Reglement 'Projectsubsidies voor erfgoed in Limburg'

Transcriptie

1 Reglement Projectsubsidies voor erfgoed in Limburg BESLUIT VAN 17 SEPTEMBER 2008 Gewijzigd: 21 april 2010 De Provincieraad van Limburg Gelet op het decreet houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid van 23 mei 2008; Gelet op het provinciaal reglement Projectsubsidies aan Limburgse musea van 18 februari 2004; Overwegende dat de provincie deze projectsubsidiëring vanaf 2008 wenst open te trekken naar de volledige erfgoedsector met het oog op het realiseren van een integraal erfgoedbeleid; Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact; Gelet op het advies van de Limburgse Raad voor het Cultuurbeleid van 22 april 2008; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies; Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 2002 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en op het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers, gewijzigd bij besluit van de provincieraad van 19 september 2007; Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen; Gelet op artikel /640 00(25) van de provinciebegroting; Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet; Reglement 'Projectsubsidies voor erfgoed in Limburg' BESLUIT I VOORWERP VAN HET SUBSIDIEREGLEMENT Artikel 1: doel en doelgroep Binnen de perken van het jaarlijks vastgestelde budget kan de deputatie een subsidie verlenen aan erfgoedorganisaties en cultureelerfgoedgemeenschappen voor projecten met betrekking tot de zorg, het onderzoek en de ontsluiting van erfgoed in de provincie Limburg.

2 Artikel 2: verklaring termen of begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: - erfgoed: onroerend, roerend en immaterieel erfgoed dat als betekenisdrager uit het verleden gemeenschappelijke betekenissen krijgt binnen een cultureel referentiekader - erfgoedorganisatie: een organisatie die de zorg voor, het onderzoek omtrent of de ontsluiting van erfgoed in de provincie Limburg als (mede-)verantwoordelijkheid opneemt. Hieronder worden ondermeer verstaan: musea, archieven, kerkbesturen, archeologische verenigingen, geschied-, volks- en heemkundige kringen, gemeentelijke erfgoeddiensten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, erfgoedverenigingen, erfgoedgemeenschappen, - cultureel-erfgoedgemeenschap: een gemeenschap die bestaat uit organisaties en personen die een bijzondere waarde hechten aan het cultureel erfgoed of specifieke aspecten ervan, en die het cultureel erfgoed of aspecten ervan door publieke actie willen behouden en doorgeven aan toekomstige generaties - regionale werking: de maatschappelijke wisselwerking in een regio tussen erfgoedorganisaties en cultureel-erfgoedgemeenschappen enerzijds en anderzijds het erfgoed in de regio, het onderwijs, het toerisme, de stads- en regio-ontwikkeling en andere culturele en educatieve organisaties binnen het grondgebied van de provincie Limburg en daarbuiten - projectsubsidie: financiële steun voor bijzondere tijdelijke initiatieven - provinciale erfgoedcommissie: een door de deputatie aangestelde commissie belast met de beleidsadvisering over erfgoed in de provincie Limburg. II VOORWAARDEN VOOR SUBSIDIETOEKENNING Artikel 3: voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager voldoen aan de volgende voorwaarden: - kaderen binnen het begrip erfgoedorganisatie of cultureel-erfgoedgemeenschap zoals omschreven in artikel 2 - publiekrechtelijk rechtspersoon of vereniging zonder winstoogmerk zijn - voldoen aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere subsidies van de provincie Limburg. Feitelijke verenigingen of natuurlijke personen komen derhalve niet voor subsidiëring in aanmerking tenzij men samenwerkt met een organisatie die aan bovenvermelde voorwaarden voldoet. Het is dan ook deze laatste organisatie die zich ten opzichte van de provincie Limburg verantwoordelijk stelt voor het project. Artikel 4: voorwaarden waaraan het project inhoudelijk moet voldoen Om in aanmerking te komen voor subsidiëring moet het project aan volgende voorwaarden voldoen: - het project moet betrekking hebben op de zorg, het onderzoek en de ontsluiting van het erfgoed in de provincie Limburg - het project speelt in op actuele vragen en ontwikkelingen - het project heeft een bovenlokale uitstraling of relevantie - het project versterkt de regionale werking van de erfgoedorganisatie - het project heeft een vernieuwend en/of inspirerend karakter - de uitvoering van het project mag op het tijdstip van de indiening van de subsidieaanvraag (2008: 1 november; 2009: 1 juni; vanaf 2010: 15 april) nog niet opgestart zijn. Projecten komen prioritair in aanmerking indien ze: - beantwoorden aan de huidige provinciale accenten voor het Limburgs erfgoedbeleid - tot stand komen in een wisselwerking of samenwerking met andere maatschappelijke spelers: professionele erfgoedactoren, culturele organisaties, onderwijs, toerisme, ruimtelijke ordening, natuur en milieu, (regionale werking) - een duurzaam karakter nastreven (bv. projecten die geen vast onderdeel zijn van de structurele werking van de organisatie maar wel een structurele verankering op termijn beogen).

3 III INDIENING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG Artikel 5: termijn, adres en wijze van indiening Subsidieaanvragen moeten jaarlijks uiterlijk op 15 april, in tweevoud, worden ingediend op volgend adres: Beleidscel Cultuur Directie Mens provincie Limburg Universiteitslaan Hasselt Tel cultuur@limburg.be Website Indieningswijze: bij gewone brief, aangetekend, afgegeven tegen ontvangstbewijs Meteen na het indienen wordt de ontvangst van de aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager. Bij wijze van overgangsmaatregel moeten de subsidieaanvragen: - voor de projecten 2008 uiterlijk op 1 november voor de projecten 2009 uiterlijk op 1 juni 2009 worden ingediend. Artikel 6: documenten in te dienen bij de aanvraag Het ingediende dossier moet volgende documenten bevatten: - een gemotiveerde aanvraag - eventuele statuten van de aanvrager - een gedetailleerde omschrijving van het project (cf. beoordelingscriteria artikel 9) - een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende begroting (zowel inkomsten als uitgaven) - het rekeningnummer waarop een eventuele subsidie kan worden overgemaakt. IV TOETSING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG Artikel 7: toetsing op tijdigheid Aanvragen die buiten de termijn vermeld in artikel 5 werden ingediend komen niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement. De datum van ontvangst bij het bestuur geldt als datum voor de toetsing. Artikel 8: toetsing op volledigheid De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid. De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende stukken alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet vervolledigd wordt binnen deze termijn, komt niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement. Artikel 9: toetsing op inhoud De aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden vermeld in het reglement en wordt vóór de beslissing over het al of niet toekennen van de subsidie voor advies voorgelegd aan de provinciale erfgoedcommissie. Bij de beoordeling van de aanvragen zullen volgende criteria worden gehanteerd: - de doelstelling(en) - de doelgroep(en) - de realisatiewijze (voorbereiding, timing, communicatieplan, uitvoering, samenwerkingsverbanden enz.) - de haalbaarheid - de reikwijdte en uitstraling - de begroting - de te verwachten resultaten - het belang van de subsidiëring voor het project.

4 Artikel 10: besluitvorming over de subsidieaanvraag De deputatie beslist binnen een termijn van 60 kalenderdagen te rekenen vanaf 15 april (2008: 1 november; 2009: 1 juni) of de aanvraag al of niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend. De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van de beslissing. V BEREKENING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG Artikel 11: bepaling van het subsidiebedrag Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 60 % van de geraamde kosten (inclusief btw) met een maximum van ,00 EUR. Bij een samenwerkingsverband met een erfgoedorganisatie waarvan de provinciale overheid zelf het bevoegde gezag uitoefent, komen alle door de participerende provinciale organisatie gemaakte kosten in het kader van dit project niet voor subsidiëring in aanmerking. VI BETALING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG Artikel 12: wijze van betaling Indien het toegekende subsidiebedrag lager is dan euro wordt het bedrag in 1 schijf uitbetaald bij de toekenning. Indien het toegekende subsidiebedrag hoger is dan euro wordt het toegekende subsidiebedrag in 2 schijven betaald: - een eerste schijf van 50 % wordt betaald bij de toekenning - het saldo wordt betaald nadat de voorwaarden tot betaling van het saldo vermeld in de volgende artikels zijn vervuld. Artikel 13: voorwaarden tot betaling Indien het toegekende subsidiebedrag in zijn geheel bij de toekenning wordt uitbetaald, moeten binnen een termijn van 90 kalenderdagen te rekenen vanaf de meegedeelde einddatum van het project, de volgende documenten worden ingediend: - een gedetailleerd verslag - een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende afrekening (zowel inkomsten als uitgaven) - bewijsstukken van provinciale logovermelding. Indien het toegekende subsidiebedrag in 2 schijven wordt uitbetaald, moeten binnen een termijn van 90 kalenderdagen te rekenen vanaf de meegedeelde einddatum van het project, de volgende documenten worden ingediend vooraleer tot de uitbetaling van het saldo kan worden overgegaan: - een gedetailleerd verslag - een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende afrekening (zowel inkomsten als uitgaven) waarbij de uitgaven worden gestaafd door verantwoordingsstukken (facturen, schuldvorderingen, kastickets) - bewijsstukken van provinciale logovermelding. Indien uit de ingestuurde afrekening blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project lager liggen dan de oorspronkelijke raming, wordt de subsidie verhoudingsgewijs aangepast. Een provinciale subsidie kan echter nooit aanleiding geven tot winst. In betreffend geval zal het saldo worden verminderd of het voorschot geheel of gedeeltelijk teruggevorderd. VII VERPLICHTINGEN NA DE TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE Artikel 14: verplichtingen na de toekenning Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend verbindt deze zich ertoe: - de subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend - het project uit te voeren binnen de in het aanvraagdossier vooropgestelde timing - de data van aan het project verbonden activiteiten tijdig door te geven op het in artikel 5 vermelde adres - steeds het logo van de provincie Limburg te vermelden bij de bekendmaking van het project (drukwerken, publicaties, advertenties, aankondigingsborden, ).

5 VIII CONTROLE EN SANCTIES Artikel 15: controle op de aanwending van de toegekende subsidie De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie op de aanwending van de hem in het kader van dit reglement toegekende subsidie. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden. Artikel 16: sancties Indien de begunstigde al de verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt kan de provincie het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het (gedeeltelijk) niet uitbetalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen voor subsidies van de provincie Limburg. IX SLOTBEPALINGEN Artikel 17: informatieverstrekking Aan de provincieraad en de Limburgse Raad voor het Cultuurbeleid wordt jaarlijks verslag uitgebracht van alle via dit reglement verstrekte subsidies. Artikel 18: inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking vanaf 17 september Artikel 19: opheffings- en overgangsbepalingen Het reglement Projectsubsidies aan Limburgse musea d.d. 18 februari 2004 wordt hierbij opgeheven. De nog lopende subsidiedossiers in het kader van dit reglement worden verder behandeld overeenkomstig de voorwaarden en procedure bepaald in het reglement van 18 februari Artikel 20: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door de deputatie. Hasselt d.d De provinciegriffier, Renata Camps De voorzitter, Jos Claessens

6