Territoriale en Maritieme Aanspraken in de Zuid-Chinese Zee

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Territoriale en Maritieme Aanspraken in de Zuid-Chinese Zee"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar Territoriale en Maritieme Aanspraken in de Zuid-Chinese Zee Een juridische analyse Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend door Alexander Heirwegh Promotor Prof. dr. Ruys Commissaris Klaas Willaert

2

3 Voorwoord The sea, the great unifier, is man's only hope. Now, as never before, the old phrase has a literal meaning: we are all in the same boat. - Jacques Yves Cousteau In deze masterproef wil ik u, als lezer, een inzicht verschaffen in wat eigenlijk het middelpunt van interstatelijke confrontatie is sinds het einde van de koude oorlog. De Zuid-Chinese Zee lijkt voor de westerse wereld een verre en exotische plek, met weinig meerwaarde of belang. Niets is echter minder waar. De laatste decennia hebben de staten rond de Zuid-Chinese Zee immers een enorme ontwikkeling gekend. Landen zoals China, Vietnam, Indonesië of de Filipijnen zijn enkele van de sterkst groeiende economieën en behoren bij de grootste spelers op de internationale markt. Bovendien navigeert meer dan de helft van de jaarlijkse commerciële scheepvaart het zeegebied. Het hoeft dan ook geen betoog dat een dispuut in deze wateren van Zuidoost Azië, een impact heeft die ver buiten haar maritieme grenzen rijkt. Deze scriptie is geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Rechten aan de Universiteit Gent in het jaar Hoewel mijn interesse voor internationaal zeerecht reeds groot was, heb ik bij het schrijven van deze masterproef enorm veel geleerd over alle nuances en veelzijdigheden die gepaard gaan bij interstatelijke conflicten. Internationaal recht is nooit zwart of wit, ik hoop dan ook met deze masterproef een goed beeld te hebben geschetst van de verschillende grijstinten die de problematiek kleuren. Ten slotte zou ik graag mijn promotor, Prof. dr. Tom Ruys, willen bedanken, voor zijn uitstekende begeleiding tijdens het schrijven van deze scriptie. Zijn expertise en inzicht hebben een duidelijke meerwaarde betekend tijdens het onderzoek en de opstelling van dit werk. Daarnaast wil ik ook mijn ouders en vriendin bedanken voor hun steun en raad. Zonder bovenstaande personen was de realisatie van deze masterproef niet mogelijk geweest. iii

4 Lijst Gebruikte Afkortingen PRC: Chinese Volksrepubliek (People s Republic of China) EEZ: Exclusieve Economische Zone PLAN: People s Liberation Army Navy ASEAN: Association of Southeast Asian Nations DOC: Declaration on the Conduct of Parties in the South China Sea LOSC: VN-Zeerechtverdrag (The Law of the Sea Convention) VS: Verenigde Staten VN: Verenigde Naties CLCS: Commissie voor de Grenzen van het Continentaal Plat IGH: Internationaal Gerechtshof PHA: Permanente Hof van Arbitrage ADIZ: Air Defense Identification Zone (Luchtdefensie Identificatiezone) ITLOS: Internationaal Hof voor het Recht van de Zee (International Tribunal on the Law of the Sea) UNEP: United Nations Environmental Project COC: Code of Conduct of the Parties in the South China Sea iv

5 Lijst van Afbeeldingen Figuur 1 De verschillende territoriale claims in de Zuid-Chinese Zee.3 Figuur 2 Officiële Chinese kaart van de Zuid-Chinese Zee met de Nine-Dash Line Figuur 3 Overzicht van de Paracel-eilandengroep Figuur 4 Overzicht van de controle over de Spratly- eilandengroep 64 v

6

7 Inhoudstafel Voorwoord... iii Inleiding... xi Opzet en structuur... xiii Deel Hoofdstuk 1 Situering van het conflict Waarom is de Zuid-Chinese Zee zo belangrijk? Actoren in het conflict China als aanstichter De andere claims en ASEAN De internationale gemeenschap Hoofdstuk 2 Legaliteit van de maritieme claims De Chinese Nine-Dash Line Maritieme grenzen volgens het VN-Zeerechtverdrag Het Chinese Standpunt Geschiedenis Justificaties Soevereiniteit over de eilanden Territoriale grens Historische rechten Historische wateren Historische wateren in het internationaal zeerecht De doctrine van historische wateren en de Nine-Dash Line Besluit De claims van de ASEAN landen betrokken in het conflict Grensafbakening en legitimiteit De Vietnamese claim De claim van Maleisië en Brunei De Filipijnse claim Besluit Standpunt derde landen De VS en hun SCS beleid Andere staten vii

8 Deel Hoofdstuk 3 De gecontesteerde eilandengroepen De Paracel eilanden De Spratly eilanden Het regime van eilanden onder het VN-Zeerechtverdrag De verschillende territoriale claims op de eilandengroepen en hun legitimiteit Territoriale claims in het internationale recht Territoriale claims op de eilanden in de Zuid-Chinese Zee China Vietnam De Filipijnen Maleisië en Brunei De Chinese land reclamation policy Besluit Deel Hoofdstuk 4 Oplossingswijzen voor het conflict Conflictresolutie in het VN-Zeerechtverdrag Arbitragezaak Filipijnen-China Verzoek Filipijnen Bevoegdheid van het arbitragetribunaal Ontvankelijkheid van de zaak Standpunt China: verwerping van het verzoek Redenering Tribunaal Niet-Participatie: de Arctic Sunrise Case Bevoegdheid en ontvankelijkheid Conclusie Andere manieren van conflictbeslechting Bilaterale en multilaterale akkoorden Afspraken rond het voorkomen van verdere escalatie ASEAN en de Declaration on the Conduct of Parties Akkoord tot gezamenlijke exploitatie en beheer van de rijkdommen Besluit Conclusie en toekomstperspectieven Bibliografie I 1. Boeken (alfabetisch)... I 2. Bijdragen in Tijdschriften (alfabetisch)... III 3. Papers & Rapporten (alfabetisch)... XVI 4. Actualiteit (alfabetisch)... XXI 5. Officiële Documenten (chronologisch)... XXV 6. Rechtspraak (chronologisch)... XXVIII 7. Overige (alfabetisch)... XXX viii

9 ix

10

11 Inleiding Tumult op de Zuid-Chinese Zee 1. De Zuid-Chinese Zee is de poort tussen de Indische en Stille Oceaan. Een tropisch paradijs gevuld met eilanden, koraalriffen, zandbanken en kunstmatige militaire basissen. Of het nu de Zuid- Chinese, West- Filipijnse of Oost- Zee is, in deze masterproef dekken verschillende vlaggen dezelfde lading. 1 De Zuid-Chinese Zee is tegelijk het middelpunt van de wereldhandel en een schouwspel van conflict. Voor de Oost-Aziatische landen betekent ze de maritieme snelweg voor inter- Aziatische handel en de brug naar Europa, het Midden-Oosten en de Verenigde Staten. 2 Het zeegebied wekt niet enkel recent de belangstelling, reeds eeuwen bevoeren vissers en handelsboten van verschillende Aziatische dynastieën deze wateren. Talloze culturen hebben deze tropische, vaak riskante, zeestraat genavigeerd. Deze rijke geschiedenis typeert meteen ook het conflict in de Zuid-Chinese Zee. Verschillende Zuidoost-Aziatische Staten eisen immers grote delen van het zeegebied op, waardoor ze met elkaar in conflict komen. Bijna allen baseren ze zich op een historisch recht, een geschiedkundige nalatenschap, om hun aanspraken op het gebied legitimeren. Deze masterproef tracht hierover een duidelijk beeld te scheppen en het kluwen van historische elementen en hedendaagse juridische concepten te ontwarren. 2. Spanningen en incidenten zijn een aanhoudend gegeven in de Zuid-Chinese Zee sinds de Tweede Wereldoorlog. Na de Japanse overgave kenden verschillende Zuidoost-Aziatische landen een sterke bevolkingstoename en economische groei, die gepaard ging met toenemende voedsel- en 1 De Zuid-Chinese Zee: Dit is de internationaal, algemeen aanvaarde benaming voor het zeegebied. Andere omliggende Staten noemen de Zee echter naar haar geografische ligging ten opzichte van zichzelf. De Filipijnen noemen ze de West-Filipijnse Zee en Vietnam, de Oost- Zee. Al deze namen beslaan echter hetzelfde zeegebied. 2 M. HIEBERT, P. NGUYEN, en G. POLING, Perspectives on the South China Sea: Diplomatic, Legal, and Security Dimensions of the Dispute, Lanham, Rowman & Littlefield, 2014, 160p. 45. xi

12 energievereiste. Dit gaf een nieuwe dimensie aan het Zuid-Chinese Zee conflict. China, Taiwan, Vietnam, Maleisië, Brunei en de Filipijnen wedijveren nu om olie-, gas- en visreserves die zich om en rond de eilandengroepen van de Zuid-Chinese Zee zouden bevinden. 3 Terwijl China, Taiwan en Vietnam zich heer en meester achten over bijna alle eilanden in het zeegebied, zijn de andere Staten bescheidener in hun claim. Het dispuut kan dan ook worden opgedeeld in enerzijds een geschil over maritieme grenzen en de rechten die Staten op de wateren bezitten en anderzijds een geschil over territoriale soevereiniteit over de vele eilanden, die vaak niet meer dan een paar rotsen uitmaken. Beide conflicten gaven in het verleden al meermaals aanleiding tot incidenten, van de aanhouding van buitenlandse vissers tot regelrechte militaire confrontaties rond de eilandengroepen. De spanningen worden bovendien voortdurend aangewakkerd door provocerende militaire maneuvers, de bezetting van eilanden en diplomatieke aantijgingen. 3. Uit deze inleiding blijkt onmiddellijk de enorme complexiteit en veelzijdigheid van het conflict. Nationale interesses, buitenlands beleid, interne en internationale regelgeving, veiligheidskwesties en internationaal economisch belang zijn slechts een paar van de vele achterliggende elementen die het Zuid-Chinese Zee dispuut beïnvloeden. Ernst F. Schumacher verklaarde ooit: Any intelligent fool can make things bigger, more complex, and more violent. It takes a touch of genius, and a lot of courage to move in the opposite direction 4. De betrokken staten zullen zich dan ook moeten inspannen om het conflict hanteerbaar te maken, door gebruik te maken van internationaal aanvaarde juridische concepten en mechanismen. De vraag stelt zich echter of complexiteit en ambiguïteit geen doelstellingen zijn voor bepaalde staten, om hun dominante of onzekere positie te behouden. Er is ten slotte maar één intelligent fool nodig om een conflict te doen escaleren. 3 A. METELITSA, en J., KUPFER, Oil and Gas Resources and Transit Issues in the South China Sea, Asia Society Policy Institute, 2014, 6p., beschikbaar op EIA, South China Sea Energy Report, U.S. Energy Information Administration, 7 februari 2013, beschikbaar op 4 E. F. SCHUMACHER, Small is Beautiful, The Radical Economist, Vol. 37 (5), 1973, 22. xii

13 Opzet en structuur Opzet 4. Deze thesis heeft verder tot doel een structurele weergave te geven van de juridische knelpunten die aan de basis liggen van het conflict in de Zuid-Chinese Zee. De overlapping van de verschillende claims hebben vooral hun oorsprong in de verschillende interpretaties van het internationaal zee- en gewoonterecht die de betrokken staten hanteren. De grootste speler, China, hanteert een controversiële claim gebaseerd op historische elementen die niet altijd volledig overeenkomen met de regels die vervat zitten in het VN-zeerechtverdrag, waar de andere partijen zich vooral op steunen. De onenigheid over de soevereiniteit over de verschillende eilandengroepen maakt de zaak juridisch nog complexer. Een overzicht van de huidige standpunten van de verschillende partijen in het conflict en een kritische vergelijking met de regels en rechtspraak uit het VN- Zeerechtverdrag en het internationale gewoonterecht, zullen een duidelijker licht werpen op de juridische stand van zaken. Er zal worden gepoogd om relevante tekortkomingen en lacunes betreffende bepaalde regimes en bepalingen in het VN-Zeerechtverdrag een invulling te geven. De vaststelling van historische titels op maritieme gebieden en de residuele rechten van kuststaten binnen hun exclusieve economische zone zijn hier twee voorbeelden van. 5. Bovendien zal een bespreking van de verschillende juridische en/of diplomatieke wegen, die een mogelijkheid bieden om bij te dragen tot een oplossing van het conflict, aantonen welke al dan niet mogelijk of beter geschikt zijn. Vooral de unilaterale eis van de Filipijnen bij een arbitragetribunaal, waarvan de China de bevoegdheid niet erkent, verdient extra aandacht. Afbakening van het onderwerp 6. Wegens de grote complexiteit en veelzijdigheid van het onderwerp zal de thesis zich overwegend beperken tot de juridische en, in mindere mate, diplomatieke aspecten van het conflict. Er zal bijgevolg in minder uitgebreid worden stilgestaan bij historische, politieke of militaire gebeurtenissen en ontwikkelingen. Verder is ook het economisch potentieel van de Zuid-Chinese Zee xiii

14 zeer groot en kunnen op dit vlak ook private actoren, zoals olie- en scheepvaartmaatschappijen, bij het geschil betrokken worden. Dit zou eveneens te veel afleiden van de essentie van de zaak. Ten slotte is er ook een geografische afbakening, die zich beperkt tot de werkelijke Zuid-Chinese Zee met de Spratlyen Paracel- eilandengroepen, waar verschillende ASEAN landen zich in conflict bevinden met elkaar en met China. Een analyse over het conflict in de Oost-Chinese zee, waar China zich in conflict bevindt met Japan en in zekere mate ook met Taiwan, zou opnieuw te uitgebreid zijn. Vanuit juridisch oogpunt is dit conflict tevens minder interessant om in de thesis te betrekken. Structuur 7. De structuur van dit werk bestaat uit drie delen, die er elk toe strekken een antwoord te bieden op een specifieke onderzoeksvraag. De eerste grote vraag betreft de uiteindelijke geldigheid van de Chinese maritieme grensafbakening. Een bespreking van de regels in het VN-Zeerechtverdrag over de afbakening van maritieme grenzen en een analyse van het internationaal gewoonterecht zal de conformiteit van de Chinese grenslijn aan het geldende internationaal zeerecht toetsen. Kenmerkend hiervoor is de grote interpretatietwist tussen de verschillende actoren over wat deze regels en gewoonten precies inhouden. Een grondige vergelijking van de verschillende standpunten is dan ook van groot belang. Vooral de interpretatie en legaliteit van de term historische rechten, die China veelvuldig hanteert in de verdediging van haar grensafbakening, zal worden bekeken. 8. In deel twee wordt dieper ingegaan op het juridische statuut van de verschillende eilandengroepen. Niet alleen China, maar ook andere staten in Zuid-Chinese Zee bezitten immers een territoriale claim op verschillende elementen van de Paracel- en Spratly- eilandengroepen. Een analyse van territoriale verwerving in het internationale gewoonterecht en het statuut van de geclaimde landelementen is dan ook nodig. Ten slotte wordt er ingegaan op het Land Reclamation beleid van China, waarbij het land zijn invloed en claim verder tracht uit te breiden door het opbouwen van talrijke artificiële eilanden in het zeegebied. 9. Het laatste deel heeft minder met het geschil zelf te maken en meer met de manier waarop er tot een uiteindelijke beslechting kan worden gekomen. Bijzondere aandacht gaat hier naar de lopende arbitragezaak, opgestart door de Filipijnen tegen China. Er kunnen vragen gesteld worden bij de rechtsmacht van het arbitragetribunaal, alsook bij de legaliteit van een unilaterale vordering, waarbij de tegenpartij de arbitrage niet aanvaardt. Ten slotte wordt er ook stilgestaan bij andere mogelijke wijzen van geschilbeslechting zoals bilaterale onderhandelingen, een multilaterale gedragscode of overeenkomsten over de gezamenlijke exploitatie van de grondstoffen. xiv

15 Deel 1

16

17 Hoofdstuk 1 Situering van het conflict Figuur 1 Kaart 1: De verschillende territoriale claims in de Zuid-Chinese Zee Bron: 3

18 1.1 Waarom is de Zuid-Chinese Zee zo belangrijk? 10. Vooraleer dieper in te gaan op het juridische aspect, moeten we eerst de globaliteit van het conflict beter bekijken. Geografisch gezien is de Zuid-Chinese Zee een semi-ingesloten zee in Zuidoost Azië die ongeveer 3,6 miljoen vierkante kilometer van de Stille Oceaan omvat. Zoals de naam reeds doet vermoeden bevindt ze zich zuidelijk van de Volksrepubliek China (hierna: China) en Taiwan, grenst ze in het Oosten aan de Filipijnen, in het zuiden aan Maleisië, Brunei en Indonesië en in het westen aan Vietnam. 5 Reeds gedurende verschillende decennia contesteren de staten elkaars zeggenschap in deze wateren. 6 Het strategisch belang valt immers niet te onderschatten. In zijn boek Asia s Cauldron: The South China Sea and the End of a Stable Pacific, beschrijft Robert D. Kaplan de Zuid-Chinese Zee als De monding van de westelijke Stille en Indische Oceaan - de massa van verbindend weefsel waar internationale zeeroutes samenvloeien. 7 Meer dan de helft van het jaarlijks handelsverkeer op zee en een derde van de wereldwijde scheepvaart doorkruist deze waterwegen in hun route van Europa en het Midden Oosten naar Oost-Azië, waardoor de Zuid-Chinese Zee gezien kan worden als tweede grootste internationale scheepvaartroute. 8 De scheepvaart omvat voornamelijk grondstoffen cruciaal voor energieproductie in de Oost-Aziatische staten. China rekent bijvoorbeeld maar liefst voor 80 percent van haar productie op olieleveringen die via de straat van Malakka 9 uit het Midden-Oosten ingescheept worden B. XU, South China Sea Tensions, Council on Foreign Relations, 2014, 6 Z. GAO, "The South China Sea: From Conflict to Cooperation." Ocean Development and International Law, Vol. 25 (3), 1994, , 345.; K., HOSSAIN, "The UNCLOS and the US-China Hegemonic Competition over the South China Sea", Journal of East Asia and International Law, Vol. 6 (1), 2013, R. D. KAPLAN, Asia's Cauldron: The South China Sea and the End of a Stable Pacific, New York, US, Random House Usa Inc., 2014, 256p., J.P. ROWAN, The U.S.-Japan Security Alliance, ASEAN, and the South China Sea Dispute, Asian Survey, 45 (3), 2005, Op 9 De Straat van Malakka: gelegen tussen het Maleisisch schiereiland en het Indonesische eiland Sumatra, de Straat van Mallaka is een enge waterweg die de het westelijke deel van de Indische Oceaan en de Zuid-Chinese verbindt. Economisch gezien is het één van de belangrijkste waterwegen aangezien het de belangrijkste verbinding tussen de Indische en Stille Oceaan uitmaakt. Ongeveer een kwart van alle olie die internationaal verscheept wordt moet deze waterweg doorkruisen en vele Oost-Aziatische staten zijn bijna geheel afhankelijk van het scheepsverkeer dat hierlangs de Zuid-Chinese Zee binnenvaart, waardoor het strategisch belang van de straat voor deze landen primordiaal is. Dit internationaal belang zorgt niet alleen voor interstatelijke spanningen maar zorgt er ook voor dat de Straat van Mallaka een bijzonder aantrekkelijk doelwit is voor lokale en georganiseerde piraterij in het gebied. Als gevolg komen niet enkel de economische maar ook de veiligheidsbelangen van de Zuid-Oost Aziatische staten onder druk te staan. 10 Z. ZHANG. China's energy security, the Malacca dilemma and responses. Energy Policy, Vol. 39 (12), 2011, , LANTEIGNE, M., China's Maritime Security and the Malacca Dilemma. Asian Security, Vol. 4 (2), 2008,

19 11. Niet alleen internationale doorvaart en dependentie van Oost-Aziatische staten definiëren het belang van het zeegebied. Recente onderzoeken en data-evaluaties menen grote potentiële olie-en gasreserves in de gebieden van de verschillende eilandenketens te hebben ontdekt. 11 Chinese schattingen geven aan dat de potentiële oliereserves voor de hele Zuid-Chinese Zee zouden kunnen oplopen tot 125 miljard vaten. 12 Deze cijfers overschaduwen die van andere organisaties en staten, zoals het US Department of Energy die de reserves eerder op 11 miljard vaten schat. 13 Aangezien er nog geen effectieve proefboringen ondernomen zijn is er nog geen zekerheid over hun precieze omvang. Een consensus over het potentieel is er nagenoeg wel. Bovendien vermoedt men dat er naast olie zich ook een zeer grote oppervlakte aan potentiële nieuwe gasreserves onder de zeebodem bevindt. 14 Voor de Oost-Aziatische landen en vooral voor China betekent het ontginnen van deze potentiële bronnen een al dan niet gedeeltelijke oplossing voor hun zogenaamd Malacca Dilemma, verwijzend naar hun grote afhankelijkheid van de smalle en kwetsbare zeestraat voor het overgrote deel van hun energiebehoefte aangevoerd uit het Midden Oosten. 15 Het grootste deel van de oliereserves zouden zich bevinden onder en rond de Spratley en Paracel eilandketens 16 waardoor de territoriale disputen over deze, meestal enorm kleine, eilanden voor vele Oost-Aziatische landen een cruciale factor is in het conflict. Deze disputen zullen in een later deel van deze thesis verder worden besproken. 12. Ten slotte kent het gebied ook een grote rijkdom aan visreserves en andere natuurlijke grondstoffen zoals koolwaterstof. Voor Zuidoost Azië is vissen één van de belangrijkste 11 L. SHU-YUAN, en J., WANG, U.S. report details rich resources in South China Sea, Focus Taiwan, 9 februari 2009, e=aipl. 12 D. TWEED. What Do Weak Oil Prices Mean for the South China Sea?, Bloomberg Businessweek, New York, 20 januari, 2015, 13 U.S. Department of Energy, South China Sea Region, Country Analysis Briefs, 7 februari, 2013, 14 N.N. TRUNG., The gas hydrate potential in the South China Sea, Journal of Petroleum Science and Engineering, 88-89, 2012, M. LANGTEIGNE, China s Maritime Security and the Malacca Dilemma, Asian Security, Vol. 4 (2), 2008, Spratley en Paracel eilanden: (zie supra figuur 1): Beide eilandketens bevinden zich ten zuiden van China en tussen Vietnam en de Filipijnen. Beide eilandengroepen behoren tot de belangrijkste archipels in de Zuid-Chinese Zee. Ze bestaan uit een zeer groot aantal kleine (tot zeer kleine) eilanden verspreid over een zeer grote oppervlakte. De Spratley eilanden bijvoorbeeld bestaan in totaal uit 4km 2 land verspreid over meer dan 425 duizend km 2 zee en omvatten ongeveer 750 eilanden en riffen. De Paracel eilandengroep bestaat ongeveer uit 130 kleine koraaleilanden en riffen met een totale oppervlakte van 7,5 km 2 verdeeld over een gebied van 15 duizend km 2. Beide eilandengroepen hebben nagenoeg geen burgerlijke nederzettingen en bebouwingen die er zich bevinden zijn grotendeels van militaire aard. Ze worden beiden hevig gecontesteerd omwille van potentiële gas-en oliereserves, grote visreserves en potentieel voor uitbreiding van het continentaal plat van de staten. 5

20 ondernemingen en voorziet het in de belangrijkste bron van voedsel voor zijn inwoners. Bijna 1,5 miljard mensen wonen aan de kust van de Zuid-Chinese zee en allen rekenen ze op de visvangst voor voedsel en inkomen. 17 De uitputting van de visreserves waar men nu mee geconfronteerd wordt brengt niet alleen catastrofale gevolgen mee voor de bevolking van Zuidoost Azië maar ook voor de lokale economieën die vaak afhankelijk zijn van de export van hun vangst. De aantasting van de reserves is grotendeels het gevolg van ongereguleerde en vaak illegale visvangst rond de gecontesteerde Paracel en Spratly eilandengroepen. 18 Controle en regulering over deze archipels blijkt dan ook weer in dit opzicht van zeer groot belang. 13. Ook de aanwezigheid van minerale grondstoffen in het water kan voor vele Oost-Aziatische landen een economische stimulans opleveren die hen helpt hun economieën verder te ontwikkelen en minder afhankelijk te zijn van import uit de rest van de wereld. 19 De Paracel eilanden bevatten bijvoorbeeld grote afzettingen fosforiet, een belangrijk bestanddeel voor meststoffen en bijgevolg zeer belangrijk voor de sterk toenemende Aziatische landbouw. 20 Ook andere waardevolle mineralen, zoals tin, zouden zich in de bodem van de Zuid-Chinese Zee bevinden. Het economisch potentieel van Offshore-mijnbouw in het gebied valt derhalve niet te onderschatten. Al deze significante belangen: internationale doorvaart, potentiële olie en gasreserves, visreserves en andere natuurlijke rijkdommen maken van de Zuid-Chinese Zee een economisch en politiek toneel waar de ogen van de wereld op zijn gericht. Er zijn dan ook veel meer belangen bij het conflict gemoeid dan enkel diegene van de kuststaten met samenvallende aanspraken op de wateren en eilandengroepen in de Zuid-Chinese Zee. 1.2 Actoren in het conflict China als aanstichter 14. De Chinese Staat vierde zijn zeilen al gedurende een paar duizend jaar in de Zuid-Chinese Zee. Bepaalde archeologische ontdekkingen en bronnen duidden op maritieme activiteiten die teruggingen 17 B. XU, South China Sea Tensions, supra 4, noot E. PEJSOVA, The South China Sea s commons: behind and beyond sovereignty disputes, ISS Issue Alerts, Vol. 30, C. STOCK. "The Underlying Economics of the South China Sea Conflict" University of Baltimore Journal of International Law, Vol. 3, , S. RITTERBUSH, "Marine Resources and the Potential for Conflict in the South China Sea." Fletcher Forum, Vol. 2 (1), 1978,

21 tot de Han Dynastie (206 v. Chr. 220 na Chr.). 21 China was eeuwenlang de dominante speler in Zuidoost Azië, zowel ter land als op zee. In de koloniale periode echter slonk die macht sterk en kregen andere maritieme machten zoals Groot-Brittannië en Japan een voet aan grond (of beter zee) in de regio. Deze periode werd gekenmerkt door verlies van gebied en invloed. Aan de Britten bij de overdracht van Hong Kong na de eerste Opiumoorlog in en aan Japan na hun nederlagen in de Sino-Japanse oorlogen 23. Het land verloor zijn invloed in de Zuid-Chinese Zee en moest de duimen leggen voor andere grootmachten. Nadien, volgend op de stichting van de Chinese Volksrepubliek en de hervormingen van 1979 ontstond er een economische proliferatie en heroverde het land zijn positie in de wereldtop als de op één na grootste economie. 24 De Chinese claims in de Zuid-Chinese Zee reflecteren die mentaliteit van machtsherstel in de regio. De mening van Peking is dat ze opnieuw controle willen herstellen over de gebieden en eilanden in de regio waar ze daartoe in het verleden te zwak voor waren Op 7 juni 1996 is China bovendien officieel toegetreden tot het VN-Zeerechtverdrag met het gevolg dat de rechtsregels en afspraken in dit verdrag ook op hen van toepassing zijn. 26 Alvorens te ratificeren echter heeft het land verklaard zich te beroepen op de facultatieve exceptie in het verdrag, op grond van artikel 298, waardoor de verplichte procedures die resulteren in een bindende beslissing, voorgeschreven door het Verdrag in deel XV, niet op hen toepasselijk zijn. 27 De exceptie geldt evenwel enkel voor dergelijke procedures met betrekking tot de afbakening van zeegrenzen of betreffende historische baaien of titels. 28 Bovendien verklaarden ze ook hun soevereiniteit te herbevestigen over alle archipels en eilanden conform artikel 2 van de Wet van de Volksrepubliek China over de Territoriale 21 A. SCHOTTENHAMMER, The China Seas in world history: A general outline of the role of Chinese and East Asian maritime space from its origins to c. 1800, Journal of Marine and Island Cultures, Vol. 1 (2), 2012, S. K. SAMUELS, "China's Pacific Policy: Reconciling the Irreconcilable" International Journal, Vol. 50 (3), , W. B., HELFIN, "Diayou/Senkaku Islands Dispute: Japan and China, Oceans Apart" Asian-Pacific Law & Policy Journal, Vol. 1 (2), 2000, P.K. HENG, The 'ASEAN Way and regional security cooperation in the South China Sea." Robert Schuman Centre for Advanced Studies Research Paper, 2014/121, H.W. FRENCH, What s behind Beijing s drive to control the South China Sea?, The Guardian, London, 28 juli 2015, 26 United Nations Convention on the Law of the Sea, Montego Bay 1982, 16 november 1994, United Nations Treaty Collection, n 31363, Participant list, =mtdsg3&lang=en. 27 Art. 298 United Nations Convention on the Law of the Sea, VN-Zeerechtverdrag, 10 december 1982, United Nations Treaty Series, vol , Ibid. 7

22 Zee en de Aansluitende Zone van 25 februari In deze wet verzekert China dan ook dat de Spratly- en Paracel-eilanden onbetwistbaar tot hun grondgebied behoren. Om hun claim extra kracht bij te zetten heeft het land geleidelijk aan meer en meer militaire aanwezigheid in het gebied verzekerd. Dit door militaire oefeningen door de Chinese marine, het bouwen van basissen en vliegvelden op eigen artificiële eilanden en recent ook door het plaatsen van luchtafweerraketten op Woody Island 30. De laatste jaren echter heeft Peking zijn harde diplomatieke beleid, dat gebaseerd was op militair machtsvertoon, meer op de achtergrond geplaatst en gekozen voor een zachtere aanpak. Dit door het uitzenden van paramilitaire schepen 31 gelinkt aan verschillende Chinese bureaucratieën zoals de kustwacht en douane. 32 Deze tactiek, ook wel de small stick diplomacy genoemd, zou het risico op een militaire confrontatie aanzienlijk verkleinen terwijl het tegelijkertijd de Chinese claim van soevereiniteit over de regio zou versterken. 33 Aangevuld met oorlogsschepen van de Marine van het Chinese Bevrijdingsleger (People s Liberation Army Navy, hierna: PLAN) en zelfs private vissersschepen, probeert de Chinese marine via deze weg een aanwezigheid te creëren in de Zuid-Chinese zee die hun claim op de wateren verder kan legitimeren Eén van de vermoedelijke strategieën die ze daarvoor hanteren is het uitzenden van Chinese vissersboten naar de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van andere rivaliserende staten. Door daar hun netten uit te zwaaien contesteren ze vastgestelde zones van die staten. China wacht dan op een reactie en stuurt visserij-patrouilleschepen om hun eigen schepen te beschermen en die van de 29 Art. 2, Law of the People's Republic of China Concerning the Territorial Sea and the Contiguous Zone, 25 februari, 1992, 30 J. BENDER, Beijing is completely dominating the South China Sea, Business Insider UK, Londen, 18 februari 2016, Woody Island: Het grootste eiland van de Paracel-eilandengroep dat zich momenteel onder de effectieve controle van China bevindt maar ook geclaimd wordt door zowel Taiwan als Vietnam. 31 Paramilitaire schepen: Deze schepen, die niet onder de marine van het Chinese Bevrijdingsleger (PLAN) ressorteren, worden ook wel de Vijf Draken genoemd. Ze ressorteren onder vijf administraties (Marine Surveillance, Fisheries Law Enforcement Command, Maritime Safety Administration, Maritime Coast Guard en Maritime Customs) van de Chinese uitvoerende macht. Deze paramilitaire schepen patrouillen de Zuid-Chinese Zee als manier tot handhaven van de soevereiniteit over de regio. 32 H. YUKINORI, South China Sea Disputes and Sino-ASEAN relations: China's Maritime Strategy and Possibility of Conflict Management, Quarterly Journal of Chinese Studies, Vol. 3 (1), 2014, I. STOREY, The South China Sea Dispute: How Geopolitics Impedes Dispute Resolution and Conflict Management, FLACSO-ISA, Buenos Aires, 25 juli 2014, 8.; J., HOLMES, China s New Normal in the South China Sea, China-US Focus, 4 juli 2013, 34 T. YOSHIHARA, War By Other Means: China s Political Uses of Seapower, The Diplomat, 26 september 2012, 8

23 andere rivaliserende landen te inspecteren, weg te jagen of zelfs te arresteren. 35 Dit terwijl Peking zelf sinds 1999 een jaarlijks visserij-verbod heeft ingesteld tussen de maanden mei en augustus om de duurzame ontwikkeling van de visserijsector in de Zuid-Chinese Zee te bevorderen en de bescherming van de fundamentele belangen van de vissers te waarborgen, volgens het Chinese nieuwsagentschap Xinhua. 36 Dit jaarlijks verbod wordt sterk bekritiseerd door de andere omliggende landen, in het bijzonder door Vietnam die weigert de legaliteit er van te erkennen vooral nu het verbod werd uitgebreid naar de Golf van Tonkin, waar sinds 2000 een akkoord werd gevestigd over visserij en grensafbakening. 37 Bovendien zijn er meldingen van Chinese vissersschepen die moedwillig koraalriffen in Filipijnse territoriale wateren vernietigen om gigantische oesterschelpen van de bodem te stropen. Wanneer, in 2014, negen stropers hiervoor door de Filipijnen werden gearresteerd volgde een kwade reactie van China, waarin ze de vrijlating van de vissers bevolen en de arrestatie afkondigden als een ernstige schending van hun soevereiniteit binnen de Chinese wateren. 38 Uit dergelijke disputen blijkt meteen ook dat het conflict niet enkel een politieke en economische impact heeft maar tegelijkertijd ook ecologisch zware gevolgen heeft. Riffen en ecosystemen worden niet enkel vernietigd door vissers en stropers maar ook door het bouwen van artificiële eilanden op bestaande koraalriffen of zandbanken. 39 Sinds 2012 zouden er al minstens 28 riffen vernietigd zijn door het baggeren en opspuiten van deze kunstmatige eilanden, niet enkel door China maar in kleinere schaal ook door Vietnam en Taiwan Uit het feit dat China zich in de laatste decennia hersteld heeft als supermacht in Zuidoost Azië en vanuit hun perspectief als historisch gerechtigde heerser over de wateren van de Zuid-Chinese Zee lijkt een verdere escalatie van het conflict niet onrealistisch. De overgang van een compleet militair machtsvertoon naar een small stick diplomacy heeft ondanks de achterliggende bedoelingen niet 35 Z. GAO, en J. BING BING, The Nine-Dash Line in the South China Sea: History, Status and Implications, The American Journal of International Law, Vol. 107 (1), januari 2013, ; BUSZYNSKI, L., The South China Sea: Oil, Maritime Claims, and U.S. China Strategic Rivalry, The Washington Quarterly, Vol. 35 (2), 2012, V. MACIKENAITE, The Implications of China s Fisheries Industry Regulation and Development for the South China Sea Dispute, Keio University, 2014, H. NGUYEN en S.L. WEE, Vietnam opposes Chinese fishing ban in disputed sea, Reuters, Hanoi, 18 mei 2015, 38 R. WINGFIELD-HAYES, Why are Chinese fishermen destroying coral reefs in the South China Sea?, BBC News Magazine, London, 15 december 2015, 39 T.P. HUGHES, H. HUANG, en M.A.L. YOUNG, The Wicked Problem of China's Disappearing Coral Reefs, Conservation Biology, Vol. 27 (2), april 2013, ; TIEZZI, S., The Environmental Cost of China s South China Sea Construction, The Diplomat, Tokyo, 18 september 2015, 40 S. VAN SANT, Marine Biologists: Artificial Islands Devastating South China Sea Ecosystems, VOA News, Washington, D.C., 28 januari 2016, 9

24 geleid tot een bedaren van de gemoederen. 41 Interventies door paramilitaire schepen, provocaties door zowel diplomatieke als regulerende acties en militaire aanwezigheid zorgen nog steeds voor conflicten tussen China en de andere staten met een concurrerende claim op de eilanden en zeegebieden De andere claims en ASEAN 18. Buiten China zijn nog zes andere Zuidoost Aziatische landen bij het conflict betrokken, namelijk: Brunei, de Filipijnen, Maleisië, Vietnam, Taiwan 43 en Japan. Enkel de twee laatsten maken geen deel uit van de Association of Southeast Asian Nations (hierna: ASEAN). 44 Deze politieke en economische internationale organisatie werd gesticht in 1967 tussen verschillende Zuidoost Aziatische landen en heeft als doel economische groei, sociale vooruitgang en socioculturele evolutie te stimuleren tussen de leden. Een tweede en in deze context belangrijkste doel is de bescherming van regionale stabiliteit en mogelijkheden voor lidstaten om hun geschillen vreedzaam op te lossen. 45 Hoewel de staten zich onder deze organisatie verenigd hebben, lijken hun standpunten ten opzichte van hun grenzen binnen de Zuid-Chinese Zee niet enkel te conflicteren met die van China maar ook onderling. Brunei claimt bijvoorbeeld een exclusieve economische zone (hierna: EEZ) en een natuurlijke verlenging van hun continentaal plat in het zuiden van de Zuid-Chinese Zee, bovendien claimen ze ook soevereiniteit over het Louisa Rif in de Spratly-eilandengroep. Hierbij conflicteert hun claim met die van Maleisië, die ook aanspraken op het rif maakt. De Maleise claim op het zuidelijk deel van de Spratly-eilanden overlapt dan weer met die van de Filipijnen, die zich bijna geheel de eilandengroep toe-eigent. Naast China bestaat de grootste aanspraak uit die van Vietnam. Zij eisen de soevereiniteit op van de gehele Paracel- 41 B.S. GLASER. Armed Clash in the South China Sea, Council on Foreign Relations, New York, 2012, 6p., The Economist Intelligence Unit, Global Forecasting Service, Chinese expansionism prompts a clash of arms in the South China Sea, The Economist, 19 februari 2016, 43 Aangezien tot 1949 China en Taiwan beiden de Chinese Republiek uitmaakten en de eerste referenties naar de Nine-Dash Line zich reeds voor deze datum veruitwendigden, ligt de claim van beide landen in de Zuid-Chinese Zee nagenoeg gelijk. Na 1949 ontstond de Volksrepubliek China op het vasteland en werd het eiland Taiwan door deze Staat als een soort afvallige provincie onder het grondgebied gebracht. Onder het één-china principe is het eiland bijgevolg nooit erkend als aparte Staat door de Chinese Volksrepubliek, deze mening wordt bovendien gedeeld door het overgrote deel van de internationale gemeenschap. Taiwan zelf beschouwt zichzelf als een aparte soevereine Staat (de Republiek China) met een eigen diplomatieke en internationale vertegenwoordiging. Als gevolg van deze situatie hebben beide actoren een nagenoeg gelijklopende claim in de Zuid-Chinese Zee, waarbij justificaties en verklaringen van Taiwan, die soms van die van het vasteland verschillen (zie: ROC SCS Policy Guidelines), vooral naar de achtergrond verdwijnen door de overgrote aanwezigheid van de Volksrepubliek China in het gebied. 44 Singapore Declaration on the ASEAN Charter, Singapore, 13 juni 2012, 13th ASEAN SUMMIT 45 ASEAN Declaration, Bangkok, 8 augustus 1967, august-1967/. 10

25 en Spratly- eilandengroepen, waardoor ze hiermee in aanvaring komen met niet alleen China en Taiwan maar ook met Brunei, Maleisië en de Filipijnen Al deze interne conflicten hebben er toe geleid dat er niet alleen met China maar ook onderling een noodzaak was tot het maken van afspraken rond optreden in de Zuid-Chinese Zee. Deze kwam er in 1992 binnen de ASEAN in de vorm van de ASEAN Declaration on the South China Sea 47. Hiermee werd een eerste stap gezet naar regionale samenwerking in de Zuid-Chinese Zee. Aangezien China, als één van de belangrijkste partijen, nog niet betrokken was bij de verklaring, werd in 2002 binnen het regionaal forum van de ASEAN de Declaration on the Conduct of Parties in the South China Sea 48 (hierna DOC ) afgesloten tussen China en de ASEAN lidstaten. In deze verklaring bevestigen de staten hun inzet voor de doelen en principes van verschillende internationale verdragen en principes van internationaal recht, zoals het VN-Zeerechtverdrag en het Verdrag voor Vriendschappelijkheid en Samenwerking in Zuidoost Azië. 49 Hierbij hebben de betrokken staten het obstakel, om een algemene gedragscode voor de Zuid-Chinese Zee vast te stellen, overwonnen. Waarbij de bedoeling centraal staat om de dreiging op een militair conflict te doen afnemen. Dit door partijen de plicht op te leggen om de vrede en stabiliteit in de regio te bevorderen en samen te werken, op basis van consensus, naar de uiteindelijke oplossing van het conflict. In hoeverre deze verklaring echter een reële impact heeft op het effectief voorkomen van escalatie van het conflict of zelfs het komen tot een oplossing ervan zal de toekomst nog verder moeten uitwijzen. 20. Het feit dat de DOC geen juridisch instrument is en technisch gezien dus geen bindende kracht heeft voor de partijen maakt dit nogal onwaarschijnlijk. 50 De tekst van het instrument bevat bovendien geen effectieve waarborgen voor de controle en implementatie van de gedragsregels, waardoor vele staten geen incentive hebben om er zich aan te houden. 51 Ook het feit dat door de één-china 46 N.H. THAO, en R. AMER, "A New Legal Arrangement for the South China Sea", Ocean Development and International Law, Vol. 40 (4), 2009, ; Z. GAO, "The South China Sea: From Conflict to Cooperation" Ocean Development and International Law, Vol. 25 (3), 1994, ASEAN Declaration on the South China Sea, Manila, 22 juli 1992, 48 Declaration on the Conduct of Parties in the South China Sea, Phnom Penh, 4 november 2002, 49 N.G. THAO, "The 2002 Declaration on the Conduct of Parties in the South China Sea: A Note", Ocean Development and International Law, Vol. 34 (3-4), 2003, C. HSIU, Why Code of Conduct failed? China and ASEAN in South China Sea dispute, National Chengchi Universtiy, Taipei, Taiwan, WISC, M. LI, Managing Security in the South China Sea: From DOC to COC, Kyoto Review of Southeast Asia, CSEAS, Vol. 15, maart 2014, 11

26 politiek 52, Taiwan volledig buiten het akkoord is gehouden, verzwakt de relevantie van de Verklaring. 53 Gelet op deze tekortkomingen en de toenemende druk in het gebied, lijkt het belangrijk om in de nabije toekomst te evolueren naar een meer bindende Code of Conduct tussen ASEAN, Taiwan en China De internationale gemeenschap 21. Na het bekijken van het strategisch belang en de spanningen en conflicten die zich in de regio voordoen, lijkt het dan ook niet verrassend dat de ogen van de hele wereld op de Zuid-Chinese Zee gericht zijn. De instabiliteit in de regio heeft immers niet alleen gevolgen voor de economieën van Zuidoost Azië maar beïnvloedt de hele internationale handel. 55 Vanuit dit oogpunt zijn verschillende staten, die in principe geen claim hebben op territoria in de Zuid-Chinese Zee, zich gaan mengen in het conflict. Eén van de meest prominente spelers hierbij zijn de Verenigde Staten (hierna: VS). Hun interesses liggen zowel in het geografische, militaire als juridische belang van stabiliteit in de regio. 56 Geografisch gezien rekent de VS sterk op commerciële scheepvaart die via de Straat van Taiwan vanuit de Zuid-Chinese Zee hun westkust bereikt. Het beleid gericht op Azië en de Stille Oceaan wordt dan ook sterk beïnvloedt door de nationale interesses in de Zuid-Chinese Zee. 22. Verder ontstond er een soort machtsvacuüm in de regio na het terugtrekken van de Amerikaanse oorlogsvloot na Wereldoorlog Twee, dat grotendeels werd opgevuld door China. 57 De VS heeft immers verschillende jaren een soort van inperkingsbeleid gevoerd ten opzichte van China. Hiermee wilden ze hun sterke machtstoename uitstellen, terwijl ze die van zichzelf probeerden te 52 Zie voetnoot 43 op p. 10 voor een verklaring van dit één-china principe. 53 C. CHANG, Examining the Flaws of a South China Sea Code of Conduct, The Diplomat, 20 oktober 2015, 54 K. KITTICHAISAREE, "A Code of Conduct for Human and Regional Security around the South China Sea" Ocean Development and International Law, Vol. 32 (2), 2001, ; R., SEVERINO, A Code of Conduct for the South China Sea?, Pacific Forum CSIS, PacNet 45A, 17 augustus 2012, 55 M. CASTAN, "Adrift in the South China Sea: International Dispute Resolution and the Spratly Islands Conflict", Asia Pacific Law Review, Vol. 6 (1), 1998, K. HOSSAIN, "The UNCLOS and the US-China Hegemonic Competition over the South China Sea" Journal of East Asia and International Law, Vol. 6 (1), 2013, Y. WANG, Rethinking the South China Sea Issues; A Perspective of Sino-U.S. Relations, Pacific Focus, 21 (1), 2006,

27 beschermen. 58 Bovendien creëert een bondgenootschap met de Filipijnen ook juridische verplichtingen voor de VS om te reageren op een aanval tegen het territorium van het land, dit op grond van de US-Philippines Mutual Defense Treaty van Ten slotte heeft de VS ook op juridisch vlak belang bij het dispuut. Het land is namelijk voorstander van de vrijheid van navigatie op zee zoals bepaald in het VN-Zeerechtverdrag, ook al hebben ze zelf het verdrag nooit geratificeerd. De VS contesteert de soevereiniteitsaanspraken van China op grote delen van de Zuid-Chinese Zee en reserveert zich het recht op het uitvoeren van militaire oefeningen binnen de exclusieve economische zone van andere kuststaten. 60 In een later deel van deze thesis zal hier verder worden op ingegaan. 61 Hoofdstuk 2 Legaliteit van de maritieme claims 2.1 De Chinese Nine-Dash Line Maritieme grenzen volgens het VN-Zeerechtverdrag 23. Alvorens in te gaan op de legaliteit van de Chinese claim binnen de Zuid-Chinese Zee is het aangewezen om eerst de theoretische achtergrond en internationale consensus rond territoriale grensafbakening op zee te behandelen. Het alsmaar toenemende gebruik van de oceanen maakt een juridisch kader van internationale regelgeving noodzakelijk rond de toepassing en de exploitatie ervan. 58 T. CHRISTENSEN, China, the U.S. Japan Alliance, and the Security Dilemma in East Asia, International Security 23, Spring 1999, ; Y. DENG, Hegemon on the Offensive: Chinese Perspectives on U.S. Global Strategy., Political Science Quarterly, vol. 116 (3), Mutual Defense Treaty Between the United States and the Republic of the Philippines, General Foreign Policy Series 117, Washington D.C., 30 augustus, Y.H. SONG, "Sovereignty and Maritime Disputes in the South China Sea: Potential Conflicts between China and the United States", China Oceans Law Review, Vol. 16, 2012, Zie randnummers:

28 In deze context is binnen de Verenigde Naties (hierna: VN) in 1982 het VN-Zeerechtverdrag 62 ontstaan. Het verdrag, In werking getreden in 1994 en inmiddels door 167 landen geratificeerd, regelt ten eerste de ruimtelijke verdeling van de oceanen in verschillende zones met elk hun eigen regime. Ten tweede bevat het ook regels rond de internationale samenwerking die noodzakelijk is voor de instandhouding van biologische diversiteit en rijkdommen in de zee en om de vervuiling ervan tegen te gaan Belangrijk in de context van het conflict is dat alle aanspraak makende staten partij zijn bij het verdrag. In het conflict heeft enkel de VS, die wel aanwezig was bij de conferenties ervoor, het verdrag nooit geratificeerd. 64 Wel heeft het land zich steeds opgeworpen als voorstander van de belangrijkste principes in het Verdrag, zoals de vrijheid van navigatie. 65 Ze erkennen het Verdrag dan ook grotendeels als een weergave van het geldende internationale gewoonterecht op zee. Het intreden van het VN-Zeerechtverdrag bracht een aantal belangrijke veranderingen en nieuwe concepten met zich mee voor het internationaal zeerecht. Voor de kust- en eilandstaten van Zuid-Oost-Azië was vooral de uitbreiding van de territoriale zee van de traditionele 3 zeemijl-zone naar 12 zeemijl cruciaal. 66 Deze zeestrook maakt immers een uitbreiding uit van hun soevereiniteit die de kuststaten genieten over hun landgebied. 67 Ook het invoeren van een Exclusieve Economische Zone van 200 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee, heeft voor een grote uitbreiding van de soevereiniteit van de kust- en eilandstaten gezorgd. In de EEZ beschikken ze immers over exclusieve soevereine rechten voor de exploratie en exploitatie, het behoud en management van de daar aanwezige natuurlijke rijkdommen, levend of niet-levend Men kan zich dan ook gemakkelijk inbeelden dat in de relatief nauwe, ingesloten wateren van de Zuid-Chinese Zee deze extensieve zones van de vele geconcentreerde kust- en eilandstaten tot 62 United Nations Convention on the Law of the Sea, Montego Bay, 10 december 1982, United Nations, UN Treaty Series, Vol (hierna: VN-Zeerechtverdrag 1982). 63 Y. TANAKA, The International Law of the Sea, Cambridge, Cambridge University Press, 2 nd Edition, 2015, 472p. (hierna: Y., TANAKA, The International Law of the Sea). 64 T. A. CLINGAN, "Freedom of Navigation in a Post-UNCLOS III Environment", Law and Contemporary Problems, Vol. 46 (2), 1983, J. L. MALONE, "The United States and the Law of the Sea" Virginia Journal of International Law, Vol. 24 (4), ; M. A. BROWNE, The Law of the Sea Convention and U.S. Policy, CRS Issue Brief for Congress, IB95010, 16 juni 2006, CRS ; J., DUFF, A Note on the United States and the Law of the Sea: Looking Back and Moving Forward, Ocean Development & International Law, Vol. 35 (3), 2004, J. R. COQUIA, "Maritime Boundary Problems in the South China Sea" University of British Columbia Law Review, vol. 24 (1), 1990, L. WANG, en P. H. PEARSE, "The New Legal Regime for China's Territorial Sea", Ocean Development and International Law, Vol. 25 (4), 1994, Art. 56(1) VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot

29 overlapping en bijgevolg ook tot conflict hebben geleid. Bij het opstellen van het VN-Zeerecht verdrag waren de onderhandelaars hier ook van op de hoogte en als gevolg werd art. 74 ingevoerd. Dit artikel bepaalt dat staten met tegenover elkaar liggende of aan elkaar grenzende kusten de afbakening van hun EEZ laten geschieden bij overeenkomst op basis van het internationale recht. 69 Aangezien de betrokken staten reeds vóór de inwerkingtreding van het VN-Zeerechtverdrag al in onenigheid waren over de grensafbakening in de Zuid-Chinese Zee, bleek het nadien ook moeilijk om dergelijke akkoorden te bereiken. 70 In deze context schrijft artikel 74 dan ook voor dat Indien niet binnen een redelijke termijn een overeenkomst tot stand komt, de betrokken staten gebruik maken van de procedures, bepaald in deel XV van het verdrag. Maar in 2006 verklaarde Peking, op grond van hun recht op excepties op deze procedures 71, niet onderhevig te zijn aan de verplichte procedures voor geschilbeslechting leidende tot bindende beslissingen. 72 Evenwel staan alle partijen van het VN- Zeerechtverdrag, met inbegrip van China, onder de verplichting om hun geschillen aangaande de interpretatie of toepassing van het verdrag op een vreedzame wijze en in het licht van de achterliggende doelen van het verdrag, op te lossen Een andere belangrijke zone die na het ontstaan van het VN-Zeerechtverdrag in het leven werd geroepen was het continentaal plat. Deze zone bestaat uit: De zeebodem en de ondergrond van de onder water gelegen gebieden die zich buiten zijn territoriale zee uitstrekken door de natuurlijke voortzetting van zijn landterritorium tot de buitenste grens van de continentale rand, of tot een afstand van 200 zeemijl van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee wordt gemeten wanneer de buitenste grens van de continentale rand zich niet tot die afstand uitstrekt. 74 Op grond van artikel 77 van het VN-Zeerechtverdrag oefenen de staten die aan de Zuid-Chinese Zee grenzen exclusieve soevereine rechten uit over hun continentaal plat, met als doel de exploratie en 69 Op basis van het internationale recht : Hiermee bedoelt men overeenkomsten opgesteld op basis van artikel 38 van het statuut van het internationaal gerechtshof (San Francisco, 26 juni 1945). Dit artikel bepaalt dat het Hof geschillen, die aan haar worden voorgelegd ter beslechting, beslist met toepassing van: internationale verdragen. Zowel die van algemene als van bijzondere aard, waarin regels worden vastgelegd die uitdrukkelijk door de bij het geschil betrokken staten worden erkend; internationaal gebruik, als blijk van een als recht aanvaarde algemene gewoonte; en de door beschaafde volken erkende algemene rechtsbeginselen; 70 R. BECKMAN, "The UN Convention on the Law of the Sea and the Maritime Disputes in the South China Sea", American Journal of International Law, Vol. 107 (1), 2013, Art. 298, a (i), VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot "China Submitted Its Exclusion Declaration According to Article 298 of the UNCLOS." China Oceans Law Review 2007 (1), 2007, Art. 279 VN-Zeerechtverdrag 1982; Art. 2, par. 3 Charter of the United Nations, 26 juni 1945, San Fransisco. 74 Art. 76, par. 1 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot

30 exploitatie van de natuurlijke rijkdommen die zich daar bevinden. 75 In tegenstelling tot de EEZ hebben alle kuststaten een continentaal plat en moeten ze deze zone niet claimen voor zover de buitengrenzen zich niet verder uitstrekken dan 200 zeemijl. 76 Wanneer dit wel het geval is zijn de kusstaten verplicht om informatie in te dienen bij de Commissie inzake de Grenzen van het Continentale Plat (Hierna: CLCS) die voor de vaststelling van een grotere zone (maximum 350 zeemijl) zijn toestemming moet geven. 77 De deadline voor het binnen geven van deze informatie bedroeg 10 jaar na de inwerkingtreding van het verdrag voor de lidstaat en ten vroegste op 13 mei Rekening houdend met het toenemend belang van de Zuid-Chinese Zee en vooral betreffende de olie-, gas- en visreserves die er zich zouden bevinden hadden omliggende kuststaten dus alle belang om deze economische zones te claimen. 79 Naarmate de deadline dichterbij kwam liepen de spanningen tussen de omliggende kuststaten op en begin mei 2009 kwam er een vlaag van inzendingen voor een verlengd continentaal plat. 80 Deze inzendingen brachten dan weer tegenvorderingen met zich over de soevereiniteit en soevereine rechten in de betwiste zones in de Zuid-Chinese Zee door alle conflicterende staten, behalve Brunei. Dit getouwtrek van aanspraken en tegenaanspraken maakte de situatie in de Zuid- Chinese Zee nog uitzichtlozer en complexer. 81 Hoewel de CLCS niet kan optreden als een platform voor het beslechten van geschillen over maritieme aanspraken, hebben de staten de Commissie hier gebruikt als instrument om hun beleid in de Zuid-Chinese Zee gelding te geven In beide zones, de EEZ en het continentaal plat, geldt een regime van soevereine rechten voor de kuststaten die gericht zijn op de economische exploitatie van de natuurlijke rijkdommen die er zich bevinden. Deze rechten zijn exclusief, in die zin dat niemand anders ze mag uitoefenen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de kuststaat. 83 Om de uitoefening van deze rechten te verzekeren 75 Art. 77, par. 4 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot P, WEIL, The Law of Maritime Delimitation: Reflections, Cambridge, Cambridge University Press, Grotius, 1989, p Art. 76, par. 8 VN-Zeerechtverdag 1982, Supra 14, noot Issues with respect to article 4 of Annex II to the Convention, ten-year limit for submissions, SPLOS/183, SPLOS/72, mei 2001, Division for Ocean Affairs and the Law of the Sea, UN, 79 Zie hoodstuk 1.1: Waarom is de Zuid-Chinese Zee zo belangrijk, paragraaf Submissions, through the Secretary-General of the United Nations, to the Commission on the Limits of the Continental Shelf, pursuant to article 76, paragraph 8, of the United Nations Convention on the Law of the Sea of 10 December 1982, Division for Ocean Affairs and the Law of the Sea, UN, 81 Y. SONG, "Conflicting Outer Continental Shelf Claims in the East and South China Seas: Proposals for Cooperation and Peaceful Resolution." University of Hawaii Law Review, Vol. 35 (2), 2013, N.A. HU, "South China Sea: Troubled Waters of a Sea of Opportunity", Ocean Development and International Law, Vol. 41 (3), 2010, Y. TANAKA, The International Law of the Sea, Supra 14, noot

31 bezit de kuststaat over zowel wetgevende als handhavende rechtsmacht. 84 In wateren waar deze zones dan overlappen en gecontesteerd worden kan men zich dan wel de vraag stellen door welke staten en in welke mate deze rechtsmacht wordt uitgeoefend. Aansluitend bij deze bevoegdheden heeft de kuststaat ook de rechtsmacht over het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek, de bescherming en instandhouding van het zeemilieu en over het oprichten van kunstmatige eilanden en andere constructies. 85 Al deze rechten en bevoegdheden binnen de EEZ of op het continentaal plat van een kuststaat maakt het dan ook uitermate belangrijk om te bepalen wat de exacte grenzen van de zones van de kust- en eilandstaten rond de Zuid-Chinese Zee juist zijn. Desondanks zijn er ook een aantal vrijheden voor derde staten waar de kuststaten binnen hun EEZ rekening mee moeten houden. Deze zijn de vrijheid van navigatie, overvliegen en de aanleg van onderzeese kabels en pijpleidingen. 86 Schepen die onder de vlag van derde staten varen mogen deze rechten uitoefenen zolang ze dit doen in overeenstemming met de rechten en bevoegdheden die de kuststaten in de zones bezitten. Deze vrijheden, vooral die van doorvaart, komen in het gedrang wanneer landen zoals China het grootste deel van de Zuid-Chinese zee gaat classificeren als historische wateren, waar de kuststaat de volledige soevereiniteit over bezit Ten slotte is het ook belangrijk om te kijken naar de basislijnen van de kuststaten vanaf waar de territoriale zee en bijgevolg ook de verschillende andere zones zich uitstrekken. Artikel 6 van het VN- Zeerechtverdrag bepaalt dat de normale basislijn om de breedte van de territoriale zee te bepalen de lage waterlijn is die de kust volgt. Op basis van artikel 7 kunnen kuststaten in een aantal specifieke gevallen evenwel opteren om rechte basislijnen te gebruiken. Dit is het geval wanneer de kustlijn diepe uithollingen en insnijdingen vertoont, of indien er een eilandenreeks langs en in de onmiddellijke nabijheid van de kust ligt. 88 Verder mogen de aldus getrokken rechte basislijnen niet aanmerkelijk afwijken van de algemene richting van de kust en de binnen die lijnen gelegen zeegebieden moeten voldoende nauw met het landgebied verbonden zijn om onderworpen te zijn aan het regime van de interne wateren. 89 Wel moet er rekening gehouden worden met artikel 8(2) van het VN- Zeerechtverdrag dat bepaalt dat, wanneer wateren die vroeger niet als zodanig werden beschouwd, 84 Art. 73, par. 1 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot Art. 56, par. 1 (b) VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot S.A. ROSE, "Naval Activity in the EEZ - Troubled Waters Ahead", Naval Law Review, Vol. 39, 1990, L. JINMING, en L. DEXIA, The Dotted Line on the Chinese Map of the SouthChina Sea: A Note, Ocean Development & International Law, Vol. 34 (3-4), 2003, Artikel 7, par. 1 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot Artikel 7, par. 3 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot

32 als interne wateren worden ingesloten, daar het recht van onschuldige doorvaart geldt. Bijgevolg zal in die zeegebieden de doorvaart van buitenlandse schepen niet door de kuststaat verhindert kunnen worden. 29. In het licht van de voorwaarden bepaald door het Verdrag, zijn in het verleden de gebruikte basislijnen van China, Vietnam, Maleisië, Taiwan en de Filipijnen verschillende keren door derden aan het conflict, zoals de VS, in vraag gesteld. 90 Een aantal van deze staten hebben nadien een poging ondernomen om hun basislijnen in overeenstemming te brengen met de provisies uit het Verdrag, dit met wisselend succes. 91 Verrassend genoeg hebben geen van de kust- en eilandstaten rond de Zuid- Chinese de bedenkelijke legaliteit van de basislijnen van hun buurlanden reeds formeel in vraag gesteld. 92 Het probleem is dat de regels in het VN-Zeerechtverdrag rond rechte basislijnen zo abstract zijn dat ze per geval in grote mate afhangen van de appreciatie van de kuststaat zelf. Hierdoor is er niet alleen in de Zuid-Chinese Zee, maar over de hele wereld, een tendens ontstaan voor kust- en eilandstaten om grote zeegebieden als interne wateren te gaan omsluiten door rechte basislijnen te trekken. 93 Ook China gebruikt de facto rechte basislijnen die haar kust en ook de omliggende eilanden verbinden. Door haar verst gelegen eilanden als basispunten voor de rechte basislijnen te gebruiken kan China de gebieden binnen deze lijnen claimen als interne wateren en zou als gevolg een omvangrijk deel van de Zuid-Chinese Zee tot haar interne en territoriale wateren behoren. 94 Dergelijke claim zou echter op zijn minst op gespannen voet staan met de regels van het VN-Zeerechtverdrag. 90 R. BECKMAN, "The UN Convention on the Law of the Sea and the Maritime Disputes in the South China Sea." Supra 15, noot 70.; J.R. ROACH, en R. W., SMITH, Excessive Maritime Claims, Publications on Ocean Development, Brill Nijhoff Publishers, 2012, 3rd edition, 926pp. 91 J. A. ROACH, en R. W., SMITH, "Straight Baselines: The Need for a University Applied Norm", Ocean Development and International Law, Vol. 31 (1-2), 2000, R. BECKMAN, "The UN Convention on the Law of the Sea and the Maritime Disputes in the South China Sea.", Supra 15, noot Y. TANAKA, The International Law of the Sea, Cambridge University Press, 2nd Edition, 2015, 472p., 51, Supra 14, noot H. KIM, "China's Basepoints and Baselines under the United Nations Convention on the Law of the Sea: A Critical Analysis", Journal of East Asia and International Law, Vol. 6 (1), 2013,

33 2.1.2 Het Chinese Standpunt Figuur 2 Kaart 2: Officiële Chinese kaart van de Zuid-Chinese Zee met de Nine-Dash Line Bron: The Traffic and Tourist Map of Hainan, De Chinese Volksrepubliek baseert zijn soevereiniteit over het leeuwendeel van de Zuid-Chinese Zee op een aantal elementen. Eén daarvan, de belangrijkste, is de nine-dash line. Een grenslijn, bestaand uit 9 strepen, die China s claim op de kaart weergeeft op alle eilanden en wateren die zich 95 Uit S. TONESSON, China and the South China Sea: A Peace Proposal, Security Dialogue, Vol. 31 (3), 2000, 19

34 aan de landzijde van deze lijn bevinden. De nine-dash line omsluit ongeveer 90 percent van de Zuid- Chinese Zee als territorium van China. 96 Om een beter begrip te krijgen over de achtergrond en legaliteit van deze grenslijn bekijken we eerst de historische achtergrond Geschiedenis 31. In het begin van de twintigste eeuw waren er nog geen officiële Chinese kaarten die de Zuid- Chinese Zee met haar riffen en eilanden weergaven. Tot de jaren dertig werden land- en zeekaarten enkel opgesteld door particulieren op private initiatieven. 97 Deze private kaarten gaven de grenzen van China in de tijd weer en vertoonden ook voor de eerste maal de streeplijn waarop de Chinese claim vandaag de dag gebaseerd is. 98 Deze kaarten waren vooral gebaseerd op oudere kaarten of kopieën van buitenlandse producties en als gevolg vertoonden ze vaak fouten en inconsistenties. 99 Om hier aan tegemoet te komen werden er vanaf 1930 cartografische initiatieven genomen door de Chinese overheid om haar soevereiniteit in de Zuid-Chinese Zee kracht bij te zetten. China richtte een Land- en Zeekaarten Inspectiecommissie op, wiens verantwoordelijkheden onder andere bestonden uit het opmeten en naamgeven van de eilanden in de Zuid-Chinese Zee, alsook het opmaken van kaarten die tonen dat deze eilanden onder hun soevereiniteit vallen. 100 Het was pas na Wereldoorlog Twee, toen China opnieuw de controle verkreeg van Japan over de Spratly en Paracel eilandengroepen, dat de Chinese overheid deze initiatieven hernam om officieel hun autoriteit in de regio te bevestigen. 101 Dit deed het Ministerie van Binnenlandse Zaken door de namen van alle eilanden in de Zuid-Chinese Zee aan te passen en publieke kennisgeving van hun soevereiniteit erover te geven. 102 De eilandengroepen werden tot de Nansha en Xisha eilanden omgedoopt, dit overeenkomstig hun geografische ligging voor 96 D. LAGUE, "Analysis: China's nine-dashed line in South China Sea, Reuters, Hong Kong, 25 mei 2012, 97 J. YU, "International Perspective on the Dotted Line in the South China Sea", China Legal Science, Vol. 1 (2), 2013, H. DJALAL, Conflicting Territorial and Jurisdictional Claims in South China Sea. The Indonesian Quarterly, Vol. 7 (1), 1979, ; J.YU, "International Perspective on the Dotted Line in the South China Sea", supra 20, noot J. LI en D. LI, The Dotted Line on the Chinese Map of the South China Sea: A Note", Ocean Development and International Law, Vol. 34 (3-4), 2003, E. FRANCKX en M. BENATAR, Dots and Lines in the South China Sea: Insights from the Law of Map Evidence, Asian Journal of International Law, Vol. 2, 2012, Zie Cairo Communiqué, 1 december 1943, Records of the Department of State Relating to World War II, , EUROPEAN WAR 1939/32623; en Verklaring van Potsdam, 26 juli 1945, Proclamation Defining Terms for Japanese Surrender; U.S. department of state, the axis in defeat: a collection of documents on american policy toward germany and japan, Publication 2423, United States government printing office, Potsdam, 1946, 4-5, 27-28, J. LI en D. LI, The Dotted Line on the Chinese Map of the South China Sea: A Note", Supra 20, noot

35 China. 103 In 1947 werd de Location Map of the Islands in the South China Sea door het Ministerie van Defensie uitgevaardigd. 104 Ze vertoonde als eerste officiële kaart 11 onderbroken strepen die langs de Vietnamese grens in de Golf van Tonkin en rond de Paracel en Spratly eilandengroepen een U-vormige lijn trokken die het grootste deel van de Zuid-Chinese Zee omsloot. Deze Eleven-Dash Line hield stand na de revolutie in China wanneer de Volksrepubliek (PRC) 105 tot stand kwam. Pas na 1953 werden officieel kaarten gepubliceerd waarop de Nine-Dash Line de Chinese claim vertegenwoordigde. 106 In de geest van kameraadschap met het Vietnamese regime verwijderde het communistische China haar twee lijnen in de Golf van Tonkin bij Vietnam In de jaren nadien bleef China de Nine-Dash Line gebruiken om haar claim over de Zuid-Chinese Zee te verantwoorden. In haar Declaration on the Territorial Sea van 1958 paste het land niet alleen een territoriale waterzone van 12 zeemijl toe voor haar vasteland, maar ook voor de eilanden die binnen de grenslijn vielen, zoals de Spratly en Paracel eilanden. 108 Bovendien werd in deze Verklaring ook het gebruik van rechte basislijnen voor het afmeten van hun territoriale zee en andere zones vastgelegd. Later werd in de jaren 80 een nieuwe administratieve provincie, Hainan, door China opgericht. 109 Als meest zuidelijke provincie werd het territorium niet beperkt tot het Hainan eiland zelf, maar werden ook alle gecontesteerde kleinere eilanden en riffen in de Zuid-Chinese Zee als grondgebied opgeëist. Nadien, in 1992, bevestigde Peking wederom haar claim in de Law on the Territorial Sea and Contiguous Zone. 110 In deze wet wordt in artikel 2 opnieuw verwezen naar het Chinese grondgebied, dat zich uitstrekt tot de gecontesteerde eilanden in de Zuid-Chinese Zee. Als gevolg wordt door China een territoriale zee van 12 zeemijl aan de eilandengroepen gekoppeld door 103 Nansha eilanden: De Chinese benaming voor de Spratly eilanden. Vertaald naar het Chinees 南沙群岛, waarbij 南 de betekenis heeft van zuiden of zuidelijk. Xisha eilanden: De Chinese benaming voor de Paracel eilanden. Vertaald naar het Chinees 西沙群岛, waarbij 西 de betekenis heeft van westen of westelijk. 104 K. ZOU, The Chinese Traditional Maritime Boundary Line in the South China Sea and its Legal Consequences for the Resolution of the Dispute over the Spratly Islands. International Journal of Marine and Coastal Law, Vol. 14, 1999, ; A. HUN. South China Sea: Troubled Waters or a Sea of Opportunity? Ocean Development and International Law, Vol. 41, PRC: People s Republic of China 106 J. LI, en D. LI, Supra 20, noot W., PU, How The Eleven-Dash Line Became a Nine-Dash Line, And Other Stories, Radio Free Asia, Washington D.C., 16 juli 2015, Artikel 1, Declaration of the Government of the Republic of China on Territorial Sea, Beijing, 4 september 1958, N : 255 Annex Z. GAO, en J. BING BING, The Nine-Dash Line in the South China Sea: History, Status and Implications, Supra 9, noot 35.; T. BOLAND-CREWE, en D., LEA, The Territories of the People's Republic of China, London, Europa Publications Limited, Taylor & Francis Group, 2002, 1st Edition, 288 pp., Law of the People's Republic of China Concerning the Territorial Sea and the Contiguous Zone, 25 februari 1992, Supra 8, noot

36 het gebruik van rechte basislijnen (artikel 3). Belangrijk in deze wet is ook dat China, hoewel ze dit niet vereist voor commerciële schepen, geen buitenlandse militaire schepen in haar territoriale wateren toelaat zonder goedkeuring (artikel 6). Sinds 2013 werd op sommige officiële kaarten zelfs een tiende streep toegevoegd, in het noorden van de Zuid-Chinese Zee. 111 Dit om duidelijk te maken dat Taiwan, die dezelfde claim als China deelt in het conflict, wel degelijk binnen de grenslijn valt Ten slotte is er nooit echt een duidelijke officiële verklaring afgelegd door de Chinese overheid die de legaliteit van de Nine-Dash Line onderbouwde. 113 Het grootste probleem ligt hem in de inconsistentie van de Chinese standpunten over wat nu juist de aard van de grenslijn is. Maakt de lijn een maritieme grens uit die zowel de wateren als de eilanden binnen de lijn onder de volledige soevereiniteit van China brengt of is ze eerder een aanduiding van haar invloedsfeer en eigendom over de eilanden binnen deze lijn? Hoewel China steeds consistent is geweest met het claimen van soevereiniteit over de eilandengroepen in de Zuid-Chinese Zee sinds de totstandkoming van de Dashed Line, ligt dit anders voor haar claim op de maritieme zones binnen die grenslijn. 114 In dit opzicht zijn er vier doctrines te onderscheiden die hier een antwoord op trachten te bieden Justificaties Soevereiniteit over de eilanden 34. Ten eerste speelt de doctrine van de eilanden-grenslijn. Bij deze opvatting wordt de Nine-Dash Line opgevat als een grenslijn die de invloedsfeer van China over de eilanden in de Zuid-Chinese Zee aanduidt. 115 Deze interpretatie hangt samen met het beleid dat het land al sinds 1930 voert om haar soevereiniteit over de verschillende eilandengroepen, riffen en zandbanken in het zeegebied te 111 M. HIEBERT, N. PHUONG, en G. B. POLING, Perspectives on the South China Sea: Diplomatic, Legal, and Security Dimensions of the Dispute, Center for Strategic and Internation Studies, Rowman & Littlefield, Lanham, 2014, 160 pp., 65.; Y., SONG, Major Law and Policy Issues in the South China Sea: European and American Perspectives, Ashgate Publishing Ltd., 2014, 316pp., BANYAN, Joining the Dashes, The Economist, 4 oktober 2014, Een position paper werd gepubliceerd door de VS als opmerking bij de Sino-Filipijnse arbitratiezaak voor het internationaal arbitragetribunaal. De VS stelt de historische claim van China over de gebieden in de Zuid-Chinese Zee niet te protesteren, aangezien in hun ogen dergelijke claim nooit geuit zou zijn. Zie: United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, U.S. Bureau of Oceans and International Environmental and Scientific Affairs, 2014, No. 143, SUN, Y. China s New Calculations in the South China Sea, Asia Pacific Bulletin, No. 267, 10 juni 2014, Zie Supra 8, noot 29, Declaration of the Government of the Republic of China on Territorial Sea. 115 J. SHEN, "International Law Rules and Historical Evidences Supporting China's Title to the South China Sea Islands." Hastings International and Comparative Law Review, Vol. 21 (1), ,

37 garanderen. De directeur van het Instituut voor de Mariene Ontwikkelingsstrategie, Gao Zhiguo, besloot dat een zorgvuldige studie van Chinese documenten aantoont dat China zich nooit het volledige zeegebied van de Zuid-Chinese Zee heeft toegeëigend, maar enkel de eilanden en hun omliggende wateren binnen de grenslijn. 116 Een argument voor deze doctrine is dat de Location Map of the South China Sea Islands van 1947 de eerste kaart was die de dash line aangaf. 117 Later, in 1958, bevestigde China in hun Declaration on the Territorial Sea dat de eilandengroepen deel uitmaakten van hun territorium en ze bovendien van het vasteland gescheiden waren door de volle zee, waar geen enkele staat jurisdictie over uitoefent. 118 Hoewel deze politiek over de jaren vrij consistent is gebleven en er een consensus heerst in China dat de eilanden onder hun controle en jurisdictie vallen 119, bepaalt deze doctrine niet wat de juridische status is van de omliggende wateren rond die eilanden Ten eerste zou er een antwoord moeten gegeven worden op de delicate vraag tot wie de betwiste eilanden in de Zuid-Chinese Zee juist toebehoren. Hiervoor is een zorgvuldige analyse nodig, gebaseerd op internationale rechtsbronnen en gewoonte en rekening houdend met allerhande begrippen zoals de ontdekking, kritische datum en opinio juris. Deze analyse zal in een later deel van deze thesis (infra: hoofdstuk 3: De Gecontesteerde Eilandengroepen) worden gevoerd, aangezien ze valt onder het internationale recht inzake territoriale acquisitie. 121 Aangezien de doctrine enkel een claim op de landelementen in de Zuid-Chinese Zee weerspiegelt, kan er gesteld worden dat voor de juridische status van de omliggende wateren er moet worden gekeken naar het internationaal zeerecht, meer bepaald het VN-Zeerechtverdrag. 116 L. JINMING, en L. DEXIA, The Dotted Line on the Chinese Map of the South China Sea: A Note", Supra 17, noot 87.; G. ZHIGUO, The South China Sea: From Conflict to Cooperation, Ocean Development and International Law, Vol. 25, 1994, L. TINGTING, "An Analysis of the Legal Status of the Nine-Dotted Line: Focused on Four Doctrines." China Oceans Law Review 2008 (1), 2008, ; Zie: K. ZOU The Chinese Traditional Maritime Boundary Line in the South China Sea and its Legal Consequences for the Resolution of the Dispute over the Spratly Islands, Supra 21, noot Deze Verklaring was ontstaan toen er nog geen sprake was van het VN-Zeerechtverdrag. Bijgevolg bestonden enkel de interne wateren en territoriale zee als maritieme zones onder de bevoegdheid van de kuststaten. Na het ontstaan van het VN- Zeerechtverdrag werd de 200 zeemijl EEZ als nieuwe maritieme zone ingevoerd waardoor er tussen het Chinese vasteland en de eilandengroepen geen volle zee meer bestond. Article 1, DECLARATION OF THE GOVERNMENT OF THE REPUBLIC OF CHINA ON TERRITORIAL SEA, Beijing, 4 september 1958, Supra 21, noot Als recent voorbeeld kan men de formele opmerking nemen van China bij de voorlegging van Vietnam van hun voorstel tot een contintaal plat dat zich voorbij 200 zeemijl uitstrekt voor de CLCS. Hierin besluit China: (China) has indisputable sovereignty over the islands in the South China Sea and the adjacent waters, and enjoys sovereign rights and jurisdiction over the relevant waters as well as the seabed and subsoil thereof (see attached map). The above position is consistently held by the Chinese Government, and is widely known by the international community. ; China, Notes Verbales, CML/18/2009, New York, 7 mei T. IKESHIMA, China s Dashed Line in the South China Sea: Legal Limits and Future Prospects, Waseda Global Forum No. 10, 2013, B.K. MURPHY, "Dangerous Ground: The Spratly Islands and International Law", Ocean and Coastal Law Journal, Vol. 1 (2), ,

38 36. Volgens het VN-Zeerechtverdrag moet er voor de omvang van de jurisdictie over de omliggende wateren gekeken worden naar de eilanden zelf. Volgens het principe dat het land de zee domineert kan men immers geen exclusieve jurisdictie of rechten in maritieme zones beheersen zonder ze aan een soeverein grondgebied te linken. 122 Artikel 121(2) van het VN-Zeerechtverdrag bepaalt dat maritieme zones van een eiland vastgesteld worden overeenkomstig de bepalingen van het verdrag die van toepassing zijn op andere landgebieden. 123 Als gevolg zou China de soevereiniteit bezitten over alle interne wateren en de territoriale zee tot 12 zeemijl van de basislijn rond de eilanden. 124 Rekening houdend met de definitie van eilanden in artikel 121 (1) en die van rotsen in artikel 121 (3), zal men alle kenmerken apart moeten bekijken of ze wel degelijk als eilanden kunnen worden aanzien en bijgevolg bepaalde extensieve maritieme zones kunnen genereren. 125 Eilanden die immers rotsen uitmaken waarop geen duurzame menselijke bewoning of eigen economisch leven mogelijk is, hebben geen exclusieve economische zone of continentaal plat. 126 Bijgevolg zou het dus mogelijk zijn voor eilanden in de Zuid-Chinese Zee waarop dit wel mogelijk is om een eigen EEZ en continentaal plat te genereren waarop China dan soevereine rechten bezit. 127 Het gevolg van deze doctrine is dan echter wel dat de Chinese Staat geen soevereiniteit en rechten kan uitoefenen op de rotsen en andere kenmerken die zich, al dan niet deels, onder water bevinden. 128 Ten slotte zullen er ook geen soevereiniteitsaanspraken of rechten kunnen worden uitgeoefend op de wateren die zich buiten de maritieme zones van die rotsen of eilanden bevinden. Waardoor volgens deze doctrine de Chinese claim op de wateren van de Zuid-Chinese Zee binnen de Nine-Dash Line veel zwakker is R.W. SMITH, "Maritime Delimitation in the South China Sea: Potentiality and Challenges", Ocean Development and International Law, Vol. 41 (3), 2010, Art. 121, par. 2 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot Art. 2 & 3 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot Y. TANAKA, The International Law of the Sea, Supra 14, noot Art. 121, par. 3 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot R. BECKMAN, "The UN Convention on the Law of the Sea and the Maritime Disputes in the South China Sea", Supra 15, noot Volgens artikel 121 (1) van het VN-Zeerechtverdrag 1982 is een eiland immers een natuurlijk gevormd landgebied, omgeven door water, dat bij vloed boven water uitsteekt. Wanneer het kenmerk een bij eb droogvallende bodemverheffing uitmaakt (zoals in artikel 13 van het VN-Zeerechtverdrag 1982 gedefinieerd) genereert ze geen eigen territoriale zee wanneer ze in haar geheel op een afstand van het vasteland of een eiland ligt die groter is dan de breedte van de territoriale zee. Wanneer ze op echter op een kleinere afstand ligt, dan kan de laagwaterlijn van die bodemverheffing gebruikt worden als basislijn voor het meten van de breedte van de territoriale zee. 129 L. TINGTING, "An Analysis of the Legal Status of the Nine-Dotted Line: Focused on Four Doctrines", Supra 23, noot

39 Territoriale grens 37. Een tweede doctrine ter rechtvaardiging van de Nine-Dash Line is die van de territoriale grenslijn. Volgens deze interpretatie maakt de Nine-Dash Line de nationale grens uit, waarbij alles aan de binnenzijde tot het Chinese grondgebied zou behoren. 130 Als gevolg heeft China niet alleen de volledige soevereiniteit over alle eilanden en riffen binnen de grenslijn, maar ook over alle wateren. De zeegebieden erbinnen behoren dan tot de Chinese territoriale zee en die erbuiten tot andere staten of tot de volle zee. 131 Eén van de argumenten die deze doctrine verdedigt is dat China bij het uittekenen van hun kaarten, voor de Nine-Dash Line dezelfde markering gebruikt als voor hun landsgrenzen (zie figuur 2) 132. Het feit dat volgens deze interpretatie alle omsloten wateren als territoriale zee zou worden beschouwd, houdt echter moeilijk stand. In het internationaal zeerecht kan de territoriale zee zich immers niet verder dan 12 zeemijl van de basislijn langs de kust uitstrekken, wat met de grenslijnen hier wel het geval is. 133 Als we bovendien opnieuw het internationaal principe hanteren dat het land de zee domineert en er dus geen maritieme zones tot stand kunnen komen zonder eerst een link met het landdomein vast te stellen, kunnen de lijnen van de Nine-Dash Line onmogelijk de grens van de Chinese territoriale wateren weergeven conform het geldende internationale recht. 134 Bovendien heeft de Chinese overheid sinds het begin van het dispuut dit ook nooit verklaard, noch hebben zij hun soevereiniteit over deze wateren uitgeoefend als ware het hun territorium Een betere verklaring in deze context is dat de grenslijnen een maritieme grens weergeven, aangezien ze zich in open wateren bevinden en dus ver van de landdomeinen die Peking claimt. De maritieme grenslijn kan een aanduiding zijn van de limieten van de EEZ en het continentaal plat gemeten vanaf de buitenste eilanden van de Spratly en Paracel eilandengroepen. 136 Het probleem hier zit hem in het feit dat om dergelijke maritieme zones te genereren, deze eilanden, zoals reeds aangehaald, in staat moeten zijn om duurzame menselijke bewoning of eigen economisch leven te 130 T. IKESHIMA, China s Dashed Line in the South China Sea: Legal Limits and Future Prospects, Supra 23, noot United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, U.S. Bureau of Oceans and International Environmental and Scientific Affairs, 2014, No. 143, Op de kaart is duidelijk te zien dat het grenssymbool (strepen met een punt ertussen) waarmee men de nationale grenzen op het vasteland aanduidt, ook gebruikt om de negen strepen van de grenslijn in de Zuid-Chinese Zee aan te duiden. 133 Zie artikel 3 van het VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, Supra 25, noot L. TINGTING, "An Analysis of the Legal Status of the Nine-Dotted Line: Focused on Four Doctrines", Supra 24, noot T.T. THUY, China s U-shaped Line in the South China Sea: Possible Interpretations, Asserting Activities and Reactions from Outside, Conference on the Practices of the UNCLOS on the Resolution of South China Sea Disputes, 3-4 september 2012, Taipei,

40 waarborgen. 137 Voor het overgrote deel van de eilanden in de Spratly en Paracel eilandengroepen is dit echter niet het geval. Niettemin zijn er een aantal volwaardige eilanden in die archipels die niet onder artikel 121 (3) van het VN-Zeerechtverdrag zouden vallen en toch in staat zouden zijn om een eigen EEZ en continentaal plat voort te brengen. 138 Gekeken naar hun eigenschappen en hun grootte zijn dit bijvoorbeeld Spratly Island en Itu Abu in de Spratly eilandengroep en Lincoln Island en Woody Island in de Paracel eilandengroep. 139 Hoewel ze volgens artikel 121 (2) dan een EEZ of continentaal plat kunnen generen, lijkt het toch vergezocht om dergelijke kleine mariene formaties zulke impact te laten hebben op de omliggende wateren. In het licht van de situatie en geografische ligging lijkt deze visie het risico op territoriaal conflict en verdere escalatie in de hand te werken, in het bijzonder wanneer er zich potentiële natuurlijke rijkdommen rond deze eilandgroepen bevinden. 140 Zelfs wanneer men de zones tot het maximale van 200 zeemijl van de eilanden zou laten uitstrekken, zoals het geval is voor het vasteland, dan is het gebied binnen de uiterste grenslijnen van de geclaimde Exclusieve Economische Zones nog steeds een groot deel kleiner dan dat binnen de Nine-Dash Line Ten slotte bepalen zowel artikel 74 als artikel 83 van het VN-Zeerechtverdrag dat wanneer een Staat een maritieme grens voor zijn EEZ of continentaal plat afbakent, dit tussen staten met tegenover elkaar liggende of aan elkaar grenzende kusten, wat in de Zuid-Chinese Zee het geval is, geschiedt bij overeenkomst op basis van het internationale recht of een juridische beslissing. In dit geval zou China unilateraal een maritieme grens hebben vastgesteld. Dit terwijl ze minstens voor de gebieden die overlappen met de onbetwiste maritieme zones van de tegenoverliggende kuststaten een akkoord had moeten onderhandelen over de grensafbakening. Rekening houdend met het feit dat de afbakening van maritieme grenzen door de Nine-Dash Line niet alleen strijdig is met het internationale recht maar ook met de handelingen en het intern recht van China zelf, lijkt deze doctrine dan ook moeilijk stand te houden als een plausibele interpretatie voor de grenslijn Art. 121, par. 3 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot C. H. SCHOFIELD, LEE, S. en L. M., KWON, The Limits of Maritime Jurisdiction, Martinus Nijhoff Pub., Leiden, 2013, 812pp., A. G. O. ELFERINK, The Islands in the South China Sea: How Does Their Presence Limit the Extent of the High Seas and the Area and the Maritime Zones of the Mainland Coasts?, Ocean Development & International Law, Vol. 32 (2), 2001, R. KOLB, L interprétation de l article 121, paragraph 3, de la Convention de Montego Bay sur le droit de la mer. Les roches qui ne prêtent pas à l habittion humaine ou à une vie économique propre, AFDI, Vol. 40, 1994, Artikel 57 van het VN-Zeerechtverdrag 1982 bepaalt dat De exclusieve economische zone zich niet verder uitstrekt dan 200 zeemijl van de basislijnen waarvan de breedte van de territoriale zee wordt gemeten. In dit geval strekt de Nine-Dash Line zich verder uit dan deze afstand, zelfs gemeten van de buitenste eilanden.; T.T. THUY, China s U-shaped Line in the South China Sea: Possible Interpretations, Asserting Activities and Reactions from Outside, Supra 25, noot Vóór het ontstaan van het VN-Zeerechtverdrag bestond het concept van de EEZ en het continentaal plat immers nog niet. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat men bij het opstellen van de Nine-Dash Line deze maritieme grenzen reeds geanticipeerd had. 26

41 Historische rechten 40. De derde interpretatie is die van de historische rechten-grens. In 1998 kondigde de Chinese overheid hun Exclusive Economic Zone and Continental Shelf Act 143 af. Artikel 14 van die wet schrijft voor dat de bepalingen van deze wet de historische rechten van de Volksrepubliek China niet beïnvloeden. Ook Taiwan, die dezelfde claim als China deelt, heeft in het verleden gewag gemaakt van deze rechten. 144 Andere landen, zoals Vietnam, ontkennen het bestaan van China s historische rechten en vechten hun conformiteit met het internationale recht en met hun soevereiniteit aan. 145 Moeilijker is het om te bepalen wat deze historische rechten nu juist inhouden en hoe de rest van de internationale gemeenschap er tegenover staat. In het huidige internationaal zeerecht is er nog steeds geen precieze definitie die deze term verklaard. In principe kan men historische rechten onderscheiden van historische wateren in het internationaal zeerecht. Dit laatste concept, dat later aan bod komt, staat voor een soevereine historische titel op geclaimde wateren waarbij die, op basis van die titel, als interne wateren of deel van de territoriale zee worden beschouwd Historische rechten zijn eveneens gebaseerd op een historische titel maar kennen een andere en minder verregaande draagwijdte. Door een langdurig proces van historische consolidatie kan een staat exclusieve historische rechten verwerven op natuurlijke grondstoffen binnen een bepaald zeegebied, zonder afbreuk te doen aan de vrijheden van navigatie, overvliegen en het leggen van onderwaterkabels en pijpleidingen. 147 In dit opzicht kan het regime van historische rechten vergeleken worden met de economische rechten in de EEZ, met het verschil dat de historische rechten veel nauwer gedefinieerd kunnen worden. 148 In de Tunesia/Libyan Arab Jamahiriya case van 1982 bevestigde het IGH dat de historische rechten die Tunesië claimde op de sedentaire visserij voortkomen uit reeds lang gevestigde interesses en activiteiten van zijn inwoners in het exploiteren Verder zie: Exclusive Economic Zone and Continental Shelf Act, Peking, 26 June Artikel 2 bepaalt dat tegenstrijdige claims over de EEZ of het continentaal plat beslecht zullen worden op de basis van overeenkomst volgens de principes van billijkheid en het internationale recht. 143 Exclusive Economic Zone and Continental Shelf Act, Peking, 26 juni 1998, 3rd Session of the Standing Committee of the Ninth National People s Congress, chn_1998_eez_act.pdf. 144 Policy Guidelines for the South China Sea, Tapei, Vietnam, Dispute Regarding the Law on the Exclusive Economic Zone and the Continental Shelf of the People's Republic of China Which Was Passed on 26 June 1998, UN Law of the Sea Bulletin, Vol. 38, 1998, F. DUPUY, P-M., DUPUY, "A Legal Analysis of China's Historic Rights Claim in the South China Sea." American Journal of International Law, Vol. 107 (1), 2013, ; International Law Commission, Juridical Regime of Historic waters including historic bays, Yearbook of the International Law Commission, 1962 (2), A/CN.4/143, T. IKESHIMA, China s Dashed Line in the South China Sea: Legal Limits and Future Prospects, Supra 23, noot G. YUAN, "On Historic Rights under the Law of the Sea." China Oceans Law Review, 2008 (1), 2008,

42 van de visvangst op de bodem en wateren van de Middellandse Zee aan haar kust. 149 Aangezien de claim op basis van historische rechten hier niet uitsloot dat buitenlandse schepen binnen de zone octopussen of zee-sponzen vingen ter exploitatie, kon ze geen exclusieve basis uitmaken voor het vaststellen van een exclusieve visserij-zone die als doel de exploitatie van alle biologische rijkdommen had Met betrekking tot de historische rechten-claim van China is er geen consensus over wat deze rechten of privileges binnen de Nine Dash-Line dan juist inhouden. Sommige Chinese juristen beweren dat ze een soort historische EEZ uitmaken, die voorbij de 200-zeemijl limiet gaat en waar China de exclusieve rechten bezit over de exploitatie en exploratie van alle natuurlijke rijkdommen. 151 Anderen gaan dan weer uit van een meer restrictieve interpretatie. Ze stellen dat China eigenaar is van de visrechten in de geclaimde delen van de Zuid-Chinese Zee, aangezien Chinese vissers deze zeeën reeds eeuwen zouden bevaren en exploiteren. 152 Deze visie gaat, in tegenstelling tot de eerste, uit van non-exclusiviteit zonder volledige soevereiniteit. Men spreekt hier soms ook wel over historische rechten met een getemperde soevereiniteit 153 of verzachte historische wateren 154. In een meer recente zaak, namelijk de Eritrea/Yemen arbitrage van 1998, bevestigt het tribunaal de conformiteit van bepaalde historische exploitatierechten met het internationale recht. 155 Er wordt bepaald dat de historische rechten voor de partijen zijn ontstaan door een proces van historische consolidatie als een 149 A. GUIOA, Tunisia s Claims over Adjacent Seas en the Doctrine of Historic Rights, Syracuse Journal of International Law and Commerce, Vol. 11 (2), 1984, ; Continental Shelf (Tunisia/Libyan Arab Jamahiriya), IGH, 24 februari 1982, Summary 1982/ G. YUAN, "On Historic Rights under the Law of the Sea.", Supra 27, noot J. YONGKE, No Question of Re-demarcation in the South China Sea, Ocean Development and Management, Vol. 17 (2), 2000, K. ZOU, Historic Rights in International Law and in China s Practice, Ocean Development & international Law, Vol. 32 (2), 2001, ZOU argumenteert dat volgens het regime van historische rechten met een getemperde soevereiniteit een voorrang genieten op de regimes van de EEZ en Continentaal plat onder het VN-Zeerechtverdrag. Waarbij de claim op historische rechten hier niet alleen een recht op visserij maar ok op andere rijkdommen en activiteiten. Hij verklaart dat China een precedent heeft gesteld in de statenpraktijk door hun historische rechten te incorporeren in hun wetten betreffende de EEZ en Continentaal Plat. Hierbij is de historische claim equivalent aan aan een EEZ of Continentaal plat waar staten niet alleen bepaalde exploratie- en exploitatierechten genieten, maar ook bepaalde jurisdicties hebben zoals een wetgevende en handhavende bevoegdheid. 154 In tegenstelling tot vorige interpretatie bepaalt ZOU dat de gebieden waarop de historische rechten gelden zich binnen de Exclusieve Economische Zone of op het Continentaal Plat bevinden, maar dat ze onder een apart nationaal beheersregime vallen dat verschilt van dat van de EEZ. Hierbij zouden de geclaimde zeegebieden met historische rechten behandeld worden als een soort quasi-territoriale zee of verzachte historische wateren.; ZOU, K., Historic Rights in International Law and in China s Practice, Ocean Development & International Law, Vol. 32 (2), 2001, ; K. ZOU, "South China Sea Studies in China: Achievements, Constraints and Prospects", Singapore Year Book of International Law, Vol. 11, 2007, ; Y. JIA, "International Perspective on the Dotted Line in the South China Sea." China Legal Science, Vol. 1 (2), 2013, B. KWIATKOWSKA, The Eritrea/Yemen Arbitration: Landmark Progress in the Acquisition of Territorial Sovereignty and Equitable Maritime Boundary Delimitation, IBRU Boundary and Security Bulletin, Vol. 8 (1), 2000,

43 soort internationale erfdienstbaarheid los van territoriale soevereiniteit. 156 Het tribunaal beschouwt deze rechten als een voldoende juridische basis voor de handhaving van bepaalde aspecten van een res communis dat al eeuwen bestaat. 157 Als gevolg zouden ze dan ook enkel tegenwerpelijk zijn aan andere betrokken staten, zoals die met een aanliggende of tegenoverliggende kust Evenwel lijkt het concept van historische rechten voor recente onafhankelijke staten, die bijvoorbeeld ontstaan zijn uit de dekolonisatie, een moeilijk aanvaardbare basis voor dergelijke claim. Dit aangezien vele staten rond de Zuid-Chinese Zee hier bijgevolg zelf geen aanspraak op kunnen maken en het Chinese rijk, dat veruit de langste geschiedenis heeft, wel. 159 Bovendien kunnen we afleiden uit het voorgaande dat het concept van historische rechten minstens ambigue is onder het internationale recht en met betrekking tot China s claim. Deze onzekerheid wordt eveneens voortgezet in China s nationale wetten. In hun Wet betreffende Mariene Milieubescherming van 1999 beschrijven ze de toepassing van de wet als strekkende tot de interne wateren, territoriale zee, aansluitende zone, EEZ, continentaal plat en andere zeegebieden die onder de jurisdictie van de Chinese Volksrepubliek vallen. 160 Wat deze andere zeegebieden juist inhouden is tot op heden niet duidelijk. Aangezien ze een aanvulling lijken voor China op de andere maritieme zones vastgesteld door het VN-Zeerechtverdrag, zou dit kunnen verwijzen naar de delen van de volle zee buiten die zones waarop China beweert historische rechten te hebben. Bijgevolg, hoewel het concept van historische rechten binnen het internationale recht kan verdedigd worden, maakt de ambigue positie van China het moeilijk om dit als overtuigende basis voor de legaliteit van de Nine-Dash Line te laten gelden. Verder wordt het concept van historische rechten in het internationale recht doorgaans gebruikt als aanvulling bij een historische titel die het land claimt op een bepaald gebied Ten slotte lijkt het concept van deze rechten moeilijk inpasbaar met de situatie en geografie van de Zuid-Chinese Zee. De andere kuststaten bezitten immers exclusieve rechten binnen hun EEZ en continentaal plat in de semi ingesloten wateren die niet kunnen worden ingeperkt of afgenomen door 156 PHA, Eritrea v. Yemen, First Stage, Territorial Sovereignty and Scope of the Dispute, 114 ILR 2, 9 oktober Ibid. 158 C. SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal, Brill Nijhoff, Leiden, 2008, 322p., 5. (Hierna: C., SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal) 159 Z. GAO, J., BING BING, The Nine-Dash Line in the South China Sea: History, Status and Implications, Supra 9, noot Artikel 2 en 39, Law on Marine Environmental Protection, Peking, 1999; Beschikbaar op L. TINGTING, "An Analysis of the Legal Status of the Nine-Dotted Line: Focused on Four Doctrines", Supra 24, noot

44 maritieme claims gebaseerd op historische elementen. 162 Dit kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit artikel 61 van het VN-Zeerechtverdrag. Kuststaten hebben immers binnen hun eigen EEZ de exclusieve bevoegdheid om de toegestane vangst van de levende rijkdommen te bepalen. 163 Ingevolge artikel 62 kan een kuststaat wel andere staten de mogelijkheid verlenen om het overschot van de toelaatbare vangst in zijn Exclusieve Economische Zone te exploiteren. Deze rechten kunnen echter enkel worden toebedeeld als gevolg van een overeenkomst of andere toelatingsregeling met de kuststaat. Hieruit kan men afleiden dat historische visrechten door de opkomst van visserijakkoorden en het VN- Zeerechtverdrag grotendeels vervangen zijn. In de mate dat dergelijke rechten toch nog een plaats kennen in het hedendaagse internationaal zeerecht lijken ze enkel aanvaardbaar te zijn mits ze door de andere regionale actoren als een gewoonte of praktijk worden aanvaard. 164 Buiten de langdurige uitoefening van een activiteit, in dit geval visserij en andere exploitaties van de rijkdommen, moeten staten deze onafgebroken uitoefening immers ook erkennen Zoals bleek uit de voorheen vermelde Eritrea v. Yemen zaak kan het mogelijk zijn voor staten om historische exploitatierechten te behouden binnen de EEZ van een andere kuststaat, maar enkel en alleen wanneer deze kuststaat deze rechten erkent en aanvaardt. 166 In de Zuid-Chinese Zee, waar een veelheid van staten maritieme exploitatiezones bezitten, is de situatie echter veel complexer. Als de Chinese Nine-Dash Line werkelijk een historische rechten-grens vertegenwoordigt, betekent dit dat de erkenning en aanvaarding moet gebeuren door alle kuststaten van wie de EEZ overlapt met de grenslijn. Uit het gebrek van desbetreffende bilaterale akkoorden met China, het aanhoudend protest van de andere kuststaten tegen de grenslijn en de verschillende claims op een EEZ en verlengd continentaal plat van diezelfde staten, kunnen we concluderen dat dit voor de Nine-Dash Line, niet het geval is United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, Supra 25, noot Art. 62, par. 1 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot L. BERNARD, Historic Fishing Rights and the Nine-Dash Line, Pacific Forum CSIS, Pacnet Number 3, Honolulu, 7 januari 2015, L. BERNARD, The Effect of Historic Fishing Rights In Maritime Boundaries Delimitation, LOSI Conference Papers, 2012, PHA, Eritrea/Yemen, 1998, Award of the Arbitral Tribunal in the First Stage Territorial Sovereignty and Scope of the Dispute, Eritrea/Yemen Phase I, par , L. BERNARD The Right to Fish and International Law in the South China Sea, Journal of Political Risk, Vol. 4 (1), januari 2016, 3-37.; R. Beckman, "UN Convention on the Law of the Sea and the Maritime Disputes in the South China Sea, Supra 15, noot

45 Historische wateren 46. De vierde, laatste mogelijke grondslag voor de Nine-Dash Line, namelijk die van de historische wateren, sluit aan bij de vorige interpretatie. Hier zouden de wateren binnen de grenslijn een exclusieve titel met volledige soevereiniteit uitmaken. 168 Deze titel zou, in tegenstelling tot historische rechten, een erga omnes gelding hebben en bijdragen tot territoriale claims van jurisdictie of soevereiniteit. 169 China beroept zich hier dus op een historische claim op deze maritieme gebieden om niet alleen economische rechten maar een totale soevereiniteit op de wateren uit te oefenen. Peking beweert dat de onbetwistbare soevereiniteit van de Chinese Volksrepubliek in de Zuid-Chinese Zee een voldoende historische en juridische grondslag heeft om hun claims te ondersteunen. 170 Wat dan juist die exclusieve historische grondslag inhoudt en hoe dit regime van historische wateren zich ophoudt met het internationale recht wordt hierna grondiger bekeken Historische wateren in het internationaal zeerecht 47. Het VN-Zeerechtverdrag bevat geen regeling omtrent historische wateren, waardoor we bijgevolg aangewezen zijn op internationaal gewoonterecht en rechtspraak om een verklaring voor het regime te zoeken. De enige verwijzingen in het verdrag naar zulke historische titel vinden we in artikel 10 dat het regime van baaien regelt. Paragraaf 6 bepaalt dat voorgaande bepalingen niet van toepassing zijn op zogenaamde historische baaien, noch in de gevallen waarin het systeem van rechte basislijnen als bedoeld in artikel 7 wordt toegepast. 171 De bepaling schrijft voor deze historische baaien duidelijk een afwijkend regime van het verdrag voor. Dit afwijkende regime moet bekeken worden in de bredere context van historische wateren, waartoe ze behoren. 172 Belangrijker is dat artikel 15 aanduidt dat het regime voor de afbakening van de territoriale zee tussen staten met tegenover elkaar liggende of aan elkaar grenzende kusten niet van toepassing is in gevallen waarin het op grond van een historische titel of van andere bijzondere omstandigheden noodzakelijk is de 168 G. YUAN, "On Historic Rights under the Law of the Sea", Supra 27, noot C. SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal, Supra 29, noot Geng Yansheng, woordvoeder PRC Ministry of Defense, Peking, 30 juli 2010; op Bloomber News, China Says Its South China Claims are indisputable. Bloomberg Business, 30 juli 2010; Art. 10, par. 6 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot UN Secretariat, Judicial Regime of Historic Waters including Historic Bays, Document A/CN.4/143, Yearbook of the International Law Commission, Vol. 2, 1962,

46 territoriale zeeën van de twee staten af te bakenen op een afwijkende wijze. 173 Aangezien deze afwijkende regimes niet verder beschreven staan in het verdrag kan er worden gesteld dat ze moeten worden vastgesteld overeenkomstig het internationale gewoonterecht Historische wateren werden door het Internationaal Gerechtshof (hierna: IGH) voor het eerst gedefinieerd in de Brits-Noorse Visserijzaak van Het Hof beschreef ze hier als: wateren die als interne wateren behandeld worden maar die deze eigenschap niet zouden gehad hebben ware het niet voor het bestaan van een historische titel. 175 In deze zaak werden twee traditionele visies beargumenteerd over wat nu juist het juridisch regime van deze wateren omsloot. Het Verenigd Koninkrijk beschouwde het regime als een expliciete uitzondering op de algemene regels van het internationale recht die de maritieme grensafbakening van kuststaten regelen. 176 De Noorse visie beschouwde het juridisch regime van historische wateren dan weer niet als een strikte uitzondering, maar eerder als een aanvulling op andere factoren voorgeschreven door het internationale recht om maritieme grensafbakening te verantwoorden Uiteindelijk volgde het Hof de Noorse visie in hun uitspraak en bepaalde dat de historische factoren samen met geografische, economische en andere elementen moesten bekeken worden om de toepassing van de algemene principes van het internationale recht te verantwoorden in deze bepaalde zaak. Het Hof aanvaardt dat de soevereiniteit van Noorwegen op basis van een historische titel wel degelijk een afwijking van het internationale recht uitmaakt maar in dit geval verantwoord wordt door het feit dat Noorwegen gedurende een lange periode en zonder tegenstand van andere staten deze jurisdictie heeft uitgeoefend. 178 Hoewel deze zaak de Zeerechtverdragen van 1958 en 1982 voorafgaat, blijft de uitspraak een sterke basis behouden in het internationaal gewoonterecht. Het regime van historische wateren is immers telkens buiten de codificaties gebleven, waardoor men hiervoor op dit algemeen internationaal recht moet terugvallen Art. 15 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot A. G. O. ELFERINK, The Islands in the South China Sea: How Does their Presence Limit the Extent of the High Seas and the Area and the Maritime Zones of the Mainland Coasts? Ocean Development and International Law, Vol. 32, 2001, IGH, Fisheries, United Kingdom v. Norway, The Anglo-Norwegian Fisheries Case, ICJ Reports 1951, op p.130. Deze definitie werd bovendien meer recent door het IGH bevestigt in El Salvador/Honduras zaak met betrekking tot de Golf van Fonseca; ICJ Reports, 92, 1990, op p. 588, par J. EVENSEN, The Anglo-Norwegian Fisheries Case and Its Legal Consequences, The American Journal of International Law, Vol. 45 (4), 1952, ; Met betrekking op de Britse memorie, paragraaf 63, van 27 januari 1950 in de case. 177 M. S. MACDOUGAL, en T. B., BURKE, The Public Order of the Oceans: A Contemporary International Law of the Sea, Martinus Nijhoff Publishers, Leiden, 1987, 1225, p ; Fisheries, United Kingdom v. Norway, The Anglo-Norwegian Fisheries Case, ICJ Reports Fisheries, United Kingdom v. Norway, The Anglo-Norwegian Fisheries Case, ICJ Judgment 18 December 1951, C. SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal, Supra 29, noot 158, 8. 32

47 50. Hoewel men initieel enkel referentie maakte naar een regime voor historische baaien heeft het IGH in de Tunesië/Libië zaak van verklaart dat de doctrine van historische wateren zich ook uitbreidde tot andere wateren. Dit doordat het Hof stelde dat deze zaak onderhevig blijft aan het internationale gewoonterecht dat niet voorziet in een enkel regime voor historisch wateren of historische baaien, maar enkel in een specifiek regime voor elke concrete, erkende zaak met betrekking tot historische wateren en baaien. 181 Aangezien het in het internationaal gewoonterecht en de statenpraktijk niet altijd duidelijk is wanneer een kuststaat zich rechtmatig historische wateren kan toe-eigenen heeft het Secretariaat van de VN geprobeerd om dit toe te lichten. 182 In hun studie hebben ze drie elementen naar voor geschoven die noodzakelijk zijn voor een kuststaat om een titel op historische wateren te kunnen claimen. Ten eerste moet de Staat die de historische titel claimt gezag uitoefenen over het gebied dat ze als historische wateren beschouwt. Ten tweede moet deze uitoefening van gezag een gebruik geworden zijn, wat wil zeggen dat het een langdurige continuïteit inhoudt. Ten derde is de houding van derde staten tegenover deze claim van belang. 183 Aansluitend bij deze elementen definieert BOUCHEZ historische wateren als: wateren waarover de kuststaat, in tegenstelling tot de algemeen geldende regels van het internationale recht, duidelijk, effectief, continue en gedurende een aanzienlijke periode, soevereine rechten heeft uitgeoefend met de instemming van de gemeenschap der staten. 184 Wat dit laatste element juist inhoudt blijft controversieel in het internationaal gewoonterecht. 51. Aangezien het regime van historische wateren duidelijk een uitzondering op het internationaal recht uitmaakt en ze ervoor zorgt dat gebieden die anders tot de statengemeenschap zouden horen nu deel gaan uitmaken van de kuststaat, lijkt de lat voor statenerkenning hoog te liggen. 185 Sommige auteurs gaan er van uit dat het loutere gebrek van enige reactie door andere staten voldoende is om als berusting in het historische recht van de kuststaat te gelden. 186 Anderen, hebben steeds het standpunt ingenomen dat een effectieve vertoning van instemming door andere staten nodig is bij 180 IGH, Continental Shelf (Tunisia/Libyan Arab Jamahiriya), 24 februari 1982, Supra 28, noot IGH, Tunesia/Libyan Arab Jamahiriya, ICJ Reports, 1982, p UN Secretariat, Juridical Regime of Historic Waters including historic bays., Yearbook of the International Law Commission, 1962 (2), A/CN.4/143, Ibid. UN Secretatiat, p.13, par L., J. BOUCHEZ, The Regime of Bays in International Law, A.W. Sythoff, Leiden, 1964, p K. ZOU, China-Asean Relations and International Law, Elsevier, Philadelphia, 2009, 250p., D. PHARAND, Historic Waters in International Law with Special Reference to the Arctic, The University of Toronto Law Journal, Vol. 21 (1), 1971,

48 dergelijke historische claim, in tegenstelling tot de loutere afwezigheid van oppositie. 187 Rekening houdend met de hoge standaard die aan de instemming van de statengemeenschap vasthangt lijkt het dat enige vorm van protest door andere staten volstaat om de historische titel van de kuststaat in vraag te stellen. Wel zal deze uiting van protest zich moeten hernieuwen zolang de kuststaat zich de soevereiniteit blijft toe-eigenen. 188 Moeilijker is het om te bepalen wanneer juist dit protest van andere staten zich moet voordoen vooraleer een historische titel kan ontstaan. Hierbij moet men vooral rekening houden met het ontstaan van het VN-Zeerechtverdrag en de daaruit volgende maritieme zones die de soevereine rechten van de kuststaten aanzienlijk hebben uitgebreid. Men ging er van uit dat een effectief publiek vertoon van soevereiniteit over het gebied voldoende was om andere staten de mogelijkheid te geven zich er tegen te verzetten, los van het feit of ze hier effectief kennis van hadden. Dit protest moet tijdig ingesteld worden, vóór de uitoefening van soevereiniteit een dergelijke periode heeft bereikt dat ze een gebruik uitmaakt. 189 Aangezien kuststaten op basis van het VN- Zeerechtverdrag nu andere juridische gronden kunnen inroepen om zich een groot repertoire van soevereine rechten toe te eigenen, lijkt het dat historische claims voor een groot deel naar de achtergrond zijn geschoven of zelfs zijn vervangen door die juridische claims In het hedendaagse zeerecht lijkt het regime van historische wateren dan ook een verouderd concept. Waar in het verleden kuststaten een beroep deden op een historische titel om de legaliteit van hun claim op bepaalde zeegebieden te verantwoorden, wordt dit nu eerder beschouwd als een secundaire wijze om soevereiniteit over wateren uit te oefenen die als interne wateren kunnen worden beschouwd op basis van andere juridische principes. 191 In een klein aantal gevallen echter kan een historische claim op bepaalde zeegebieden, zoals baaien, die anders niet binnen de jurisdictie van een kuststaat zouden vallen onder concepten uit het VN-Zeerechtverdrag, toch verantwoord zijn. Dit wanneer die claim ondersteund wordt door een historisch ononderbroken gebruik van de kuststaat van het zeegebied en wanneer ze door de internationale gemeenschap wordt erkend. 192 Verder neemt het feit dat het VN-Zeerechtverdrag een uitzondering voorschrijft voor grensafbakening op basis van 187 A. J. ROACH, en R. W. SMITH, Excessive Maritime Claims, U.S. Naval War College, International Law Studies, Vol. 66, 1994, UN Secretariat, Juridical Regime of Historic Waters including historic bays., Supra, p.16-17, par , Supra 31, noot Ibid. p.19, par Y.Z. BLUM, Current Development: The Gulf Of Sidra Incident, American Journal of International Law, Vol. 80, 1986, N. HONG, UNCLOS and the Ocean Dispute Settlement: Law and Politics in the South China Sea, Routledge, London, 258p., K. ZOU, Historic Rights in International Law and in China s Practice, Ocean Development & International Law, Vol. 32 (2), 2001,

49 historische titels, niet weg dat hierbij afgeweken mag worden van andere fundamentele principes van het Verdrag. Hierbij wordt vooral gedacht aan de rechten en plichten die andere kuststaten over hun eigen maritieme zones genieten en het feit dat grensafbakening tussen staten met tegenover elkaar liggende of aan elkaar grenzende kusten steeds in onderlinge overeenstemming dient te gebeuren. 193 In conclusie kunnen we stellen dat de doctrine van historische wateren, hoewel grotendeels achterhaald door hedendaagse juridische principes uit het VN-Zeerechtverdrag, nog een relevantie kent in gebieden waar sinds vóór het verdrag een historische claim geldt die niet flagrant in strijd is met die principes De doctrine van historische wateren en de Nine-Dash Line 53. Zoals reeds gezegd zijn de stemmen in China verdeeld over wat juist het juridisch statuut van de wateren binnen de Nine-Dash Line inhoudt. 194 Ook degenen die de doctrine van historische wateren verdedigen zijn het er niet over eens wat het regime van deze wateren dan juist omvat. 195 In Taiwan zijn de meningen eensgezinder. Ze hebben nooit hun claim op de Nine-Dash Line op basis van een historisch recht opgegeven. In april 1993 beschreven ze in hun Beleidslijnen voor de Zuid-Chinese Zee officieel dat de wateren binnen de Zuid-Chinese Zee binnen de historische wateren-grens het maritieme gebied uitmaakt onder de jurisdictie van de Republiek China 196 (lees: Taiwan), waarin de Republiek China alle rechten en belangen bezit. 197 Hoewel het VN-Zeerechtverdrag een regime van historische wateren erkent waarbij een afwijkende manier van grensafbakening kan worden gehanteerd 198, stelt het internationaal gewoonterecht en de rechtspraak hier toch een aantal beperkingen aan. Aangezien het regime van historische wateren een beperking van de vrijheid van de volle zee uitmaakt, moeten aan de historische wateren door de kuststaat het karakter van interne wateren worden gegeven, waar het dit anders normaal niet zou bezitten. 199 Het probleem met de 193 I. PAPANICOLOPULI, A Note on Maritime Delimitation in a Multizonal Context: The Case of the Mediterranean, Ocean Development & International Law, Vol. 38 (4), 2007, ; K. ZOU, Maritime Boundary Delimitation in the Gulf of Tonkin, Ocean Development & International Law, Vol. 30 (3), 1999, ; artikel 56 en 74 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot Supra Hoofdstuk : Justificaties (p. 22); Waarin de meningen over de legaliteit van de Nine-Dash Line wordt onderverdeeld in 4 grote categorieën, namelijk: 1. Eiland-grenslijn, 2. Territoriale Grenslijn, 3. Historische rechten-grenslijn en 4. Historische wateren-grenslijn. 195 F. DUPUY, P-M. DUPUY, "A Legal Analysis of China's Historic Rights Claim in the South China Sea.", Supra 27, noot Taiwan: Als de facto soevereine staat, schrijven zij zichzelf de naam de Republiek China toe. 197 Republic of China, The South China Sea Policy Guidelines, overgenomen in SUN K., Policy of the Republic of China towards the South China Sea, Marine Policy Journal, Vol. 19, 1995, Zie artikel 15 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot 62. Waarbij verwezen wordt naar een historische titel als uitzondering op het regime van afbakening van de territorial zee tussen staten met tegenover elkaar liggende of aan elkaar grenzende kusten. 199 G. GIDEL, Le Droit International Public De La Mer: Le Temps de Paix, Topos, Liechtenstein, editie 4, 1981, 530p. 35

50 Nine-Dash Line zit hem hier in het feit dat de Chinese overheid reeds verschillen keren verklaarde dat hun claim het overvliegen van buitenlandse toestellen, de vrijheid van navigatie en veiligheid van buitenlandse schepen die door de Zuid-Chinese Zee navigeren niet in het gedrang brengt. 200 Als gevolg beschouwen ze de wateren binnen de grenslijn niet als interne wateren met een exclusief karakter en is hun status dus onverenigbaar met de definitie die aan historische wateren werd gegeven. Verder lijkt het feit dat de wateren tot wel duizend zeemijl van het vasteland gelegen zijn moeilijk te verenigen met dit legaal statuut. 201 Het VN-Zeerechtverdrag bepaalt immers dat een kuststaat op basis van een historische titel enkel kan afwijken van het regime van grensafbakening met betrekking tot de territoriale zee. Aangezien de afstand van de Nine-Dash Line over bijna de gehele lijn verder ligt dan 12 zeemijl van de geclaimde landgebieden zou er voor de legaliteit binnen het verdrag moeten gekeken worden naar de bepalingen betreffende de EEZ of zelfs volle zee, die geen uitzonderingen voor historische claims voorzien Chinese en Taiwanese rechtsgeleerden hebben deze lacune proberen invullen door te bepalen dat er twee soorten historische wateren zijn. De eerste zijn kustwateren die, door de specifieke geografische eigenschappen van de gebieden grenzend aan de kust, niet als interne wateren door de kuststaat kunnen worden beschouwd maar toch als historische wateren kunnen worden geclaimd op basis van historische elementen. De tweede is het een gebied in de volle zee waarover een Staat, tegen het internationale gebruik in, zijn soevereiniteit op doet gelden als historische wateren op basis van historische belangen. 203 De wateren binnen de Nine-Dash Line zouden behoren tot deze soort. Deze interpretatie gaat uit van een vierde element, namelijk dat van een vitaal of historisch belang van de kuststaat, om een historische titel te verantwoorden. Dit naast de langdurige en continue uitoefening van gezag en de houding van derde staten. Het Secretariaat van de VN bepaalde hier dat bepaalde omstandigheden zoals de geografische constellatie, een nood aan zelfverdediging of een ander vitaal belang, naast langdurig gebruik, een basis kan bieden voor een historische titel. 204 Ofschoon deze verklaring een oplossing zou kunnen bieden voor de geografische onverenigbaarheid van de 200 J. YU, "International Perspective on the Dotted Line in the South China Sea", Supra 20, noot 97.; S. H., PEH, China will always ensure freedom of navigation in South China Sea, Xi says., South China Morning Post, 7 november 2015, F. DUPUY, P-M. DUPUY, "A Legal Analysis of China's Historic Rights Claim in the South China Sea.", Supra 27, noot United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, Supra 25, noot K. FU, Definition of Historic Waters,, Xiamen University press, Essays on International Law of The Sea, 2004, 324. ; L. TINGTING, "An Analysis of the Legal Status of the Nine-Dotted Line: Focused on Four Doctrines.", Supra 24, noot UN Secretariat, Juridical Regime of Historic Waters including historic bays., Supra 31, noot 172, 19, par

51 historische claim valt het te betwijfelen dat een louter historisch belang op zich voldoende kan zijn om een historische titel uit te maken zonder rekening te houden met de gezagsuitoefening van de kuststaat en de attitude en belangen van andere staten. 205 Hoewel de legaliteit van de Nine-Dash Line op basis van een historische claim dus twijfelachtig lijkt, bepaalt de internationale rechtspraak nog steeds dat er geen apart enkelvoudig regime geldt voor historische wateren maar enkel een eigen regime voor elke specifieke, erkende zaak betreffende historische wateren. 206 Wanneer we dit standpunt volgen kunnen we de Chinese historische claim eventueel onderbrengen in deze specifieke zaken, waardoor ze toch verantwoord kan zijn als ze zou voldoen aan de vereisten van het algemene internationale recht. 55. Om hieraan te voldoen moet China ten eerste een zekere veruitwendiging van zijn claim hebben voortgebracht door een publieke en effectieve uitoefening van autoriteit over de Zuid-Chinese Zee. Nadat China de Nine-Dash Line publiek maakte is deze uitoefening van autoriteit op zijn minst zwak geweest. Wanneer China of Taiwan gedurende de 20 ste eeuw toch hun soevereiniteit wilden uitdrukken waren hun acties meestal gericht op de eilanden binnen de grenslijn in plaats van op de zeegebieden. 207 Als gevolg hebben buitenlandse schepen steeds hun vrijheid van navigatie kunnen blijven uitoefenen en is buiten een paar recente incidenten nooit de vrijheid van visserij beperkt. 208 In de Verenigde Staten v. Alaska zaak werd bovendien bepaald dat een wederkerige handhaving van visserij-regelgeving niet gelijkgesteld is aan de kennisgeving aan buitenlandse overheden van een claim over een zeegebied en dat zulke claim enkel kan ontstaan als de kuststaat kan aantonen dat buitenlandse overheden wisten, of redelijkerwijze moesten weten dat er autoriteit werd uitgeoefend. 209 Aangezien de bewijslast bij de Staat ligt die de historische titel contra het internationaal verdragsrecht beweert te bezitten is het aan China of Taiwan om hun langdurige uitoefening van 205 L. JINMING, en L. DEXIA, The Dotted Line on the Chinese Map of the South China Sea: A Note." Supra 17, noot IGH, Tunesia/Libyan Arab Jamahiriya, ICJ Reports, 1982, op p 73-74, Supra 33, noot K. ZOU, "South China Sea Studies in China: Achievements, Constraints and Prospects", Singapore Year Book of International Law, Vol. 11, 2007, E. FELS, en T. VU, Power Politics in Asia s Contested Waters: Territorial Disputes in the South China Sea, Springer, 2016, 556p., 530.; Asian News, China Detains Vietnamese Fishermen in South China Sea, BBC News, 4 juli 2014, U.S. Supreme Court, United States v Alaska, N , 422 US 184, 14 ILM 1015, 23 juni 1975, United States, Supreme Court.; Hoewel niet door alle staten gedeeld, is de mening van de VS steeds geweest dat er een open, effectieve, langdurige en continue uitoefening van autoriteit moet zijn door de Staat over het zeegebied alvorens een historische claim rechtmatig kan zijn. Zoals reeds vermeld werd algemeen aangenomen dat een publiek vertoon van soevereiniteit voldoende was om een uitoefening van autoriteit uit te maken, zolang staten hierdoor redelijkerwijs maar konden weten dat hiermee een claim naar voor werd geschoven. 37

52 autoriteit over het gebied aan te tonen. 210 Beiden beweren ze dat sinds oude tijden Chinese schepen de controle uitoefenden over de wateren van de Zuid-Chinese Zee en de waterwegen daar openstelden Moeilijker lijkt het voor de staten om de mate en intensiteit van die uitoefening van autoriteit te bewijzen, aangezien hiervoor geen historische geschreven bronnen voorhanden zijn. De weinige bronnen die hier op kunnen alluderen verwijzen telkens naar de eilanden in het zeegebied en niet naar de wateren er rond. 212 Zelfs gekeken naar de uitoefening van autoriteit na de publicatie van de kaart waarop de Nine-Dotted Line stond afgebeeld in 1947, wordt het moeilijk voor China of Taiwan om een historische titel te verantwoorden. Dit aangezien er meerdere concurrerende claims op de watergebieden zijn door verschillende andere staten waarover noch de Chinese, noch de Taiwanese claim op dit ogenblik op prevaleert. 213 Dit aangezien de uitoefening van autoriteit steeds in relatie met de buurtstaten moet worden bekeken. Het feit dat China in het verleden ook steeds gefaald heeft om een duidelijke en eensgezinde claim op de wateren met een consistente geografische accuraatheid naar voor te brengen, doet twijfelen aan de uitoefening van dit effectief gezag Een tweede vereiste die het internationaal gewoonterecht oplegt is de continuïteit van deze uitoefening van gezag. 215 In die mate dat ze doorlopend moet zijn gebleven over een lange tijdsperiode. Hoe lang juist deze periode moet zijn is niet precies gedefinieerd. Hier kan weer worden verwezen naar het feit dat er geen apart enkelvoudig regime bestaat dat historische wateren regelt en we bijgevolg geval per geval, rekening houdend met alle relevante elementen, moeten kijken of een voldoende tijdsperiode verstreken is om een historische titel te kunnen verantwoorden. Een periode van bijna 60 jaar is ondertussen verstreken sinds de publicatie van de Nine-Dash Line en bepaalde zaken in het verleden hebben dit als voldoende lang beschouwd om een historische titel te kunnen verantwoorden. 216 Evenwel is het belangrijker om te kijken naar het gebruik van de Staat, namelijk de uitoefening van autoriteit, dan naar de tijdsduur ervan. Een gebruik kan immers ook kort 210 UN Secretariat, Juridical Regime of Historic Waters including historic bays, Supra 31, noot 172, p.22, par J. SHEN, "China's Sovereignty over the South China Sea Islands: A Historical Perspective", Chinese Journal of International Law, Vol. 1 (1), 2002, Ibid. 213 M. MIYOSHI, China's U-Shaped Line Claim in the South China Sea: Any Validity Under International Law?, Ocean Development & International Law, Vol. 43 (1), 2012, United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, Supra 25, noot UN Secretatiat, Juridical Regime of Historic Waters including historic bays, Supra 31, noot 172, p.13, par British-Guiana/Venezuela Arbitrage-overeenkomst, 2 februari 1897, British and Foreign State Papers, vol. 89, 1897,

53 en wederkerig zijn en toch een historische titel uitmaken. Waar vooral aandacht aan moet besteed worden om de continuïteit van het gezag te bepalen is de relatie tussen geïnteresseerde staten en hun gedrag met betrekking tot de historische claims. 217 De nadruk komt bijgevolg te liggen op de wederkerige houdingen van die staten in plaats van op het verloop van tijd. Het probleem voor China en Taiwan ligt hem hier in feit dat voor een continue gezagsuitoefening, ze een onafgebroken, exclusieve en algemene controle over de zeegebieden moet aantonen in combinatie met de uitsluiting van andere buitenlandse staten. 218 Dit lijkt moeilijk, aangezien andere kuststaten rond de Zuid-Chinese Zee ook reeds lang gebruik maken van de wateren, niet alleen voor doorvaart maar ook voor exploitatie van bijvoorbeeld de visreserves. 219 Ook vele eilanden binnen de Nine-Dash Line worden niet enkel bezet door China maar door andere contesterende staten. Dit alles maakt een exclusieve en onafgebroken gezagsuitoefening over het gebied door China of Taiwan zeer moeilijk verantwoordbaar. 58. De laatste vereiste voor een historische titel is de houding van derde staten. Hierbij moet vooral gekeken worden naar de naburige staten rond de Zuid-Chinese Zee. Zij moeten in het verloop van de tijd dat de eventuele gezagsuitoefening zich heeft voorgedaan een tolerantie vertonen, in de vorm van een gedogen of gebrek aan protest. 220 Ten eerste moeten de omliggende staten op de hoogte zijn van een historische claim alvorens ze hier een protest kunnen tegen voeren. Zoals reeds aangehaald lijkt het voor China en Taiwan twijfelachtig of ze wel op zodanige wijze hun soevereiniteit over het zeegebied hebben uitgeoefend om dit te verantwoorden. 221 Aangezien China nooit een formele historische claim voorop heeft gesteld, in hun Wet betreffende de Exclusieve Economische Zone en Continentaal Plat van 1998 spreken ze immers enkel over historische rechten en niet over historische wateren of een historische titel 222, is het moeilijk voor derde staten om hiertegen in protest te komen. Zonder kennis van een historische claim kan er immers geen echte instemming zijn. 223 Zelfs deze ambigue stellingen van China zijn door de andere kuststaten rond de Zuid-Chinese Zee in het verleden meermaals gecontesteerd. Vietnam bijvoorbeeld heeft een protest ingediend tegen de Chinese wet van 1998 betreffende de EEZ en Continentaal Plat en diende meer recent, in 2011, een 217 D.P. O CONNELL, The International Law of the Sea: Volume I, Oxford University Press, London, 1st Edition, 1982, M. MIYOSHI, China's U-Shaped Line Claim in the South China Sea: Any Validity Under International Law?, Supra 38, noot J. D. FRY en M. H. LOJA, The roots of historic title: non-western pre-colonial normative systems and legal resolution of territorial disputes, Leiden Journal of International Law, vol. 27 (3), 2014, K. SUN, Policy of the Republic of China towards the South China Sea: Recent Developments, Marine Policy, Vol. 19 (5), 1995, M. MIYOSHI, China's U-Shaped Line Claim in the South China Sea: Any Validity Under International Law?, Supra 38, noot Exclusive Economic Zone and Continental Shelf Act, Artikel 14, Peking, 26 juni 1998, Supra 27, noot C. SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal, p. 213, Supra 29, noot

54 verbale nota in bij de Secretaris-Generaal van de VN waarbij ze zelf de soevereiniteit over de Spratlyen Paracel eilandengroepen claimden. 224 Ook Indonesië heeft in zo n nota het concept van een historische titel door China over de wateren van de Zuid-Chinese Zee in vraag gesteld. 225 De Filipijnen hebben op hun beurt begin 2013 een verzoek ingediend voor het Permanente Hof van Arbitrage, dat zich achteraf bevoegd heeft verklaard, waarbij ze de legaliteit van de Chinese Nine-Dash Line in vraag stellen. 226 Dus ofschoon er nog geen duidelijke historische claim publiek is gemaakt, kan er wel worden gesteld dat de andere actoren in het conflict niet met de Chinese claim, in welke vorm dan ook, lijken in te stemmen. 59. De vraag kan echter gesteld worden of het protest van de naburige staten wel tijdig gebeurd is. Chinese rechtsgeleerden beroepen zich immers op een eeuwenoude gezagsuitoefening om de claim te verantwoorden. De kritische datum van een protest tegen een historische claim ligt op het moment dat deze claim bekend wordt gemaakt. 227 Deze stelling is in het verleden ook beargumenteerd in de Tunesië v. Libië en de Alaska v. VS zaken. 228 staten rond de Zuid-Chinese Zee kunnen bijgevolg de legaliteit van de Chinese Nine-Dash Line contesteren tot op het moment dat een duidelijke historische claim bekend wordt gemaakt, moest dit ooit gebeuren. Het is dus aan China om hun claim voor de internationale gemeenschap te verduidelijken en een heldere positie in te nemen over wat nu juist het statuut van de wateren binnen de Nine-Dash Line is. 60. Het lijkt dan ook moeilijk verdedigbaar voor zowel China als Taiwan om de wateren omsloten door de Nine-Dash Line in de Zuid-Chinese Zee te kwalificeren onder het regime van historische wateren. Dergelijk regime impliceert immers een uitzondering op de bestaande verdragsbepalingen binnen het internationaal zeerecht en zijn bijgevolg gebonden aan een aantal strikte vereisten. Op alle vlakken, zowel die van continue en effectieve uitoefening van gezag als van instemming door de statengemeenschap, schieten ze tekort om een historische claim te kunnen verantwoorden. Terwijl het regime van historische wateren in het verleden een basis kon bieden voor kuststaten om hun 224 F. DUPUY, en P-M. DUPUY, "A Legal Analysis of China's Historic Rights Claim in the South China Sea", Supra 27, noot Indonesië, Brief aan de Secretaris-Generaal van de VN, Doc. 480/POL-703/VII-10, 8 juli 2010, beschikbaar op new/clcs home. 226 PHA, Arbitration between the Republic of the Philippines and the People s Republic of China: Arbitral Tribunal Rules of Procedure and Initial Timetable, PCA Press Release, PCA , Den Haag, 27 augustus C. SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal, Supra 29, noot IGH, Tunesia/Libyan Arab Jamahiriya, ICJ Reports, 1982; U.S. Supreme Court, United States v Alaska, No , 422 US 184, 14 ILM 1015, 23 juni 1975, United States; Supreme Court 40

55 langdurige belangen in hun aangrenzende wateren te vrijwaren, moet men sinds de opkomst van het VN-Zeerechtverdrag rekening houden met nieuwe alternatieve juridische concepten die deze geografische of economische belangen beter kunnen beschermen. 229 Het feit dat de Nine-Dash Line een beperking inhoudt van de rechten en soevereiniteit die de andere kuststaten, onder het VN- Zeerechtverdrag, over delen van de Zuid-Chinese Zee genieten en het Verdrag niet toelaat dat die aanspraken van de kuststaten worden opgeheven door een historische claim, maakt dat in deze specifieke zaak het regime van historische wateren geen doorgang kan vinden. 230 Het is dan ook in dit opzicht dat beide landen, zowel China als Taiwan, de laatste jaren schijnbaar zijn afgestapt van deze verantwoording voor hun claim op de Zuid-Chinese Zee. Hoewel China nooit de exacte bewoording heeft gebruikt en het steeds over historische rechten 231 of andere zeegebieden onder hun jurisdictie 232 had, was Taiwan explicieter om naar hun soevereiniteit over historische wateren te verwijzen. 233 De wijziging van hun standpunt werd merkbaar nadat in hun tweede lezing in de wetgevende Yuan 234 van hun Territoriale Zee wetsontwerp, de woorden historische wateren weg werden gelaten. Beide landen zullen ongetwijfeld nog verdere stappen 235 ondernemen om hun claim meer in overeenkomst met het VN-Zeerechtverdrag te brengen Besluit 61. Uit voorgaande bevindingen blijkt dat zowel voor rechtsgeleerden als voor China en Taiwan zelf het moeilijk is om een eenduidige verklaring te geven over de legaliteit en betekenis van de Nine-Dash Line met betrekking tot de maritieme gebieden. Hoewel moeilijk verenigbaar met het VN- Zeerechtverdrag lijken zowel China als Taiwan hun maritieme claims op de grenslijn te blijven 229 C. SYMMONS, Historic Waters in the Law of the Sea: A Modern Re-Appraisal, Supra 29, noot 158, K. ZOU, China's U-Shaped Line in the South China Sea Revisited, Ocean Development & International Law, Vol. 43 (1), 2012, Exclusive Economic Zone and Continental Shelf Act, Peking, 26 juni 1998, Supra 27, noot Artikel 3 en 39, Law on Marine Environmental Protection, Peking, 1999, Supra 29, noot Republic of China, The South China Sea Policy Guidelines, in LIN, C., Taiwan s South China Sea Policy, Asian Survey, Vol. 37 (4), 1997, De Wetgevende Yuan: Een unicamerale parlementaire instelling in de Republiek China (Taiwan). Ze maakt op zich de effectieve wetgevende macht van Taiwan uit. Eigenlijk maakt ze een tak van de regering uit (die ut 5 takken bestaat). Na de constitutionele hervormingen van de jaren 90 echter zijn alle machten die Nationale Vergadering (het vroegere parlement) had effectief aan de Wetgevende Yuan overgedragen, waardoor ze nu als enige instellingen wetten opstelt, amendeert en doorvoert. 235 Tot nu toe heeft China al een aantal wetgevende initiatieven doorgevoerd die deze trend laten uitschijnen. Hun Wet betreffende de Territoriale Zee en Aansluitende Zone van 1992 en hun Wet betreffende de EEZ en Continentaal plat van 1998 zijn de voornaamste voorbeelden van het feit dat China door het gebruik van nationale wetgeving meer conformiteit met het VN-Zeerechtverdrag nastreeft. 41

56 baseren. 236 Ofschoon de staten recent pogingen doen om de grenslijn in conformiteit met het verdrag en het internationaal gewoonterecht te brengen blijft hun positie ambigu. Beide landen zullen hun claim dus eerst verder moeten verduidelijken alvorens er verder kan worden ingegaan op de conformiteit. Tot dan blijft men touwtrekken met pro en contra argumenten. Een combinatie van de vier doctrines lijkt de beste oplossing in dit opzicht. Aangezien China steeds consistent hun soevereiniteit over de eilandgroepen heeft uitgedrukt zou de Nine-Dash Line de territoriale grenslijn uitmaken waarbinnen China de soevereiniteit bezit over de eilanden en de maritieme zones die ze volgens het VN-Zeerechtverdrag genereren. 237 Wat juist deze zones zijn en welke reikwijdte ze hebben hangt af van grondige analyse op basis van artikel 121 van het verdrag met betrekking tot elk landelement in het gebied. Een bespreking van de territoriale aanspraken op de gecontesteerde eilandgroepen komt later in deze thesis nog aan bod. 238 De grenslijn zelf zou de buitengrens van het continentaal plat van de geclaimde eilanden kunnen uitmaken, aangezien ze samenvalt met de 200 meter-dieptelijn errond. 239 Dit werd in 1958 aanvaard als basis voor het bepalen van het continentaal plat in de Conventie betreffende het Continentaal Plat. 240 Daarnaast heeft Peking evenwel geen officieel verzoek ingediend voor een verlengd continentaal plat van meer dan 200 zeemijl in de Zuid- Chinese Zee, terwijl ze dit in de Oost-Chinese Zee wel hebben gedaan De historische doctrines die men als verantwoording hanteert, zouden ook in beperkte mate kunnen gelden. Het zou te ver gaan om te bepalen dat China of Taiwan het gehele zeegebied binnen 236 In 2009 communiceerden zowel China als Taiwan officieel hun positie en claim gebaseerd op de Nine-Dash Line in diplomatieke nota s aan de Verenigde Naties. Dit als protest tegen zowel de Maleisisch-Vietnamese gezamenlijke indiening aangaande hun Continentaal Plat voor de CLCS, als de individuele indiening van Vietnam. Hierbij verklaarde China de onbetwistbare soevereiniteit over de eilanden en omliggende wateren in de Zuid-Chinese Zee te hebben. Ook werd hier voor het eerst door China officieel gebruik gemaakt van de Nine-Dash Line om hun claim in de Zuid-Chinese Zee te verdedigen, waarbij ze stelden bovendien de soevereine rechten te bezitten over het contintentaal plat binnen de grenslijn. ; Joint Submission of Malaysia and Vietnam to the Commission on the Limits of the Continental Shelf, Executive Summary, 6 mei 2009, op de website van de CLCS: new/clcs home.htm. ; People s Republic of China, Letter to the Secretary-General, par.2, New York, CML/17/2009, 7 mei 2009.; in M. MIYOSHI, China's U-Shaped Line Claim in the South China Sea: Any Validity Under International Law?, Supra 38, noot M. S. GAU, The U-Shaped Line and a Categorization of the Ocean Disputes in the South China Sea, Ocean Development & International Law, Vol. 43 (1), 2012, Zie Hoofdstuk 3: De Gecontesteerde Eilandengroepen, pagina s K. ZOU, China's U-Shaped Line in the South China Sea Revisited, Supra 41, noot Convention on the Continental Shelf, United Nations Treaty Series, Vol. 499, 311. Deze definitie voor de uiterste grenzen van het Continentaal Plat werden grotendeels beïnvloed door de Truman Proclamation van 1945, waarop de Chinese cartografen voor de Nine-Dash Line zich zouden kunnen gebaseerd hebben.; DZUREK, D. J., The Spratly Islands Dispute: Who s on First? IBRU Maritime Briefing, Vol. 2, 1996, People s Republic of China, Submission of the People s Republic of China Concerning the Outher Limits of the Continental Shelf beyond 200 Nautical Miles in Part of the East China Sea, 14 december, 2012, submissions_files/chn63_12/clcs_63_2012.pdf. 42

57 de Nine-Dash Line als historische wateren kunnen kwalificeren. Dit zou de wateren onder hun gehele soevereiniteit brengen en ze een gelijkaardige status als interne of territoriale wateren geven. 242 Een regime gebaseerd op historische rechten, dat een recht geeft op de exploitatie van visbestanden en andere rijkdommen in de Zee kan eventueel wel worden verantwoord. 243 Hierbij zou China er goed aan doen om een verdrag of akkoord met de andere omliggende kuststaten te sluiten over een gezamenlijke ontwikkeling en exploitatie van de rijkdommen en grondstoffen in de gecontesteerde zones, waarin ieders rechten duidelijk worden uiteengezet. 244 Dat China s claim zich hoe dan ook baseert op een historische titel blijkt uit het feit dat ze zich op hun Verklaring onder artikel 298 van baseren om zich te onttrekken aan bepaalde dwingende procedures met een bindende beslissing, zoals de arbitragezaak met de Filipijnen van Deze verklaring bepaalt dat ze, op basis van hun recht onder artikel 298 van het VN-Zeerechtverdrag, de dwingende procedures betreffende historische baaien of historische titels uitsluit. 63. Een verklaring voor de Nine-Dash Line zal bijgevolg een afweging tussen historische en hedendaagse elementen impliceren. 247 Het lijkt dan ook dat tot zolang de territoriale disputen om de eilandgroepen en hun continentaal plat niet worden opgelost, de Nine-Dash Line de juridische en historische verantwoording voor de Chinese en Taiwanese claim in de Zuid-Chinese Zee zal blijven. Sinds 2009 gebruikt China ze dan ook als onderbouwing voor hun protest tegen de claims op een EEZ of continentaal plat van de andere kuststaten. 248 De toekomst zal uitwijzen of zij dit zullen blijven doen en als gevolg van het aandringen van derde landen meer duidelijk zullen scheppen Zie randnummers D. E., Wallace, "An Analysis of Chinese Maritime Claims in the South China Sea" Naval Law Review, Vol. 63, 2014, R. W. SMITH, Maritime Delimitation in the South China Sea: Potentiality and Challenges, Ocean Development & International Law, Vol. 41 (3), 2010, United Nations Division for Ocean Affairs and the Law of the Sea, Declaration by the PRC under Article 298 UNCLOS, 25 augustus 2006, Upon ratification. 246 K. ZOU, China's U-Shaped Line in the South China Sea Revisited, Supra 41, noot F. DUPUY, en P-M. DUPUY, "A Legal Analysis of China's Historic Rights Claim in the South China Sea.", Supra 27, noot R. W. SMITH, Maritime Delimitation in the South China Sea: Potentiality and Challenges, Supra 43, noot Hilary Clinton, The South China Sea, Press Statement of the Secretary of State, 22 juli 2011, beschikbaar op 43

58 2.2 De claims van de ASEAN landen betrokken in het conflict Grensafbakening en legitimiteit 64. Niet alleen China en Taiwan maken zich schuldig aan ambiguïteit, ook de andere staten rond de Zuid-Chinese Zee schieten te kort in het geheel verduidelijken van hun claim in overeenstemming met het internationale recht. 250 Zowel China als de betrokken ASEAN-Landen 251 moeten duidelijkheid verschaffen over wat juist in het geding is in het zeegebied en wat niet. Binnen de Zuid-Chinese Zee is het momenteel niet duidelijk welke zones wie toebehoren en waar er overlappingen zijn. Wel moet er rekening worden gehouden met het feit dat buiten Taiwan alle concurrerende staten partij zijn bij het VN-Zeerechtverdrag. 252 Hoewel sommige claims eveneens gebaseerd zijn op historische elementen wordt door de staten zoveel mogelijk gepoogd hun claim met het verdrag in conformiteit te brengen. Dit was vooral het geval in 2009, wanneer de kuststaten hun inzendingen bij de CLCS deden voor het bepalen van hun continentaal plat dat de 200 zeemijl overschreed. 253 De Vietnamese claim 65. Vietnam is de Staat met de op één na grootste claim in de Zuid-Chinese Zee, naast China en Taiwan. 254 Het land claimt de soevereiniteit over de gehele Paracel en de gehele Spratly eilandengroepen. 255 Hiermee komen ze niet alleen in conflict met de Chinese en Taiwanese claim, maar ook met die van Brunei, Maleisië en de Filipijnen. 256 De Vietnamese claim valt uiteen in twee delen. Een claim op soevereiniteit over de twee eilandgroepen, gebaseerd op historische titel, en een claim op mariene gebieden in de Zuid-Chinese Zee. Met betrekking tot dit laatste claimen ze zowel de 250 G. POLING, The South China Sea in Focus. Clarifying the Limits of Maritime Dispute, Center for Strategic and International Studies, A Report of the CSIS Sumitro Chair for Southeast Asia Studies, Washington, VS, juli 2013, 29, ZIe randnummer 18 op p. 10. De betrokken ASEAN-landen zijn: Brunei, de Filipijnen, Maleisië en Vietnam. 252 United Nations Convention on the Law of the Sea, Montego Bay, 16 november 1994, United Nations Treaty Collection, n 31363, Participant list; mtdsg3&lang=en. 253 L. T. MCDORMAN, The South China Sea After 2009: Clarity of Claims and Enhanced Prospects for Regional Cooperation? Ocean Yearbook, Vol. 24, 2010, R. PEDROZO, China versus Vietnam: An Analysis of the Competing Claims in the South China Sea., CNA Analysis & Solutions, Distribution Unlimited, augustus 2004, 132p., Statement betreffende de Territoriale Zee, Aansluitende Zone, en Continentaal Plat uitgebracht door de Socialistische Republiek Vietnam op 12 mei 1977, beschikbaar op C. SCHOFIELD, Increasingly contested waters? Conflicting maritime claims in the South China Sea, University of Wollongong, National Security College, 2013, in L. BUSZYNSKI, en C. ROBERTS, The South China Sea and Australia s Regional Security Environment, National Security College, Canberra, 2013,

59 omliggende wateren van de eilandgroepen als een exclusieve economische zone en continentaal plat berekend op basis van de basislijnen aan hun vasteland. 257 Wat betreft de wateren rond de eilanden gingen ze er, zonder verdere toelichting, van uit dat alle landelementen in staat zijn om op basis van artikel 121 VN-Zeerechtverdrag een EEZ en continentaal plat te genereren. 258 Deze analyse zal later aan bod komen. Tot nu toe lijkt die claim zwak aangezien het territoriaal dispuut over de eilanden blijft lopen en Vietnam zelf nog geen basislijnen rond de eilanden heeft vastgesteld. 259 De geclaimde maritieme zones berekend vanaf hun vasteland lijken evenwel meer conform te zijn met het internationaal zeerecht. Deze claim is de laatste jaren hiermee meer in overeenstemming gebracht door het sluiten van een akkoord met China over grensafbakening in de Golf van Tonkin 260, door het indienen van zowel een enkelvoudig als een gezamenlijk verzoek met Maleisië voor een verlengd continentaal plat verder dan 200 zeemijl bij de CLCS 261 en door de bewoording in hun Wet van de Zee van 2012, waarin ze enkel een EEZ van 200 zeemijl en een continentaal plat tot 350 zeemijl van hun basislijnen claimen 262. Door dit te doen probeert Vietnam zich zo goed mogelijk in te dekken tegen de expansieve claims van China om zo hun eigen economische en strategische belangen te vrijwaren. 263 Het land hanteert niettemin sinds 1982 een systeem van rechte basislijnen 264, dat door velen als 257 Z. MINGLIANG, "Vietnam's Claims to Insular Features and Maritime Space in the South China Sea and the Bases of Its Claims", China Oceans Law Review, Vol. 17, 2013, Ibid.; De laatste jaren is Vietnam van deze visie afgestapt en gaan ze er meer van uit dat beide eilandengroepen niet kwalificeren als volwaardige eilanden op basis van het VN-Zeerechtverdrag. Hun visie dat de landelementen hun echter steeds blijven toebehoren op basis van historisch gebruik, en niet aan China, blijft onveranderd. 259 J. PAN, "Territorial Dispute between China and Vietnam in the South China Sea: A Chinese Lawyer's Perspective", Journal of East Asia and International Law, Vol. 5 (1), 2012, In artikel 4 van hun Statement van 12 november 1982 van de Regering van de Socialistische Republiek Vietnam betreffende de Territoriale Zee Basislijn van Vietnam, bepaalt het land evenwel dat ze in een volgend instrument deze basislijnen zullen vaststellen. Hoewel dit tot op heden nog niet gebeurd is, zou dit in de toekomst echter wel nog kunnen. In article 4, Statement of 12 November 1982 by the Government of the Socialist Republic of Viet Nam on the Territorial Sea Baseline of Viet Nam, un. org/depts/los/legislationandtreaties/statefiles/vnm. htm, 28 februari Akkoord tussen de Volksrepubliek China en de Socialistische Republiek Vietnam tot Mariene Grensafbakening van de Territoriale Zeeën, de Exclusieve Economische Zones en de Continentale Platten in de Golf van Tonkin, 25 december 2000, inwerkingtreding op 30 juni 2004, Law of the Sea Bulletin UN, Vol. 56, 137, consulteerbaar op Joint submission by Malaysia and Viet Nam to the Commission on the Limits of the Continental Shelf, UN DOALOS, 6 mei 2009, consulteerbaar op Viet Nam Submission to the Commission on the Limits of the Continental Shelf, UN DOALOS, 7 mei 2009, consulteerbaar op los/clcs_new/submissions_files/submission_vnm_37_2009.htm. Deze inzendingen hebben gestuit op protest en officiële reservaties door zowel de Filipijnen als China. Het conflict dat vóór de inzendingen wat was gaan liggen, leefde als gevolg er van terug hevig op, met verschillende staten rond de Zuid-Chinese Zee die hun claim opnieuw hevig gingen verdedigen. De CLCS mag eveneens geen uitspraak doen over maritieme grensafbakening, waardoor de onenigheid over de overlappende continentale platten van de verschillende kuststaten op een andere manier moet worden geregeld. 262 Artikel 15 en 17 Law of the Sea of Viet Nam, 21 juni 2012, beschikbaar op STATEFILES/VNM.htm. 263 D. Hai, Vietnam s Evolving Claims in the South China Sea, National Security College, Australian Nat. University, 2014, Declaration on Baseline of Territorial Waters, Hanoi, 12 november 1982, beschikbaar op 45

60 excessief en in strijd met artikel 7 van het VN-Zeerechtverdrag wordt bestempeld. 265 Ondanks hun inspanningen betreffende de maritieme zones heeft het land er dus wel baat bij hun basislijnen meer met het verdrag in overeenstemming te brengen. De claim van Maleisië en Brunei 66. Maleisië claimt zeven eilanden of rotsen van de Spratly eilandengroep. Aangezien twee ervan door Vietnam worden bezet en een andere door de Filipijnen, komt hun claim in aanvaring met die van deze landen, alsook met de claim van Brunei en China. 266 De andere vier landelementen zijn wel onder hun controle, maar worden op hun beurt weer geclaimd door andere kuststaten. Met betrekking tot maritieme zones claimt Maleisië naast haar territoriale zee, een EEZ en een continentaal plat berekend vanaf de basislijn van haar kust. 267 Hoewel Maleisië officieel nog geen systeem van rechte basislijnen geclaimd heeft kunnen we van officiële kaarten en hun grensakkoorden met Indonesië afleiden dat ze gebruikt maakt van rechte archipelbasislijnen. 268 Doordat er nog geen officiële publicatie geweest is hebben de naburige staten nog geen protest ingediend tegen wat eveneens een excessief gebruik van rechte basislijnen lijkt uit te maken. 269 Wat het continentaal plat betreft heeft Maleisië, zoals reeds gezegd, in 2009 een gezamenlijk verzoek met Vietnam ingediend bij de CLCS voor een continentaal plat dat de 200 zeemijl overschrijdt. 270 Het vaststellen van maritieme grenzen neemt de spanningen tussen de landen evenwel niet volledig weg. Zo werden er in 2009 nog 38 Vietnamese vissers gearresteerd door de Maleise kustwacht omdat ze illegaal visten in hun EEZ. 271 Met betrekking tot de Filipijnen is het niet volledig duidelijk of er een maritieme grensafspraak geldt tussen beide landen. 272 Hoewel Maleisië grotendeels zijn maritieme grenzen met de Filipijnen heeft afgebakend claimt dat laatste land wel nog een aantal landelementen aan de Maleise kant. 273 De standpunten van 265 S. BATEMAN, en C. SCHOFIELD, State Practice Regarding Straight Baselines in Aast Asia Legal, Technical and Political Issues in a Changing Environment, Paper for ABLOS, International Conference on Difficulties in Implementing the Provisions of UNCLOS, Monaco, oktober 2008, 24p., A. ROACH, A CNA Occasional Paper: Malaysia and Brunei: An Analysis of their Claims in the South China Sea, CNA Analysis & Solutions, augustus 2014, 44, Ibid. 268 S. BATEMAN, en C. SCHOFIELD, State Practice Regarding Straight Baselines in Aast Asia Legal, Technical and Political Issues in a Changing Environment, Supra 46, noot V. FORBES, The Territorial Sea Datum of Malaysia, MIMA Bulletin, Vol.14 (4), 2007, Zie randnummer 65. Joint submission by Malaysia and Viet Nam to the Commission on the Limits of the Continental Shelf, 6 mei 2009, Supra 45, noot NST, 38 Vietnamese Fishermen Caught, New Straits Times, 14 mei 2009, In BUSZYNSKI, L., Rising Tensions in the South China Sea: Prospects for a Resolution of the Issue, Security Challenges, Vol. 6 (2), winter 2010, A. ROACH, A CNA Occasional Paper: Malaysia and Brunei: An Analysis of their Claims in the South China Sea, Supra 46, noot R. BECKMAN, "The UN Convention on the Law of the Sea and the Maritime Disputes in the South China Sea", Supra 15, noot

61 beide landen blijven bijgevolg onduidelijk tot er een officieel akkoord tot stand komt. Ten slotte blijkt de status van de grensafbakening met Brunei ook onduidelijk. 67. Als kleinste land in het conflict rond de Zuid-Chinese Zee heeft Brunei ook de kleinste claim. 274 Geografisch gezien is het land volledig omsloten door Maleisië, waardoor er vooral naar de maritieme grensafbakening met dit land moet worden gekeken. Hoewel beide landen een akkoord hebben over het feit dat Brunei een EEZ van 200 zeemijl van zijn basislijn kan claimen, is er meer onduidelijkheid over het eventuele recht op een continentaal plat. 275 Het probleem ligt hem in het feit dat in het gezamenlijk verzoek met Vietnam bij de CLCS van 2008, Maleisië geen onderbreking van zijn continentaal plat in de Brunese wateren heeft aangeduid. Het feit dat dit niet alleen in strijd is met het VN-Zeerechtverdrag, maar dat Brunei hier bovendien geen protest tegen heeft ingediend geeft blijk dat het gezamenlijk verzoek bij de CLCS de rechten van Brunei niet in het gedrang brengt. 276 De claim van Brunei lijkt de enige volledig legale van de concurrerende staten. Hij is gebaseerd op grensafspraken met Maleisië 277, een legale claim op een EEZ van 200 zeemijl 278 en een inherent recht op een continentaal plat vanaf zijn kust. Hoewel Brunei nog geen bewijzen naar voor heeft gebracht voor een verlengd continentaal plat, heeft het land wel zijn intenties hiertoe duidelijk gemaakt in De Filipijnse claim 68. Gedurende een lange periode was de Filipijnse claim in de Zuid-Chinese Zee zeer onduidelijk en evident in strijd met het geldende internationale recht. Het land baseerde zich immers sinds 1898 op het Verdrag van Parijs om haar maritieme grenzen te bepalen. 280 Dit verdrag weerspiegelde de visie 274 Zie: Kaart 1: De verschillende territoriale claims in de Zuid-Chinese Zee 275 A. SMITH, Brunei and Malaysia resolve outstanding maritime boundary issues, ASIL LOS Reports, vol. 1, 2010, beschikbaar op N. THAO en R., AMER, Coastal States in the South China Sea and Submissions on the Outer Limits of the Continental Shelf, Ocean Development & International Law, Vol. 42 (3), 2011, North Borneo Definition of Boundaries Order in Council, 1958, Statutory Instruments 1958, No. 1517; Sarawak Definition of Boundaries Order in Council, 1958, Statutory Instruments 1958, No. 1518, in A. ROACH, A CNA Occasional Paper: Malaysia and Brunei: An Analysis of their Claims in the South China Sea, Supra 46, noot R. O ROURKE, Maritime Territorial and Exclusive Economic Zone (EEZ) Disputes Involving China: Issues for Congress, Congressional Research Service, CRS Report for Congress R42789, 10 december 2012, 73p., R. BECKMAN, en T., DAVENPORT, CLCS Submissions and Claims in the South China Sea, Centre for International Law Signapore, 10 november 2010, 31.; Brunei Darussalam s Preliminary Submission concerning Limits of its Conintental Shelf, CLCS Submissions Files, beschikbaar op Treaty of Peace Between the United States and Spain, Paris, 10 december, 1898, article 3, beschikbaar op 47

62 van haar voormalige koloniale heersers, Spanje en de Verenigde Staten. Als gevolg beschouwden de Filipijnen hun grondgebied als een archipel waarrond een enkele rechthoekige grenslijn kon worden getrokken en waarbinnen zowel de wateren, die als interne of territoriale wateren werden beschouwd, als de landelementen tot hun grondgebied behoorden. 281 De territoriale wateren die geclaimd werden aan de zeezijde van de basislijn, strekten zich echter veel verder uit dan 12 zeemijl, wat de internationale standaard is. Ook claimden de Filipijnen bijna de gehele Spratly eilandengroep die ze zelf de Kalayaan eilandengroep noemen. Ook hierrond werd op dezelfde wijze een arbitraire vierkante grenslijn getekend. Als gevolg van de onverenigbaarheid van die claims met het VN-Zeerechtverdrag hebben de Filipijnen sinds 1961 verschillende wetten en instrumenten uitgevaardigd om hieraan tegemoet te komen. 282 Hoewel een nieuwe grensafbakening het land nauwer omlijnde, door gebruik te maken van een systeem van 80 rechte basislijnen, bleef de claim excessief en lokte het protest uit bij andere staten Het was pas in 2009 dat Manila een nieuwe wet uitvaardigde om hun regime van archipelbasislijnen in conformiteit met het VN-Zeerechtverdrag te brengen. 284 Hoewel de Filipijnen hierin duidelijk hun rechte basislijnen rond de hoofdarchipel afbakenen en op basis hiervan een territoriale zee en EEZ claimen volgens het Verdrag, bepalen ze evenwel geen systeem van basislijnen rond de geclaimde Kalayaan eilanden. In hun wet vallen ze hier immers terug op het regime van eilanden in het VN-Zeerechtverdrag om hun jurisdictie over de Kalayaan eilandengroep en de Scarborough-rif te bepalen, waarover de Filipijnen eveneens de soevereiniteit bezitten. 285 Hoewel ze nog geen verdere duidelijkheid geschapen hebben over het statuut van de landelementen binnen de eilandengroep, lijken ze er van uit te gaan dat het merendeel enkel rotsen of bij eb droogvallende bodemverheffingen uitmaken. 286 De soevereiniteitsaanspraak op de eilanden lokte bij de andere kuststaten niettemin veel protest uit, vooral bij China en Vietnam, die in hun eigen nationale wetgeving 281 G. POLING, The South China Sea in Focus. Clarifying the Limits of Maritime Dispute, Center for Strategic and International Studies, A Report of the CSIS Sumitro Chair for Southeast Asia Studies, Washington, VS, juli 2013, 29, M. ROSEN, Philippine Claims in the South China Sea: A Legal Analysis, CNA Analysis and Solutions, A CNA Occasional Paper, augustus 2014, 52pp., ; L. BAUTISTA, The Philippine Treaty Limits and Territorial Waters Claim in International Law, Social Science Diliman, Volume 5 (1-2), december 2009, U.S. Department of State, Limits of the Seas, Philippines Straight Baselines, USDOS, Vol.33, 1973.; Department of the Navy, Maritime Claims Reference Manual, DoD M, 2013, Republic Act No. 9522, an Act to amend certain provisions of Republic Act no. 3046, as amended by Republic Act no. 5446, to define the archipelagic baseline of the Philippines and for other purposes, 10 maart 2009, beschikbaar op Ibid., Section 2, Republic Act No N. THANG, en N. THAO China's Nine Dotted Lines in the South China Sea: The 2011 Exchange of Diplomatic Notes Between the Philippines and China, Ocean Development & International Law, Vol. 43 (1), 2012,

63 dezelfde stelling innamen. Het resultaat van de basislijn-wet is een veel duidelijkere en legitieme claim van de Filipijnen in de Zuid-Chinese Zee, waartegenover een dispuut over de landelementen echter nog veel onzekerheid biedt Besluit 70. Als conclusie kan men stellen dat het conflict in de Zuid-Chinese Zee allerminst bipolair is. Niet alleen China en Taiwan, maar alle omliggende staten claimen delen van het zeegebied. De kwestie van maritieme grensafbakening in de Zuid-Chinese Zee is bijgevolg enorm complex. 287 Hoewel Vietnam, Maleisië, Brunei en de Filipijnen de laatste jaren er in slagen om hun claim meer in overeenstemming met het VN-Zeerechtverdrag te brengen, blijft onduidelijkheid en ambiguïteit enige vooruitgang in de weg staan. 288 Zolang de kuststaten geen volledige duidelijkheid scheppen in wat juist hun precieze aanspraken zijn in het zeegebied kunnen er geen akkoorden of afspraken gemaakt worden over overlappingen. Volgens het VN-Zeerechtverdrag heeft elke kuststaat een recht op een EEZ en een continentaal plat. In een gebied zoals de Zuid-Chinese Zee, waar staten met aangrenzende en tegenoverliggende kusten snel met overlappingen van deze zones te maken krijgen, moeten de grenzen op een manier worden vastgesteld, teneinde een billijke oplossing te bereiken. 289 Maleisië en Brunei hebben bijvoorbeeld reeds een dergelijk akkoord gesloten en ook China en Vietnam zijn hier in geslaagd met betrekking tot de Golf van Tonkin. 290 Nochtans hebben niet alleen deze staten overlappende exclusieve economische zones of continentale platten, maar ook Vietnam en Maleisië, Maleisië en de Filipijnen, en de Filipijnen en Taiwan. 71. De betrokken ASEAN-landen doen er dan ook goed aan om verder hun claim in conformiteit met het internationaal zeerecht te brengen, niet alleen met betrekking tot hun basislijnen, maar ook tot hun onderling overlappende maritieme zones. Ten slotte biedt het VN-Zeerechtverdrag en internationaal zeerecht geen oplossingen voor disputen over soevereiniteit betreffende 287 Boston Global Forum, Recent Trends in the South China Sea Disputes., Boston Global Conferences, juni 2015, 33p., G. POLING, The South China Sea in Focus. Clarifying the Limits of Maritime Dispute, Supra 48, noot 281, Artikel 74 en 83, VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot Akkoord tussen de Volksrepubliek China en de Socialistische Republiek Vietnam tot Mariene Grensafbakening van de Territoriale Zeeën, de Exclusieve Economische Zones en de Continentale Platten in de Golf van Tonkin, 25 december 2000, inwerkingtreding op 30 juni 2004, Law of the Sea Bulletin UN, Vol. 56, 137. Beschikbaar op A., SMITH, Brunei and Malaysia resolve outstanding maritime boundary issues, Supra 47, noot

64 landelementen. 291 Dit kan enkel worden beslist door de betrokken staten onderling in overleg of door een beslissing in arbitrage, zoals door het Internationaal Gerechtshof. In de Mauritius v. UK zaak van 2015, heeft het Permanente Hof van Arbitrage evenwel beslist dat territoriale disputen over soevereiniteit niet volledig uit de toepassingssfeer van het VN-Zeerechtverdrag vallen. Dit zou echter enkel het geval zijn wanneer het gaat over een klein probleem betreffende territoriale soevereiniteit dat ondergeschikt is aan een dispuut met betrekking tot de interpretatie of toepassing van het Verdrag. 292 Gekeken naar de complexiteit en gewichtigheid van het soevereiniteitsconflict over de eilandengroepen, lijkt dit voor de Zuid-Chinese Zee niet het geval te zijn. 2.3 Standpunt derde landen De VS en hun SCS beleid 72. Ook al hebben ze zelf geen claim in de Zuid-Chinese Zee, toch zijn de Verenigde Staten een prominente speler in het conflict. Het land heeft twee voorname belangen in het gebied, namelijk toegankelijkheid en stabiliteit. 293 Beide elementen zijn van belang voor de Amerikaanse welvaart en internationale strategie. Onbelemmerde toegang is cruciaal voor twee elementen, namelijk commerciële doorvaart en militaire dynamiek. 294 De Verenigde Staten, net zoals vele andere landen, rekenen voor een groot deel van hun handel met Azië, Afrika en het Midden-Oosten op commerciële scheepvaart langs de Zuid-Chinese Zee. 295 Ook voor hun militaire manoeuvres en ondersteuning in Oost-Azië en de rest van de wereld rekent de VS op een vrije doorgang van hun vloot in het gebied. 291 G. TRIGGS, Maritime Boundary Disputes in the South China Sea: International Legal Issues, Legal Studies Research Paper, No. 09/37, The University of Sydney, mei 2009, 15p., PHA, Chagos Marine Protected Area Arbitration (Mauritius v. United Kingdom), Permanent Court of Arbitration, Case , Award 18 March 2015, 217pp., 90.; W. QU, The Issue of Jurisdiction Over Mixed Disputes in the Chagos Marine Protection Area Arbitration and Beyond, Ocean Development & International Law, Vol. 47 (1), 2016, T. FRAVEL, U.S. Policy Towards the Disputes in the South China Sea Since 1995, Policy Report, Singapore, maart 2014, 13p., 2. op B., GLASER, Conflict in the South China Sea, Contingency Planning Memorandum Update, Council on Foreign Relations Press, april 2015, M. MCDEVITT, The South China Sea: Assessing U.S. Policy, American Foreign Policy Interests: The Journal of the National Committee on American Foreign Policy, Vol. 37 (1), 2015, ; C., STOCK, "The Underlying Economics of the South China Sea Conflict", University of Baltimore Journal of International Law, Vol. 3 (1), 2015, T. FRAVEL, The U.S. and China in Regional Security: Implications for Asia and Europe. Session VI: South China Sea: What Issues and Whose Core Interest?, 6th Berlin Conference on Asian Security, Berlin, 18 juni 2012, 9p., P. CRONIN, Cooperation from Strength: The United States, China and the South China Sea, Center for a New American Security, januari 2012, 50

65 Ten slotte volgt een inmenging in het conflict ook uit het belang voor de VS in de bescherming van de strategische belangen van zijn bondgenoten en tevens ook van Amerikaanse bedrijven betrokken bij exploitatiewerkzaamheden in het gebied. 296 Het verzekeren van regionale stabiliteit in combinatie met het onderhouden van een stabiele en coöperatieve relatie met China staan dan ook centraal in het Amerikaanse Zuid-Chinese Zee beleid. 73. Eén van de belangrijkste pijlers in dit beleid is de naleving van internationale regelgeving en standaarden. De VS werpt zich in dit opzicht dan ook op als observator en verwerpt elke inbreuk op het VN-Zeerechtverdrag, waar het zelf nog steeds geen partij van is. 297 In dit opzicht besteedt de VS vooral aandacht aan het regime van vrijheid van navigatie in de Zuid- Chinese Zee. Het land is bijgevolg pas echt een actieve rol gaan spelen in het conflict in 1994, toen het VN-Zeerechtverdrag in werking trad en de militaire activiteit van China in de Zuid-Chinese Zee gevoelig toenam. 298 Washington verklaarde in 1995 dat: De Verenigde Staten geen positie inneemt over de juridische gegrondheid van de concurrerende claims van soevereiniteit, over de verschillende eilanden, riffen en andere elementen in de Zuid-Chinese Zee. De Verenigde Staten zouden zich echter ernstig zorgen maken om elke maritieme claim, of inperking van maritieme activiteit, in de Zuid-Chinese Zee die niet consistent is met het internationale recht, inclusief het VN-Zeerechtverdrag Deze positie is de VS blijven hanteren gedurende de rest van het conflict waarbij ze een vreedzame en multilaterale geschilbeslechting met respect voor de vrijheid van navigatie vooropstellen. 300 Zowel China als de Verenigde Staten hechten belang aan de vrijheid van navigatie voor commerciële scheepvaart. De twistpunten liggen echter wanneer men diezelfde vrijheid wil 296 H. KAMRUL, "The UNCLOS and the US-China Hegemonic Competition over the South China Sea." Journal of East Asia and International Law, Vol. 6 (1), 2013, Deze visie volgde uit het Freedom of Navigation Program van de VS. Binnen dit programma volharde de regering van de VS er in om te reageren op, in hun ogen, excessieve maritieme claims die de vrijheid van navigatie over de hele wereld in gevaar zouden brengen. Het FON programma ontstond in 1979 onder President Carter en diende ertoe om op een vredevolle manier de internationale rechten en vrijheden uit het VN-Zeerechtverdrag te vrijwaren, door de vrijheid van scheepvaart te benadrukken. G. BALLESTER, "The Right of Innocent Passage of Warships: A Debated Issue", Revista de Derecho Puertorriqueno, Vol. 54 (1), , ; K. ZOU, Law of the Sea Issues Between the United States and East Asian States., Ocean Development & International Law, Vol. 39 (1),2008: R. EMMERS, The US Rebalancing Strategy, Impact on the South China Sea, National Security College Press, Singapore, 2013, C. SHELLY, toenmalig woordvoerder voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS., Spratlys and the South China Sea, 10 mei 1995, in R. EMMERS, The De-escalation of the Spratly Dispute in Sino-Southeast Asian Relations, S. Rajaratnam School of International Studies, Working Paper 129 (17), 6 juni S. YANN-HUEI, "Sovereignty and Maritime Disputes in the South China Sea: Potential Conflicts between China and the United States", China Oceans Law Review, Vol. 16, 2012, ; H. KAMRUL, "The UNCLOS and the US-China Hegemonic Competition over the South China Sea", Supra 51, noot

66 toepassen op de doorvaart van militaire schepen. Waar de Verenigde Staten geloven in een grote vrijheid voor alle staten om militaire activiteiten op zee uit te voeren, veroordeelt China elke militaire verrichting binnen de Nine-Dash Line als een inbreuk op haar soevereiniteit. 301 Het VN- Zeerechtverdrag bepaalt dat binnen hun EEZ, kuststaten soevereine rechten hebben betreffende de exploitatie van mariene rijkdommen, alsook om regelgeving door te voeren met betrekking tot het mariene milieu. 302 De kuststaten moeten deze rechten echter uitvoeren rekening houdend met de rechten en plichten van andere staten. Zoals bepaald in artikel 58 houden deze rechten de vrijheid van navigatie, overvliegen en andere internationale rechtmatige soorten gebruik van de zee samenhangend met deze vrijheden. Hoewel het VN-Zeerechtverdrag in dit opzicht stil blijft over militaire activiteiten, lijkt het moeilijk te stellen dat men bij de oprichting van de EZZ militaire activiteiten wou beperken In april 2001 deed zich bijvoorbeeld een incident voor boven de Zuid-Chinese Zee waar een Chinees F-8 gevechtsvliegtuig met een Amerikaans EP-3 observatievliegtuig in botsing kwam. 304 Het Chinese vliegtuig was verwoest en het Amerikaanse kon nog beschadigd landen op het Hainan eiland op Chinees grondgebied. China stelde hier dat de VS het VN-Zeerechtverdrag had geschonden in de mate dat elk overvliegen boven de EEZ van een andere Staat de rechten van die Staat in acht moet nemen, en dat de activiteiten van de Amerikaanse vliegtuigen een ernstige bedreiging vormden voor de Chinese nationale veiligheid. 305 Nog recenter, in december 2013, sneed een Chinees oorlogsschip een Amerikaanse kruiser de pas af, waarbij de schepen zeer dicht bij een botsing kwamen. 306 Het Amerikaanse schip had als taak de controle en het toezicht over een nieuw Chinees vliegdekschip, de Liaoning, dat zijn eerste overtocht in de Zuid Chinese Zee maakte. Men omschreef het incident als één van de meest gewichtige sinds 2009, wanneer vijf Chinese schepen een Amerikaans onderzoeksschip, 301 J. W. HOUCK, en N. M. ANDERSON, "The United States, China, and Freedom of Navigation in the South China Sea,", Washington University Global Studies Law Review, Vol. 13 (3), 2014, Artikel 56 VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot F. FRANCIONI, Peacetime Use of Force, Military Activities in the Exclusive Economic Zone of Third Countries, Ocean Development & International Law, Vol. 18, 1985, 216., in K. ZOU, Law of the Sea Issues Between the United States and East Asian States, Ocean Development & International Law, Vol. 39 (1), 2008, S. YANN-HUEY, The EP-3 Collision Incident, International Law and its Implications on the U.S.- China Relations, Chinese (Taiwan) Yearbook of international Law and Affairs, Vol. 19, 2001, 1-15.; E. DONNELY, The United States-China EP-3 Incident: Legality and Realpolitik, Journal of Conflict and Security Law, Vol. 9, 2004, Foreign Ministry of the People s Republic of China, Foreign Ministry Spokesman Gives Full Account of Air Collision, Xinhua, 4 april 2001, ; In Y., TANAKA, The International Law of the Sea, Cambridge, Cambridge University Press, 2 nd Edition, 2015, 472pp., T. RUYS (ed.), Digest of State Practice 1 July-31 December 2013, Journal on the Use of Force and International Law, Vol. 1 (1), 2014,

67 de USNS Impeccable, lastigvielen. 307 De Verenigde Staten rapporteerden ook hier dat ze vastbesloten waren om de uitoefening van hun rechten onder het internationaal zeerecht te verzekeren en dat ze van China verwachten om hiermee in overeenstemming te handelen Uit deze incidenten kan worden afgeleid dat het voeren van militaire activiteiten in een EEZ van een andere Staat steeds een afweging uitmaakt van de rechten en plichten van die kuststaat met de vrijheden bepaald in het verdrag. Wanneer een Staat hiermee voldoende rekening houdt, de kuststaat niet belemmert in het rechtmatig genot van die rechten en bovendien geen gevaar creëert voor personen en installaties, lijkt het verrichten van militaire activiteiten in de exclusieve economische zone van een andere Staat toelaatbaar. 77. In andere maritieme zones echter, zoals de territoriale wateren, waar een Staat de soevereiniteit over bezit en er enkel een regime van onschuldige doorvaart speelt, is dit echter niet het geval. Ook hier verschillen de meningen van China en de VS. Met betrekking tot de excessieve claims van China maken de Verenigde Staten zich zorgen om een territorialisering van de Zuid-Chinese Zee. 309 Het standpunt van China is immers dat binnen hun territoriale wateren er geen onschuldige doorvaart van oorlogsschepen kan gelden, tenzij ze hiervoor op voorhand toestemming hebben gekregen. 310 De Verenigde Staten, net zoals het merendeel van de andere partijen van het VN-Zeerechtverdrag, gaan ervan uit dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen commerciële en militaire schepen bij een onschuldige doorvaart door territoriale wateren. 311 Voorafgaande toestemming of zelfs kennisgeving is bijgevolg geen vereiste, ook niet voor oorlogsschepen. 307 C. THAYER, USS Cowpens Incident Reveals Strategic Mistrust Between U.S. and China, The Diplomat, 17 december 2013, D. ALEXANDER, en P., SWEENEY, U.S., Chinese warships narrowly avoid collision in South China Sea, 14 december 2013, L. BUSZYNSKI, en C., ROBERTS, The South China Sea Maritime Dispute: Political, Legal and Regional Perspectives, Routledge, Abingdon, 25 september 2014, 248p., K. ZOU, Innocent Passage for Warships: The Chinese Doctrine and Practice", Ocean Development and International Law, Vol. 29 (3), 1998, ; WINDSOR, T., Innocent passage of warships in East Asian territorial seas, Australian Journal of Maritime & Ocean Affairs, Vol. 3 (3), 2011, ; S.YANN-HUEI, en K., ZOU, Maritime Legislation of Mainland China and Taiwan: Developments, Comparison, Implications, and Potential Challenges for the United States, Ocean Development & International Law, Vol. 31 (4), 2000, ; Artikel 6, Law of the People's Republic of China Concerning the Territorial Sea and the Contiguous Zone, 25 februari 1992, Supra 8, noot G. BALLESTER, The Right of Innocent Passage of Warships: A Debated Issue", Revista de Derecho Puertorriqueno, Vol. 54 (1), , ; US Naval War College, "Problem Situations Involving the Question of Innocent Passage through the Territorial Sea", International Law Studies Series, US Naval War College, Vol. 53, , ; Z. JIANWEN, "On the Interpretative Declarations by the State Parties to United Nations Convention on the Law of the Sea concerning the Issue of Innocent Passage of Warships through the Territorial Sea", China Oceans Law Review Vol. 2, 2005,

68 78. Ook al bevat het VN-Zeerechtverdrag geen specifieke bepaling rond onschuldige doorvaart voor oorlogsschepen, toch kan men aan de hand van bepaalde elementen afleiden dat het Verdrag hen dit recht niet ontzegt. 312 Het feit dat het Verdrag het recht van onschuldige doorvaart classificeert onder de rubriek Regels die van toepassing zijn op alle schepen 313 en dat onderzeeërs volgens artikel 20 verplicht zijn te navigeren op de oppervlakte, doet vermoeden dat ook oorlogsschepen het recht genieten. Verder bepaalt artikel 19(2) dat: De doorvaart van een vreemd schip wordt geacht gevaar op te leveren voor de vrede, de orde of de veiligheid van de kuststaat indien het zich in de territoriale zee bezighoudt met c) handelwijzen gericht op het vergaren van informatie ten nadele van de verdediging of de veiligheid van de kuststaat. Hieruit kan men afleiden dat zulke handelingen enkel door militaire vaar-of vliegtuigen kunnen worden uitgevoerd. 314 Toch lijkt ook hier weer een afweging nodig tussen de vrijheid van navigatie van derde staten en de rechten en veiligheidsbelangen van kuststaten. Waar de vereiste van voorafgaande toestemming moeilijk verenigbaar lijkt met het VN- Zeerechtverdrag, lijkt het feit dat een kuststaat een voorafgaande verwittiging van doorvaart door hun territoriale wateren vereist om een inschatting van de bedreiging voor hun veiligheid en mariene leefmilieu te maken wel geoorloofd. 315 Bovendien behouden kuststaten steeds het recht om buitenlandse oorlogsschepen uit hun territoriale wateren te bevelen wanneer ze bij hun doorvaart de wetgeving of voorschriften van de kuststaat zouden schenden Over de laatste jaren is de aanwezigheid van de Verenigde Staten in de Zuid-Chinese Zee sterk toegenomen. Hoewel het land beweert geen positie in te nemen betreffende de territoriale disputen in het gebied, hebben ze zich opgeworpen als sterke voorstander van de principes van het VN- Zeerechtverdrag, in het bijzonder met betrekking tot de vrijheid van navigatie. 317 Zolang het land 312 W. AGYEBENG, "Theory in Search of Practice: The Right of Innocent Passage in the Territorial Sea", Cornell International Law Journal, Vol. 39(2), 2006, ; FRANCKX, E., "American and Chinese Views on Navigational Rights of Warships", Chinese Journal of International Law, Vol. 10 (1), 2011, Artikel 17 VN-Zeerechtverdrag 1982, zie Supra 14, noot Y. TANAKA, The International Law of the Sea, Supra 14, noot B. SMITH, "Innocent Passage as a Rule of Decision: Navigation V. Environmental Protection", Columbia Journal of Transnational Law, Vol. 21 (1), , ; D. DIXON, "Transnational Shipments of Nuclear Materials by Sea: Do Current Safeguards Provide Coastal States a Right to Deny Innocent Passage", Journal of Transnational Law & Policy, Vol. 16 (1), , ; W. ACEVES, "Ambiguities in Plurilingual Treaties: A Case Study of Article 22 of the 1982 Law of the Sea Convention", Ocean Development and International Law, Vol. 27 (3), 1996, Artikel 30, VN-Zeerechtverdrag 1982, Supra 14, noot B. WILSON, en J. KRASKA, American Security and Law of the Sea, Ocean Development & International Law, Vol. 40 (3), 2009, ; H. KAMRUL, "The UNCLOS and the US-China Hegemonic Competition over the South China Sea.", Supra 51, noot 296.; Y. JINGDONG, Emerging maritime rivalry in The South China Sea: Territorial disputes, sea lane security, and the pursuit of power, International Security Research and Outreach Programme ISROP, Centre for International Studies, Sydney, Summer 2012, 41p.,

69 evenwel geen partij is bij het Verdrag verdedigen ze dit steunend op het internationale gewoonterecht. De Verenigde Staten weerleggen op basis van die principes China s claim op historische rechten in de Zuid-Chinese Zee, dat volgens hen geen basis vindt in zowel het geldende internationale recht als het VN-Zeerechtverdrag. 318 Militair machtsvertoon van beide partijen leidt verder tot spanningen in de regio. 319 De Verenigde Staten blijven echter een positie innemen die gericht is op een vredevolle beslechting van het conflict. Hierbij sturen ze aan op een multilaterale oplossing, zoals bijvoorbeeld een verdere uitdieping van de reeds bestaande Declaration of Conduct. 320 Uit Chinees perspectief wordt de steeds toenemende inmenging van de VS als een rechtstreekse provocatie gezien. 321 In de toekomst zal het voor de Verenigde Staten dan ook cruciaal zijn om een balans te behouden tussen neutraliteit en het beheersen van conflictescalatie, in zijn Zuid-Chinese Zee beleid Andere staten 80. Niet alleen de Verenigde Staten maar nog vele andere derde landen kijken met argusogen naar het conflict in de Zuid-Chinese Zee. Zoals reeds gezegd is het gebied van groot economische belang, niet alleen voor de handel en commerciële scheepvaart van vele landen, maar ook de potentiële rijkdom aan grondstoffen wekt bij velen interesse. 81. India rekent bijvoorbeeld zeer sterk op zijn handel met Japan, Zuid-Korea en vele ASEAN landen, op een vlotte doorvaart in de Zuid-Chinese Zee. 322 Het land maakt zich zorgen om de steeds toenemende en assertiever wordende aanwezigheid van China. 323 Door het faciliteren van samenwerking op veiligheidsgebied en het helpen opbouwen van capaciteit van regionale actoren in het conflict probeert India onofficieel een machtsevenwicht tegen de unilaterale controle van China in 318 Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een eigen studie gepubliceerd waarbij ze de geldigheid van de Chinese claim in de Zuid-Chinese Zee weerleggen op basis van het geldende internationaal recht en het VN-Zeerechtverdrag.; Zie: United States Department of State, Limits in the Seas. China: Maritime Claims in the South China Sea, U.S. Bureau of Oceans and International Environmental and Scientific Affairs, 2014, No. 143, W. EDMISTON, "Showdown in the South China Sea: An International Incidents Analysis of the So-Called Spy Plane Crisis." Emory International Law Review, Vol. 16 (2), 2002, ; The Editorial Board, Tensions Rise in the South China Sea, The New York Times, New York, 6 april 2016, N. THAO, "The 2002 Declaration on the Conduct of Parties in the South China Sea: A Note", Ocean Development and International Law, Vol. 34 (3-4), 2003, ; M. MCDEVITT, The South China Sea: Assessing U.S. Policy, American Foreign Relations Policy Interests, Vol. 37 (1), 2015, X. GONG, "Recent Developments in China's Policy over the South China Sea Dispute", Journal of East Asia and International Law, Vol. 6 (1), 2013, M. MAJUMDAR, India s stakes in the South China Sea, International Journal of Humanities and Social Science, Vol. 3 (13), 13 juli 2013, D. BARUAH, South China Sea: Time for India to Mark Its Presence, RSIS Commentary, N. 225, 17 november 2014, 3. 55

70 de Zuid-Chinese Zee te onderhouden. 324 Ze doen dit in het bijzonder met betrekking tot Vietnam, waar het land een strategisch partnerschap mee deelt, zowel op militair vlak als economisch vlak. 325 India ondersteunt Vietnam in hun claim en weerstand tegen China door samen te werken in de exploratie en exploitatie van olie en koolwaterstof in het gebied 326 en door het opbouwen van de capaciteit van haar kustwacht Ook Japan deelt een gelijkaardig beleid in de Zuid-Chinese Zee. Net Zoals India leggen ze de nadruk op het opbouwen van capaciteit van regionale actoren. In het geval van Tokyo wordt er in dit opzicht vooral met Vietnam en de Filipijnen samengewerkt. 328 Japan ligt immers ook rechtstreeks met China in conflict om maritieme grenzen in de Oost-Chinese Zee, waar het land zelf te maken krijgt met provocerende Chinese optredens. 329 Het land rekent op multilaterale veiligheidsdialogen met ASEAN landen en hun bondgenootschap met de Verenigde Staten om hun belangen in de Zuid-Chinese Zee te beschermen. 83. Voor Indonesië is het standpunt dan weer genuanceerder. Hoewel zij officieel de legaliteit van de Nine Dash Line verschillende malen in vraag hebben gesteld 330, heeft Indonesië de laatste jaren zijn samenwerkingsbanden met China gevoelig versterkt. Dit resulteerde in een Omvattend Strategisch Partnerschap dat in 2013 tussen beide landen werd afgesloten en een intensieve samenwerking op 324 D. SCOTT, India's Role in the South China Sea: Geopolitics and Geoeconomics in Play. India Review, Vol. 12 (2), 2013, A. CALVO, On India's 'Looking East' Policy and the South China Sea, South China Sea Think Tank, Issue Briefings, N. 3, 2015, 1-17.; India-Vietnam Relations, Indian Ministry of External Affairs, december 2014 beschikbaar Op K. SUBHASH, India-Vietnam Strategic Partnership, SAAG Paper, N. 177, 2 januari 2001, beschikbaar op C. THAYER, India and Vietnam Advance Their Strategic Partnership, The Diplomat, 11 december S. TOMOTAKA, The South China Sea: A View from Japan, Kiyo Bulletin, No. 7, 2014, , beschikbaar op Y. TATSUMI, Senkaku Islands/East China Sea Disputes A Japanese Perspective, CNA Maritime Asia Project, No.3, ; S. K. KIM, China and Japan Maritime Disputes in the East China Sea: A Note on Recent Developments, Ocean Development & International Law, Vol. 43 (3), 2012, Wanneer men de Nine-Dash Line immers interpreteert als een grenslijn waarbinnen China de soevereiniteit over alle wateren en landelementen bezit, dan overlapt de Chinese claim ook een stuk met de geclaimde EEZ van Indonesië. Het land baseert zich hier op haar soevereiniteit op de Natuna eilandengroep. Indonesië heeft echter steeds volgehouden dat er geen dispuut met China speelt, aangezien de overlappende claim van China geen basis heeft in het internationaal recht. R. SUPRIYANTO, Indonesia s Natuna Islands: Next Flashpoint in the South China Sea? S. Rajaratnam School of International Studies, No. 33, 16 februari 2015, #.Vi6XLiu3SxU. 56

71 zowel militair als economisch met zich meebracht. 331 Dit neemt niet weg dat de relaties met de VS slecht zijn. Indonesië hanteert immers een soort vrij en actief buitenlands beleid waarbij het land geen formeel bondgenootschap aangaat, maar actief streeft naar betere bilaterale banden met zowel China als de VS. 332 Uitgaand van deze neutrale opstelling werpt het land zich dan ook op als onafhankelijke derde om een eventuele multilaterale oplossing te helpen faciliteren Ten slotte heeft ook Australië een meer actieve houding aangenomen in de Zuid-Chinese Zee. Net als de VS zijn ze van de zijlijn gekomen om hun belangen in de regio te beschermen en om hun recht op vrijheid van navigatie te doen gelden. 334 China reageerde op de Australische steun aan de Filipijnen in het conflict door te verklaren dat Australië een objectieve en onpartijdige houding zou moeten aannemen. 335 In conclusie kunnen we stellen dat het conflict in de Zuid-Chinese Zee een veel grotere dimensie kent dan enkel wat geldt tussen de regionale actoren met een concurrerende claim. Vele derde landen hebben belang bij stabiliteit en zekerheid in de regio en streven dit in hun buitenlands beleid dan ook actief na. Men moet evenwel steeds een gevoelige balans bewaren tussen actieve ondersteuning en inmenging in de regio en het onderhouden van werkbare banden met China. Om verdere escalatie van het conflict te voorkomen moeten derde landen dus steeds een zekere neutraliteit naar buiten toe projecteren N. HAMILTON-HART, en D. MCRAE, Indonesia: Balancing the United States and China, Aiming for Independence, The United States Studies Centre, Sydney, november 2015, 33p., 8-10.; KEMLU, Future direction of Indonesia-China Comprehensive Strategic Partnership, 2 oktober 2013, 20Partnership.pdf. 332 R. PATTIRADJAWANE, South China Sea Disputes: Sovereignty and Indonesian Foreign Policy, RSIS Commentary, No. 116, 13 mei 2015, L. GINDARSAH, Indonesia and the South China Sea: A Two-fold Strategy, RSIS Commentary, No. 158, 27 juli 2015, T. MA, en M. WILLS, Raising the Stakes: The Interests of Non-claimant States in the South China Sea Disputes, in R. MEDCALF, Rules, Balance, and Lifelines: An Australian Perspective on the South China Sea, Asia Policy, No. 21, januari 2016, D. HURST, China warns Australia over challenge to South China Sea activities, The Guardian, 17 februari 2016, T. MA, en M. WILLS, Raising the Stakes: The Interests of Non-claimant States in the South China Sea Disputes, Asia Policy, Vol. 21, januari 2016,

72

73 Deel 2

74

75 Hoofdstuk 3 De gecontesteerde eilandengroepen 3.1 De Paracel eilanden Figuur 3: Overzicht van de Paracel-eilandengroep. Bron: Ila Son Them 01/2012; US Department of State, LIS 117, 9 juli De Paracel-eilandengroep is een archipel in het noorden van de Zuid-Chinese Zee. Het bevindt zich op ongeveer 200 zeemijl van zowel de Chinese als Vietnamese kust. In China krijgt de eilandengroep de naam Xisha Qundao en in Vietnam Quan Dao Hoang-Sa. 337 De eilandengroep is 337 J. CIOCIARI, en J. WEISS, "The Sino-Vietnamese Standoff in the South China Sea" Georgetown Journal of International Affairs, Vol. 13 (1), 2012,

76 onderverdeeld in twee delen, de Amphitrite en de halve maan groep, en bestaat uit ongeveer 30 kleine onbewoonde eilanden, zandbanken en riffen. 338 Hoewel China momenteel de controle uitoefent over de gehele eilandengroep, claimen niet alleen zij maar ook Taiwan en Vietnam de soevereiniteit over alle Paracel eilanden. 339 Het belang van de eigendom over de eilandengroep in het Zuid-Chinese Zee conflict is niet min. Natuurlijke rijkdommen, zoals olie- en gasreserves, minerale grondstoffen en belangrijke visreserves bevinden zich immers in en rond de eilanden. 340 Ook het feit dat bepaalde landelementen in de archipel potentieel een exclusieve economische zone of continentaal plat zouden kunnen genereren op basis van artikel 121 (2) van het VN-Zeerechtverdrag kan grote gevolgen hebben voor de controle en zeggenschap van de concurrerende staten over het zeegebied. De economische en politieke relevantie van de soevereiniteit over de archipel is bijgevolg niet te onderschatten. 86. Aangezien de eilanden geen inheemse inwoners hebben, is het moeilijk om het eigendomsrecht erover vast te stellen. Zowel China als Vietnam baseren zich op historische elementen om hun claim te staven. 341 China baseert zich op cultureel erfgoed en andere archeologische bevindingen die dateren van de Han 342 en latere Tang dynastie 343 en later om de ontdekking van en controle over de eilanden gedurende de geschiedenis te staven. 344 Vietnam baseert zich daarentegen op oude geschriften en kaarten die dateren van voor de 18 de eeuw om hun commerciële activiteit en visserij-activiteit op en rond de eilandengroep aan te duiden. 345 Hoe dan ook kende de heerschappij over de eilanden een grillige geschiedenis. Een tweede argument van Vietnam is immers dat ze de vroegere Franse claim op de eilandengroepen bij hun onafhankelijkheid hebben overgeërfd. Vietnam kent immers een 338 M. THAI, Who Owns the Paracel Islands: Simmering Tensions in the South China Sea, The Hypermodern, 23 juli 2009, Z. MINGLIANG, "Vietnam's Claims to Insular Features and Maritime Space in the South China Sea and the Bases of Its Claims", China Oceans Law Review, Vol. 17, 2013, C. STOCK. "The Underlying Economics of the South China Sea Conflict", University of Baltimore Journal of International Law, Vol. 3, , T-K. CHANG, "China's Claim of Sovereignty over Spratly and Paracel Islands: A Historical and Legal Perspective", Case Western Reserve Journal of International Law, Vol. 23 (3), 1991, Han Dynastie: Ontstond na de Qin-Dynastie en bestond tussen 206 v.chr. en 220 na Chr. Scheepvaart werd in deze periode revolutionair vernieuwd door de invoering van het klassieke roer op het achtersteven van een schip (dit terwijl Europese schepen nog door klassieke stuur- en roeiriemen werden bestuurd) waardoor ze in staat waren de open zeeën te bevaren. 343 Tang Dynastie: Opvolgers van de korstondige Sui-Dynastie. Na een lange periode van verdeeldheid werd China herenigd en uitgebouwd tot een expansief en kosmopolitisch rijk onder de Tang Dynastie ( na Chr.). 344 J. SHEN, "International Law Rules and Historical Evidences Supporting China's Title to the South China Sea Islands", Hastings International and Comparative Law Review, Vol. 21 (1), , H. NGUYEN, Vietnam s Position on the Sovereignty over the Paracels & the Spratlys: Its Maritime Claims, Regional Focus & Controversies JEAIL, Vol. 5 (1), 2012,

77 geschiedenis als Franse kolonie 346, waarbij Frankrijk als eerste in de jaren 30 een permanente bezetting van de eilanden doorvoerde en ze onderbracht in het Frans-Indochinese grondgebied. 347 Zowel China als Japan hebben deze bezetting geprotesteerd. China verwijt Frankrijk misbruik te hebben gemaakt van hun zwakke positie op dat moment, veroorzaakt door interne conflicten en een Japanse dreiging. 348 Vervolgens, in de Tweede Wereldoorlog ging de controle over van Frankrijk naar Japan, die de eilanden bezetten tot hun overgave in Hierna werden verschillende eilanden binnen de archipel bezet door zowel Chinese als Zuid-Vietnamese troepen 349, die beiden de soevereiniteit over de Paracel-eilandengroep claimden. Dit leidde in januari 1974 tot een gewapend treffen tussen beide landen. Na een 2 dagen durende strijd verjoeg China de Zuid-Vietnamese troepen van de Halve Maan eilanden en sindsdien bezetten ze de volledige Paracel-eilandengroep. 350 Deze controle blijft tot op de dag van vandaag bestaan, ondanks aanhoudend protest van Vietnam. 351 Dat het conflict over de soevereiniteit over de eilandengroep nog steeds actief aan de gang is, blijkt uit verschillende incidenten. In de gecontesteerde wateren rond de eilanden ging China immers regelmatig over tot de aanhouding van verschillende Vietnamese vissers die zich zogezegd schuldig maakten aan illegale visserij. 352 De recente opbouw van artificiële eilanden in het gebied en de bewapening van Woody Island door China, lijken nog geen einde in het zicht te brengen voor dit conflict Frans Indochina werd gevormd in 1887, na de Franse overwinning in de Sino-Franse oorlog van De Federatie bestond uit vier protectoraten: Annam, Tonkin, Cochinchina (die samen het moderne Vietnam vormen) en het Koninkrijk Cambodia. De Federatie bleef bestaan tot 1954, toen Frankrijk met Noord-Vietnam het Genève-akkoord afsloot en de onafhankelijkheid overdroegen. Het land werd nadien effectief opgesplitst in Zuid- en (communistisch) Noord-Vietnam. Bijna onmiddellijk hierna ontstond de Vietnamese Oorlog, die zou duren tot Na de Noord-Vietnamese overwinning werd het land samengevoegd in de huidige Socialistische Republiek Vietnam (1976- ). 347 S. TONNESON, The South China Sea in the Age of European Decline, Cambridge University Press, Cambridge United Kingdom, Modern Asian Studies Vol. 40, 2006, 57p., 2-4 en J. SHEN, "China's Sovereignty over the South China Sea Islands: A Historical Perspective", Supra 38, noot Bij de bezetting van de Paracel-eilanden na WO II tot de Slag om de Paracel-eilanden van 1974, bezette China verschillende eilanden die behoren tot de Amphirite-groep, terwijl Zuid-Vietnam vooral eilanden controleerde die tot de Halve Maan-groep behoren. Zie Figuur 3: Overzicht van de Paracel-eilandengroep voor een geografische weergave. 350 M. CHEMILLIER-GENDREAU, Sovereignty Over the Paracel and Spratley Islands, Springer Netherlands, Amsterdam, 2000, 264p.; R. PEDROZO, China versus Vietnam: An Analysis of the Competing Claims in the South China Sea, A CNA Occasional Paper, CNA Analysis & Solutions, augustus 2014, 132 p., ; S. JOHNSON, Territorial Issues and Conflict Potential in the South China Sea, The Journal of Conflict Studies, Vol. 14 (4), 1994, C. THAYER, The Tyranny of Geography: Vietnamese Strategies to Constrain China in the South China Sea, Contemporary Southeast Asia: A Journal of International and Strategic Affairs, Vol. 33 (3), december 2011, ; S. TONNESSON, Sino- Vietnamese Rapprochement and the South China Sea Irritant, Security Dialogue, Vol. 34, maart 2003, V. HA, en K. HA, Complaint Over Abuse: Vietnamese authorities complain over reports from fishermen of Chinese abuse, Radio Free Asia, 16 oktober 2009, BLANCHARD, B., China detains Vietnamese fishermen in disputed water, Reuters, 22 maart 2012, BBC NEWS, China detains Vietnamese fishermen in South China Sea, BBC News, 4 juli 2014, D. HURST, O. HOLMES, en J. MCCURRY, Beijing places missile launchers on disputed South China Sea island, The Guardian, Tokyo, 17 februari 2016, 63

78 3.2 De Spratly eilanden Figuur 4: Overzicht van de controle over de Spratly-eilandengroep. Bron: RB Cribb, Centre for Strategic and International Studies 87. De andere belangrijke eilandengroep in de Zuid-Chinese Zee zijn de Spratly eilanden, die zich voor de kust van Borneo 354 bevinden. In China krijgen ze de naam Nansha Qundao en in Vietnam Quan Dao Truong Sa. De situatie voor deze archipel is nog complexer dan voor de Paracel eilanden. Geen drie, maar alle zes de concurrerende staten in de Zuid-Chinese Zee, namelijk China, Taiwan, de Filipijnen, Maleisië, Brunei en Vietnam maken immers een claim op enkele of alle landelementen van de eilandengroep. 355 China, Taiwan en Vietnam claimen zelfs de gehele archipel. De Spratly eilanden bestaan uit 150 riffen, 13 ondiepten en koraaleilanden, 4 zandbanken en 16 eilanden die zich 354 Borneo ligt in het zuiden van de Zuid-Chinese Zee en is het grootste eiland in Azië. Zowel Maleisië, als Brunei en Indonesië hebben grondgebied op een deel van het eiland. Het eiland kan gezien worden als het geografische midden van Maritiem Zuidoost Azië. 355 C. JOYNER, The Spratly Islands Dispute in the South China Sea: Problems, Policies, and Prospects for Diplomatic Accommodation, Stimson Center, Washington DC, , 64

Deel A: Conflict Zuid-Chinese Zee

Deel A: Conflict Zuid-Chinese Zee Deel A: Conflict Zuid-Chinese Zee Rond de Zuid-Chinese Zee liggen landen die elkaar al heel lang als rivalen beschouwen. In het verleden zijn er dan ook verschillende conflicten geweest. Sinds korte tijd

Nadere informatie

Inhoud. blz. Woord vooraf... Woord vooraf bij de vijfde herwerkte uitgave... Inhoud... Lijst van de gebruikte afkortingen...

Inhoud. blz. Woord vooraf... Woord vooraf bij de vijfde herwerkte uitgave... Inhoud... Lijst van de gebruikte afkortingen... Inhoud Woord vooraf....................................... Woord vooraf bij de vijfde herwerkte uitgave................. Inhoud............................................ Lijst van de gebruikte afkortingen.........................

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Maritiem recht. Programma. Opleiding van 6 sessies

Maritiem recht. Programma. Opleiding van 6 sessies Maritiem recht Opleiding van 6 sessies De cursus bevat drie hoofddelen: enerzijds het internationale recht van de zee, met de studie van de derde Conventie van de Verenigde Naties over het recht van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 277 Besluit van 10 juni 2010, houdende vaststelling van de grenzen van de exclusieve economische zone van het Caribische deel van het Koninkrijk

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan)

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan) stuk ingediend op 1536 (2011-2012) Nr. 1 21 maart 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heren Filip Dewinter, Frank Creyelman en Christian Verougstraete en mevrouw Marijke Dillen betreffende het

Nadere informatie

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur?

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur? Opdracht 1a. In de tabel hieronder staan een aantal materialen. Bedenk per type materiaal 3 soorten afval die je tegenkomt onderweg naar school of op het schoolplein. Zoek per categorie van 1 soort afval

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding. De plaats van het internationale recht in de Nederlandse rechtsorde

Inhoud. Inleiding. De plaats van het internationale recht in de Nederlandse rechtsorde Inhoud I 1 2 3 4 5 6 7 8 II 9 10 12 13 III 14 15 16 Inleiding Definitie van internationaal publiekrecht Het rechtskarakter van internationaal publiekrecht Historische ontwikkeling Natuurrecht en positivisme

Nadere informatie

Deel C Concluderend artikel TOEKOMSTIGE CONFLICTEN IN DE ZUID-CHINESE ZEE

Deel C Concluderend artikel TOEKOMSTIGE CONFLICTEN IN DE ZUID-CHINESE ZEE Deel C Concluderend artikel TOEKOMSTIGE CONFLICTEN IN DE ZUID-CHINESE ZEE Dit artikel is een vertaalde samenvatting van het artikel: Kaplan, Robert. South China Sea: The Future of Conflict in Foreign Policy,

Nadere informatie

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet De juridische aspecten van de aangroeiende zandbank voor

Nadere informatie

aardrijkskunde vwo 2015-I

aardrijkskunde vwo 2015-I Zuidoost-Azië Opgave 5 Het Toba Bestudeer de bronnen 1 en 2 die bij deze opgave horen. Gebruik de bronnen 1 en 2. 2p 18 Beschrijf met behulp van deze bronnen de wijze waarop de caldera is ontstaan waarin

Nadere informatie

Kern van het internationaal publiekrecht

Kern van het internationaal publiekrecht Kern van het internationaal publiekrecht Andre Nollkaemper Tweede druk Boom Juridische uitgevers Den Haag 2005 Inhoud LljSt van aikortingen Verkort aangehaalde literatuur Deel 1: Kernbegrippen XV XVIII

Nadere informatie

De Zuid-Chinese Zee is het oorlogsfront

De Zuid-Chinese Zee is het oorlogsfront Kees Homan Dreigende finlandisering van Zuid-Chinese Zeeregio door China? De Zuid-Chinese Zee is van groot belang als cruciale handelsroute en vanwege zijn grote olie- en gasvoorraden. De honderden kleine

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

Globalisering 2.0: Europa in woelig vaarwater?

Globalisering 2.0: Europa in woelig vaarwater? Globalisering 2.: Europa in woelig vaarwater? Jan Van Hove Chief Economist, KBC Groep NV Professor Internationale Economie, KU leuven 22 ste Maritiem Symposium 23 mei 218 KBC Economic Research Europa op

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

Verkort aangehaalde literatuur 15

Verkort aangehaalde literatuur 15 Verkort aangehaalde literatuur 15 1 Begrip en aard van het internationaal publiekrecht 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Geschiedenis 19 1.3 Omschrijving 22 1.3.1 Algemene omschrijving 22 1.3.2 Het internationale

Nadere informatie

De 30-dagenregeling: Revisited

De 30-dagenregeling: Revisited De 30-dagenregeling: Revisited Anna Gunn Inhoud 1. Achtergrond 2. De 30-dagenregeling (oud) 3. De 30-dagenregeling (nieuw) 4. Bevindingen 1. ACHTERGROND 1 De Nederlandse maritieme zones Maritieme zones:

Nadere informatie

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA MASTER IN DE VERGELIJKENDE EN INTERNATIONALE POLITIEK (25 à 29 SP)

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA MASTER IN DE VERGELIJKENDE EN INTERNATIONALE POLITIEK (25 à 29 SP) VOORBEREIDINGSPROGRAMMA MASTER IN DE VERGELIJKENDE EN INTERNATIONALE POLITIEK (25 à 29 SP) 2015-2016 WIJZIGINGEN 2016-2017 OPO TITEL SP SEM UREN OPO TITEL SP SEM UREN De volgbaarheid van de uurroosters

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 24 maart 2017 Betreft Nazending Kamerbrief

Nadere informatie

Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming

Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming De Taskforce Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen adviseert: Het verleden leert dat gebiedsbescherming een succesvolle strategie kan zijn,

Nadere informatie

VR DOC.0098/1

VR DOC.0098/1 VR 2019 0102 DOC.0098/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet houdende instemming

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Geef je in de ruimte ook voorrang aan rechts? Rik Hansen Urania, 20 februari 2014

Geef je in de ruimte ook voorrang aan rechts? Rik Hansen Urania, 20 februari 2014 Geef je in de ruimte ook voorrang aan rechts? Rik Hansen Urania, 20 februari 2014 Plan I. Waarom ruimterecht? II. Wat is ruimterecht? III. Wie maakt ruimterecht? IV. Wie bestudeert ruimterecht? V. Principes

Nadere informatie

De exploitatie van het Noordpoolgebied: een historisch perspectief

De exploitatie van het Noordpoolgebied: een historisch perspectief 17 April 2008 1 De exploitatie van het Noordpoolgebied: een historisch perspectief Arctisch Centrum / H.R. de Haas & L. Hacquebord www.arctic-centre.nl www.lashipa.nl 17 April 2008 2 Noordpoolgebied in

Nadere informatie

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België: Overzicht An Cliquet Vakgroep Internationaal publiekrecht, Universiteit Gent Brussel, 18 oktober 2011 Internationaal: Bevoegdheden inzake milieu Evolutie van internationaal milieurecht Internationale rechtsregels

Nadere informatie

Economisch realisme van Azië verandert de spelregels van de internationale betrekkingen

Economisch realisme van Azië verandert de spelregels van de internationale betrekkingen in: De Nieuwe Wereld [The New World], Christen Democratische Verkenningen (zomer), Amsterdam: Boom Tijdschriften (pp. 151-157). Economisch realisme van Azië verandert de spelregels van de internationale

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 21 final 2015/0013 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties

Nadere informatie

Mr. R.H. de Haas-Engel HETINDONESISCH NATIONALITEITSRECHT

Mr. R.H. de Haas-Engel HETINDONESISCH NATIONALITEITSRECHT Mr. R.H. de Haas-Engel HETINDONESISCH NATIONALITEITSRECHT KLUWER - DEVENTER - 1993 INHOUD VOORWOORD INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN LUST VAN INDONESISCHE TERMEN VII IX XV XVII HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1 Probleemstelling

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: 1 Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking

Nadere informatie

Delta Lloyd Asset Management. Themapaper Myanmar. 10 juli 2012

Delta Lloyd Asset Management. Themapaper Myanmar. 10 juli 2012 Delta Lloyd Asset Management Themapaper Myanmar 10 juli 2012 Myanmar in ontwikkeling Onstuimige geschiedenis Myanmar, voorheen Birma, is een van oorsprong boeddhistische staat, ingeklemd tussen China,

Nadere informatie

Eiland in zicht!!! China en haar maritieme machtsuitbreiding. Peter-Paul Greup 0407666 30 juni 2011

Eiland in zicht!!! China en haar maritieme machtsuitbreiding. Peter-Paul Greup 0407666 30 juni 2011 Eiland in zicht!!! China en haar maritieme machtsuitbreiding Peter-Paul Greup 0407666 30 juni 2011 Inhoudsopgave Introductie p. 2 Hoofdstuk 1: Het Chinese veiligheidsbeleid. p. 5-1.1 De achtergrond van

Nadere informatie

Wat is inter - nationaal recht?

Wat is inter - nationaal recht? Wat is inter - nationaal recht? 2 Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet,

Nadere informatie

Water crisis - kunnen ingenieurs nog iets bijbrengen?

Water crisis - kunnen ingenieurs nog iets bijbrengen? Water crisis - kunnen ingenieurs nog iets bijbrengen? James.Leten@siwi.org Wereldwijds Opportuniteiten Regionaal - Stroomgebied Lokaal: checklist 2000 2015 millennium ontwikkelingsdoelstellingen 2000 2015

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Asean en China. Asean, de politieke, economische en financiële dimensie van één grote markt en de Chinese relaties met deze landen

Asean en China. Asean, de politieke, economische en financiële dimensie van één grote markt en de Chinese relaties met deze landen Asean en China Asean, de politieke, economische en financiële dimensie van één grote markt en de Chinese relaties met deze landen Meine Pieter van Dijk, MSM, UNESCO-IHE, ISS en IHS (EUR), versie 14-1-2014

Nadere informatie

Opgave 5 Migratiepatronen in Zuidoost-Azië

Opgave 5 Migratiepatronen in Zuidoost-Azië Zuidoost-Azië Opgave 5 Migratiepatronen in Zuidoost-Azië Bestudeer bron 1 uit het bronnenboekje die bij deze opgave hoort. De internationale migratie van huishoudelijke hulpen is, zoals alle migratievormen,

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

Bijlage VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. VW-0131-a-15-1-b

Bijlage VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje. VW-0131-a-15-1-b Bijlage VWO 2015 tijdvak 1 aardrijkskunde Bronnenboekje VW-0131-a-15-1-b Wereld Opgave 1 Globalisering van speelgoedfabrikant Mattel De globalisering van barbiepoppen De Amerikaanse speelgoedfabrikant

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Wat is internationaal recht?

Wat is internationaal recht? Wat is internationaal recht? Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet, dan

Nadere informatie

Bijlage VWO aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. VW-0131-a-17-2-b

Bijlage VWO aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. VW-0131-a-17-2-b Bijlage VWO 2017 tijdvak 2 aardrijkskunde Bronnenboekje VW-0131-a-17-2-b VW-0131-a-17-2-b 2 / 12 lees verder Wereld Opgave 1 Van made in China naar designed by China Van made in China naar designed by

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 339 Besluit van 14 juni 2006, houdende uitvoering van de artikelen 2 en 3 van de Rijkswet instelling aansluitende zone (Besluit grenzen aansluitende

Nadere informatie

Datum 21 augustus 2017 Betreft Beantwoording vragen over het bericht Opzeggen vissersakkoord door Britten kan ramp zijn voor Nederland'

Datum 21 augustus 2017 Betreft Beantwoording vragen over het bericht Opzeggen vissersakkoord door Britten kan ramp zijn voor Nederland' > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Datum 21 augustus 2017 Betreft Beantwoording vragen over het bericht Opzeggen

Nadere informatie

Economisch realisme van Azië verandert spelregels internationale betrekkingen

Economisch realisme van Azië verandert spelregels internationale betrekkingen 151 Economisch realisme van Azië verandert spelregels internationale betrekkingen Zoals Europa in het verleden zijn eigen (Westfaalse) statensysteem exporteerde naar de rest van de wereld, zo drukken de

Nadere informatie

smartphones.) Deze factor zou een bijzonder dynamische stimulans kunnen zijn voor de ontwikkeling in

smartphones.) Deze factor zou een bijzonder dynamische stimulans kunnen zijn voor de ontwikkeling in Januari 9, 2015 Bij Templeton Emerging Markets Group zijn wij van mening dat de hoge economische groeipercentages een belangrijk aantrekkingspunt voor veel opkomende markten in 2015 zullen blijven. Hoewel

Nadere informatie

aarom China stilaan de hoofdrol opeist op het wereldtoneel

aarom China stilaan de hoofdrol opeist op het wereldtoneel aarom China stilaan de hoofdrol opeist op het wereldtoneel van 8 10-08-17 17:06 mo.be Waarom China stilaan de hoofdrol opeist op het wereldtoneel 8-10 minuten Luke Price (CC BY 2.0) Dit jaar was er voor

Nadere informatie

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research Toerisme in perspectief NBTC Holland Marketing Afdeling Research Inleiding In dit rapport wordt op hoofdlijnen een beeld geschetst van trends en ontwikkelingen in het (internationaal) toerisme en de factoren

Nadere informatie

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN Lezing ter gelegenheid van het GEO Promotion Congres van eigen bodem 10 maart 2017 Groningen. door prof. em. Pier Vellinga Waddenacademie Colin OPBOUW

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VA N H E T KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 233

TRACTATENBLAD VA N H E T KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 233 13 (1947) Nr. 5 TRACTATENBLAD VA N H E T KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1969 Nr. 233 A. TITEL B. TEKST Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties, met Aanhangsels;

Nadere informatie

Noem de letters H t/m J en zeg welke oceaan het is. H = de Grote Oceaan (Stille Oceaan), I = de Atlantische Oceaan, J = de Indische Oceaan

Noem de letters H t/m J en zeg welke oceaan het is. H = de Grote Oceaan (Stille Oceaan), I = de Atlantische Oceaan, J = de Indische Oceaan Thuistopo. Noem de letters A t/m G en zeg welk werelddeel het is. A = Noord-Amerika, B = Europa, C = Azië, D = Zuid-Amerika, E = Afrika, F = Australië, G = Zuidpool/Antarctica Noem de letters H t/m J en

Nadere informatie

Impact open overheid. Guido Brummelkamp (Panteia)

Impact open overheid. Guido Brummelkamp (Panteia) Impact open overheid Guido Brummelkamp (Panteia) Ontvankelijkheid (OECD, 2009) Acces to decision making (Meijer, 2012) Een overheid is open wanneer deze zich naar de samenleving transparant opstelt, participatie

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010 Doelstellingen LECOFISH Verzamelen van nieuwe en additionele visserij informatie met als doel de kenniskloof

Nadere informatie

Safe production of Marine plants and use of Ocean Space. 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE

Safe production of Marine plants and use of Ocean Space. 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE Safe production of Marine plants and use of Ocean Space 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE Waarom dit project? De 2050 Challenge 2050: 10 billion people Voedsel Water

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE 1 Stuk 1067(1997-1998) - Nr.11 30 L. 2 6. 2 6 1 / V R KONINKRIJK BELGIE ----------------- ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE ------------------------------ De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, verenigde kamers,

Nadere informatie

Macht en waarden in de wereldpolitiek

Macht en waarden in de wereldpolitiek Rik Coolsaet Macht en waarden in de wereldpolitiek Actuele vraagstukken in de internationale politiek Editie 2006-2007 2 Inhoud Inleiding... Deel 1. De jaren 90: het transitiedecennium 1. Van illusie naar

Nadere informatie

Duurzaam werken op zee. Marloes Kraan en Luc van Hoof

Duurzaam werken op zee. Marloes Kraan en Luc van Hoof Marloes Kraan en Luc van Hoof Thinking of the Sea De zee; wat is het allemaal? Thinking of the Sea Geografisch gebied Thinking of the North Sea Politieke ruimte Thinking of the North Sea Locaties voor

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.1.2011 COM(2010) 807 definitief 2010/0392 (E) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake toegang van vissersvaartuigen die de vlag van de Bolivariaanse Republiek Venezuela

Nadere informatie

Hoofdstuk 11: Zee -, lucht en ruimterecht

Hoofdstuk 11: Zee -, lucht en ruimterecht Hoofdstuk 11: Zee -, lucht en ruimterecht A. Internationaal Zeerecht o 1. Inleiding Belang verdragsrechtelijke regels gebruik oceanen Bv visserij, mineralen Spanningsveld tussen aantal staten die aanspraak

Nadere informatie

Enkele klanten. Copyright 2012 IP Bank BV

Enkele klanten. Copyright 2012 IP Bank BV CGE Risk Management Solutions B.V. 1 Methods & Training Research Building concepts 2 Software Standard tools Industry leading 3 4 Development Projects Capturing industry expertise Partners Training Consultancy

Nadere informatie

JPI Oceans Gezonde en productieve zeeën en oceanen

JPI Oceans Gezonde en productieve zeeën en oceanen JPI Oceans Gezonde en productieve zeeën en oceanen www.jpi oceans.eu OVERZICHT Terrein Governance Operationeel maken Strategic Research and Innovation Agenda Belgische deelname en interesse Outlook SRIA

Nadere informatie

Inleiding. 1 Definitie van internationaal publiekrecht. 2 Het rechtskarakter van internationaal publiekrecht

Inleiding. 1 Definitie van internationaal publiekrecht. 2 Het rechtskarakter van internationaal publiekrecht I Inleiding 1 Definitie van internationaal publiekrecht Het internationaal publiekrecht is het geheel van internationale rechtsregels dat de rechtsbetrekkingen regelt tussen internationaal erkende rechtspersonen

Nadere informatie

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus Wageningen University & Research Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s:

Nadere informatie

8.3. Boekverslag door M woorden 28 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Paragraaf 11

8.3. Boekverslag door M woorden 28 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Paragraaf 11 Boekverslag door M. 1806 woorden 28 maart 2011 8.3 1 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Paragraaf 11 1 A een comparatief voordeel->>vergelijkbaar voordeel B zuid Korea en taiwan C kleiner D groter E antwoord

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAADVAN DEEUROPESEUNIE. Brusel,20maart2012 (OR.en) 7434/12 Interinstitutioneeldosier: 2012/0028(NLE) LIMITE

PUBLIC LIMITE NL RAADVAN DEEUROPESEUNIE. Brusel,20maart2012 (OR.en) 7434/12 Interinstitutioneeldosier: 2012/0028(NLE) LIMITE ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,20maart2012 (OR.en) 7434/12 Interinstitutioneeldosier: 2012/0028(NLE) LIMITE PUBLIC COASI28 ASIE19 PESC293 RELEX207 WETGEVINGSBESLUITENENANDEREINSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juni 2017 (OR. en) 9916/17 NOTA I/A-PUNT van: aan: nr. vorig doc.: 7923/2/17 REV 2 Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CYBER 91 RELEX 482 POLMIL 58 CFSP/PESC

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final 2019/0049 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijorganisatie

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 2365 Betreft zaak: 2365/First Reserve - Odyssey-

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN:

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN: OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN ALS GASTSTUDENT KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN: BACHELOR OF SCIENCE IN POLITIEKE WETENSCHAPPEN BACHELIER

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet houdende instemming met de kaderovereenkomst

Nadere informatie

Democratie op bestelling?

Democratie op bestelling? Democratie op bestelling? De Arabische Lente en andere seizoenen Studium Generale Universiteit Twente 1 november 2011 Jaap de Wilde Afdeling Internationale Betrekkingen & Internationale Organisatie (IBIO)

Nadere informatie

NOL H1, EIR 91, EIR 3

NOL H1, EIR 91, EIR 3 HC 1A. Inleiding NOL H1, EIR 91, EIR 3 Internationaal recht Het internationale publieke recht leidt vooral tot vrijwilligheid. Het vrijwillig onderwerpen aan het internationale recht. Het gaat over boven

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20424 21 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 15 december 2010,

Nadere informatie

GOEDGEKEURDE VERSIE. Centrum voor Strategische Defensiestudies Zuid Amerikaanse Defensieraad Unie van Zuid Amerikaanse Naties.

GOEDGEKEURDE VERSIE. Centrum voor Strategische Defensiestudies Zuid Amerikaanse Defensieraad Unie van Zuid Amerikaanse Naties. PRELIMINAIR RAPPORT VAN HET CEED VOOR DE ZUID-AMERIKAANSE DEFENSIERAAD BETREFFENDE REFERENTIETERMEN VOOR DE CONCEPTEN VEILIGHEID EN DEFENSIE IN DE ZUID- AMERIKAANSE REGIO Het (CEED) is een kennisinstantie

Nadere informatie

Kijken achter de dijken

Kijken achter de dijken Kijken achter de dijken MCJ van der Donck 20 juni 2017 2 20 juni 2017 Wat is Hydrografie? Het meten van de diepte en samenstelling van het water en de zeebodem en het weergeven hiervan in nautische publicaties

Nadere informatie

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Hoofdstuk 27 Landenrisico Hoofdstuk 7 Landenrisico Open vragen 7. Het IMF verdeelt de wereldeconomie in industrielanden, opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden. Binnen de opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden

Nadere informatie

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Economische, Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Eindexamen aardrijkskunde vwo I Zuidoost-Azië Opgave 5 Cassaveteelt in Thailand en Vietnam Bestudeer de bronnen 1 en 2 die bij deze opgave horen. Gebruik bron 1. 3p 19 Beredeneer in drie stappen hoe de teelt van cassave snel tot landdegradatie

Nadere informatie

Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten

Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten Thary Derudder en Marijn Rabaut Maritiem Instituut Eindconferentie SeArch project Gent,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 19.4.2010 COM(2010)153 definitief 2010/0083 (NLE) betreffende de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese

Nadere informatie

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING 1. Basisgegevens Naam instelling(en) Contactgegevens Universiteit Maastricht School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM Maastricht 1 Naam Internationale

Nadere informatie

Inleiding Transmigratie (HAVO stof Indonesië)

Inleiding Transmigratie (HAVO stof Indonesië) Inleiding Transmigratie (HAVO stof Indonesië) De Indonesische archipel strekt zich uit over meer dan 18.000 eilanden in het zuidoosten van Azië. Gewoonlijk wordt de archipel ingedeeld in 5 grotere eilanden

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 18.9.2012 2011/0304(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de toetreding

Nadere informatie

BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 2017

BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 2017 BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 217 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Voorzitter: Luis Carazo Jimenez Verslaggever: Glenn Van Herrewege

Nadere informatie

15 mei Inspire richtlijn van kracht

15 mei Inspire richtlijn van kracht Er is er één jarig! 15 mei 2007 Inspire richtlijn van kracht Wat regelt INSPIRE INSPIRE mijlpalen 15/5/2009 INSPIRE wet 3/12/2010 Metadata van annex I en II 9/11/2011 Discovery en view services voor annex

Nadere informatie

BSc Tourism. René van der Duim en Martijn van Santen

BSc Tourism. René van der Duim en Martijn van Santen BSc Tourism René van der Duim en Martijn van Santen waarom? academische studie van toerisme Toerisme in cijfers meer dan een miljard internationale toeristische aankomsten wereldwijd Toerisme in cijfers

Nadere informatie

Programmaoverzicht. Bachelor Open dag 3 februari Page 1 of 6

Programmaoverzicht. Bachelor Open dag 3 februari Page 1 of 6 Programmaoverzicht Bachelor Open dag 3 februari 2018 Page 1 of 6 Informatiesessies geven voorlichting over de opleiding, zoals de opbouw, toekomstperspectieven en de ervaring van een student. Kennismakingscolleges

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Normatieve uitgangspunten en inkadering

Hoofdstuk 1. Normatieve uitgangspunten en inkadering VII INHOUDSTAFEL Inleiding 1 1. Onderwerp 3 2. Context en achtergrond 7 3. Doelstellingen en onderzoeksvragen 11 3.1. Doel en vragen 13 3.2. Wetenschappelijke innovatie en maatschappelijke relevantie 14

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective Editors: J.J.A. Hamers CA. Schwarz B.T.M. Steins Bisschop Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Corporate Social Responsibility in a Transnational Perspective INTERSENTIA METRO TABLE OF CONTENTS Woord

Nadere informatie

Programmaoverzicht Bachelor Open dag

Programmaoverzicht Bachelor Open dag Programmaoverzicht Bachelor Open dag 11 2017 Ronde en tijd Openingsronde 09.00-09.30 uur Sessies en activiteiten Waarom Tilburg University? Informatiesessie met de rector magnificus en een student van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1968 Nr. 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1968 Nr. 1 52 (1967) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1968 Nr. 1 A. TITEL Notawisseling tussen de Nederlandse en de Keniase Regering inzake de toepassing van het op 26 september 1898

Nadere informatie