De Verwondering. Gemeente Nieuwkoop vastgesteld. Auteur(s): G.A. Damen MSc. mr. drs. K. van Dijk. Projectnr Revisie 02 Datum 17 mei 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Verwondering. Gemeente Nieuwkoop vastgesteld. Auteur(s): G.A. Damen MSc. mr. drs. K. van Dijk. Projectnr Revisie 02 Datum 17 mei 2013"

Transcriptie

1 De Verwondering vastgesteld Projectnr Revisie 02 Datum 17 mei 2013 Auteur(s): G.A. Damen MSc. mr. drs. K. van Dijk datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave 17 mei 2013 vastgesteld K.E. van Dijk A. van Dongen

2 Copyright 2012 Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming va n de auteurs.

3

4 Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk Inleiding Aanleiding Ligging van het plangebied Geldende planologische regeling Leeswijzer Hoofdstuk Beschrijving van het initiatief Huidige situatie Toekomstige situatie Hoofdstuk Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Beleid Hoogheemraadschap Gemeentelijk beleid Conclusie Hoofdstuk Omgevingsonderzoeken Bodem Archeologie en overige cultuurhistorie Lucht Geluid Milieuhinder Externe veiligheid Flora en fauna Verkeer en parkeren Milieueffectrapportage Hoofdstuk Waterparagraaf Inleiding Waterkwantiteit Waterkwaliteit Waterkeringen Afvalwaterketen Beheer en onderhoud nieuw oppervlaktewater Conclusie Hoofdstuk Juridische aspecten Inleiding Opzet van de planregels Verantwoording van de planregels Handhaving Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 53 Hoofdstuk Maatschappelijke uitvoerbaarheid Vooroverleg Ontwerpbestemmingsplan Bijlagen blad 2 van 57 5

5 blad 3 van 57 Bijlage 1 Quick scan Leisuremogelijkheden De Verwondering Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek Bijlage 3 Archeologisch bureauonderzoek Bijlage 4 Inventariserend archeologisch onderzoek Bijlage 5 Akoestisch onderzoek Bijlage 6 Natuuronderzoek De Verwondering Bijlage 7 Verkeersgeneratieonderzoek de Verwondering Bijlage 8 Watertoets Bijlage 9 Ontvangen overlegreacties Bijlage 10 Vormvrije m.e.r.-beoordeling

6 blad 4 van 57

7 Toelichting blad 5 van 57

8 blad 6 van 57

9 Hoofdstuk Inleiding Aanleiding De gemeente Nieuwkoop is voornemens om een uitbreiding met woningen aan de westzijde van de kern Nieuwveen te realiseren. De gewenste ontwikkeling op deze locatie heeft als doelen de transformatie van de Noordse Buurt mogelijk te maken en versterking van de kern Nieuwveen. Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden voor de ontwikkeling van leisure/ maatschappelijke- en sportvoorzieningen. De vigerende bestemmingsplannen laten het beoogde gebruik en de bouw van woningen niet toe. Het gemeentebestuur heeft besloten onderhavig bestemmingsplan in procedure te brengen om de beoogde functies, bouwwerken en aanleg hier mogelijk te maken en te kunnen beheren. 1.2 Ligging van het plangebied Het plangebied is gelegen tussen eerdere dorpsuitbreidingen en de recent aangelegde golfbaan. In het noorden grenst het plangebied aan de Hogendijk. In het zuiden vormt de Schilkerweg en een agrarische bedrijf de grens van het plangebied. De westelijke grens wordt gevormd door de golfbaan en de oostelijke grens door de woonbebouwing van Nieuwveen, waaronder de meest recente nieuwbouwwijk Nieuw Venne I. De locatie is samengesteld uit een gebied dat valt binnen de oude rode contour en een deel dat valt binnen de nieuwe rode contour. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 26 hectare en is geheel in eigendom van de gemeente. In afbeelding 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Afbeelding 1.1. Begrenzing van het plangebied blad 7 van 57

10 1.3 Geldende planologische regeling Binnen het plangebied zijn twee bestemmingsplannen van toepassing: Bestemmingsplan 'Kern Nieuwveen' (3 oktober 2006). Dit bestemmingsplan is van toepassing op de gronden gelegen binnen de oude provinciale rode contour. Deze gronden hebben de bestemming 'Agrarisch'. Bestemmingsplan 'Landelijk gebied Liemeer' (12 december 2006). Dit bestemmingsplan is van toepassing op het gebied dat is gelegen binnen de nieuwe provinciale rode contour. De gronden hebben de bestemming 'Agrarisch - landschapswaarde'. Het bouwen van woningen is in strijd met deze bestemmingsplannen. Met onderhavig bestemmingsplan wordt, na inwerkingtreding, voor de beoogde functies een directe gebruiks- en bouwtitel geboden. Voor een aantal functies wordt door middel van een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid geboden om bestemmingen te realiseren mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden. 1.4 Leeswijzer In de navolgende hoofdstukken worden de volgende onderwerpen behandeld: Hoofdstuk 2: beschrijving van de huidige en toekomstige situatie binnen het plangebied; Hoofdstuk 3: toetsing van het project aan het beleid van rijk, provincie en gemeente; Hoofdstuk 4: beschrijving van uitgevoerde omgevingsonderzoeken op het vlak van onder andere natuur en milieu en archeologie; Hoofdstuk 5: toetsing van het plan aan de waterhuishouding; Hoofdstuk 6: toelichting op de planvorm en planregels; Hoofdstuk 7: beschrijving van de economische uitvoerbaarheid; Hoofdstuk 8: in dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. blad 8 van 57

11 Hoofdstuk 2 Beschrijving van het initiatief In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de ruimtelijke en functionele situatie in het plangebied. Eerst komt de beschrijving van de huidige situatie aan bod, daarna wordt ingegaan op de aanleiding voor de ontwikkeling, het programma en de inrichting. 2.1 Huidige situatie Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Nieuwveen. Het volledige gebied is in gebruik voor agrarische doeleinden en maakt onderdeel uit van het landelijk gebied rondom Nieuwveen. Het heeft een groot en open karakter. De relatie met het droogmakerij landschap is door de recent aanlegde golfbaan beperkt tot de zuidgrens. Afbeelding 2.1 Foto's van agrarische percelen (Bron: Globespotter.cyclomedia.com/nl). Ten oosten van het plangebied bevinden zich woningen langs de Roggeveldweg en het Rugstreeppad. Ten noorden van het plangebied bevindt zich de lintbebouwing langs de Oud Nieuwveenseweg. Aan de zuid(oost) zijde, aan de overzijde van de Schilkerweg, bevindt zich een afvalwaterzuiveringsinstallatie Toekomstige situatie Aanleiding De ontwikkeling van het project de Verwondering komt voort uit sanering en transformatie van het glastuinbouwgebied de Noordse Buurt. In samenspraak met de provincie Zuid-Holland en het Rijk zijn in 2009 ten behoeve van de financiële uitvoerbaarheid afspraken gemaakt over de realisatie van 430 woningen binnen de gemeentegrenzen van Nieuwkoop. Hiervoor zijn in de Structuurvisie Nieuwkoop 2040 zogenaamde sleutelprojecten vastgelegd, waarin de realisatie van de woningen zijn opgenomen. Het Rijk heeft voor het sleutelproject De Verwondering toegestaan dat binnen de nieuwe rode contour vanwege de 20ke contour van Schiphol maximaal 100 woningen worden gerealiseerd. De provincie Zuid-Holland heeft de rode contour op verschillende locaties bij de kernen aangepast om de woningbouw mogelijk te maken. Op de planlocatie mogen maximaal 100 woningen aansluitend aan de kern Nieuwveen worden gebouwd binnen de nieuwe plangrenzen van de provinciale rode contour. Binnen de oude provinciale rode contour bestond reeds een mogelijkheid om nieuwbouw te laten blad 9 van 57

12 plaatsvinden. De planlocatie is reeds in 2007 aangekocht door de gemeente. Ten behoeve van de ontwikkeling van het plangebied is een Definitief Ontwerp (DO) opgesteld. Op 10 juli 2012 heeft het college van B&W het DO vastgesteld, op 13 september 2012 heeft de gemeenteraad het DO vastgesteld. Voorafgaande aan het DO is een Voorlopig Ontwerp gepresenteerd aan de bewoners door middel van een nieuwsbrief en een informatiebijeenkomst op 29 februari Op 23 april 2012 is een speciale avond georganiseerd voor starters. Aan de hand van de reacties uit de genoemde bijeenkomsten is het plan aangescherpt en teruggekoppeld op 11 juni In een laatste slag is het plan op details aangepast tot het DO zoals dat er nu ligt. Het Do vormt de basis van het voorliggende bestemmingsplan Planconcept Om onderscheidend te zijn in de regio en tevens een waardevolle toevoeging te vormen voor de bestaande kern van Nieuwveen, is ervoor gekozen de elementen groen en water een prominente plaats te geven in het ontwerp. Het centrale idee achter het project de Verwondering is arcadisch wonen in het landschap. Dit houdt in dat er een plek gecreëerd wordt die refereert aan het wonen in een landelijk gebied, waar de natuur overal aanwezig is. Raamwerk Water en natuur Het plan bestaat uit drie eilanden die omgeven worden door vaarten van ongeveer 10 tot 17 meter breed. De natuur is alom aanwezig in de wijk, in de vorm van bomen, hagen, kruiden en dieren die hier op afkomen. Infrastructuur De eilanden worden voor auto's ontsloten door een geknikte weg. Deze toegangsroute wordt op twee plekken aangesloten op de omgeving: in het zuiden via de Schilkerweg en in het oosten via de Hazeweg. Daarnaast wordt het gebied voor fietsers en voetgangers vervlochten met de omgeving. Er komen verschillende recreatieve routes die aantakken bij bestaande wegen en paden. Wooneilanden In het plangebied worden drie wooneilanden onderscheiden, te weten: het Noordereiland; het Parkeiland; het Zuidereiland. De wooneilanden krijgen alle drie een andere landschappelijke inrichting. Het Noordereiland wordt omgegeven door een krans van fruitbomen, het Parkeiland is voorzien van een brede rietkraag en het Zuidereiland is omgeven door bosschages. Op de onderstaande afbeelding is uit het stedenbouwkundig plan het streefbeeld voor de ontwikkeling aangegeven. blad 10 van 57

13 Afbeelding 2.2 Plankaart Definitief Ontwerp, voorbeeldverkaveling (bron: gemeente Nieuwkoop, 2012) Hoofdstructuur Op structuurniveau sluit het plan aan bij de structuur van het dorp Nieuwveen. Allereerst wordt het huidige slotenpatroon van de polder overgenomen in het plan. Dit zorgt voor continuïteit in de geschiedenis van het landschap. Ten tweede worden de 'doorgaande oost-west en noord-zuid lijnen' in het plan doorgezet. Het gaat hier om het verlengen van de lijnen: Hazeweg/Schoterpark (1) Jan van Blankenpad groenzone (2) de uitloopzone aan de zuidzijde van het dorp (3) de westrand van het dorp: Hazeweg met sloot (4) blauwe Reigerpad (5), buiten het plangebied gelegen. blad 11 van 57

14 Afbeelding 2.3 Continuering lange lijnen (bron: gemeente Nieuwkoop, 2012) De toegangswegen van de Verwondering worden zo vormgegeven dat ze een gevarieerd beeld van de wijk biedt. Komende vanaf de Schilkerweg heeft het eerste deel van de entreeroute het karakter van een lommerijke laan. Tussen de laanbomen door heb je zicht op open landschap en een boerderij. Het vervolgtraject leidt over de drie eilanden, waarbij steeds water gepasseerd wordt als overgang tussen de eilanden. De weg bestaat uit rechtstanden van maximaal 100 meter. De maximale snelheid in de Verwondering bedraagt 30 km/uur. De woonbuurtjes liggen allemaal aan de zijwegen van de hoofdweg. De Schilkerweg vormt de hoofdontsluiting van het plangebied. Parkeren vindt plaats op het eigen erf, behalve in het oostelijk deel van het Parkeiland. Voor de parkeerbalans wordt aangesloten op de vigerende gemeentelijk norm. Recreatief medegebruik: routes en plekken Het streven is om een woonlandschap te maken dat gebruikt kan worden door alle inwoners van Nieuwveen. Om dit te bereiken worden op diverse plaatsen verbindingen tussen het plangebied en het bestaande dorp aangelegd, waarbij de Schilkerweg de functie heeft van gebiedsontsluitingsweg. De verbindingen zijn van noord naar zuid de volgende: een verbinding voor auto's en wandel- en fietspad tussen Parkeiland en Hazeweg/Schoterpark; een wandel- en fietspad tussen het pad aan de oostzijde van de golfbaan, via het Parkeiland, en het Maisveld: een wandel- en fietspad tussen het pad aan de oostzijde van de golfbaan, via het Zuidereiland, en de Roggeveld; afhankelijk van de bestemming van het weiland gelegen aan de westzijde van het gemeentehuis, zou hier een wandel- en fietspad kunnen worden gemaakt via Akkermunt en Teylersplein. Deze routes maken het voor de inwoners van Nieuwveen aantrekkelijk om gebruik te maken van het nieuwe recreatieve landschap. Met name de centraal gelegen parkzone op het Parkeiland leent zich daar goed voor. Hier kan gewandeld, gepicknickt en in de nazomer fruit geplukt worden. Ook op het Zuidereiland is in het stedenbouwkundig plan een blad 12 van 57

15 aantrekkelijke, meer natuurlijk ingerichte parkzone gepland. Water en groen Het groenblauwe raamwerk vormt de basis voor de duurzame dorpsuitbreiding van Nieuwveen, draagt de locatiekwaliteit en is een belangrijke schakel in de lokale groenstructuur. Door het aanplanten van eetbare bomen en struiken (bijvoorbeeld appels en bramen) en de aanleg van natuurlijke oevers krijgen de eilanden ieder een eigen beeld, geuren smaaksensatie, met een sterke beleving van de seizoenen. Dat geeft het gebied een onderscheidende kwaliteit en versterkt de betrokkenheid van de bewoners bij hun eigen leefomgeving. In dit bestemmingsplan worden de groenzone en het water expliciet bestemd, zodat de doelstellingen van de gemeente ook daadwerkelijk kunnen worden verwezenlijkt. Architectuur en ontwikkeling Er worden drie wooneilanden gemaakt die elke een andere landschappelijke kwaliteit en sfeer krijgen, waarbij het Zuidereiland is opgesplitst in twee kleinere eilanden. Hoe gewoond wordt, wordt niet alleen bepaald door de uitstraling van het hele gebied, maar ook door de inrichting van het betreffende eiland. Toekomstige bewoners kunnen kiezen voor drie verschillende woonomgevingen met elk hun eigen landschap en geborgenheid. Vanuit de gemeente is een ontwikkelrichting en ambitie voor de eilanden gekarakteriseerd maar dit concept is daarmee niet definitief vastgelegd. Dit is vooral afhankelijk van de markt. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat collectief particulier opdrachtgeverschap ook op andere eilanden mogelijk is. Per eiland zal op een andere manier met architectuur worden opgegaan. De regels voor het bouwen worden vastgelegd in het voorliggende bestemmingsplan.globaal wordt gestreefd naar de volgende inzet: het Noordereiland is individueel van karakter. Eventuele regels zijn bedoeld om de kwaliteit onderling te waarborgen; voor het Parkeiland zullen wat meer regels gaan gelden. Vanwege de ligging in het zicht vanuit het park en omdat samenhang hier meer nadrukkelijk gewenst is; op het Zuidereiland zal gestreefd worden naar één architectonisch beeld per cluster. De cluster onderling kunnen wel van elkaar verschillen. Tevens zal hier een gevarieerd beeld ontstaan doordat ook andere functies met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zijn toegestaan. Daarnaast wordt onder andere een relatie tussen het kaveloppervlak en maximaal bouwvvolume beschreven. Het oppervlak van de kavel is daarmee bepalend voor de bouwmogelijkheden. Door het opnemen van een regel in het bestemmingsplan die deze relatie in een formule beschrijft, wordt flexibiliteit behouden maar wordt tegelijkertijd voorkomen dat kavels te dicht bebouwd worden en/of dat het beoogde karakter van het plangebied verloren gaat. Aan het bestemmingsplan is voorts een beeldkwaliteitplan gekoppeld (zie Bijlage 1 van de regels). Dit beeldkwaliteitplan heeft betrekking op beeldkwaliteit, architectuur (kapvorm, materiaal en kleur) en erfinrichting en beschrijft regels die zich minder goed juridisch laten vastleggen in het bestemmingsplan. Het beeldkwaliteitplan is opgenomen als bijlage 1 bij de Regels van dit bestemmingsplan en wordt aangehaald in de Regels, waarmee de juridische koppeling tussen beeldkwaliteitplan en bestemmingsplan ontstaat. Daarmee is het beeldkwaliteitplan geborgd in het bestemmingsplan. blad 13 van 57

16 2.2.3 Programma: flexibiliteit Het plan voorziet in de bouw van maximaal 166 woningen. Vooralsnog wordt uitgegaan van de programmatische mix, die in de onderstaande tabel (2.1) is weergegeven. Hiervan zal een deel projectmatig ontwikkeld worden en een ander deel gerealiseerd worden op uitgegeven kavels. Met het oog op de situatie in de woningmarkt is het moeilijk om op voorhand vast te stellen hoe lang het duurt voordat dit woningbouwprogramma volledig gerealiseerd is. Wel is het waarschijnlijk dat het een flink aantal jaren duurt. Daarom is het belangrijk dat het gebied ook tijdens de bouw kwaliteit heeft. Programma oude rode contour Categorie Aantal appartementen 16 rijwoningen 38 Tweekappers 12 Subtotaal 66 Programma nieuwe rode contour tweekappers/vrijstaand/rijwoningen 100 Totaal 166 Tabel 2.1 Indicatief woningbouwprogramma De Verwondering. De onzekerheid vanuit de markt en de ontwikkelingstermijn maken dat er in de planvorming rekening moet worden gehouden met veranderde wensen van bewoners en de markt. Flexibiliteit is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Er is gekozen voor een strategie waarbij het landschappelijk raamwerk vastligt, terwijl keuze voor de precieze invulling van de woonvelden gemaakt kunnen worden op het moment van de feitelijke ontwikkeling. Deze flexibiliteit zal tevens opgenomen worden in het bestemmingsplan. In het voorliggende bestemmingsplan wordt vastgelegd waar de woonvelden zich bevinden en waar de openbare ruimte. Woningtypes en aantallen zullen vastgelegd worden met behulp van bandbreedtes, zodat de genoemde flexibiliteit blijft bestaan. blad 14 van 57

17 Vast: landschappelijk raamwerk Flexibel: invulling met kavels Afbeelding 2.4 Landschappelijk raamwerk en invulling met kavels (Bron: gemeente Nieuwkoop) Flexibele invulling Zuidereiland: leisure en maatschappelijke voorzieningen Vanwege de disbalans in geprognostiseerde kosten en opbrengsten heeft een heroriëntatie plaatsgevonden op de uitvoering van de sleutelprojecten. In dat kader is de vraag onderzocht welke alternatieve verdiencapaciteit leisure heeft voor de sleutelprojecten. Op 26 juli 2012 is hiervoor een quick scan naar de potenties in de leisuresector gedaan en vertaald naar een mogelijk programma in deze sector. Zie bijlage 1 voor het volledige onderzoek. Als uitkomst van het onderzoek is naar voren gekomen dat de Verwondering geschikt is vanwege de kwaliteiten (open, groen en de kleinschaligheid), de goede bereikbaarheid, de nabijheid van de plassen en golfclub en de aanwezigheid van de (semi-)zakelijke markt in de stedenband rondom de gemeente Nieuwkoop. Het concept dat de meeste potentie heeft is een hotel gecombineerd met zalen, restaurant/bars en uitgebreide sauna- en wellnessfaciliteiten. Uit het onderzoek komt naar voren dat het totale ruimtebeslag uit komt op 3 tot 4 hectare, waarmee het plangebied van De Verwondering slechts gedeeltelijk ingevuld zou worden en er dus ruimte over blijft voor een andere invulling. Leisurevoorzieningen worden, evenals andere niet-woonfuncties, alleen mogelijk gemaakt op het Zuidereiland. Naast de mogelijke invulling van het plangebied met leisure-functies, wenst de gemeente het Zuidereiland mogelijk ook aan te wenden voor maatschappelijke functies. Hierbij kan gedacht worden aan een brede school en/of sportvoorzieningen. Door de gemeente is ook gedacht aan maatschappelijke invulling van het plangebied. Het ruimtebeslag van een brede school bedraagt maximaal 1,5 hectare en voor de sportvelden maximaal 2 hectare. De bouwhoogte van bebouwing is begrensd op 10 m. Omdat de plannen voor genoemde functies nog niet volledig uitgewerkt zijn, worden ze niet rechtstreeks mogelijk gemaakt, maar wordt hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Dit geldt ook voor het blad 15 van 57

18 woningbouwprogramma dat op het Zuidereiland is voorzien Fasering Begonnen zal worden met de aanleg van het raamwerk. In een eerste stap zullen de watergangen gegraven worden en met de vrijkomende aarde zullen de woonvelden op het Parkeiland worden opgehoogd. Ook worden de belangrijkste wegen aangelegd. De bomen rondom de hoofdstructuur van water en wegen zullen worden geplant. Het centrale gedeelte van het Parkeiland wordt ingericht als park. Voor de toekomstige woonvelden wordt een tijdelijke vorm van gebruik en inrichting bedacht. Daarmee heeft de plek van meet af aan kwaliteit voor de nieuwe bewoners en voor de omgeving. Met de woningbouw zal gestart worden op het Parkeiland. Hier vinden we een diversiteit aan types en soorten, zodat er voldoende keus bestaat voor de bewoners van Nieuwveen en daarbuiten. Met ontwikkeling van het Parkeiland krijgt het hart van de nieuwe buurt als eerst vorm. Als de ontwikkeling van het Parkeiland haar voltooiing nadert, kan, afhankelijk van de marktomstandigheden begonnen worden met de bouw van woningen op het Noordereiland. Het exacte aantal woningen dat hier gebouwd wordt is afhankelijk van de ontwikkelingen in de vraag naar woningen. Als laatste zal het Zuidereiland ontwikkeld worden. Het aantal woningen dat hier gebouwd wordt zal afhankelijk zijn van de ontwikkelingsrichting van de beide andere eilanden. Dit vanwege het maximum van 100 woningen dat gerealiseerd mag worden in de nieuwe rode contour. Alvorens met de bouw van de woningen kan worden gestart dienen voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd te worden. Deze werkzaamheden maken ook onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Gedacht moet worden aan het voorbelasten van het terrein en het aanbrengen van riolering, kabels en leidingen De wooneilanden Het Parkeiland: wonen in een openbaar park Het Parkeiland is het grootste van de drie eilanden. Dit deel van het plan ligt centraal tussen golfbaan en het bestaande dorp. De openbare ruimte wordt ingericht als park voor de bewoners van de Verwondering en van het dorp. In dit deel zullen in totaal maximaal 96 woningen worden gebouwd. Aan de dorpse zijde van het Parkeiland ligt de nadruk op projectmatige woningbouw. Daar is ruimte voor starters en doorstromers op de woningmarkt. Richting de golfbaan is ruimte gereserveerd voor grotere kavels en woningen. Wonen op het Parkeiland betekent wonen in een park. Vanuit de woning en de tuin hebben de bewoners direct toegang tot het landschap dat beplant is met fruit- en notenbomen. De woonclusters worden iets verhoogd aangelegd (ca. 80 cm t.o.v. het maaiveld van het park) zodat de overgang openbaar-privé beter vorm kan worden gegeven. Op afbeelding 2.5 is een mogelijke verkaveling aangegeven. Het Parkeiland krijgt een verbinding met het dorp die toegankelijk is voor auto's, deze sluit aan op de Hazeweg. Sluipverkeer wordt ontmoedigd door de omrijbeweging en een 30 km regime. blad 16 van 57

19 Afbeelding 2.5 Voorbeeldverkaveling Parkeiland (bron: gemeente Nieuwkoop) Voor een gedeelte van het centrale park is een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van een maatschappelijk functie opgenomen. Het Noordereiland: individueel wonen Het noordelijk gelegen eiland ligt het meest in de luwte, aan het einde van de wijkontsluitingsweg. Dit creëert ideale omstandigheden voor een besloten woonmilieu, waar privacy een belangrijke kwaliteit is. Wonen op het Noordereiland betekent ontspannen wonen. Rondom het eiland wordt een landschappelijke rand met fruitbomen aangelegd. Deze fungeert als overgangszone tussen de kavels en het water. De rand zal niet openbaar toegankelijk zijn, maar onder voorwaarden in gebruik worden gegeven aan de bewoners van de aanliggende kavels. Vanuit de achtertuin hebben zij toegang tot deze zone. De kavels in de binnenring kijken uit op een intiem parkje in het hart van het eiland. Op afbeelding 2.6 is een mogelijke verkaveling aangegeven. Afbeelding 2.6 Voorbeeldverkaveling Noordereiland (bron: gemeente Nieuwkoop) blad 17 van 57

20 Het Zuidereiland: eiland van collectieven Wonen op het Zuidereiland betekent wonen in een besloten gemeenschap. Samen met andere bewoners kun je hier je gedroomde woonomgeving realiseren op een eiland dat omzoomd wordt door een natuurlijk ingerichte elzenhaag. Tussen de bomen door heb je toegang tot het water. Het Zuidereiland bestaat uit drie clusters van woningen en enkele grotere kavels langs de entreeweg. De clusters kunnen door één collectief ontwikkeld en bewoond worden. Een collectief bestaat uit een groep bewoners die samen iets delen. Voorbeelden hiervan zijn: een aantal gezinnen die samen een veilige, besloten speel- en leefomgeving delen (collectieve tuin); een groep mensen die in een collectief landschap wonen, zoals een privé-bos of een boomgaard; een senioren-wooncluster (individuele woningen of zorgwoningen) met een gezamenlijk onderhouden tuin. Het voordeel van het wonen in een collectief is dat je programma's en wensen kunt realiseren waar je als individu te weinig ruimte voor hebt. De openbare ruimte van het Zuidereiland bestaat uit een langgerekte parkzone waar overheen een pad loopt (tussen Maisveld en golfbaan). De parkzone loopt parallel aan het water. De randen van de woonclusters bestaan uit bomen met onderbegroeiing. Hierdoor wordt de privacy gegarandeerd en daarnaast een mooie landschappelijke rand gecreëerd. Bovendien draagt dit bij aan de flexibiliteit van de bestemmingen. Op afbeelding 2.7 is een mogelijke verkaveling weergegeven. Voor het Zuidereiland geldt dat hier diverse wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen ten behoeve van de functies wonen, maatschappelijk, recreatie en sport. De huidige agrarische bestemming blijft behouden tot er een concrete invulling voor het plangebied voor ogen is. Derhalve is enige flexibiliteit gewenst. Afbeelding 2.7 Voorbeeldverkaveling Zuidereiland (bron: gemeente Nieuwkoop) blad 18 van 57

21 Hoofdstuk 3 Beleidskader In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van het beleidskader van rijk, provincie en gemeente. Met betrekking tot provinciaal beleidskader geldt dat het in ontwikkeling is Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) betreft een actualisatie van het ruimtelijke en het mobiliteitsbeleid. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 13 maart 2012 in werking getreden. De SVIR zet twee zaken helder neer. Een scherp kader voor prioritering in het Infrafonds en een selectief ruimtelijk beleid dat meer overlaat aan provincies en gemeenten. Minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Daarmee wordt bijvoorbeeld het aantal regimes in het landschaps- en natuurdomein fors ingeperkt. Het beleid ten aanzien van landschap is niet langer een rijksverantwoordelijkheid en laat het Rijk over aan de provincies. Zo worden de Nationale Landschappen niet langer als rijksbelang behartigd. De (boven)lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking wordt overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale kaders. Afspraken over percentages voor binnenstedelijk bouwen, Rijksbufferzones en doelstellingen voor herstructurering laat het Rijk los. Het Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040, die inspelen op de (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven bepalen richting Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Van belang voor het onderhavige plangebied is de 20 Ke-contouren van Schiphol. Het plangebied is gelegen binnen de 20 Ke contour van Schiphol (zie afbeelding 3.1), waarbinnen op grond van het Luchthavenindelingbesluit geen nieuwe woningbouw is toegestaan. Het Rijk en de provincie Zuid-Holland hebben voor De Verwondering echter een uitzondering gemaakt en staan toe dat buiten de oude rode contour 100 woningen worden gebouwd. blad 19 van 57

22 Figuur Ke contour van Schiphol (paarse zones), met rood omcirkeld het plangebied Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' (Barro) bevestigt in juridische zin de kaderstellende uitspraken uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het besluit is op 17 december 2011 in werking getreden. Het kabinet heeft in de SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). Het Rijk beëindigt de rol bij nationale landschappen, rijksbufferzones en het verstedelijkingsbeleid. In de structuurvisie worden de rijksdoelen en nationale belangen limitatief beschreven. In het plangebied komen geen expliciet aangewezen nationale belangen voor. Conclusie Het plan is in overeenstemming met het nationaal ruimtelijk beleid. 3.2 Provinciaal beleid Provinciale Structuurvisie, Visie op Zuid-Holland Op 2 juli 2010 stelde Provinciale Staten de Provinciale Structuurvisie, Visie op Zuid-Holland (PSV) vast evenals de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vast (de blad 20 van 57

23 Uitvoeringsagenda is op 29 februari 2012 geactualiseerd). In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Het uitgangspunt is lokaal wat kan, provinciaal wat moet. In de provinciale structuurvisie geeft de provincie aan wat zij als provinciaal belang beschouwt en hoe zij daarop wil gaan sturen. Inhoud structuurvisie De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. Het beleid gaat in op verschillende provinciale belangen die geordend zijn volgens vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven: aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel ; duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie ; divers en samenhangend stedelijk netwerk ; vitaal, divers en aantrekkelijk landschap ; stad en land verbonden". Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten (een functiekaart en een kwaliteitskaart), ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. De functiekaart geeft de gewenste en mogelijke ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot In de kwaliteitskaart zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten verbeeld op een globale, regionale schaal. De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. blad 21 van 57

24 Afbeelding 3.2 Functiekaart 2020, structuurvisie Zuid-Holland (Bron: ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl) Afbeelding 3.3 Kwaliteitskaart 2020, structuurvisie Zuid-Holland (Bron: ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl) blad 22 van 57

25 Het plangebied maakt volgens de structuurvisie onderdeel uit van het stads- en dorpsgebied. Hiermee passen de beoogde ontwikkelingen binnen het provinciaal beleid. Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid, zoals beleid op diverse milieuthema's. In de Verordening Ruimte wordt een beeldkwaliteitparagraaf gevraagd bij aanpassingen van het bestemmingsplan voor het gebied net binnen de bebouwingscontour indien er ruimtelijke effecten te verwachten zijn die uitstralen naar het buitengebied. De ontwikkeling moet een bijdrage leveren aan de ambities die zijn aangeduid op de kwaliteitskaart van de Provinciale Structuurvisie. Het plangebied is op de kwaliteitskaart van de Provincie Structuurvisie aangewezen als dorpskern. Dorpskern wordt geformuleerd als 'kleinschalig stads- en dorpsgebied, omgeven door landelijk gebied en niet gekoppeld aan het Zuidvleugelnet'. Het maximum van 100 woningen in het grootste deel van De Verwondering zorgt voor een ruim opgezet plan met een groot park in het midden van het plangebied. In het stedenbouwkundig plan is zoveel mogelijk rekening gehouden met de aard van het gebied. Om deze reden is de maximale bouwhoogte op 10 meter gesteld en wordt om het gehele plangebied een brede watergang aangelegd van ten minste 10 meter breed. Door bovenstaand in het bestemmingsplan vast te leggen wordt de kwaliteit van kleinschalig dorpsgebied behouden. Provinciale woonvisie Voor de provincie Zuid-Holland hebben Provinciale Staten in 2011 een herziening van de provinciale woonvisie vastgesteld. Deze actuele woonvisie vormt één van de provinciale toetsingscriteria bij het beoordelen van de gemeentelijke bestemmingsplannen. Als bovengrens van het aantal nieuw te bouwen woningen is 130 % vastgesteld. De plancapaciteit in Nieuwkoop is per 1 april 2012 bij een aantal van woningen op 153 % vastgesteld, waarmee de door de Provincie geformuleerde bovengrens wordt overschreden. In overleg tussen de gemeente en de provincie is overeengekomen dat de 430 woningen voor de sleutelprojecten buiten beschouwing blijven. In totaal blijven daarmee 959 woningen die meegeteld worden in het totaal voor de woonvisie van de provincie (105 %). De realisatie van 166 woningen past hiermee binnen de provinciale woonvisie. Conclusie Het plan is in overeenstemming met het provinciale ruimtelijk beleid. blad 23 van 57

26 Beleid Hoogheemraadschap Waterbeheerplan Voor de planperiode zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is het cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen. Het Waterbeheerplan van Rijnland is te vinden op de website: Keur en beleidsregels 2009 Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die in 2011 geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De "Keur- en Beleidsregels" maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor: Waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden), Watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken), Andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen). De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels (voluit: Beleidsregels en Algemene Regels Inrichting Watersysteem 2011 Keur), die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keuren Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de website: Riolering afkoppelen Overeenkomstig het rijksbeleid geeft Rijnland de voorkeur aan het scheiden van hemelwater en afvalwater, mits het doelmatig is. De voorkeursvolgorde voor de omgang met afvalwater houdt in dat het belang van de bescherming van het milieu vereist dat: a. b. c. d. blad 24 van 57 het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater; huishoudelijk afvalwater en afvalwater dat daarmee wat biologische afbreekbaarheid

27 e. betreft overeenkomt, worden ingezameld en naar een afvalwaterzuiveringsinrichting getransporteerd; ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d: 1. zo nodig na zuivering bij de bron, wordt hergebruikt; 2. lokaal, zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het milieu wordt gebracht. De gemeente kan gebruik maken van deze voorkeursvolgorde bij de totstandkoming van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze voorkeursvolgorde is echter geen dogma. De uiteindelijke afweging zal lokaal moeten worden gemaakt, waarbij doelmatigheid van de oplossing centraal moet staan. Zorgplicht en preventieve maatregelen voor Hemelwater Voor de verwerking van hemelwater wijst Rijnland op de zorgplicht en op het nemen van preventieve maatregelen. Het verdient aanbeveling daar waar mogelijk aandacht te besteden aan maatregelen bij de bron. Preventie heeft de voorkeur boven 'end-of-pipe' maatregelen. Uitgangspunt is dat het te lozen hemelwater geen significante verslechtering van de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater mag veroorzaken en emissie van vervuilende stoffen op het oppervlaktewater waar mogelijk wordt voorkomen door bijvoorbeeld: duurzaam bouwen; het toepassen berm- of bodempassage; toezicht en controle tijdens de aanlegfase en handhaving tijdens de beheerfase ter voorkoming van verkeerde aansluitingen; het regenwaterriool uit te voeren met (straat)kolken voorzien van extra zand- slibvang of zakputten (putten met verdiepte bodem) op tactische plekken in het stelsel; adequaat beheer van straatoppervlak, straatkolken en zakputten (straatvegen en kolken/putten zuigen); het toepassen van duurzaam onkruidbeheer; de bewoners, gebruikers en beheerders voor te lichten over de werking van de riolering en een juist gebruik hiervan; het vermijden van vervuilende activiteiten op straat zoals auto's wassen en repareren en chemische onkruidbestrijding. Daar waar ondanks de zorgplicht en de preventieve maatregelen het te lozen hemelwater naar verwachting een aanmerkelijk negatief effect heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kan in overleg tussen gemeente en waterschap gekozen worden voor aanvullende voorzieningen, een verbeterd gescheiden stelsel of - als laatste keus - aansluiten op het gemengde stelsel. Ook kan de gemeente in overleg met het waterschap kiezen voor een generieke 'end-of-pipe' aanpak. Deze keuze moet dan expliciet gemaakt worden in het GRP. 3.4 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Nieuwkoop 2040 Op 16 juli 2009 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Nieuwkoop 2040 vastgesteld. In de structuurvisie wordt de kern Nieuwveen aangemerkt als een woonkern type A. De A kernen zijn de grotere dorpen van de gemeente. Ze beschikken over een voorzieningenaanbod met winkels, recreatieve attracties en sportaccommodaties. Nieuwveen ligt op de overgang van het deelgebied 'het dynamische noordwesten' en het middengebied, maar wordt gerekend tot het dynamische noordwesten. In de structuurvisie is aangegeven dat dit deel van de gemeente zich gaat ontwikkelen als het gedeelte met de meeste dynamiek. De woningbouw en bedrijvigheid krijgen hier voorrang. De rode contouren van Nieuwkoop, Nieuwveen en Noorden worden opgerekt ter bekostiging van de natuurontwikkeling en versterking van de blad 25 van 57

28 leefbaarheid van deze dorpen. Naast dynamiek in het noordwesten zal er zeker ook aandacht zijn voor landschappelijke inpassing van de diverse activiteiten. Dit betreft ook de overgangen van bebouwd naar open gebied. Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) en het Groenbeheerplan zorgen voor de uitwerking van dit beleid. Woonvisie In 2010 is voor Nieuwkoop een Woonvisie opgesteld (vastgesteld 3 maart 2011). Deze gaat uit van de kracht van de gemeente als groen-blauwe oase in de Randstad met in de omgeving een dynamische Randstad en voldoende werkgelegenheid. De woonvisie kent het motto: Behoud de kracht, versterk waar mogelijk en anticipeer op ontwikkelingen. Deze drie onderdelen van het motto moeten samenhangend ontwikkeld worden. De gemeente kent hierin 13 kernen met ieder een eigen identiteit. Voor wat betreft de voorgestelde groei van het aantal woningen in Nieuwkoop zet de gemeente niet alleen in op aanwas voor de eigen bevolking, maar ook nadrukkelijk op woningen voor starters en ouderen. Het toevoegen van woningen wordt in de woonvisie voornamelijk toegedeeld aan de A-kernen, waarvan Nieuwveen er één is. De woonvisie geeft aan welke soorten woningen gewenst zijn in de gemeente. In wezen gaat het hierbij om een heel divers aanbod. Met name betaalbare woningen, woningen voor starters en gericht op ouderen zijn gewenst. Daarnaast is het in het kader van differentiatie ook behoefte aan duurdere woningen. De woonvisie bevat aanwijzingen over de hoeveelheden woningen die in de verschillende segmenten gebouwd moeten worden. Deze aanwijzingen mogen geen knellend keurslijf worden voor de ontwikkeling, maar dienen wel als handvat. De Verwondering maakt onderdeel uit van de 430 extra woningen die in de gemeente Nieuwkoop gerealiseerd mogen worden. Naar aanleiding van de consultatie met de bevolking over het Voorlopig Ontwerp, en de speciale startersavond die in dit kader is gehouden, wordt in de eerste fase speciaal voor starters en doorstarters gebouwd. Regionaal Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Vechtstreek (2009) De gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude, hebben gezamenlijk een Regionaal Landschaps Ontwikkelings Plan (LOP) opgesteld. Het LOP is een beleidskader voor het behoud van bestaande landschappelijke kwaliteiten. Samengevat komt die neer op: wees zuinig op de karakteristieke landschappen en waarborg de kwaliteit ervan voor de toekomst. Het Landschaps Ontwikkelings Plan is een uitwerkingsplan van de gemeentelijke Structuurvisie Nieuwkoop De raad heeft het Visiedeel van het LOP vastgesteld op 25 juni Het Uitvoeringsprogramma van het LOP is op 17 december 2009 door de raad vastgesteld. Landschappelijke kwaliteit In het LOP is de kwaliteit en samenhang van het landschap in de Rijn- en Veenstreek onderzocht. Die kwaliteit en samenhang zit vooral in de grote landschappelijke eenheden. Droogmakerijen en aaneengesloten veenweidegebied vormen met elkaar een heldere hoofdstructuur. Openheid en vergezichten maken die hoofdstructuur zichtbaar. Akkerbouw en melkveehouderij kunnen in deze grote eenheden goed uit de voeten. Versnippering is niet gewenst, stelt het LOP. Zichtlijnen moeten zoveel mogelijk intact blijven. Dit betekent dat toevoegingen aan het landschap, bijvoorbeeld ten behoeve van recreatie en natuur, bij voorkeur aan de randen van deze landschappelijke eenheden plaatsvinden en zoveel mogelijk worden gebundeld. In het LOP zijn inrichtingsprincipes en bijbehorende voorbeelden opgenomen voor de gewenste beeldkwaliteit van bebouwing. Zorgvuldige aandacht voor de beeldkwaliteit is blad 26 van 57

29 noodzakelijk om de landschappelijke kwaliteit te waarborgen. De randen van nieuwbouwwijken, bedrijventerreinen, boerderijen en kassen vallen in het open landschap van de Rijn- en Veenstreek extra op. In het verleden is vaak geen rekening gehouden met het verkavelingspatroon of met de richting van het landschap. Ook de aankleding laat te wensen over. Harde overgangen zijn het gevolg. Het LOP benoemt deze gevallen en laat zien dat een betere landschappelijke inpassing mogelijk is. (Streekeigen) beplanting speelt daarbij vaak een rol. De inrichtingsprincipes zijn ook toepasbaar op nieuwe bebouwing. Een beter aanzien van het gebied vergroot op zijn beurt weer de aantrekkelijkheid voor inwoners en recreanten. Het LOP wil een streefbeeld en toetsingskader zijn voor het formuleren van beeldkwaliteit. In het bestemmingsplan de Verwondering wordt hiermee rekening gehouden door een groene overgang naar het landschap te maken en de richting van de verkaveling te laten passen bij het omliggende landschap. Uitvoeringsprogramma Het uitvoeringsprogramma bevat de projecten waarmee de visie gerealiseerd moet worden. Het programma maakt een onderscheid tussen projecten die vooral de instrumenten voor uitvoering betreffen, en projecten die daadwerkelijk in het landschap ingrijpen. Steeds is het doel om de landschappelijke kwaliteit te verbeteren tegelijk met verantwoord (mede)gebruik van het landelijk gebied. In de eerste categorie vallen projecten als het verankeren van de visie in het gemeentelijk beleid, het aanstellen van een landschapscoördinator en het oprichten van een landschapsfonds. Ook het aangewezen worden als prioritair gebied in het beleid van de provincie, en het door middel van educatieprojecten en promotie vergroten van de bewustwording en beleving van het landschap dragen bij aan de realisatie van de visie. In de tweede categorie vallen projecten als het aanleggen van wandelpaden, het inpassen van dorpsranden en bedrijventerreinen en het aanleggen van wegbeplanting. Voor het plangebied zijn geen specifieke kaders en uitgangspunten vermeld, hiervoor gelden de algemene beleidsuitgangspunten. Met passie naar duurzaam groenbeheer, visie en beheerplan (maart 2009) Het plan geeft inzicht in de huidige en de gewenste beeld- en onderhoudskwaliteit, de hierbij passende maatregelpakketten (regulier en cyclisch beheer), hoe te komen tot de gewenste onderhoudskwaliteit en de financiële onderbouwing. De groenvisie vormt de basis voor: Herstructurering Werkplannen Beleidskeuzen voor groen De gemeente kan hiermee doelgericht en efficiënt beheer uitvoeren, dit is zichtbaar aan de kwaliteit van het groen(onderhoud) en aan het benodigde budget. Groenidentiteit Nieuwkoop Een natuurgericht groenbeheer dat past bij het karakter van een Groene Hart gemeente; Het bevorderen van een meer gevarieerd en aantrekkelijker beeld van het openbaar groen; De relatie tussen de diverse kernen en de buitengebieden versterken; Bestaande en toekomstige bebouwing landschappelijk inpassen; Bevorderen van de samenhang met het cultuurhistorische landschap; De landschappelijke kwaliteit en de natuurwaarden binnen het gemeentelijke grondgebied verbeteren; Natuur en landschap erkennen en uitdragen als unieke kwaliteitskenmerken van de gemeente Nieuwkoop; Karakteristieke beeldkwaliteit bevorderen. blad 27 van 57

30 De gemeente Nieuwkoop kan dit realiseren door: Omgeving en natuur in de directe woonomgeving aanwezig te laten zijn, ofwel buiten naar binnen halen; Zo min mogelijk harde overgangen tussen buitengebied en bebouwde kom te creëren, maar juist zachte overgangen waarbij landschappelijke inpassing een rol speelt; Keuze voor typen groen dat belevingswaarde heeft en past bij het karakter van het landschap en de locatie. Hierdoor wordt de omgeving bewuster ervaren. Aanbevelingen Nieuwveen: Boomstructuurplan voor de bebouwde kom maken; Groenstructuur ontwikkelen voor Schoterhoek, zowel voor het terrein zelf als voor de landschappelijke inpassing ; Beplantingskeuze van bomen afstemmen op boven- en ondergrondse situatie ; Kandelaberen niet meer toepassen als beheermaatregel; Omvormingsplannen maken voor sierplantsoen en bosplantsoen; Langs oevers minimaal 1 meter brede strook ruw gras laten staan: oevers met accent "landschap" in hun geheel als ruw gras inrichten; Parkeerplaats Hogendijk herinrichten. Voor het plangebied is van belang dat de overgang van het buitengebied naar de bebouwde kom zacht wordt vormgegeven, waarbij landschappelijke inpassing plaatsvindt met groen dat belevingswaarde heeft en past bij het karakter van landschap en locatie. In het Definitief Ontwerp wordt met deze aspecten expliciet rekening gehouden. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Op 18 februari 2010 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) vastgesteld. In dit plan geeft de gemeente haar visie op het verkeer en vervoer in de gemeente Nieuwkoop voor de komende tien jaar met een doorkijk naar De gemeente Nieuwkoop heeft enerzijds te maken met (economische) ontwikkelingen in de regio/randstad en maakt anderzijds deel uit van Het Groene Hart. In de structuurvisie 2040 heeft de gemeente verwoord hoe zij de positie van de eigen gemeente ziet in die context. Een van de onderdelen die nu verder uitgewerkt is, is de visie op het verkeer en vervoer. Het vastgestelde GVVP is de basis om vorm te geven aan de invulling van de concrete maatregelen. Deze zullen bestaan uit een aantal uitwerkingsplannen waarbij concrete (verkeers-) maatregelen worden voorgesteld ten gunste van de toekomstige bereikbaarheid en veiligheid en leefkwaliteit in de gemeente Nieuwkoop. Ook is aangegeven welke zaken hoge prioriteit hebben. Deze zijn terug te vinden en benoemd als prioriteitsgebied I, II, III en IV in het GVVP. De Schilkerweg is opgenomen als prioriteitsgebied II. De belangrijkste inzet tot 2020 in deze zone ligt op het opwaarderen van de route Aardamseweg Ringdijk Hertog van Beijerenstraat om Ter Aar heen als route met een regionale functie. Ter voorbereiding op toename van het verkeer in deze zone, de ontwikkeling van de glastuinbouw bij Nieuwveen en het eventueel op termijn afwaarderen van de N231 tussen de kernen Nieuwkoop en Nieuwveen. De voor dit plangebied relevante aandachtspunten voor de gewenste situatie van de verkeersstructuur uit het GVVP zijn: Prioriteit ligt in de periode tot 2020 vooral op de dynamische zone; Er is sprake van een duidelijk hiërarchische opbouw en inrichting van het wegennet; Aanleg en opwaarderen van gemeentelijke infrastructuur alleen op locaties waar dit strikt noodzakelijk is; blad 28 van 57

31 Bereikbaarheid voor hulpdiensten dient gewaarborgd te worden; Het aantal (verkeersonveilige) conflictpunten tussen verschillende modaliteiten wordt geminimaliseerd; Toepassen van hoogwaardige en veilige routes voor langzaam verkeer, met name van en naar scholen en sportvoorzieningen; In lijn met de landelijke doelstellingen wordt gestreefd naar reductie van het aantal verkeersdoden met 33% en het aantal gewonden met 28%. Voor de ontwikkeling van de Verwondering wordt een verkeersstructuur met 30 km/u wegen gerealiseerd, waarmee verkeersonveilige conflictpunten tussen verschillenden modaliteiten worden voorkomen. De ontwikkeling heeft invloed op de dynamische zone. De aan te leggen wegen in het plangebied behoren tot de laagste klassen van het wegennet (erftoegangswegen en langzaam verkeer route). Het gebied wordt op 2 manieren voor auto's ontsloten, deze wegen zijn ook oor de hulpdiensten in geval van calamiteiten bruikbaar. Daarmee past het plan in de doelstellingen van het GVVP. Notitie gemeentelijk parkeerbeleid Op 8 mei 2008 is de notitie gemeentelijk parkeerbeleid door de gemeenteraad vastgesteld. In de notitie staan de belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk parkeerbeleid beschreven. In de notitie zijn er parkeernormen voor inbreid- en uitbreidingslocaties vastgesteld. Met dit laatste worden parkeerproblemen in de toekomst voorkomen. Bij de vaststelling zijn er zes uitgangspunten vastgelegd, namelijk: de mogelijkheden tot verbetering van de parkeersituatie in woonwijken te bekijken bij de uitvoering van reconstructies en waar mogelijk de verbetering in de reconstructie mee te nemen; de parkeernormen voor inbreidings- en uitbreidingslocaties volgens tabel I vast te stellen en deze normen ook strikt toe te passen; rekening houdend met de bezettingspercentages van tabel II; voor gebieden met gecombineerd gebruik de beschreven procedure vast te stellen om te bepalen of er sprake is van een tekort aan parkeerplaatsen; een nader onderzoek te starten naar de meest effectieve manier om de verplichting tot het parkeren op eigen terrein vast te leggen; een onderzoek op te staren naar het oprichten van een parkeerfonds voor de realisatie van gebouwde parkeervoorzieningen, waarbij ook de mogelijkheden voor het instellen van betaald parkeren worden onderzocht; de mogelijkheden tot handhaving op het parkeren betrekken bij nadere uitwerking van de totale gemeentelijke handhaving. Duurzaamheidsagenda De gemeente Nieuwkoop wil graag een duurzame gemeente zijn, waarin niet alleen aandacht is voor het hier en nu, maar ook voor het daar en later. Duurzaamheid houdt in dat bij alle ontwikkelingen, beleid, plannen en activiteiten gezocht wordt naar een optimale balans tussen leefbaarheid, ecologie en economie. Duurzaamheid houdt ook solidariteit in. Solidariteit tussen huidige en toekomstige generaties. In de duurzaamheidsagenda geeft de gemeente aan welke maatregelen zij neemt op het gebied van duurzaamheid en welke resultaten zij behaalt. Voor de periode kiest Nieuwkoop voor een realistische agenda met de volgende kernpunten: Kijken naar wat wel kan in plaats van kijken naar wat we idealiter allemaal zouden willen doen. Niet alles kan en zeker niet alles tegelijk. Kansen benutten met name in de vorm van no-regret maatregelen. De agenda toespitsen op wat we als gemeente zelf kunnen doen en vanuit die inzet blad 29 van 57

32 burgers en bedrijven te bewegen ook maatregelen te nemen om duurzaamheid te bevorderen. Samen aan de slag, ook als het gaat om duurzaamheid. De Verwondering komt in de duurzaamheidsagenda niet expliciet voor, maar duurzaam onderhoud en beheer behoort wel tot één van de doelen. Bij alle nieuwbouwprojecten wordt ingezet op zo veel mogelijk duurzame ontwikkeling en duurzaam bouwen en landschappelijke inpassing van de randen van de bebouwing. In het DO voor De Verwondering is hier expliciet rekening mee gehouden. De dragers in de duurzaamheidsvisie die voor het plan is opgesteld zijn groen en water. 3.5 Conclusie Het beleid van zowel rijk als provincie is gericht op creëren van ruimtelijke condities voor het behoud en de versterking van krachtige steden en dorpen. De ligging van het plangebied binnen de rode contour van Nieuwveen en de aansluiting ervan op het oude dorp en de wens voor uitbreiding maakt dat de locatie past in het beleid. blad 30 van 57

33 Hoofdstuk Omgevingsonderzoeken Bodem Met het oog op een goede ruimtelijke ordening is onderzoek noodzakelijk naar de bodemgesteldheid in het projectgebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Verkennend bodemonderzoek In april 2012 is door Sigma Bouw & Milieu een verkennend bodemonderzoek (verkennend milieukundig bodemonderzoek Schilkerweg, percelen B nrs. 1498,1640, en 1786, te Nieuwveen) uitgevoerd voor het plangebied. Het betreffende rapport is opgenomen in bijlage 2. Aan de hand van het bodemgebruik in het verleden evenals de resultaten van voorgaande bodemonderzoeken is een onderzoekhypothese ''onverdacht'' opgesteld. Het verdere onderzoek is aan de hand van deze hypothese uitgevoerd. Uit het onderzoek naar het voormalige bodemgebruik is naar voren gekomen dat de onderzoekslocatie in het verleden voor zover bekend als agrarische grond en weidegrond in gebruik is geweest. Tussen de percelen bevinden zich diverse dammen. In enkele van deze dammen is puinmateriaal aangetroffen. Op basis van oude topografische kaarten vanaf 1871 tot 1991 blijkt de onderzoekslocatie voor zover na te gaan niet bebouwd te zijn geweest. In het uitgevoerde onderzoek is de onderzoekslocatie in eerste aanleg als milieuhygiënisch "onverdacht" aangemerkt. Op basis van de resultaten van het veldwerk van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet geheel vrij is van bodemverontreiniging. De bovengrond en het grondwater ter plaatse van de onderzoekslocatie bevat plaatselijk verontreinigingen ten opzichte van de achtergrondwaarde respectievelijk de streefwaarde. De plaatselijk verhoogd gemeten verontreinigingen overschrijden de tussenwaarde niet en geven daardoor geen aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek. De onderzoeksresultaten stemmen niet geheel overeen met de gestelde hypothese, de vooraf gestelde hypothese "onverdacht" dient formeel verworpen te worden. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er beïnvloeding van de bodemkwaliteit heeft plaatsgevonden. De vooraf gehanteerde hypothese is gezien de doelstelling van het onderzoek alsmede de bekende onderzoeksresultaten voldoende om conclusies te verbinden betreffende de kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie. Conclusie Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit, op basis van het onderzoek, geen belemmeringen ten aanzien van de geplande nieuwbouw/ontwikkeling op de onderzoekslocatie. 4.2 Archeologie en overige cultuurhistorie Wettelijk kader Per 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. De Wamz is een wijzigingswet die geleid heeft tot wijzigingen in onder andere de Monumentenwet 1988 (Mw'88). Onder artikel 38a, lid 1, van de Mw'88 is opgenomen dat de gemeenteraad bij vaststelling van een bestemmingsplan of projectbesluit rekening dient te houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Om dit goed te blad 31 van 57

34 kunnen doen, moet men over kennis over het bodemarchief beschikken. De gemeente heeft in dat kader een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek is uitgevoerd door Ingenieursbureau Oranjewoud (ISSN: ). De integrale rapportage is opgenomen in Bijlage 3. Sinds 1 januari 2012 is het verplicht in bestemmingsplannen rekening te houden met cultuurhistorische waarden (art , sub b, Bro). Hiertoe moet in de toelichting van het bestemmingsplan een afweging worden opgenomen over het voorkomen van cultuurhistorische waarden in het gebied en de wijze waarop deze cultuurhistorische waarden - indien noodzakelijk - in het bestemmingsplan worden geborgd. Archeologisch onderzoek Bureauonderzoek Het plangebied ligt landschappelijk gezien in het westelijk veengebied, dat tot stand is gekomen in het holoceen. In de oosthoek van het plangebied kunnen stroomgordels voorkomen, waar bewoning vanaf de bronstijd mogelijk was. Op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek kunnen eventuele archeologische resten ter plaatse van de stroomgordels niet worden uitgesloten. Voor het overige deel van het plangebied wordt vrijgave geadviseerd. Inventariserend veldonderzoek Naar aanleiding van de uitkomsten van het bureauonderzoek is een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd door middel van karterende boringen ter plaatse van de gekarteerde stroomrug. Dit onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de provincie Zuid-Holland voor een karterend booronderzoek: circa 10 boringen per hectare tot een diepte van maximaal 2 m -mv, elke tiende boring tot 4,0 m -mv. Er is geboord in een grid van 20x25 meter, waarbij ruim 50 boringen zijn gezet. Tijdens het veldwerk is de vermoedelijke stroomgordel niet aangetroffen waardoor een Archeologische vindplaats ouder dan de middeleeuwen niet wordt verwacht. De lokale verhoging blijkt een oeverwal te zijn, oeverwallen van riviertjes en veenstromen zijn vaak gebruikt als ontginningsbasis voor cope-ontginningen. Tijdens het inventariserend veldonderzoek, karterende fase zijn echter geen archeologische indicatoren aangetroffen die duiden op een archeologische vindplaats. Op basis hiervan is de archeologische verwachting bijgesteld naar laag en zijn de gebieden vrijgegeven voor toekomstige ontwikkelingen. In bijlage 3 bij de toelichting is het definitive rapport van het archeologische bureauonderzoek opgenomen. Bijlage 4 bevat het definitieve rapport van het inventariserende veldonderzoek. Overige cultuurhistorische waarden In het plangebied zijn geen beschermde cultuurhistorische waarden aanwezig in de zin van gemeentelijke of rijksmonumenten. Ook rond het plangebied komen geen beschermde monumenten voor. Het plangebied is onderdeel van de droogmakerij rondom Nieuwveen. De polder ten zuiden van de Hogendijk is door molens drooggemalen. De oude ontginningsbasis Nieuwveen bleef hierdoor als hoog bovenland in de droogmakerij achter. Ter plaatse van de Hogendijk is dit door het aanwezige hoogteverschil nog goed zichtbaar in het landschap. In de droogmakerijen werden boerderijen gebouwd, maar geen nieuwe dorpen gesticht. Pas later in de 20e eeuw heeft hier de planmatige uitbreiding van het dorp Nieuwveen plaatsgevonden. In het Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek is het plangebied ook opgenomen. Op de kaart met de Landschapsvisie op hoofdlijnen is het plangebied opgenomen als behouden en versterken natuur- en recreatieterrein aangrenzend aan de bebouwde kom van Nieuwveen. Het aangrenzende gedeelte is gemarkeerd als Grootschalig blad 32 van 57

35 Droogmakerijen landschap. De ontwikkeling van de nieuwbouwlocatie vindt plaats binnen de rode contouren van het dorp Nieuwveen en ligt ten westen van de bestaande bebouwing. De relatie met de droogmakerij aan de west- en zuidzijde van het plangebied is beperkt door de recente realisatie van de golfbaan en bosschages rondom de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Er komen geen specifieke waarden in de zin van paden of waterlopen voor in het plangebied die bescherming verdienen. In het plan wordt rekening gehouden met de bestaande landschappelijke lijnen. De wijk sluit hierop aan. Conclusie Vanuit de wetgeving omtrent archeologie gelden geen beperkingen voor het onderhavige project. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat eventuele archeologische resten in de oosthoek van het plangebied niet worden uitgesloten. Het inventariserend veldonderzoek heeft uitgewezen dat geen resten te verwachten zijn. Bescherming van eventuele archeologische waarden is dan ook niet noodzakelijk. In het plangebied komen geen cultuurhistorische waarden voor. Specifieke bescherming van elementen of structuren door een cultuurhistorische dubbelbestemming zijn niet noodzakelijk. 4.3 Lucht Wettelijk kader Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet luchtkwaliteit (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar en daggemiddelde) van belang. In Titel 5.2 van de Wet milieubeheer is bepaald dat bestuursorganen een besluit, dat gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, kunnen nemen indien: Wordt voldaan aan de in Bijlage 2 Wm opgenomen grenswaarden; Een besluit (per saldo) niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; Aannemelijk is gemaakt dat een besluit 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de concentratie van een stof. Niet in betekenende mate Projecten die 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven niet meer getoetst te worden aan de grenswaarden zoals opgenomen in Bijlage 2 van de Wet milieubeheer. In het Besluit niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is vastgelegd dat een ruimtelijke ontwikkeling die minder dan 1% van de grenswaarde bijdraagt aan de jaargemiddelde concentratie fijn stof(pm10) of stikstofdioxide (NO2) 'niet in betekenende mate' is. Dit komt overeen met een maximale toename van 0,4 µg/m3 voor de concentraties fijn stof en stikstofdioxide. In de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn concrete situaties opgenomen die 'niet in betekenende mate' zijn. Blijft de ontwikkeling binnen de in deze regeling opgenomen grenzen, dan is het project per definitie 'niet in betekenende mate' en hoeft er geen toetsing aan de grenswaarden plaats te vinden. Voor de ontwikkeling van woningen, geldt dat bij de realisatie van minder dan 500 woningen (met één ontsluitingsweg) het project per definitie niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Onderzoek blad 33 van 57

36 Het onderhavige project zal geen relevante gevolgen hebben voor de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de omgeving, aangezien slechts maximaal 166 woningen worden gerealiseerd. Dit aantal ligt ruim onder het in het besluit NIBM genoemde aantal van 500 woningen. Uit de saneringstool 3.1 die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) blijkt dat de achtergrondconcentraties voor stikstofdioxide en fijn stof ter plaatse langs de dichtst bijgelegen doorgaande weg, de Schilkerweg, respectievelijk 19,9 µg/m3 (2011) en 25,8 ug/m3 (2011 met zeezoutaftrek) bedragen. Dit is ruim onder de wettelijk toegestane normen van 40 ug/m3 (jaargemiddelde concentraties). Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. 4.4 Geluid Wettelijk kader Met betrekking tot geluid is de Wet geluidhinder het belangrijkste toetsingskader. In de Wet geluidhinder zijn voorkeurswaarden en grenswaarden opgenomen waaraan geluidgevoelige bestemmingen mogen worden blootgesteld. Onder geluidgevoelige bestemmingen worden onder meer verstaan: woningen, maar ook scholen en ziekenhuizen. Voor het bestemmingsplan is dan ook een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Onderzoek In november 2012 is door Oranjewoud een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de voorgenomen ontwikkeling. Er zijn berekening gedaan voor de geluidbelasting. De uitgangspunten van het onderzoek zijn opgenomen in de rapportage van het onderzoek (zie bijlage 5). Het doel van het onderzoek is inzichtelijk te maken waar geluidgevoelige bestemmingen vanuit akoestisch oogpunt gerealiseerd kunnen worden zonder ontheffing, met ontheffing en waar niet gebouwd mag worden. Dit wordt middels geluidcontouren ten gevolge van wegverkeerslawaai vanwege de Schilkerweg en Oude Nieuweveenseweg inzichtelijk gemaakt. Tevens ligt het plangebied binnen de invloedsfeer van de Hazeweg/Roggeveldweg. In onderhavig onderzoek is gerekend met het richtjaar Het doel van het akoestisch onderzoek is het berekenen van de toekomstige geluidbelasting vanwege de omliggende wegen op de gevels van de nieuw te bouwen woningen. De berekeningsresultaten zijn getoetst aan de volgens de Wet geluidhinder (Wgh) geldende grenswaarden. Wanneer de in de Wgh gestelde grenswaarden worden overschreden, dient beoordeeld te worden of er maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn en/of er een hogere grenswaarde moet worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. Rekenresultaten zoneplichtige wegen Ten gevolge van het wegverkeer op de Schilkerweg bedraagt de geluidbelasting ten hoogste 46 db inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. De voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt hiermee niet overschreden. Ten gevolge van het wegverkeer op de Oude Nieuweveenseweg bedraagt de geluidbelasting blad 34 van 57

37 ten hoogste 36 db inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. De voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt hiermee niet overschreden. Rekenresultaten niet-zoneplichtige wegen Ten gevolge van het wegverkeer op de Hazeweg / Roggeveldweg, waarvoor een 30 km/uur regime geldt, bedraagt de geluidbelasting ten hoogste 38 db inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh. In analogie met de Wet geluidhinder wordt de 48 db voorkeursgrenswaarde niet overschreden en wordt het akoestisch klimaat als gevolg van deze weg aanvaardbaar geacht. Conclusie De voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt noch door de zoneplichtige noch door de niet-zoneplichtige wegen overschreden. Onderzoek naar maatregelen om de geluidbelasting ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen terug te brengen is niet nodig, omdat daar voldaan wordt aan de grenswaarden. Tevens hoeven er door het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop geen hogere waarden verleend te worden. Het thema geluid vormt dat ook geen belemmering voor het plan. 4.5 Milieuhinder Wettelijk kader Bij het mogelijk maken van nieuwe functies (en bij de uitbreiding van bestaande functies) is met het oog op eventuele milieuhinder afstemming tussen nieuwe en bestaande functies van belang. Bestaande hindergevoelige en hinderveroorzakende functies mogen niet worden beperkt als gevolg van een nieuwe functie. Om milieuhinder te voorkomen zijn voor de meeste functies hinderzones vastgesteld. Een algemeen gehanteerde leidraad ter bepaling van de onderling afstand tussen functies is de VNG-publicatie 'bedrijven en milieuzonering'. De afstanden die hierin zijn opgenomen zijn gebaseerd op de hinderaspecten geur, stof, geluid en gevaar. Onderzoek In opdracht van de gemeente heeft de Omgevingsdienst West-Holland in 2010 het milieuaspect bedrijven en milieuzonering onderzocht. In relatie tot het onderhavige project spelen de hindercontouren van de volgende bedrijven: 1. Hogedijk 3 Op dit adres is een opslagbedrijf gevestigd. Conform de VNG publicatie dient dit bedrijf te worden ingedeeld in milieucategorie 3.1 met een minimaal gewenste afstand van 50 meter, gerekend vanaf de grens van het perceel. De woningen in het plangebied vallen buiten deze contour. 2. Schoterweg 3 Op deze locatie is de Afvalwaterzuivering Nieuwveen (AWZI) gesitueerd. De provincie Zuid-Holland heeft in 2006 voor deze AWZI milieuvergunning verleend. Ten behoeve van deze milieuvergunning is een geuronderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de 1 ge/m³ contour, de geurnorm bij het realiseren van nieuwe woningen, buiten het plangebied ligt. Zie hiervoor ook figuur Schilkerweg 23 Op deze locatie is een akkerbouwbedrijf gevestigd. Conform de VNG publicatie Bedrijven en blad 35 van 57

38 Milieuzonering is hier sprake van een onderneming in milieucategorie 2 met een minimale gewenste afstand van 30 meter, gerekend vanaf de grens van het bouwvlak. De woningen in het plangebied vallen buiten deze contour. 4. Oude Nieuwveensweg 43 Op dit adres is een timmerwerkplaats gevestigd. Conform de VNG publicatie dient een timmerwerkplaats (< 200 m²) te worden ingedeeld in milieucategorie 3.1 met een minimale gewenste afstand van 50 meter, gerekend vanaf de grens van het perceel. 5. Golfpad 1 Op dit adres is een golfbaan gevestigd. De golfbaan grenst direct aan het plangebied. Conform de VNG publicatie dient voor een golfbaan, gerekend, vanaf de grens van het perceel, een minimale afstand van 10 meter te worden aangehouden. Hier is rekening mee gehouden. Figuur 4.1 Geurcontour rond AWZI Nieuwveen (bron: Omgevgingsdienst West-Holland) Conclusie Het thema bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor het plan. Het DO is zodanig aangepast dat er geen woningen binnen de hindercontouren van de verschillende inrichtingen zijn gelegen. 4.6 Externe veiligheid Wettelijk kader Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (crvgs). Situatie plangebied Uit bestudering van de risicokaart van de provincie Zuid-Holland blijkt dat in de omgeving blad 36 van 57

39 van het plangebied een hoge druk aardgasleiding, eigendom van de N.V. Nederlandse Gasunie, is gelegen. De betreffende leiding heeft een invloedsgebied van 140 meter. Binnen deze zone van 140 meter worden geen kwetsbare objecten gerealiseerd. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen andere transportassen voor gevaarlijke stoffen, noch planologisch andere relevante leidingen. Figuur 4.2 Risicokaart met plangebied (bron: risicokaart.nl) Conclusie In de nabijheid van het plangebied bevindt zich een hoge druk aardgasleiding van de Nederlandse Gasunie. Binnen het invloedsgebied van de leiding worden echter geen kwestbare objecten mogelijk gemaakt. Nader onderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het onderhavige project. 4.7 Flora en fauna Wettelijk kader Voorafgaand aan ruimtelijke inrichting van gebieden moet door middel van een natuurtoets worden vastgesteld of beschermde natuurwaarden in het geding zijn. Indien er beschermde natuurwaarden worden geschaad is een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet voor aanvang van de werkzaamheden noodzakelijk. Het is daarbij van belang om te weten tot welke beschermingscategorie de aanwezige soorten behoren. De beschermde soorten zijn momenteel ingedeeld in drie categorieën: algemene soorten waarvoor geen ontheffingsplicht geldt wegens een algehele vrijstelling (licht beschermde soorten) blad 37 van 57

40 strikt beschermde soorten waarvoor een ontheffingsplicht geldt voor werkzaamheden die leiden tot verstoring van deze soorten of vernietiging van het leefgebied overige soorten ('middengroep') waarvoor een vrijstelling geldt indien wordt gewerkt volgens een goedgekeurde Gedragscode. Deze zijn nog slechts ten dele vastgesteld en goedgekeurd. Werkzaamheden kunnen in het algemeen soepel doorgang vinden indien er geen 'strikt beschermde soorten' worden aangetroffen. Ten behoeve van het plan is een Natuurtoets uitgevoerd. Deze is opgenomen in Bijlage 6 bij de toelichting. Een samenvatting van de uitkomsten van de natuurtoets is opgenomen in deze paragraaf. Situatie plangebied Het gebied bestaat momenteel uit akkerland. Rond en door het plangebied liggen enkele smalle watergangen met steile oevers. Gebieden (Natura 2000 / Ecologische Hoofdstructuur) In figuur 4.3 is de ligging van het plangebied (rood) ten opzichte van natuurgebieden in de directe omgeving weergegeven. Ten noorden van Nieuwveen bevindt zich binnen een straal van 3 kilometer van het plangebied het natuurgebied Geerpolder en de Ecologische Hoofdstructuur. Er zijn geen natuurgebieden of beschermde structuren aanwezig in de directe omgeving van het plangebied. Figuur 4.3 Ecologische Hoofdstructuur nabij het plangebied (bron: Alterra). blad 38 van 57

41 Flora en fauna Bronnenonderzoek In de Nationale Dababank Flora en Fauna (NDFF) is een globale rapportage opgevraagd van de kilometerhokken en Uit deze rapportage blijkt dat vrijwel alle soortgroepen niet tot slecht zijn onderzocht, met uitzondering van de groep mossen in kilometerhok Zoogdieren Volgens het NDFF zijn de zoogdieren in het gehele plangebied niet tot slecht onderzocht. Uit data van de website Telmee.nl blijkt dat de meervleermuis voorkomt in de omgeving van het plangebied. Ook de watervleermuis, de rosse vleermuis, de ruige dwergvleermuis en de gewone dwergvleermuis komen voor in of in de directe omgeving van het plangebied volgens Telmee.nl. In de wijdere omgeving komt tevens de waterspitsmuis voor (Peereboom, 2011). Vogels Volgens NDFF komen respectievelijk 69 en 71 vogelsoorten voor in de kilometerhokken en Deze database maakt geen onderscheid tussen vogelsoorten met een vaste rust- of verblijfplaats en overige soorten. Uit de database van Waarneming.nl blijkt dat de volgende vogelsoorten zijn waargenomen in Nieuwveen: Ooievaar, Lepelaar, Purperreiger, Boomvalk, Kerkuil, Bosuil, Ransuil, Ijsvogel, Groen Specht. Van deze soorten heeft de ijsvogel in 2008 een territorium gehad ten noordoosten van het plangebied. Circa 500 meter ten zuiden van het plangebied bevindt zich een territorium van de steenuil. Reptielen Er zijn geen waarnemingen uit de NDFF bekend van reptielen in de omgeving van het plangebied. In de omgeving van het plangebied zijn enkele populaties bekend van de ringslang. Deze komt voor rond Amstelveen, uithoorn, de Nieuwkoopse plassen en rond de Zegerplas te Alphen aan den Rijn (Peereboom, 2011). Amfibieën Volgens het NDFF komt er een amfibieënsoort voor van tabel 2/3 van de Flora- en faunawet. Afgaand op verspreidingskaarten van amfibieën betreft dit de rugstreeppad. Deze soort komt ook voor in de aangrenzende polder ten zuiden van het plangebied volgens waarneming.nl. Vissen Er zijn geen waarnemingen bekend in de NDFF database van beschermde vissoorten in de omgeving van het plangebied. Uit overige bronnen is het voorkomen bekend in de ruimere omgeving van het plangebied van de rivierdonderpad, de kleine modderkruiper en de bittervoorn (Peereboom, 2011). Ongewervelden Er zijn geen waarnemingen bekend van beschermde ongewervelden in de omgeving van het plangebied. blad 39 van 57

42 Flora Volgens de NDFF komen er twee soorten voor van tabel 2 of 3 van de Flora- en faunawet in kilometerhok Er zijn verder geen waarnemingen bekend van beschermde of bijzondere vaatplanten rond het plangebied. Effecten Effectenten aanzien van de plannen De voorgenomen plannen kunnen effect hebben op zwaarder beschermde diersoorten. Ten aanzien van vleermuizen zijn geen significante effecten te verwachten. Langs de oostzijde is mogelijk foerageergebied aanwezig boven de tuinen en langs begroeiing. Door de aanleg van de nieuwe woonwijken zal dit foerageergebied in oppervlak toenemen. Aanwezige foerageergebieden en vliegroutes worden niet aangetast. Er bevinden zich geen beschermde elementen voor vleermuizen in het plangebied. Ten aanzien van de kleine modderkruiper is een toename van het leefgebied te verwachten als gevolg van de aanleg van bredere waterpartijen met natuurvriendelijke oevers. Er zijn geen negatieve effecten te verwachten op de kleine modderkruiper. Ten tijde van de werkzaamheden van het vergraven van de watergangen kunnen individuen van de kleine modderkruiper echter wel worden verstoord of worden gedood. Door te werken conform enkele eenvoudig toe te passen maatregelen kunnen deze negatieve effecten echter goed worden voorkomen. Deze maatregelen omvatten bijvoorbeeld bij het verbreden van watergangen; altijd werken in één richting en richting open water. Bij het dempen van watergangen; Watergang droogpompen en de achtergebleven vis handmatig overzetten naar nabijgelegen wateren. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Zodra er meer details zijn over de methode van werken dient hiervoor een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld conform de gedragscode voor de Bouw- en Ontwikkelingssector onder begeleiding van een ter zake kundige. Ten aanzien van de rugstreeppad zijn negatieve effecten te verwachten door de verbreding van watergangen. Door deze verbreding worden de watergangen beter geschikt voor (roof)vis, waardoor de mogelijke functie als voortplantingswater van de rugstreeppad verloren gaat. Op de landhabitat en overwinterhabitat langs de randen en de Hogendijk zijn geen effecten te verwachten. Door de aanleg van tuinen zal deze habitat aanwezig blijven. Ook vinden er geen werkzaamheden plaats aan de Hogendijk. Ten tijde van de werkzaamheden zal er door het aanbrengen van zand echter ook zeer geschikt leefgebied voor de rugstreeppad ontstaan. Vanwege de hoge verspreidingscapaciteit kan deze soort tijdens de werkzaamheden het plangebied betrekken en vervolgens door de werkzaamheden worden vernietigd. Effecten ten aanzien van Flora- en faunawet Er zijn geen negatieve effecten te verwachten op vogels, vleermuizen of andere zoogdieren. Voor deze soortgroepen is zijn geen maatregelen ten aanzien van de Flora- en faunawet vereist. De kleine modderkruiper is beschermd middels tabel 2 van de flora- en faunawet. Door te werken conform een goedgekeurde gedragscode van het Ministerie van EL&I voldoet men aan de eisen voor een vrijstelling van de Flora- en faunawet voor deze soort. Deze gedragscode eist de implementatie van een locatie- en soortspecifiek ecologisch werkprotocol. De rugstreeppad is beschermd middels tabel 3 van de flora- en faunawet en bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Dit houdt in dat er geen negatieve effecten op deze soort plaats mogen vinden. Er is geen ontheffingsmogelijkheid van de Flora- en faunawet voor de rugstreeppad blad 40 van 57

43 in het geval van ruimtelijke ontwikkelingen. Dit betekent dat de werkzaamheden zodanig dienen te worden uitgevoerd dat er geen schade aan individuen of populaties van deze soort mag ontstaan. Doordat momenteel niet bekend is of er in de huidige situatie rugstreeppadden van het plangebied gebruik maken, is niet duidelijk of er leefgebied van deze soort verloren gaat, en of dit dus gecompenseerd moet worden. Het is aan te bevelen een jaar voorafgaand aan de werkzaamheden een inventarisatie van de rugstreeppad uit te voeren. Ten tijde van de werkzaamheden dient ook te worden voorkomen dat de rugstreeppad alsnog (of weer) het plangebied betrekt. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld. Conclusie Flora- en faunawet De volgende streng beschermde soorten komen (mogelijk) voor in het plangebied en kunnen door de plannen negatief worden beïnvloed: Kleine modderkruiper; Rugstreeppad. Ter voorkoming van overtredingen van de Flora- en faunawet dienen de volgende maatregelen te worden uitgevoerd: Werkzaamheden aan watergangen dienen conform een goedgekeurde gedragscode plaats te vinden; Het voorkomen van de rugstreeppad dient een jaar voorafgaand aan de werkzaamheden in kaart te worden gebracht; Afhankelijk van de resultaten van bovenstaande inventarisatie dienen mogelijk aanvullende mitigerende of compenserende maatregelen plaats te vinden; Ten tijde van de werkzaamheden dient te worden voorkomen dat de rugstreeppad het plangebied betrekt. Bovenstaande punten dienen te worden verwerkt in een ecologisch werkprotocol conform een door het ministerie van EL&I goedgekeurde gedragscode. Aanbevelingen ter bevordering van natuur in de stad Met behulp van enkele eenvoudige maatregelen kan de natuur in de stad versterkt worden en krijgen planten en dieren ook in nieuwe ontwikkelingslocaties de ruimte. Hiervoor worden voor dit plan de volgende aanbevelingen gedaan; Verbreden wateren rondom het perceel en de aanleg van natuurvriendelijke oevers; Plaatsing vleermuiskasten of geschikt maken van spouwmuren van nieuwbouw voor vleermuizen, huismussen en zwaluwen; Plaatsing (steen)uilen kasten aan de randen van het plangebied; Behouden en aanleggen van inheemse groenstructuren. Dergelijke maatregelen bevorderen de leefbaarheid van een woonwijk aanzienlijk. Ook dragen deze maatregelen sterk bij aan een versnelling van het natuurlijk evenwicht in een nieuwbouwwijk. Dit kan typische problemen als spinnenoverlast of muizenplagen van nieuwbouwwijken voorkomen. 4.8 Verkeer en parkeren Verkeersgeneratie In het bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van de 166 woningen mogelijk gemaakt, maar wordt ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de ontwikkeling van blad 41 van 57

44 leisurevoorzieningen mogelijk te maken. Daarbij gaat het om een hotel in combinatie met wellnessvoorzieningen, een zalencentrum en restaurants. Voor het bepalen van de verkeersgeneratie van de beoogde ontwikkelingen is gebruik gemaakt van de kencijfers van het CROW. Daarbij zijn de volgende publicaties geraadpleegd: Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden, vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer, publicatie 256, september 2008; Verkeersgeneratie voorzieningen, kengetallen gemotoriseerd verkeer, publicatie 272, december In de door de gemeente Nieuwkoop aangeleverde prognose van de intensiteiten voor 2020 is al rekening gehouden met de realisatie van 100 woningen in De Verwondering. Dit betekent dat bij de bepaling van de verkeersgeneratie van het plangebied niet moet worden uitgegaan van 166 woningen, maar van 66. Op grond van de kencijfers van het CROW bedraagt de verkeersgeneratie van deze 66 woningen, afgerond op tientallen ongeveer 510 tot 540 motorvoertuigbewegingen per weekdagetmaal. In Bijlage 7 is de rapportage van de verkeersgeneratie inclusief de berekening van de verkeersgeneratie opgenomen. In het bestemmingsplan wordt voor een deel van het plangebied een wijzigingsbevoegdheid opgenomen van een agrarische bestemming naar een bestemming waarbij leisure mogelijk wordt gemaakt. Indien van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt, zal de verkeersgeneratie van het plangebied toenemen. De berekening van de verkeersgeneratie van de leisurevoorzieningen is eveneens in Bijlage 7 opgenomen. Hieronder zijn de resultaten van deze berekeningen (afgerond op tienatallen) weergegeven: hotel (70 à 80 kamers): circa 160 tot 180 motorvoertuigbewegingen per gemiddelde weekdag; wellnesscentrum: circa 200 tot 250 motorvoertuigbewegingen per gemiddelde weekdag; zalencentrum: circa 40 tot 80 motorvoertuigbewegingen per gemiddelde weekdag; restaurant: circa 500 tot 600 motorvoertuigbewegingen per gemiddelde weekdag. De afzonderlijke leisurefuncties genereren in totaal ongeveer 900 tot motorvoertuigbewegingen per gemiddelde weekdag. In de praktijk zal dit aantal wat lager uitvallen, omdat bezoekers in één bezoek mogelijk meerdere voorzieningen bezoeken. Zo zal het voorkomen dat er bezoekers aan het wellnesscentrum zijn die ook van het restaurant gebruik maken en in het hotel overnachten. Het totaal aantal motorvoertuigbewegingen van de leisurevoorzieningen kan dan ook als een worst-casescenario worden gezien. Parkeren In de Notitie Parkeerbeleid zijn parkeernormen opgenomen. Hieruit kan worden afgeleid dat voor de planlocatie de Verwondering een parkeernorm van 2,1 parkeerplaatsen voor grote woningen (> 450 m3 ) en 1,85 parkeerplaatsen per woning voor gemiddelde woningen ( m3 ) moet worden aangehouden. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van de Verwondering is de realisatie van parkeren op eigen erf voor vrijstaande woningen en tweekappers. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het theoretisch aantal parkeerplaatsen en de werkelijke situatie. Hiervoor is in de parkeernotitie een berekeningsaantal benoemd. Bij de uitwerking van de plannen voor de woonwijk zal hier nader invulling aangegeven worden. In het voorliggende bestemmingsplan wordt binnen de bestemming Woongebied - 1, Woongebied - 2 en Verkeer-Verblijfsgebied de mogelijkheid geboden om parkeerplaatsen te realiseren. Conclusie Het effect van de verkeersgeneratie van De Verwondering op de direct omliggende wegen is verkeerskundig acceptabel. Verkeer en parkeren vormen geen belemmering voor het bestemmingsplan. blad 42 van 57

45 4.9 Milieueffectrapportage Wettelijk kader Per 1 april 2011 is het Besluit milieueffectrapportage gewijzigd. Een belangrijk nieuw element in het Besluit m.e.r. is het (in feite) indicatief maken van de gevals-definities (de drempelwaarden in kolom 2 in de D-lijst). Dit betekent dat het bevoegd gezag meer moet doen dan onder de oude regelgeving. Vroeger kon worden volstaan met de mededeling in het besluit dat de omvang van de activiteit onder de drempelwaarde lag en dus geen m.e.r. (beoordeling) noodzakelijk was. Onder de nu geldende regeling moet een motivering worden gegeven. Deze motivering moet op basis van dezelfde criteria als de m.e.r.-beoordeling. De diepgang kan echter anders zijn en er zijn geen vormvereisten. Door Infomil wordt dit de 'vormvrije m.e.r.-beoordeling' genoemd. De consequentie van de nieuwe regeling is dat in elk besluit of plan dat betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst aandacht moet worden besteed aan de m.e.r. Dit kan zijn in de vorm van een motivering dat belangrijk nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten (en er dus geen m.e.r. (beoordeling) is uitgevoerd) of in de vorm van een beschrijving van de resultaten van de m.e.r. (beoordeling). Concreet voor deze situatie betekent dit dat allereerst gekeken moet worden of sprake is van een of meerdere activiteiten, zoals genoemd in de D-lijst, die door middel van dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. In casu is sprake van de bouw van woningen. Een dergelijke ontwikkeling wordt genoemd in de D-lijst 11.2 ('De aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen'). Nu wordt hier een minimum aantal van 2000 woningen genoemd, maar deze zijn, voor het beoordelen van de nadelige milieueffecten niet aan de orde. Een plan met maximaal 166 woningen moet ook op nadelige milieueffecten beoordeeld worden. Wat is een vormvrije m.e.r.-beoordeling De milieueffectrapportage (m.e.r.) is bedoeld om het milieubelang vroegtijdig en volwaardig in de plan- en besluitvorming in te brengen. De m.e.r. is altijd gekoppeld aan een besluit, bijvoorbeeld een structuurvisie of een bestemmingsplan. Een m.e.r. is een uitgebreide procedure, waarbij een uitgebreid onderzoek (MER) naar de milieueffecten (verkeer, geluid, natuur, water, etc.) wordt uitgevoerd. Een m.e.r.-beoordeling is een toets om te beoordelen of bij een project belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden, waardoor een m.e.r. nodig is. In de Besluit m.e.r., die op 1 april 2011 is gewijzigd (zie kader), zijn in de bijlage, onderdeel C en D activiteiten opgenomen, waarbij op grond van artikel 7.8b van de Wet milieubeheer besloten moet worden of bij de voorbereiding van het plan of besluit voor die activiteiten een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. De voorgenomen activiteit, de ontwikkeling van Achter de Hove, is niet opgenomen in onderdeel C, wel in onderdeel D onder categorie D Activiteiten blad 43 van 57 Gevallen Besluit

46 D 11.2 De aanleg, wijziging of ontwikkeling van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 1: een oppervlakte van 100 hectare of meer, 2. een aaneengesloten gebied en of meer woningen omvat, of 3. een bedrijfsvloeroppervlakte van m2 of meer. De vaststelling van het plan, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ruimtelijke ordening à het bestemmingsplan Zou sprake zijn van een "overschrijding" van bovengenoemde drempelwaarden dan is sprake van een m.e.r.-beoordeling De ontwikkeling valt echter onder de drempelwaarden (zie kolom 'gevallen'): De oppervlakte bedraagt minder dan 100 ha; Het project is wel een aaneengesloten gebied, maar bevat geen of meer woningen; De bedrijfsvloeroppervlakte van de ontwikkeling bedraagt minder dan Conform de gewijzigde Besluit m.e.r. dient, voor activiteiten die wel in de D-lijst zijn opgenomen, maar niet aan de drempelwaarden voldoen, een toets aan 'Bijlage III Europese richtlijn milieubeoordeling projecten' te worden uitgevoerd (zie kader) en dient beoordeeld te worden of er belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen optreden. Dit wordt een vormvrije m.e.r.-beoordeling genoemd. Conclusie Toetsing van onderhavig plan aan de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn leidt tot de conclusie dat voor de meeste thema's belangrijke nadelige milieugevolgen ten gevolge van de beoogde ontwikkeling zijn uit te sluiten (zie Bijlage 10). Negatieve effecten op de rugstreeppad zijn (nog) niet uit te sluiten omdat niet duidelijk is of deze soort van het plangebied gebruik maakt. Er dient een nadere inventarisatie plaats te vinden naar het voorkomen van de rugstreeppad (zie paragraaf 4.7), aangezien deze soort op grond van de Habitatrichtlijn is beschermd. Belangrijke nuancering hierbij is echter dat op grond van Bijlage III van de EU richtlijn m.e.r., alleen de soort is beschermd en dat er in die zin geen sprake is van (mogelijke) belangrijke negatieve effecten op 'gebieden' die in de wetgeving van lidstaten zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd. blad 44 van 57

47 Hoofdstuk Waterparagraaf Inleiding In het kader van het bestemmingsplan de Verwondering te Nieuwveen, gemeente Nieuwkoop, moet de watertoets worden doorlopen. De randvoorwaarden en uitgangspunten die in het kader van de watertoets zijn verzameld worden vastgelegd in deze waterparagraaf. Wettelijk kader Sinds 1 november 2003 is de watertoets een verplicht onderdeel van een bestemmingsplan. Het doel van het watertoetsproces is om in een zo vroeg mogelijk stadium rekening te houden met water in ruimtelijke plannen en besluiten. In de startovereenkomst Waterbeleid voor de 21e eeuw en in het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben de gezamenlijke overheden bepaald dat water een sturend principe moet zijn in de ruimtelijke ordening. Verantwoordelijk voor het waterbeheer in het plangebied is het Hoogheemraadschap van Rijnland. Beschrijving huidige situatie Figuur 5.1 geeft het plangebied weer. Het oppervlak beslaat circa 20 hectare. De locatie is gelegen tussen eerdere dorpsuitbreidingen (oostelijk) en de recent aangelegde golfbaan (westelijk). Het plangebied bevindt zich binnen de polder Nieuwkoop. Het hoogheemraadschap hanteert een streefpeil van NAP -6,30m. Het gebied heeft momenteel een agrarische functie en watert af door middel van een stelsel van poldersloten in zuidelijke richting. Figuur 5.1 situering plangebied Randvoorwaarden Hoogheemraadschap van Rijnland blad 45 van 57

S 2(m. 6?. idü^dkfï. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gemeente Haarlem t.a.v. G. Wanders Postbus PB Haarlem. uw kenmerk: uw brief/mail van:

S 2(m. 6?. idü^dkfï. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gemeente Haarlem t.a.v. G. Wanders Postbus PB Haarlem. uw kenmerk: uw brief/mail van: Doe nr Afd \T9 f or> ^ ' < i K M Kopie: Reg datum i 2 AU S 2(m Afdoen datum. Ontv bew \ A Behandelaar Paraa' atgedf)^ 6?. idü^dkfï! uw kenmerk: uw brief/mail : ons kenmerk: bijlagen: inlichtingen: 9 juli

Nadere informatie

Nieuwsbrief woningbouwproject Nieuwveen

Nieuwsbrief woningbouwproject Nieuwveen Aan de bewoners van Nieuwveen datum Februari 2012 ons kenmerk 12.02656 betreft Nieuwsbrief Woningbouwproject Nieuwveen Nieuwsbrief woningbouwproject Nieuwveen Via deze nieuwsbrief informeert de gemeente

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Notitie Datum Kenmerk 7 november 2011 PN 279972 Betreft Waterparagraaf horecagelegenheid langs de A44, gemeente Teylingen Status: definitief 1 Aanleiding In de gemeente Teylingen wordt een nieuw station

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN Memo Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN 307938 Aan Macéka Vastgoed t.a.v. De heer M.M. Boerse Amsterdamsestraatweg 41 Postbus 560 3740 AN Baarn Kopie aan Van Ir. J.W. Bronkhorst

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen GEMEENTE BUREN Toelichting landschappelijke inpassing Uiterdijk 33 Zoelen Toelichting landschappelijke inpassing Projectnr.061-083 / november 2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Planlocatie...

Nadere informatie

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013 Startdocument Schuytgraaf Veld 17b juni 2013 1 Inleiding In mei 2012 heeft de gemeente Arnhem het project Schuytgraaf overgenomen van de GEM (Grondexploitatie maatschappij). De gemeente heeft nu de leiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

D A M S T A E T E S T E D E N B O U W K U N D I G P L A N L A N G E R A A R G E M E E N T E N I E U W K O O P A U G U S T U S

D A M S T A E T E S T E D E N B O U W K U N D I G P L A N L A N G E R A A R G E M E E N T E N I E U W K O O P A U G U S T U S S T E D E N B O U W K U N D I G P L A N L A N G E R A A R G E M E E N T E N I E U W K O O P A U G U S T U S 2 0 1 2 C O L O F O N Ontwerp: Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever: Gemeente Nieuwkoop Augustus

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

De Verwondering Nieuwveen. Definitief Ontwerp

De Verwondering Nieuwveen. Definitief Ontwerp De Verwondering Nieuwveen Definitief Ontwerp 1 Colofon ontwerp en analyse: HOSPER, Planmaat, GIDZ In opdracht van: Gemeente Nieuwkoop Juli 2012 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Opgave en locatie 1.1 Introductie

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1 van de Verordening Ruimte 1 voor de realisatie van 2 burgerwoningen Albert van t Hartweg 46, Nieuwerkerk a/d IJssel 1. Aanleiding Dhr. R. Reijm, wonende te Moordrecht,

Nadere informatie

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Inhoud 1. Inleiding en juridische procedure 2 2. Zienswijzen overlegpartners 2 - Waterschap Hunze en Aa s 3. Gevolgen voor het bestemmingsplan 4 2 1. Inleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030 Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Opzet presentatie moment in het proces terugblik gesprekken waar zijn we nu mee bezig?

Nadere informatie

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college,

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college, Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Gemeente Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030 Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Opzet presentatie moment in het proces terugblik dialoogavonden toelichting uitwerking

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug

Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug 1 oktober 2014 Inhoudsopgave 1. Opgave 3. 2. Analyse 4. Provinciale en gemeentelijke ambities; Knelpunten plangebied; Kwaliteiten; Kansen. 3. Ontwikkelstrategie

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Park Vliegbasis Soesterberg

Park Vliegbasis Soesterberg Plannen voor Vliegbasis Soesterberg (2009-2012) Aan de ruimtelijke planvorming voor de Vliegbasis Soesterberg is de afgelopen jaren hard gewerkt door de betrokken overheden en verschillende gebiedspartijen.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gorinchem, 4 april 2016 NL.IMRO. 1719.1bp15herzmadeprins-on01 Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Structuurvisie deel 2 Uitvoeringsparagraaf fonds Noordse Buurt en Woonfonds

Structuurvisie deel 2 Uitvoeringsparagraaf fonds Noordse Buurt en Woonfonds Structuurvisie deel 2 Uitvoeringsparagraaf fonds Noordse Buurt en Woonfonds 1 Inleiding Deze notitie, in de vorm van een uitvoeringsparagraaf van de Structuurvisie, bestaat uit twee onderdelen; namelijk

Nadere informatie

INLEIDING EN LEESWIJZER

INLEIDING EN LEESWIJZER INHOUD BLZ INLEIDING EN LEESWIJZER De talenten van Oirschot...3 Wat is een structuurvisieplus?...3 Het planproces...5 Opbouw van de structuurvisieplus...7 028-252 gemeente Oirschot StructuurvisiePlus "Inleiding

Nadere informatie

beschrijving plankaart.

beschrijving plankaart. 06. plan. "Op en langs het voormalige tracé van de A9 wordt de vrijkomende ruimte gebruikt om nieuwe hoogwaardige woongebieden te realiseren binnen de bebouwde kom van Badhoevedorp. Deze gebieden krijgen

Nadere informatie

Addendum. Inleiding Toetsingskader plansituatie

Addendum. Inleiding Toetsingskader plansituatie Addendum nummer 1 datum 19 september 2014 aan Gemeente Nieuwkoop van M.J. Reinders kopie R.H. van Trigt project Bestemmingsplan Vivero, Langeraarseweg 12 en landgoed (voorheen Langeraar-Oost) projectnummer

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Teylerspark. Stedenbouwkundig plan voor 20 woningen

Teylerspark. Stedenbouwkundig plan voor 20 woningen Teylerspark Stedenbouwkundig plan voor 20 woningen 1 2 Ligging plangebied Aanleiding Dit stedenbouwkundig plan is opgesteld om de realisatie van twintig sociale huurwoningen op het grasland naast Teylersplein

Nadere informatie

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F: pagina 2 van 11 COLOFON, Adviseurs in omgevingsrecht Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: 088 321 25 20 F: 088 321 25 29 Postbus 5011, 2900 EA Capelle aan den IJssel T: 088 321 25 10 F: 088 321 25 19 Niets

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding Park van buijsen pijnacker-nootdorp Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding Plan Landschappelijke drager hoofdontsluiting * De van Buijsen De Scheggen wadi Zuidweg De Scheggen Plas van Buijsen waterstraat

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

Watertoets. OS&O terrein e.o. te Huisduinen. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 maart , revisie V05

Watertoets. OS&O terrein e.o. te Huisduinen. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 maart , revisie V05 Watertoets OS&O terrein e.o. te Huisduinen Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 maart 2010 Inhoudsopgave 1 1.1 Inleiding... 4 Aanleiding... 4 1.2 Leeswijzer... 4 2 Huidige situatie... 5 2.1

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 4 4 2016 definitief

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN De Beljaart Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan projectnr. 196652.40 revisie 04 maart 2012 Opdrachtgever Postbus 10153 5100 GE DONGEN datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring vrijgave 28

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011 Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011 Verordening Ruimte ontwerp wijzigingsbesluit ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen het

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 1; fase 2. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN. projectnr revisie september 2009

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 1; fase 2. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN. projectnr revisie september 2009 De Beljaart Uitwerkingsplan 1; fase 2 projectnr. 196652.20 revisie 02 09 september 2009 Opdrachtgever Gemeente Dongen Postbus 10153 5100 GE DONGEN datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring vrijgave

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Duinkampen 21 te Paterswolde NL.IMRO.1730.ABDuinkamp21PW-0301 Status: concept - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld om

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Notitie. Milieu Drielanden-West

Notitie. Milieu Drielanden-West Notitie Contactpersoon Martijn Gerritsen Datum 20 januari 2011 Kenmerk N001-4748116EMG-evp-V01-NL Inleiding Deze notitie beschrijft de wijze waarop milieu onderdeel uit kan maken van de nota van uitgangspunten

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Diverse kavels. Groenstrook Zeemanskade Parallel gelegen aan de N482 te Sliedrecht

Diverse kavels. Groenstrook Zeemanskade Parallel gelegen aan de N482 te Sliedrecht blad 2 Inhoud 1. Algemene informatie... 3 1.1. Algemene omschrijving... 3 1.2. Adresgegevens... 3 1.3. Kadastrale gegevens... 3 1.4. Kenmerken... 3 1.5. Ligging... 4 1.6. Loopbrug... 4 1.7. Ontsluiting...

Nadere informatie

De raad van de gemeente Nieuwkoop, Postbus 1, 2460 AA TER AAR. Datum: 8 januari 2013. Onderwerp: zienswijze ontwerp bestemmingsplan De Verwondering.

De raad van de gemeente Nieuwkoop, Postbus 1, 2460 AA TER AAR. Datum: 8 januari 2013. Onderwerp: zienswijze ontwerp bestemmingsplan De Verwondering. De raad van de gemeente Nieuwkoop, Postbus 1, 2460 AA TER AAR Datum: 8 januari 2013. Onderwerp: zienswijze ontwerp bestemmingsplan De Verwondering. Geachte leden van de raad, De Vereniging Open Nieuwveens

Nadere informatie