- 6 NOV STATENVOORSTEL. Aan: Provinciale Staten

Transcriptie

1 PROVI NCI E FLEVOLAN D STATENVOORSTEL - 6 NOV Aan: Provinciale Staten Onderwerp; Vaststelling partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege IJsseldelta-Zuid en N23. T. Beslispunten: 1. De indieners van de zienswijzen ontvankelijk te verklaren en de zienswijzen in behandeling te nemen; 2. De reactie op de zienswijzen die in de Reactienota (onder nrs. 21, 30 en 31) is opgenomen, vast te stellen. Conclusie is dat de zienswijzen geen aanleiding geven het ontwerp van de partiële herziening aan te passen; 3. De toelichting op de partiële herziening aan te vullen met een paragraaf over het gevoerde overleg en de zienswijzen; 4. De partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege Usscldelta-Zuid en N23, met in acht name van beslispunt 3, vast te stellen. Statenvergadering 6 november 2008 Agendapunt 6.3 Lelystad 12 augustus 2008 Registratienummer Inlichtingen J.v.d.Perk/F. Hasselaar Afdeling/Bureau RWN/WenV Ponefeuillehou de r: Bliek-de Jong, A.E. 2. Inleiding: In het kader van een integrale gebiedsontwikkeling Usseldelta-Zuid en N23 werken de provincies Overijssel en Flevoland, rijk en gemeenten samen. Aanleiding voor het project is het feit dat de afvoer van de IJssel moet worden verhoogd. In het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier is als maatregel zomerbedverdieping aangegeven. Echter, al rond 2015 zal deze maatregel ontoereikend zijn. Daarom wil de provincie Overijssel komen tot een concreet begrensde hoogwatergeul. Daarmee ontstaat ook ruimte voor o. a. woningbouw in het gebied ten westen van Kampen. Om ervoor te zorgen dat het rijkeen zogenoemd 'omwisselbesluit' kan nemen - waarmee dan gelijk voor de maatregel hoogwatergeul wordt gekozen - moet nog dit najaar de hoogwatergeul en bijbehorende maatregelen in het streekplan worden vastgelegd. Voor de invulling van het gebied is het Masterplan IJsseldelta Zuid opgesteld. Hierin is naast een hoogwatergeul en woningbouw bij Kampen, onder meer voorzien in het verplaatsen van de sluis bij Roggebot, het realiseren van een sluis bij het eiland Reve, het realiseren van een stormvloedkering bij Roggebot, het verhogen en verleggen van dijken en het wijzigen van de afmetingen van het Drontermeer en Vossemeer. De herinrichting van het gebied houdt in dat landgebieden die nu fungeren als foerageergebiedvoor vogels deze functie verliezen. Omdat de plannen voorzien in een extra doorsnijding van de EHS in Flevoland, is een partiële herziening van het Omgevingsplan Flevoland 2006 nodig. Daarbij wordt tevens vastgelegd dat het tracé voorde opwaardering van de N3oy naar een N23, het huidige tracé van de NSO? volgt. Op 18 januari 2007 is o.a. door de provincie Flevoland de intentieovereenkomst voor de Integrale gebiedsontwikkeling en samenwerking IJsseldelta Zuid ondertekend.

2 Registratie 2 In mei 2007 zijn de procedures voorde streekplanherzieningen de omgevingsplanherziening gestart met het opstellen van een planmer. Het zogenoemde Meest Milieuvriendelijke Alternatief heeft als basis gediend voor het voorkeursalternatief dat in de ontwerpen voorde streek plan herziening en de omgevingsplanherziening is neergelegd. Het planmer dient tevens als startnotitie vooreen besluitmer voor de vervolgprocedures. Daarnaast moet er voor de vervolgprocedures nog een Natuurcompensatieplan worden opgesteld. Aan de hand daarvan zal in het vervolgtraject de keuzen over exacte locaties en vormgeving van infrastructuur en natuurmaatregelen worden gemaakt. Bij de onderhavige partiële herzieningen van het streekplan Overijssel en het Omgevingsplan Flevoland 2006 gaat het alleen om de globale keuzen van met name de locaties van de oeververbindingen. De voorgenomen ontwikkelingen hebben invloed op de natuurlijke habitats en de soorten zoals bedoeld in artikel 19] van de Natuurbeschermingswet. Daarom moet de partiële herziening van het Omgevingsplan na vaststelling nog worden goedgekeurd door de Ministervan LNV. Er zijn geen berichten vanuit LNVdat er geen medewerking aan de plannen zal worden verleend. Voor het vervolgtraject wordt nog een besluitmer en een Natuurcompensatieplan opgesteld. Mede aan de hand hiervan worden keuzen gemaakt over de exacte locaties en vormgeving van de infrastructurele werken en de natuurmaatregelen. Op 28 maart 2008 heeft uw commissie Ruimte ermee ingestemd dat het ontwerp voor de "Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege IJsseldelta-Zuid en N23" ter inzage werd gelegd samen met het planmer. Het ontwerp voor de partiële herziening van hel Omgevingsplan heeft van 3 april tot en met 14 mei 2008 ter inzage gelegen. Er zijn twee zienswijzen ontvangen op dit ontwerp. Deze zienswijzen zijn tijdig ingediend en kunnen in behandeling worden genomen. In de periode van 31 maart tot en met 12 mei 2008 heeft het ontwerp voor de partiële herziening Streekplan Overijssel ter inzage gelegen. Hierop zijn 29 zienswijzen ontvangen. Eén indiener van zienswijzen heeft zowel bij de provincie Flevoland als bij de provincie Overijssel een zienswijze ingediend. Daarnaast heeft de startnotitie voor het vervolgtraject (= de huidige planmer) nog apart ter inzage gelegen van 30 mei tot en met 10 juli Hierop zijn twee reacties gekomen, waaronder een reactie van het waterschap Zuiderzeeland. De andere reactie heeft geen betrekking op Flevoland. Op 19 juni 2008 is de POCFom advies gevraagd over het ontwerp voorde partiële herziening van het Omgevingsplan en de twee ingekomen zienswijzen. De commissie m.e.r. zal begin september 2008 haar advies over het planmer uitbrengen, zodat hiervan nog kennis kan worden genomen bij de behandeling van de partiële herziening van het Omgevingsplan in de commissievergadering van 2 oktober. Het advies van de commissie m.e.r. en hetgeen omtrent het advies is overwogen, zal nog in de toelichting van de partiële herziening vermeld moeten worden. De provincies hebben gezamenlijk een Reactienota opgesteld, waarin op alle zienswijzen een reactie is gegeven. 3. Beoogd effect; In het Omgevingsplan een kader bieden voor-, de maatregelen die nodig zijn vanwege een hoogwatergeul bij Kampen, waaronder een extra doorsnijding van de EHS; de locatie van de verdubbeling van de N3oy en daarbij behorende oeververbinding.

3 Keg ut ra t ie Bladnummer 4. Argumenten: 1. Gedurende de periode van ter inzage legging kon door iedereen zienswijzen worden ingediend. De zienswijzen zijn tijdig ingediend, zodat zij in behandeling kunnen worden genomen. 2. Hierna wordt kort ingegaan op de zienswijzen voor zover deze voor Flevoland van belang zijn. Voor een uitgebreidere omschrijving van de zienswijzen en de reactie hierop, wordt kortheidshalve verwezen naarde Reactienota die is opgesteld. Voorde volledigheid zijn in de Reactienota alle ingediende zienswijzen op de ontwerp-streekplanherziening Streekplan Overijssel 2000+, de ontwerp-omgevingsplanherziening Omgevingsplan Flevoland 2006 en de startnota opgenomen en van reactie voorzien. De twee zienswijzen die de provincie Flevoland heeft ontvangen zijn daarin opgenomen onder reactie nummer 21 en reactie nummer 30. De zienswijze van het waterschap Zuiderzeeland is daarin opgenomen onder reactie nummer 31. De zienswijze van Benthem & Gratama Advocaten is vooral gericht op het behoud en de exploitatie van de haven gelegen aan de Flevoweg 8ste Kampen, ten noorden van de Roggebotsluis tussen het Drontermeeren het Vossemeer. De zienswijze van Stichting Flevolandschap is vooral gericht op behoud en ontwikkeling van natuur bij de verdere planontwikkeling. Hiervoor doet zij een aantal aanbevelingen voor het vervolgtraject. Het waterschap Zuiderzeeland wil dat bij het besluitmer dat voor het vervolgtraject wordt opgesteld, de gevolgen voor Flevoland worden doorgerekend met een gedetailleerder rekenmodel. Het gaat om de effecten op grondwaterstromen, extra kwel, waterkwaliteit en daarvan afgeleid de effecten op de KRWdoelen. Verder wil het waterschap dat nagegaan wordt wat de effecten zijn van het op vaardiepte brengen van de bypass op het watersysteem. Benthem & Gratama Advocaten zijn van mening dat er een inspraakprocedure voorafgaand aan de zienswijzen-fase had moeten plaatsvinden. De inspraakverordening van de provincie geeft echter juist aan dat bij een plan volstaan kan worden met de openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat houdt in dat reacties in de vorm van zienswijzen kunnen worden gegeven en dat er niet specifiek daarvoor nog een reactiemogelijkheid hoeft te worden gegeven. Verder geven Benthem & Gratama Advocaten ten aanzien van de haven onder meer aan dat hun cliënten benadeeld zouden worden omdat zij nu voor de schutsluis liggen, en zij in de nieuwe situatie achter de sluis komen te liggen. Het klopt dat door het verleggen van de sluis de positie van de haven t.o.v. de sluis wijzigt. Het verplaatsten van de sluis is nodig om de ecologische waarden van het Natura 2OOO-gebied te beschermen. De activiteit als haven kan plaats blijven vinden. Het maatschappelijk belang dat met het verplaatsen van de sluis is gediend, gaat in dit geval boven het individuele belang van de haven. Verderappclleren de zienswijzen van Benthem & Gratema en Stichting Flevolandschap beide vooral aan het traject dat nog volgt inzake het besluitmer en het Natuurcompensatieplan. Opgrond daarvan worden-op basis van meer gedetailleerde informatie -de uiteindelijke keuzen voor soort oeververbinding, exacte locaties van infrastructuur en vorm en locatie van natuurmaatregelen gemaakt. Bij deze partiële herziening van het Omgevingsplan gaat het alleen om de globale keuzen van met name de locaties van de oeververbinding en waterstaatkundige werken in de Veluwerandmeren en de gevolgen hiervan voor de provinciale ecologische hoofdstructuur. Gelet hierop geven de beide zienswijzen geen aanleiding de ontwerp-partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006, aan te passen. De aanbevelingen van Stichting Flevolandschap voor behoud en ontwikkeling van natuurwaarden en de

4 Registratie Bladnummer wens van het waterschap om de gevolgen voor de waterstromen, waterkwantiteit en waterkwaliteit in Flevoland gedetailleerder te bepalen worden onderschreven. Deze aspecten worden meegenomen bij het besluitmer. Voorgesteld wordt de Reactienota voor zover deze ingaat op de twee zienswijzen die op het ontwerp van de partiële herziening van het Omgevingsplan Flevoland 2006 zijn ingebracht (nrs. 21 en 30) en de reactie op de zienswijze van het waterschap Zuiderzeeland (nr. 31), vastte stellen. De POCF heeft 19 juni 2008 geadviseerd over het ontwerpvan de partiële herziening en de ingediende zienswijzen. De POCF heeft aangegeven dat de zienswijzen geen aanleiding geven om het ontwerp van de partiële herziening te wijzigen. 3. Gelet op de Wet op de Ruimtelijk Ordening (WRO) dient een rapportage over de bij de voorbereiding van het plan gevoerde overleg en over de uitkomsten daarvan onderdeel uitte maken van het plan. Gelet hierop en op de zienswijzen, wordt voorgesteld de toelichting op de partiële herziening aan te vullen meteen paragraaf over het gevoerde overleg en zienswijzen. Hierin is kort het proces van de totstandkoming van deze partiële herziening weergegeven en wordt ingegaan op de zienswijzen. Dit deel van de toelichting wordt nog aangevuld met hetgeen is/wordt overwogen omtrent het advies van de commissie m.e.r. Het advies van de commisise m.e.r. wordt begin september verwacht. 4. Provinciale Staten zijn bevoegd een partiële herziening van het Omgevingsplan vastte stellen. Voorgesteld wordt de partiële herziening van het Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege IJsseldelta Zuid en N23 vast te stellen zoals dat in ontwerp ter visie heeft gelegen, met daarbij een aanvulling in de toelichting met een paragraaf over het gevoerde overleg en zienswijzen. 5- Kanttekeningen: 4.1 De commissie m.e.r. adviseert begin september 2008 over het planmer. Dit advies wordt dan ter kennis aan de commissie Ruimte gebracht Het advies van de commissie m.e.r. en hetgeen omtrent het advies is overwogen, zal nog in de toelichting van de partiële herziening vermeld moeten worden. 6. Evaluatie: 4.1 Het besluit omtrent goedkeuring als bedoeld in de Natuurbeschermingswet zal u ter kennis worden gebracht. 4.2 U zult nader worden geïnformeerd over het vervolgtraject. In het vervolgtraject wordt een besluit- MER en een Natuurcompensatieplan opgesteld. Mede aan de hand van deze rapporten zullen keuzen gemaakt worden over de concrete invulling van het vervolgtraject. Dan wordt ook duidelijk wat de gevolgen precies zijn voor het Flevolandse deel van het projectgebied. 7. Advies van de Commissie van advies: De commissie adviseert dit voorstel als hamerstuk te agenderen voor de Provinciale Statenvergadering van 6 november 2008.

5 Registratie 5 8. Ontwerp-besluit: Provinciale Staten van Flevoland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 12 augustus 2008, nummer BESLUITEN: 1. De indieners van de zienswijzen ontvankelijk te verklaren en de zienswijzen in behandeling te nemen; 2. De reactie op de zienswijzen die in de Commentaarnota (onder nrs. 21, 30 en 31} is opgenomen, vast te stellen. Conclusie is dat de zienswijzen geen aanleiding geven het ontwerp van de partiële herziening aan te passen; 3. De toelichting op de partiële herziening aan te vullen meteen paragraaf over het gevoerde overleg en de zienswijzen; 4. De "Partiële herzien ing Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege IKseldelta-Zuid en N23", met in acht name van punt 3, vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van 6 november griffier, voorzitter, 9. Bijlagen: i. Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege Ijsseldelta Zuid en N Ter lezing gelegde stukken: 1. Reactienota 2. Zienswijze van Benthem & Gratama advocaten 3. Zienswijze van Stichting Flevolandschap 4. Zienswijze van Waterschap Zuiderzeeland Gedeputeerde Staten van Flevoland, secretaris, voorzitter,

6 PROVINCIE FLEVOLAN D Provinciale Staten van Flevoland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 12 augustus 2008, nummer BESLUITEN: 1. De indieners van de zienswijzen ontvankelijk te verklaren en de zienswijzen in behandeling te nemen; 2. De reactie op de zienswijzen die in de Commentaarnota (onder nrs. 21, 30 en 31) is opgenomen, vast te stellen. Conclusie is dat de zienswijzen geen aanleiding geven het ontwerp van de partiële herziening aan te passen; 3. De toelichting op de partiële herziening aan te vullen met een paragraaf over het gevoerde overleg en de zienswijzen; 4. De "Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006, aanpassing vanwege IJsseldelta-Zuid en N23", met in acht name van punt 3, vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van 6 november de griffier, de voorzitter,