Analyserapport. Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyserapport. Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede"

Transcriptie

1 Analyserapport Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede

2 Analyserapport Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede Ter attentie van Toetsingscommissie WWB Auteur Gemeente Enschede Documentnaam Analyserapport en Ontwikkelplan MAU Gemeente Enschede 27sep2013.pdf Datum 27 September 2013 Betreft Analyserapport en ontwikkelplan Meerjarige Aanvullende Uitkering Analyserapport MAU gemeente Enschede pagina 1 van 91

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Over Enschede Structurele tekorten Meerjarig aanvullende uitkering (MAU) Verkorte procedure MAU Leeswijzer DEEL I ANALYSERAPPORT Analyse oorzaken tekort Inleiding Inhoudelijke reactie op het oriënterend onderzoek Inspectie SZW (APE) Aanvullende analyse verdeelstoornissen Inleiding Textielverleden Ontbreken historische kern en ontwikkeling woningbestand De ligging van Enschede Positie van Enschede in COROP Twente Niet-lineaire verbanden Conclusie Beleid en uitvoering Inleiding Werkgever op kop Uitgangspunten Werkgever op kop Strategische doelen collegeperiode Uitvoeringsprogramma 2011, 2012 en Continu vernieuwen als uitgangspunt Inzet participatiebudget Resultaten instroombeperking en uitstroombevordering Handhaving en sanctiebeleid Hoogwaardig handhaven Bestuursrechtelijke aanpak Continu ontwikkelen en vernieuwen Resultaten handhaving WWB Terugvordering en verhaal Actief terugvorderings- en verhaalbeleid Resultaten terugvorderings- en verhaalbeleid Toeslagenbeleid Aanpalende beleidsterreinen Inleiding Stimulering economie Tegengaan Voortijdig Schoolverlaten (VSV) Analyserapport MAU gemeente Enschede pagina 2 van 91

4 3.6.4 Armoedebeleid Convenant Menzis gemeente Enschede Reduceren taalachterstanden Wijkteams / wijkcoaches Woonbeleid DEEL II ONTWIKKELPLAN Maatregelen Inleiding Genomen maatregelen 2013 Arbeidsmarktoffensief Ontwikkelplan Inleiding Probleemdefinitie en doelstelling Aanpak en uitgangspunten ontwikkelplan Maatregelen 2013/ Financiële effecten ontwikkelplan Sturing Inleiding Sturingsfilosofie PDCA Overlegvormen BIJLAGEN BIJLAGE 1 Instemming Gemeenteraad BIJLAGE 2 Accountantsverklaringen 2009, 2010, 2011 en BIJLAGE 3 Instrumentenoverzicht BIJLAGE 4 Overzicht aangedragen factoren Analyserapport MAU gemeente Enschede pagina 3 van 91

5 1 Inleiding 1.1 Over Enschede De gemeente telt inwoners (1 mei 2013, bron: CBS). Enschede is daarmee de grootste stad van Overijssel en naar inwoneraantal de elfde gemeente van Nederland. De sociaal economische positie van de gemeente Enschede is ten opzichte van andere gemeenten erg slecht. Vooral het verleden als textielstad met relatief veel laaggeschoolde arbeid ligt hieraan ten grondslag. De textielindustrie groeide in Enschede vooral na het besluit om in het begin van de negentiende eeuw in Twente de nieuwe Nederlandse katoenindustrie te vestigen. Daarmee ontwikkelde Enschede zich, naast Almelo, in de negentiende eeuw tot grote textielstad. De fabriekseigenaren drukten een belangrijk stempel op de ontwikkeling van de stad. Zo werden parken en woonwijken aangelegd (bestaande uit kleine, stenen arbeiderswoningen die grote aantrekkingskracht op mensen hadden). Daarnaast werd in verhouding tot de rest van Nederland goed voor de medewerkers gezorgd. Mensen kregen bijvoorbeeld woningen toegewezen die vlakbij de fabriek waren gelegen en de sociale omstandigheden waren aanzienlijk beter dan bijvoorbeeld in de veenindustrie in Drenthe (twaalf maanden per jaar loon in plaats van seizoensgebonden; drogere huisvesting dan in Drenthe). Enschede had daarmee een enorme aantrekkingskracht op mensen uit verschillende regio s waar weinig werk was en waar de sociale omstandigheden slechter waren. De textielindustrie bracht in eerste aanleg welvaart en groei. Halverwege de twintigste eeuw wordt duidelijk dat de afhankelijkheid van één type industrie echter ook een risico heeft. Ondanks de inhaalvraag direct na de oorlog, liep de vraag naar de in Twente geproduceerde textiel sterk terug. In de regio Twente krimpt de textielsector dan ook van arbeiders in 1955 tot in De eenzijdige economie werd al snel een groot probleem voor de hele stad. Hoge werkloosheidscijfers, een laagopgeleide bevolking, gecombineerd met verhoogde overheidsuitgaven, leidden tot grote financiële problemen voor Enschede. De sociaal economische situatie heeft zich de afgelopen decennia verbeterd, maar het verleden weerspiegelt zich nog steeds in de relatief lage sociaal economische positie van de gemeente Enschede en in de grote wijken met goedkope kleine woningen. Het gemiddeld besteedbaar inkomen in Enschede ligt in ,2% lager dan het landelijk gemiddelde. Hoe het gemiddelde inkomen zich op dit moment verhoudt tot Nederland, Twente en Overijssel is weergegeven in onderstaande tabel. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 4 van 91

6 Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden Verschil t.o.v. Nederlands gemiddelde Verschil t.o.v. Nederlands gemiddelde % Enschede ,2% Twente % Overijssel % Nederland N.v.t. N.v.t. Tabel: vergelijking inkomens in 2010, bron: CBS Het gemiddelde besteedbaar inkomen per huishouden was in 2010 in Enschede , terwijl het gemiddelde besteedbare inkomen in Nederland was. Het totale nadelige koopkrachteffect van Enschede ten opzichte van de referentiegemeenten is daarmee bijna 455 miljoen op jaarbasis (6.000 * huishoudens = ). Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de lokale economie en de detailhandel als motor van de lokale werkgelegenheid. Dit bleek onlangs nog met het aangekondigde vertrek van de Bijenkorf uit Enschede, het bedrijf ziet onvoldoende afzetmarkt voor haar nieuwe strategie die zich vooral richt op het hogere segment. Een wijze waarop de sociaal economische positie van Enschede in kaart kan worden gebracht, is met behulp van de sociaal economische index uit de Atlas voor Gemeenten. 1 Enschede staat steevast in de onderste regionen van de Atlas Nederlandse gemeente. Deze sociaal economische index is gebaseerd op kwalitatieve kennis over arbeidsmarkt, werkgelegenheid en lokale economie en vergelijkt de 50 grootste gemeenten van Nederland met elkaar. Enschede staat in deze index in 2013 slechts op plaats 45 (Atlas voor gemeenten 2013). Desastreuze gevolgen crisis Vanwege de zwakke sociaal economische situatie van de gemeente Enschede raakt de economische crisis, die eind 2008 uitbrak, Enschede disproportioneel. Dit blijkt uit onderstaande tabel. In de periode is het aantal banen in Enschede weliswaar gestegen, maar de sectoren waar de traditioneel meer laagopgeleide bevolking in werkzaam is, is erg hard geraakt door de crisis. Uit onderstaande tabel is af te leiden dat het aantal banen in de sectoren industrie, detailhandel, vervoer en opslag in Enschede exceptioneel snel is gedaald in vergelijking tot deze sectoren in Twente, de G-32 en Nederland. 1 Deze index bestaat uit het aantal personen in de bijstand, het werkloosheidspercentage, het aantal arbeidsongeschikten, het percentage huishoudens met een inkomen lager dan 105% van het sociaal minimum, het aantal personen met een lage opleiding, de netto participatiegraad van vrouwen, de werkgelegenheid (het aantal banen in de gemeente als percentage van de beroepsbevolking) en het percentage banen in groeisectoren (financiële en zakelijke dienstverlening). Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 5 van 91

7 Enschede Twente G-32 Nederland Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Landbouw 32 5,2% ,8% ,7% ,4% Industrie ,5% ,2% ,3% ,6% Bouwnijverheid ,6% ,6% ,4% ,4% Detailhandel 403 5,2% ,0% ,9% ,7% Groothandel 208 3,9% ,5% ,3% ,3% Horeca ,6% 613 5,1% ,6% ,8% Vervoer en opslag ,7% ,8% ,2% ,3% Informatie en communicatie ,7% ,0% ,1% ,3% Financiële instellingen ,5% ,0% ,3% ,8% Zakelijke dienstverlening ,8% ,9% ,6% ,8% Openbaar bestuur 42 0,9% ,5% ,1% ,4% Onderwijs 323 3,8% 668 3,3% ,0% ,0% Gezondheidsen welzijnszorg ,0% ,0% ,7% ,0% Cultuur, sport en recreatie ,5% 375 9,1% ,8% ,3% Overige dienstverlening 109 6,1% ,2% ,6% ,0% Totaal ,3% ,5% ,3% ,2% Tabel: ontwikkeling aantal banen per sector Vanaf eind 2008 nam het aantal werkzoekenden aanzienlijk toe. Met als gevolg dat de gemeente Enschede zich, ondanks de inspanningen aan de poort, in 2009 versneld geconfronteerd zag met een explosieve toename van het WWB-bestand. Na deze enorme groei in 2009 is het groeitempo afgenomen en ligt het tempo meer in lijn met de landelijke ontwikkeling. De enorme stijging van 2009 is een duidelijk symptoom dat in Enschede sprake is van lokale omstandigheden buiten de invloedsfeer van de gemeente die de bijstandsuitgaven enorm beïnvloeden. In onderstaande grafiek is de toename van het aantal WWB ers afgezet tegen de ontwikkeling van het aantal WWB ers in de G32-gemeenten, G4-gemeenten en Twente (exclusief Enschede). Inmiddels worden per 1 september 2013 meer dan WWB-uitkeringen verstrekt. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 6 van 91

8 135,0% 130,0% 125,0% 120,0% 115,0% 110,0% 105,0% 100,0% 95,0% 90,0% Ontwikkeling Bijstand (Bron: CBS) G32 G4 Nederland Enschede Grafiek: Ontwikkeling aantal WWB ers Enschede, G32, G4 en Nederland, bron: CBS. Slechte vooruitzichten Verontrustend is dat het percentage NWW ers in april 2013 in de Gemeente Enschede ruim twee keer boven dat van de COROP-regio Twente (zie paragraaf voor nadere analyse) en Nederland ligt. Dit betekent dat de instroom in de WWB in Enschede naar verwachting blijft stijgen in de komende periode. De ontwikkeling van het percentage niet-werkende-werkzoekenden over de periode 2010 tot 2013 is in onderstaande grafiek weergegeven. 16,00% 14,00% NWW% COROP Twente & Enschede 16,40% 14,90% 14,20% 13,70% 12,00% 10,00% 8,00% 6,00% 8,10% 7,90% 6,20% 6,00% 9,10% 7,20% 9,90% 7,80% 4,00% COROP COROP (excl. Enschede) Gemeente Enschede Grafiek: vergelijking NWW ers Enschede, COROP en COROP exclusief Enschede, bron: UWV. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 7 van 91

9 1.2 Structurele tekorten Na invoering van de Wet Werk en Bijstand in 2004 wordt het macrobudget dat het Rijk beschikbaar stelt voor de uitkeringsverstrekking voor de grote gemeenten (meer dan inwoners) verdeeld op basis van het objectief verdeelmodel. Doel hiervan is de budgetten op een zodanige wijze te verdelen dat sprake is van objectiviteit. Gemeenten kunnen derhalve de hoogte van het budget niet bijsturen. Na invoering van de WWB en bijbehorende financieringswijze ziet de gemeente Enschede zich al vanaf 2005 geconfronteerd met aanzienlijke tekorten op het Inkomensdeel (na 1 januari 2010 BUIG-budget 2 ). Voor de volledigheid zijn hieronder de tekorten vanaf 2007 weergegeven (bron: Kernkaart Ministerie SZW) Tekort % 13% 11% 18% 26% 24% 8% Tabel: tekorten BUIG-budget Gemeente Enschede , bron: Kernkaart Ministerie SZW. Verdeelstoornis(sen) De gemeente Enschede stelt dat de sociaal-economische situatie in haar gemeente zodanig is dat zij zich al geruime tijd geconfronteerd ziet met aanzienlijk hogere bijstandsuitgaven. Uitgaven die niet tot uitdrukking komen in de objectief vastgestelde kosten en die niet beïnvloedbaar zijn door de gemeente. De structurele tekorten en de explosief gestegen bijstandsuitkeringen in 2009 zijn hiervan een duidelijke resultante. 1.3 Meerjarig aanvullende uitkering (MAU) In 2009 heeft de gemeente Enschede een MAU aangevraagd vanwege de structurele tekorten van dat moment en de te verwachten tekorten in de jaren daarna. De door APE (in opdracht van de Inspectie SZW) statistisch aangetoonde verdeelstoornis bedroeg in 2009 ongeveer 60%. De Inspectie Werk en Inkomen (het voormalig IWI) heeft destijds een onderzoek uitgevoerd naar beleid en uitvoering van de gemeente Enschede. Het oordeel luidde dat de tekorten niet te wijten zijn aan het door de gemeente Enschede gevoerde beleid en dat de uitvoering naar behoren functioneerde. Op basis van voornoemde uitkomsten is de MAU-aanvraag gehonoreerd en is het eigen risico op het inkomensdeel/buig-budget voor de periode door de Minister SZW vastgesteld op 2,5% van het toegekende Inkomensdeel/BUIG-budget in dezelfde periode. In 2011 liep de uitkeringsperiode van de MAU af. De wet- en regelgeving voorzagen op dat moment niet in het antwoord of een gemeente na afloop van de uitkeringsperiode al dan niet een nieuwe MAU-aanvraag moest indienen. In eerste aanleg was in 2009 vastgelegd dat alleen een nieuwe 2 Per 1 januari 2010 zijn WWB-, IOAW-, IOAZ- en BBZ-budget gebundeld in een budget genaamd BUIG-budget. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 8 van 91

10 aanvraag moest worden ingediend als de gevonden verdeelstoornissen in het model waren aangepast door invoeging van nieuwe verdeelmaatstaven. Daar komt bij dat de evaluatie MAU waarin dit vraagstuk werd behandeld nog niet was afgerond. Uiteindelijk is in oktober 2012 de Regeling WWB 2007 door het Ministerie SZW aangepast waardoor een verlenging van de MAUperiode automatisch mogelijk werd. De MAU-uitkeringsperiode werd daarmee 12 maanden verlengd. 1.4 Verkorte procedure MAU In 2012 is de MAU-uitkeringsperiode voor de gemeente Enschede beëindigd. In december 2012 heeft het Ministerie SZW aangekondigd dat de regeling WWB 2007 per 1 januari 2013 zou worden gewijzigd. Eén van de wijzigingen betrof de invoering van de zogenaamde verkorte procedure. Per 1 januari 2013 kan een gemeente, waarvan de voorgaande MAU-uitkeringsperiode is geëindigd, een MAU-aanvraag voor een nieuwe uitkeringsperiode indienen via de verkorte procedure. De verkorte procedure wijkt op één punt af van de reguliere. Het analyserapport en eventueel verbeterplan handhavings- en sanctiebeleid hoeven nog niet te zijn aangeleverd. Dit is pas van toepassing als is vastgesteld dat het tekort niet volledig te wijten is aan verdeelstoornissen. Nadat is vastgesteld dat het tekort op basis van dit onderzoek niet volledig het gevolg is van verdeelstoornissen, dient de gemeente alsnog het analyserapport en/of verbeterplan inzake handhavings- en sanctiebeleid aan te leveren. De Inspectie SZW voert vervolgens een nader onderzoek uit. Dit nadere onderzoek is in februari 2013 via de Handleiding MAU 2013 van het Ministerie SZW aan gemeenten kenbaar gemaakt. Op 21 maart 2013 is de verkorte MAU-aanvraag door de gemeente Enschede via de daarvoor bestemde verkorte procedure ingediend. Op 8 april 2013 deelde de secretaris van de Toetsingscommissie WWB mede dat de MAU-aanvraag voldeed aan de gestelde voorwaarden om in behandeling te worden genomen (zogenaamde pre-toets). De Inspectie is vervolgens ingeschakeld om onderzoek te doen naar de oorzaken van de tekorten in de periode 2010, 2011 en Het bureau APE heeft in opdracht van de Inspectie SZW een oriënterend onderzoek uitgevoerd naar eventuele verdeelstoornissen. De uitkomsten zijn vervat in een rapport dat de inspectie SZW via een schrijven op 26 juli 2013 heeft aangeboden aan het college van B&W van de gemeente Enschede. De conclusie van het oriënterende onderzoek is dat de tekorten van de gemeente Enschede voor 31% zouden worden veroorzaakt door verdeelstoornissen. De inspectie SZW stelt aan de hand van het APE-onderzoek dat het tekort van de gemeente Enschede op het BUIG-budget verklaarbaar is vanuit een verdeelstoornis en vanuit beleid, uitvoering en sturing van de gemeente. Conform de procedure dient nu door de gemeente Enschede een analyserapport te worden aangeleverd. De Inspectie SZW dient volgens de Handleiding MAU 2013 op basis van dit rapport nader onderzoek te doen naar de verdeelstoornissen en oorzaken van de tekorten. Onderhavig document betreft het analyserapport op basis waarvan de Inspectie SZW nader onderzoek kan uitvoeren. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 9 van 91

11 Voor de volledigheid is in hoofdstuk vier van dit rapport een overzicht gegeven van het ontwikkelplan van de gemeente Enschede, dat als doel heeft de tekorten tot een minimum te beperken. 1.5 Leeswijzer Dit document is het analyserapport inzake de MAU van de gemeente Enschede. In deze document zijn achtereenvolgens de volgende hoofdstukken opgenomen. Hoofdstuk Onderwerp Inleiding gemeente Enschede, tekortontwikkeling, MAU-verleden, zienswijze verkorte procedure en leeswijzer Analyse naar de oorzaken van het meerjarige tekort op het inkomensdeel / de BUIG in de gemeente Enschede Een beschrijving van het adequaat gevoerde gemeentelijke beleid en de bijbehorende uitvoering 4. Maatregelen 2013 en ontwikkelplan Sturing Als bijlagen bij dit analyserapport zijn de volgende documenten opgenomen: Bijlage Onderwerp Een document waaruit blijkt dat de gemeenteraad van Enschede heeft toegestemd met de indiening van de MAU aanvraag De controleverklaringen van de gemeentelijke accountant bij de jaarrekeningen over 2009, 2010, 2011 en Instrumentenoverzicht Werkgever op kop 4. Overzicht aangedragen wel en niet getoetste/doorgerekende factoren uit de verkorte MAU-aanvraag Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 10 van 91

12 Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 11 van 91

13 DEEL I ANALYSERAPPORT Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 12 van 91

14 Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 13 van 91

15 2 Analyse oorzaken tekort 2.1 Inleiding Op 21 maart 2013 heeft de gemeente Enschede een verkorte MAU-aanvraag ingediend zonder analyserapport. In de betreffende aanvraag zijn al wel enkele factoren aangeven die mogelijk een verhogend effect hebben op de bijstandsuitgaven. Verwezen is naar de MAU-aanvraag 2009 en bijbehorend APE-onderzoek (juni 2009), de presentatie van de heer Teulings (directeur CPB) over de Toekomst van de economie in Oost-Nederland en het bijgevoegde rapport Het nadeel voor Enschede van Atlas voor gemeenten. Op basis van deze factoren heeft de inspectie SZW door APE een oriënterend onderzoek uit laten voeren. De resultaten zijn in een rapport door de Inspectie SZW aan het College aangeboden (zie paragraaf 1.4). 2.2 Inhoudelijke reactie op het oriënterend onderzoek Inspectie SZW (APE) In de verkorte MAU-aanvraag 2013 van 21 maart 2013 zijn verschillende factoren door de gemeente Enschede aangereikt die leiden tot hogere bijstandsuitgaven, maar die niet tot uitdrukking komen in de kosten die via het objectief verdeelmodel worden vastgesteld. Er is een aantal opmerkingen te plaatsen bij het uitgevoerde oriënterende onderzoek van de Inspectie SZW en de conclusies die uit het onderzoek worden getrokken. Het gaat om de volgende onderwerpen: 1. Onvolledige toetsing / doorrekening van aangedragen factoren; 2. Gewijzigde berekeningssystematiek voor verdeelstoornissen; 3. ;Vaststellingswijze significante factoren; 4. Ontbreken feitelijk onderzoek naar beleid en uitvoering; 5. Niet meewegen financiële effecten bestuursakkoord. Onvolledige toetsing / doorrekening van aangedragen factoren In het oriënterende onderzoek dat in opdracht van de Inspectie SZW is uitgevoerd door APE blijkt dat niet alle aangedragen factoren zijn getoetst/doorgerekend. In bijlage 4 is een overzicht gegeven van de factoren die zijn aangedragen. Per factor is in beeld gebracht welke wel, welke niet en welke gedeeltelijk zijn getoetst/doorgerekend. Deze lijst met factoren is integraal onderdeel van dit analyserapport en dienen derhalve alsnog volledig te worden getoetst / doorgerekend met inachtneming van alle opmerkingen genoemd in onderhavige paragraaf. Berekeningssystematiek verdeelstoornissen De Inspectie SZW stelt dat 31% van het feitelijk tekort op het BUIG-budget wordt verklaard door verdeelstoornissen. In het rapport is in grote lijnen de berekeningssystematiek uiteengezet die leidt tot voornoemde uitkomst. Indien deze systematiek wordt vergeleken met de berekeningssystematiek die gehanteerd is bij de MAU-aanvraag van de gemeente Enschede in 2009, valt direct op dat een andere berekeningssystematiek is gehanteerd. Het betreft hier een cruciale wijziging in de MAU-systematiek/MAU-procedure die aanzienlijke financiële consequenties heeft voor de gemeente Enschede. Voor de gemeente Enschede is het onduidelijk op basis waarvan de berekeningssystematiek is gewijzigd. Het is voor de gemeente Enschede hierdoor ook niet traceerbaar of de waardering / Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 14 van 91

16 berekening goed is uitgevoerd. Gezien de importantie van het onderwerp (aanzienlijke tekorten op de BUIG) is een consistente beoordelingslijn zeer op zijn plaats. De gemeente Enschede stelt dan ook dat het effect van de Enschedese verdeelstoornissen in 2013 aanzienlijk groter is, dan de Inspectie SZW op basis van het huidige oriënterende onderzoek concludeert. Op basis van de berekeningssystematiek uit 2009, is het voor de periode minimaal 59% van het feitelijke tekort verklaard 3. Het effect is waarschijnlijk aanzienlijk groter dan deze genoemde 59%. Het feitelijke percentage wordt duidelijk als alle aangedragen factoren zijn doorgerekend, de effecten van het bestuursakkoord op het feitelijk tekort zijn meegewogen en de wijze van significantievaststelling wordt aangepast. Vaststellingswijze significante factoren De Inspectie SZW heeft op grond van de verkorte MAU-aanvraag van de gemeente Enschede (exclusief analyserapport ) APE verzocht een oriënterend onderzoek uit te voeren naar actuele verdeelstoornissen en de mogelijk theoretische effecten daarvan op het tekort voor de jaren 2010, 2011 en De verdeelstoornissen voor deze zijn doorgerekend op basis van de drie simulatiemodellen met enkele als significant aangemerkte variabelen. Vervolgens worden uitspraken gedaan over de verdeelstoornis uitgedrukt als effect op het feitelijk tekort van de gemeente Enschede. De wijze waarop de significantie wordt vastgesteld, is voor de gemeente Enschede niet duidelijk. Dit is bijzonder, omdat de door APE als significant aangemerkte variabelen een zeer cruciale rol spelen bij de doorrekening van verdeelstoornissen. Temeer omdat op basis van deze (theoretische) doorrekening door de Inspectie SZW uitspraken worden gedaan over de kwaliteit van het Enschedese beleid en Enschedese uitvoering over de jaren 2010, 2011 en Het blijkt echter volledig onmogelijk te zijn om op basis van wet- en regelgeving en de handleiding MAU 2013 te achterhalen op welke wijze de door APE als significant aangemerkte variabelen zijn vastgesteld. Daarmee is het momenteel onmogelijk om te verifiëren of dit in het oriënterende APE-rapport van juni 2013 op de juiste wijze is gebeurd. Op dit moment moet de gemeente Enschede noodzakelijkerwijs terugvallen op datgene dat over bovengenoemde significantie-vaststelling staat vermeld in het oriënterende APE-rapport van juni 2013 (bijlage 2). Daarin wordt aangegeven dat alle door gemeenten aangedragen factoren worden geoperationaliseerd. Hiervoor gaat men op zoek naar een betrouwbare, objectieve meting van de factor die het argument van de gemeente goed weergeeft. Opgemerkt moet worden dat in het gesprek met de secretaris van de Toetsingscommissie WWB, de Inspectie SZW en APE op 26 augustus 2013 door Inspectie SZW en APE is aangegeven dat tal van keuzes worden gemaakt bij de operationalisering. Vervolgens worden alle variabelen via een OLS-model voor het meest recente jaar, zijnde 2012, verklaard (bijlage 2, APE-rapport, juni 2013). De niet-significante variabelen worden 1-voor-1 verwijderd totdat elk kenmerk een p-waarde (t-test) van maximaal 5% heeft. Het 2012-model leidt tot een verklaard verschil of overschot voor iedere gemeente. 3 Berekening verdeelstoornis in 2009: het verschil tussen het toegekende gemiddelde budget en de feitelijke gemiddelde uitgaven is 314 per huishouden. APE verklaart 185 van dit verschil. Daarmee is (185/314)*100=58,9% van het feitelijk tekort verklaard. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 15 van 91

17 Het 2012-model wordt vervolgens ook voor de jaren 2010 en 2011 gebruikt, terwijl in die jaren mogelijk andere factoren significant waren. Vooral omdat uitspraken worden gedaan over het Enschedese beleid en bijbehorende uitvoering is het essentieel dat de gebruikte modellen maximaal aansluiten op de jaren 2010 en Om deze reden is het zeer wenselijk dat voor elk jaar uit de referteperiode de voor dat jaar relevante significante variabelen worden gebruikt. Dit betekent dat het gebruik van negen simulatiemodellen meer voor de hand ligt en wenselijk is. Vooral gezien de vergaande consequenties van de theoretische doorrekeningen. Ontbreken feitelijk onderzoek naar beleid en uitvoering In het schrijven van de Inspectie SZW van 26 juli 2013 is aangegeven dat op basis van het oriënterende theoretische en statistische onderzoek geconcludeerd kan worden dat het tekort van de gemeente Enschede op het BUIG-budget in de periode verklaarbaar is vanuit een verdeelstoornis en vanuit beleid, uitvoering en sturing van de gemeente. Onverminderd het gestelde in paragraaf 1.4, valt op dat dit oordeel alleen is gebaseerd op een theoretisch en statistische exercitie die in opdracht van de inspectie SZW door APE is uitgevoerd. Deze werkwijze en beoordelingssystematiek wijkt volledig af van de wijze waarop dit in 2009 is gedaan. Ook hier valt op dat geen fundamentele wijzigingen zijn doorgevoerd in wet- en regelgeving die deze koerswijziging rechtvaardigen. Volgens de geldende wet- en regelgeving dient ook in 2013 de verdeelstoornis op basis van twee onderzoeken te worden vastgesteld. In 2009 betrof dit: 1. het oriënterend onderzoek naar eventuele verdeelstoornissen uitgevoerd door APE; 2. de Quickscan inzake Beleid en uitvoering door het voormalig IWI. Uit het onderzoek van APE bleek destijds dat van het totale verdeeleffect (16,7%) 9,7% statistisch kon worden verklaard als zijnde verdeelstoornissen. IWI heeft toen een Quickscan uitgevoerd naar beleid en uitvoering. De conclusie was dat beleid en uitvoering op orde waren. Op basis van deze twee onderzoeken is vervolgens de conclusie getrokken dat het volledig tekort van de gemeente Enschede kon worden verklaard uit verdeelstoornissen. De conclusie van IWI: Het tekort van Enschede kan niet anders dan volledig worden verklaard uit verdeelstoornissen. Hiermee is tevens door IWI geconcludeerd dat tekorten niet altijd theoretisch of statistisch kunnen en hoeven te worden verklaard om in aanmerking te komen voor een MAU. Dit is logisch, omdat het exclusieve probleem van Enschede op dat moment niet volledig kon worden gevat in statistieken en verbanden. Dit vormt tevens het bestaansrecht van de MAU-regeling. Sommige sociaal economische omstandigheden zijn zeer moeilijk te vatten in statistieken. Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door het ontbreken van statistische gegevens bij andere gemeenten. Het feit dat daardoor statistische verbanden niet kunnen worden getoetst, betekent niet dat de verdeelstoornis niet bestaat. Om desalniettemin conclusies te kunnen trekken, is feitelijk onderzoek naar beleid en uitvoering essentieel. Als beleid en uitvoering op orde zijn en een groot deel van het tekort theoretisch en statistisch kan worden verklaard, dan rest niets anders dan te concluderen dat het tekort volledig door verdeelstoornissen is veroorzaakt. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 16 van 91

18 De gemeente Enschede stelt dan ook dat conclusies over beleid en uitvoering slechts kunnen worden getrokken op basis van twee onderzoeken. De huidige wet- en regelgeving staat dit niet in de weg. Gezien het belang dat met de MAU-beoordeling gemoeid is, is een dergelijke werkwijze volledig logisch en legitiem. Niet meewegen financiële effecten bestuursakkoord Opgemerkt moet worden dat bij de MAU-beoordeling de gevolgen van het bestuursakkoord moeten worden meegewogen. Immers moet onderzocht worden wat de oorzaken zijn van de tekorten. In het geval van de gemeente Enschede wordt een aanzienlijk deel van de tekorten veroorzaakt door de verlaging van het macrobudget op basis van het bestuursakkoord. Dit is een factor waarop de gemeente Enschede via beleid en uitvoering geen enkele invloed kon uitoefenen. Gezien de financiële consequenties van een eventuele gedeeltelijke toekenning van een MAU voor de gemeente Enschede zou verwacht worden dat een dusdanige factor in dit onderzoek mee wordt gewogen. Het bestuursakkoord verklaart namelijk voor de gemeente Enschede 84,5% van het gemiddelde tekort over Aanvullende analyse verdeelstoornissen Inleiding De gemeente Enschede stelt dat het tekort op het toegekende BUIG-budget te wijten is aan verdeelstoornissen in het objectief verdeelmodel en dus niet het gevolg is van tekortschietend WWB-beleid (zie paragraaf 1.4). In deze paragraaf gaan we in op verdeelstoornissen die ontstaan door het ontbreken van een statistische aansluiting van het objectief verdeelmodel op de typisch Enschedese sociaal economische werkelijkheid. Het gaat daarbij om factoren die kenmerkend zijn voor de gemeente Enschede en zorgen voor hogere bijstandsuitgaven in Enschede, maar die niet of onvoldoende statistisch tot uiting komen in de kosten die op basis van het objectief verdeelmodel worden vastgesteld. Voor de gemeente Enschede geldt dat er in het bijzonder drie factoren zijn die effect en doorwerking hebben op de sociaal economische situatie van de gemeente Enschede. Het betreffen: 1. het textielverleden van Enschede; 2. het ontbreken van een historische kern en de ontwikkeling van het woningbestand; en 3. de geografische ligging van de gemeente Enschede. In de subparagrafen 2.3.2, en worden bovengenoemde drie factoren en de daaruit voortvloeiende verdeelstoornissen toegelicht. In subparagraaf wordt aanvullend stilgestaan bij de positie van de gemeente Enschede in COROP Twente. NB Alle verdeelstoornissen in onderhavige rapportage zijn aanvullende verdeelstoornissen op de reeds aangedragen verdeelstoornissen via de MAU-aanvraag 2009 en de verkorte MAU-aanvraag Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 17 van 91

19 2.3.2 Textielverleden Voor Enschede heeft de textielindustrie langere tijd veel welvaart en groei gebracht. De industrie trok veel mensen uit de omgeving aan, maar ook uit verder gelegen gebieden zoals Drenthe, Friesland en Duitsland. De productiecapaciteit van de textiel in Europa bleek eind jaren vijftig veel te groot, daarbij stegen de loonkosten in Nederland tussen 1958 en 1964 met 50%. Enschede stond daarmee aan de vooravond van een sociale en economische ramp. Tussen 1967 en 1977 sloten bijna alle textielfabrieken hun deuren. Enschede veranderde van een nijvere industriestad in een plaats vol werkloze arbeiders en leegstaande fabrieken. Door de omvang van deze vooral eenzijdige economie eind jaren vijftig en begin jaren zestig werd de erfenis van de textielindustrie een groot probleem voor de gemeente Enschede. Het aantal banen in de industrie en textielindustrie eind jaren vijftig en begin jaren zestig kan worden gezien als de erfenis van het Enschedese textielverleden. Door het wegvallen van deze industrietak zonder dat daar andere werkgelegenheid voor in de plaats kwam, is er tot op de dag van vandaag sprake van een statistisch significant verband tussen de hoeveelheid textielindustrie eind jaren zestig en de bijstandsuitgaven in Enschede op dit moment. Dit verband komt niet tot uitdrukking in het objectief verdeelmodel en kan worden aangemerkt als verdeelstoornis 1. De teloorgang van de textielindustrie heeft grote consequenties gehad voor de sociaal economische situatie van Enschede. Hieronder zijn die consequenties van het textielverleden in beeld gebracht die de werkelijke bijstandsuitgaven opwaarts beïnvloeden en die niet tot uitdrukking komen in de bijstandsuitgaven die op basis van het objectief verdeelmodel worden vastgesteld. Het gaat voor Enschede om de volgende factoren: - Laag gemiddeld besteedbaar inkomen; - Hoog aantal laag opgeleiden in de beroepsbevolking; - Laag aantal hoogopgeleiden in de beroepsbevolking; - Veel laagopgeleide werkzoekenden; - Veel eenpersoonshuishoudens - Een verhoudingsgewijs hoger aantal jongeren in het praktijkonderwijs; - Een relatief ongezonde bevolking; - Veel hoger aantal arbeidsongeschikten; - Lage arbeidsparticipatie. Laag gemiddeld besteedbaar inkomen Door het eenzijdige industrieverleden heeft de bevolking in Enschede nog steeds een laag opleidingsniveau en het daarbij behorend laag gemiddeld besteedbaar inkomen, te weten: Dit ligt 18,2% lager dan het Nederlands gemiddelde. Hoe het gemiddelde inkomen zich op dit moment verhoudt tot Nederland, Twente en Overijssel is weergegeven in onderstaande tabel. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 18 van 91

20 Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden Verschil t.o.v. Nederlands gemiddelde Verschil t.o.v. Nederlands gemiddelde % Enschede ,2% Twente % Overijssel % Nederland Tabel: vergelijking inkomens in 2010, bron: CBS Het gemiddelde besteedbaar inkomen per huishouden was in 2010 in Enschede , terwijl het gemiddelde besteedbare inkomen in referentiegemeenten was. Het totale nadelige koopkrachteffect van Enschede ten opzichte van de rest van de Nederland is daarmee bijna op jaarbasis (6.000 * huishoudens). Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de lokale economie en de detailhandel als motor van de lokale werkgelegenheid. In Enschede is er sprake van een significant verband tussen de hoogte van het gemiddelde besteedbare inkomen en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 2). Hoog aantal laag opgeleiden in de beroepsbevolking Zoals uit onderstaande tabel blijkt, is het aantal laagopgeleiden in Enschede ten opzichte van de referentiegemeenten Arnhem, Nijmegen, Groningen en Tilburg fors te noemen. Arnhem Nijmegen Groningen Tilburg Enschede lager 22% 19% 17% 14% 13% 12% 25% 23% 25% 26% middelbaar 38% 36% 31% 29% 37% 34% 41% 40% 49% 42% hoger 41% 45% 52% 58% 51% 55% 34% 37% 26% 32% Tabel: Aandeel hoogopgeleiden in beroepsbevolking t.o.v. referentiegemeenten, Bron: Monitor Economische Ontwikkeling 2012, bron: I&O Research. Het percentage laag opgeleiden in 2012 ligt in Enschede 36,8% en 116% hoger dan in respectievelijk Arnhem en Groningen. De gemeente Enschede stelt dat er sprake is van een verband tussen het aantal laagopgeleiden en de hoogte van bijstandsuitgaven. Dit blijkt uit de vergelijking met de gegevens van voornoemde referentiegemeenten (verdeelstoornis 3). Laag aantal hoogopgeleiden in de beroepsbevolking Voor een stad met een omvang van inwoners (mei 2013, CBS) ligt het aantal hoogopgeleiden als percentage van de beroepsbevolking erg laag. Ondanks de aanwezigheid van de Universiteit Twente en de Saxion Hogeschool ligt het percentage hoger opgeleiden binnen de beroepsbevolking in Arnhem, Nijmegen en Groningen respectievelijk 40,6%, 81,5% en 71,8% hoger. De gemeente Enschede stelt dat sprake is van een statistisch significant verband tussen het laag aantal hoogopgeleiden in de beroepsbevolking en de werkelijke bijstandsuitgaven. Dit blijkt uit de vergelijking met de gegevens van de referentiegemeenten die in onderstaande tabel zijn opgenomen (verdeelstoornis 4). Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 19 van 91

21 Arnhem Nijmegen Groningen Tilburg Enschede lager 22% 19% 17% 14% 13% 12% 25% 23% 25% 26% middelbaar 38% 36% 31% 29% 37% 34% 41% 40% 49% 42% hoger 41% 45% 52% 58% 51% 55% 34% 37% 26% 32% Tabel: Aandeel hoogopgeleiden in beroepsbevolking t.o.v. referentiegemeenten, Bron: Monitor Economische Ontwikkeling 2012, bron: I&O Research. Veel laagopgeleide werkzoekenden In Enschede staan verhoudingsgewijs meer laagopgeleide mensen als werkzoekende (NWW ers) geregistreerd dan elders in Nederland. Gesteld wordt dat sprake is van een statistisch significant verband tussen het aantal laagopgeleide NWW ers en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 5). Aantal laag opgeleide werkzoekenden Aandeel op totaal aantal werkzoekenden Enschede ,3% Twente ,4% Nederland ,2% Tabel: Percentage laagopgeleide werkzoekenden, Bron: UWV Veel eenpersoonshuishoudens De gemeente Enschede kent een oververtegenwoordiging van eenpersoonshuishoudens. Uit het CBS-rapport Lage inkomens, kans op armoede en uitsluiting 2009, komt naar voren dat deze groep huishoudens een veel groter risico heeft op armoede of een laag inkomen dan samenwonenden/gehuwden. Het gaat dan met name om eenpersoonshuishoudens onder de 65 jaar. Deze groep heeft daardoor een grotere kans om aanspraak te moeten maken op een bijstandsuitkering. Nederland Overijssel Twente Enschede % 32% 33% 43% % 33% 33% 44% % 33% 33% 44% % 33% 33% 44% Tabel: aandeel eenpersoonshuishoudens, bron: CBS, In tegenstelling tot eenouderhuishoudens worden eenpersoonshuishoudens niet meegenomen in het verdeelmodel. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat eenpersoonshuishoudens veel vaker voorkomen in de gemeente Enschede in vergelijking met het landelijke en regionale percentage. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 20 van 91

22 Omdat eenpersoonshuishoudens een grotere kans op armoede hebben, ontstaan meer kosten voor bijstand in de gemeente Enschede. Het objectieve verdeelmodel houdt daar onvoldoende rekening mee. Het CBS rapport laat zien dat er een verband bestaat tussen het aantal eenpersoonshuishoudens en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 6). Een verhoudingsgewijs veel hoger aantal jongeren in praktijkonderwijs Leerlingen met een laag IQ, die niet in staat zijn om onderwijs te volgen op het niveau van het VMBO volgen praktijkonderwijs. Zij zijn na afronding van deze opleiding (zeer) laag opgeleid, waardoor hun kansen op een baan kleiner zijn dan voor mensen die een hoger opleidingsniveau hebben genoten. Als gevolg daarvan hebben leerlingen uit het praktijkonderwijs een hogere kans om aanspraak te moeten maken op een bijstandsuitkering. Bovendien zijn veel leerlingen op het praktijkonderwijs afkomstig uit sociaal zwakkere gezinnen, waarvan de ouders een laag inkomen (vaak een bijstandsuitkering hebben). Nederland Overijssel Twente Enschede ,9% 3,3% 3,6% 5,4% ,8% 3,2% 3,4% 4,9% ,8% 3,2% 3,4% 4,8% Arnhem Nijmegen Groningen Tilburg Enschede ,4% 3,0% 4,4% 2,4% 5,4% ,5% 3,0% 4,0% 2,2% 4,9% ,3% 2,9% 3,8% 2,2% 4,8% Tabel: Aantal leerlingen in het praktijkonderwijs naar woongemeente., % het totaal aantal leerlingen in bet voortgezet onderwijs, Bron: CBS. De gemeente Enschede kent een hoger percentage leerlingen in het praktijkonderwijs zowel in vergelijking met de landelijke beeld als met referentie gemeenten. Dit is te zien in de bovenstaande tabel. Doordat deze inwoners een kleinere kans hebben op het vinden van een baan en vaker afkomstig zijn uit sociaal zwakkere gezinnen, ontstaan hogere kosten van bijstand in de gemeente. Het objectieve verdeelmodel houdt hier geen rekening mee waardoor de gemeente Enschede een te laag budget krijgt toegekend. In Enschede is sprake van een statistisch significant verband tussen het aantal jongeren in het praktijkonderwijs en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 7). Een relatief ongezonde bevolking Een indicator voor de gezondheid van de bevolking is het percentage van de bevolking dat een AWBZ-indicatie heeft. Dit is voor Nederland en de gemeente Enschede in onderstaande tabel weergegeven. Hieruit blijkt dat in de gemeente Enschede een meer dan gemiddeld percentage mensen een AWBZ-indicatie heeft in vergelijking met het landelijk beeld. Vooral in de leeftijdsgroepen die grotendeels de potentiële beroepsbevolking vormen (18 t/m 64 jaar) ligt dit percentage aanmerkelijk hoger. Ook is over de afgelopen jaren een sterkere groei zichtbaar in de gemeente Enschede dan landelijk. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 21 van 91

23 AWBZ-indicaties Januari 2010 Januari 2011 Januari 2012 Nederland Enschede Nederland Enschede Nederland Enschede 0-11 jaar 1,2% 1,2% 1,1% 1,4% 1,0% 1,2% jaar 2,0% 2,7% 2,1% 2,8% 2,1% 2,8% jaar 2,1% 3,1% 2,3% 3,6% 2,5% 3,9% jaar 2,6% 4,2% 2,8% 4,7% 3,0% 5,1% jaar 5,3% 7,4% 5,3% 8,0% 5,3% 8,3% jaar 20,6% 24,6% 20,4% 25,5% 20,3% 25,2% 85 jaar en ouder 58,0% 60,5% 58,3% 63,4% 58,3% 63,6% Totaal 4,3% 5,4% 4,5% 5,9% 4,6% 6,2% Tabel: AWBZ indicaties naar leeftijd als percentage van de totale bevolking, bron: CIZ. Daarnaast blijkt uit cijfers van Regio Twente dat binnen de WWB en de AWBZ in de gemeente Enschede een overlap zit van ruim 16%, ten opzichte van 6% in de regio Twente als geheel. Tot slot wordt de slechtere gezondheid ook bevestigd door zorgverzekeraar Menzis. 4 De bovenstaande cijfers duiden er op dat in Enschede een grote groep mensen te kampen heeft met aanzienlijke gezondheidsproblemen. De gemeente Enschede stelt dat sprake is van een statistisch significant verband tussen deze problematiek en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 8). Veel hoger aantal arbeidsongeschikten Enschede heeft een erg hoog aantal arbeidsongeschikten. Dit hoge aantal arbeidsongeschikten is een direct gevolg van het textielverleden. Overleg tussen vakbeweging en werkgevers in de Stichting van de Arbeid heeft ertoe geleid dat een grote groep ex-textielarbeiders af kon vloeien richting de WAO. Tegelijkertijd is toen de sociale werkvoorziening Enschede van start gegaan met een taakstelling van ca SE. Desondanks was ook toen de werkloosheid relatief hoog. De compensatie heeft wel gewerkt, maar niet met de aantallen die gebruikelijk waren in andere delen van het land waar WAO en de sociale werkvoorziening de instroom in de bijstand wel een halt kon toeroepen. In Enschede heeft de instroom in de WAO een extra instroom in de bijstand niet kunnen voorkomen, zelfs niet door een groot aantal mensen in de SW te laten invloeien. Dit werkt tot op heden door in de cijfers. 4 Zie TC tubantia 13 maart 2013 Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 22 van 91

24 Jaar Nederland Twente Enschede ,91% 5,45% 5,90% ,84% 5,38% 6,31% ,80% 5,33% 6,25% ,74% 5,27% 6,21% Tabel: aantal arbeidsongeschikten als percentage totaal aantal inwoners, bron: CBS Uit bovenstaande tabel blijkt dat het aantal arbeidsongeschikten in Enschede in 2009 bijna 20% hoger is dan het landelijk gemiddelde. In het jaar 2012 is dit zelfs gestegen 31%. De gemeente Enschede stelt dat sprake is van een verband tussen het aantal arbeidsongeschikten in Enschede en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 9). Lage arbeidsparticipatie Enschede heeft een veel lagere arbeidsparticipatie dan de rest van Nederland. Dit geldt eveneens voor de netto arbeidsparticipatie van de Enschedese vrouwen. In 2011 lagen bruto en netto de arbeidsparticipatie in Enschede respectievelijk 13,7% en 15,7% lager dan in heel Nederland. De arbeidsparticipatie van vrouwen lag in 2011 ongeveer 6 procentpunt lager dan het landelijke cijfer. Bruto arbeidsparticipatie Netto arbeidsparticipatie Netto arbeidsparticipatie vrouwen Enschede 62,0% 56,6% 54,5% Twente (CR) 69,1% 64,4% 59,0% Overijssel 71,0% 66,5% 59,5% Nederland 71,8% 67,2% 60,6% Tabel: Participatiegraad, bron: CBS De gemeente Enschede stelt dat sprake is van een verband tussen lage bruto arbeidsparticipatie en de werkelijk bijstandsuitgaven in Enschede (verdeelstoornis 10). Hetzelfde wordt gesteld ten aanzien van de netto arbeidsparticipatie en de netto arbeidsparticipatie van vrouwen en de werkelijke bijstandsuitgaven in Enschede (verdeelstoornissen 11 en 12) Ontbreken historische kern en ontwikkeling woningbestand Naast het textielverleden van de gemeente Enschede is er een tweede factor te benoemen die tot op heden nog doorwerkt in de Enschedese samenleving. Het betreft de stadsbrand van Door het uitbreken van de grote brand in 1862 werd namelijk een groot deel van Enschede in de as gelegd. De hele historische binnenstad binnen de grachten werd verwoest. Het stadhuis, het ziekenhuis, de Hervormde en de Rooms-katholieke kerk en fabrieken gingen verloren. Deze brand heeft grote gevolgen gehad voor de stad die tot op heden nog hun sporen nalaten. Deze consequenties zijn hieronder benoemd, toegelicht en voorzien van statistieken. die door de Inspectie SZW kunnen worden gebruikt voor de vaststelling van de verdeelstoornissen: Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 23 van 91

25 - Enschede ontbeert een historische binnenstad; - Na de brand verrezen er overal fabrieken; Er ontstonden grote eentonige wijken met goedkope woningen. Ontbreken historische binnenstad De aanwezigheid van een historische binnenstad draagt bij aan veel werkgelegenheid. Het trekt toeristen aan en het maakt het wonen in de stad aantrekkelijker. Door de grote brand ontbeert Enschede deze historische binnenstad. Hierdoor komen er verhoudingsgewijs minder toeristen naar Enschede dan naar vergelijkbare steden met een historische kern. In vergelijking met vergelijkbare steden met een historische kern wordt Enschede als minder aantrekkelijke woonstad ervaren, waardoor juist hoger opgeleiden zich minder makkelijk vestigen in Enschede. Dit heeft vervolgens weer gevolgen voor de koopkrachtontwikkeling. Dit blijkt ook uit het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner en de ontwikkeling daarvan (zie onderstaande tabellen) Deze blijft dan ook ver achter in vergelijking met referentiegemeenten met een historische binnenstad. Er is sprake van een statistisch significant verband tussen het ontbreken van een historische binnenstad in Enschede en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 13). 16 gemiddeld besteedbaar inkomen Enschede Nederland Twente universiteitssteden referentiegemeenten grenssteden Figuur: Gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner (2011, x 1.000), bron: Atlas voor Gemeenten. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 24 van 91

26 3,0 ontwikkeling gemiddeld besteedbaar inkomen 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Enschede Twente universiteitssteden referentiegemeenten grenssteden Nederland Figuur: Ontwikkeling gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner ( , x 1.000), bron: Atlas voor Gemeenten. Ontwikkeling woningbestand Enschede ontwikkelde zich al voor de stadsbrand tot een belangrijke speler in de textielindustrie. Na de brand kwam dit in een stroomversnelling terecht en werd snel een begin gemaakt met de wederopbouw. Er was voldoende ruimte waardoor al snel overal fabrieken in Enschede verrezen. Dit leidde tot een grotere groei van de textielindustrie en een grote aantrekkingskracht op mensen uit de omgeving, maar ook uit verder gelegen landsdelen zoals Drenthe en Friesland. Al snel waren er te weinig goedkope woningen. Bij de fabrieken buiten de grachten, die gespaard waren gebleven, werden complete wijken uit de grond gestampt van kleine arbeiderswoningen. Zo ontstonden al snel krottenwijken als Sebastopol en De Krim. Vanaf dat moment neemt het aantal goedkope woningen in Enschede toe. Tot aan de dag van vandaag is het percentage goedkope woningen in Enschede substantieel. In het objectieve verdeelmodel wordt het percentage huurwoningen als verdeelmaatstaf meegenomen. Het gaat hierbij om huurwoningen in zijn algemeenheid. De maatstaf omvat naast sociale huurwoningen, ook huurwoningen in de zogenaamde vrije sector, woningen waarvoor vanwege de hoogte van de huur geen huurtoeslag kan worden verkregen, omdat de huur die grens daarvoor te boven gaat. Het aandeel huurwoningen in de sociale sector geeft dan ook een beter beeld van de situatie. Daarnaast wordt met het alleen meenemen van het aandeel huurwoningen voorbij gegaan aan het feit dat er gebieden zijn, waar koopwoningen goedkoop zijn en dus vaker bewoond kunnen worden door mensen met een laag inkomen. Er is sprake van een statistisch significant verband tussen het aandeel sociale huurwoningen als percentage van het totaal aantal huurwoningen in Enschede en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 14). Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 25 van 91

27 % huurwoningen % sociale huurwoningen Aandeel sociale huurwoningen op totaal huurwoningen Gemiddelde woningprijs ( ) Enschede 48% 39% 81% Referentiegemeenten 52% 37% 71% Twente (CR) 40% 30% 75% Overijssel 40% 29% 73% Nederland 43% 31% 71% Tabel: huurwoningen en gemiddelde woningwaarde, bron: CBS Verder blijkt dat de gemiddelde woningwaarde in de gemeente Enschede fors lager ligt dan gemiddeld in Nederland. Als gevolg daarvan geeft de maatstaf huurwoningen in het verdeelmodel geen goede weergave van de daadwerkelijke kosten van bijstand in de gemeente Enschede. Zeker omdat ruim een kwart van de huishoudens onder BBSH-norm 5 in de gemeente Enschede in een koopwoning blijkt te wonen. In onderstaande tabel is aanvullend in beeld gebracht hoe de gemiddelde woningwaarde in Enschede en Twente zich verhouden tot de gemiddelde woningwaarde in Nederland Nederland Twente (CR) 88,80 88,84 89,03 Enschede 73,44 73,14 72,57 Tabel: Gemiddelde woningwaarde Enschede en Twente als percentage van gemiddelde Nederlandse woningwaarde, bron: CBS De gemeente Enschede stelt dat de gemiddelde woningprijs in Enschede zodanig veel lager is dat ook hier sprake moet zijn van een statistisch significant verband (verdeelstoornis 15). Achterstandsbuurten Enschede kent volgens Nivel 6 een flink aantal achterstandsbuurten. Dit hangt ongetwijfeld samen met het feit dat Enschede van vroeger uit al veel goedkope kleine stenen arbeiderswoningen heeft, die grote aantrekkingskracht hebben op minder draagkrachtigen. De achterstandsbuurten worden gekenmerkt door een hoog percentage niet-actieven, lage inkomens en niet-westerse allochtonen. Ten opzichte van 2003 is het aantal mensen dat in Enschede in achterstandsbuurten woont met meer dan 50% gegroeid. Dit is aanzienlijk veel hoger dan de landelijke trend. Daar waar landelijk gezien het aantal mensen in achterstandsbuurten met 0,01% licht is gekrompen. De gemeente Enschede is van mening dat er een verband is tussen het aantal mensen dat in Enschede in achterstandsbuurten leeft en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 16). 5 Besluit Beheer Sociale Huursector. 6 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 26 van 91

28 Enschede (=100) (118,7) (151,7) Nederland (=100) (99,4) (99,9) Tabel: ontwikkeling aantal inwoners in achterstandsbuurten, bron: Nivel De ligging van Enschede Naast het textielverleden en de grote brand in 1862 heeft Enschede te maken met nog een factor die van invloed is op de bijstandsuitgaven. Het betreft de geografische ligging van de gemeente Enschede. Enschede ligt zodanig dat grotere doorgaande wegen en treinverbindingen ontbreken. Het spoor en het kanaal zijn beide eindpunten. Hierdoor vestigen bedrijven zich minder makkelijk in Enschede. Bedrijven die naar Twente verhuizen, vestigen zich vooral langs de A1 en de spoorlijn naar Duitsland. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de gemeente Enschede voor een groot deel van haar grondgebied aan Duitsland grenst. Om precies te zijn aan Kreis Borken in de deelstaat Nordrhein-Westfalen. De economische activiteiten van deze deelstaat vinden vooral plaats rondom de steden in het Ruhrgebied en de agglomeraties Düsseldorf en Keulen. Het directe grensgebied met Enschede biedt niet veel werkgelegenheid. Als gevolg daarvan is er een sterke inkomende pendel van mensen die in Duitsland wonen, maar in Nederland werken en gebruik maken van de Enschedese voorzieningen. Als directe grensgemeente voelt Enschede deze invloeden sterk. Daarnaast heeft Onderzoek van Euregio aangetoond dat het contingent emigranten uit Twente naar Duitsland alleen al inwoners betreft, die vanwege de huizenmarkt naar Duitsland zijn verhuisd maar voor hun inkomen en werk op Enschede e.o. zijn aangewezen. Deze gegevens zijn op geen enkele wijze verwerkt in en gelinkt aan de COROP-maatstaven. Door hiermee geen rekening te houden leidt dit tot een overschatting van de kansen op de arbeidsmarkt voor de in Enschede wonende beroepsbevolking. In de onderstaande tabellen blijkt dat voor de gehele beroepsbevolking de bereikbaarheid van banen lager is dan in vergelijkbare gemeenten, Twente en Nederland. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 27 van 91

29 300 Bereikbaarheid van banen (laagopgeleiden) Enschede Twente universiteitssteden referentiegemeenten grenssteden Nederland Figuur: Bereikbaarheid van banen (laagopgeleiden), bron: Atlas voor Gemeenten Bereikbaarheid van banen (middenopgeleiden) Enschede Twente universiteitssteden referentiegemeenten grenssteden Nederland Figuur: Bereikbaarheid van banen (middenopgeleiden), bron: Atlas voor Gemeenten. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 28 van 91

30 Bereikbaarheid van banen (hoogopgeleiden) Enschede Twente universiteitssteden referentiegemeenten grenssteden Nederland Figuur: Bereikbaarheid van banen (hoogopgeleiden), bron: Atlas voor Gemeenten. De gemeente Enschede stelt dat sprake is van een statistisch significant verband tussen de hoge inkomende pendel Duitsland-Enschede en de werkelijk bijstandsuitgaven in Enschede (verdeelstoornis 17). Hetzelfde geldt voor het saldo van de inkomende en uitgaande pendel Duitsland-Enschede. Verder is sprake van een statistisch significant verband tussen het aantal banen binnen acceptabele reisafstand (verdeelstoornis 18), maar ook van een statistisch significant verband tussen het aantal banen binnen acceptabele reisduur en de werkelijke bijstandsuitgaven in de gemeente Enschede (verdeelstoornis 19). Het statistische verband is groter tussen het aantal laagopgeleide banen binnen acceptabele reisafstand en de werkelijke bijstandsuitgaven, en groter tussen het aantal laagopgeleide banen binnen acceptabele reisduur en de werkelijke bijstandsuitgaven in Enschede (verdeelstoornissen 20 en 21) Positie van Enschede in COROP Twente In het verdeelmodel wordt gebruik gemaakt van vier verdeelmaatstaven die allemaal op COROPniveau worden gemeten. Het gaat om werkzame beroepsbevolking (als % van totale beroepsbevolking), banen handel en horeca (als % van banen), procentuele banengroei en aantal banen per hoofd van de beroepsbevolking. Deze verdeelmaatstaven sluiten helemaal niet aan op de sociaal economische werkelijkheid van de gemeente Enschede. Dat dit het geval is, blijkt bijvoorbeeld alleen al uit het percentage NWW ers op Enschede-niveau, regiogemeenten-niveau en op COROP-niveau. Dit is zichtbaar gemaakt in onderstaand grafiek. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 29 van 91

31 16,00% 14,00% NWW% COROP Twente & Enschede 16,40% 14,90% 14,20% 13,70% 12,00% 10,00% 8,00% 6,00% 8,10% 7,90% 6,20% 6,00% 9,10% 7,20% 9,90% 7,80% 4,00% COROP COROP (excl. Enschede) Gemeente Enschede Grafiek: Ontwikkeling NWW ers in Enschede, COROP en COROP exclusief Enschede, bron: UWV. Uit de grafiek blijkt dat het percentage NWW ers in Enschede op dit moment twee keer zo hoog is dan in de regiogemeenten. Als de score op percentage NWW ers in COROP-gebied Twente een verdeelmaatstaf zou zijn in het objectief verdeelmodel, ontstaat een volledig verkeerd beeld van Enschede. Dit is een niet te missen indicatie dat de verdeelmaatstaven voor de gemeente Enschede volledig verkeerd uitpakken. Dit wordt ook nog eens bevestigd als de gebruikte verdeelmaatstaven aan een nader onderzoek worden onderworpen. De resultaten zijn hieronder beschreven. De gemeente Enschede stelt dat er voor de periode sprake is van een statistisch significant verband tussen het percentage NWW ers en de werkelijke bijstandsuitgaven (verdeelstoornis 22). COROP-verdeelmaatstaf: Werkzame beroepsbevolking Dit is de verdeelmaatstaf die het meest zwaar weegt in het objectief verdeelmodel. Enschede scoort al jaren aanzienlijk slechter dan het COROP-gebied Twente. Dit is in onderstaande tabel weergegeven: Nederland 95,20% 94,55% 94,64% 93,58% Twente (CR) 94,33% 94,29% 94,68% 93,19% Enschede 91,43% 92,54% 92,75% 92,42% Tabel: werkzame beroepsbevolking Enschede afgezet tegen COROP Twente en Nederland, bron; CBS In bovenstaande tabel valt op dat Enschede 0,77 procentpunt lager scoort dan het percentage dat voor de gehele COROP Twente van toepassing is. In de voorlopige beschikking van 2012 is op pagina 7 voor de verdeelmaatstaf Werkzame beroepsbevolking gerekend met een negatieve bijstelling voor het Enschedese BUIG-budget van op basis van het feit dat 94,99% van Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 30 van 91

32 de beroepsbevolking in Twente werk zou hebben. In Enschede lag het percentage begin 2011 ongeveer 1,93 procentpunt lager. Stel dat met het Enschedese cijfer zou zijn gewerkt, dan valt deze neerwaartse bijstelling ongeveer 2,03% hoger uit. Deze bijstelling zou mogelijk een forse ophoging van het BUIG-budget voor Enschede kunnen betekenen. Enschede stelt dan ook dat sprake is van een statistisch significant verband tussen de hoogte van de Enschedese werkzame beroepsbevolking en de werkelijke bijstandsuitgaven in Enschede (verdeelstoornis 23). COROP-verdeelmaatstaf: Banen in horeca als % van de beroepsbevolking Een andere COROP-verdeelmaatstaaf die niet aansluit op de sociaal economische werkelijkheid van de gemeente Enschede is: Banen handel en horeca als percentage van de beroepsbevolking. Enschede wordt ook door deze verdeelmaatstaf onevenredig benadeeld. Dit blijkt uit onderstaande tabel: Banen Handel en Horeca 2011 Enschede 17,4% Corop exclusief Enschede 22,4% Corop Twente 21,0% Nederland 20,8% Tabel: Percentage werkzame beroepsbevolking, bron: CBS Het blijkt dat Enschede op Banen handel en horeca 22% lager scoort dan het percentage van het Corop exclusief Enschede. Dit is enorm te noemen. Consequentie is dat Enschede hierdoor veel minder BUIG-budget krijgt dan eigenlijk zou moeten. Enschede stelt dat sprake is van een statistisch significant verband tussen het aantal Banen Handel en Horeca in de gemeente Enschede als percentage van de beroepsbevolking en de werkelijke bijstandsuitgaven in Enschede (verdeelstoornis 24). 2.4 Niet-lineaire verbanden Naast het feit dat bepaalde factoren in het model ontbreken en onvoldoende tot uitdrukking komen, treden verdeelstoornissen op als gevolg van niet-lineaire verbanden. Het objectieve verdeelmodel is gebaseerd op lineaire verbanden. Daarmee wordt verondersteld dat een verhoging van een variabele (maatstaf in dit geval) altijd leidt tot gelijkmatig in dezelfde richting toenemende veronderstelde uitgaven. Bijvoorbeeld een stijging van het percentage lage inkomens met 1% zorgt in 2012 voor een stijging van het objectieve budget per huishouden met 28,85. Het is echter goed mogelijk dat een stijging van 5% naar 6% lage inkomens een ander effect heeft op de daadwerkelijke kosten van bijstand dan een stijging van 30% naar 31%. Dat betekent dat het verband tussen een score op een verdeelmaatstaf en het effect op de daadwerkelijke kosten van bijstand niet lineair is. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 31 van 91

33 Uit onderzoek van Bosselaar et al (2010) komt naar voren dat de dynamiek van multiproblematiek kan zorgen voor een situatie waarin het lastig is om een bepaalde maatstaf te hanteren voor het bepalen van de sociale kostenstructuur. Zo lopen sommige bevolkingsgroepen, zoals bijvoorbeeld jongeren die over het algemeen een lage financiële buffer hebben, een groter risico op financiële consequenties bij het ontbreken van betaalde arbeid. Dit kan nog eens worden versterkt door psychosociale (gedrags)problematiek als gevolg van bijvoorbeeld sociale uitsluiting of het ontbreken van taalvaardigheid. Hierdoor kunnen de bijstandsuitgaven veel sterker oplopen dan op basis van het objectieve verdeelmodel is te verwachten. In dat geval is er dus sprake van willekeur, maar ook afhankelijkheid van onderliggende versterkende factoren. Daardoor kunnen kosten exponentieel stijgen en kan een vertekend beeld ontstaan van het veronderstelde lineaire verband. Gemiddelde gemeente als norm In het huidige verdeelmodel geldt de gemiddelde gemeente als norm 7. Voor een gemiddelde gemeente moet het model een juiste voorspelling geven van de kosten van bijstand. De werking van de lineaire verbanden en het feit dat de gemiddelde gemeente als uitgangspunt wordt genomen, betekent dat hierin een grond voor verdeelstoornissen is gelegen. Op het moment dat de scores op maatstaven sterk en veelvuldig afwijken van de Nederlandse gemiddelden is er een grote kans op de aanwezigheid van verdeelstoornissen als gevolg van niet-lineaire verbanden. Ook de ontwikkelaar van het verdeelmodel heeft in onderzoeken naar andere MAU-aanvragen aangegeven, dat de lineaire werking van het model bij grotere afwijkingen van het gemiddelde niet opgaat 8. Enschede In de voorgaande paragrafen hebben we laten zien dat er in de gemeente Enschede een veelvoud aan factoren aanwezig is die voor bijstandsuitgaven zorgen welke niet in het objectieve verdeelmodel worden gecompenseerd en waarop de gemeente Enschede geen directe invloed kan uitoefenen. Bovendien hangen deze factoren met elkaar samen en is dus sprake van multiproblematiek. Uit het onderzoek van Bosselaar is gebleken, dat multiproblematiek niet met lineaire verbanden gemeten kan worden. Daardoor kan het objectieve verdeelmodel dus geen goede voorspelling van de kosten van bijstand in Enschede geven. Gebruik lineaire verbanden betekent lager budget De uitzonderlijke sociaal economische situatie van de gemeente Enschede is een cumulatie van vele factoren die zeer specifiek voor de gemeente Enschede zijn. Deze situatie leidt tot extra bijstandsuitgaven die niet direct of indirect beïnvloedbaar zijn via beleid en uitvoering. Specifiek geldt voor de gemeente Enschede dat alle aangedragen factoren (MAU-aanvraag 2009, verkorte MAU-aanvraag 2013 en factoren aangedragen via onderhavig document) niet separaat kunnen worden getoetst, omdat alle losse (statistische) factoren elkaar wat betreft invloed op de bijstandsuitgaven in de werkelijkheid bovenmaats versterken. Enschede stelt dat sprake is van een 7 Brief van de Staatssecretaris SZW aan de Tweede Kamer, Afgeronde onderzoeken en actualiteiten m.b.t. financiering WWB, 2 november Bron: APE, MAU eindrapport verdeelstoornis o.a. gemeente Lochem, Almelo, Deurne Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 32 van 91

34 zeer sterk niet-lineair statistisch significant verband (multiplier-effect) tussen alle voornoemde statistische factoren die uitdrukking geven aan de complexe sociaal economische problematiek en de werkelijke bijstandsuitgaven. Het gaat om een zeer lokaal verband dat alleen in Enschede doorwerkt (verdeelstoornis 25). De huidige wijze van lineaire berekening van de verdeelstoornissen en het effect op het feitelijk tekort doet de complexe en slechte sociaal economische situatie van de gemeente Enschede volledig onrecht aan. 2.5 Conclusie In dit hoofdstuk is gekeken naar factoren in de gemeente Enschede die zorgen voor hogere kosten van bijstand, dan waar het objectieve verdeelmodel rekening mee houdt. Voor de gemeente Enschede geldt dat er in het bijzonder drie factoren zijn die effect en doorwerking hebben op de sociaal economische situatie van de gemeente Enschede. Het betreffen: 1. textielverleden van Enschede; 2. ontbreken historische kern en ontwikkeling woningbestand; 3. geografische ligging van de gemeente Enschede. Ook de ligging van Enschede in de Corop Twente kan worden aangemerkt als een factor die effect en doorwerking heeft op de vastgestelde objectieve bijstandsuitgaven via het objectief verdeelmodel. In totaal zijn 25 aanvullende verdeelstoornissen in paragraaf 2,2, 2.3 en 2.4 benoemd (naast de eerder aangedragen factoren via MAU-aanvraag 2009 en verkorte MAU-aanvraag 2013). Enschede stelt dat sprake is van een zeer sterke niet-lineair statistisch significant verband tussen enerzijds alle voornoemde statistische factoren die uitdrukking geven aan de complexe sociaal economische problematiek van de gemeente Enschede. Anderzijds de werkelijke bijstandsuitgaven van de gemeente Enschede. Het gaat om een zeer lokaal statistisch significant verband. Het objectieve verdeelmodel geeft voor de gemeente Enschede geen goede voorspelling geeft van de objectief vastgestelde kosten van bijstand. Op basis van het voorgaande concluderen wij dat het effect van de verdeelstoornissen aanzienlijk groter is dan de Inspectie SZW stelt (zie paragraaf 1.4). Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 33 van 91

35 3. Beleid en uitvoering 3.1 Inleiding Zoals eerder vermeld, ziet de gemeente Enschede zich al vanaf 2005 geconfronteerd met tekorten op het Inkomensdeel/BUIG. Onderhavig hoofdstuk geeft inzicht in het door de gemeente Enschede actief gevoerde beleid om de tekorten op de BUIG terug te dringen. Hieruit blijkt dat sprake is van goed beleid en dat de gemeente Enschede zeer aanzienlijke inspanningen levert om mensen weer aan het werk te krijgen en daarmee de tekorten tot een minimum te beperken. In paragraaf 3.2 wordt gestart met een toelichting op het beleid Werkgever op kop. In paragraaf 3.3 wordt vervolgens stilgestaan bij het Enschedese handhavings- en sanctioneringsbeleid. In de daaropvolgende paragrafen staan achtereenvolgens het terugvorderings- en verhaalbeleid en de bijdrage van de aanpalende beleidsterreinen aan de tekortreductie op de BUIG centraal. 3.2 Werkgever op kop Uitgangspunten Werkgever op kop In december 2010 heeft de gemeente Enschede besloten om een vernieuwende arbeidsmarktaanpak te introduceren. Dit heeft zij gedaan door de nota De werkgever op kop vast te stellen. Het volgende kader vormt de basis van de nieuwe Enschedese arbeidsmarktaanpak (verder: EAA): De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat centraal en het accent ligt op werk boven inkomen. De dienstverlening staat door de financiële situatie onder druk. Kosten zullen moeten worden gereduceerd. Van belang is de kanteling naar de vraagkant in een vernieuwende arbeidsmarktaanpak. Doorstroom naar regulier werk staat, ook voor groepen met een grotere afstand, centraal in de vorm van loonkostendispensatie en opbouw van een cv bij een werkgever. Dit vanuit de vraag: wat betekent dit voor de dienstverlening en met name de benadering van werkgevers? De nieuwe aanpak is samen te vatten in drie uitgangspunten, te weten: 1. Focus op economie en werk. 2. De werkgever op kop, waarbij het Werkplein (aangevuld met delen van de DCW) fungeert als verlengstuk van de HR-afdelingen van de werkgevers. 3. Aandacht voor participatie en handhaving intensiveren. Doel van de EAA is: werk te realiseren door (nieuwe) banen te creëren en werkgevers daarbij te ondersteunen. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 34 van 91

36 - Focus op economie en werk Verondersteld wordt dat de focus op de economie, c.q. de actieve ondersteuning van werkgevers, de werkgelegenheid zal bevorderen en uiteindelijk zal leiden tot plaatsingen van mensen met een (gemeentelijke) uitkering. - De werkgever op kop De werkgever staat centraal in onze arbeidsmarktaanpak. De behoeften en vraag van werkgevers zijn het uitgangspunt. Werkzoekenden worden op basis van loonwaarde direct bij de werkgever geplaatst. Aanvullend biedt de gemeente de werkgever een actieve ondersteuning via begeleiding en HR-diensten. - Aandacht voor participatie intensiveren Als mensen een trede op de participatieladder kunnen stijgen, wordt dit gerealiseerd. Concreet Hieronder is de kern van de EAA van de gemeente Enschede weer te geven: Schema: Overzicht EAA, bron: gemeente Enschede. Werkzoekenden werden in het verleden veelal geplaatst op een re-integratietraject dat zou moeten leiden tot een plaatsing bij een werkgever. De werkgever kwam als sluitstuk van het reintegratietraject in beeld. In de nieuwe aanpak van de gemeente Enschede vormt de werkgever zowel het reintegratiemiddel, het einddoel, maar ook de partij die ondersteuning via de re-integratieinspanningen krijgt. De werkgever staat daarmee vanaf de start centraal. De contacten met werkgevers worden gelegd door de adviseurs werk en worden door hen intensief onderhouden. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 35 van 91

37 De adviseurs werk zijn verantwoordelijk voor het adequaat en pro-actief inspelen op behoeften en vraag op het vlak van personeelsbeleid van werkgevers. De adviseurs werk proberen de werkgevers capaciteits- en HR-oplossingen aan te reiken vanuit het arbeidspotentieel en vanuit de beschikbare middelen van de gemeente. Op basis van cliëntprofielen en behoeften/wensen van de werkgever wordt vervolgens een match gemaakt. De cliënt volgt vervolgens een re-integratietraject bij de werkgever al dan niet aangevuld met begeleiding en aanbodversterking vanuit de gemeente Enschede. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de werkgever optimale toegevoegde waarde ervaart. Werkgevers worden ondersteund en zij kunnen kennismaken met cliënten. De laatst genoemde bouwen tegelijkertijd aan werkervaring, arbeidsritme en CV. Hiertoe zijn convenanten afgesloten met bijvoorbeeld bedrijven als Visschedijk, Huiskes-Kokkeler en Connexion Strategische doelen collegeperiode9 Binnen de EAA worden vier strategische doelen onderscheiden 10, te weten: werken, leren, meedoen en jongeren. Hieronder worden deze kort en bondig beschreven: Werken De totale doelgroep van dit strategische doel bestaat uit 1200 mensen die op trede 4 en 5 van de participatieladder staan. De ambitie is om 1000 mensen rechtstreeks te re-integreren bij werkgevers. Van deze groep worden 500 mensen geplaatst in regulier bestaande vacatureruimte. Deze 500 mensen maken de stap van trede 5 naar trede 6 van de participatieladder. Voor de andere 500 mensen wordt ruimte bij werkgevers vrijgemaakt om hen bij werkgevers betaald werk uit te laten voeren aangevuld met ondersteuning. Deze 500 mensen maken de stap van trede 4 naar trede 5 van de participatieladder. Leren Dit strategische doel is gericht op mensen met een gemeentelijke uitkering met de meeste doorgroeimogelijkheden binnen trede 3 van de participatieladder. Het gaat om ongeveer 1300 mensen. Deze groep wordt op scholingstrajecten geplaatst of ontvangen ondersteunende activiteiten. In die gevallen waar het scholing in deeltijd betreft zal via de Klimopbanen werkervaring worden opgedaan. Van deze doelgroep dienen 750 mensen zich te kwalificeren tot een niveau waarop de kans op (regulier) werk substantieel is vergroot. Meedoen De doelgroep bestaat uit 2800 mensen die zich op trede 1 en 2 bevinden. De resterende groep die zich op trede 3 bevindt behoort hier ook toe. De ambitie is om 1400 mensen te activeren en hen een trede te laten stijgen op de participatieladder. Dit gebeurt door middel van een Klimopbaan en/of andere activiteiten gericht op activeren en laten participeren van mensen. 9 Uit: De werkgever op kop, met vertrouwen aan het werk met de vernieuwende aanpak in Enschede, 1 december 2010 en Uitvoeringsprogramma arbeidsmarktaanpak Uit: De werkgever op kop, met vertrouwen aan het werk met de vernieuwende aanpak in Enschede, 1 december Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 36 van 91

38 Jongeren De doelgroep bestaat uit 750 jongeren. Deze 750 jongeren maken deel uit van de doelgroepen van de overige strategische doelgroep. Voor deze groep is een specifieke aanpak in het leven geroepen. Doel is om de volledige doelgroep van 750 jongeren toe te leiden naar de meest kansrijke sectoren van de arbeidsmarkt. Resultaten In de nota Werkgever op kop zijn concrete resultaten benoemd. In onderstaande tabel zijn deze weergegeven: Nr. Strategisch doel Omvang doelgroep Beoogde resultaten 1. Werken Leren Meedoen mensen duurzame uitstroom werk (trede 6) 500 mensen naar werk met ondersteuning (trede 5) mensen op (duaal) scholingstraject 750 mensen kwalificeren zich mensen worden geactiveerd en stijgen een trede op de participatieladder 4. Jongeren jongeren toeleiden naar meest kansrijke sectoren Overzicht beleidsdoelen/-resultaten EAA, bron: Gemeente Enschede Uitvoeringsprogramma 2011, 2012 en 2013 De gemeente Enschede stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma met betrekking tot het in te zetten arbeidsmarktinstrumentarium vast. Eind 2010 is het beleid Werkgever op kop ingezet. Tot dat moment werd nog gewerkt met WWB-instrumentarium dat zijn oorsprong vond in het oude beleid van de gemeente Enschede. Via de uitvoeringsprogramma s is het oude WWB-instrumentarium de afgelopen jaren steeds meer gebundeld en in lijn gebracht met het vigerende beleid Werkgever op kop. Het instrumentarium is gekoppeld aan de geformuleerde strategische doelen Werken, Leren en Meedoen. Om uitvoering te geven aan het beleid Werkgever op kop is de rol van de gemeente Enschede de laatste jaren sterk veranderd. In het verleden vervulden de re-integratiebedrijven een cruciale rol in het WWB-beleid. Binnen Werkgever op kop is het de bedoeling dat de gemeente zelf gesprekspartner is van de werkgevers. Dit streven heeft ertoe geleid dat vanaf 2011, daar waar mogelijk, afscheid is genomen van de re-integratiebedrijven en dat de gemeente Enschede zoveel mogelijk zelf aan tafel bij zit werkgevers (via accountmanagers en adviseurs werk). Inmiddels wordt bijna de gehele re-integratie in eigen beheer uitgevoerd. Dit alles met als doel strakker te kunnen sturen op resultaten, zonder tussenkomst van derden. Vanaf 2012 is een nieuwe component toegevoegd aan het WWB-instrumentarium, te weten: de loonwaarde. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 37 van 91

39 Vanaf 2012 vormt de loonwaarde van bijstandsgerechtigden een cruciaal onderdeel van de instrumenten. Het gebruik van de loonwaarde vloeit voort uit de succesvolle ervaringen die zijn opgedaan in de pilot Loondispensatie. De ervaringen van de pilot hebben ertoe geleid dat de duur van de zogenaamde klimopbanen, een belangrijk instrument om werkzoekenden arbeidsfit te maken, steeds verder verkort is (van max. 4 naar max. 1 jaar). Er wordt gestuurd op een zo kort mogelijke duur van klimopbanen om de loonwaarde van werkzoekenden zo snel mogelijk te verzilveren via het werken met loondispensatie. Deze ontwikkeling sluit goed aan op de komst van de nieuwe Participatiewet. Instroombeperking De gemeente Enschede maakt op dit moment gebruik van drie instrumenten om de instroom te beperken, te weten: het PIN-project, de poortwachtersfunctie en de alimentatie-eis-verplichting. De instrumenten zijn in bijlage 3 separaat benoemd en toegelicht. Uitstroombevordering In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de ontwikkeling van het WWB-instrumentarium dat is gericht op uitstroombevordering de afgelopen jaren, hoe deze zich verhouden tot de strategische doelen en voor welke doelgroepen deze bedoeld zijn. Ontheffingen Om de re-integratie-inspanningen in perspectief te kunnen plaatsen, is het van belang dat wordt gekeken welk deel van het uitkeringenbestand überhaupt in staat is om werkzaamheden te verrichten. Mensen die daartoe niet in staat zijn, kunnen een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht krijgen. Het gaat dan om situaties die belemmerend zijn voor een eventuele arbeidsinschakeling (ernstige schulden, psychische problemen, verslaving), maar ook om situaties waarin sprake is van mantelzorg of de zorg voor een kind jonger dan vijf jaren. 25,0% 20,0% Ontheffingen WWB-bestand 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% Grafiek: ontheffingen WWB-bestand, bron: Gemeente Enschede. Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, is slechts 20% van het bestand van de gemeente Enschede ontheven van de arbeidsplicht. Uit onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat het landelijk gemiddelde aanzienlijk hoger ligt, namelijk op 27%. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 38 van 91

40 3.2.4 Continu vernieuwen als uitgangspunt De gemeente Enschede is continu op zoek naar nieuwe vormen om mensen te ondersteunen bij het vinden van werk. Dit betekent dat Enschede zoveel mogelijk participeert in landelijke pilots en zelf ook nieuwe werkwijzen en methodieken ontwikkeld. Hieronder is een greep van vier meer bekende vernieuwende projecten/aanpakken benoemd en voorzien van toelichting. PS:Doen Pathmos Stevenfenne: Doen heeft als doel het verhogen van de participatiegraad in Pathmos en Stevenfenne, bij zowel kinderen als volwassenen. Om dit doel te realiseren wordt gewerkt met een op maat gesneden aanpak. Hierbij worden expertise en inzichten vanuit de arbeidsmarkt, scholing, economie en zorg bij elkaar gebracht. Dit betekent dat er toeleiding naar zorg, werk, vrijwilligerswerk wordt gerealiseerd op het moment dat het bijdraagt aan de participatie van mensen. Pathmos Stevenfenne: Doen (ps:doen) is daarmee een proeftuin waar op een ondernemende, vernieuwende wijze resultaatgericht in samenwerking met de partners wordt gewerkt Stijging van bewoners op de participatieladder wordt binnen ps:doen gemeten aan de hand van de ps:doen-index. (Zie onder) Figuur: ps:doen-index, bron: Gemeente Enschede. Pilot Loondispensatie De gemeente Enschede is een van de 32 gemeenten die deelnemen aan de pilot loondispensatie. Binnen de pilot hebben we de aansluiting gezocht met de Enschedese Arbeidsmarktaanpak. Binnen die aanpak heeft een verschuiving plaatsgevonden van de focus op de werkzoekende naar de focus op de werkgever. Een belangrijk uitgangspunt hierin is dat wordt uitgegaan van de toegevoegde waarde die een werkzoekende kan leveren in plaats van uit te gaan van de belemmeringen. Uit de landelijke evaluatie van Panteia is gebleken dat Enschede daarmee een aanpak heeft die tot goede resultaten leidt. Inmiddels is de pilot door het minsterie van SZW afgerond maar loopt de Tijdelijke Wet Loondispensatie door tot het moment van invoeren van de Participatiewet. Enschede heeft inmiddels 199 mensen geplaatst in het kader van loondispensatie. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 39 van 91

41 Wijkteams / wijkcoaches Enschede is één van de eerste gemeenten in Nederland waar integraal werkende sociale wijkteams zijn opgericht. Zoals in de nota frontlijnsturing (oktober 2011; januari 2012), de later volgende visie meedoen naar vermogen (april 2012) en kadernotitie integrale dienstverlening (juli 2013) staat beschreven, gaat het hier om een integrale aanpak van meervoudige problematiek bij personen of gezinnen. Deze aanpak met wijkcoaches heeft als prioriteit werk en activering. Mede vanuit de grondgedachte dat het hebben van werk leidt tot grotere zelfredzaamheid, gezondheid en beter sociaal functioneren. De wijkcoaches hebben mandaat (=zwaarwegend deskundigenadvies) op meerdere leefgebieden, waaronder werk, inkomen, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, schuldhulpverlening, wonen. In de integrale aanpak van problematiek is het sturen op werk & participatie een belangrijk aandachtspunt. Het is altijd aan de orde, de volgorde waarin het plek krijgt in de aanpak is afhankelijk van de complexiteit van de problematiek en de mate waarin gedragsverandering van de persoon/gezin nodig is. Door het gericht op activering en participatie inzetten van wijkcoaches van andere instellingen (zoals het maatschappelijk werk, thuiszorgorganisatie, bureau Jeugdzorg, MEE, RIBW) ontstaat een vliegwielwerking op de reguliere inzet gericht op participatie. Onderzoek van de Universiteit Twente (juli 2012) en (indicatieve) kosten batenanalyses uitgevoerd door Hypercube en Saxion wijzen erop dat de integrale aanpak voor de doelgroep ook effectief is. Er is sprake van sociale stijging en verbeterde zelfredzaamheid en een hogere kans op het vinden van een baan op de langere termijn (In de verschillende MKBA s). Op de langere termijn zijn door de integrale gezinsaanpak de kinderen kansrijker op de arbeidsmarkt waardoor inzet nu hogere kosten later voor uitkeringen en toeleiding naar werk voorkomt Inzet participatiebudget Het participatiebudget wordt ingezet om een zo hoog mogelijke participatiegraad van burgers te bereiken. Economische zelfredzaamheid is daarbij het hoogste doel, dat zoveel als mogelijk wordt nagestreefd, om zo de uitkeringsafhankelijkheid te verminderen. Het toegekende participatiebudget en bijbehorende inzet van de gemeente Enschede in de periode staat weergegeven in de volgende tabel Toegekend Participatiebudget Diverse re-integratie-instrumenten Diverse loonkostensubsidies Eigen personeel t.b.v. re-integratieactiviteiten Aanpalende beleidsterreinen WIW/ID-regeling Tekort/overschot Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 40 van 91

42 3.2.6 Resultaten instroombeperking en uitstroombevordering In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven die zijn geboekt in het kader van Werkgever op kop : Nr. Strategisch doel Beoogde resultaten Gerealiseerd tot Werken 500 mensen naar werk naar werk met ondersteuning Leren mensen (duaal) scholingstraject Meedoen 4. Jongeren mensen geactiveerd en stijgen trede op participatieladder 750 jongeren toeleiden naar kansrijke sectoren Tabel: resultaten Werkgever op Kop, bron: gemeente Enschede. In de Enschedese Arbeidsmarkt aanpak staan de werkgevers aan kop. Door de vraagzijde naar werk, scholing (leren) en activering (meedoen) tot uitgangspunt te nemen wordt getracht zoveel mogelijk WWB uitkeringsgerechtigden te laten participeren. Met beoogd eindresultaat tevreden werkgevers en zo min mogelijk uitkeringslasten. Omschrijving (1e helft) Mensen naar Werk Totaal uitkeringsbesparing Tabel: uitstroom naar werk, bron: gemeente Enschede. Als betaald werk (nog) een stap te ver is dan wordt nagegaan op welke wijze de kansen op betaald werk kunnen worden vergroot. Het hoogst haalbare doel is en blijft betaald werk Dit kan door inzet van scholings- en/of activeringstrajecten (leren en meedoen). De gemeente stimuleert en faciliteert burgers hierbij vanuit het oogpunt van duurzame bijstandsonafhankelijkheid, zelfredzaamheid (zelfsturing, regie nemen in eigen leven) en succesvol zijn (leren van successen en tegenslagen). Maar voor degene die dat nog niet lukt, is er inkomensondersteuning. De maatregelen die door de gemeente Enschede zijn genomen ter beperking van de instroom, hebben ertoe geleid dat niet alle aanvragen van een uitkering ook daadwerkelijk tot een uitkering leidden. In onderstaande twee tabellen zijn de resultaten van de instroombeperking weergegeven. Omschrijving Uitkeringsbesparingen poortwachter Totaal uitkeringsbesparingen Tabel: Uitkeringsbesparingen poortwachter, bron: gemeente Enschede. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 41 van 91

43 Omschrijving Bedrag gekorte alimentatie ex-partner kind Ontvangsten verhaal Totaal uitkeringsbesparing Tabel uitkeringsbesparingen AEV, bron: gemeente Enschede. 3.3 Handhaving en sanctiebeleid Hoogwaardig handhaven Fraude met uitkeringen ondermijnt het maatschappelijk draagvlak voor de sociale wetgeving. Derhalve worden fraude en oneigenlijk gebruik van uitkeringen in Enschede niet getolereerd en hard aangepakt. De gemeente heeft de afgelopen jaren haar beleid maximaal gericht op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijstand met als doel beperking van de instroom en bevordering van uitstroom. De activiteiten onder de noemer 'Hoogwaardig handhaven' moeten er toe leiden dat alleen de personen bijstand krijgen die het echt nodig hebben. Het uiteindelijk doel van de bijstand (het sociale vangnet), komt daarmee volledig tot zijn recht. Door een goede rechtmatigheidscontrole wordt voorkomen dat mensen ten onrechte een te hoog bedrag aan bijstand ontvangen. Het bestrijden van fraude via hoogwaardig handhaven vormt een geïntegreerd onderdeel van de bijstandsverlening en het re-integratiebeleid. Het gaat daarbij mede om preventie. Voorkomen van fraude ontstaat door goede voorlichting over rechten en plichten, heldere dossieropbouw, goede gesprekstechnieken, opsporing (samenwerking met de sociale recherche) en repressie. De informatieverstrekking van het Inlichtingenbureau aan de gemeente heeft een ondersteunend karakter in de besluitvorming. In de visie hoogwaardig handhaven zijn de volgende vier visie-elementen te onderscheiden die er gezamenlijk voor zorgen dat mensen zich aan de wet- en regelgeving conformeren en dat juiste en rechtmatige uitkeringen worden verstrekt: 1. vroegtijdig informeren 2. optimale dienstverlening 3. vroegtijdige opsporing 4. daadwerkelijk sanctioneren. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 42 van 91

44 Vroegtijdig informeren Het voorkomen van fraude en schadelastbeperking heeft in Enschede absolute prioriteit. Kan fraude niet worden voorkomen, wordt deze met inzet van alle beschikbare middelen opgespoord. Het overtreden van regels gebeurt niet altijd bewust. Om onbekendheid van regels te voorkomen, start de handhaving in Enschede al bij het informeren van cliënten over verplichtingen en consequenties van overtredingen. Daarnaast is de communicatie er eveneens op gericht om de nalevingsbereidheid te vergroten. Bij gedragsbeïnvloeding is communicatie een onmisbaar instrument. In het Nalevingscommunicatieplan staat de jaarlijkse inzet van nalevingscommunicatie centraal. Door de gemeente Enschede wordt veel aandacht besteed aan de voorlichting aan uitkeringsgerechtigden, zodat zij op de hoogte zijn van de rechten en plichten verbonden aan de aan hen toegekende bijstand. Er is sprake van een gerichte en zakelijke benadering. De uitkeringsgerechtigde wordt in beginsel gezien als "contractpartner", de "eigenaar" van zijn eigen werkloosheidsprobleem. De uitkeringsgerechtigde dient er alles aan te doen om betaald werk te zoeken, te vinden en te behouden. Optimale dienstverlening Een handhavingsonderzoek moet door enkele ontwikkelingen in de jurisprudentie steeds meer zorgvuldigheidseisen voldoen. Dat geldt voor o.a. de aanpak van het onderzoek, de bewijsverzameling, de keuze van de in te zetten handhavingsinstrumenten. Elke verloren handhavingszaak werkt contraproductief in plaats van preventief. Om daadwerkelijk hoogwaardig te kunnen handhaven moet veel en vaak geïnvesteerd worden in de handhavingsmedewerkers. Alle handhavers hebben een intensief trainingsprogramma doorlopen. In het programma wordt veel aandacht besteed aan nieuwe methoden om fraude op te sporen. Hierbij kan worden gedacht aan het professioneel gebruik van internetrecherche, hulpmiddelen voor beeld- en geluidsopnames en ondervragingstechnieken. Deze methoden kunnen soms doorslaggevend zijn in een zaak die moeilijk te bewijzen is. In Enschede volgen alle nieuwe medewerkers dezelfde training. Tevens wordt jaarlijks gekeken welke onderdelen geactualiseerd, bijgeschaafd of verdiept moeten worden. Zo is in 2012 in samenwerking met het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF) een speciale training voor verdieping van ondervragingstechnieken opgezet. Vroegtijdig opsporen Voor vroegtijdige opsporing worden in Enschede verschillende handhavingsinstrumenten ingezet. Deze zijn hieronder benoemd en kort toegelicht. - Fraudealertheid De medewerkers van de afdeling Werk (werkzoekendebegeleiders en adviseurs werk) en in het bijzonder de medewerkers van het Team Handhaving vormen het belangrijkste instrument dat in het kader van handhaving kan worden ingezet. Zij moeten handhavingsbewust en fraudealert zijn. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 43 van 91

45 Kennis van regelgeving en klant is van groot belang. Om de handhavingstaak goed te kunnen verrichten moet de medewerker beschikken over de juiste kennis en vaardigheden. De consulent handhaving doorloopt een speciaal trainingsprogramma. De overige medewerkers krijgen periodiek een workshop fraudealertheid. In 2011 is daarvoor in eigen beheer een film ontwikkeld die vanaf 6 maart 2012 in de workshops fraudealertheid wordt gebruikt. - Fraudemeldpunt Op de website van de gemeente Enschede is op de homepagina een directe verwijzing naar de mogelijkheid om fraude al dan niet anoniem te melden. In de nieuwsbrief WWB (voorheen klantenkrant) wordt bij elk artikel over handhaving verwezen naar de mogelijkheid om digitaal of telefonisch een vermoeden van fraude te melden. De meldingen worden meteen opgepakt door Team Handhaving. - Administratief vooronderzoek (AVO) Team Handhaving voert bij elk fraudesignaal een administratief vooronderzoek (AVO) uit. In een rapport worden alle relevante gegevens verzameld die onder andere van en uit GWS, GBA, Suwinet-Inkijk, Kadaster-online en de Belastingdienst worden verkregen. - Suwinet-Inkijk Via Suwinet-Inkijk worden relevante gegevens over klanten geraadpleegd. Het bevat onder andere gegevens van CWI, GSD s, UWV, GBA, KvK en RDW. Medewerkers krijgen alleen toegang tot Suwinet-Inkijk na ondertekening van een zorgvuldigheidsverklaring. - Bestandskoppelingen Met behulp van bestandskoppelingen worden veel samenloopsignalen binnengehaald. Alle hits worden onderzocht door Team Handhaving. Deze bestandkoppelingen worden voornamelijk door het Inlichtingbureau verricht, maar kunnen ook op verzoek van de gemeente of het RCF plaatsvinden. Het College Bescherming Persoonsgegevens keurt koppelingen regelmatig af, terwijl de rechter deze binnen bepaalde kaders wel toelaatbaar acht. Een nieuw wetsvoorstel moet het koppelen van gegevens makkelijker maken. - Themacontroles De themacontrole is een vorm van risico- en informatiegestuurd handhaven. Op basis van enkelvoudige of meervoudige risicoprofielen (profielen met meer dan één risicokenmerk) worden klanten die aan het risicoprofiel voldoen geselecteerd. De geselecteerde klanten worden vervolgens gecontroleerd. Door in de media aandacht te besteden aan deze controles gaat er een preventieve werking van uit. De themacontroles worden verricht door Team Handhaving en de Sociale Recherche Twente (SRT). In het Handhavingsplan is de ambitie opgenomen om jaarlijks naast de reguliere fraudeonderzoeken op basis van fraudesignalen minimaal 4 themaonderzoeken te verrichten. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 44 van 91

46 - Aselecte controles Enschede vindt dat niet alleen het risicobestand moet worden gecontroleerd, maar ook de klanten waarvan wordt aangenomen dat zij zich keurig aan de regels houden. Dat gebeurt door A-selecte steekproefsgewijze controles. Deze controles, waarbij elke klant evenveel kans heeft om te worden gecontroleerd, worden door Team Handhaving uitgevoerd. Zij verhogen de controlebeleving bij klant en burger en hebben op die manier een preventieve werking. Verder dragen de resultaten van de controles bij aan de beoordeling van de gebruikte risicoprofielen. - Huisbezoek Het huisbezoek wordt ingezet bij een controle of onderzoek. Bij een huisbezoek gaat het om de bezichtiging van de woning zelf, de verschillende vertrekken, de inboedel en/of andere voorwerpen, met het doel de rechtmatigheid van de uitkering vast te stellen. Het huisbezoek is voor de klant het meest belastende middel bij een rechtmatigheidonderzoek. Als er een minder belastend middel (bijvoorbeeld administratief onderzoek, gesprek met klant, waarneming, buurtonderzoek) kan worden ingezet om de rechtmatigheid vast te stellen, moet een huisbezoek achterwege blijven. De huisbezoeken worden uitgevoerd door Team Handhaving en de SRT. - Communicatieplan naleving Met het juiste gebruik van communicatiemiddelen kan het gedrag van klanten en burgers worden beïnvloed en de naleving van regels worden bevorderd. Op de eerste plaats is het belangrijk klanten goed te informeren over rechten en plichten om onbewuste overtreding van regels te voorkomen. Daarnaast is het van belang om klanten maar ook de overige burgers te informeren over handhavingsacties en de behaalde resultaten. Hier gaat een preventieve en corrigerende werking vanuit. Bovendien is zichtbare handhaving van belang voor het maatschappelijk draagvlak voor de uitvoering van de verschillende inkomensvoorzieningen. In Enschede is het belang van nalevingscommunicatie nog een keer onderstreept door het uitvoeringsbeleid voor de planperiode vast te leggen in het Communicatieplan naleving Elk jaar wordt een communicatieactieschema opgesteld. Minimaal drie keer per jaar wordt een extern gerichte actie op het gebied van nalevingscommunicatie gerealiseerd. Denk hierbij aan een stuk in de klantennieuwsbrief, krant, internet etc. In 2012 is die ambitie ruimschoots gehaald met 9 extern gerichte acties op het gebied van nalevingscommunicatie. Daadwerkelijk sanctioneren Het sluitstuk van handhaving vormen het terugvorderen van eventueel ten onrechte verstrekte bijstand en het opleggen van boetes of sancties in de vorm van een tijdelijke verlaging van de bijstand. Een sanctie wordt opgelegd als de inlichtingenverplichting of een verplichting in het kader van participatie, re-integratie of inburgering niet wordt nagekomen. Ten onrechte verstrekte bijstand wordt volledig teruggevorderd. In Enschede is het recht op bijstand onlosmakelijk verbonden aan de plicht tot werkaanvaarding en de deelname aan re-integratieactiviteiten. Dit houdt in dat van de cliënt actieve medewerking wordt geëist aan onderzoeken, scholing en /of activiteiten die kunnen bijdragen tot een grotere kans op het verkrijgen van betaald werk. Het niet nakomen van (re-integratie)verplichtingen heeft direct Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 45 van 91

47 gevolgen voor de uitkering. Als de uitkeringsgerechtigde onbegrip toont of ongemotiveerd is, wordt dit primair gezien als een probleem van de werkzoekende zelf. Als de uitkeringsgerechtigde geen medewerking wenst te verlenen aan re-integratieactiviteiten of algemeen geaccepteerde arbeid weigert, zal dit tot verlaging van de uitkering leiden. Burgers ontvangen tijdelijke inkomensondersteuning totdat zij weer zelfstandig kunnen voorzien in hun bestaan. Indien blijkt dat mensen ten onrechte een gemeentelijke uitkering ontvangen, moet deze in Enschede volledig worden terugbetaald. Fraude of pogingen daartoe worden in Enschede hard gesanctioneerd met een boete van 100% van de uitkering (bij recidive 150%). Verder worden de nieuwe mogelijkheden die voortvloeien uit de invoering van de fraudewet maximaal benut. In het geval van recidive wordt gedurende 3 maanden de volledige uitkering ingehouden als aflossing op de opgelegde en openstaande boete. Er wordt dus geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. - Uitvoering nieuwe Fraudewet Bij elke herhaalde schending van de inlichtingenplicht binnen de recidivetermijn wordt de opgelegde boete voor 100% verrekend met de uitkering zonder rekening te houden met de beslagvrije voet. Dit is vastgelegd in de verordening werk en bijstand. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt bijzondere bijstand in vorm van een geldlening verstrekt om ernstige gevolgen voor met name de minderjarige gezinsleden te voorkomen Bestuursrechtelijke aanpak Sinds 2007 is het gemeentelijk beleid om fraudeonderzoeken om reden van effectiviteit en efficiency bij voorkeur bestuursrechtelijk af te handelen ongeacht de destijds geldende fraudeaangiftegrens van euro. Het strafrechtelijk traject werd alleen gevolgd indien de bestuursrechtelijke aanpak niet toereikend was om het fraudeonderzoek succesvol af te sluiten of indien verwacht werd dat er een preventieve werking van de strafrechtelijke aanpak zou uitgaan. Dit heeft ertoe geleid dat er nog maar een gering aantal fraudeonderzoeken strafrechtelijk worden afgedaan (6 in 2011). Deze trend is inmiddels ook landelijk ingezet en wordt gesteund door het kabinet. Dit blijkt onder meer uit het voornemen om de aangiftegrens te verhogen naar Ook het antwoord van de staatssecretaris De Krom d.d. 27 april 2012 op een brandbrief van de Stichting Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs geeft aan dat de bestuursrechtelijk aanpak zelfs bij hardnekkige fraudeurs de voorkeur verdient Citaat uit brief van staatssecretaris De Krom aan de Stichting Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs d.d. 27 april 2012:. Ik ben echter van mening dat in de meeste gevallen bestuursrechtelijke afdoening de beste mogelijkheden biedt om fraudeurs snel en doeltreffend aan te pakken. Het aantonen dat de uitkeringsontvanger de inlichtingenverplichting niet nakomt, is vrijwel altijd eenvoudiger dan het aantonen van een misdrijf en de opzet van dit misdrijf. Door de aangiftegrens te verhogen kunnen hardnekkige fraudeurs sneller worden aangepakt. Het toepassen van het strafrecht kan daarnaast een belemmering vormen om weer aan het werk te komen. Dat neemt echter niet weg, dat er ook in de nieuwe situatie waarin de hogere aangiftegrens geldt, voldoende mogelijkheden blijven om bij doorgewinterde fraudeurs, het strafrecht toe te passen. De strafrechtelijke handhaving en opsporingsonderzoeken door de Sociale Recherche Nederland blijven daarmee cruciaal bij de bestrijding van fraude in de bijstand. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 46 van 91

48 3.3.3 Continu ontwikkelen en vernieuwen Enschede werkt voortdurend aan het verbeteren van handhaving onder meer door de inzet van nieuwe instrumenten en projecten. In 2012 en 2013 zijn de volgende nieuwe handhavingsinstrumenten ingezet. Toezichthouder De consulenten handhaving zijn voor zover zij de volledige training hadden doorlopen eind 2011 benoemd tot toezichthouder voor de WWB. Dit geeft een aantal extra bevoegdheden die van pas kunnen komen bij het uitvoeren van fraudeonderzoeken, zoals het opvragen van bewijsstukken bij instanties. Internet recherche In 2012 is apparatuur aangeschaft om via een beveiligd netwerk op het Internet te kunnen rechercheren. Vier consulenten hebben daarvoor een speciale training gevolgd. De informatie die via Internet wordt verkregen wordt gebruikt als (aanvullend) bewijsmateriaal bij fraudeonderzoeken. Pilot Bureau Buitenland Om te kijken of er effectiever onderzoek kon worden gedaan naar vermogen in het buitenland is er een pilot gestart met een commerciële partij die op veel kortere termijn gegevens kan leveren over vermogen in Turkije dan het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF) dat kan. Met behulp van het RCF wordt een pilotproject gestart naar vermogen en inkomsten in andere landen. Pilotproject VerBuiGen Dit pilotproject dat in de tweede helft van 2013 van start gaat heeft tot doel om middelen in het buitenland al tijdens de aanvraagfase te traceren door gegevensvergelijking met de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en zo de schadelast te beperken. De samenwerking met de Belastingdienst, SVB en RCF wordt ter bezegeling vastgelegd in een convenant. Samenwerking met Menzis Met Menzis zijn afspraken gemaakt over het uitwisselen van informatie voor het opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik van inkomensvoorzieningen en PGB s. Samenwerking met Publieksdienstverlening Sinds eind 2012 worden structureel signalen uitgewisseld met team Back Office (BO) van de Publieksdienstverlening. De signalen die team BO ontvangt van derden (deurwaarders, woningbouwvereniging, nieuwe bewoners etc.) en doorspeelt naar team Handhaving zijn onderzoekswaardige fraudesignalen die meteen resultaat opleveren. Op haar beurt geeft team Handhaving aan team BO informatie over de bewoning van panden die onderwerp zijn geweest van een fraudeonderzoek. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 47 van 91

49 3.3.4 Resultaten handhaving WWB In onderstaande tabel zijn de handhavingsresultaten voor de periode weergegeven: Resultaten handhaving Totaalbedrag opgelegde maatregelen Verificatieonderzoeken Processen verbaal Aantal zaken, afgehandeld met resultaat Aantal verwijtbare vorderingen Bedrag vastgestelde verwijtbare vorderingen Aantal fictieve besparingen lopende uitkeringen Aantal fictieve besparingen aanvraagprocedure Bedrag fictieve besparingen lopende uitkeringen Bedrag fictieve besparingen aanvraagprocedure Tabel: resultaten handhaving , bron: gemeente Enschede. 3.4 Terugvordering en verhaal Actief terugvorderings- en verhaalbeleid De gemeente Enschede voert een actief terugvorderings- en verhaalsbeleid. Hierdoor worden (onterecht) verstrekte gemeentelijke uitkeringen teruggevorderd of verhaald op andere partijen. In Enschede gelden de volgende hoofdregels: - Terugbetaling van te veel of ten onrechte ontvangen bijstand dient in principe ineens te geschieden. Daarbij dient ook het vermogen te worden aangewend. - Ook het ingevolge de Wwb vrij te laten vermogen dient voor de terugbetaling van te veel of ten onrechte ontvangen bijstand te worden aangewend. Een bedrag van kan buiten beschouwing blijven, als reservering voor vervanging noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen. Deze "vrijlating" is niet van toepassing bij verwijtbare vorderingen. - Pas als terugbetaling ineens niet mogelijk is, kan de (resterende) vordering in termijnen worden terugbetaald. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 48 van 91

50 Voor terugbetaling in termijnen gelden de volgende regels: - De aflossingsverplichting wordt vastgesteld op 6% van de geldende bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag. - Heeft de debiteur ook een fraudeschuld dan bedraagt de aflossingsverplichting 8% van de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag en 10% bij recidive. - Bij de bepaling van de geldende bijstandsnorm wordt geen rekening gehouden met eventuele woningdelerskortingen, dan wel kortingen in verband met een maatregel. - Voor zover het inkomen meer bedraagt dan de bijstandsnorm, wordt 50% van het meerinkomen bij de aflossingsverplichting opgeteld. - Op het meer-inkomen worden eerst de extra woonkosten (woonkosten minus norm huur) in mindering gebracht. - Op het meer-inkomen worden eveneens de extra zorgkosten (maximale zorgtoeslag minus ontvangen zorgtoeslag) in mindering gebracht. De incassoquote is de ontvangsten terugvordering en verhaal als percentage van het gemiddelde debiteurensaldo. De incassoquote over 2012 bedroeg 15,0% Resultaten terugvorderings- en verhaalbeleid Hieronder zijn de resultaten van het Enschedese terugvorderings- en verhaalbeleid weergegeven: Jaar Gem. Openstaand Nieuwe vorderingen Buiten invordering Ontvangen vorderingen Incassoquote ,0% ,7% ,0% Tabel: resultaten terugvorderings- en verhaalbeleid, bron: gemeente Enschede. De incassoquote wordt in de periode voor Enschede neerwaarts beïnvloed door twee beleidskeuzes: 1. De gemeente Enschede hanteert een terughoudend afboekingsbeleid ten aanzien van openstaande verwijtbare vorderingen. Dit sluit naadloos aan op het harde handhavingsbeleid van de gemeente Enschede. Verwijtbare vorderingen aangaande onterecht verstrekte gemeentelijke uitkeringen worden niet afgeboekt. Naast het signaal dat hiermee wordt afgegeven, heeft dit gevolgen voor de ontvangsten. De vorderingen blijven namelijk staan terwijl in sommige gevallen niets kan worden gevorderd. Dit is zichtbaar in de daling van de incassoquote in de periode 2010, 2011 en Enschede heeft gekozen voor het opleggen van de alimentatie-eis-verplichting. Essentieel is dat de aanvrager de verplichting wordt opgelegd om alimentatie op te eisen. De mogelijk toe te kennen uitkering wordt verlaagd met de toegekende alimentatie. Er is niet voor gekozen het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) in te schakelen omdat deze werkwijze onvoldoende resultaat had. De consequentie van deze werkwijze is dat het aantal verhaalsvorderingen en bijbehorende ontvangsten is afgenomen. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 49 van 91

51 3.5 Toeslagenbeleid Afhankelijk van de mogelijkheid of iemand de kosten voor levensonderhoud met een andere persoon kan delen en/of (gedeeltelijke) woonkosten heeft, wordt de bijstandsnorm verhoogd of verlaagd. Het beleid omtrent toeslagen en verlagingen in de gemeente Enschede is vastgelegd in de Verordening werk en bijstand. Onderstaande tabel zet het Enschedese beleid af tegen het beleid van enkele andere gemeenten. Hieruit blijkt dat de gemeente Enschede in vergelijking met andere gemeenten een streng toeslagenbeleid hanteert. Gemeente Toeslag bij medebewoner Schoolverlaterskorting Verlaging echtpaar bij medebewoning Enschede 5% Ja 15% Apeldoorn 10% Nee 10% Deventer 10% Ja 10% Doetinchem 10% Nee 10% Groningen 12% Ja 1% Nijmegen 10% Ja 10% Tilburg 10% Nee 10% Zwolle 10% Nee 10% Tabel: Toeslagen gemeente Enschede in vergelijking met enkele andere gemeenten, bron: gemeente Enschede. 3.6 Aanpalende beleidsterreinen Inleiding De gemeente Enschede is er zich van bewust dat het terugdringen van de bijstandsuitgaven en de bijstandsafhankelijkheid van de bevolking niet alleen een inspanning is van de afdeling Werk en Inkomen en de afdeling Werk en Bijstand. Ook andere gemeenteonderdelen zijn hierbij betrokken. De economische ontwikkeling van de stad is daarbij van groot belang Stimulering economie In Enschede zijn structureel veel te weinig banen om de totale beroepsbevolking van een baan te kunnen voorzien. De werkloosheid is met ruim 16% daarom fors hoger dan in Nederland als geheel en in mindere mate dan in Twente als geheel. De gemeente Enschede laat het er niet bij zitten en heeft naast de Werkgever op kop in de economische visie een programma opgezet om tot een structurele vergroting van het aantal banen te komen in Enschede. De ontwikkeling van de economie wordt op verschillende manieren gestimuleerd in Enschede. Dat gebeurt enerzijds door eigen lokaal economisch beleid te voeren en anderzijds door de samenwerking met de andere Twentse gemeenten te zoeken. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 50 van 91

52 Het Enschedese economisch beleid wordt uitgevoerd via vijf thema s, te weten: 1. Innovatie in sterke sectoren 2. Optimaal (Internationaal) ondernemersklimaat 3. Talentontwikkeling beroepsbevolking 4. Bereikbaarheid 5. Versterken van centrumfunctie Innovatie in sterke sectoren Het Enschedese Actieprogramma Innovatie past in de regionale focus. In het Actieprogramma Innovatie wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten, zoals business development, marktconsultaties, innovatief aanbesteden, launching customer om innovaties te stimuleren. De inzet van dit instrumentarium zal de economie op de lange termijn duurzaam versterken ten gunste van werknemers op alle niveaus. Om de beoogde effecten sneller te kunnen realiseren, is samenwerking essentieel. Om deze reden wordt in het kader van het Actieprogramma intensief samengewerkt met het bedrijfsleven, Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, Provincie Overijssel en Regio Twente. In het actieprogramma pakken we samen met onze partners alles aan om innovaties te stimuleren en het regionale bedrijfsleven te versterken. De gemeente Enschede faciliteert breed en steekt als gemeente zelf specifiek in op de maatschappelijke uitdagingen duurzaamheid, veiligheid en zorg. Onderdeel van Actieprogramma Innovatie is het Zinnergy programma dat door Kennispark Twente voor de gemeente Enschede wordt uitgevoerd. Specifiek op de voor Enschede belangrijke maatschappelijke thema s zorg, duurzaamheid en veiligheid verzorgt Kennispark Twente marktconsultaties, business development en vraagarticulatie. Op die manier worden beleidsvragen van de gemeente en zo mogelijk haar partners gekoppeld aan nieuwe economische kansen. Inmiddels heeft ook de Regio Twente de intentie uitgesproken bij het Zinnergy programma aan te sluiten en een eigen fonds in het leven te roepen, speciaal gericht op MKB. Duurzaam versterken van de economische structuur vraagt om investeringen en een lange adem. Activeren van werkzoekenden is immers alleen zinvol als je er ook daadwerkelijk arbeidsperspectief bij kunt bieden. Investeren in structuurversterking is daarom zeker ook in deze crisistijd ontzettend hard nodig. Optimaal ondernemersklimaat Enschede zet via het thema versterken van het ondernemersklimaat in op goede voorzieningen voor internationale bedrijven en expats. Dat doen we door de uitvoering van de volgende initiatieven: 1. Investeren in de ontvangst en acquisitie van expats en bedrijven. 2. Uitvoeren van (internationaal) acquisitieactiviteiten. Ondersteunen indien nodig handelsmissies naar opkomende economieën, daar waar het bedrijfsleven kansen ziet. Hierbij aanhaken bij landelijk georganiseerde missies. Samenvoegen en richten van de Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 51 van 91

53 versnipperde uitvoeringscapaciteit op dit gebied in Twente (gemeenten, regio, netwerkstad, provincie, KvK, NV Oost, WTC Twente). 3. Dienstverlening organiseren gericht op bedrijven die business willen doen in Duitsland en scherper in kaart brengen welke kansen hier liggen voor Twentse bedrijven. 4. Faciliteren en ondersteunen van de internationale onderwijsvoorzieningen. Daarnaast is het voor Enschede van groot belang dat het bestaande bedrijfsleven wordt versterkt en ondersteund. Het MKB en de grote hoeveelheid ZZP-ers vormen daarbij de motor van de economie in de stad. Ook het startersbeleid maakt hier onderdeel van uit. Uitgangspunt hierin is dat er voor startende ondernemers (de niet-uitkeringsgerechtigden) voldoende ondersteunende voorzieningen beschikbaar zijn (denk aan de ondernemerspleinen, en brancheorganisaties als MKB-Enschede). Enschede blijft inzetten op het versterken van het kleine MKB en het bevorderen van de wijkeconomie (inclusief startersondersteuning). Talentontwikkeling in de beroepsbevolking De talentontwikkeling van onze beroepsbevolking is een belangrijk speerpunt in het economisch beleid. We streven daarmee naar een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Hier gaat het om de verbinding tussen arbeidsmarkt- en economisch beleid: Enerzijds moeten opleidingen goed aansluiten bij de vraag op de arbeidsmarkt en anderzijds is het zaak om het gemiddelde opleidingsniveau in Enschede omhoog te krijgen. Al eerder in dit rapport is geconstateerd dat het gemiddelde opleidingsniveau van de beroepsbevolking in Enschede laag is. Bij de realisatie van dit doel is het onderwijs als vanzelfsprekend een belangrijke partner. Via goede beroepskeuzevoorlichting die al op de basisscholen begint en de begeleiding van leerlingen op essentiële momenten in hun schoolloopbaan werken we aan de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Bereikbaarheid Voor een goede economische ontwikkeling is optimale bereikbaarheid van groot belang. Gezien de ligging van de gemeente Enschede en de daaruit voortvloeiende consequenties (zie paragraaf 2.3.4). Om die reden investeren we in de bereikbaarheid via weg (A1 en N18!), spoor (reistijden, Duitsland), lucht (Luchthaven Twente) water (ontwikkeling havengebied, potentie Twentekanaal) en de digitale ontsluiting (glasvezel). Versterken centrumfunctie Tenslotte richt Enschede zich op het versterken van de Centrumfunctie. Enschede is niet alleen de grootste stad van Oost-Nederland, maar vervult ook een centrumfunctie naar het Duitse achterland richting Munster en Osnabrück. Boven op het al bestaande actieprogramma binnenstad wordt extra ingezet op de versterking van de centrumfunctie. De Enschedese binnenstad moeten we behouden als aantrekkelijke en potentiële vestigingslocatie voor bekende winkelketens als ook de kleinere unieke winkels. In paragraaf is al geconstateerd dat het ontbreken van een historische binnenstad Enschede minder aantrekkelijk maakt voor toeristen en minder interessant is als woonstad voor hoger opgeleiden. Het versterken van de centrumfunctie vergt dan ook een enorme inspanning. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 52 van 91

54 3.6.3 Tegengaan Voortijdig Schoolverlaten (VSV) Het voortijdig verlaten van het onderwijs verhoogt de kans om uiteindelijk in te stromen in de WWB. Om deze reden is door de gemeente Enschede de afgelopen jaren samen met haar samenwerkingspartners stevig ingezet op de aanpak van schoolverlaten. Deze aanpak leidt tot goede resultaten. Met het onderwijs zijn afspraken gemaakt over de bestrijding van verzuim voor jongeren van 18 jaar en ouder. Door verzuim tijdig te melden, kan de afdeling Leerplicht de aanpak van de school ondersteunen en daarmee schooluitval voorkomen. Bij de eerste tekenen van verzuim proberen we samen met de school om een jongere te stimuleren zijn of haar opleiding af te maken. Met betere arbeidskansen en inkomen als gevolg. Zodra toch sprake is van schooluitval biedt het RMC-besluit (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdige Schoolverlaters) voldoende grondslag voor afdeling Leerplicht om op te treden. Scholen zijn verplicht alle jongeren te melden die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. In samenwerking met de netwerkpartners stimuleert en motiveert de afdeling Leerplicht deze jongeren om alsnog dat diploma te halen. In samenwerking met de afdeling Werk & Bijstand wordt bepaald dat de jongere geen uitkering krijgt, als hij of zij pertinent niet meewerkt aan een traject gericht op scholing of werk. Voor de bemiddeling van deze doelgroep wordt gekozen voor een integrale aanpak binnen het Actieteam (voortijdig schoolverlaten). We zien dat het beleid effectief is en steeds meer jongeren een startkwalificatie halen. Ten opzichte van de het jaar is het aantal schoolverlaters met 30% gedaald. Dit komt enerzijds door de krappe arbeidsmarkt (jongeren besluiten langer op school te blijven), maar ook door de verbeterde zorgstructuur (ZAT) op scholen (er is meer begeleiding en aandacht voor kwetsbare jongeren) en een meer preventieve aanpak door afdeling Leerplicht. Staatssecretaris Dekker noemde in juni 2013 de gemeente Enschede als voorbeeld van een gemeente waar een gezamenlijke aanpak van verzuim en schooluitval positieve resultaten oplevert. In onderstaande tabel zijn de resultaten van het Enschedese VSV-beleid weergegeven: Jaar Totaal Leerlingen Totaal vsv'ers VO MBO Tabel: Resultaten Enschedees VSV-beleid, bron: Gemeente Enschede. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 53 van 91

55 3.6.4 Armoedebeleid Het armoedebeleid van Enschede is er op gericht dat Enschedese burgers zo zelfstandig mogelijk meedoen en een eigen verantwoordelijkheid hebben. Voor burgers in Enschede die vooralsnog niet kunnen participeren, kan het armoedebeleid een oplossing bieden. Het beleid richt zich op twee hoofddoelen, te weten: 1. bevorderen van participatie en zelfredzaamheid; en 2. inkomensondersteuning bij voorkeur in de vorm van maatwerk aan diegenen die het financieel niet redden. Er worden vijf beleidspijlers onderscheiden: - pijler 1: armoedebestrijding is niet het monopolie van de gemeente; - pijler 2: individueel maatwerk bij tijdelijke inkomensondersteuning; - pijler 3: voorkom de armoedeval en werken moet lonen; - pijler 4: een individuele aanpak staat centraal, geen doelgroepenbeleid; en - pijler 5: een brede toegankelijkheid tot de schulddienstverlening met een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Pijler 1 Armoedebestrijding is niet het monopolie van de gemeente De gemeente heeft niet het monopolie op de armoedebestrijding. Er zijn diverse particuliere-, maatschappelijke- en kerkelijke organisaties actief in Enschede. Deze organisaties vormen een waardevolle aanvulling op de basisvoorziening (tijdelijke individuele inkomensondersteuning) die de gemeente Enschede biedt. Hierbij wordt nadrukkelijk opgemerkt dat de bijzondere bijstand als individuele maatwerkondersteuning stevig in handen blijft bij de lokale overheid. Pijler 2 Individueel maatwerk bij tijdelijke inkomensondersteuning Individueel maatwerk bij tijdelijke inkomensondersteuning vormt een van de pijlers in het Enschedese beleid. De individuele bijzondere bijstand is bij uitstek het instrument om dit maatwerk te kunnen leveren. De meer algemene generieke categoriale regelingen die de gemeente uitvoert, zijn vanaf beëindigd of versoberd. Pijler 3 Voorkomen armoedeval en werken moet lonen Een bijzondere plaats onder de oorzaken van armoede wordt ingenomen door de zogenaamde armoedeval. Van armoedeval is sprake als de inkomensverbetering (door het gaan verrichten van betaald werk) teniet wordt gedaan door het wegvallen van inkomensafhankelijke subsidies. Vastgesteld wordt dat, afhankelijk van de inkomensgrens die voor de inkomensondersteunende regelingen wordt gesteld, de armoedeval optreedt bij een inkomensverbetering. Dit heeft tot gevolg dat de armoedeval, als neveneffect bij inkomensondersteuning, nooit volledig valt te vermijden. Er zijn voor de lokale overheid maar beperkte mogelijkheden om de armoedeval te voorkomen. Als gevolg van het uitgangspunt dat de armoedeval zoveel mogelijk moet worden voorkomen en werk moet lonen is vanaf de hoogte van de generieke langdurigheidstoeslag verlaagd (zie pijler 2). Er wordt actief gezocht naar creatieve, innovatieve en slimme verbindingen tussen met name het armoedevraagstuk en het participatiebeleid in onze stad. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 54 van 91

56 Reeds operationele voorbeelden hiervan zijn: met de inzet van de werkervaringsplaatsen bijstandscliënten ondersteunen en helpen bij het zoeken naar tweedehands goederen en het weesfietsenproject in Enschede. De solidariteitsconferentie dient hierbij als platform en inspiratiebron voor nieuwe ideeën en met een innovatief karakter. Pijler 4 Individuele aanpak, geen doelgroepenbeleid De nadruk ligt binnen het Enschedese armoedebeleid op het voorkomen van armoede middels een goed lokaal arbeids-, participatie- en minimabeleid waarbij een individuele aanpak centraal staat. Individueel maatwerk heeft de voorkeur boven een categoriale aanpak. Er wordt dan ook niet gekozen voor een specifiek doelgroepenbeleid voor het armoedevraagstuk in Enschede. Om de participatie van kinderen aan sociale-, culturele-, en maatschappelijke activiteiten te bevorderen, is de individuele maatwerkaanpak van de stichting Leergeld in de voortgezet. Pijler 5 Brede toegankelijkheid schulddienstverlening en meer eigen verantwoordelijkheid De schulddienstverlening is en blijft breed toegankelijk voor alle burgers in Enschede. Er wordt echter meer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Vanuit de individuele maatwerkgedachte worden geen groepen / categorieën burgers met voorrang geholpen Convenant Menzis gemeente Enschede Sinds eind 2011 hebben gemeente en Menzis een convenant met als doelstelling: een betere gezondheid voor zoveel mogelijk inwoners van Enschede met een zo effectief mogelijke inzet van middelen. Op basis van het uitvoeringsprogramma Gezond Meedoen! is aan de slag gegaan met veertien projecten in drie pijlers: Van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag, naadloze uitvoering zorg en ondersteuning en Maatwerk kwetsbare doelgroepen. We werken gericht aan een beweging richting meer zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Doel is mensen op weg te helpen naar een maatschappelijke gezonde leefstijl vanuit de gedachte; wie gezond is participeert makkelijker in de samenleving (werken, opleiding volgen, vrijwilliger zijn), en wie participeert is vaak ook gezonder. In de wijk Pathmos / Stevenfenne activeren we mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Een eerste stap is vaak vrijwilligerswerk of een klimopbaan. De ervaring leert dat de context van dit werk vaak als vrijblijvend wordt ervaren en uitval al dan niet door ziekte- veel voorkomend is. In het project Ziekteverzuimbegeleiding vrijwilligers/klimopbaners werken we met inzet van een bedrijfsarts aan de begeleiding van uitval. Ook loopt een project waar het thema gezondheid geïntegreerd wordt aangeboden in de (ROC) taallessen. Daarbij worden verbindingen gelegd met bestaande leefstijlinterventies en deelnemers gestimuleerd richting scholings- en reintegratietrajecten. In het convenant is speciale aandacht voor kwetsbare groepen. Een slechtere maatschappelijke positie gaat in de regel samen met een slechtere gezondheid. Dit kan leiden tot buitenspel staan in het arbeidsproces en tot sociaal isolement. Met deze samenwerking werken we hieraan. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 55 van 91

57 3.6.6 Reduceren taalachterstanden Een taalachterstand kan belemmerend werken bij het volgen van onderwijs en uiteindelijk het vinden van werk. Om deze reden zet de gemeente Enschede in op het voorkomen en reduceren van taalachterstanden bij kinderen. Op diverse (voor)scholen met een hoog percentage kinderen met een taalachterstand wordt het project Ei van Columbus uitgevoerd. Binnen dit project krijgen kinderen in de voorschool en groep 1 en 2 met behulp van de methode Logo-3000 een grotere woordenschat aangeleerd. Dit wordt gecombineerd met een taalcursus voor ouders van deze kinderen met de grootste taalachterstand. Dit vergroot de kans op werk op de korte en de langere termijn. De ouders worden ook gestimuleerd om participatieactiviteiten in de wijk en op school te doen. Verder screent de GGD in opdracht van de gemeente Enschede kinderen op risico op taalachterstand en benadert de ouders met kinderen met een verhoogd risico en leidt hen door naar de Voor- en Vroegschoolse Educatie. De GGD en Alifa (welzijnsinstelling) ondersteunen ouders (ook met een uitkering) bij opvoedproblemen met behulp van kort durende pedagogische gezinsbegeleiding. Dit zorgt ervoor dat (meteen of op termijn) meer tijd en aandacht kan gaan naar het zoeken van werk Wijkteams / wijkcoaches In Enschede wordt al vanaf 2004 geëxperimenteerd met het geïntegreerd oppakken van problemen op wijk- en buurtniveau. Dit betekent dat problemen van burgers door meerdere instellingen gezamenlijk worden opgepakt. Dit heeft geresulteerd in de werkwijze 1 gezin, 1 plan, 1 aanpak, 1 regisseur. Doel daarbij is om te ondersteunen bij probleemoplossing en de zelfredzaamheid zover te vergroten dat mensen zelf weer de regie over hun leven kunnen nemen. Voor de aanpak van die plannen worden meerdere leefgebieden onderscheiden waaronder dat van werk/participatie. Hierbij wordt gekeken hoe er stappen op de participatieladder gezet kunnen worden. Tegelijkertijd is er met PS:Doen in Enschede experimenteel een wijkaanpak gestart die heel specifiek gericht is op het vergroten van participatie. De resultaten van beide experimenten hebben er toe geleid dat de wijkaanpak wordt verbreed. Er wordt toegewerkt naar wijkteams die niet alleen multiproblematiek aanpakken. De reguliere werkzaamheden van de instellingen en de werkwijze van PS:Doen worden hierin geïntegreerd. Hoofddoel daarbij is om alle betrokkenen in de "hulpverlening" veel nadrukkelijker te betrekken in de participatie-opdracht. De verbreding die met deze aanpak wordt bereikt maakt het ook mogelijk om nog dieper door te dringen in de wijkstructuren. Met deze aanpak wordt vooruitgelopen op de transities in Naast gemeente en "gemeentelijke" instellingen (maatschappelijk en welzijnswerk) participeren in die nieuwe verbrede aanpak ook instellingen die nu nog onder provinciale of rijksverantwoordelijkheid vallen (Bureau jeugdzorg, JGZ, Mee-Twente en RIBW) Woonbeleid Enschede beschikt van oudsher over een ruime goedkope eenzijdige woningvoorraad die geen aansluiting vindt op de vraag van midden en hogere inkomens. De gemiddelde WOZ-waarde ligt Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 56 van 91

58 laag, bijna 50% zijn huurwoningen waarvan 81% een sociale huurwoning is. Via het woonbeleid wordt inmiddels in Enschede differentiatie gestimuleerd om uiteindelijk doorstroming te realiseren en het aantrekkelijk te maken voor midden en hoge inkomens, zodat zij zich meer in Enschede willen vestigen. De gemeente Enschede werkt daarbij intensief samen met de regiogemeenten om concurrentie te voorkomen. Het woonbeleid in Enschede is gericht op middendure en dure koopwoningen, zodat goedkope koopwoningen worden vrijgespeeld en geen nieuwe goedkope woningen gerealiseerd hoeven te worden. Het uitgangspunt is 20% goedkope woningen, 30% middendure woningen en 50% dure koopwoningen waarvan een substantieel aandeel kavels. Het verbeteren van de woonkwaliteit is binnen het woonbeleid een belangrijke uitwerkingslijn. Enschede richt zich hierbij op woonmilieus en de individuele woning. Voor de tekorten in de differentiatie van woonmilieus zijn oplossingen gezocht. Enerzijds door in de bestaande stad wijken te transformeren. Anderzijds nieuwe locaties buiten de bestaande stad te zoeken. Om de sociaal economische positie verder te versterken richt Enschede zich op de productie van grondgebonden ééngezinswoningen, met name vrijstaande woningen en twee-onder-één-kappers in het suburbane woonmilieu. Bovenmodale inwoners hebben een zeer diverse vraag en gelet op de éénzijdige voorraad zal zoveel mogelijk moeten worden gestreefd naar diversiteit en variatie in het woningaanbod. Enschede is daarnaast in een aantal wijken bezig een forse verbetering in de vorm van herstructurering door te voeren. Dit zijn: Deppenbroek, Velve, Laares, Pathmos, Boswinkel (Oost) en Wesselerbrink (Bijvank/ t Lang). Ontwikkelagenda Netwerkstad (in wording) Enschede is momenteel druk bezig afspraken met de omringende gemeenten te maken over het realiseren van goedkope woningen aldaar om onnodige druk op de Enschedese woningmarkt te voorkomen. De gemeente Enschede stimuleert marktpartijen tot het ontwikkelen van creatieve woonconcepten (o.a. de zogenaamde meegroeiwoningen) die het voor grotere groepen mogelijk maken om de stap naar de koopmarkt te maken, maar anderzijds voor de lange termijn een kwalitatieve toevoeging aan onze woningvoorraad betekenen. Resultaten Inmiddels is het de gemeente Enschede gelukt om 80% van het woningbouwprogramma te plannen in het middendure en dure segment. Veel planvorming voor goedkope woningen zijn inmiddels geschrapt waarbij locaties zijn omgezet naar duurdere woningen. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 57 van 91

59 Jaar Goedkoop Middenduur Duur Totaal Tabel: Resultaten woningbouwprogramma, bron: gemeente Enschede. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 58 van 91

60 Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 59 van 91

61 DEEL II ONTWIKKELPLAN Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 60 van 91

62 Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 61 van 91

63 4. Maatregelen 4.1 Inleiding Het Arbeidsmarktoffensief is een belangrijke beleidsintensivering die in 2013 is genomen om de gestelde strategische doelen met nog meer zekerheid te kunnen realiseren. In paragraaf 4.3 zijn de beoogde maatregelen benoemd die zo spoedig mogelijk worden ingevoerd. 4.2 Genomen maatregelen 2013 Arbeidsmarktoffensief Via het Enschede arbeidsmarktoffensief wordt gepoogd mensen die langdurig een uitkering hebben arbeidsfit te krijgen, nog meer inzicht te krijgen in het arbeidspotentieel en een extra impuls te geven aan de realisering van de strategische doelen. Alle kennis en kunde die is opgedaan in de projecten PS:Doen, SEP en Wijkcoaches (programma WZW) wordt via het arbeidsmarktoffensief gericht ingezet ten behoeve van de integrale ondersteuning van werkgevers. Het arbeidsmarktoffensief draagt eraan bij dat bij een aantrekkende economie zoveel mogelijk werkzoekenden arbeidsfit zijn. Beoogde resultaten Met het arbeidsmarktoffensief wordt het zittende bestand versneld in kaart gebracht. Tevens wordt een extra impuls gegeven aan de realisatie van de strategische doelen werken, leren, meedoen en jongeren, zoals deze bij de totstandkoming van de vernieuwende arbeidsmarktaanpak in de nota De werkgever op kop (december 2010) zijn benoemd. In de volgende tabel zijn de ambities voor de resterende collegeperiode weergegeven. In de laatste kolom zijn ambitie van het arbeidsmarktoffensief weer: Nr Strategisch Beoogde resultaten EAA Extra resultaten doel Arbeidsmarktoffensief 1. Werken 500 mensen naar werk 500 naar werk met ondersteuning Leren duale scholingstrajecten Meedoen mensen geactiveerd en trede gestegen op participatieladder Jongeren 750 jongeren toeleiden naar kansrijke sectoren t Tabel: ambities EAA en Arbeidsmarktoffensief, bron: gemeente Enschede. Hieronder zijn de vijf bouwstenen van het arbeidsmarktoffensief uiteengezet. De besparingen die voortkomen uit het arbeidsmarktoffensief zijn opgenomen in de tabel uitstroombevordering in paragraaf Bij de besparingen is rekening gehouden met een gemiddelde loonwaarde van 50% WML per bijstandsgerechtigde. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 62 van 91

64 De regionale arbeidsmarkt In het Twents Arbeidsmarktperspectief 2020 worden de techniek, logistiek en zorg als kansrijke sectoren benoemd. Daar zijn met name de banen te verwachten en liggen kansen door uitbreiding van de vraag en toename van de vervangingsvraag. Deze kansrijke sectoren hebben de speciale aandacht in de werkgeversbenadering, maar ook voor wat betreft de om- en bijscholing van werkzoekenden vanuit het arbeidsmarktoffensief. De werkgever De personele behoefte van de werkgever is steeds beter in beeld door de inzet van de adviseurs Werk. Zij hebben als taak de werkgever te bedienen en te ontzorgen. Zij kennen de werkgever, werken branchegericht en hebben kennis van de lokale en regionale arbeidsmarkt. Ook tijdens het arbeidsmarktoffensief heeft de werkgever één aanspreekpunt: de adviseur Werk. De doelgroep De gemeente Enschede verstrekt circa uitkeringen (BUIG) dat komt overeen met ongeveer inwoners die afhankelijk zijn van deze uitkering (stand ). Hiervan zijn ongeveer werkzoekenden actief in een traject gericht op werken, leren of meedoen. Het arbeidsmarktoffensief richt zich op de resterende werkzoekenden, waarvan 800 via de wijkcoachbenadering worden opgepakt. Jongeren en mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben hierbij een hoge prioriteit. Op basis van een bestandsanalyse en in overleg met de stadsdeelmanagers wordt per stadsdeel een verdere prioritering aangebracht, waarbij de personeelsvraag vanuit de markt leidend is. De keukentafelgesprekken Op basis van de positieve ervaringen van PS:Doen, SEP, Wijkteam Wijkcoaches en meer recent Stadsdeel Noord, vinden de intakegesprekken met het zittende bestand plaats aan de keukentafel thuis. Deze gesprekken zijn gericht op werken, leren en meedoen. De uitvoering van het arbeidsmarktoffensief vindt plaats in de stadsdelen en wordt verder gefaciliteerd door de stadsdeelmanager. De werkzoekende De werkzoekende wordt gestimuleerd om de eigen regie ten aanzien van werk en eventuele levensproblemen te nemen en te behouden. Daarvoor is begeleiding, gericht op motivatie, zelfvertrouwen en zelfsturing nodig. Belangrijke succesfactoren voor het verkrijgen van betaald of onbetaald werk zijn: motivatie, sollicitatievaardigheden en een hoge contactfrequentie. De mogelijkheden van de werkzoekenden worden in kaart gebracht en gematcht met de vraag vanuit de werkgever. De werkzoekenden zijn ook nu aan duidelijke regels gebonden: al het regionaal beschikbare werk (binnen een straal van 1,5 uur met OV) is passend en gegevens worden volledig, juist en tijdig aangeleverd. Verder wordt versneld inzicht gekregen in het zittende bestand. Het activeren en motiveren van het zittende bestand is noodzakelijk om de werkgever optimaal te bedienen. Het arbeidsmarktoffensief stelt de gemeente Enschede in staat om bij een aantrekkende economie zoveel mogelijk werkzoekenden arbeidsfit te hebben en te laten uitstromen op de arbeidsmarkt. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 63 van 91

65 4.3 Ontwikkelplan Inleiding Deze paragraaf bevat een weergave van de aanvullende maatregelen die de gemeente Enschede voornemens is door te voeren om het tekort op het budget BUIG terug te dringen. We kiezen primair voor een intensivering en aanscherping van ons beleid zoals beschreven in voorgaand hoofdstuk Probleemdefinitie en doelstelling De gemeente Enschede heeft een meerjarig tekort op het budget BUIG. Bij ongewijzigd beleid en uitvoering wordt voor de jaren 2013, 2014 en 2015 respectievelijk een tekort van 9,7%, 13,6% en 15,3% verwacht. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het tekort bij ongewijzigd beleid voor de periode weergegeven. Ontwikkeling Verwacht budget Verwachte kosten Verwacht tekort Verwacht tekortpercentage - 9,7% - 13,6% - 15,3% Tabel: Verwachte ontwikkeling budget en kosten van de bijstand, bron: gemeente Enschede. Het budget van 2013 is gebaseerd op het nader voorlopig budget Voor 2014 en 2015 verwachten wij dat het toegekende budget toeneemt. We hebben daarbij het uitgangspunt gehanteerd, dat de voorlopige macrobudgetten uit de begroting van het ministerie van SZW meestijgen met de kosten. Immers de budgetten worden aangepast aan de werkelijke aantallen. Ten opzichte van de prognose zoals opgenomen in de aanvraag MAU nemen als gevolg van de meer recente inzichten in de bestandsontwikkeling ook de kosten verder toe. Daar de werkloosheid hoog blijft en op korte termijn geen verbetering van de arbeidsmarkt wordt verwacht, verwachten wij in 2014 en 2015 in eenzelfde lijn een verdere toename van de kosten en onze tekorten. De sombere vooruitzichten zoals die recentelijk nog in de Miljoenennota 2014 zijn verwoord, zorgen voor de nodige onzekerheden als het gaat om de realisatie van onze ambities en de hier verwoorde extra maatregelen. Het belang van een goed functionerende sturing en beheersing (PDCA) is dan ook groot (zie Hoofdstuk 5). Doelstelling De primaire doelstelling van dit ontwikkelplan is om het beïnvloedbare deel van het tekort op het budget BUIG terug te brengen. De Inspectie SZW heeft in het oriënterend onderzoek zoals uitgevoerd door APE vastgesteld dat het tekort voor minimaal 31% valt te verklaren door een verdeelstoornis. De gemeente Enschede stelt dat het beïnvloedbare deel aanzienlijk kleiner is. Zie voor een uitgebreide toelichting hoofdstuk 2. De gemeente Enschede stelt dat het tekort kan worden teruggebracht via een intensivering van het vigerende beleid en een aantal aanvullende Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 64 van 91

66 maatregelen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het slagen van de hier geformuleerde maatregelen sterk afhankelijk zijn van de ontwikkelingen van de lokale economie. In dit ontwikkelplan gaan we uit van economisch herstel vanaf Indien dit herstel zich later of niet voordoet of als de economie nog meer krimpt komen de ambities in dit ontwikkelplan direct onder druk te staan en kunnen deze nauwelijks gerealiseerd worden. Rekening houdend met deze randvoorwaarden verwacht de Gemeente Enschede met de hierna geformuleerde maatregelen het tekort te kunnen terugbrengen. In onderstaande tabel is voor de periode weergegeven in welk tempo en in welke mate de gemeente Enschede het tekort kan terugbrengen: Doelstelling Verwacht budget Kosten (doelstelling) Tekort/overschot Tekort/overschot % -9,67% -10,93% -8,38% Tabel: tempo tekortreductie , bron: gemeente Enschede. De gemeente Enschede moet de komende jaren een flinke ombuiging van de bijstandsuitgaven realiseren. De periode tot en met 2015 zal worden gebruikt om de daling van uitgaven te bewerkstelligen. Per maatregel is aangegeven welke ombuiging wij daarmee verwachten te realiseren Aanpak en uitgangspunten ontwikkelplan Het doorvoeren van de maatregelen die in de volgende paragrafen worden beschreven betekent dat het bestaande beleid wordt geïntensiveerd en aangescherpt. De nadruk ligt op de werkgever op kop en het nemen van eigen verantwoordelijkheid door werkzoekenden. De werkzoekenden worden nog meer geprikkeld om in een eigen inkomen te voorzien. De uitkering blijft beschikbaar voor hen die dat niet kunnen. Voor het ontwikkelplan hanteren wij de volgende uitgangspunten: - De werkgever vormt het re-integratiemiddel, het einddoel, maar ook de partij die ondersteuning ontvangt; - Beschikbaar arbeidsvermogen wordt zoveel mogelijk benut (loonwaarde als kompas); - Eigen verantwoordelijkheid staat voorop; - Niet nakomen van afspraken wordt niet geaccepteerd; - Focus op structurele oplossingen. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 65 van 91

67 4.3.4 Maatregelen 2013/2014 Instroombeperking Het voorkomen dat mensen afhankelijk worden van een uitkering is in het huidige beleid één van de speerpunten. Toch denken wij dat we door extra maatregelen nog meer kunnen voorkomen dat mensen een beroep op een gemeentelijke uitkering doen. De gemeente Enschede heeft maatregelen ontwikkeld om in de periode de instroom verder te beperken. Concreet gaat het om de volgende maatregelen: - Beperking doorstroom WW naar Wwb; - Invoeren vier weken zoektijd voor iedereen ; - Aanpak voortijdig schoolverlaten. Beperking doorstroom WW naar Wwb In toenemende mate moeten mensen een beroep doen op de WW, omdat de werkgelegenheid afneemt. Het is reëel dat daardoor de komende jaren het aantal mensen toeneemt dat na afloop van hun WW-rechten een beroep gaat doen op de WWB. Om die reden wordt 2 fte extra ingezet om 4 maanden voor afloop van de WW-rechten extra werkbijeenkomsten te houden over reintegratie op basis van de Wwb en rechten in plichten. De bijeenkomsten hebben een instroombeperkend effect. Daarnaast wordt steevast doorverwezen naar de uitzendorganisaties. Eventuele noodzakelijke bijscholing zal door de gemeente worden gefaciliteerd. Deze maatregel gaat van kracht op 1 januari 2014 en levert naar verwachting in euro op en vanaf euro. Zoektijd voor iedereen De gemeente Enschede voert met dit ontwikkelplan voor alle nieuwe instroom ouder dan 27 jaar de zoektijd al in per 1 januari In de zoekperiode moet de werkzoekende zelf actief op zoek naar werk en/of scholing. Pas na afloop van de zoekperiode kan een aanvraag voor bijstand ingediend worden. Voorwaarde is wel dat men zich gedurende de zoekperiode aantoonbaar voldoende heeft ingespannen om werk en/of scholing te vinden. Indien iemand onvoldoende inspanning heeft geleverd wordt een sanctie opgelegd of wordt afgezien van het verstrekken van een uitkering. De maatregel heeft een instroombeperkende werking doordat het aantal intrekkingen, het aantal afwijzingen en het aantal aanvragen dat niet in behandeling wordt genomen wordt toeneemt. Dat levert in euro op en vanaf euro. Aanpak voortijdig schoolverlaten Door invoering van de nieuwe taal- en rekenniveaus in het MBO wordt een toename in het aantal VSV ers verwacht in de komende jaren. Meer VSV ers betekent meer instroom in de WWB. Om de succesvolle VSV-aanpak in Enschede verder te verstevigen en om de nieuwe instroom door de nieuwe regelgeving beperkt te houden, wordt 1,5 fte VSV-consulent (naast de bestaande VSVcapaciteit) ingeschakeld en ondergebracht in de poortwachtersfunctie. Deze maatregel levert in euro op en in euro. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 66 van 91

68 Instroombeperking Beperking doorstroom WW WWB Zoektijd voor iedereen Aanpak voortijdig schoolverlaten Totaal Tabel: Financiële prognose instroombeperkende maatregelen, bron: gemeente Enschede. Uitstroombevordering De uitstroom van uitkeringsgerechtigden stond de afgelopen jaren sterk onder druk als gevolg van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Om de uitstroom te vergroten, neemt de gemeente Enschede voor de periode de volgende aanvullende maatregelen: - Arbeidsmarktoffensief (zie paragraaf 4.2) - Vereenvoudigde aanvraagprocedure na beëindiging tijdelijk werk - Vergroten deeltijd werk - Jobcarving en functiecreatie - Project Focus Duitsland Aan het einde van deze subparagraaf worden de financiële effecten van de geformuleerde maatregelen weergegeven. Vereenvoudigde aanvraagprocedure na beëindiging tijdelijk werk De maatregel richt zich op uitkeringsgerechtigden die kans hebben op tijdelijk werk. Dit tijdelijke werk draagt bij aan het opdoen van werkervaring, het vergroten van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en het terugdringen van onze uitkeringslasten. Uit het rapport "Aansluiting Vraag en Aanbod Laaggeschoold Werk" blijkt dat er voor bijstandsgerechtigden een redelijke kans is op tijdelijk werk. De door de uitkeringsgerechtigden ervaren administratieve lasten die verbonden zijn aan de aanvaarding van tijdelijk werk (in situaties van uitkering-werk-uitkering-werk) gaan we tot een minimum beperken en daardoor het accepteren van tijdelijk werk extra stimuleren. Vergroten deeltijdwerk Naast het vergroten van het aanbod aan tijdelijk werk, waarmee mensen gedurende een korte periode in een eigen inkomen kunnen voorzien, zetten we ook sterker in op het vergroten van de inkomsten uit deeltijdwerk. Op dit moment is er bij ongeveer 11,3% van de uitkeringen sprake van inkomsten uit deeltijdwerk. Gemiddeld wordt een bedrag van 486 per maand bijverdiend. Deze partiële inkomsten leveren op jaarbasis ongeveer op. Wij verwachten dat het vergroten van deeltijdwerk en het vereenvoudigen van deeltijdwerk naast uitstroom ook een toename van de inkomsten uit arbeid oplevert met 15% per jaar. Dit kan worden gerealiseerd door verhoging van de inkomsten van mensen die al werken, maar ook door een nieuwe groep aan de slag te laten gaan. We verwachten dat we de totale omvang van inkomsten uit arbeid zo kunnen vergroten tot in Voor 2015 verwachten wij een totaal bedrag van aan inkomsten. Dit komt overeen met ongeveer 900 uitkeringen. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 67 van 91

69 Jobcarving en functiecreatie De gemeente creëert zelf geen banen, maar het is van belang om banen voor de laagopgeleide werkzoekenden beschikbaar te hebben. Jobcarving en functiecreatie dragen daaraan bij. De adviseurs werk zetten dit instrument sinds 2013 in. De eerste ervaringen zijn erg positief. Intensiveren werken met loonwaarde Het werken met loonwaarde zal worden geïntensiveerd. Dit betekent dat in 2014 het werken op basis van loondispensatie zal worden uitgebreid en met de komst van de Participatiewet zal worden omgezet in werken met loonkostensubsidie. Project Focus Duitsland De gemeente Enschede grenst aan Duitsland. Het plaatsingsgebied rondom Enschede is daardoor beperkt. Taalbarrière, cultuur en ontbreken van een algemeen wettelijk minimum loon blijken nog steeds aanzienlijke obstakels te vormen. De Duitse economie blijkt gedurende de economische crisis erg robuust. Verwacht wordt dat door een meer aantrekkende wereldeconomie de Duitse economie een stevige groeispurt zal gaan vertonen. Om deze reden wordt per 1 januari 2014 een nieuw project in het leven geroepen waarin bijstandsgerechtigden intensief taalonderwijs volgen om hun Duitse taalniveau op zeer korte termijn te verhogen B2 12. De adviseurs werk richten hun acquisitie inmiddels ook op Duitsland en begeleiden werkzoekenden richting de Duitse arbeidsmarkt. Uitstroombevordering Arbeidsmarktoffensief Vereenvoudigen aanvraagprocedure tijdelijk werk Vergroten deeltijdwerk Jobcarving en functiecreatie Intensiveren werken met loonwaarde Project Focus Duitsland Totaal Tabel: Financiële prognose uitstroombevorderende maatregelen, bron: gemeente Enschede. Handhaving De gemeente Enschede heeft haar handhavingsbeleid ingericht op basis van de principes van het hoogwaardig handhaven. Hierbij wordt gericht ingezet op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijstand met als doel het rechtmatig verstrekken van uitkeringen waardoor de instroom wordt beperkt en de uitstroom wordt bevordert. De gemeente Enschede werkt inmiddels al meerdere jaren volgens deze principes, waarmee wordt voorkomen dat mensen ten onrechte of een te hoog bedrag aan bijstand ontvangen. 12 Niveaustufen des Gemeinsamen Europäischen Referenzrahmens für Sprachen (GER). Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 68 van 91

70 De inrichting van het handhavingsbeleid op basis van de principes van hoogwaardig handhaven heeft de afgelopen jaren geleid tot goede resultaten. Om het tekort in de periode verder terug te dringen zijn naast het huidige handhavingsbeleid aanvullende maatregelen ingezet. Hieronder zijn de afzonderlijke maatregelen weergegeven: - Lik-op-stuk-beleid verzuim; - Intensivering incasso-activiteit; - Intensivering themaonderzoeken. Aan het einde van deze subparagraaf worden de financiële effecten van de geformuleerde maatregelen weergegeven. Met betrekking tot handhaving heeft de gemeente Enschede meerdere maatregelen opgesteld. Hierbij wordt niet alleen gebruik gemaakt van de bestaande middelen, maar wordt ook ingezet op nieuwe mogelijkheden om fraude op te sporen. Hieronder zijn de maatregelen toegelicht. De maatregelen worden per 1 januari 2014 van kracht en zullen dan ook vanaf dat moment effect sorteren. Lik-op-stuk-beleid verzuim Niet elke klant is gemotiveerd om mee te werken aan een re-integratietraject. Door intensievere controles van de no-shows en ziekmeldingen wordt het verzuim bij deelname aan een reintegratietraject verminderd en wordt de kans op uitstroom bevorderd. Daarnaast wordt in beeld gebracht of voor alle ziekmeldingen een geldige reden aanwezig is en kan er eventueel een maatregel worden opgelegd. Op grond van alle intensiveringsmaatregelen die gericht zijn op uitstroom, zal het aantal no-show-/verzuimmeldingen stijgen. Er wordt extra ingezet op de controle en aanpak hiervan. Intensivering incasso-activiteit Incasso van moeilijk inbare WWB-vorderingen wordt versneld en geïntensiveerd uitgevoerd door middel van huisbezoeken door een ervaren incasso-gespecialiseerde medewerker. Hiervoor is gekozen op basis van de positieve ervaring van een collega gemeente. Afhankelijk van de resultaten van deze aanpak kan deze geïntensiveerd worden. Mocht blijken dat de verwachte resultaten niet worden gehaald, dan wordt na een nadere analyse van de oorzaken bekeken of een externe partij hiervoor ingezet kan gaan worden. Intensiveren themaonderzoeken De afdeling handhaving krijgt additionele capaciteit om een intensivering van themaonderzoeken uit te voeren. Het is de bedoeling dat 3 themaonderzoeken extra per jaar worden uitgevoerd. Voor 2014 worden de thema s vastgelegd in het Jaarplan Handhaving Los van gerichte resultaten op de themagebieden heeft ervaring uit het verleden aangetoond dat themaonderzoeken ook de nodige bijvangsten genereren. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 69 van 91

71 Handhaving Lik op stuk beleid verzuim Gespecialiseerde incassomedewerker Intensiveren themaonderzoeken Totaal Tabel: Financiële prognose maatregelen handhaving, bron: gemeente Enschede. Aanpalende beleidsterreinen De gehele gemeentelijke organisatie is zich bewust van het belang om het tekort op de uitgaven aan bijstandsuitkeringen terug te dringen. Dit betekent dat naast het programma Economie & Werk ook andere programma s betrokken zijn bij het doorvoeren van maatregelen die gericht zijn op het terugdringen van het tekort. Ten aanzien van de aanpalende beleidsterreinen worden de volgende maatregelen geïntensiveerd: - Voorlichting over onderwijs; - Social return on investment (SROI). Voorlichting over onderwijs in relatie tot arbeidsmarkt Door tijdig personen voor te lichten over de mogelijkheden in het onderwijs en de kansrijke sectoren kan vroegtijdige uitval worden verkleind en kans op werk worden vergroot. In samenwerking met onderwijsinstellingen worden leerlingen van het ROC vanaf 1 januari 2014 voorgelicht over de (on)mogelijkheden op de arbeidsmarkt op basis van de gemaakte studiekeuze. Deze voorlichting bevat onder meer informatie over de sectoren waarin de kans op werk groot is en welke opleidingen er op dat vakgebied zijn. Social return on investment De gemeente Enschede heeft SROI reeds geïmplementeerd. De pilotfase heeft ons geleerd dat SROI per branche en/of aanbestedingsprocedure een specifieke invulling vraagt. Zo is voor de weg- en waterbouw in 2013 een pool van werkzoekenden opgezet. Uit deze pool kan worden geput bij toekomstige aanbestedingen. Als de werkzoekenden niet ingezet worden dan wordt gewerkt aan opleiding en vaardigheden. De samenwerking met de weg- en waterbouwbranche is een voorbeeld van structurele en langdurige samenwerking met opdrachtnemers/werkgevers in het kader van de uitvoering WWB. Deze zal uitgebreid worden naar andere branches. Effecten aanpalende beleidsterreinen De effecten van de maatregelen op de aanpalende beleidsterreinen zijn moeilijk direct te koppelen aan resultaten ten aanzien van bestandsreductie. De maatregelen dragen wel bij aan de gemeentebrede focus op het terugdringen van het aantal uitkeringen en het beperken van het tekort. In dit plan koppelen we hieraan geen concrete volumereductie. We zijn echter wel overtuigd van het feit dat deze maatregelen de meer concrete maatregelen ondersteunen. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 70 van 91

72 4.4.5 Financiële effecten ontwikkelplan De effecten die de maatregelen gericht op volumebeperking hebben, drukken wij financieel uit in verminderde uitkeringslasten. We hanteren daarbij het uitgangspunt, dat één verminderde uitkering een besparing oplevert gelijk aan de gemiddelde kosten van een uitkering in dat jaar bij ongewijzigd beleid. Dit effect staat in onderstaande tabel weergegeven. Effect maatregelen Instroombeperking Uitstroombevordering Handhaving Totaal Tabel: Financiële prognose maatregelen ontwikkelplan, bron: gemeente Enschede. Het financiële effect van maatregelen werkt niet één op één door in het verminderen van de totale kosten van bijstand in een bepaald jaar. Deze is afhankelijk van het moment waarop de uitstroom plaatsvindt en de hoogte van de uitkering die de betreffende persoon ontvangt. Ontwikkeling gemiddelde kosten uitkeringsgerechtigde Bij een afname van de totale kosten en het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigden, zoals hierboven geschetst, zullen ook de gemiddelde kostprijs per jaar per uitkering afnemen. Ten opzichte van ongewijzigd beleid verwachten wij in 2015 dat de gemiddelde kostprijs per jaar per uitkering 100 lager zijn. Ontwikkeling BUIG-budget en -uitgaven na ontwikkelplan In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van het budget BUIG en de verwachte uitgaven weergegeven na omzetting van dit plan van aanpak. De aanname hierbij is wel dat de lokale economie per 2014 daadwerkelijk moet gaan aantrekken. Een status quo van de lokale economie zoals deze er op dit moment voorstaat zou tot gevolg hebben dat een aanzienlijk deel van de geraamde ombuigingen niet kunnen worden gerealiseerd noch op andere wijze kunnen worden verkregen. Het op gang brengen van de landelijke en lokale economie ligt voor het grootste deel buiten de invloedssfeer van de gemeente. Verwacht tekort Verwacht budget Kosten (doelstelling) Tekort/overschot Perc. Tekort/overschot -9,67% -10,93% -8,38% Tabel: Financiële prognose ontwikkeling BUIG-budget na omzetting ontwikkelplan, bron: gemeente Enschede. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 71 van 91

73 5. Sturing 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt geschetst hoe de sturing en beheersing binnen de gemeentelijke organisatie is ingebed. 5.2 Sturingsfilosofie In onderstaande figuur is het organogram van de gemeente Enschede opgenomen. De gemeente Enschede is sinds 1 januari 2011 gekanteld naar een programmaorganisatie. Elk programma is een logisch samenhangend geheel van activiteiten gericht op het bereiken van maatschappelijke effecten. Raad Rekenkamer Griffie College van B&W Directie Concernstaf Economie & Werk Wijkontw. Zorg & Welzijn Opgroeien & Ontwikkeling Leefomgeving Stedelijke ontwikkeling Dienstverlening Bedrijfs- en managementondersteuning Figuur: Organogram gemeente Enschede, bron: gemeente Enschede. Uitvoering van de Wet Werk en Bijstand is ondergebracht in het Programma Economie & Werk (E&W). Hoofddoel van het programma Economie & Werk is een sociaal economisch sterk Enschede. Onder dit programma valt de uitvoering van het Economisch Beleid, de WWB, het Ondernemersloket, re-integratie, armoedebeleid (waaronder de Bijzondere Bijstand en Schuldhulpverlening) en de sociale werkvoorziening. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 72 van 91

74 Programmadirecteur Managementteam E&W Staf Werk Inkomen Beschut DCW Ondernemersloket Strategie & Beleid Team Adviseurs Werk Team Diagnose & WZB Team Detacheringen Team Arbeidsmarktoffensief Team Inkomen Team Claimbeoordeling Team Specifieke Taken Team Bedrijfsbureau Team Handhaving Team Productie Team Groen Team Service Centrum Personeel Figuur: Organogram Programma Economie & Werk, bron: Gemeente Enschede. Binnen het Programma E&W vallen organisatie-eenheden die primair zijn belast met de uitvoering van de Economische Visie, de Enschedese Arbeidsmarktaanpak (EAA), het Armoedebeleid en de Sociale Werkvoorziening. Sinds 1 januari 2012 is de inrichting van het Programma conform het Businessplan EAA volledig in lijn gebracht met de Enschedese Arbeidsmarktaanpak door het invlechten van het voormalige SW-bedrijf DCW in het Programma E&W. 5.3 PDCA De gemeente brede planning en controlcyclus is vastgelegd in Koers053. De algemene uitgangspunten van Koers053 zijn: - Meer aandacht voor inhoudelijke politiek-bestuurlijke prioriteiten, maatschappelijke vraagstukken én de onderlinge verbinding / samenhang. Waar mogelijk proberen we verbinding te leggen tussen de gemeentelijke IPC-cyclus en die van onze belangrijkste partners in de stad. - Verminderen administratieve lasten, kortere doorlooptijden, actualiteit van informatie. Rekening houden met verschillende niveaus van informatiebehoefte tussen raad, college en ambtelijke organisatie. - De IPC-cyclus wordt vanzelfsprekend het instrument voor ons allemaal om te kunnen sturen en beheersen. Zowel voor directie als voor beleidsadviseurs en financials. - Inzetten moderne communicatiemiddelen (o.a. digitalisering, social media). Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 73 van 91

75 - Voldoen aan vereisten wet- en regelgeving (o.a. gemeentewet, besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies). De bestuurlijke planning en control cyclus bestaat uit de volgende onderdelen: Financiële Foto In de financiële foto wordt de balans opgemaakt als opmaat richting de Kadernota. Vroegtijdig wordt inzicht gegeven in het voorlopige rekeningresultaat, bestuurlijke herziening MPG (grondbeleid) en informatie over treasury en de effecten daarvan op het structurele en incidentele middelenkader. Dit maakt het mogelijk om tijdig de goede bestuurlijke gesprekken te voeren en eventueel ambities bij te stellen. Gemeenterekening Essentieel is dat de Gemeenterekening naast de functie van verantwoorden ook bijdraagt aan focus op het politiek-bestuurlijk debat. In het Jaarverslag zijn daarom de volgende onderdelen opgenomen: - de doelenbomen per programma; - recente set effectdoelstellingen en indicatoren, zoals vastgesteld door de raad in juli 2011 (door een nieuwe raad te actualiseren in 2014); - bij de toelichting op wat hebben we bereikt wordt indien van toepassing ook aangeven of afwijkingen leiden tot aanpassing van beleid of de uitvoering daarvan; - in het overzicht van de politieke speerpunten is, middels twee kolommen, aangegeven wat we hadden afgesproken en in hoeverre dit is gehaald; - duidelijke analyse bij de tabel wat mag het kosten op productniveau zodat ook hier voldoende aandacht is voor meer operationele resultaten. Concernrapportage De concernrapportage is een beleidsmatige en financiële voortgangsrapportage over de eerste maanden van het lopende jaar. Specifiek wordt ingegaan op de voortgang van de politieke speerpunten per programma. De financiële voortgang wordt op productniveau gerapporteerd, zodat ook voldoende inzicht wordt gegeven in relevante operationele ontwikkelingen. De concernrapportage wordt vóór behandeling van de Kadernota aangeboden aan de Raad zodat de prognose onderdeel kan uitmaken van besluitvorming over komende jaren. Kadernota In de Kadernota ligt de nadruk op de integrale kaderstelling en keuze op hoofdlijnen voor de komende jaren. Het gaat dus vooral ook om sturing op de samenhang en verbinding tussen de programma s. De Financiële Foto, de terugblik over de eerste maanden van het lopende jaar, de resultaten vanuit de Gemeenterekening, de meicirculaire van de rijksoverheid en de inhoudelijk uitkomsten uit de partnergesprekken vormen belangrijke input hiervoor. Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 74 van 91

76 Najaarsnota De najaarsnota bevat een primair financiële actualisering van de geprognosticeerde resultaten zoals in de Concernrapportage opgenomen. Tevens wordt over eventuele bijsturingsmaatregelen die in de Concernrapportage zijn geformuleerd, gerapporteerd. Programmabegroting We stellen jaarlijks de programmabegroting op ter vaststelling in de raadsvergadering van november. Primaire focus van de programmabegroting ligt op de effectdoelstellingen en politieke speerpunten. Ontwikkeling van de begroting blijft een belangrijk speerpunt van zowel Raad, college als ambtelijke organisatie. Zo zijn er in samenwerking met de Raad nieuwe effectdoelen en indicatoren opgenomen, is er voor ieder programma een doelenboom, is er meer aandacht gekomen voor analyse en duiding van financiën en is een eenvoudiger productindeling tot stand gebracht. Programma E&W In aansluiting op de bestuurlijke cyclus is voor de sturing en beheersing binnen het Programma Economie & Werk het Businessplan EAA opgesteld. Als het gaat om het arbeidsmarktbeleid en uitvoering van de WWB dan zijn een drietal strategische beleidsnota s leidend: - Enschedese Arbeidsmarktaanpak EAA (december 2010) - Economische Visie (januari 2012) - Nota Armoedebeleid Vertrouwen op Solidariteit (juli 2011) De Economische Visie en EAA worden vertaald in jaarplannen waarin de operationele output voor een bepaald jaar in wordt verwoord. De verschillende afdelingen binnen het programma stellen daarnaast jaarplannen op. Hierin wordt op basis van bestandsanalyses in combinatie met de vraag van de arbeidsmarkt vastgesteld welke werkzoekenden kunnen worden toegeleid naar regulier werk. Indien nodig wordt een EAA-instrument ingezet. Deze jaarplannen bevatten ook nadere tactisch-operationele kritische prestatie-indicatoren (KPI s) op basis waarvan het management kan sturen. De jaarplannen worden vertaald naar Resultaatgerichte Afspraken (RGA s) met individuele medewerkers. Periodiek worden de behaalde resultaten gemonitord en waar nodig vindt bijsturing plaats. Strategisch Economische Visie Enschedes Arbeidsmarktaanpak (EAA) Vertrouwen op Solidariteit (Armoedebeleid) Tactisch Uitvoeringsplan Economische Visiw Uitvoeringsprogramma EAA Jaarplan Handhaving Operationeel Afdelingsplannen RGA's Analyserapport MAU Gemeente Enschede pagina 75 van 91

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 Utrecht, 12 februari 2013 Martin Heekelaar, tel 06-23152767 Ad Baan, tel 06-55364740 1 Gemeenten kunnen (feitelijk: moeten) een MAU aanvragen als: Voldoen

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Onderzochte factoren in MAU toets 2013

Onderzochte factoren in MAU toets 2013 Onderzochte factoren in MAU toets 2013 Tabel 1 toont de door APE onderzochte factoren in de MAU toets van 2013. Het betreffen hier zowel factoren waarvan is aangetoond dat deze samenhangen met de bijstandsuitgaven

Nadere informatie

BAWI/U200801717 Lbr. 08/170

BAWI/U200801717 Lbr. 08/170 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Meerjarig aanvullende Uitkering I-deel WWB uw kenmerk ons kenmerk BAWI/U200801717 Lbr. 08/170 bijlage(n) datum

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Versie 15-11-2016 Opgesteld door Futureconsult in opdracht van de gemeente Haaksbergen in het kader van de Strategische Visie Haaksbergen 2030 1 Inhoudsopgave 1. Bevolkingssamenstelling...

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016 No.: Portefeuillehouder: Wethouder F.J.A. Hommel Afdeling: Samenleving Behandelaar: C.L. Aarnoudse De raad van de gemeente Tholen Tholen, 25 oktober 2016 Onderwerp: Voorstel om uw opvattingen kenbaar te

Nadere informatie

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente Aan Cc - Van Paul Schenderling; Martin Heekelaar Datum 16 juli 2013 Betreft Maatwerkrapport WWB in 1.1 Woord vooraf Dit document is een geanonimiseerd voorbeeld van een beknopt maatwerkrapport dat Berenschot

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Factsheet Strategie&Beleid Economie, Werk en Onderwijs, Juni 2015

Factsheet Strategie&Beleid Economie, Werk en Onderwijs, Juni 2015 Factsheet Strategie&Beleid Economie, Werk en Onderwijs, Juni 2015 1. Werkloosheidspercentage CBS Definitie werkloze beroepsbevolking: personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud 6 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zesde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Datum 25 januari 2013 Betreft MAU 2013-2015. Geacht college,

Datum 25 januari 2013 Betreft MAU 2013-2015. Geacht college, > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Aan Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.rijksoverheid.nl Contact Betreft MAU 2013-2015 Geacht college,

Nadere informatie

Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede Periode: 1 januari t/m 31 december 2013

Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede Periode: 1 januari t/m 31 december 2013 Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede Periode: 1 januari t/m 31 december 2013 Meerjarige Aanvullende Uitkering Gemeente Enschede Periode: 1 januari t/m 31 december 2013 Ter attentie van Toetsingscommissie

Nadere informatie

Financiële effecten van de Participatiewet

Financiële effecten van de Participatiewet Financiële effecten van de Participatiewet Utrecht, 5 december 2012 Martin Heekelaar E: m.heekelaar@berenschot.nl M: 06-23152767 1 Wet werken naar vermogen wordt Participatiewet Invoering op 1 januari

Nadere informatie

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Mariëtte Goedhuys-van der

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Voorschoten September 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014.

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014. GEMEENTE r&śĺé* BEUNINGEN Toetsingscommissie WWB Postbus 91.546 2509 EC DEN HAAG Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp 21 JUL 2015 UI15.06161 llll Sarah Albers 14 024 Aanvraag IAU 20144

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Wassenaar Oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Beleidsontwikkeling. Ons kenmerk Datum uw brief

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Beleidsontwikkeling. Ons kenmerk Datum uw brief Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@ nijmegen.nl Postadres Postbus 9105

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Datum 0 6 AUG. 2013 Betreft Verzoek Meerjarige aanvullende uitkering

Datum 0 6 AUG. 2013 Betreft Verzoek Meerjarige aanvullende uitkering Inspectie SZW Ministerie van Sociale ZaJcen en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heemstede Postbus 352 2100 AJ HEEMSTEDE

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners. Sociale zekerheid Werk en inkomen De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 10.016 inwoners. Sociale zekerheid De gegevens over de sociale zekerheid zijn alleen op gemeentelijk

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de 5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners. Sociale zekerheid Werk en inkomen De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 14.291 inwoners. Sociale zekerheid De gegevens over de sociale zekerheid zijn alleen op gemeentelijk

Nadere informatie

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder Financiering Bijstand Bastiaan Ouwehand Tim Mulder Onderwerpen 1. Verdeelmodel Gebundelde Uitkering hoe werkt de verdeling van middelen voor de bijstand? wijzigingen verdeelmodel 2019 2. Macrobudget: verhoogde

Nadere informatie

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur Incidenteel Aanvullende Uitkering Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, 19.30 uur 1 Presentatie Achtergronden Wet Werk & Bijstand Budgetvaststelling en verdeling Aanvullende uitkeringen

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0 Stadsmonitor -Samenvatting- Modules Samenvatting 1 Wonen en woonaantrekkelijkheid 2 Gezondheid en zorg 3 Werk 4 Duurzame stad 5 Binnenstad 6 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Format analyse verzoek incidentele aanvullende uitkering over 2011

Format analyse verzoek incidentele aanvullende uitkering over 2011 Format analyse verzoek incidentele aanvullende uitkering over Instructie voor het invullen van dit formulier Voor welke gemeenten geldt dit formuliergeheel of ten dele? o Gemeenten met minder dan 10.000

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud 7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Nr Houten, 20 maart Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) WWB Inkomensdeel

Nr Houten, 20 maart Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) WWB Inkomensdeel Raadsvoorstel Nr. 2012-019 Houten, 20 maart 2012 Onderwerp: Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) WWB Inkomensdeel 2012-2014. Beslispunten: In te stemmen met het indienen van een aanvraag voor

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2014 I Deze economische monitor gaat nader in op de ontwikkeling van de economie en arbeidsmarkt in Ede en de regio FoodValley met de focus op het tweede halfjaar van 20. Daarnaast

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, maart 2016 Doorstroom van WW naar bijstand in grotere gemeenten hoger Het aantal mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht komt groeide de afgelopen jaren.

Nadere informatie

Sociaal economisch profiel

Sociaal economisch profiel Sociaal economisch profiel Op veel gebieden is de sociaal economische positie van de Nijmeegse bevolkings sinds de crisis van 2008 verslechterd: de groei van het inkomensniveau is gestopt evenals de groei

Nadere informatie

Al A/B. 1^ i M. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gemeente. Ėnscbêde. Reg, nr. Behandeltermijn

Al A/B. 1^ i M. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gemeente. Ėnscbêde. Reg, nr. Behandeltermijn Gemeente Reg, nr. Ėnscbêde Al A/B 1^ i M Ingekomen 2 h DEC. 2013 Afdeling *Ź~\Ą \^f1 / f \Ą Behandeltermijn Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid! > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Nadere informatie

Helmond, 8 november 2010 Ons kenmerk: Doorkiesnr.: Onderwerp: Werkloosheidsrapportage 2010 Uw kenmerk: Uw brief d.d.

Helmond, 8 november 2010 Ons kenmerk: Doorkiesnr.: Onderwerp: Werkloosheidsrapportage 2010 Uw kenmerk: Uw brief d.d. Aan de leden van de gemeenteraad. Raadsinformatiebrief 97 Beleidscoördinatie Onderzoek en Statistiek Helmond, 8 november 2010 Ons kenmerk: 1099009331 Doorkiesnr.: 0492-587299 Onderwerp: Werkloosheidsrapportage

Nadere informatie

Werkloosheid in juli verder gedaald

Werkloosheid in juli verder gedaald Persbericht PB14-051 21 augustus 2014 9:30 uur Werkloosheid in juli verder gedaald - De laatste maanden meer mensen aan het werk - Beroepsbevolking 100 duizend kleiner dan een jaar geleden - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in augustus licht gestegen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in augustus licht gestegen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-054 20 september 9.30 uur Werkloosheid in augustus licht gestegen Ruim een jaar stijgende lijn werkloosheid Vooral meer jongeren werkloos dan een jaar

Nadere informatie

Jeugdhulp Benchmark 1.0 Gemeente: Dummy. Regio: Regio Dummy Provincie: Provincie Dummy

Jeugdhulp Benchmark 1.0 Gemeente: Dummy. Regio: Regio Dummy Provincie: Provincie Dummy Jeugdhulp Benchmark 1.0 Gemeente: Dummy Regio: Regio Dummy Provincie: Provincie Dummy Q2 2015 De Benchmark Deel 1: Historische gegevens. Met behulp van de Gemeente Jeugdhulp Benchmark 1.0 krijgt u als

Nadere informatie

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0% Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Bijstandsuitkeringen Ontwikkeling bijstandsuitkeringen 24 en 25 - -7,5% - 2% 5% % 5% 25-2,5% % -5% -% -5% -2% 24 2,5% 7,5% Verticale as: afwijking t.o.v. landelijk

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2014-2042 Datum Augustus 2014 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 1 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2011 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

i-'l-li'i'-hliwi'-i'l

i-'l-li'i'-hliwi'-i'l Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 9 8 1 259 LV Den Haag Directie Inkomensverzekeringen e -voorzieningen Afdeling Financieringsbeleid Aan het college van burgemeester

Nadere informatie

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN BIJSTAND BLIJFT GROEIEN HET STERKST IN DE GROTE GEMEENTEN Vrijdag, 16 september 2011 Groeit de bijstand in alle gemeenten? Waar is de stijging het sterkst? De laatste resultaten vindt u hier. CBS-cijfers

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1 ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1 De economische monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De economische monitor is verdeeld in twee delen. Het

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2012

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2012 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 2 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2012 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Gemeente Delft VERZONDEN 2 3 E P, Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft VERZONDEN 2 3 E P, Geachte leden van de raad, m Gemeente Delft Publiekszaken Werk, Inkomen en Zorg Retouradres : Publimkszaken. Poctbus 111.2600 AC Delft Aan de leden van de raad 6ahandild door Marcal Schikhof Telefoon 0610705892 mschikhof@delft.nl

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers

Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers september 208 Regio Food Valley Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers regio Food Valley In aansluiting op de brochure Onderwijs en arbeidsmarkt in cijfers is deze aanvullende

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-013 21 februari 9.30 uur Sterke stijging werkloosheid Werkloosheid in januari opgelopen naar 7,5 procent Jeugdwerkloosheid gestegen tot 15 procent Aantal

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, maart 2016 Minder nieuwe WW-uitkeringen in eerste kwartaal In maart steeg het aantal WW-uitkeringen in de arbeidsmarktregio s Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari 2016. Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari 2016. Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0 Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- Modules Samenvatting 1 Werk 2 Leren 7 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek tel.: (024) 329 98 89 (O&S) e-mailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:185

ECLI:NL:CRVB:2016:185 ECLI:NL:CRVB:2016:185 Instantie Datum uitspraak 19-01-2016 Datum publicatie 25-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3083 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015 Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Utrecht, 19 mei 2015 Inhoud 1. Financieringssystematiek Participatiewet 2. Keuze voor nieuwe model 3. Hoe werkt het multiniveau-model? 4. Proces

Nadere informatie

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Persbericht PB14 037 02 06 2014 16.00 uur CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Koopkracht van werknemers in gezondheids- en welzijnszorg steeg in 2008-2012 elk jaar Zelfstandigen en pensioenontvangers

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Staat van Leiden 214 Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde:

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2014

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2014 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 4 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2014 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Onderwerp Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie

Onderwerp Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie Raad VOORBLAD Onderwerp Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering 212-214 Agendering Commissie Bestuur Gemeenteraad Commissie Ruimte Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal Informerende Commissie Behandelwijze

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren Persbericht PB14-033 15 mei 9:30 uur Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren - Werkloosheid in april licht gestegen - Arbeidsdeelname afgenomen bij jongeren - Aantal WW-uitkeringen in

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Gemeenten worden geconfronteerd met hoge kosten voor onder andere de SW- populatie, een dalend subsidiebedrag

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S augustus 2013

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S augustus 2013 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 3 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S augustus 2013 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011 Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011 1 Inleiding In 2011 hebben Etil en Research voor Beleid in opdracht van de Provincie Limburg de ontwikkeling van de Limburgse arbeidsmarkt onderzocht

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie