DE PROVINCIERAAD VAN WEST-VLAANDEREN,

Transcriptie

1 Dienst Milieu, Ruimtelijke Ordening en Natuur : REGLEMENT TOT VASTSTELLING VAN DE WERKING VAN HET SUBSIDIE-ARTIKEL: ONDERSTEUNING VAN LOKALE BESTUREN VOOR PROJECTEN ROND NATUURLIJKE ENTITEITEN DE PROVINCIERAAD VAN WEST-VLAANDEREN, gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; gelet op het provinciaal reglement van 25 mei 2000 inzake de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en op het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers; gelet op de artikelen 65 en 85 van de provinciewet; gelet op het decreet van 21 oktober 1997, betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; gelet op het decreet van 19 juli 2002 houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het bosdecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 23 juli 1998, tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997, betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; gelet op de beslissing van de Provincieraad dd. 25/04/2002, tot afschaffing van het reglement houdende subsidiëring van de aankoop van natuurgebieden door lokale besturen, dat in werking was sinds 26/06/1997; gelet op de beslissing van de Bestendige Deputatie dd. 18/3/93 en de beslissing van de Provincieraad dd. 1/4/93 tot oprichting van het Natuurfonds, en het reglement tot vaststelling van de interne werking, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie in zitting van 4/8/94; overwegende dat sindsdien tweemaal verbeteringen en aanpassingen aan het reglement bij het Natuurfonds werden doorgevoerd, de laatste maal in de provincieraad van mei 97; overwegende dat sindsdien het Natuurfonds, in het kader van boekhoudkundige ontwikkelingen, werd omgezet wordt naar het begrotingsartikel toelagen en renteloze leningen voor de bescherming van bedreigde natuurgebieden ; overwegende dat de mogelijke begunstigden voor toelagen en renteloze leningen voor de bescherming van bedreigde natuurgebieden steeds zowel lokale besturen als vrijwilligerswerking - verenigingen zonder winstoogmerk - waren; overwegende dat in de beleidscontext van - gewijzigde wetgeving betreffende natuurbehoud en natuurlijk milieu (decreet van 19 juli 2002) - de samenwerkingsovereenkomst Vlaams Gewest Provincie milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling - de opmaak van een nieuw provinciaal milieubeleidsplan voor de periode van evoluties op het vlak van provinciale boekhouding een herprofilering van het provinciebestuur West-Vlaanderen t.o.v. samenwerking met - vrijwilligersverenigingen en scholen - lokale besturen voor projecten rond natuurlijke entiteiten noodzakelijk was;

2 overwegende dat vanuit het voorbereidende overleg omtrent het nieuwe provinciale milieubeleidsplan, een verdere samenwerking met of ondersteuning van - de gemeenten een verdere noodzaak bleek; overwegende dat binnen de samenwerkingsovereenkomst milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling de gemeentelijke begeleiding binnen de cluster natuurlijke entiteiten zeer pertinent naar voren wordt geschoven; overwegende dat met voorliggend reglement de ondersteuning van projecten rond natuurlijke entiteiten door lokale besturen betracht wordt én gestreefd wordt naar maximale complementariteit met de regelgeving vanuit het Vlaamse Gewest én naar maximale afstemming met het provinciaal beleid natuurlijke entiteiten; op voorstel van de bestendige deputatie; BESLUIT : artikel 1 begrippen - samenwerkingsovereenkomst milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling : contracttekst tussen ofwel gemeenten en het Vlaams Gewest ofwel Provincies en het Vlaams Gewest waarin met wederzijdse ondertekening voor de periode wederzijdse engagementen voor de aansturing van het lokale milieubeleid worden genomen; - natuurlijke entiteiten: begrip uit de samenwerkingsovereenkomst tussen Provincie en Vlaams Gewest milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling dat verwijst naar de beleidsthema s natuur, landschap, bos en stedelijk groen; - VEN: term uit het decreet van 21 oktober 1997, gewijzigd op 12 juni 2002, houdende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; Vlaams Ecologisch Netwerk ; bestaat uit de grote eenheden natuur (GEN) en grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO); dit zijn de gebieden waar natuur de hoofdfunctie wordt; de afbakening van deze gebieden en de ontwikkeling van een beleid hieromtrent is een bevoegdheid van het Vlaams Gewest; - IVON: term uit het decreet van 21 oktober 1997, gewijzigd op 12 juni 2002, houdende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk ; bestaat uit de natuurverwevingsgebieden, de natuurverbindingsgebieden en de ecologische structuur van bovenlokaal belang; deze gebieden krijgen een nevenfunctie natuur toebedeeld; de afbakening van deze gebieden is een bevoegdheid van het Vlaams Gewest (natuurverwevingsgebieden) en van de Provincies (natuurverbindingsgebieden en ecologische structuur van bovenlokaal belang); - PRSP: het provinciaal ruimtelijk structuurplan, zoals goedgekeurd bij ministerieel besluit; - gebiedsgerichte programma s: samenwerkingsverbanden/meerjarenprogramma s tussen de Provincie West-Vlaanderen en gemeenten en/of andere partners om bovenlokaal te werken rond natuurlijke entiteiten; - Ruimtelijke uitvoeringsplannen: term uit het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening; document met kaart en bijbehorende tekst, dat wordt opgesteld voor een deel of delen van het Vlaamse grondgebied; deze plannen regelen bestemming/inrichting/ voor deze delen van het grondgebied met verordenende kracht; - MIRONA: de provinciale dienst die zich buigt over de thema s milieu, ruimtelijke ordening en natuur; - Provinciaal milieubeleidsplan: term uit het decreet van 5 april 1995, houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid; meerjarig beleidsplan van het provinciebestuur inzake milieu-aangelegenheden; - Soortenbescherming: het nemen van maatregelen ter bescherming van de habitat of de standplaats van soorten (fauna én flora) artikel 2 toepassingsgebied 1 algemene doelstelling Dit reglement regelt de financiële ondersteuning van lokale besturen voor projecten die passen in de provinciale taakstelling rond natuurlijke entiteiten.

3 2 betreffende de aanvrager De aanvrager - betreft een lokaal bestuur, - gevestigd in West-Vlaanderen, - met een aantoonbare opdracht rond natuurlijke entiteiten. Scholen ongeacht hun statuut - kunnen géén aanspraak maken op toelage via dit reglement. 3 betreffende de projecten 1. algemeen Binnen de perken van de daartoe op de provinciale begroting ingeschreven en beschikbare kredieten kan de Bestendige Deputatie subsidies verlenen voor projecten rond natuurlijke entiteiten. Deze projecten kunnen slaan op: - aankoop van gronden enkel voor zover de verkopende partij geen statutair, wettelijk of decretaal vastgelegde taak heeft rond het beheer van natuur- of groengebieden, tenzij de gronden gelegen zijn buiten het werkingsgebied van de verkopende partij - planning niet-limitatieve opsomming van mogelijke projecten: inhuren van externe expertise bij terreinprospectie, opmaak van inrichtingsplannen, uitwerken van doelgroepgerichte strategie bij communicatie-opdrachten - inrichting en uitzonderlijk beheer niet-limitatieve opsomming van mogelijke projecten: inhuren van diensten voor terreininrichting of uitzonderlijk beheer met natuurontwikkelingsdoeleinden zoals graafwerken, plaggen, afpalingen voor begrazing - informatie / sensibilisatie / educatie niet-limitatieve opsomming van mogelijke projecten: drukkosten, investeringskosten (vogelkijkhutten ), verzendingskosten, betaling van gidsen/sprekers, huur van lokalen - monitoring / inventarisatie niet-limitatieve opsomming van mogelijke projecten: aankoop van gespecialiseerde apparatuur, programmatuur ; zet- en drukkosten voor publicatie van gegevens verkregen uit natuurstudie De aanvraag kan zowel de ondersteuning van investerings- als werkingskosten betreffen. Harde infrastructuur (paden, gebouwen, banken ) - los van een natuureducatieve context - kan maximaal 20 % van de totale projectkost bedragen. Projecten met een duur tot drie jaar komen in aanmerking voor subsidie. 2. afbakening van het toepassingsgebied De projecten waarover in dit reglement sprake is, moeten betrekking hebben op het West- Vlaamse grondgebied. Projecten kunnen enkel betrekking hebben op het werkgebied van het lokale bestuur dat de aanvraag indient. De projecten waarover in dit reglement sprake is, zijn projecten die passen in de provinciale taakstelling rond natuurlijke entiteiten. Deze provinciale taakstelling is als volgt verankerd in het provinciaal ruimtelijk structuurplan en het milieubeleidsplan: - gebiedsgerichte taakstelling de selecties uit het PRSP betreffende de gewenste ruimtelijke natuurlijke structuur, met name natuurverbindingen rivier- en beekvalleien

4 zoekzones van kleine landschapselementen en kleine natuurgebieden natuurlijke structuur in stedelijke gebieden ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang natte ecologische infrastructuur droge ecologische infrastructuur provinciale domeinen en recreatieve assen en directe omgeving gebiedsgerichte programma s in de vorm van samenwerkingsverbanden/meerjarenprogramma s met gemeenten en/of andere partners om bovenlokaal te werken rond natuurlijke entiteiten. - themagerichte taakstelling soortenbescherming integraal waterbeheer voor de waterlopen tweede categorie, meer bepaald vanuit de invalshoeken ecologische inrichting en ecologisch beheer natuur in de bebouwde omgeving ecologische siertuinen - doelgroepgerichte taakstelling, met als prioritiare doelgroepen landbouwers, het onderwijs en gezinnen met als instrumenten informatie sensibilisatie educatie Deze taakstelling wordt door de Bestendige Deputatie geconcretiseerd in een begeleidend document, dat op ieder moment via een formele beslissing van de Bestendige Deputatie geactualiseerd kan worden. De medewerking van de Provincie West-Vlaanderen aan het project dient expliciet vermeld te worden in alle publicaties, informatiepanelen, contacten met de media enz. betreffende het project. artikel 3 betreffende de aanvraag 1 tijdstip waarop projecten ingediend kunnen worden Per jaar worden twee aanvraagrondes georganiseerd: - de eerste met 1 maart als uiterste indiendatum - een evt. tweede onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen met 15 september als uiterste indiendatum. 2 beoordeling De aanvraagdossiers worden chronologisch volgens datum van indiening afgehandeld. De Bestendige Deputatie behoudt beslissingsbevoegdheid voor alle zaken die niet door voorliggend reglement geregeld zijn. 3 inhoudelijke vereisten voor het aanvraagdossier het aanvraagdossier moet ten minste de volgende documenten bevatten : - Het standaard aanvraagformulier (cf. bijlage), gericht aan Provinciehuis Boeverbos, Dienst MIRONA, sectie Natuur en Landschap, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge-Sint- Andries - De projectbeschrijving met minimaal: situering van het project op kaart met schaal 1/ een inhoudelijke toelichting van het project doelstellingen van het project een kadering van het project binnen het inhoudelijk toepassingsgebied van dit reglement, zoals hoger gedefinieerd een werkplanning voor het project de nodige documenten om de slaagkans van het project te toetsen (indien van toepassing) contract met de eigenaar het compromis of de akte houdende het bewijs van volle eigendom of een contractueel of zakelijk recht van ten minste negen jaar

5 eventuele noodzakelijke vergunningen of bewijzen van indiening van de nodige vergunningsaanvragen bestek en offertes facturen van reeds uitgevoerde werken Een gedetailleerde begroting voor het project, met zowel een inkomsten- (alle aangesproken bronnen van subsidie) als een uitgavenzijde, expliciet opgedeeld in minimaal (indien van toepassing): investeringskosten werkingskosten artikel 4 betreffende de financiële ondersteuning 1 Als basissubsidie geldt 30 % van de door de Bestendige Deputatie aanvaarde kosten. Deze basissubsidie vervalt indien voor het project subsidie beschikbaar is in het kader van ofwel de samenwerkingsovereenkomst milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling, cluster natuurlijke entiteiten, voor zover deze door de betreffende gemeente ondertekend werd ofwel de uitvoeringsbesluiten van het bosdecreet, via dewelke lokale besturen ondersteund kunnen worden voor bebossingsinitiatieven ofwel de VEN-afbakening, met name de GEN- en GENO-afbakening, de bijbehorende natuurrichtplannnen en het daaraan gekoppelde instrumentarium Ongeacht eventuele andere subsidiebronnen kan er bijkomend 10 % extra worden gesubsidieerd in die gebieden die de Provincie in haar jaarlijkse milieujaarprogramma aanduidt in het kader van gebiedsgerichte programma s. Ongeacht eventuele andere subsidiebronnen kan er bijkomend 20 % extra worden gesubsidieerd in gemeenten met minder dan inwoners en een bevolkingsdichtheid kleiner dan 300 inwoners per km². 2 Voor de aankoop van gronden wordt het bedrag, dat in aanmerking komt voor subsidie, berekend op basis van een maximum van euro/hectare. Een uitzondering op deze regel zijn eventuele aankopen in duingebieden, waar voor de maximaal mogelijke subsidie wordt gerekend met een maximumgrens van euro/hectare. 3 De subsidie kan worden verleend in jaarlijkse schijven. 4 Per project wordt per jaar maximaal euro toegekend. 5 Slechts projecten waarbij een subsidie van 500 euro ter beslissing voorgelegd kan worden aan de Bestendige Deputatie, komen in aanmerking voor subsidie. artikel 5 betreffende de uitbetaling 1 Voor éénjarige projecten gebeurt de uitbetaling nadat de bewijzen voor gemaakte kosten werden voorgelegd uiterlijk op 30 oktober van het jaar ná de aanvraag.

6 Voor meerjarige projecten gebeurt de uitbetaling van de jaarlijkse schijven nadat de bewijzen voor gemaakte kosten werden voorgelegd uiterlijk op 30 oktober van het jaar waarvoor de jaarlijkse schijf werd toegekend. 2 Het globaal bedrag van alle subsidies, provinciale en andere, mag per project nooit 85 % van de bewezen kosten overschrijden. 3 De financiële verrichtingen zijn volledig onderworpen aan de geldende reglementering van de provinciale boekhouding. artikel 6 na de uitbetaling De Bestendige Deputatie behoudt binnen de wettelijke grenzen het recht op controle van uitgevoerde projecten en inzage van stukken ter plaatse. De aanvrager verbindt zich ertoe om de bestemming van het goed of de uitgevoerde werken niet te veranderen gedurende ten minste 10 jaar, ingaand op 1 januari het jaar na de goedkeuring van de aanvraag. Bij vaststelling van inbreuken tegen de modaliteiten uit het subsidie-besluit van de Bestendige Deputatie kan de subsidie steeds worden teruggevorderd. artikel 7 inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking vanaf 01/07/ 03. De Bestendige Deputatie wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brugge, 26 juni 2003 De Provinciegriffier, De Voorzitter, Hilaire Ost Jean de Bethune

7 Bijlage A aanvraagformulier Aanvraag te zenden aan Provinciehuis Boeverbos, Dienst MiRoNa, sectie natuur en landschap, Koning Leopold III-laan 41, B-8200 Sint-Andries. De aanvrager Naam (benaming van het lokale bestuur) Voor wie optreedt Adres BTW - nummer (indien van toepassing) Rekeningnummer / naam Contactpersoon (naam, adres en telefoonnummer) vraagt subsidie voor het project (door de aanvrager minimaal op te leveren informatie) Situering van het project op een kaart met schaal 1/ inhoudelijke toelichting van het project doelstellingen van het project een kadering van het project binnen het inhoudelijk toepassingsgebied van dit reglement een werkplanning voor het project De nodige documenten om de slaagkans van het project te toetsen (indien van toepassing) - contract met de eigenaar - het compromis of de akte houdende het bewijs van volle eigendom of een contractueel of zakelijk recht van ten minste negen jaar - eventuele nodige vergunningen of bewijzen van indiening van de nodige vergunningsaanvragen - bestek en offertes - facturen van reeds uitgevoerde werken - Een gedetailleerde begroting voor het project, met zowel een inkomsten- (alle aangesproken bronnen van subsidie) als een uitgavenzijde, expliciet opgedeeld in minimaal (indien van toepassing) : - investeringskosten - werkingskosten en verklaart op eer de onderliggende aanvraag volledig te hebben opgesteld Datum : Ondergetekende,

8