Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1999 Nr. 48 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 januari 1999 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 1 heeft op 2 december 1998 overleg gevoerd met minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: de brieven inzake de bouw van een stormvloedkering in de Eems (VROM en VROM ); de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Feenstra, Herrebrugh en Witteveen-Hevinga (Aanhangsel Handelingen , nr. 199). Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Reitsma (CDA), voorzitter, Van Middelkoop (GPV), Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Crone (PvdA), Augusteijn- Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Eisses-Timmerman (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Luchtenveld (VVD), Van Wijmen (CDA), Kortram (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Van Gent (Groen- Links), Oplaat (VVD), Van der Staaij (SGP), Van Dok-van Weele (PvdA), Schoenmakers (PvdA), Udo (VVD). Plv. leden: Leers (CDA), Stellingwerf (RPF), Dijksma (PvdA), Valk (PvdA), Essers (VVD), De Wit (SP), Van Heemst (PvdA), De Boer (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Van Beek (VVD), Geluk (VVD), Visser-Van Doorn (CDA), Schreijer-Pierik (CDA), Blok (VVD), Biesheuvel (CDA), Bos (PvdA), Van den Akker (CDA), Giskes (D66), M. B. Vos (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Niederer (VVD), Van t Riet (D66), Waalkens (PvdA), Spoelman (PvdA), Voorhoeve (VVD). De heer Feenstra (PvdA) onderschreef de uitspraak van de minister dat Nederland zijn enige oernatuurgebied, de Waddenzee inclusief de Eems-Dollard, zo lang mogelijk goed moet beschermen. Voor de Duitse verkiezingen is de eerste paal voor het Emssperrwerk geslagen. Zijn de berichten juist dat dit werk daarna is komen stil te liggen als gevolg van een vonnis van een Duitse rechtbank? Uit de Duitse plannen had hij opgemaakt dat het Emssperrwerk enerzijds een waterstaatkundig doel dient, ofschoon hem nooit gebleken was dat er op waterstaatkundig vlak in dit gebied problemen waren. Anderzijds was het doel het mogelijk te maken voor de scheepswerf Meyer in Papenburg om grotere schepen te bouwen en die via de Eems naar zee te laten varen. Biedt het aanbrengen van een stuwdam in de Eems op langere termijn soelaas voor het beoogde economische doel? Hij wees erop dat er weliswaar in deze sector sprake is van moordende concurrentie, maar dat Noord-Nederlandse werven in staat zijn gebleken zodanig samen te werken dat er bij de Eemshaven een buitendijkse faciliteit tot stand is gekomen, waar grote delen van schepen samengebracht worden en aan elkaar worden gelast. Is zoiets aan Duitse zijde niet mogelijk? Zou Duitsland zich kunnen aansluiten bij het Nederlandse initiatief voor zo n buitendijkse faciliteit? Hoe verloopt het overleg tussen Duitsland en Nederland op dit punt? Wat is het resultaat van de toetsing aan de zes internationale overeenkomsten? Hij nam aan dat Nederland zich strikt aan die verdragen houdt. Gebeurt dit ook aan Duitse zijde? KST33526 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1999 Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 1

2 De heer Feenstra was van mening dat deze Duitse plannen beoordeeld moeten worden in het kader van goed nabuurschap, maar dat niet voorbij mag worden gegaan aan de centrale Nederlandse belangen, ook op het gebied van natuur en landschap. Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA) had uit de stukken en andere informatie opgemaakt dat enkele principiële vragen in het voortraject onvoldoende aandacht hebben gekregen. Zij wees op de klacht die de Waddenvereniging d.d. 24 februari jl. heeft gedeponeerd bij de Europese Commissie en de uitspraak van de rechter in Oldenburg van 25 oktober jl. Is de bouw van het Emssperrwerk in overeenstemming met de relevante richtlijnen, verdragen en protocollen? Is voldoende getoetst in hoeverre ecologische, morfologische en hydrologische effecten van de stuwdam zich verdragen met deze richtlijnen, verdragen en protocollen, en met name met het Eems-Dollardmilieuprotocol van 1996? Zo ja, hoe is er getoetst? Zijn meer milieuvriendelijke alternatieven voor de bouw van een dam voldoende onderzocht? Zij had begrepen dat niet onomstotelijk is aangetoond dat een stormvloedkering in de Eems noodzakelijk is voor een adequate kustverdediging ter plaatsen. De lengte van de dijken die verhoogd moeten worden indien wordt afgezien van deze dam is aanzienlijk geringer dan aanvankelijk is aangenomen. De commissie MER stelde alternatieve oplossingen onvoldoende zijn onderzocht. Is de minister bereid in te gaan op de principiële vraag naar de wenselijkheid van de dam en de eventuele strijdigheid met de bestaande regels? In het Planfeststellungsbeschluss is rekening gehouden met de Nederlandse wensen en randvoorwaarden. In de (derde) aide-mémoire stelde de minister er verheugd over te zijn dat Nederland wordt betrokken bij het instellen van een bedieningsprotocol en het voorbereiden van een programma tot monitoring van de effecten van de stuwdam. Mevrouw Schreijer kon instemmen met het hierbij betrekken van regionale milieuorganisaties. Wanneer komt hierover zekerheid? Zij onderschreef de opmerkingen en suggesties over de zuurstofproblematiek en de effecten op de hoog- en laagwaterstanden en was zeer benieuwd naar de Duitse reactie. Zij kon instemmen met de inhoud van de derde aide-mémoire. Welke invloed kan de minister in deze fase nog uitoefenen op het Planfeststellungsbeschluss en de verdere gang van zaken? Welke middelen heeft hij nog om de Nederlandse belangen te behartigen? Wat is de status van dat Planfeststellungsbeschluss? Zij wees erop dat de bezwaartermijn inmiddels is verlopen. Mevrouw Schreijer was van oordeel dat zo snel mogelijk duidelijk moet worden hoe de monitoring eruit gaat zien en hoe Nederland bij het bedrijfsplan en het bedieningsprotocol betrokken wordt. De mogelijke effecten op het ecosysteem zullen grotendeels afhangen van het stuwregime. Van essentieel belang is dat Nederland een vinger in de pap krijgt. Welke invloed kan Nederland op dit punt uitoefenen in de subcommissie Eems-Dollard? Staat al vast dat op basis van de uitkomsten van de monitoring aanpassingen aan het bedieningsprotocol kunnen worden gerealiseerd? Zij vroeg de minister met klem aan te sturen op overleg over garanties voor gezamenlijke oplossingen indien het gebruik van de stuwdam zou leiden tot nadelige effecten op de hoog- en laagwaterstanden, de waterhuishouding en de dijken. Naar haar mening zouden de effecten groot kunnen zijn en zou het ongedaan maken ervan tot hoge kosten kunnen leiden. Mevrouw Schreijer drong er bij de minister op aan in overleg met de Duitse overheid mogelijkheden te onderzoeken om met brongerichte maatregelen het zuurstofgehalte van het Eemswater op een hoger niveau te brengen. Zij merkte ten slotte op dat deze kwestie het zoveelste voorbeeld oplevert van de noodzaak om binnen de EU tot eenduidige en bindende regel- Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 2

3 geving te komen inzake de betrokkenheid van buurlanden bij de realisering van projecten waarbij sprake is van grensoverschrijdende milieueffecten en vroeg of de minister bereid was zich hiervoor in te zetten. De heer Van der Steenhoven (GroenLinks) onderschreef de opvatting van de minister over de bescherming van het Waddengebied en sprak de hoop uit dat het handelen van Nederland daarop wordt gericht. Hij verwelkomde in dat kader de recente uitspraak van de Duitse rechter en vroeg of Duitsland zich wel houdt aan de Habitatrichtlijn, de vogelrichtlijn, de EU-regels inzake steun aan scheepswerven en het Eems-Dollardverdrag. Hij vond het belangrijk dat het kabinet zich verstaat met de Europese instituties. Commissaris Van Miert heeft onlangs kenbaar gemaakt op de hoogte te zijn van de vele bezwaren die zijn gemaakt tegen deze stormvloedkering en een onderzoek te zullen instellen naar de gang van zaken. Een probleem is dat Duitsland niet aan zijn informatieplicht voldoet. De Europese Commissie heeft erop aangedrongen die plicht zo snel mogelijk na te komen. Is de minister bereid de Europese Commissie te vragen naar de stand van zaken en de Nederlandse verontrusting kenbaar te maken? De heer Van der Steenhoven kon ermee instemmen dat tot nu toe door de vorige minister vooral procedurele zaken naar voren zijn gebracht waaraan niet voldaan is. Hij vond het zaak nu duidelijk te maken aan de Europese Commissie en de regeringen van Duitsland en de betrokken Duitse deelstaat waar Nederland inhoudelijk staat en een principieel standpunt in te nemen waarin tot uiting komt dat er sprake is van een absoluut ongewenste ontwikkeling die niet spoort met het Nederlandse beleid inzake het Waddengebied. Hij wees op de ramp met een olietanker in het Duitse Waddengebied en verzocht de minister er bij de Duitse regering op aan te dringen de Nederlandse aanpak terzake ook gemeengoed te doen zijn in dat deel van het Waddengebied. Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) pleitte voor een verdrag tussen Denemarken, Duitsland en Nederland voor het beheer over de hele Waddenzee. Bij een bezoek aan beide andere landen bleek hiervoor grote belangstelling te zijn. Afgesproken is dat dit bezoek een vervolg krijgt. De belangen van het Waddengebied blijkt zeer verschillend van aard te zijn. In Nederland vormen de recreatie en de mossel- en kokkelvisserij een bedreiging, in Duitsland de scheepvaart en in Denemarken de jacht. Ingrepen in het Waddengebied zouden altijd moeten worden getoetst aan de Habitatrichtlijn en de vogelrichtlijn van de EU en de conventie van Ramsar. Dat geldt ook voor wat nu beoogd wordt en wat naar haar mening betiteld moet worden als een stuwdam en niet als een stormvloedkering, omdat van het laatste eigenlijk geen sprake is. Uiteraard had haar fractie grote belangstelling voor de veiligheid, maar uit de uitspraak van de Duitse rechter blijkt heel duidelijk dat andere oplossingen zijn te vinden. Tevens had haar fractie grote belangstelling voor de economische belangen van bijvoorbeeld de Meyerwerf, maar ook daar zijn andere oplossingen te vinden dan het op deze wijze omgaan met natuur en milieu. De belangen van deze werf kunnen bijvoorbeeld gediend worden door een verplaatsing. Op 12 augustus jl. is in een aide-mémoire al twijfel uitgesproken over nut en noodzaak van de bouw van de stuwdam en zijn zorgen geuit over de bescherming van het gebied. Bij brief van 10 november jl. zijn daar nog zaken aan toegevoegd die onder de ogen van de Duitse regering worden gebracht. Mevrouw Augusteijn vond het noodzakelijk dat de Nederlandse regering een krachtig signaal laat horen dat ertoe moet leiden dat Duitsland erkent dat de bescherming van het Waddengebied de hoogste prioriteit moet hebben. Daaraan kan onder meer invulling worden Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 3

4 gegeven door het afzien van de bouw van een dergelijke dam. Door het vlak voor de verkiezingen slaan van de eerste paal zijn verwachtingen gewekt. Zij hoopte dat Duitsland op zijn schreden zal terugkeren en zal kiezen voor bescherming van het Waddengebied, ook als het gaat om andere economische activiteiten die in die omgeving worden beoogd. Ten slotte wees mevrouw Augusteijn op het verzoek van de Kamer aan het kabinet om over de gasboringen in het Waddengebied duidelijkheid te verschaffen en de belangen van dat gebied te laten prevaleren boven economische belangen. De heer Poppe (SP) was verheugd over de tot nu toe getoonde afkeer in de Kamer van de bouw van deze stormvloedkering. Duidelijk is dat het Eems-Dollardgebied een kwetsbaar gebied is. Het fungeert als kraamkamer voor veel dieren en als voedselgebied voor mens en dier. Als zodanig heeft het ook een economisch belang. Kan de minister zeggen wat het maatschappelijk-economisch belang is van het in stand houden van dit gebied? Nederland heeft veel ervaring met de negatieve gevolgen van afsluitingen. Dat gaat zelfs zover dat er plannen zijn om sommige afgesloten gebieden te heropenen. Voor het beschermen van dit kwetsbare gebied zijn hele series overeenkomsten, protocollen en verdragen gesloten, in 1960 begonnen met het Eems-Dollardverdrag. De voorganger van de minister heeft op 21 november 1997 aan de verantwoordelijke Duitse instanties gevraagd om alternatieve oplossingen gedetailleerd te onderzoeken. Is dit gebeurd en zo nee, waarom niet? Heeft de stormvloedkering of stuwdam een dubbelfunctie? Als deze lager is dan de dijken, is het geen stormvloedkering, maar een stuwdam. Hoe zit het precies? Als het een stuwdam is, bedoeld om diepgaande schepen van de Meyerwerf naar zee te kunnen laten varen, is er puur sprake van een economisch belang. Is in dat kader goed gezocht van Duitse kant onder druk van Nederland naar alternatieven voor de Meyerwerf? Is niet hetzelfde mogelijk als in Nederland: buitendijks faciliteiten om schepen, waarvan delen binnendijks gebouwd zijn, te assembleren? Wellicht kan in dat kader samengewerkt worden met de Nederlandse werf. De heer Poppe had het idee dat de minister het hoofd in de schoot heeft gelegd door te stellen dat allerlei dingen gemonitord moeten worden met behulp van de milieuorganisaties die het gevolg kunnen zijn van het bouwen van zo n stuwdam. Is de minister nog steeds bereid er alles aan te doen om te bevorderen dat alle overeenkomsten, verdragen en protocollen nageleefd worden om het natuurgebied te beschermen en tevens de werkgelegenheid in Papenburg en omgeving te beschermen? Kan meegedeeld worden waar overtredingen aan Duitse kant worden begaan? De heer Van der Staaij (SGP) had bezwaren tegen het Emssperrwerk vanwege het zeker niet denkbeeldige risico van een grote aantasting van de getijdendynamiek en de flora en fauna in de Dollard, terwijl onvoldoende vaststaat dat de stuwdam nodig is voor bescherming tegen overstromingen. De verantwoordelijke waterschappen beweren dat de dijken langs de Eems ook zonder die dam voor de komende veertig jaar betrouwbaar genoeg zijn. De bouw van de dam lijkt voort te komen uit de wens om ten behoeve van de scheepswerf Meyer de doorvaart van dieperliggende schepen mogelijk te maken, maar de Duitse rechtbank stelt dat de alternatieven onvoldoende zijn bekeken. Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen wijst uit dat verplaatsing van de werf vele malen goedkoper zou kunnen zijn en uit dat oogpunt is de bouw van de dam overbodig. Is die verplaatsingsoptie gehele buiten beeld geraakt? Zo ja, wat zijn daarvan de redenen? Nederlandse en Duitse milieuorganisaties hebben een klacht ingediend bij de Europese Commissie wegens schending van de Habitat- en de Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 4

5 vogelrichtlijn. Kan meegedeeld worden wanneer die procedure is afgerond? De heer Van der Staaij kon zich voorstellen dat Nederland zich niet zonder meer neerlegt bij de aanleg van de stuwdam, voordat op dit punt meer duidelijkheid is verstrekt. Welke mogelijkheden zijn er nog om die bouw tegen te houden? Is niet de situatie ontstaan dat alleen nog kan worden gesproken over de voorwaarden om de nadelige effecten te minimaliseren? De aanleg van de stuwdam maakt het mogelijk dat nog grotere schepen door de Meyerwerf gebouwd worden. Wat betekent dit voor de noodzaak tot baggeren? Zal dit nog intensiever moeten gebeuren? Wat zijn daarvan de ecologische effecten? Onduidelijk was hem wat de gevolgen zijn voor de afwateringscapaciteit van de waterschappen als het water in Dollard en Eems hoger komt te staan. Zijn de dijken rond Dollard en Eems hoog genoeg om bestand te zijn tegen een hoger waterniveau? De heer Hofstra (VVD) benadrukte dat het om een Duits project gaat en dat het als zodanig moet worden behandeld. Alle afwegingen, ook politiek van aard, moeten derhalve door de Duitsers gemaakt worden. Daarom was hij niet zo gelukkig met het advies van de minister aan Duitsland om de milieuorganisaties bij het exploitatieprogramma te betrekken. Als de Nederlandse milieuorganisaties worden bedoeld, zou hij er helemaal niet voor zijn. Hij was het er wel mee eens dat Nederland voor de eigen belangen pal moet staan. Nederland heeft op tal van momenten strijd moeten leveren met het water en daarover besluiten genomen. De heer Hofstra vond dat alleen de Duitsers over hun eigen veiligheidsnormen kunnen besluiten. Op 28 januari 1994 is het water in dit gebied hoger gekomen dan ooit het geval was. Dit heeft er ook toe geleid dat er in dit deel van Duitsland een discussie op gang is gekomen over een waterkering. De vaste commissie voor Economische Zaken heeft dit voorjaar een bezoek gebracht aan de scheepswerf Meyer en heeft kunnen constateren dat het een geweldig bedrijf is, waarin veel Nederlanders werken. Bovendien is er sprake van een toenemende samenwerking tussen Meyer en de Noord-Nederlandse werven. Meyer wil in het belang van de werkgelegenheid meer water onder de kiel en heeft daarom behoefte aan die dam. Overigens had de heer Hofstra begrepen dat bij Meyer al schepen van een zodanige diepgang in opdracht zijn genomen die alleen maar naar zee kunnen als dit werk is uitgevoerd. Hij wees erop dat slechts gemiddeld twee keer per jaar de stuwdam in werking wordt gesteld. Het gebeurt zo weinig dat het niet nodig is geoordeeld te komen tot de bouw van een sluis. Een en ander houdt in dat de effecten op het milieu beperkt zullen zijn. Naar zijn mening dienden over de consequenties voor Nederland hardere afspraken te worden gemaakt dan in de stukken is vermeld. Hierbij gaat het om het zuurstofgehalte van het water, de dijkverhogingen en de afwatering aan Nederlandse kant en de effecten van het gebruik van de stuwdam in het kader van de heersende weersomstandigheden. Wat zijn de normen inzake het zuurstofgehalte in Europees verband? Wat is het standpunt van de regering? Waar kunnen de Duitsers formeel aan gehouden worden? Wat de hoogwatersituatie betreft, was de heer Hofstra ervoor vast te houden aan de eis dat 40 miljoen m 3 water geborgen kan worden in de Eems. Dit heeft een verlagend effect op de waterstand bij de Nederlandse dijken. Als de laagwatersituatie leidt tot een andere bemaling van Nederlandse kant en dit extra kosten meebrengt, moeten de Duitsers dat betalen, meende hij. Hij pleitte voor het maken van harde afspraken in dat kader en in het kader van de exploitatie. Een Duitse rechtbank had ervoor gezorgd dat de bouw van de stuwdam is stilgelegd, omdat een onderdeel van de dubbelfunctie wel was besproken Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 5

6 en het andere niet of te weinig. Kan het verdere tijdpad aangegeven worden? In Duitsland en Nederland houden verschillende instanties zich met onderwerp bezig. Hoe zit het met de coördinatie? Komt er binnenkort een gesprek op ministersniveau? Het antwoord van de regering De minister stelde met nadruk vast dat het gaat om een Duitse beslissing en dat hij zich niet wilde bemoeien met Duitse interne aangelegenheden. Wat Nederland betreft, gaat het om de grensoverschrijdende effecten van een Duitse beslissing. Die moeten getoetst worden aan internationale afspraken en aan de Nederlandse belangen. Hij was tevreden over de wijze waarop de Duitse autoriteiten over het algemeen de bereidheid hebben getoond om in te gaan op Nederlandse verzoeken. Daarbij maakte hij de kanttekening dat de procedure nog niet is afgerond en dat hij niet met alle stappen die in Duitsland gezet zijn gelukkig is. De minister had direct gereageerd op de verkiezingsstunt enkele maanden geleden van de lijsttrekker van de SPD het slaan van de eerste paal, waarbij werd gesteld dat dit het begin inhield van de bouwwerkzaamheden dat de deadline met betrekking tot het indienen van bezwaar- en beroepschriften nog niet was bereikt. Het antwoord was dat zoiets naar Duits geldend recht wel mogelijk is. De minister hoopte snel antwoord te krijgen op de aide-mémoires, anders dan alleen in indirecte en materiële zin. In die zin is wel op de aide-mémoires gereageerd, maar een en ander is nog niet bevestigd in een officieel schrijven. Hoe is er geopereerd? Door de Nederlandse MER heeft in 1997 een toetsing plaatsgevonden van het Duitse effectenrapport. Dat heeft geleid tot het eerste aide-mémoire aan de Duitse autoriteiten om nadere informatie over een aantal gespecificeerde punten om het mogelijk te maken een oordeel te vormen over de grensoverschrijdende effecten van de voorgenomen activiteiten. Een en ander gebeurde onder verwijzing naar een groot aantal internationale afspraken. Verder is gevraagd om twee alternatieven in ogenschouw te nemen, namelijk baggeren en dijkverhoging. Vervolgens is veel informatie ontvangen van de Duitse autoriteiten en zijn seminars georganiseerd tussen deskundigen. Op 8 juli 1998 is officieel door de Duitse regering een samenvatting van een en ander bekend gemaakt. Daarop is door de minister gereageerd met het tweede aide-mémoire, waarin hij, geconstateerd hebbend dat de twee alternatieven om milieuoverwegingen waren afgewezen, zich op het standpunt heeft gesteld dat de aanleg en het gebruik van het Emssperrwerk geen belangrijke nadelige gevolgen mogen hebben voor het Eems-Dollardestuarium en de Waddenzee. Hij had een en ander vertaald in voorstellen die betrekking hebben op de waterstanden en het zuurstofgehalte en voorstellen met betrekking tot het beheer. Duidelijk blijkt dus dat hij zich niet had beperkt tot procedurele kanttekeningen, maar zich uitdrukkelijk had uitgelaten over inhoudelijke consequenties op basis van technische discussies die hadden plaatsgehad. De minister wilde niet de politieke uitspraak doen dat er van de kant van de Duitse regering onvoldoende op is ingegaan. Hij had wel bemerkt dat de goede wil aan Duitse kant aanwezig is om tegemoet te komen aan de bezwaren die door Nederland naar voren zijn gebracht. Het derde aide-mémoire was toegespitst op de specifieke overblijvende punten. Indien aan de voorstellen inzake waterstanden en zuurstofgehalte onvoldoende tegemoet wordt gekomen, is de situatie bereikt waarin hij zal zeggen: Duitsland heeft onvoldoende rekening gehouden met de Nederlandse bezwaren. Er is dan sprake van een grensoverschrijdend effect dat er niet zou mogen zijn. In het huidige goede, diplomatieke overleg was hij echter nog niet aan die constatering toe. Uitgangspunt is dat er geen negatief Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 6

7 grensoverschrijdend effect van de bouw van die stormvloedkering dient te zijn op het Waddengebied. Het derde alternatief, ook in discussie maar door de vorige minister van VROM niet genoemd, betrof het verplaatsen van de werf. De Duitse rechter heeft uitgesproken dat de alternatieven onvoldoende zijn onderzocht. Een dergelijke opvatting in Duitsland zelf over een interne Duitse beslissing is veel belangrijker dan een opvatting in het buitenland. De minister had zich op het standpunt gesteld dat, als in Duitsland besloten wordt om een dam aan te leggen om de eigen mensen te beschermen, hij zich niet moest uitlaten over die keus. Overleg tussen experts had tussen september 1997 en juli 1998 plaatsgevonden en er waren geen aanwijzingen gevonden dat die keus zou leiden tot belangrijke nadelige ecologische effecten op het Nederlandse grondgebied. Hij had daarbij gesteld: als dat toch het geval zal zijn, heeft de Duitse regering gelijk en weegt het veiligheidsbelang zeer zwaar. Velen zeggen dat de belangrijkste doelstelling van het Emssperrwerk het stuwen betreft. De minister wilde hierover geen oordeel geven, maar achtte het mogelijk dat ook voor deze doelstelling alternatieven denkbaar zijn. Het derde alternatief, de verplaatsing van de scheepswerf Meyer, wordt in Duitsland bediscussieerd. Hij had voldoende vertrouwen in de kracht van de Duitse democratie om ervan uit te gaan dat dit soort alternatieven in deze procedure aan de orde komen. De minister wilde de ecologie van het Waddengebied met kracht beschermen, maar liet het beschermen van de Duitse werkgelegenheid graag over aan de Duitse autoriteiten. Dit is overigens niet altijd gemakkelijk met elkaar in overeenstemming te brengen, omdat bevordering van milieu en bevordering van economie niet altijd samengaan. De uitspraak van de rechter in Oldenburg van 25 november jl. is gedaan naar aanleiding van een schorsingsverzoek van een Duitse milieuorganisatie en houdt onmiddellijke stopzetting in, totdat over het beroep tegen het Planfeststellungsbeschluss definitief is beslist. De rechter is ingegaan op het feit dat de regering van Weser-Erms, het bevoegd gezag met betrekking tot de dam, in het besluit tot de bouw van die dam had bepaald dat het besluit onmiddellijk van kracht zou zijn, voorzover dat besluit betrekking had op de stormvloedkerende functie van de stuwdam. De rechter heeft eraan toegevoegd van mening te zijn dat beide functies niet te scheiden zijn. Dat is een belangrijk element in deze uitspraak. Verder stelde de rechter dat, ook al zou wel van een scheiding tussen deze functies kunnen worden uitgegaan, de alternatieven voor de functie van stormvloedkering onvoldoende zijn onderzocht en met name welke dijkgedeelten eventueel versterking behoeven. Voorts zei de rechter dat het standpunt van de Europese Commissie afgewacht moet worden, omdat de bouw van invloed zal zijn op gebieden die vallen onder de Europese vogelrichtlijn. Een klacht over schending van die richtlijn en de Habitatrichtlijn is ingediend door Duitse natuur- en milieubeschermingsorganisaties en door de Nederlandse Waddenvereniging. De Europese Commissie heeft op basis van de vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn de taak een uitspraak te doen of deze richtlijnen op een adequate wijze zijn omgezet in de wetgeving van de afzonderlijke lidstaten, in dit geval van Duitsland. Dit houdt de mogelijkheid in dat de (Duitse) rechter een oordeel moet kunnen uitspreken over de toepassing door de bevoegde autoriteiten van die omgezette wetgeving. De minister wees erop dat een en ander nog niet voldoende is omgezet in de Nederlandse wetgeving. Daarom achtte hij het politiek niet wijs om een ander land aan te spreken op het onvoldoende vertaald hebben van die richtlijnen in de eigen wetgeving. Er kan ook gebruik worden gemaakt van het verdrag dat is gebaseerd op de mogelijkheid dat er consultaties plaatsvinden en informatie wordt gegeven over de grensoverschrijdende belangen op milieuterrein van bepaalde beslissingen die in een land worden genomen. Vastgesteld kan Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 7

8 worden dat de procedure die Nederland heeft gestart daarop is gebaseerd. Dat is door de Duitse regering erkend en dat was ook het uitgangspunt van het eerste aide-mémoire. Voorts geldt het Eems-Dollardmilieuprotocol bij het Eems-Dollardverdrag. Dat protocol dat door Nederland is ondertekend in 1996 en dat pas in juli van dit jaar in werking is getreden, waardoor de regering daarop in het eerste aide-mémoire nog niets kon baseren, handelt over de Eemsmonding en naar de opvatting van de regering ook over de omgeving van de Eemsmonding. Dit protocol houdt in dat er wederzijds een informatie- en consultatieplicht is in een aantal specifieke, daartoe ingestelde gezamenlijke commissies. Zo is er de grenswaterencommissie, waarvan een werkgroep tot taak heeft dat protocol uit te voeren en die zich hiermee ook bezighoudt. In die commissie is het Emssperrwerk aan de orde gesteld, maar daarvan is nog geen hoofdpunt gemaakt. Dat zal eventueel na het definitieve antwoord van de Duitse regering op de aide-mémoires noodzakelijk worden. Daarin speelt de minister overigens dan geen rol meer, omdat VROM in de grenswaterencommissie de Nederlandse regering vertegenwoordigt, maar Verkeer en Waterstaat. De Duitse regering zal erop worden geattendeerd dat Nederland spoedig antwoord verwacht op die aide-mémoires. De minister deelde mee dat de Bezirksregierung beroep had aangetekend tegen de uitspraak van de Duitse rechter. Hij had goed overleg met Groningen en meldde dat van die kant samen met de waterschappen deze maand ook beroep was aangetekend. De minister zei toe de Kamer maximaal op de hoogte te houden van de voortgang van het proces en hoopte dat de Kamer ervan overtuigd was dat veel tijd en aandacht wordt besteed aan de bescherming van het Waddengebied tegen de negatieve effecten die kunnen uitgaan van de onverhoopte bouw van deze dam. Nadere gedachtewisseling De heer Feenstra (PvdA) vond het milieubeleid zowel een nationale als een internationale zaak, zeker als het gaat om het Emssperrwerk. Hij was het ermee eens dat het uitsluitend om een Duits besluit gaat, dat mogelijk negatieve effecten heeft op de Nederlandse belangen. De antwoorden op de aide-mémoires zijn nodig voor het verkrijgen van een goed inzicht daarin. Het is mogelijk dat Nederlandse besluiten effecten hebben op de situatie in ons omringende landen. Net zoals Nederland accepteert dat de buurlanden zich met Nederlandse besluiten bemoeit, moeten de buurlanden accepteren dat Nederland zich met hun besluiten bemoeit. Hij vond het verheugend dat men op het gebied van het milieubeleid niet alleen afhankelijk is van goed nabuurschap en bilateraal overleg, maar houvast kan vinden aan internationale verdragen. De toetsing van dergelijke vragen begint bij gerechtelijke uitspraken in het eigen land, al dan niet gevolgd door informatie en adviezen van de Europese Commissie. De heer Feenstra onderschreef de opmerking dat er een trilateraal verdrag tussen Duitsland, Denemarken en Nederland moet komen. Hij vroeg of het verplaatsen van de scheepswerf Meyer buitendijks en andere genoemde opties besproken zijn. Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA) had begrip voor het Duitse economische belang, maar had bemerkt dat in Duitsland aan het ecologische belang ook veel waarde wordt toegekend. Zij kon zich volledig vinden het in het derde aide-mémoire en wees erop dat de termijn waarin bezwaar aangetekend kon worden voorbij is. In goed overleg met de Duitse autoriteiten zou naar oplossingen moeten worden gezocht. Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 8

9 De heer Van der Steenhoven (GroenLinks) stelde dat milieuproblemen in toenemende mate grensoverschrijdende effecten hebben en dat daarom overleg tussen verschillende regeringen noodzakelijk is. Juist het laatste element mist hij een beetje. Hij was voor een trilateraal verdrag zoals bepleit, maar wees erop dat er al veel verdragen en overeenkomsten zijn en dat het belangrijk is dat daarnaar gehandeld wordt. Hij vroeg de minister zich bereid te verklaren deze zaak en met name het milieubelang op Europees niveau aan te kaarten. Het leek hem goed dat in de regering wordt afgesproken dat de minister van VROM de aanspreekbare minister blijft in de loop van dit proces. Per slot van rekening zit bij die minister de kennis hieromtrent. De heer Van der Steenhoven drong er ten slotte bij de minister op aan om de Kamer zo snel mogelijk van nieuwe ontwikkelingen op de hoogte te stellen. Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) stond volledig achter de voorwaarden die de minister heeft verbonden aan de gevolgen van de mogelijke komst van een stuwdam in de Eems. Zij onderschreef dat Nederland zijn eigen zaken ten aanzien van de bescherming van het gebied niet helemaal op orde heeft, maar vond het niet nodig al te bescheiden te zijn. Vooruitgelopen kan worden op voornemens inzake natuurgebieden. Zij verzocht de minister zich krachtig in te zetten voor de implementatie van de Habitatrichtlijn, maar ook voor het sluiten van het trilaterale verdrag, waarover op regeringsniveau afspraken zijn gemaakt. Zij dacht niet dat het ongebruikelijk was ook daarop enigszins vooruit te lopen. Er moeten nog afspraken worden gemaakt over andere vormen van bescherming van het Waddengebied. Mevrouw Augusteijn wees erop dat, als het erom gaat in Nederland beslissingen te nemen, de Duitsers daarover mogen meespreken. Zij vond dat de minister goed gebruik maakt van de mogelijkheden en benadrukte dat de belangen van het Waddengebied als natuurgebied altijd voorop moeten staan. De heer Poppe (SP) vroeg om gegevens over de stormvloedkerende functie van de stuwdam, graag vergezeld met deskundig commentaar, waaruit blijkt dat die dam een dergelijke functie kan vervullen. Hij kon zich vinden in de uitdrukking «onverhoopte bouw van die dam» van de minister. De scheepswerf Meyer heeft een poging gedaan deel te nemen in het Eemsproject, maar is ermee gestopt. Kan dat stoppen veroorzaakt zijn door het feit dat die stuw eraan zat komen en dat daarom het gevestigd houden van de hele werf in Papenburg economisch rendabel zou zijn? Zou, als de stuwdam er niet komt, het een optie zijn voor Meyer om scheepsonderdelen in Papenburg te bouwen en buitendijks te assembleren? Kan de minister aanbiedingen in de vorm van kennis en/of financiën doen richting Duitsland voor samenwerking om daartoe te komen, aangezien ook Nederlandse werkgelegenheidsbelangen daarmee gediend zijn? Kan uiteengezet worden wat het een of twee keer per jaar laten stromen van een geweldige hoeveelheid «dood» water voor invloed heeft op de biodiversiteit van het gebied? De heer Van der Staaij (SGP) was het ermee eens dat het een Duitse beslissing betreft, waaraan echter wel Nederlandse belangen kleven. De mogelijke nadelige effecten vormen volop legitimatie om de besluitvorming kritisch te volgen en alternatieven onder de aandacht te brengen. Een al te bescheiden opstelling leek hem niet juist. Heeft Nederland zich niet te voorzichtig opgesteld door niet te overwegen, juridische middelen in te zetten of achter de hand te houden? Het Planfeststellungsbeschluss bood kennelijk al de rechtsgrond om tot de bouw over te gaan. Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr. 48 9

10 De heer Hofstra (VVD) was zeer ingenomen met het heldere, bestuurlijke standpunt van de minister. Hij onderschreef dat geen belangrijke negatieve effecten mogen optreden voor de Dollard en de Waddenzee, maar zou er graag aan toegevoegd zien dat, indien er negatieve effecten optreden op de afwatering en de dijken, de Duitsers daarop financieel worden aangesproken. Hij wees erop dat de economische aspecten van belang zijn en niet uit het oog verloren mogen worden. Overigens had hij begrepen dat het deelnemen van Meyer in het Eemshavenproject op bezwaren stuit van de EU. Nog geen reactie had hij gekregen op zijn opmerking dat gemiddeld slechts twee keer per jaar gebruik zal worden gemaakt van de stuwdam en dat derhalve de consequenties beperkt zijn. De minister zegde toe dat hij de Kamer op de hoogte zou houden wanneer nieuwe informatie beschikbaar was. Ook zegde hij toe de Kamer de gegevens te sturen over de hoogte van de dijken en dergelijke. Daaraan zou hij toevoegen de beschikbare technische commentaren daarop plus een oordeel van Rijkswaterstaat over eventuele consequenties voor de dijken in het desbetreffende gebied. Door Meyer is serieus onderzocht of dit bedrijf zou kunnen overgaan op buitendijkse assemblage. Deze optie is afgewezen om dit bedrijf regarderende economische redenen. Deze redenen kunnen gekleurd zijn door de verwachting dat de stuwdam gebouwd wordt. De minister zou in zijn verzoek aan de bevoegde autoriteiten om antwoord te geven op eerder gestelde vragen een aantal alternatieven in Duitsland zelf aan de orde stellen. Het standpunt van de regering over een trilateraal verdrag was hem niet bekend. De meerwaarde van zo n verdrag naast het vele dat al verdragsmatig is geregeld, was hem niet duidelijk. Hij zou de verschillende argumenten pro en contra nog eens op zich laten inwerken, maar wees erop dat niet de gedachte moet postvatten dat er een dergelijk verdrag moet zijn, voordat er een behoorlijke basis is om actie te ondernemen. Er ligt al een zeer stevige basis in de afspraken, overeenkomsten en richtlijnen die zijn vastgelegd. De voorzitter merkte op dat het probleem is dat de drie landen een zelfstandig wettelijk kader hebben, terwijl zij de bevoegdheden niet allemaal op nationaal niveau hebben. Daarom is Kamerbreed gezegd: om daar doorheen te breken en een toetsbaar beleid te krijgen, moet een en ander in een trilateraal verdrag worden vastgelegd. De minister zou zich bezighouden met de argumenten die pleiten voor die meerwaarde. De minister zag op dit moment meer in politiek overleg op hoog niveau dan in juridische stappen of in een Europese procedure. Politiek overleg tussen de betrokken ministers heeft nog niet plaatsgehad en daar wil hij op koersen. Hij onderschreef dat het zal gaan om mogelijke effecten in zeer beperkte periodes en zegde toe dat de Kamer de beschikbare technische informatie, ook voor de biodiversiteit, schriftelijk zal ontvangen en dat de Kamer direct op de hoogte zal worden gebracht van nieuwe ontwikkelingen. De voorzitter van de commissie, Reitsma De griffier van de commissie, De Gier Tweede Kamer, vergaderjaar , XI, nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 431 Planologische Kernbeslissing Derde Nota Waddenzee Nr. 15 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 januari 2000 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 567 Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (uitbreiding tot therapiebaden) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 7 juli 1999 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 573 Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording Nr. 51 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 17 oktober 2000 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 405 Milieu en Economie Nr. 27 1 Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 484 Toepassing huishoudwater Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 juni 1999 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 000 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1997

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2001

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 877 Staat van de Europese Unie 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie H 1 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 576 Natuurbeleid 33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) E 1 VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 30 818 Regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet) K VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 23 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 874 Ongeval Transavia-toestel Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 9 november 1999 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 460 Illegale verhuur van woningen Nr. 6 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 26 april 2001 De vaste commissie voor Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 21 501-15 Consumentenraad Nr. 38 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (GPV), Voorhoeve (VVD), Voûte-Droste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 Rapport Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 2 Klacht Op 30 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de Werkgroep Stop Overlast Seppe te Sint Willebrord, ingediend door

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving R VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2018 Omgeving 1

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 287 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Crisisen herstelwet in verband met de uitvoering van Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 555 Decemberverslag 1995 van de Algemene Rekenkamer Nr. 5 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 maart 1996 De algemene commissie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 Nota over de toestand van s Rijks financiën 34 775 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 202 Voorstel van wet van de leden Valk en Eurlings tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met telefoneren tijdens het besturen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 333 Wijziging van de Huisvestingswet, de Woningwet en enige andere wetten in verband met de integratie van de woonwagen- en woonschepenregelgeving

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 964 EU-voorstellen: Besluiten van de Raad betreffende de Global Compact over gedeelde verantwoordelijkheid voor vluchtelingen (GCR) en de Global

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 32 317 JBZ-Raad FX VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 maart 2016 De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad 1 heeft

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 641 EU-voorstel: richtlijn inzake betaalrekeningen COM(2013)266 A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 juni 2013 De vaste commissie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 21 501-08 Milieuraad Nr. 108 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 april 2000 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid

Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid Rapport Gemeentelijke Ombudsman Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid 1 oktober 2008 RA 0829889 Samenvatting In 2007 gaat de gemeente Weesp over tot het vervangen van lantaarnpalen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082 Rapport Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Datum: 14 mei 2012 Rapportnummer: 2012/082 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 C Parlementair Onderzoek Privatisering / Verzelfstandiging Overheidsdiensten T VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 2 juli 2014 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 411 Emancipatiebeleid 2001 Nr. 2 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Kalsbeek (PvdA), Bijleveld-Schouten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 XI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 Rapport Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 2 Klacht Op 18 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Groningen, met een klacht over een gedraging van regionale

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 607 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van de mogelijkheid door middel van een financieel instrument het optimaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

2009D Anonimisering in belastingzaken VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. Vastgesteld... november 2009

2009D Anonimisering in belastingzaken VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. Vastgesteld... november 2009 2009D56371... Anonimisering in belastingzaken Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... november 2009 Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40.

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de officier van justitie bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) op geen enkele wijze heeft gereageerd op zijn herhaalde schriftelijke verzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 34 880

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012 AF VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen 32 403 Wijziging van de Wegenverkeerswet 994

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2015 D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 826 Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) Nr. 40

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) AB VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 20 januari 2017 De leden

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 33 709 EU voorstel: Verordening oprichting Europees openbaar ministerie COM (2013) 534 1 AE BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID Aan

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 421 Besluit van 21 september 2012 tot wijziging van het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO, het Besluit kerndoelen onderbouw VO, het Besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens Nr. 158 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 038 EU-voorstel: Commissiemededeling inzake de uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie COM (2018) 641 1 B VERSLAG

Nadere informatie

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie CONCEPT Aan de Voorzitter van de Europese Commissie B-1049 Brussel België Onderwerp: Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over het EU-voorstel voor een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen Nr. 172 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 maart 2016 De vaste commissie voor Onderwijs,

Nadere informatie

Rapport. Hoe is jouw Zweeds? Oordeel

Rapport. Hoe is jouw Zweeds? Oordeel Rapport Hoe is jouw Zweeds? Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de onderzochte gedraging, die wordt toegerekend aan de minister van Buitenlandse Zaken, gegrond. Datum: 1 september 2015

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404 Rapport Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404 2 Klacht Op 13 juli 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Harlingen, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 131 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZN. 2007/4545 13 december 2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

Een onderzoek naar afhandeling van schoolverzuim door de gemeente Hoorn

Een onderzoek naar afhandeling van schoolverzuim door de gemeente Hoorn Rapport Een waarschuwing van de leerplichtambtenaar Een onderzoek naar afhandeling van schoolverzuim door de gemeente Hoorn Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over Gemeente Hoorn gegrond.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2018 Y VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 31 571 Voorstel van wet van het lid Thieme tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met het invoeren van een verplichte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 898 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 Rapport Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Nunspeet vanaf 1999 onvoldoende actie onderneemt

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: Raad Onderwerp: V200900446 aanvraag van verklaring van geen bezwaar voor het verlenen van een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO voor een gasopslag annex bedrijfsverzamelcomplex aan de Bosscheweg 67

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 460 Illegale verhuur van woningen Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 januari 2001 De vaste commissie voor Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 Rapport Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Koninklijke Marechaussee op 20 april 2005 aan zijn moeder een noodpaspoort heeft verleend, afgaande op informatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 858 EU-voorstellen: Kader klimaat en energie 2030 COM(2014) 15, 20 en 21 D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juni 2014 De

Nadere informatie

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 F 31 744 Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en van de begrotingsstaten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en de Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2015

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2001

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 2 Klacht A. De klacht van verzoeker werd als volgt geformuleerd: Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam zijn

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 891 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten in verband met de vermindering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster, advocate, klaagt erover dat het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de vergoeding proceskosten en griffierecht ten bedrage van 360,- niet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2009 200 32 225 Wijziging van de Wegenverkeerswet 994 in verband met de aanwijzing van bromfietsen waarvoor geen Europese typegoedkeuring is vereist teneinde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 422 Opwerking van radioactief materiaal Nr. 7 1 Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 21 501-08 Milieuraad Nr. 111 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV), Voûte- Droste (VVD), Verhagen

Nadere informatie