Beoordelingsinstrument erkenning opleidingen ESF Beoordelingsaspecten en -criteria Normering en toepassing van criteria

Transcriptie

1 Beoordelingsinstrument erkenning opleidingen ESF Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Deel 5 Inleiding Beoordelingsaspecten en -criteria Normering en toepassing van criteria Begrippenlijst Toelichting

2 Deel 1. Inleiding Dit document bevat een beoordelingsinstrument ontwikkeld door het KwaliteitsCentrum Examinering (KCE) in samenwerking met het Agentschap SZW. Doel van het instrument is opleidingen te toetsen aan de hand van de inhoudelijke voorwaarden in de regelgeving ten behoeve van projecten op het gebied van verbetering arbeidsmarktpositie werkenden als bedoeld onder Actie D van het Operatiol Programma. ESF In de procedure voor afhandeling van de subsidieaanvraag is sprake van diverse schijven. I. In de eerste schijf gaat het om aanvragers die een opgave overleggen van opleidingen gelieerd aan een CREBO-code van het mbo. Deze opleidingen zijn opgenomen in het CREBO-register. Deze opleidingen komen in principe voor ESF-subsidie in aanmerking, mits de aanvraag voldoet aan administratieve en financieel-technische eisen. II. In de tweede schijf gaat het om de groep opleidingen waarvan al eerder is vastgesteld, dat zij voldoet aan de voorwaarden. Dit betreft de lijst van reeds erkende opleidingen, die vermeld staat op website van het Agentschap van SZW Ook deze opleidingen komen in principe voor ESF-subsidie in aanmerking mits de aanvraag voldoet aan administratieve en financieel-technische eisen. III. In de derde schrijf gaat het om de aanvragen, waarvan kan worden vastgesteld dat zij niet onder schijf I en/of II vallen. Deze worden beoordeeld volgens het door KCE en het Agentschap SZW ontwikkelde beoordelingsinstrument met als doel om vast te stellen of subsidie kan worden toegekend. Voorliggend beoordelingsinstrument is als volgt opgebouwd: Na bovengenoemde inleiding (deel 1), volgt een uitleg over het in te zetten beoordelingsinstrument met de vier beoordelingsaspecten en de daaronder vallende beoordelingscriteria (deel 2). In deel 3 is de normering weergegeven. De gehanteerde begrippen zijn in deel 4 nader verklaard. In deel 5 is een hoofdstuk Toelichting opgenomen. Daarin volgt nadere informatie ten behoeve van de aanvrager (O&O-fondsen) en is het KCE-beoordelingsschema weergegeven. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 2

3 Deel 2. Beoordelingsaspecten en -criteria Beoordelingsaspecten Gegeven de in schijf III aangeboden opleidingen, hanteert KCE de vier onderstaande beoordelingsaspecten, die op hun beurt zijn uitgewerkt in beoordelingscriteria. Uit de beoordeling moet blijken of de in het kader van het project aangeboden opleiding voldoet aan de onderstaande vier beoordelingsaspecten: 1. de opleiding voldoet aan de niveaueisen van het mbo 2. de opleiding is een extra kwalificatie voor de branche; 3. de opleiding heeft civiel effect; 4. de opleiding is algemeen toegankelijk. Vervolgens worden de beoordelingsaspecten uitgewerkt in beoordelingscriteria. Elke projectaanvraag dient in het algemeen aan een aantal kenmerken te voldoen die beoordeling mogelijk maakt. Beoordelingscriteria 1. Het niveau van de opleiding is aangegeven. Om het niveau van de opleiding te kunnen bepalen is het noodzakelijk dat de aanvrager aantoont dat de opleiding is gerelateerd aan de verschillende opleidingsniveaus zoals bekend in het middelbaar beroepsonderwijs. De indeling in het middelbaar beroepsonderwijs kent vier opleidingsniveaus die in de WEB (Wet educatie beroepsonderwijs, artikel ) staan vermeld, te weten: Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 assistentenopleiding basisberoepsopleiding vakopleiding middenkaderopleiding en de specialistenopleiding Om vast te kunnen stellen of het opleidingsniveau zich richt op een niveau dat valt binnen het maximaal aanvaardbare, dient de aanvrager één of meer van de volgende bewijzen c.q. verklaringen te overleggen: Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 3

4 A Het niveau van de opleiding De opleidingsduur (A1) en het niveau van de opleiding(a2) A1 De opleiding voldoet aan de minimale opleidingsduur; A11 De opleiding heeft minder dan acht klokuren en een kwalitatieve onderbouwing; N.B. De minimale opleidingsduur waaraan een opleiding dient te voldoen bedraagt voor wat betreft de uitvoering 8 klokuren. Indien voor minder dan 8 klokuren een opleiding wordt aangeboden zal de aanvrager een kwalitatieve onderbouwing, gerelateerd aan de opleidingsduur, moeten geven. Hierbij valt te denken aan: - intensieve voorbereiding van de cursist op de cursus (doornemen van lesstof, opstellen/ontwikkelen van portfolio) of het afleggen van examens; - opdrachten uitvoeren buiten de feitelijke cursus; - werkvormen waarbij tijdens de cursus de ervaringen vanuit de beroepspraktijk worden ingebracht; - module als onderdeel van een groter geheel; - vervolg van een reeds eerder behaald onderdeel A2 A3 A4 A5 A6 A7 De aanvrager geeft duidelijkheid over het doel van de opleiding; De aanvrager geeft duidelijkheid over de aansluiting bij de doelstelling van het O&O-fonds of het samenwerkingsverband en de aansluiting bij de doelstelling van het onderhavige project. De aanvrager overlegt een verklaring van een daartoe bevoegde overheidsinstantie waaruit het niveau van de opleiding blijkt; De aanvrager overlegt een verklaring van een erkend EVC-aanbieder waaruit het niveau van de opleiding blijkt en die wordt ondersteund door het O&O-fonds of het samenwerkingsverband; De aanvrager overlegt een bewijs waaruit blijkt dat bij afsluiting van de opleiding een gevalideerd portfolio is overlegd die toetreding mogelijk maakt tot een erkende beroepsopleiding. De aanvrager overlegt een bewijs waaruit blijkt dat er een relevante relatie is met een CREBO-opleiding. De opleiding richt zich op één van de aangegeven niveaus en heeft aantoonbaar kwalificatiekenmerken die behoren bij een CREBO-erkende opleiding. B. De opleiding is een extra kwalificatie voor de branche Om vast te kunnen stellen of een opleiding als een extra kwalificatie voor de branche kan worden gezien, dient de aanvrager één of meer van de volgende bewijzen c.q. verklaringen te overleggen: B1 B2 De aanvrager geeft duidelijkheid over de inhoud van de opleiding in relatie tot de beroepsvereisten; De aanvrager geeft duidelijkheid over de bijdrage van de opleiding aan de inzetbaarheid; Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 4

5 B3 B4 De aanvrager geeft duidelijkheid over de erkenning van de opleiding als extra kwalificatie op de arbeidsmarkt waarbij: a. de opleiding verplicht is vanuit de branche of vanuit wetgeving, of; b. de branche de opleiding erkent als kwalificatie binnen de betreffende branche; De aanvrager geeft duidelijkheid over de erkenning van het certificaat of diploma door de branche, overheid of raad van accreditatie. C. De opleiding heeft een civiel effect. Civiel effect heeft betrekking op de rechten (bijvoorbeeld toelating tot beroepsgroepen, toelating tot opleidingen, inschaling binnen een CAO) die aan een certificaat of bewijsstuk ontleend kunnen worden. De arbeidsmarktpositie en de inzetbaarheid van werknemers worden verbeterd als werknemers een kwalificerende opleiding volgen of een opleiding volgen waardoor de competenties van medewerker vergroot worden. Om vast te kunnen stellen of een opleiding zich richt op het civiele effect dient de aanvrager één of meer van de volgende bewijzen c.q. verklaringen te overleggen: C1 C2 C3 C4 C5 De aanvrager geeft duidelijkheid over in hoeverre de inhoud van de opleiding een betere positie op de arbeidsmarkt mogelijk maakt voor de werknemer; De aanvrager geeft duidelijkheid over in hoeverre de inhoud van de opleiding een verbetering beoogt van de employability van de werknemer; De aanvrager geeft duidelijkheid over in hoeverre de opleiding wordt afgesloten met een examen en bewijs van deelname (certificaat) met een toelichting waarop staat vermeld welke leerdoelen, eindtermen, competenties of vaardigheden zijn behaald; De aanvrager geeft duidelijkheid over in hoeverre de opleiding aansluit bij een opleidingsstructuur opgezet door de branche of sector, of vermeld staat in een cursuscatalogus voor de branche of sector; De aanvrager geeft duidelijkheid over de aanwezigheid van een kwaliteitskeurmerk waaruit de deskundigheid van de opleider blijkt. D. De opleiding is algemeen toegankelijk. Algemene toegankelijkheid van een opleiding houdt in dat de inhoud van de opleiding binnen de gehele branche bruikbaar is en een bedrijfsoverstijgend karakter kent. Om vast te kunnen stellen of een opleiding zich richt op algemene toegankelijkheid dient de aanvrager één of meer van de volgende bewijzen c.q. verklaringen te overleggen: D1 D2 De aanvrager geeft duidelijkheid over het feit dat de deelnemer met de inhoud van de opleiding in de gehele branche terecht kan; De aanvrager geeft duidelijkheid over het feit dat de totale inhoud van de opleiding een bedrijfsoverschrijdend karakter heeft en de lesstof overdraagbaar is naar elk ander bedrijf in de betreffende branche. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 5

6 Deel 3 Normering en toepassing van criteria De aanvrager geeft duidelijkheid over of toont aan dat de opleidingen voldoen aan de beoordelingsaspecten en beoordelingscriteria van deze notitie. Aantoonbaar maken betekent dat er transparantie wordt geboden in de beoordeling van de gestelde criteria. De bewijzen daarvoor levert de aanvrager zelf aan. De beoordelingscriteria geven een kader aan met welke bewijzen de aanvrager aantoonbaar kan maken dat de opleiding voldoet aan de criteria, zodat de opleiding een erkenning kan krijgen van het Agentschap SZW. Ondanks het feit dat het in het eerste aanvraagtijdvak nog niet mogelijk is gebleken om dit format vóór indienen van de aanvraag toe te passen adviseert het Agentschap SZW de O&O Fondsen voor het volgende aanvraagtijdvak dit format toe te passen vóór indienen van de subsidieaanvraag, zodat er vanuit de aanvrager al een eerste toets heeft plaatsgevonden op de in het project opgenomen opleidingen. Een indicatie of de aangeleverde informatie kans maakt op een positieve beoordeling hangt af van de kwaliteit van de aangeleverde documenten en informatie. Indien de informatie voldoende aantoonbaar en overtuigend is, kan de beoordeling positief zijn. Het stroomschema, opgenomen in deel 5, laat zien aan welke beoordelingscriteria in ieder geval moet zijn voldaan om tot een positief advies te komen. In een overzicht betekent dat: A. Niveau van de opleiding Indicator A1 of A11 (opleidingsduur) én A2 (doel van de opleiding) én A3 (doelstelling O&Ofonds) positief beantwoorden. Daarnaast dient één indicator uit A4 t/m A7 positief beantwoord te zijn. Dit levert een doorstroom op naar stroomschema B. B. Extra kwalificatie voor de branche. Indicator B1(beroepsvereisten) én B2 (inzetbaarheid) positief beantwoorden. Daarbij dient één indicator uit B3 en B4 positief beantwoord te zijn. Dit levert een doorstroom op naar stroomschema C. C. Civiel effect van de opleiding. C1(betere positie arbeidsmarkt) én C2(verbetering inzetbaarheid) positief beantwoorden. Van de overige indicatoren uit C3 t/m C5 dient één indicator positief beantwoord te zijn voor een doorstroom naar stroomschema D. D. Algemene toegankelijkheid. D1(inhoud is branchetoegankelijk) én D2(bedrijfsoverschrijdend karakter) positief beantwoorden. Dit levert uiteindelijk een erkenning van de opleiding op. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 6

7 Deel 4 Begrippenlijst Aantoonbaar maken Onderbouwen met feitelijke informatie en documentatie. Algemeen toegankelijk Algemene toegankelijkheid van een opleiding houdt in dat de inhoud van de opleiding binnen de gehele branche bruikbaar is en een bedrijfsoverschrijdend karakter kent. Arbeidsmarktpositie Economische aanduiding voor de plaats van werknemers in het totaal van vraag en aanbod van arbeid. Met name de positie van werknemers met een tijdelijk contract kan door het op peil brengen of houden van hun opleidingsniveau worden versterkt. Bedrijfsoverschrijdend karakter Het resultaat van de opleiding blijft niet beperkt tot het bedrijf waar de werknemer wordt opgeleid maar dient ook bruikbaar te zijn in andere vergelijkbare beroepssituaties. Betrouwbaar Herhaald onderzoek leidt tot dezelfde beoordeling. Beoordelingsaspecten Algemene eisen waaraan voldaan moeten worden. Het gaat in dit geval om: Opleidingsniveau eisen; Erkenning door de branche als extra kwalificatie; Civiel effect van een opleiding; Algemeen toegankelijkheid van een opleiding. Beoordelingscriteria Binnen de beoordelingsaspecten nadere maatstaven waaraan de aanvraag c.q. opleiding dient te voldoen. Door de branche erkend Een door de branche afgegeven document waaruit blijkt dat genoemde cursus/opleiding voldoet voor een nader te noemen functie/beroepsuitoefening binnen de branche. Civiel effect Civiel effect heeft betrekking op de rechten (bijvoorbeeld toelating tot beroepsgroepen, toelating tot opleidingen, inschaling binnen een CAO) die aan een certificaat ontleend kunnen worden op de arbeidsmarktpositie of de verbetering van de inzetbaarheid van werknemers door het volgen van de betreffende opleiding. Competentie Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen om in voorkomende situaties op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze proces- en resultaatgericht te handelen, dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om de juiste resultaten te bereiken. Competenties zijn samengesteld van karakter, verwijzen naar onderliggende vaardigheids-, kennis-, en houdingsdomeinen en worden in een context toegepast en ontwikkeld. (COLO) Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 7

8 CREBO Het Centraal Register Beroeps Opleidingen (zie artikel van de WEB) waarin alle opleidingen binnen het mbo zijn geregistreerd. Zie hiervoor de website Van Cfi ( CREBO-gerelateerde opleiding Een opleiding die in de doelstelling, eindtermen, competenties, leerdoelen, vaardigheden of anderszins op overeenkomstige wijze, nauw verwant is aan een CREBO-erkende opleiding Deelkwalificatie Eindtermen voor beroepsopleidingen volgens de WEB zijn onderverdeeld in deelkwalificaties. Een deelkwalificatie is een combinatie van eindtermen vastgesteld voor een bepaalde beroepsopleiding, die in het licht van de uitoefening van het beroep waarop de opleiding is gericht een zelfstandige betekenis hebben. (zie artikel van de WEB). Eindtermengerichte kwalificatiestructuur Een overzicht van beroepsopleidingen met daarin opgenomen de beroepseisen in de vorm van eindtermen. Een eindterm geeft een omschrijving waaraan een startbekwame beroepsbeoefenaar moet voldoen. De structuur is onderverdeeld in deelkwalificaties waaraan eindtermen zijn verbonden. Employability Wanr een werknemer beschikt over op de markt te verhandelen vaardigheden, bekwaamheden, of kenmerken welke volgens de vraagzijde op de arbeidsmarkt noodzakelijke voorwaarden zijn voor het in dienst nemen. Examen Een onderzoek naar de kennis, het inzicht, de vaardigheden en de beroepshouding die een deelnemer zich bij voltooiing van de opleiding eigen moet hebben gemaakt. Gevalideerd portfolio Een gevalideerd portfolio is een persoonlijke map (soms digitaal) met een inventarisatie van persoonlijke competenties, onderbouwd met bewijzen, gerelateerd aan een standaard en voorzien van een persoonlijk stappenplan. Valide houdt in dat de bewijzen feitelijk zijn en ondersteund en bekrachtigd door een opleidingsinstituut. Kwalificatie Een afgerond geheel van kennis, inzicht en vaardigheden benodigd om een beroep op mbo-niveau uit te oefenen. Kwaliteitskeurmerk Een officiële erkenning door een daar toe bevoegde instelling Inzetbaarheid Wanr een werknemer beschikt over in zijn of haar werk te verhandelen vaardigheden, bekwaamheden of kenmerken welke noodzakelijke cq. aanvullende voorwaarden zijn voor het goed cq. beter uitoefenen van zijn of haar (toekomstige) functie. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 8

9 Deel 5 Toelichting In dit deel is voor de aanvrager essentiële informatie opgenomen. In onderstaande is het aanvraagformulier (onder 5.3) weergegeven met de toelichting daarop (onder 5.2). Vervolgens is het beoordelingsschema, zoals dat door de beoordelaar gehanteerd zal worden, met de toelichting daarop in dit deel opgenomen (onder 5.4 en 5.5). 5.1 Het aanvraagformulier Om de aanvraag tot erkenning van opleidingen en de beoordeling daarvan te vergemakkelijken, heeft het Agentschap SZW een formulier ontworpen. Voor iedere opleiding opgenomen in een project waarvoor subsidie is aangevraagd in het kader van Actie D van de Subsidieregeling ESF , vult u het formulier in en draagt u bewijslast aan. Het aanvraagformulier is opgebouwd volgens de vier beoordelingsaspecten en per beoordelingsaspect onderverdeeld in beoordelingscriteria. Om een uitspraak te doen op het niveau van deze criteria en uiteindelijk de aspecten, krijgt u de gelegenheid per beoordelingscriterium een beschrijving te geven en desgevraagd bewijsmateriaal mee te sturen. Belangrijk is dat u in dat geval het bewijsmateriaal altijd voorziet van de code overeenkomstig het criterium. Als u bijvoorbeeld bewijslast verstuurt in het kader van criterium B4 dan kunt u in de rubriek bewijslast/toelichting vermelden: zie bijlage B4 Hieronder volgt een toelichting per beoordelingscriterium. 5.2 Toelichting op het aanvraagformulier: A. Niveau van de opleiding A 0 Naam en uitvoerder opleiding Hier geeft u de naam van de opleiding weer en de organisatie, of de instelling die de opleiding uitvoert/waar de opleiding gegeven wordt. A.1. Duur van de opleiding Hier geeft u in termen van uren de opleidingsduur aan. Mocht het aantal minder dan 8 uren zijn, dan dient u door middel van inhoudelijke argumenten aan te geven waarom de opleiding toch voldoet aan de voorwaarden die de regelgeving stelt. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van intensieve voorbereiding buiten de cursusdag(en)/examendag(en) door de cursist, opdrachten die moeten worden uitgevoerd buiten de cursus, werkvormen waarbij tijdens de cursus de ervaringen vanuit de beroepspraktijk worden ingebracht en het feit dat de cursus een onderdeel (module) is van groter geheel en het vervolg is van een al eerder behaald onderdeel, of voorafgaat aan later te behalen onderdelen. A.2 Doel van de opleiding Hier geeft u het doel van de opleiding weer. Van belang is dat u hierbij aangeeft wat de doelstelling is gezien vanuit het oogpunt van de cursist en niet vanuit het oogpunt van de organisatie. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 9

10 A.3 Opleiding sluit aan bij doelstelling O&Ofonds en de projectdoelstelling Hier geeft u aan όf - en in welke mate - de doelstelling van de Opleiding aansluit bij die van het O&O-fonds of het Samenwerkingsverband en de doelstelling van het project. A.4 Verklaring overheidsinstantie Hier geeft u aan όf er een verklaring overlegd kan worden en zo om welke verklaring en de daartoe bevoegde instantie het gaat. Bijv. Voor de opleiding klantencontact is een verklaring bijgevoegd van het Kenniscentrum Handel, waaruit het niveau van de opleiding blijkt. A.5. Verklaring EVC- Aanbieder aanwezig Hier geeft u aan όf er sprake is van een verklaring van een erkend EVC-aanbieder. U kunt hiervoor de lijst raadplegen die door het Kenniscentrum EVC gehanteerd wordt. Zie hiervoor de website: Bijv. De aanvrager maakt gebruik van de erkende evc-aanbieder Het Kenniscentrum Handel (bewijsstukken toevoegen). A.6. Gevalideerd portfolio Aanwezig Hier geeft u aan in hoeverre de opleiding wordt opgenomen in een gevalideerd portfolio met betrekking tot de deelnemer. U dient te omschrijven op welke wijze dit portfolio is opgebouwd en hoe de portfoliostructuur is ingebed in de organisatie. Indien het Agentschap SZW dit nodig acht kunnen bewijsstukken worden opgevraagd of zal de portfoliostructuur worden beoordeeld tijdens een controlebezoek. A.7. Bewijs van relevante relatie met Creboopleiding aanwezig Hier geeft u de inhoudelijke relatie aan met de in het Centraal Register opgenomen beroepsopleidingen. Het register is via de website te raadplegen: U geeft de relatie aan met een of meer crebonummers en zo mogelijk binnen het crebonummer (kwalificatie) de onderscheiden onderdelen (=deelkwalificaties). Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 10

11 B. Extra kwalificatie voor de Branche B1. Inhoud van de opleiding in relatie tot de beroepsvereisten B2. Bijdrage van opleiding aan de inzetbaarheid B 3. Erkenning van de opleiding als extra kwalificatie op de arbeidsmarkt B4. Erkenning van het certificaat of diploma Hier geeft u uitleg over de inhoud van de opleiding in relatie tot de beroepsvereisten. Bijv. De inhoud van opleiding kassa-afhandeling komt overeen met de volgende eisen van de branche, te weten: - - Hier geeft u uitleg over de inzetbaarheid van de werknemer na het afronden van de opleiding. Bijv. na afronding van de opleiding is de inzetbaarheid met betrekking tot de (eventuele toekomstige) functie van de werknemer op de volgende punten vergroot: - Hier geeft u uitleg over de erkenning van de opleiding als extra kwalificatie op de arbeidsmarkt. - Als sprake is van een verplichting vanuit de branche of een verplichting/aanbeveling vanuit wetgeving licht u dit toe en voegt u bewijsstukken bij in de bijlage. - Als sprake is van een erkenning van de opleiding als kwalificatie binnen de betreffende branche licht u dit toe en voegt u bewijsstukken bij in de bijlage. Let wel: deze erkenning dient niet te worden verward met de branche-erkenningen zoals die werden gehanteerd bij de Subsidieregeling ESF-3 ( ). Het gaat hier namelijk niet om de toetsing van de opleiding vanuit de voorwaarden die zijn gesteld in de ESF-regelgeving, maar om de eisen die vanuit de branche worden gesteld aan het opleidingsaanbod. Hier geeft u aan of het certificaat of diploma door de branche, de overheid of de raad van accreditatie is erkend en voegt u het keurmerk toe. Indien het certificaat of diploma door de branche is erkend dient u ook toe te lichten op welke wijze deze erkenning tot stand is gekomen. Let op: ook hierbij gaat het niet om een brancheerkenning zoals die moest worden afgegeven in het kader van de subsidieregeling ESF-3 ( ). Het gaat om erkenning van het certificaat op basis van de voorwaarden die worden gesteld vanuit de branche. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 11

12 C. Civiel effect C1. Inhoud van de opleiding geeft betere positie voor werknemer op de arbeidsmarkt Hier geeft u aan op welke manier de opleiding bijdraagt aan een betere positie van de werknemer op de arbeidsmarkt. C2. Inhoud van de opleiding beoogt verbetering van de employability van de werknemer Hier geeft u aan op welke manier de opleiding bijdraagt aan een verbetering van de employability van de werknemer. C3. Opleiding wordt afgesloten met examen en een toelichting C4.Opleiding sluit aan bij opleidingsstructuur branche Hier overlegt u, indien er sprake is van examinering en certificering, het document met een toelichting waarop staat vermeld welke eindtermen/doelen/competenties behaald zijn. Hier overlegt u, indien van toepassing, het bewijs dat de opleiding aansluit bij een opleidingsstructuur opgezet door de branche. C5. Kwaliteitskeurmerk van opleider aanwezig en ondersteund door O&O-fonds of een samenwerkingsverband Hier overlegt u, indien van toepassing, het bewijs van deskundigheid (kwaliteitskeurmerk) van de opleider en de ondersteuning van het O&O-fonds of een samenwerkingsverband. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 12

13 D. Algemene Toegankelijkheid D1. Toegankelijkheid in de gehele branche D2 Bedrijfsoverstijgende karakter Toelichting Hier licht u toe in hoeverre de deelnemer met de inhoud van de opleiding terecht kan in de gehele branche. Hier licht u toe in hoeverre de inhoud van de opleiding binnen de betreffende branche een bedrijfsoverstijgend karakter heeft en dus toepasbaar is voor elk ander bedrijf in die branche. Het gaat hier dus expliciet om de inhoud van de opleiding en niet om de vaardigheden die door middel van de opleiding zijn geleerd. De opleiding moet dus uitwisselbaar zijn met andere organisaties in de branche. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 13

14 5.3 Het aanvraagformulier Let op: het is niet noodzakelijk om alle onderdelen van dit formulier in te vullen. In deel 3 normering en toepassing van criteria en in het stroomschema in onderdeel 5.5 kunt u zien welke criteria positief dienen te zijn beantwoord om het beoordelingsinstrument tot het eind te kunnen doorlopen. Indien u niet zeker bent of bepaalde criteria naar voldoening zijn toegelicht, dan kunt u er natuurlijk altijd voor kiezen om alsnog meerdere criteria te beantwoorden. A. Niveau van de Opleiding A 0 Naam opleiding en uitvoerder opleiding. A.1 Duur van de opleiding Bewijslast /Toelichting. Indien < 8 uur. Toelichten waarom aanvraag in aanmerking voor toekenning zou moeten komen.uur.. A.2 Doel van de opleiding.. A.3 Opleiding sluit aan bij doelstelling O&Ofonds en project A.4 Verklaring overheidsinstantie A.5 Verklaring EVC- Aanbieder aanwezig A.6 Gevalideerd portfolio aanwezig A.7 Bewijs van relevante relatie met Creboopleiding aanwezig B. Extra kwalificatie voor de branche B1. Inhoud van de opleiding in relatie tot de beroepsvereisten B2. Bijdrage van opleiding aan de inzetbaarheid B3. Erkenning van de opleiding als extra kwalificatie op de arbeidsmarkt B4. Erkenning van het certificaat of diploma C. Civiel effect C1. Inhoud van de opleiding geeft betere positie voor werknemer C2. Inhoud van de opleiding beoogt verbetering van de employability van de werknemer C3. Opleiding wordt afgesloten met examen en een toelichting Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 14

15 C4.Opleiding sluit aan bij opleidingsstructuur branche C5. Kwaliteitskeurmerk van opleider aanwezig en ondersteund door het O&O-fonds of een samenwerkingsverband D. Algemene Toegankelijkheid D1. Toegankelijkheid in de hele branche D2 Bedrijfsoverstijgende karakter..... Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 15

16 5.4 Toelichting op het beoordelingsschema Hieronder zijn voor de beoordelingsaspecten A t/m D beoordelingsschema s weergegeven. Op het moment dat de aanvraag aan de hand van bovenstaand formulier met de daaraan toegevoegde bewijzen - beoordeeld wordt, is onderstaand beoordelingsschema van toepassing. Bij ieder criterium stelt de beoordelaar vast of de bewijslast zodanig overtuigend is dat hier een op gegeven kan worden. Indien dit niet het geval is, volgt een. De beoordeling is per aspect dichotoom ( of ). In deel 3 is de normering weergegeven. Daarin is aangegeven welke aspecten verplicht met een moeten worden afgesloten. Bij een bij een verplicht aspect is de aanvraag afgewezen. Daar waar sprake van een bij een niet verplicht aspect, treedt compensatie op, hetgeen inhoudt dat één uit een aantal aspecten met een moet zijn gescoord.. Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 16

17 A Niveau van de opleiding A 1 Opleiding voldoet aan minimale opleidingsduur A11 Opleiding heeft minder dan 8 klokuren en een kwalitatieve onderbouwing A 2 Aanvrager geeft duidelijkheid over doel van de opleiding A 3 Aanvrager geeft duidelijkheid over doelstelling van project A 4 De aanvrager overlegt een verklaring waaruit het niveau blijkt A 5 De aanvrager overlegt een verklaring van een erkend EVC -aanbieder waaruit niveau blijkt A 6 De aanvrager overlegt een gevalideerd portfolio A 7 De aanvrager overlegt aantoonbare kwalificatiekenmerken van CREBO - opleiding Afwijzing opleiding Ga verder bij beoordelingsmodel B Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 17

18 B Door branche - erkende opleiding als extra kwalificatie B1 De inhoud van de opleiding heeft betrekking op beroepsvereisten B2 De opleiding draagt bij aan inzetbaarheid B3 De opleiding is erkend als extra kwalificatie op de arbeidsmarkt B4 Het certificaat of diploma is erkend door de branche, overheid of raad van accreditatie Ga verder bij beoordelingsmodel C Afwijzing opleiding Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 18

19 C Civiel effect opleiding C1 De opleiding maakt een betere positie op de arbeidsmarkt mogelijk C2 De opleiding beoogt een verbetering van de employability van de werknemer C3 De opleiding wordt afgesloten met een examen en certificaat C4 De opleiding sluit aan bij een opleidingsstructuur C5 De opleidng beschikt over een kwaliteitskeurmerk waaruit de deskundigheid van de opleider blijkt Ga verder bij beoordelingsmodel D Afwijzing opleiding Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 19

20 D Algemene toegankelijkheid opleiding D1 De deelnemer kan met de inhoud van de opleiding in de gehele branche terecht D2 De totale inhoud van de opleiding heeft een bedrijfsoverschrijdend karakter Opleiding komt in aanmerking vooresfsubsidie Afwijzing opleiding Beoordelingsinstrument aanvraag ESF definitieve versie Agentschap SZW/ KwaliteitsCentrum Examinering/ 20