun van vrienden en van mijn broer en zus heeft voor mij veel betekend. Zo wil ik mijn huisgenoten bedanken voor hun helpende woorden, en voor hun inspanningen om mij te doen ontspannen tijdens de studiepauzes. Bijzondere dank gaat ook uit naar mijn vriend Francesco, die mij regelmatig heeft geholpen om ingewikkelde Italiaanse wetteksten te ontcijferen, en die naast mij zat toen de laatste loodjes heel erg zwaar begonnen te wegen. Tenslotte gaat veel dank uit naar professor Vermeulen, die mij zeer veel ruimte heeft gelaten om zelf uit te maken hoe ik dit onderwerp wilde benaderen, en die mij bij onze ontmoetingen telkens weer geruststelde door aan te geven dat ik binnen mijn werk zelf mag uitmaken wat relevant is en wat beter achterwege wordt gelaten. 2

3 Inhoudstafel DEEL I. Inleiding DEEL II. De strijd tegen mensenhandel op internationaal niveau 1. Introductie Overzicht van de eerste internationale verdragen ter bestrijding van mensenhandel De Internationale Schikking van 18 mei 1904 betreffende de handel in blanke slavinnen Internationale Overeenkomst van 4 mei 1910 betreffende beteugeling van de vrouwenhandel Internationale Overeenkomst van 30 september 1921 ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen Internationale overeenkomst van 11 oktober 1933 betreffende de bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen Verdrag van 21 maart 1950 ter bestrijding van de mensenhandel en van de exploitatie van andermans prostitutie Protocol van 15 november 2000 inzake de preventie, onderdrukking en bestraffing van de handel in mensen, in het bijzonder vrouwen en kinderen, ter aanvulling van het VN Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad Situering Definitie en strafbaarstelling Bescherming van slachtoffers Analyse Overige relevante internationale verdragen en initiatieven ter bestrijding van mensenhandel Verenigde Naties Internationale Organisatie voor Migratie

4 4.3. De Raad van Europa Algemeen Relevante aanbevelingen Verdrag van Warschau van 16 mei 2005 van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel Besluit DEEL III. De strijd tegen mensenhandel binnen de Europese Unie 1. Inleiding Chronologie van de eerste initiatieven en voorstellen ter bestrijding van mensenhandel op het niveau van de Europese Unie Resolutie van het Europees Parlement van 18 januari 1996 over mensenhandel Intergouvernementele Conferentie van juni 1996 te Wenen Informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken in Dublin op 26 en 27 september Mededeling van 20 november 1996 betreffende vrouwenhandel met het oog op seksuele uitbuiting Uitbreiding van het mandaat van de Europol- Drugseenheid Gemeenschappelijk Optreden van 24 februari 1997 ter bestrijding van mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen De Verklaring van Den Haag van Het Verdrag van Amsterdam Relevante wijzigingen Analyse Mededeling van de Commissie van 9 december 1998 over nieuwe maatregelen ter bestrijding van vrouwenhandel Het Actieplan van Wenen van 3 december De richtlijnen van Tampere van

5 2.12. Mededeling van de Commissie van 21 december 2000 betreffende de bestrijding van mensenhandel en van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie Kaderbesluit van de Raad van 19 juli 2002 inzake de bestrijding van mensenhandel Algemeen Strafbare feiten Sancties Rechtsmacht Slachtofferbehandeling Analyse De verdere initiatieven en akten ter bestrijding van mensenhandel in aanloop naar de richtlijn van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan Conferentie over de preventie en bestrijding van mensenhandel Wereldwijde uitdaging voor de 21 e eeuw (Brussel september 2002) Besluit van de Commissie van 25 maart 2003 tot oprichting van de adviesgroep Deskundigengroep mensenhandel Richtlijn van de Raad nr. 2004/81/EG Algemeen Inhoud Analyse Het Haags Programma van 5 november Mededeling van de Commissie van 18 oktober 2005 met betrekking tot de bestrijding van mensenhandel EU Plan inzake de beste praktijken, normen en procedures bij de voorkoming en bestrijding van mensenhandel Het Verdrag van Lissabon Algemeen Relevante wijzigingen in verband met mensenhandel Analyse

6 5. Richtlijn nr. 2011/36/EU van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ Totstandkoming Voorstel voor een nieuw kaderbesluit inzake mensenhandel Resolutie Europees Parlement van 10 februari Het Programma van Stockholm Voorstel voor een richtlijn inzake mensenhandel Ontwerpverslag van de bevoegde parlementaire commissies en advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité Rapport van de bevoegde parlementaire commissies Wetgevende Resolutie van het Europees Parlement van 14 december Uitvaardiging van richtlijn nr. 2011/36/EU Inhoud Algemene overwegingen Strafbare feiten Bestraffing Rechtspersonen Inbeslagneming en confiscatie Onderzoek en vervolging Rechtsmacht Slachtofferbehandeling Specifieke bepalingen met betrekking tot minderjarige slachtoffers Preventie van mensenhandel Verdere mechanismen ingesteld door de richtlijn Na de omzetting van de richtlijn Analyse Besluit

7 DEEL IV. De strijd tegen mensenhandel in België 1. Inleiding De omschrijving en strafbaarstelling van mensenhandel in de eerste Belgische wetten ter bestrijding van mensenhandel Wet van 26 mei 1914 tot bestrijding van de handel in vrouwen en meisjes Wet van 25 mei 1936 tot goedkeuring van de Internationale Overeenkomst van 11 oktober 1933 ter bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen Wet van 21 augustus 1948 tot afschaffing van de officiële reglementering van de prostitutie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Ontstaansreden Wijzigingen aan het Strafwetboek Het nieuwe artikel 77bis van de Vreemdelingenwet Overige relevante bepalingen Analyse De wet van 10 augustus Algemeen Een autonome omschrijving van mensenhandel Definitie Het gebruik van middelen Straffen De aansprakelijkheid van rechtspersonen Verzwarende omstandigheden Analyse Overige relevante voorzieningen omtrent mensenhandel Met betrekking tot de rechtsmacht Met betrekking tot de slachtofferbehandeling

8 De wet van 15 september Omzendbrief van 26 september De opvang en begeleiding van slachtoffers in gespecialiseerde centra Coördinatie, opvolging en informatie Analyse De toepassing van de Belgische instrumenten in de praktijk Probleemstelling Rechtspraak met betrekking tot seksuele uitbuiting Rechtspraak omtrent de arbeidsomstandigheden in strijd met de menselijke waardigheid De impact van de richtlijn nr. 2011/36/EU Algemeen De Belgische bepalingen omtrent mensenhandel getoetst aan de richtlijn Strafbare feiten Bestraffing De aansprakelijkheid van rechtspersonen en sancties Onderzoek en vervolging Rechtsmacht Slachtofferbehandeling Minderjarige slachtoffers Preventie van mensenhandel Monitoren, rapporteren en coördineren Analyse Besluit DEEL V. De strijd tegen mensenhandel in Italië 1. Inleiding Overzicht van de Italiaanse instrumenten met betrekking tot mensenhandel

9 2.1. De eerste bepalingen omtrent mensenhandel: van de Italiaanse eenmaking tot de Codice Rocco Wijzigingen aan de Codice Rocco Probleemstelling La Legge n. 269 di 3 agosto La Legge n. 228 di 11 agosto La Legge n. 108 di 2 luglio Overige bepalingen omtrent mensenhandel De uitlokking, hulp, aanzetting en poging Bestraffing Aansprakelijkheid van rechtspersonen en sancties Rechtsmacht Slachtofferzorg Rechtspraak Algemeen Een aantal relevante uitspraken met betrekking tot mensenhandel De impact van de Richtlijn nr. 2011/36/EU Algemeen De Italiaanse bepalingen omtrent mensenhandel getoetst aan de richtlijn Strafbare feiten Bestraffing De aansprakelijkheid van rechtspersonen en sancties Onderzoek en vervolging Rechtsmacht Slachtofferbehandeling Minderjarige slachtoffers Preventie van mensenhandel

10 Monitoren, rapporteren en coördineren Analyse Besluit DEEL VI. Conclusie 10

11 Deel I. Inleiding Sinds eeuwenlang wordt onze planeet gekenmerkt door het bestaan van migratiestromen, volkeren die menen op een andere plek een beter leven te kunnen leiden. Dankzij de ontwikkeling van nieuwe transportmogelijkheden in de 20 e eeuw is deze tendens intensiever geworden. Mensen die zijn geboren in landen waar schaarste heerst, waar corrupte politici de scepter zwaaien, of die zich op één of andere manier in hun vrijheid beperkt voelen, gaan op zoek naar economische welvaart en een veilig bestaan in het rijke Westen. Helaas zijn er anderen die maar al te goed op de hoogte zijn van deze drang naar een beter leven, en die proberen hieruit munt te slaan. Het gaat enerzijds om personen en netwerken die, met instemming van de betrokkene, tegen woekerprijzen deze laatste gaan helpen bij zijn tocht naar een ander land, waarbij op illegale wijze grenzen worden overgestoken en valse documenten worden gebruikt. Anderzijds zijn er ook diegenen die de uitbuiting van de betrokkene beogen, door deze bijvoorbeeld onder valse voorwendselen naar ergens mee te lokken en vervolgens daar te dwingen tot bepaalde prestaties. In het eerste geval spreekt men van mensensmokkel, waarbij het oversteken van grenzen fundamenteel is. In het tweede geval gaat het om mensenhandel, waarbij de uitbuiting van de betrokkene centraal staat. 1 Zoals hierboven werd beschreven, vindt mensenhandel regelmatig plaats ten opzichte van migranten en als gevolg hiervan werd dit fenomeen dan ook traditioneel beschouwd als een aspect van illegale immigratie. De voorbije decennia is evenwel het besef gegroeid dat deze zienswijze te kortzichtig is. Men mag immers niet vergeten dat bij mensenhandel de uitbuiting van de betrokkene cruciaal is, wat met zich meebrengt dat dit niet noodzakelijk steeds gepaard gaat met het oversteken van grenzen. De evolutie van de benadering van de problematiek komt tot uiting in de akten die op internationaal, Europees en nationaal niveau werden uitgevaardigd met betrekking tot mensenhandel. Net omdat mensenhandel oorspronkelijk steeds werd gekoppeld aan het overschrijden van grenzen, zijn er in de voorbije eeuw veel instrumenten ter bestrijding van dit fenomeen tot stand gekomen op internationaal niveau. Dit onderzoek beoogt vooreerst een overzicht te 1 G. VERMEULEN, Mensenhandelbeleid in België. Status questionis, evaluatie en toekomstopties, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2006,

12 geven van deze normen en van hun ontwikkeling. Daartoe wordt in Deel II dieper ingegaan op een reeks internationale verdragen en op een aantal organisaties die actief zijn binnen de mensenhandelproblematiek. Bijzondere aandacht gaat uit naar de initiatieven van de Raad van Europa en de Verenigde Naties. Deel III betreft de aanpak van het fenomeen binnen de Europese Unie. Voornamelijk vanaf de jaren 90 zijn de instellingen en de lidstaten zich gaan inspannen om vanuit het Europese platform een samenwerking op touw te zetten ter bestrijding van mensenhandel binnen de Unie. Deze bijeenkomsten en initiatieven hebben in eerste instantie enkel geleid tot intentieverklaringen, maar later ook tot wetgevend optreden. Onlangs is deze evolutie tot een hoogtepunt gekomen, met de uitvaardiging in 2011 van een richtlijn ter bestrijding en voorkoming van mensenhandel. De totstandkoming, inhoud en impact van deze richtlijn worden kritisch onderzocht. In het Deel IV wordt vooreerst een overzicht gegeven van de verschillende normen met betrekking tot mensenhandel die in de loop der jaren in de Belgische rechtsorde zijn uitgevaardigd. Dit gaat gepaard met een analyse van hun inhoud en doeltreffendheid. Er gaat steeds specifieke aandacht uit naar de invloed van de Europese Unie, alsook naar de conformiteit van de betrokken akten met het Europees recht. Op het einde van dit deel wordt een blik op de toekomst geworpen, en meer bepaald op de implicaties van de recente richtlijn van de Europese Unie voor het Belgische systeem ter bestrijding van mensenhandel. Het Deel V betreft de benadering van de mensenhandelproblematiek in Italië. Net zoals voor België, worden de relevante normen die tot het huidige rechtskader hebben geleid op een chronologische wijze besproken. Ook hier gaat aandacht uit naar de conformiteit van de normen met het Europees recht en naar hun inhoud en draagwijdte. Hierbij wordt regelmatig de brug geslagen met de Belgische normen, waarbij wordt onderzocht welke verschillen er tussen beide landen bestaan en welk van beide systemen voor het desbetreffende aspect het best zijn doel bereikt. Dit deel eindigt met een bespreking van de implicaties van de richtlijn voor het Italiaanse kader ter bestrijding van mensenhandel, waarbij ook steeds een vergelijking wordt gemaakt met de Belgische normen. In het Deel VI tenslotte wordt een algemene conclusie opgemaakt, die voor de verschillende niveaus van wetgevend optreden weergeeft welke initiatieven en akten kunnen worden aangemoedigd, en welke onderhevig zijn aan kritiek. 12

13 Deel II. De strijd tegen mensenhandel op internationaal niveau 1. Introductie Zoals reeds hoger werd gesteld neemt het mensenhandelfenomeen vaak een grensoverschrijdende dimensie aan. Vandaar ook dat veel landen reeds in het begin van de vorige eeuw de noodzaak voelden om op internationaal niveau afspraken te maken omtrent de aanpak van dit probleem. Dit bleef in een eerste fase beperkt tot de loutere overeenkomst om dit gedrag strafbaar te stellen. De afspraken werden echter steeds ruimer en gingen dan ook andere aspecten van de problematiek aanpakken, zoals de bijstand en bescherming van de slachtoffers. Een mijlpaal in deze ontwikkeling wordt gevormd door het protocol ter bestrijding van mensenhandel van de Verenigde Naties van 2000, waardoor uitdrukkelijk het verschil tussen mensenhandel en mensensmokkel wordt vooropgesteld, waarbij een duidelijke definitie wordt gehanteerd en die tevens uitgebreid aandacht besteedt aan het slachtoffer. Naast deze verdragen dient in de internationale context ook te worden gewezen op een aantal organisaties die actief zijn binnen de mensenhandelproblematiek. Deze spelen voornamelijk in de praktijk een belangrijke rol. Bijzondere aandacht gaat uit naar de Raad van Europa, die al regelmatig aanbevelingen met betrekking tot mensenhandel heeft gericht tot de lidstaten, en in de schoot waarvan in 2005 het Verdrag van Warschau ter bestrijding van mensenhandel tot stand is gekomen, in deze context één van de belangrijkste instrumenten die momenteel voorhanden zijn. Mensenhandel wordt gekenmerkt door een grote inventiviteit van de daders, waarbij de laatste jaren nieuwe middelen worden gebruikt om de uitbuiting te bewerkstelligen en die ook steeds andere vormen van exploitatie betreffen. Er worden regelmatig studies en onderzoeken gevoerd naar de omvang van het probleem. Als voorbeeld kunnen hier een aantal cijfers worden vermeld die afkomstig zijn van de Verenigde Naties. 2 Zo wordt de marktwaarde van het misdrijf in de ganse wereld geschat op 32 miljard dollar en worden ieder moment zo n 2,4 miljoen mensen verplicht te werken als gevolg van mensenhandel. 2 URL: 5 augustus

14 2. Overzicht van de eerste internationale verdragen ter bestrijding van mensenhandel 2.1. De Internationale Schikking van 18 mei 1904 betreffende de handel in blanke slavinnen 3 Dit verdrag kan worden beschouwd als het eerste internationale instrument in het kader van mensenhandel. De verdragssluitende partijen traden hierbij op tegen de criminele handel in gedwongen of misleide vrouwen. Wanneer het ging om minderjarige meisjes, werd deze handel ook als crimineel beschouwd wanneer zij niet misleid of gedwongen waren. Het verdrag voorzag niet in straffen of uitleveringsmogelijkheden, het bevatte slechts een aantal eerder formele verplichtingen voor de verdragsstaten. Zo bepaalde artikel 1 dat zij een instantie dienden op te richten belast met het coördineren van informatie met betrekking tot het ronselen van vrouwen en meisjes met als doel ze voor immorele doeleinden naar het buitenland te sturen. Het Verdrag voorzag in enige bescherming voor de slachtoffers. Zo stelde artikel 4 dat wanneer noch het slachtoffer noch haar man, familie, voogd of enige kennis de kosten van repatriëring kan betalen, de staat waar ze zich bevindt en het oorsprongsland dan de kosten zouden dragen Internationale Overeenkomst van 4 mei 1910 betreffende beteugeling van de vrouwenhandel 4 Zoals meteen blijkt uit de titel, zijn de partijen bij dit verdrag overeen gekomen om de daders van vrouwenhandel ook daadwerkelijk te bestraffen. Artikel 1 bepaalde dat eenieder die een minderjarige vrouw of meisje, zelfs met haar toestemming, aanwerft, meeneemt of wegbrengt 3 Internationale Schikking betreffende de handel in blanke slavinnen van 18 mei 1904, BS 7 juli 1905; R. HAMERLYNCK, De verdragsrechtelijke bescherming van de slachtoffers van de internationale mensenhandel, RW , (1118) 1119; G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) Internationale Overeenkomst betreffende de beteugeling van vrouwenhandel van 4 mei 1910, BS 20 augustus 1914; N. BOSSCHEM, E. SNEIJERS, J. VAN BRIEL en K. VEREECKE, Mensenhandel in G. VERMEULEN (ed.), Aspecten van Europees materieel strafrecht, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2002, (231) 236; R. HAMERLYNCK, De verdragsrechtelijke bescherming van de slachtoffers van de internationale mensenhandel, RW , (1118) 1119; G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837)

15 om ontucht te plegen, dient te worden gestraft. 5 Overeenkomstig artikel 2 gold hetzelfde wanneer het ging om een meerderjarige vrouw, indien gebruik werd gemaakt van bedrog, geweld, bedreiging, misbruik van macht of ieder andere vorm van dwang. In artikel 3 werd aan de partijen de verplichting opgelegd om de interne wetgeving aan te passen in overeenstemming met de overeenkomst. Van groot belang was het artikel 5, waarin werd bepaald dat de strafbaarstellingen dienden te worden opgenomen bij de misdrijven die in aanmerking komen voor uitlevering Internationale Overeenkomst van 30 september 1921 ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen 6 In artikel 1 van deze overeenkomst kwamen de verdragssluitende partijen overeen om de vermelde verdragen van 1904 en 1910 te ratificeren, in zoverre dit nog was gebeurd. Artikel 2 breidde het toepassingsveld van het verdrag van 4 mei 1910 uit door te bepalen dat artikel 1 van dat verdrag ook zou gelden voor de handel in minderjarige jongens. 7 Verder werden ook de poging en de voorbereidende handelingen strafbaar gesteld (artikel 3). De staten namen in artikel 4 de verplichting op zich om, bij gebreke aan bilaterale uitleveringsverdragen, de nodige maatregelen te nemen om in de uitlevering te voorzien van beschuldigden of veroordeelden. In de artikelen 6 en 7 werden de staten aangemaand maatregelen te nemen die tot doel hebben een toezicht te organiseren op de tewerkstellingsbureaus en op de emigratie en immigratie. 5 In het slotprotocol bij dit verdrag werd de leeftijd van meerderjarigheid op 20j gebracht (B). 6 Internationale Overeenkomst ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen van 30 september 1921, BS 2 november 1922; N. BOSSCHEM, E. SNEIJERS, J. VAN BRIEL en K. VEREECKE, Mensenhandel in G. VERMEULEN (ed.), Aspecten van Europees materieel strafrecht, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2002, (231) 237; R. HAMERLYNCK, De verdragsrechtelijke bescherming van de slachtoffers van de internationale mensenhandel, RW , (1118) 1120; G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) In artikel 5 wordt de meerderjarigheid voor de toepassing van het verdrag van 4 mei 1910 verhoogd naar 21 jaar. 15

16 2.4. Internationale overeenkomst van 11 oktober 1933 betreffende de bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen 8 Artikel 1 van dit verdrag bepaalde dat iedere persoon dient te worden gestraft die, ter voldoening van andermans lusten, een meerderjarige vrouw of meisje, zelfs met haar toestemming, heeft aangeworven, meegenomen of weggebracht met het oog op het plegen van ontucht in een ander land. Het tweede lid van dit artikel stelde tevens de poging en de voorbereidende handelingen strafbaar. In artikel 2 verbonden de verdragsstaten zich ertoe de nodige maatregelen te nemen opdat de misdrijven vervat in artikel 1 zouden worden bestraft. Voorts bevatte dit verdrag een aantal formele afspraken, waaronder het uitwisselen van informatie tussen de partijen (artikel 3) en het oplossen van interpretatie- en toepassingsconflicten met betrekking tot de verdragen van 1904 en 1910 (artikel 4). Uit de omschrijving van het misdrijf in artikel 1 vloeit voort dat de binnenlandse vrouwenhandel niet door het verdrag werd geregeld, zodat hiervoor steeds de nationale wetgeving moest worden geraadpleegd. Het is opvallend dat bij deze overeenkomst het gebruik van een middel (geweld bedrog, enz.) en daarmee samenhangend de toestemming van de meerderjarige vrouw irrelevant werden, waardoor er enerzijds sprake was van een ruimere definiëring van het misdrijf, maar waardoor anderzijds een sterk abolitionistische visie werd ingeluid, een uitgangspunt dat vatbaar is voor kritiek Verdrag van 21 maart 1950 ter bestrijding van de mensenhandel en van de exploitatie van andermans prostitutie 10 In artikel 28 wordt verduidelijkt dat dit verdrag in de plaats treedt van de vier eerder besproken overeenkomsten. Artikel 1 stelt dat iedere persoon wordt gestraft die, ter voldoening van andermans lusten, (1) een andere persoon aanwerft, meeneemt of wegbrengt met het oog op het plegen van prostitutie, zelfs met toestemming van die persoon, of (2) de prostitutie van een andere persoon exploiteert, zelfs met toestemming van die persoon. 8 Internationale Overeenkomst betreffende de bestrijding van de handel in meerderjarige vrouwen van 11 oktober 1933, BS 29 juni 1936; R. HAMERLYNCK, De verdragsrechtelijke bescherming van de slachtoffers van de internationale mensenhandel, RW , (1118) 1120; G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) ; G. VERMEULEN, Mensenhandelbeleid in België. Status questionis, evaluatie en toekomstopties, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2006, Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van de mensenhandel en van de exploitatie van andermans prostitutie van 21 maart 1950, BS 13 augustus 1965; G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837)

17 Artikel 2 is gericht op de souteneur en voorziet in bestraffing van de persoon die een bordeel houdt, beheert, bewust financiert of in die financiering deelneemt, alsook van de persoon die bewust een gebouw, een andere plaats of een deel daarvan huurt of verhuurt met het oog op andermans prostitutie. Van groot belang is het artikel 19, waarin verschillende maatregelen voor het slachtoffer werden getroffen. Zo wordt bijvoorbeeld voorzien in een onderhoudsbijdrage voor de slachtoffers in afwachting van hun repatriëring. Er dient hier ook te worden gewezen op artikel 5, hetgeen bepaalt dat in de gevallen waarin een benadeelde persoon zich onder het nationale recht burgerlijke partij kan stellen in een procedure met betrekking tot een misdrijf zoals bedoeld in het verdrag, een vreemdeling dit ook kan doen. Deze overeenkomst betekende een grote stap vooruit in de strijd tegen mensenhandel. Voortaan was er één enkel verdrag voorhanden, waarin geen onderscheid werd gemaakt naargelang het geslacht van het slachtoffer, en waarbij het niet noodzakelijk was dat het slachtoffer naar een ander land werd gebracht. Tevens heeft het verdrag aandacht voor de slachtofferzorg. Een nadeel van de overeenkomst ligt in het feit dat enkel seksuele uitbuiting wordt geviseerd en dat de andere vormen van mensenhandel worden genegeerd. Betreurenswaardig is ook dat de abolitionistische benadering, reeds ingeleid door de overeenkomst van 1933, behouden bleef. Hierdoor is iedere vorm van exploitatie van seksuele prestaties strafbaar, ook wanneer de betrokkene hiermee heeft ingestemd en geen geweld, bedrog of een ander middel werd gehanteerd G. VERMEULEN, Mensenhandelbeleid in België. Status questionis, evaluatie en toekomstopties, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2006,

18 3. Protocol van 15 november 2000 inzake de preventie, onderdrukking en bestraffing van de handel in mensen, in het bijzonder vrouwen en kinderen, ter aanvulling van het VN Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad Situering Op 15 november 2000 werden te Palermo ter aanvulling van het VN Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad twee protocollen ondertekend. 13 Men spreekt van het Mensenhandel Protocol en het Mensensmokkel Protocol. 14 Door het aannemen van deze twee onderscheiden protocollen, ging men binnen de Verenigde Naties voor de eerste maal een duidelijk onderscheid tussen mensenhandel en mensensmokkel maken. Het gaat immers om twee fundamenteel verschillende fenomenen omwille van hun finaliteit; mensensmokkel impliceert grensoverschrijding terwijl de exploitatie van het slachtoffer doorslaggevend is ingeval van mensenhandel, hetgeen gaat niet noodzakelijk steeds gepaard met het oversteken van grenzen Definitie en strafbaarstelling In artikel 3 van het protocol wordt op een extensieve wijze beschreven wat dient te worden verstaan onder mensenhandel. Het betreft de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting of het ontvangen van een persoon, door de dreiging met of het gebruik van geweld of van andere vormen van dwang, door ontvoering, fraude, misleiding, misbruik van machtspositie of een situatie van kwetsbaarheid, of wanneer betalingen worden gedaan of beloningen worden gegeven of ontvangen om de instemming te verkrijgen van een persoon die controle uitoefent over een andere persoon, met het oog op uitbuiting. 12 Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad van 15 november 2000, BS 13 oktober 2004, 71307; Aanvullend Protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, BS 13 oktober 2004, I. AENDENBOOM, Nieuwe wetsbepalingen tot versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel. Een overzicht in vogelvlucht, T. Vreemd 2005, (340) ; G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) Aanvullend Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad, BS 13 oktober 2004, G. VERMEULEN, Mensenhandelbeleid in België. Status questionis, evaluatie en toekomstopties, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2006,

19 Verder verduidelijkt artikel 3 dat uitbuiting ten minste bestaat uit de exploitatie van de prostitutie van anderen of uit andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of diensten, slavernij of soortgelijke praktijken en orgaanhandel. De instemming van het slachtoffer met de uitbuiting laat de strafbaarheid onverlet, wanneer één van de bedoelde middelen (geweld, dwang, enz.) werd gebruikt. Wanneer het gaat om een kind 16 zal het bedoelde gedrag sowieso worden beschouwd als mensenhandel, ook al werden geen van de bedoelde middelen gehanteerd. Overeenkomstig artikel 5 dient iedere verdragspartij de opzettelijk gepleegde daden zoals bedoeld in artikel 3 strafbaar te stellen, net als de poging en de medeplichtigheid. Ook het organiseren van het misdrijf of het geven van aanwijzingen tot het plegen ervan, dienen strafbaar te worden gesteld Bescherming van slachtoffers De artikelen 6, 7 en 8 van het protocol voorzien een ruime bescherming en bijstand voor de slachtoffers. Zo waarborgt artikel 6 de bescherming van de privacy en de identiteit van de slachtoffers. Tevens stelt het dat de slachtoffers geïnformeerd moeten worden omtrent de bestaande procedures. Van de staten wordt verwacht dat zij maatregelen uitvaardigen die het fysieke, psychologische en sociale herstel van de slachtoffers bevorderen, en waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd, het geslacht, en de bijzondere noden van het slachtoffer, voornamelijk wanneer het kinderen betreft. Tenslotte stelt artikel 6 dat de slachtoffers de mogelijkheid moeten hebben om herstel van de door hen geleden schade te bekomen. Overeenkomstig artikel 7 dienen de staten ervoor te zorgen dat de slachtoffers tijdelijk of in bepaalde gevallen permanent op hun territorium kunnen verblijven voor zover dit nodig is, daarbij rekening houdend met de humanitaire en persoonlijke omstandigheden. Artikel 8 tenslotte bevat een reeks bepalingen omtrent de repatriëring van de slachtoffers, waarbij steeds bijzondere aandacht moet uitgaan naar hun veiligheid Analyse Ten opzichte van het VN Verdrag van 1950 ligt de grootste vernieuwing van het Mensenhandel Protocol van 2000 in de ruime omschrijving van het misdrijf mensenhandel. 16 Een persoon jonger dan 18 jaar (Artikel 3, (d)). 19

20 Dit is niet langer beperkt tot handel met het oog op seksuele uitbuiting, ook andere vormen van uitbuiting worden geviseerd. In tegenstelling tot het verdrag van 1950 vereist deze nieuwe strafbaarstelling wel dat één van de bepaalde middelen werd gebruikt voor het plegen van het misdrijf, waardoor afstand wordt genomen van de abolitionistische visie van het verdrag van Een laatste belangrijke stap vooruit ligt in de bescherming van de slachtoffers, die bij deze akte veel uitgebreider en concreter is geworden. 4. Overige relevante internationale verdragen en initiatieven ter bestrijding van mensenhandel 4.1. Verenigde Naties In het kader van de Verenigde Naties zijn verschillende instrumenten tot stand gekomen die met betrekking tot mensenhandel een aantal relevante bepalingen bevatten. Zo kan vooreerst worden gewezen op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van In het bijzonder dient te worden gelet op artikel 4, hetgeen bepaalt dat niemand in slavernij of horigheid zal worden gehouden en dat slavernij en slavenhandel in iedere vorm verboden zijn. Dit verbod wordt herhaald in artikel 8 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van Verder bepaalt artikel 8, 3 van dit Verdrag dat niemand kan worden gedwongen om dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten. Wat dit precies betekent, wordt niet verder beschreven. Specifiek voor wat betreft de handel in vrouwen bepaalt artikel 6 van het Verdrag Inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie tegen Vrouwen van dat de verdragspartijen alle passende maatregelen dienen te nemen ter bestrijding van alle vormen van vrouwenhandel en van het exploiteren van prostitutie. Tenslotte kan hier het Verdrag inzake de Rechten van het Kind van 1989 worden vermeld Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 10 december 1948, BS 31 maart 1949; S. SCARPA, Trafficking in human beings: Modern slavery, Oxford, Oxford University Press, 2008, Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten van 19 december 1966, BS 6 juli 1983; S. SCARPA, Trafficking in human beings: Modern slavery, Oxford, Oxford University Press, 2008, Verdrag Inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie tegen Vrouwen van 18 december 1979, BS 5 november 1985; S. SCARPA, Trafficking in human beings: Modern slavery, Oxford, Oxford University Press, 2008, Verdrag inzake de Rechten van het Kind van 20 november 1989, BS 17 januari 1992; R. HAMERLYNCK, De verdragsrechtelijke bescherming van de slachtoffers van de internationale mensenhandel, RW , (1118) 1123; S. SCARPA, Trafficking in human beings: Modern slavery, Oxford, Oxford University Press, 2008,

21 Artikel 35 bepaalt dat de staten alle nationale, bilaterale en multilaterale maatregelen nemen ter voorkoming van de ontvoering of de verkoop van of van de handel in kinderen voor welk doel of in welke vorm ook. Verder bepaalt artikel 36 dat de partijen het kind dienen te beschermen tegen elke vorm van exploitatie die schadelijk kan zijn. De Verenigde Naties hebben tevens vier vrouwenconferenties georganiseerd (Mexico 1975, Kopenhagen 1980, Nairobi 1985 en Peking 1995). 21 Voornamelijk de laatste conferentie te Peking dient hier vermelding. Toen werden immers de Verklaring van Peking en het Platform voor Actie aangenomen. Specifiek voor wat betreft vrouwenhandel werden de partijen gevraagd passende maatregelen te nemen om de onderliggende factoren, die de handel in vrouwen en meisjes met het oog op prostitutie en andere vormen van gecommercialiseerde seks, gedwongen huwelijken en gedwongen arbeid aanmoedigen, aan te pakken. Het is opmerkelijk dat dit programma niet enkel doelt op vrouwenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, maar ook op de andere vormen van handel. Het VN Verdrag van 1950 betrof immers enkel mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting. Het actieprogramma kan worden beschouwd als een tussenschakel tussen dit Verdrag en het VN Protocol Mensenhandel, waarin ook de andere vormen van handel worden beoogd. 22 In 2004 werd in het kader van de 60 e bijeenkomst van de VN Mensenrechtencommissie een Speciale Rapporteur voor Mensenhandel aangesteld. Deze werkt nauw samen met de andere speciale rapporteurs, de werkgroepen en de VN Mensenrechtenraad. De rapporteur heeft onder andere tot taak relevante informatie te verzamelen, op basis daarvan aanbevelingen en voorstellen te formuleren en jaarlijks verslag uit te brengen aan de Raad. 23 Tot slot kan hier nog worden gewezen op de Blue Heart Campaign die binnen de Verenigde Naties werd opgericht. 24 Deze campagne omvat bewustmakingsacties, met als doel de bestrijding van het misdrijf te bevorderen. Er worden daarbij blauwe hartjes uitgedeeld die men kan dragen om solidariteit met de slachtoffers te tonen. 21 URL: 1 april N. BOSSCHEM, E. SNEIJERS, J. VAN BRIEL en K. VEREECKE, Mensenhandel in G. VERMEULEN (ed.), Aspecten van Europees materieel strafrecht, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2002, (231) ; URL: 1 april S. SCARPA, Trafficking in human beings: Modern slavery, Oxford, Oxford University Press, 2008, ; 1 april URL: 5 april

22 4.2. Internationale Organisatie voor Migratie 25 De Internationale Organisatie voor Migratie (hierna IOM) werd in 1951 opgericht als een intergouvernementele organisatie met als doel de migratieproblematiek aan te pakken en telt in 2011 reeds 132 lidstaten. 26 De IOM werkt sinds 1994 ook rond het thema mensenhandel. Hierbij wordt de definitie van mensenhandel gehanteerd zoals die is voorgeschreven door artikel 3 van het VN Mensenhandel Protocol van De Organisatie zet wereldwijd projecten op touw met als voornaamste doel preventie en bescherming van slachtoffers. Zo organiseert de IOM enerzijds informatiecampagnes en voorziet ze anderzijds in allerlei vormen van bijstand voor slachtoffers. Daarnaast wordt op brede schaal onderzoek gevoerd naar de verschillende facetten van de problematiek De Raad van Europa Algemeen Ook binnen de Raad van Europa zijn een aantal instrumenten tot stand gekomen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met mensenhandel. 29 Vooreerst kan hier in het algemeen worden verwezen naar het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. 30 Voornamelijk artikel 4 is in deze context van belang, dit bevat immers het verbod van slavernij en gedwongen arbeid Relevante aanbevelingen Specifiek voor wat betreft mensenhandel heeft de Raad door de jaren heen seminaries georganiseerd, rapporten uitgevaardigd en een reeks aanbevelingen gedaan. Hierbij mag niet uit het oog worden verloren dat het gaat om een intergouvernementele organisatie, waarvan de beslissingen niet bindend zijn voor de lidstaten. Zo heeft het Comité van Ministers bij 25 G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) ; 23 maart IOM, Organisational Structure, URL: 23 maart Zie supra, Deel II, IOM, Counter Trafficking, URL: 23 maart G. VERMEULEN, International trafficking in women and children, Revue international de droit penal 2001, (837) Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, BS 19 augustus

23 beslissing van 9 september 1991 de Aanbeveling R (91) 11 inzake seksuele uitbuiting, pornografie en prostitutie van en handel in kinderen en jonge volwassenen uitgevaardigd. 31 De lidstaten werden hierbij onder andere verzocht om informatiecampagnes te voeren en samenwerking tussen de relevante actoren te stimuleren. Verder werd bij beslissing van 19 mei 2000 de Aanbeveling R (2000) 11 ter bestrijding van de mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting aangenomen. 32 Er wordt omstandig beschreven wat dient te worden verstaan onder mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting. 33 Vervolgens wordt aan de lidstaten een brede waaier van aanbevelingen gedaan, die betrekking hebben op de algemene aanpak van het probleem, preventie, bijstand en bescherming van slachtoffers, strafrechtelijk optreden en coördinatie en samenwerking. Tenslotte kan nog worden gewezen op de Aanbeveling Rec (2002) 5 inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld. 34 Hierin wordt verduidelijkt dat ook de handel in vrouwen met het oog op seksuele exploitatie, economische uitbuiting en sekstoerisme dient te worden beschouwd als geweld tegen vrouwen Verdrag van Warschau van 16 mei 2005 van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel De verschillende initiatieven zijn uiteindelijk in 2005 geresulteerd in het Verdrag van Warschau van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel. 35 Dit verdrag is in werking getreden op 1 februari De doelstellingen zijn drievoudig: het voorkomen en bestrijden van mensenhandel; het beschermen van de mensenrechten van de slachtoffers en het ontwikkelen van een kader voor de bescherming van en hulp aan slachtoffers en getuigen; en tenslotte het bevorderen van internationale samenwerking. 31 URL: 23 maart URL: 24 maart The procurement by one or more natural or legal persons and/or the organization of the exploitation and/or transport or migration - legal or illegal of persons, even with their consent, for the purpose of their sexual exploitation, inter alia by means of coercion, in particular violence or threats, deceit, abuse of authority or of a position of vulnerability. 34 URL: 24 maart Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel van 16 mei 2005, BS 22 juli 2009, URL: 25 maart

24 Mensenhandel wordt in artikel 4 gedefinieerd als het werven, vervoeren, overbrengen van en het bieden van onderdak aan of het opnemen van personen, door dreiging met of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, van ontvoering, bedrog, misleiding, machtsmisbruik of misbruik van een kwetsbare positie of het verstrekken of in ontvangst nemen van betalingen of voordelen teneinde de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap heeft over een andere persoon, ten behoeve van uitbuiting. Uitbuiting wordt ruim omschreven als ten minste de uitbuiting van prostitutie van anderen of andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of diensten, slavernij of praktijken die vergelijkbaar zijn met slavernij, onderworpenheid of de verwijdering van organen. De instemming van het slachtoffer is irrelevant, indien één van de bedoelde middelen (geweld, dwang, enz.) werd gebruikt. Wanneer het gaat om een kind, is er sprake van mensenhandel ook al werden geen van die middelen gebruikt. In artikel 18 worden de verdragspartijen verzocht de opzettelijk gepleegde handelingen bedoeld in artikel 4 strafbaar te stellen. Artikel 21 bepaalt hetzelfde voor de medeplichtigheid, de uitlokking en de poging. Het is duidelijk dat voor deze begripsomschrijving en strafbaarstelling aansluiting werd gezocht bij het VN Mensenhandel Protocol. Net zoals dit protocol, voorziet ook het Verdrag van Warschau in een ruime slachtofferbescherming. Artikel 10 bepaalt onder andere dat de partijen de nodige maatregelen dienen te nemen om slachtoffers te kunnen identificeren. Overeenkomstig artikel 11 moeten de identiteit en het privéleven van de slachtoffers worden beschermd. Verder bepaalt artikel 12 dat maatregelen dienen te worden getroffen die nodig kunnen zijn om slachtoffers te helpen bij hun fysieke, geestelijke en sociale herstel, zoals toegang tot onderwijs voor kinderen. Gedurende een periode van 30 dagen mag geen verwijderingmaatregel worden ten uitvoer gelegd, wanneer er redelijke gronden voorhanden zijn dat de betrokkene een slachtoffer is (artikel 13). Vervolgens wordt in artikel 14 gesteld dat de staat een verblijfsvergunning dient af te geven aan slachtoffers indien het verblijf vanwege hun persoonlijke situatie of met het oog op hun samenwerking bij het onderzoek of de strafrechtelijke procedure noodzakelijk is. Overeenkomstig artikel 15 dienen de slachtoffers toegang te krijgen tot informatie omtrent de procedures in een taal die ze begrijpen, en moeten ze tevens aanspraak kunnen maken op rechtsbijstand en op een recht tot schadeloosstelling door de daders. De verdragspartijen dienen in elk geval de schadeloosstelling van de slachtoffers te waarborgen. In artikel 16 tenslotte worden de 24

25 waarborgen voorgeschreven waarin de staten dienen te voorzien ingeval van repatriëring van slachtoffers. De veiligheid van het slachtoffer staat daarbij steeds voorop. Op het einde bevat het verdrag nog een reeks formele afspraken. Overeenkomstig artikel 36 wordt toezicht uitgeoefend op de uitvoering van het verdrag door de verdragspartijen door de Groep van deskundigen inzake actie tegen mensenhandel (GRETA). In artikel 39 wordt de relatie van het verdrag tot het VN Protocol Mensenhandel toegelicht. Meer bepaald wordt gesteld dat het verdrag niet tot doel heeft om tussen te komen in de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het protocol, maar wel net om de bescherming die wordt geboden door het protocol te versterken. Dit verdrag kan worden beschouwd als één van de meest complete instrumenten ter bestrijding van mensenhandel. Het bouwt verder op de bepalingen van het VN Mensenhandel Protocol door nagenoeg dezelfde definitie te hanteren, waarbij een waaier aan uitbuitingsvormen wordt geviseerd en waarbij de toestemming van het slachtoffer irrelevant is indien één van de genoemde middelen wordt gebruikt. Op sommige vlakken gaat het verdrag zelfs verder dan dit protocol, zoals de zeer ruime bescherming en bijstand die aan de slachtoffers wordt geboden. Daarbij wordt voorzien in de afgifte van een verblijfsdocument aan het slachtoffer wanneer zijn persoonlijke situatie dit vereist, een zeer verregaande beschermingsmaatregel die gezien de doorgaans traumatische ervaringen van het slachtoffer alleen maar kan worden toegejuicht. 5. Besluit De verschillende verdragen die door de geschiedenis heen werden aangenomen ter bestrijding van mensenhandel, worden gekenmerkt door een evolutie van de doelstellingen, het toepassingsgebied en de slachtofferbescherming. Italië en België waren, behalve voor wat betreft de overeenkomst van 1933 waar Italië geen partij was, steeds betrokken bij de totstandkoming en ondertekening van de eerste overeenkomsten. Over het algemeen kan echter worden besloten dat deze akten slechts een beperkt aantal aspecten van de mensenhandelproblematiek hebben aangepakt en nauwelijks oog hadden voor de slachtoffers. Het VN Verdrag van 1950 bracht vernieuwing door een bredere slachtofferbescherming te 25

26 introduceren en door in een zeer ruime strafbaarstelling te voorzien, maar kan evenwel omwille van zijn abolitionistische inhoud worden bekritiseerd. De belangrijkste instrumenten die ter bestrijding van mensenhandel op internationaal niveau bestaan, worden gevormd door het VN Mensenhandel Protocol van 2000 en het Verdrag van de Raad van Europa van Het VN Protocol Mensenhandel van 2000 werd door België bekrachtigd op 11 augustus 2004 en door Italië op 2 augustus Ook het Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van mensenhandel van 2005 werd door België 38 en Italië 39 geratificeerd. Deze verdragen kennen veel partijen en weerspiegelen aldus een zekere internationale consensus met betrekking tot de formulering van de bestanddelen van mensenhandel, en voorzien in een belangrijke bescherming en bijstand voor slachtoffers. Naast deze initiatieven die werden genomen op internationaal niveau, is ook de Europese Unie zich sinds een twintigtal jaar gaan inspannen binnen de mensenhandelproblematiek. De twee hiervoor vermelde verdragen hebben sinds hun uitvaardiging een niet te miskennen invloed gehad op de Europese normen. De doorwerking van die overeenkomsten binnen de Unie heeft als positieve gevolg dat de betrokken bepalingen omgezet in Europees recht een sterkere kracht hebben, aangezien er binnen de Unie betere controle en toezicht bestaat. 37 URL: a&chapter=18&lang=en#enddec, 26 maart Wet 3 juni 2007 houdende instemming met het Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van mensenhandel, gedaan te Warschau op 16 mei 2005, BS 22 juli 2009, Legge 2 luglio 2010 n. 108 Ratifica ed esecuzione della Convenzione del Consiglio d Europa sulla lotta contro la tratta di esseri umani, fatta a Varsavia il 16 maggio 2005, nonché norme di adeguamento dell ordinamento interno, Gazzetta Ufficiale 15 luglio 2010 n

27 Deel III. De strijd tegen mensenhandel binnen de Europese Unie 1. Inleiding Het heeft tot de jaren 90 geduurd voordat de Europese Unie zich is gaan inlaten met de mensenhandelproblematiek. Dit is een opvallende vaststelling als wordt beschouwd dat de internationale instrumenten zich reeds vanaf het begin van de 20 e begonnen te ontwikkelen. Men mag evenwel niet vergeten dat het opzetten van een samenwerking voor wat betreft een strafrechtelijke materie binnen de Unie geen sinecure is. Vandaar ook dat de eerste akten ter bestrijding van mensenhandel niet meer betroffen dan aanbevelingen en intentieverklaringen. Mensenhandel vormt evenwel een groot probleem binnen de Europese Unie, waarvan de omvang steeds zorgwekkender wordt. Dit kan enerzijds worden verklaard door de vaststelling dat veel van de lidstaten van de Unie als zogenaamde bestemmingslanden van de handel kunnen worden beschouwd. Anderzijds brengt de uitbreiding van de Unie, voornamelijk richting het oosten van Europa, met zich mee dat grensoverschrijdende handel vanuit de minder gegoede gebieden richting het westen gemakkelijker is geworden. Omwille van deze groeiende problematiek bestaat er nood aan coöperatie tussen de lidstaten van de Unie om tot een eenvormig kader te komen, dat op een doeltreffende wijze mensenhandel bestrijdt en slachtoffers beschermt. Na de eeuwwisseling waren de vooronderstellingen voor het uitwerken van samenwerking vervuld en hebben een aantal wetgevende normen met betrekking tot mensenhandel het licht gezien. Het gaat enerzijds om een kaderbesluit dat beoogt te voorzien in minimumbepalingen omtrent de bestraffing van de daders, en anderzijds om een richtlijn gericht op de bescherming van slachtoffers die meewerken met de autoriteiten. Net zoals de problematiek bleven ook het fenomeen en de mogelijke aanpak ervan binnen de Unie evolueren, en zo werd dit jaar een richtlijn uitgevaardigd, die het kaderbesluit vervangt en op veel vlakken verder gaat dan dit besluit. 27

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Rechten van slachtoffers Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Mensenhandel is een schending van de rechten van talloze mensen in Europa en daarbuiten en beïnvloedt hun leven.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 13/44 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT 2004/68/JBZ VAN DE RAAD van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen

Nadere informatie

Mensenhandel/ kinderhandel

Mensenhandel/ kinderhandel Mensenhandel/ kinderhandel INHOUD Definitie mensenhandel Verschil mensenhandel/ kinderhandel Casus Anne Slachtoffers in Nederland Geregistreerde vormen van uitbuiting Belang van signaleren Fragment uit

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (05.10) (OR. en) 14279/10 DROIPEN 106 JAI 787 CODEC 932 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Raad Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

Artikel 1. Verhouding met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad

Artikel 1. Verhouding met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het [...] Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, New York, 15-11-2000 Protocol inzake de voorkoming, bestrijding

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2016 (OR. en) 9337/16 NOTA I/A-PUNT van: aan: de Groep e-recht (e-justitie) EJUSTICE 86 JUSTCIV 130 DROIPEN 97 JAIEX 51 het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Council of Europe Treaty Series No.197 Non official translation in Dutch Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Warschau, 16-05-2005 2 CETS 197 Action against Trafficking in

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 juli 2002 (15.07) (OR. en) 10158/02 LIMITE PUBLIC DROIPEN 41 MIGR 58 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 9576/02

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) 6731/15 SOC 149 EMPL 76 MIGR 12 JAI 148 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.09.2005 COM(2005) 426 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van Verdrag nr.

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

Klanten van gedwongen prostitutie, strafrechtelijk vervolgen?

Klanten van gedwongen prostitutie, strafrechtelijk vervolgen? Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2009-10 Klanten van gedwongen prostitutie, strafrechtelijk vervolgen? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Stephanie Dekkers 20052469

Nadere informatie

Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers

Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers 1. Algemene gegevens Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter

Nadere informatie

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen

Alle teksten zijn bijgewerkt tot 1 januari Gert Vermeulen Toelichting Deze uitgave bundelt de voornaamste, voor België relevante beleidsdocumenten en nationale en multilaterale regelgeving inzake internationaal en Europees strafrecht. Bijzondere aandacht is gegeven

Nadere informatie

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) PUBLIC 14277/10 LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep algemene aangelegenheden,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 juli 999 (07.09) (OR. en) 0456/99 LIMITE DROIPEN 5 RESULTAAT BESPREKINGEN van : de Groep Materieel Strafrecht d.d. : 9 juli 999 nr. vorig doc. : 9966/99 DROIPEN 4

Nadere informatie

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004,

de aanbevelingen in het verslag van de Deskundigengroep mensenhandel van de Europese Commissie aan de EU-lidstaten van 22 december 2004, Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 mei 2009 (26.05) (OR. en) PUBLIC 8723/4/09 REV 4 LIMITE CRIMORG 63 MIGR 43 E FOPOL 86 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het COREPER/de Raad Ontwerp-conclusies

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0314/1. Amendement. Auke Zijlstra, Nicolas Bay, Harald Vilimsky, Giancarlo Scottà namens de ENF-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0314/1. Amendement. Auke Zijlstra, Nicolas Bay, Harald Vilimsky, Giancarlo Scottà namens de ENF-Fractie 3.7.2018 B8-0314/1 1 Overweging C C. overwegende dat het Parlement in zijn resolutie van 18 april 2018 over de voortgang met de mondiale pacten van de VN inzake veilige, ordelijke en reguliere migratie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep materieel

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 25.3.2009 COM(2009) 136 definitief 2009/0050 (CNS) C7-0008/09 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. bij het. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. bij het. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.3.2009 SEC(2009) 359 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE bij het Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD inzake de voorkoming

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2015 COM(2015) 291 final 2015/0130 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het aanvullend protocol bij het

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.11.2007 SEC(2007) 1425 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/crc.htm

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/crc.htm PROTOCOL KINDERPROSTITUTIE Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/crc.htm A. TITEL Facultatief Protocol inzake de verkoop

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 9 CORDROGUE 19 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 6.8.2004 L 261/19 RICHTLIJN 2004/81/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen stuk ingediend op 1680 (2011-2012) Nr. 1 19 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Marijke Dillen, Gerda Van Steenberge en Linda Vissers en de heren Frank Creyelman, Filip Dewinter,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2013/0023(COD) 4.6.2013 ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16 TOEZENDING NOTA van: het voorzitterschap en de Duitse delegatie aan: de Multidisciplinaire Groep georganiseerde criminaliteit

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) PUBLIC 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Multidisciplinaire Groep

Nadere informatie

het Belgische mensenhandelbeleid: gewikt en gewogen

het Belgische mensenhandelbeleid: gewikt en gewogen STRIJD TEGEN DE MENSENHANDEL RAPPORT MENSENHANDEL het Belgische mensenhandelbeleid: gewikt en gewogen November 2005 Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Inhoudstafel 1 Hoe deze

Nadere informatie

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Bijlage II Juridische analyse Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Dienst Studie en Beleid Directie Beleidsondersteuning

Nadere informatie

(COM(2001) 259 C5-0359/2001 2001/0114(CNS))

(COM(2001) 259 C5-0359/2001 2001/0114(CNS)) P5_TA(2002)0195 Illegale drugshandel * (procedure zonder debat) Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 167 final 2018/0079 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 2138 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 18 februari 2004 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het aanvullend protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel,

Nadere informatie

13425/17. de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

13425/17. de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 19 oktober 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0266 (NLE) 13425/17 VOORSTEL van: ingekomen: 19 oktober 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: JAI 931 CT 108 DROIPEN

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 4 april 2002 PE 305.487/1-19 AMENDEMENTEN 1-19 Ontwerpadvies (PE 305.487) Emilia Franziska Müller inzake het Witboek van de

Nadere informatie

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2015 (OR. en) 6424/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) SOC 89 EMPL 41 MIGR 9 JAI 101 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de Raad

Nadere informatie

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt Brussel, 23 Mei 2001 Bijna zes jaar nadat de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (de BFB-overeenkomst) werd opgesteld, werkt het ontbreken van

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.3.2010 COM(2010)95 definitief 2010/0065 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel

Nadere informatie

Het Belgisch beleid inzake mensenhandel afgetoetst aan de ontwikkelingen op Europees niveau: een beleidsmatige analyse

Het Belgisch beleid inzake mensenhandel afgetoetst aan de ontwikkelingen op Europees niveau: een beleidsmatige analyse Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 Het Belgisch beleid inzake mensenhandel afgetoetst aan de ontwikkelingen op Europees niveau: een beleidsmatige analyse Masterproef van

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Mensenhandel. Datum gegenereerd: :32:14

Mensenhandel. Datum gegenereerd: :32:14 Mensenhandel De webapp Mensenhandel is ontwikkeld om signalen van mensenhandel snel en treffend te herkennen. De App beschrijft onder andere: wat mensenhandel is, verschillende uitbuitingsvormen, het verschil

Nadere informatie

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie)

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 39 van 11/02/2000 (Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) RAAD Initiatief van het Koninkrijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1017 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 22.1.2014 2013/0358(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE PUBLIC ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 NOTA van: van het voorzitterschap aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE DROIPE 28 CORDROGUE 38 RESULTAAT BESPREKI GE van: de Groep

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00)

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 6.11.2013 2013/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-10 Corina Creţu (PE519.580v01-00) Seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

Migratie, mensenhandel en prostitutie. Prof. Dr. Gert Vermeulen. Vlaamse Wetenschapsweek Gent, 25 oktober 2002

Migratie, mensenhandel en prostitutie. Prof. Dr. Gert Vermeulen. Vlaamse Wetenschapsweek Gent, 25 oktober 2002 Migratie, mensenhandel en prostitutie Prof. Dr. Gert Vermeulen Vlaamse Wetenschapsweek Gent, 25 oktober 2002 1 Programma 13.45: faculteit, universiteit, IRCP 14.00: inleiding onderwerp 14.15: opzet en

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, november 2003 (05.) (OR. en) 490/03 PUBLIC LIMITE MIGR 90 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc. 3875//03 MIGR 88 REV Betreft: Voorstel

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1, C 42/8 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 15.2.2002 II (Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) Initiatief van het Koninkrijk Belgiº en het

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/6 Advies n 30/2017 van 14 juni 2017 Betreft: Advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit dat de lijst van de andere aan rapportering onderworpen rechtsgebieden en de lijst van de deelnemende

Nadere informatie

Beteugeling van de mensenhandel

Beteugeling van de mensenhandel Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 Beteugeling van de mensenhandel Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Nele Velghe Studentennummer: 20052196

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2016/0010 (CNS) 2016/0011 (CNS) 5827/16 LIMITE PUBLIC FISC 14 ECOFIN 71 NOTA van: aan: Betreft: Voorzitterschap

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2009 (OR. en) 8150/09 ADD 2 LIMITE DROIPEN 16 MIGR 36 CRIMORG 50 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen SARiV Advies 2013/19 SAR WGG Advies 11 juli 2013 Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen Boudewijnlaan 30 bus 81 1000 Brussel T.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Recht en Criminaliteit in cyberspace

EUROPEES PARLEMENT. Recht en Criminaliteit in cyberspace EUROPEES PARLEMENT TIJDELIJKE COMMISSIE ECHELON-INTERCEPTIESYSTEEM SECRETARIAAT MEDEDELING TEN BEHOEVE VAN DE LEDEN De leden treffen als aanhangsel een document aan met de titel Recht en Criminaliteit

Nadere informatie

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Inhoudstafel Nationaal Strafwetboek (extracten)... 15 Artikelen 6-14 V.T. Wetboek van Strafvordering (extract)... 17 Wetboek van Strafvordering (extracten)... 23 Artikelen 11 en 873 Gerechtelijk Wetboek

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0127 (E) 8505/16 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 337 USA 21 DATAPROTECT 41 RELEX 330 BESLUIT

Nadere informatie

Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN

Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN COM/2016/0616 final - 2016/0295 (COD) Rol DCSG Coördinatie Belgisch Standpunt Vertegenwoordiging in Raadswerkgroep Rol Vlaamse ondernemingen

Nadere informatie

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0193 (COD) 6182/1/17 REV 1 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: DROIPEN 16 JAI 105 GAF 7 FIN 103 CADREFIN 18

Nadere informatie

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2015 (OR. en) 6074/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (NLE) SOC 55 EMPL 21 MIGR 5 JAI 78 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité

Nadere informatie

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal,

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal, OVEREENKOMST TUSSEN DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING (RVA), DE RIJKSDIENST VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID (RSZ) IN BELGIË EN HET UITVOERINGSINSTITUUT WERKNEMERSVERZEKERINGEN (UWV) EN DE STICHTING INLICHTINGENBUREAU

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66 NOTA van: het Italiaanse voorzitterschap aan: de horizontale Groep drugs nr. vorig doc.: 11051/03 CORDROGUE

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt?

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt? DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID DIRECTORAAT C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN BURGERLIJKE VRIJHEDEN, JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde

Nadere informatie

PUBLIC RAADVAN DEEUROPESEUNIE. Brusel,22juli2003(24.07) (OR.en) 11694/03 LIMITE ASIM48 RELEX304 LIBYE2

PUBLIC RAADVAN DEEUROPESEUNIE. Brusel,22juli2003(24.07) (OR.en) 11694/03 LIMITE ASIM48 RELEX304 LIBYE2 ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,22juli2003(24.07) (OR.en) 11694/03 LIMITE PUBLIC ASIM48 RELEX304 LIBYE2 NOTAI-PUNT van: hetsecretariaat-generaal aan: hetcomitévanpermanentevertegenwoordigers Betreft:

Nadere informatie