Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM 10-005"

Transcriptie

1 Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM Titel aanvraag: Schurft-resistente cisgene appels De milieurisicoanalyse is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu uitgevoerd overeenkomstig bijlage II van de richtlijn 2001/18/EG inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en het richtsnoer 20002/623/EG ter aanvulling van deze bijlage II. Daarbij is rekening gehouden met de uitwerkingen op het milieu afhankelijk van de aard van de geïntroduceerde organismen en het milieu waarin wordt geïntroduceerd. De milieurisicoanalyse van de aangevraagde werkzaamheden bestaat uit de volgende delen. Deel 1 samenvatting van de gegevens zoals die zijn aangeleverd door de aanvrager. Deze gegevens dienen als basis van de milieurisicoanalyse van het dossier zoals deze volgt uit de kenmerken van de GGO s en de voorgestelde wijze van introductie. Uitgaande van de genetische sequenties die zijn gebruikt tijdens de modificatie wordt vastgesteld welke sequenties tijdens de genetische modificatie in de plant terechtgekomen kunnen zijn. Deel 2 de milieurisicoanalyse per sequentie die mogelijk bij de genetische modificatie zijn ingebracht Per sequentie worden de nieuwe kenmerken van het ggo bepaald die eventueel schadelijke effecten tot gevolg hebben. Overwogen kenmerken en effecten zijn onder meer: - toxiciteit en allergeniteit voor mensen, - toxiciteit en allergeniteit voor dieren, - toxiciteit voor planten, - veranderingen in populatiedynamiek van doelwit- en niet-doelwitorganismen, - veranderde gevoeligheid voor ziekteverwekkers, - het in gevaar brengen van medische, veterinaire of plantbeschermingsbehandelingen, - veranderingen in biogeochemische processen, - invasiviteit, - persistentie, - genoverdracht via uitkruising en horizontale overdracht. De geïdentificeerde mogelijke schadelijke effecten die eventueel samenhangen met de nieuw ingebrachte sequenties worden toegelicht. Daarbij worden de verschillende stappen in de oorzaak-gevolg relaties tussen de genetische modificatie en het eventuele schadelijke effect verduidelijkt. Zo wordt Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 1 / 11

2 bepaald welke effecten eventueel toe te schrijven zijn aan de genetische modificatie. Ook blijkt daaruit of de effecten direct, indirect, onmiddellijk of vertraagd optreden Vervolgens volgt de evaluatie van de eventuele omvang en de waarschijnlijkheid van de schadelijke gevolgen. De milieurisicoanalyse per sequentie wordt afgesloten met een deelrisico schatting per mogelijk schadelijk effect. Redenen voor het niet verder in de milieurisicoanalyse beschouwen van mogelijke schadelijke effecten worden verduidelijkt. Deel 3 bepaling van het algehele risico van het GGO Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 2 / 11

3 DEEL 1. KENMERKEN VAN DE IN DEZE AANVRAAG GEBRUIKTE GGO S EN HUN INTRODUCTIE Samenvatting van de gegevens zoals die zijn aangeleverd door de aanvrager. Deze gegevens dienen als basis voor de milieurisicoanalyse van de aangevraagde werkzaamheden en bestaan uit de relevante technische en wetenschappelijke details van de GGO s en de voorgestelde wijze van introductie. Hierbij wordt rekening gehouden de informatievereisten zoals genoemd in bijlage III en in het bijzonder bijlage IIIB. De vindplaats van de informatie in het dossier is aangegeven. Informatie van bureau GGO is met een * aangegeven. Vastgesteld wordt welke genetische wijzigingen het gevolg zijn van de genetische modificatie. Doel van de werkzaamheden: Het toetsen in een veldsituatie, vergelijkbaar met een gangbare boomgaard, van ziekteresistentie tegen appelschurft, veroorzaakt door de schimmel Venturia inaequalis, in cisgene en intragene appellijnen op bladeren en vruchten. Het door GM ingebrachte appelgen is hetzelfde als aanwezig in de resistente controle, de cultivar Santana. het recipiënte of ouderorganisme: 1. Appel (Malus domestica) behoort tot de familie van de Rosaceae (B.1). 2. Appel is inheems in Nederland en in andere landen van de EU (B.2 en B.3). 3. In de aanvraag wordt gebruik gemaakt van één cultivar: Gala (B.1). 4. Appelbomen worden in de praktijk vegetatief vermeerderd. Hiervoor wordt een stukje stengel op een onderstam geënt (in de winter) of wordt een oogje op een onderstam geoculeerd (in de zomer) (B.7 en B.9). 5. Onder natuurlijke omstandigheden duurt het ongeveer 6 tot 8 jaar voordat er bloei en eventueel zaadzetting optreedt (B.8). Daarnaast kan nachtvorst tijdens de bloei de reproductie beperken (B.6). 6. Kruising kan optreden met wilde appel en andere soorten uit het geslacht Malus door kruisbestuiving welke met name via insecten (bijen) plaatsvindt. Dit kan leiden tot fertiele nakomelingen. In Nederland komen tientallen Malus soorten voor, die geteeld worden voor de consumptie dan wel zijn aangeplant in parken en tuinen voor hun sierwaarde (B.20, B.21 en B.23). 7. Overlevingstructuren van appels zijn de zaden. De zaden hebben een stratificatie (6-7 weken koude) nodig voor kieming. Daarnaast zijn specifieke fysische condities en veel ruimte nodig om het kiemingsproces goed te laten verlopen en verdere uitgroei van de zaailing te faciliteren. De generatietijd is lang (4 tot 7 jaar) (B.6, B.9, B.10 en B.11). 8. Verspreidingsstructuren zijn appels, zaden en pollen (B.10 t/m B.14). 9. Verspreiding via appels vindt hoofdzakelijk door de mens plaats via het verspreiden van klokhuizen waarbij ook de zaden verspreid worden, en door versleping van appels en/of zaden door andere dieren (B.13 en B.23). 10. Verspreiding via pollen kan plaatsvinden door uitkruising met verwanten in boomgaarden, plantsoenen, tuinen en met wilde appel (B.21 en B.23). 11. De appelboom kan zich niet, of nauwelijks, verspreiden via scheutvorming vanuit wortels (B.11 en B.12). 12. De mens is verder verantwoordelijk voor de verspreiding van appelbomen door het aanplanten van appelbomen in diverse soorten beplanting voor hun sierwaarde (B.23). 13. Appelbomen maken deel uit van een complexe levensgemeenschap. Talloze soorten insecten, mijten, schimmels, bacteriën, virussen, nematoden, vogels, knaagdieren etc. leven op en rond de appelboom en zijn in meer of mindere mate geassocieerd met de appelboom. Voor zover bekend zijn er geen organismen die totaal afhankelijk zijn van de appelboom (B.24). de genetische modificatie: Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 3 / 11

4 14. De modificatie is uitgevoerd door middel van Agrobacterium tumefaciens transformatie (C.2), waarbij gebruik is gemaakt van de vector pmf1 (C.5 en bijlage 5A). 15. Op deze vector pmf1 zijn een aantal genen gelegen: op het T-DNA het schurftresistentiegen (HcrVf2), een fusiegen van het Recombinase R-gen en het Ligand Binding Domain (rec-lbd) en een fusiegen van het coda gen en het nptii gen (cod A-nptII). Op de backbone is het nptiii gen gelegen (C.5 en bijlage 5B). De afwezigheid van het nptii gen is aangetoond (aanvullende informatie binnengekomen op 25 februari 2011). Het HcrVf2 gen is onderdeel van de Vf-gencluster afkomstig uit de wilde schurftresistente appel Malus floribunda 821 (D.3). 16. Het HcrVf2 gen staat ofwel onder controle van zijn eigen promoter en terminator, ofwel onder controle van de rubisco promoter en terminator afkomstig uit appel (D3). 17. Het gen dat beoogd is om in de appelplant te brengen is het schurftresistentiegen (HcrVf2). De merkers (rec-lbd en cod A-nptII) zijn verwijderd door activering van de recombinase activiteit mbv een dexamethason behandeling (D.4 en bijlage 5B). 18. Het nptiii gen is gelegen op de vector backbone. Daarnaast zijn op de vector backbone gelegen: trfa (replicatie van het plasmide) en ori RK2 (replicatiestart) en ori ColE1 (bijlage 5A). De afwezigheid van het nptiii en het nptii gen is aangetoond (aanvullende informatie 25 februari 2011). 19. Het HcrVf2 gen codeert voor een extracellulair receptor molecuul van het LRR-TM type en is afkomstig uit appel (Malus floribunda). Dit type receptoren kennen een Leucine-rich-repeat (LRR) domein dat uitsteekt in de extracellulaire ruimte en een transmembraan TM domein voor verankering in het membraan. Zij zijn betrokken bij de herkenning van de pathogeen of van door hem uitgescheiden moleculen. Via een signaaltransductieweg zullen na herkenning andere genen aangezet worden die uiteindelijk voor de eigenlijke afweer zorgen (D.3). Verschillende schurftresistente cultivars, waarin het HcrVf2 gen op een klassieke wijze is ingekruist, zijn al op de markt toegelaten en geconsumeerd. Toxische effecten door het HcrVf2 gen zijn derhalve niet aanwezig. Daarnaast is er geen directe relatie tussen de aanwezigheid van het HcrVf2 gen en het allergene karakter van een appelras (D.19). het ggo 20. Het ggo bestaat uit een niet-gemodificeerde onderstam, waarop de genetisch gemodificeerde bovenstam is geënt. Als gevolg van de genetische modificatie is de verwachting dat de bovenstam van de resulterende boom schurftresistent wordt, door de productie van extracellulaire receptor moleculen (gecodeerd door het HcrVf2 gen (D.1). 21. Er worden drie typen genetisch gemodificeerde (gg) appelbomen gebruikt. Het eerste type bevat het HcrVf2 gen met de eigen promoter en terminator (SPVf2-11) en wordt aangeduid als een cisgene lijn. Het tweede type gg-appelbomen bevat ook het HcrVf2 gen met de eigen promoter en terminator (CH7.1.49, CH en CH ) en worden ook aangeduid als cisgene lijnen of als Zwitserse lijnen. Het derde type gg-appelbomen bevat het HcrVf2 gen met de promoter en terminator van appel rubisco (RbcVf2-11) en wordt aangeduid als intragene lijn (D.4 en aanvullende informatie). 22. In de lijnen die het HcrVf2 gen met de eigen promoter en terminator bevatten, wordt de expressie van het HcrVf2 in deze lijnen verwacht hetzelfde te zijn als in de resistente cultivar Santana. 23. In de lijn waar het HcrVf2 gen onder controle van de rubisco promoter en terminator staat, is de expressie van het HcrVf2 gen 78 keer hoger dan in de resistente cultivar Santana (D.3). 24. De rubisco promoter geeft met name expressie in groene weefsels (D.10). 25. Het HcrVf2 gen komt niet in de onderstam tot expressie (D.10). 26. Als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen wordt verwacht dat de bovenstam (met name het blad en de vruchten) minder gevoelig is voor de ziekteverwekkende schimmel Venturia inaequalis (D.10). Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 4 / 11

5 27. De aanvrager heeft gegevens aangeleverd dat het nptii (gelegen op het T-DNA) en het nptiii gen (gelegen op de vectorbackbone) niet aanwezig zijn in de genetisch gemodificeerde appelbomen (Bijlage 6 en aanvullende info 25 februari 2011). de geplande introductie of het geplande gebruik en de schaal ervan 28. Maximaal 200 ggo s worden geplant in het introductiegebied (E.12). 29. De bomen worden geïntroduceerd op één enkele locatie die gelegen is in de gemeente Wageningen (E.2). 30. De totale omvang van de locatie bedraagt 1750 m 2 (E.6 en E.7). het potentiële milieu waarin wordt geïntroduceerd en de interactie daartussen 31. De bomen worden geïntroduceerd in de gemeenten Wageningen (E.2). 32. In het gebied waar de introductie plaatsvindt zijn binnen een afstand van 500 m geen andere appelboomgaarden aanwezig (E.10). Informatie over plannen voor beheersing, controle, follow-up en afvalbehandeling 33. Verspreiding van pollen wordt zoveel mogelijk voorkomen doordat er geen bijenvolken ter bestuiving worden ingezet, er geen appelteelt in de directe omgeving plaatsvindt en er geen biotopen met wilde verwanten in de directe omgeving zijn (F.4 en G.1). De verspreiding van zaden wordt voorkomen doordat alle appels worden verzameld en na toetsen en beoordelen worden afgevoerd en vernietigd (G.1). 34. Tijdens de proef zullen verschillende aspecten worden geobserveerd (zoals gevoeligheid voor ziekten en kwalitatieve visuele waarnemingen op insecten), zoals vermeld in het door de aanvrager bij de aanvraag bijgeleverde monitoringsplan (H.1). 35. Na afloop van de proef worden de bomen gerooid, verhakseld en verbrand (E.18 en E.19) tabel 1. vaststelling van de mogelijk bij de genetische modificatie ingebrachte sequenties Coderende sequenties gebruikt voor Herkomst Plaats op pmf1 aanwezigheid in ggo plant genetische modificatie HcrVf2 M. insert ja floribunda Cod A-nptII (met eukaryote regulatie signalen) E. coli insert nee, het is experimenteel aangetoond dat deze sequentie niet aanwezig is in de ggo s rec-lbd (met eukaryote regulatie signalen) E. coli insert nee, het is experimenteel aangetoond dat deze sequentie niet aanwezig is in de ggo s. Er is nog wel een recombinatiesite die aanwezig blijft in het insert van ca. 81 bp lang. trfa (met prokaryote regulatie signalen) A. vector backbone mogelijk tumefaciens nptiii (met prokaryote regulatie signalen) S. faecalis vector backbone nee, het is aangetoond door de aanvrager dat dit gen niet aanwezig is in de ggo s ori RK2 en oricole1 E. coli vector backbone mogelijk Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 5 / 11

6 DEEL 2. MILIEURISICOANALYSE VAN DE AANGEVRAAGDE WERKZAAMHEDEN, PER SEQUENTIE DIE MOGELIJK BIJ DE GENETISCHE MODIFICATIE IS INGEBRACHT Per sequentie wordt geïnventariseerd welke nieuwe kenmerken en effecten mogelijk het gevolg zijn van de nieuw ingebrachte sequenties. De oorzaak-gevolg relaties tussen de genetische modificatie en het eventuele schadelijke effect worden verduidelijkt. Daarna volgt de evaluatie van de eventuele gevolgen en de waarschijnlijkheid. De milieurisicoanalyse van de aangevraagde werkzaamheden wordt afgesloten met een deelrisicoschatting per kenmerk en sequentie. Tabel 2.1 Milieurisicoanalyse bij: HcrVf2 (met eukaryote regulatie signalen) Bepaling van kenmerken die schadelijke effecten kunnen hebben Identificatie en toelichting oorzaak-gevolg relaties A. Persistentie en invasiviteit Het persistenter worden van ggo s dan de recipiënte of de ouderplanten in landbouwgebieden, of het invasiever worden in natuurlijke habitats. Onder het persistenter worden van planten in landbouwgebieden wordt verstaan dat planten zich langer kunnen handhaven of moeilijker verwijderd kunnen worden uit het landbouwgebied (veronkruiding). Onder het invasiever worden van planten in natuurlijke habitats wordt verstaan dat planten zich buiten de landbouwgebieden kunnen handhaven en daar mogelijk kunnen verwilderen. Er zijn meerdere eigenschappen die kunnen leiden tot veronkruiding of verwildering van planten. Voorbeelden zijn: een verhoogde zaadproductie, productie van zaden die langer leven, grotere afstand waarover zaden verspreid kunnen worden, snellere groei van zaailingen, hoge tolerantie voor omgevingsveranderingen, en agressieve competitie met andere planten. De meeste onkruiden beschikken over een combinatie van deze eigenschappen. Deze factoren die bijdragen aan het veronkruiden van planten zijn over het algemeen gebaseerd op de aanwezigheid van meer dan een gen. De vraag is of de appelbomen, als gevolg van de ziekteresistentie een dusdanig selectief voordeel krijgen dat ze meer persistent of invasief kunnen worden. Indien dit optreedt, zou verhoogde persistentie en invasiviteit als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen kunnen leiden tot het moeilijker verwijderen van de planten uit de landbouwgebieden of tot het verwilderen van de planten buiten landbouwgebieden, waardoor beschermde ecosystemen verstoord kunnen worden of beschermde soorten verdrongen kunnen worden. Evaluatie van de mogelijke gevolgen van elk schadelijk effect, indien dit optreedt, en evaluatie van de waarschijnlijkheid van het optreden rekening houdend met de wijze van introductie en het introductie milieu Een verhoogde persistentie en invasiviteit als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen kunnen als gevolg hebben dat het moeilijker wordt om verwilderde appelbomen uit landbouwgebieden te verwijderen, of dat appelbomen verwilderen buiten landbouwgebieden, waardoor ecosystemen verstoord kunnen worden, bijvoorbeeld doordat soorten verdrongen worden. Ecosystemen waarin de wilde appel een rol speelt worden in Nederland alleen aangetroffen in vochtige rivierbossen, en in wintereiken-beukenbossen. Beperkte aantallen wilde appelbomen zijn nog te vinden rond Nijmegen, in Drenthe, in de achterhoek en op de Veluwe Er zijn geen redenen te veronderstellen dat de expressie van het HcrVf2 gen in de appelbomen aanleiding geeft tot een verhoogde persistentie of invasiviteit: Een verhoogde ziekteresistentie is op zichzelf geen bepalende factor die leidt tot veronkruiding of verwildering, zoals verandering in zaadkarakteristieken, aggressieve competitie of sterke aanpassing aan veranderde omgevingsinvloeden. Over het algemeen zijn er meerdere eigenschappen noodzakelijk die alleen in combinatie kunnen leiden tot veronkruiden of verwilderen van planten. Het HcrVf2 receptoreiwit is een eiwit dat van nature al voorkomt in appel. Het is tot nu toe nooit aangetoond dat de aanwezigheid van dit gen in schurftresistente appelrassen bepalend is voor een hoge persistentie of invasiviteit. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de expressie van het HcrVf2 zal leiden tot een verhoogde persistentie en invasiviteit van de appelbomen. De aangevraagde werkzaamheden vinden plaats in Wageningen, buiten de hierboven genoemde gebieden waar wilde appelbomen voorkomen. Eventueel negatieve gevolgen van de aangevraagde werkzaamheden voor populaties van wilde appelbomen zijn daardoor verwaarloosbaar De bomen worden na 4-5 jaar uit het proefveld verwijderd door rooien en verhakselen Schatting van het risico dat aan het betreffende kenmerk van de ggo verbonden is I. Mogelijke gevolgen kunnen zich maar op beperkte plaatsen voordoen, verwijderd van de plaats van introductie. II. De waarschijnlijkheid dat de gevolgen zich voordoen op de plaatsen waar de wilde appelbomen voorkomen is III. Het risico van een verhoogde persistentie en invasiviteit als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen is daardoor Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 6 / 11

7 B. Selectieve voordelen Selectieve voordelen of nadelen die op het ggo zijn overgedragen. Onder selectieve voordelen wordt verstaan dat de planten beter in staat zijn te overleven en zich voort te planten, door een verhoogde fitness. Er zijn meerdere eigenschappen die kunnen leiden tot het verkrijgen van een verhoogde fitness. Voorbeelden zijn een verbeterde energiehuishouding, een verbeterde zaadproductie en een verhoogde tolerantie tegen biotische (ziekten, plagen) en abiotische (bijvoorbeeld droogte, vorst) factoren. De vraag is of de appelbomen, als gevolg van de ziekteresistentie een dusdanig selectief voordeel krijgen dat ze meer persistent of invasief kunnen worden. Indien dit optreedt, zou een verhoogde fitness als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen kunnen leiden tot het moeilijker verwijderen van de planten uit de landbouwgebieden of tot het uitbreiden van de populatie van planten tot buiten de landbouwgebieden, waardoor beschermde ecosystemen verstoord kunnen worden of beschermde soorten verdrongen kunnen worden. C. Uitkruising Genoverdracht op dezelfde of andere seksueel compatibele plantensoorten onder de omstandigheden van het planten van de ggo s, en selectieve voordelen of nadelen die op die plantensoorten kunnen worden overgedragen. Onder uitkruising wordt verstaan de overdracht van (delen van) genen vanuit de betreffende plant naar planten van dezelfde soort. Er zijn verschillende factoren die een rol spelen bij uitkruising: bijvoorbeeld de voortplantingswijze van de plant (vegetatief, zelf- of kruisbevruchting), de wijze van pollenverspreiding (via wind, of insecten) en vitaliteit van pollen. Uitkruising is een natuurlijk proces en is op zichzelf geen schadelijk effect. Wel kan uitkruising leiden tot uitbreiding over een groter gebied van mogelijk schadelijke effecten als gevolg van de genetische modificatie. Uitkruising van het HcrVf2 gen kan plaatsvinden van bloeiende appelbomen. De vraag is of als gevolg van deze uitkruising de andere appelbomen als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen mogelijk schadelijke effecten kunnen veroorzaken. Voor deze bomen moeten alle mogelijk schadelijke effecten worden geïdentificeerd, analoog aan de manier waarop dat gebeurt voor de Een eventueel selectief voordeel als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen kan als gevolg hebben dat het moeilijker wordt om verwilderde appelbomen uit landbouwgebieden te verwijderen, of dat appelbomen verwilderen buiten landbouwgebieden, waardoor ecosystemen verstoord kunnen worden, bijvoorbeeld doordat soorten verdrongen worden. Ecosystemen waarin de wilde appel een rol speelt worden in Nederland slechts aangetroffen in vochtige rivierbossen, maar ook in wintereiken-beukenbossen. Beperkte aantallen wilde appelbomen zijn nog te vinden rond Nijmegen, in Drenthe, in de achterhoek en op de Veluwe Er zijn geen redenen te veronderstellen dat de expressie van het HcrVf2 gen in de appelbomen aanleiding geeft tot een schadelijk effect als gevolg van een verhoogde fitness: De verhoogde ziekteresistentie zou kunnen leiden tot een selectief voordeel van de genetisch gemodificeerde appelbomen. Dit kan alleen maar optreden als de ziektedruk hoog genoeg is; een dergelijk hoge ziektedruk is onder natuurlijke omstandigheden nooit waargenomen. Het HcrVf2 receptoreiwit is een eiwit dat van nature al voorkomt in appel. Het is tot nu toe nooit aangetoond dat de aanwezigheid van dit gen in schurftresistente appelrassen bijdraagt aan een verhoogde fitness. De aangevraagde werkzaamheden vinden plaats in Wageningen, buiten de hierboven genoemde gebieden waar wilde appelbomen voorkomen. Eventueel negatieve gevolgen van de aangevraagde werkzaamheden voor populaties van wilde appelbomen zijn daardoor verwaarloosbaar De bomen worden na 4-5 jaar uit het proefveld verwijderd door rooien en verhakselen I. Evaluatie van mogelijke gevolgen, indien ze optreden Aangezien uitkruising vanuit appelbomen alleen kan plaatsvinden naar bomen van dezelfde soort, andere appelbomen, zijn de schadelijke effecten van expressie van het HcrVf2 gen gelijk aan de effecten die worden behandeld in de onderdelen A, B en D I. Voor de evaluatie van de mogelijke gevolgen wordt daarom verwezen naar de mogelijke gevolgen die worden genoemd in de andere onderdelen van deze tabel over het HcrVf2 gen. De kans op uitkruising is klein om de volgende redenen: Er zijn geen boomgaarden aanwezig in een straal van 500 meter rondom het proefobject Er staan geen losse appelbomen in een straal van 150 meter rondom het proefobject Er staan ten noorden en oosten van het proefobject elzenhagen die pollenverspreiding kunnen verminderen Ondanks dat de kans op uitkruising klein is, is deze niet geheel uitgesloten. Deze kleine kans op uitkruising leidt echter niet tot een schadelijk effect op mens en milieu. In onderdeel H. van deze tabel wordt geconcludeerd dat appelbomen die het HcrVf2 gen tot expressie brengen geen risico s vormen voor mens en milieu. Ditzelfde geldt voor appelbomen die het HcrVf2 gen via uitkruising verkregen hebben. I. Mogelijke gevolgen kunnen zich maar op beperkte plaatsen voordoen, verwijderd van de plaats van introductie. II. De waarschijnlijkheid dat de gevolgen zich voordoen op de plaatsen waar de wilde appelbomen voorkomen is III. Het risico van het verkrijgen van een selectief voordeel als gevolg van de expressie van het HcrVf2 gen is daardoor I. Mogelijke gevolgen van uitkruising zijn gelijk aan de mogelijke gevolgen van introductie van het oorspronkelijke ggo. II. De waarschijnlijkheid van het optreden van uitkruisen is verwaarloosbaar, maar niet uitgesloten. III. Het risico als gevolg van uitkruising is Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 7 / 11

8 appelbomen waarop de aanvraag betrekking heeft. D. Beïnvloeding populaties doelwitorganismen Mogelijke onmiddellijke en/of vertraagde milieueffecten van de directe en indirecte interacties tussen de ggo s en doelwitorganismen, zoals predatoren, parasitoïden en ziekteverwekkers (indien van toepassing). Onder beïnvloeding van populaties doelwitorganismen wordt verstaan dat de plant als gevolg van de genetische modificatie resistent wordt tegen bepaalde doelwitorganismen (ziekteverwekkers) en daardoor een negatief effect heeft op die ziekteverwekkers. Factoren die een rol spelen in de resistentie van planten tegen ziekteverwekkers zijn bijvoorbeeld: productie van toxinen, productie van stoffen die op andere wijze schadelijk zijn voor organismen, zoals secundaire metabolieten, enzymen of stoffen met een anti-microbiële werking. Van het HcrVf2 receptor molecuul wordt verwacht dat het resistentie geeft tegen de plantpathogene schimmel Venturia inaequalis. De vraag is of de appelbomen, als gevolg van de productie van het HcrVf2 receptor molecuul, resistenter worden tegen de ziekteverwekkers, waardoor deze worden onderdrukt. Dit kan leiden tot verstoring van voedselketens en het uitsterven van beschermde soorten. E. Beïnvloeding populaties niet-doelwitorganismen Mogelijke onmiddellijke en/of vertraagde milieueffecten van de directe en indirecte interacties tussen ggo s en nietdoelwitorganismen, (ook rekening houdend met organismen en doelwitorganismen die op elkaar inwerken), inclusief de effecten op de populatieniveaus van concurrenten, planteneters, symbionten (indien van toepassing), parasieten en ziekteverwekkers. Onder beïnvloeding van populaties niet-doelwitorganismen wordt verstaan dat de plant als gevolg van de genetische modificatie onbedoeld een negatief effect heeft op andere organismen dan de onder D genoemde doelwitorganismen. Er zijn meerdere factoren die leiden tot het negatief beïnvloeden van (niet-doel) organismen door planten. Voorbeelden van dergelijke factoren zijn: toxinen die door de plant worden geproduceerd, productie van anderszins schadelijke stoffen zoals secundaire metabolieten, enzymen of antimicrobiële stoffen. De vraag is of de appelbomen door de productie van het HcrVf2 receptor molecuul niet alleen resistenter worden tegen ziekteverwekkers, maar dat ook andere organismen die plantendelen consumeren of in aanraking komen met die plantendelen schadelijk worden beïnvloed. Hierdoor zouden Het meest schadelijke gevolg van de onderdrukking van de plant pathogene schimmel Venturia inaequalis kan zijn dat de populatiegrootte van deze schimmels locaal wordt verlaagd door de HcrVf2- producerende appel. Voorzover bekend zijn er geen voedselketens waarvan beschermde soorten deel uitmaken en waarin de appelboom een significante schakel vormt. Er zijn geen redenen te veronderstellen dat de expressie van het HcrVf2 gen in de appelbomen aanleiding geeft tot schadelijke effecten als gevolg van de onderdrukking van ziekteverwekkers: Het is onwaarschijnlijk dat populaties van ziekteverwekkers compleet worden onderdrukt door de genetisch gemodificeerde appelbomen, omdat het reservoir van plantpathogene micro-organismen niet wordt gevormd door cultuurappels alleen. Het HcrVf2 receptoreiwit is een eiwit dat van nature al voorkomt in appel. Het is tot nu toe nooit aangetoond dat de aanwezigheid van dit gen leidt tot schadelijke gevolgen als gevolg van het onderdrukken van de ziekteverwekker Voorzover bekend zijn er aan de aan- of afwezigheid van de genoemde schimmels op appelbomen geen bijzondere ecologische consequenties verbonden. Het meest schadelijke gevolg van de onderdrukking van de populatie van niet-doel organismen kan zijn, dat de populatiegrootte van deze organismen lokaal wordt verlaagd. Dit zou effecten kunnen hebben op het voedselweb rond de appelbomen. Voor zover bekend zijn er geen voedselketens waarin de appelboom een significante schakel vormt, en waarvan specifieke soorten strikt afhankelijk zijn. Er is geen reden te veronderstellen dat het eiwit een negatief effect heeft op organismen in het algemeen, dus ook niet op niet-doelwit organismen, om de volgende redenen: Receptor moleculen van het LRR type werken zeer specifiek. Het HcrVf2 receptor molecuul is geen eiwit met een antimicrobiële werking. Op basis van het werkingmechanisme is het niet te verwachten dat het eiwit een schadelijk effect heeft op andere organismen dan schimmels. Het eiwit komt van nature voor in schurftresistente appelrassen en in rassen verkregen via traditionele veredeling. Organismen zijn dus vaker in aanraking geweest met het HcrVf2 receptoreiwit, o.a. door consumptie. Als gevolg hiervan zijn nooit negatieve effecten geconstateerd. Er zijn geen effecten gevonden van genetische gemodificeerde appelbomen die het HcrVf2 gen bevatten op de aanwezigheid en ontwikkelingsduur van de appelvouwmijnmot (Phyllonorycter blancardella), diens parasiet (Pholetesor circumscriptus) en de mate waarin parasitisme plaatsvond. I. Mogelijke gevolgen zijn te verwaarlozen. II. De waarschijnlijkheid van het optreden is III. Het risico van de beïnvloeding van populaties van doelwitorganismen is daarom I. Mogelijke gevolgen zijn te verwaarlozen. II. De waarschijnlijkheid van het optreden is III. Het risico van negatieve effecten op niet-doelwitorganismen is daarom Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 8 / 11

9 voedselketens verstoord zouden kunnen raken en beschermde soorten kunnen uitsterven. F. Effecten op de menselijke gezondheid Mogelijke onmiddellijke en/of vertraagde effecten op de menselijke gezondheid van mogelijke directe en indirecte interacties tussen de ggo's en personen die werken met, in contact komen met of in de nabijheid komen van ggointroductie(s). Onder effecten op de menselijke gezondheid wordt verstaan dat de plant als gevolg van de genetische modificatie een sterk allergische of toxische reactie kan veroorzaken bij menselijk contact met de planten of na incidentele consumptie van (delen van) de plant. Dit kan alleen maar optreden als de plant, als gevolg van de genetische modificatie een stof produceert die toxische of sterk allergene eigenschappen heeft. Door de expressie van het HcrVf2 receptoreiwit worden via een signaaltransductieweg genen betrokken bij afweer tegen de ziekteverwekker aangezet. De vraag is of als gevolg van de productie van het HcrVf2 receptoreiwit mensen een toxische of allergische reactie kunnen ondervinden na contact met (delen van) de appelbomen of na incidentele consumptie van bijvoorbeeld appels of pollenkorrels. Als gevolg hiervan kunnen mensen ziek worden. Indien het HcrVF2 receptoreiwit een toxische of allergene werking heeft voor de mens, dan zou het, afhankelijk van de omvang en de wijze van blootstelling, een gezondheidsschadelijk effect kunnen hebben. De appels afkomstig van de genetisch gemodificeerde bomen mogen niet voor consumptie worden aangewend. Een eventuele blootstelling als gevolg van incidentele consumptie zal in ieder geval van geringe omvang zijn. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat het eiwit toxisch of allergeen is, op grond van het onderstaande: Het HcrVf2 receptoreiwit is geen eiwit met een toxiche of allergene werking. Op basis van het werkingmechanisme is het niet te verwachten dat het eiwit een schadelijk effect heeft op andere organismen dan schimmels. Het eiwit komt van nature voor in schurftresistente appelrassen, o.a. commerciele appelrassen zoals Santana, Topas en Florina. Mensen zijn dus vaker in aanraking geweest met HcrVf2 receptoreiwit o.a. door consumptie. Als gevolg hiervan zijn nooit negatieve effecten geconstateerd. I. Mogelijke gevolgen zijn te verwaarlozen. II. De waarschijnlijkheid van het optreden is III. Het risico van toxische of allergene reacties is daarom G. Schadelijkheid bij gebruik als veevoeder Mogelijke onmiddellijke en/of vertraagde effecten op de gezondheid van dieren en effecten op de voeder/voedselketen van consumptie van de ggo's en alle daarvan afgeleide producten indien deze voor diervoeder bestemd zijn. Hieronder wordt verstaan dat dieren ziek worden als gevolg van de consumptie van (delen van) de planten als veevoer, of mensen ziek worden als ze vlees eten of melk drinken van dieren die met (delen van) de planten zijn gevoed. Er zijn meerdere factoren die kunnen leiden tot het ziek worden van dieren door consumptie. Voorbeelden zijn: inname van stoffen met een toxische of sterk allergene eigenschap, of inname van anti-nutritionele stoffen. Een oorzaak van het ziek worden van mensen na het eten van producten die afkomstig zijn van dieren die met ggo s zijn gevoed, kan zijn dat de allergene stof stabiel blijft in de afgeleide producten van het dier en door de mens wordt geconsumeerd. De vraag is of de productie van het HcrVf2 receptoreiwit in de appels leidt tot toxiciteit of allergeniteit voor dieren, waardoor Er vindt geen toepassing als veevoeder plaats. Mogelijk gevolgen zijn daarom niet aan de orde. Er vindt geen toepassing als veevoeder plaats. De waarschijnlijkheid is daarom niet aan de orde. Er vindt geen toepassing als veevoeder plaats. Mogelijke gevolgen zijn daarom niet aan de orde. Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 9 / 11

10 dieren die de appels consumeren ziek worden of dat mensen ziek kunnen worden door consumptie van afgeleide producten van deze dieren. H. Ongewenste beïnvloeding van biogeochemische processen Mogelijke onmiddellijke en/of vertraagde effecten op biogeochemische processen ten gevolge van mogelijke directe en indirecte interacties van het ggo en doelwit- en niet-doelwitorganismen in de nabijheid van de ggointroductie(s). Hieronder wordt verstaan dat de planten(delen), als gevolg van de genetische modificatie, een negatief effect hebben op (micro-) organismen in de bodem die verantwoordelijk zijn voor kringlopen van nutriënten of afbraak van organisch materiaal. Factoren die een negatief effect kunnen hebben op nutriëntkringlopen of afbraak van organisch materiaal in de bodem zijn bijvoorbeeld toxische stoffen of stoffen die een antimicrobiële werking hebben. Beïnvloeding van de bodemvruchtbaarheid kan leiden tot vertraging van de groei van de appelbomen, en van andere planten rond de appelbomen. Op basis van het werkingsmechanisme mag verondersteld worden dat het HcrVf2 receptoreiwit geen schadelijk effect heeft op de bodemicroflora, op grond van het onderstaande: Het HcrVf2 receptoreiwit komt alleen in de bovenstam tot expressie en wordt dus niet door de wortels in de bodem geïntroduceerd. Het eiwit wordt dus alleen in de bodem geïntroduceerd door middel van afgevallen bladeren en takken. HcrVf2 receptoreiwit en receptoreiwitten van het LRR type werken zeer specifiek. het HcrVf2 receptoreiwit en receptoreiwitten van het LRR type coderen niet voor een eiwit met een algemeen antimicrobiële werking. Het HcrVf2 eiwit komt van nature voor in schurftresistente appelrassen. Micro-organismen zijn dus vaker in aanraking geweest met het eiwit. Als gevolg hiervan zijn nooit negatieve effecten geconstateerd. De bomen worden na 4 jaar effectief uit het proefveld verwijderd door rooien en verhakselen. I. Mogelijke gevolgen zijn II. De waarschijnlijkheid van het optreden is III. Het risico van negatieve effecten op de bodemmicroflora buiten het proefobject is De vraag is of de expressie van het HcrVf2 receptoreiwit in appelbomen leidt tot antimicrobiële of toxische effecten op de bodem(micro)flora of fauna, waardoor de afbraak van gewasresten kan worden vertraagd, en de bodemvruchtbaarheid in zijn algemeenheid kan worden beïnvloed. Als gevolg hiervan kan de groei van beschermde planten afnemen I. Gewijzigde teeltmethoden Mogelijke onmiddellijke en/of vertraagde, directe en indirecte milieueffecten van de teelt-, de beheers- en oogsttechnieken die specifiek worden gebruikt voor de ggo's, indien deze verschillen van de voor niet-ggo's gebruikte technieken. Hieronder wordt verstaan dat als gevolg van de genetische modificatie bijvoorbeeld een andere wijze van spuiten, verwijderen van onkruid of oogsten plaatsvindt. Factoren die dergelijke veranderingen in teelt-, beheers- en oogsttechnieken kunnen veroorzaken zijn bijvoorbeeld een verhoogde ziekteresistentie, een andere wijze van bloei of andere rijpingskarakteristieken. De vraag is of er in de praktijk veranderde teelt-, beheersen oogsttechnieken worden toegepast als gevolg van de schurftresistentie, die meer milieubelastend zijn. Hierdoor zou de biodiversiteit aan de randen van het veld negatief beïnvloed kunnen worden. I. Evaluatie van mogelijke gevolgen, indien ze optreden Het betreft hier geen reguliere teelt van appelbomen. De gangbare teelt van appelbomen wordt niet beïnvloed door de schurftresistentie. Het betreft hier een proefsituatie, waarin de gehanteerde maatregelen niet illustratief zijn voor grootschalige teelt van appelbomen. I. Mogelijke gevolgen zijn II. De waarschijnlijkheid is III. Het risico van negatieve effecten door verandering van teeltmethoden is daarom Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 10 / 11

11 Tabel 2.2 Milieurisico-analyse bij: trfa, ori RK2, ColE1 en R/Rs recombinatiesite Bepaling van kenmerken die schadelijke effecten kunnen hebben Identificatie en toelichting oorzaak-gevolg relaties Trfa heeft een rol bij de start van de replicatie van plasmide RK2. De ori RK2 en ori ColE1 spelen een rol bij de replicatie (vermenigvuldigen) van DNA. Vermenigvuldigen van DNA is een natuurlijk proces en als zodanig geen schadelijk effect, maar het kan andere effecten beïnvloeden (bijvoorbeeld door de vermenigvuldiging van DNA dat gerelateerd is aan schadelijke eigenschappen). De recombinatiesite van het R/Rs recombinatiesysteem die achterblijft na behandeling van de planten met Dex, is ca. 81 bp lang. Deze sequentie, afkomstig van Zygosaccharomyces rouxii, is een niet-coderende sequentie. Evaluatie van de mogelijke gevolgen van elk schadelijk effect, indien dit optreedt, en evaluatie van de waarschijnlijkheid van het optreden rekening houdend met wijze van introductie en introductiemilieu Trfa, Ori RK2 en ori ColE1 zijn breedspectrum startplaatsen voor DNA replicatie. Ze komen in een groot aantal verschillende Gram negatieve en Gram positieve bacteriën voor, zoals bijvoorbeeld aanwezig in het maagdarm kanaal van mens en dier, op planten en in de bodem Vanwege het brede voorkomen van ori RK2 en ColE1 in populaties bacteriën is de waarschijnlijkheid dat hun aanwezigheid leidt tot een relevante verhoging van verspreidingsmogelijkheden te verwaarlozen. Een bepaling van de mogelijke schadelijke effecten is hier niet van toepassing (zie kolom1) Schatting van het risico dat aan het betreffende kenmerk van de ggo verbonden is Niet van toepassing zie kolom 1 DEEL 3. BEPALING VAN HET ALGEHELE RISICO VAN HET GGO Hieronder wordt de milieurisico-analyse van de voorgestelde introductie van de ggo appelboom uitgevoerd. Potentieel significante risico s zijn die risico s waarvan niet is vastgesteld dat deze risico s geen significante effecten hebben. Schatting van het risico dat aan de toepassing van alle ingebrachte sequenties is verbonden Trfa, ori RK2, ori ColE1 en R/Rs recombinatiesite Er zijn geen potentieel significante risico s geïdentificeerd in relatie tot de toepassing van het trfa, ori RK2, ori ColE1 en de R/Rs recombinatiesite. HcrVf2 Als gevolg van de aanwezigheid van het HcrVf2 gen worden geen schadelijke effecten voorzien voor mens en milieu. Strategieën voor risicobeheer bij de doelbewuste introductie van de ggo s. Eventuele aanvulling op strategieën die reeds zijn opgenomen in de aanvraag Bepaling van het algehele risico van het ggo Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd conform de door de aanvrager voorgenomen maatregelen, zijn de risico s voor mens er milieu van de werkzaamheden Referenties: 1. Dossier IM Schurftresistente cisgene appels, met referenties ( 2. COGEM (2003) Toetsing van genetisch gemodificeerde niet-bloeiende appelbomen met verhoogde schimmelresistentie in het veld (CGM/ ) 3. COGEM (2004) Toetsing van genetisch gemodificeerde niet-bloeiende appelbomen met verhoogde schimmelresistentie in het veld (CGM/ ) 4. COGEM (2010) Advies veldproef met genetisch gemodificeerde appelbomen (CGM/ ). Ministerie van IenM PorM/RB IM /00 Pagina 11 / 11

Milieurisicobeoordeling behorend bij vergunning onder voorschriften voor amylose-vrije zetmeelaardappel

Milieurisicobeoordeling behorend bij vergunning onder voorschriften voor amylose-vrije zetmeelaardappel Pagina 1 van 27 Milieurisicobeoordeling behorend bij vergunning onder voorschriften voor amylose-vrije zetmeelaardappel De milieurisicobeoordeling is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Portefeuille Milieu Directie Risicobeleid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode 645 www.rijksoverheid.nl ontwerp PorM/RB IM 10-005 Gelezen de aanvraag van de Stichting Dienst Landbouwkundig

Nadere informatie

Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM

Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM 11-005 Titel aanvraag: Application for the release into the environment of potato lines with improved resistance to Phytophthora infestans. De milieurisicoanalyse

Nadere informatie

Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM

Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag IM 10-006 Titel aanvraag: Phytophthora beheersingsstrategieën en monitoring van virulentie. De milieurisicoanalyse is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 64 van 06/03/2000 A. Naam en adres van de kennisgever (firma of instituut).

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 64 van 06/03/2000 A. Naam en adres van de kennisgever (firma of instituut). bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 64 van 06/03/2000 RAAD GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 12/2000 door de Raad vastgesteld op 9 december 1999 Met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

De milieurisicoanalyse van de aangevraagde werkzaamheden bestaat uit de volgende delen.

De milieurisicoanalyse van de aangevraagde werkzaamheden bestaat uit de volgende delen. Milieurisicoanalyse behorend bij aanvraag GGO IM-L 12-001 Titel aanvraag: Application for the release into the environment of potato line AV43-6- G7 with an altered starch composition according to the

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie d.d BIJLAGE III IN DE KENNISGEVING VEREISTE INFORMATIE

Publicatieblad van de Europese Unie d.d BIJLAGE III IN DE KENNISGEVING VEREISTE INFORMATIE BIJLAGE III IN DE KENNISGEVING VEREISTE INFORMATIE Een in deel B of deel C van de richtlijn bedoelde kennisgeving bevat, indien van toepassing, de in de sub-bijlagen omschreven informatie. Niet alle punten

Nadere informatie

Bijlage II. Een genetisch gemodificeerd micro-organisme wordt ondergebracht in risicoklasse 1 als aan alle volgende criteria voldaan is :

Bijlage II. Een genetisch gemodificeerd micro-organisme wordt ondergebracht in risicoklasse 1 als aan alle volgende criteria voldaan is : Bijlage II " Bijlage 5.51.2 Criteria voor de indeling van genetisch gemodificeerde micro-organismen en organismen in risicoklasse 1 (artikel 5.51.2.1, 2, a) van titel II van het VLAREM) A. Micro-organismen

Nadere informatie

Bijlage II A Projecten van doelbewuste introductie van GGO's, met uitzondering van hogere planten

Bijlage II A Projecten van doelbewuste introductie van GGO's, met uitzondering van hogere planten MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 18 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking GGO IM-L 12-001

Ontwerpbeschikking GGO IM-L 12-001 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: RIVM/SEC/BGGO, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. RIVM/SEC/Bureau GGO Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 Postbus 1 3720 BA Bilthoven http://bggo.rivm.nl Ontwerpbeschikking

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief van Kenmerk Datum. DGM/SAS IM oktober 2004 CGM/ november 2004

Uw kenmerk Uw brief van Kenmerk Datum. DGM/SAS IM oktober 2004 CGM/ november 2004 Voorzitter: prof.dr.ir. B.C.J. Zoeteman Aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus 30945 2500 GX Den Haag Uw kenmerk Uw brief

Nadere informatie

in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Portefeuille Milieu Directie Risicobeleid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode 645 www.rijksoverheid.nl PorM/RB IM 10-006 Gelezen de aanvraag van de Stichting Dienst Landbouwkundig

Nadere informatie

Beschikking GGO IM-L

Beschikking GGO IM-L Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: RIVM/VSP/BGGO, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. RIVM/VSP/Bureau GGO Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.ggovergunningverlening.nl

Nadere informatie

biologie vwo 2017-II Bananen bedreigd

biologie vwo 2017-II Bananen bedreigd Bananen bedreigd Bananen zijn de belangrijkste voedselbron voor meer dan 400 miljoen mensen in de tropen. De wereldwijde bananenproductie wordt bedreigd door schimmels die de Panama-ziekte veroorzaken.

Nadere informatie

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 25 februari 2014 KENMERK ONDERWERP CGM/140225-01 Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant

Nadere informatie

CGM/ Advies Veldproef met genetisch gemodificeerde appelbomen

CGM/ Advies Veldproef met genetisch gemodificeerde appelbomen Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr J.J. Atsma Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 14 december 2010 KENMERK ONDERWERP CGM/101214-01 Advies Veldproef met genetisch gemodificeerde appelbomen

Nadere informatie

Datum 26 juli 2010 Betreft Antwoorden Kamervragen inzake de isolatieafstanden bij experimentele gentechaardappels.

Datum 26 juli 2010 Betreft Antwoorden Kamervragen inzake de isolatieafstanden bij experimentele gentechaardappels. > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft en Kamervragen

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie: E C O L O G I E Ecologie = wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaald milieu voorkomen en wat de relaties zijn tussen organismen en dat milieu Factoren die invloed

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 26 november 2007 KENMERK CGM/071126-02 ONDERWERP Advies inschaling

Nadere informatie

CGM/ Advies isolatieafstand bij veldproef met gg-aardappels

CGM/ Advies isolatieafstand bij veldproef met gg-aardappels BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw J.C. Huizinga-Heringa

Nadere informatie

Activiteiten waarbij ongekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt: Activiteiten waarbij gekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt:

Activiteiten waarbij ongekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt: Activiteiten waarbij gekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt: BIJLAGE 5: INSCHALING VAN ACTIVITEITEN MET GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN (behorend bij artikel 7 van de Regeling genetisch gemodificeerde organismen) 5.1 Activiteiten met een genetisch gemodificeerd

Nadere informatie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren

Nadere informatie

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers and climate change"

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: Crop volunteers and climate change Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 20 september 2011 KENMERK ONDERWERP CGM/110920-02 Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers

Nadere informatie

Intermezzo, De expressie van een eiwit.

Intermezzo, De expressie van een eiwit. Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in

Nadere informatie

Milieurisicoanalyse bij de aanvraag IM Datum: 25 augustus 2010

Milieurisicoanalyse bij de aanvraag IM Datum: 25 augustus 2010 Milieurisicoanalyse bij de aanvraag IM 10-002 Datum: 25 augustus 2010 De milieurisicoanalyse is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer uitgevoerd

Nadere informatie

Kansen voor weerbaar telen

Kansen voor weerbaar telen Kansen voor weerbaar telen Literatuuronderzoek : Werkingsmechanismen en toepassingen 6 september 2011 1 : Wat verstaan we hieronder? Condities aanleggen waardoor het gewas weerbaarder wordt tegen ziektes

Nadere informatie

Beschikking GGO IM-L 12-003

Beschikking GGO IM-L 12-003 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: RIVM/VSP/BGGO, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. RIVM/VSP/Bureau GGO Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 Postbus 1 3720 BA Bilthoven http://www.ggovergunningverlening.nl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 53968 12 oktober 2016 Voorpublicatie van de ontwerpregeling tot wijziging van de Regeling genetisch gemodificeerde organismen

Nadere informatie

CRISPR-Cas om groentes te verbeteren

CRISPR-Cas om groentes te verbeteren CRISPR-Cas om groentes te verbeteren Hoe kunnen we planten weerbaarder maken? Elysa Overdijk, mei 2019 Leerstoelgroepen Fytopathologie en Celbiologie, Wageningen Universiteit Inhoud 2019 7 miljard 2050

Nadere informatie

Beschikking GGO C/NL/04/02/001

Beschikking GGO C/NL/04/02/001 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: RIVM/VSP/BGGO, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. RIVM/VSP/Bureau GGO Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.ggovergunningverlening.nl

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Introductie Wat zijn T cellen? T cellen zijn witte bloedcellen die een cruciale rol spelen bij het beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Dit doen zij door middel van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De fitness en overleving van planten hangt af van efficiënte mechanismen om te reageren op bedreigende omstandigheden aanwezig in de natuurlijke leefomgeving. Bij het aanschakelen van de verdediging

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Inleiding

Nederlandse samenvatting. Inleiding Nederlandse samenvatting 157 Inleiding Het immuunsysteem (afweersysteem) is een systeem in het lichaam dat werkt om infecties en ziekten af te weren. Het Latijnse woord immunis betekent vrijgesteld, een

Nadere informatie

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN LEVENSGEMEEN SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n Waarom groeien er geen klaprozen op het sportveld? Waarom leven er geen kwallen in de IJssel? Kunnen struisvogels wel

Nadere informatie

ontwerp PorM/RB IM 09-004

ontwerp PorM/RB IM 09-004 Portefeuille Milieu Directie Risicobeleid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode 645 www.vrom.nl ontwerp PorM/RB IM 09-004 Gelezen de aanvraag van Intervet International B.V., te

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL 2004

Bijlage VMBO-GL en TL 2004 Bijlage VMBO-GL en TL 2004 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE GL EN TL BIOLOGIE VBO-MAVO-D Deze bijlage bevat informatie. 400009-1-586-543b BIOTECHNOLOGIE INFORMATIE 1 OUDE TECHNIEKEN Al eeuwen gebruiken mensen organismen

Nadere informatie

Welke richting volg je? In welke mate ga je akkoord met volgende stellingen?

Welke richting volg je? In welke mate ga je akkoord met volgende stellingen? Groepsnummer: Nummer respondent: Beste leerling, Hieronder vind je een aantal vragen. Lees de opdrachten aandachtig en probeer zo nauwkeurig mogelijk te antwoorden. Laat geen vragen open. Als je iets niet

Nadere informatie

3ODQW5HVHDUFK,QWHUQDWLRQDO%9

3ODQW5HVHDUFK,QWHUQDWLRQDO%9 Advies betreffende: Kennisgever: 9HOGSURHIPHWEDFWHULHUHVLVWHQWHDDUGDSSHOOLMQHQ 3ODQW5HVHDUFK,QWHUQDWLRQDO%9 COGEM kenmerk BGGO nummer Datum advies &*0 %**2 MDQXDUL 6DPHQYDWWLQJ Het betreft hier een aanvraag

Nadere informatie

Klonen van dieren. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Klonen van dieren. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Klonen van dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2 Klonen van dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie I: Wat is klonen? Klonen is het ongeslachtelijk voortplanten

Nadere informatie

C/GB/03/M5/3 30 januari 2004 CGM/ maart 2003

C/GB/03/M5/3 30 januari 2004 CGM/ maart 2003 Tel.: 030 274 4197 Telefax: 030 274 4461 E-mail: info@cogem.net Internet: www.cogem.net Aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel

Nadere informatie

Informatie bestemd voor het publiek.

Informatie bestemd voor het publiek. Informatie bestemd voor het publiek. Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Sector Bloembollen Postbus 85 2160 AB Lisse Nederland Contactpersoon: Ir. A.F.L.M. Derks Veldproef van beperkte omvang voor onderzoek

Nadere informatie

Herintroductie in de praktijk. Soorten gaan achteruit. Soorten gaan achteruit. Herintroductie. Herintroductie

Herintroductie in de praktijk. Soorten gaan achteruit. Soorten gaan achteruit. Herintroductie. Herintroductie 14-1-216 Herintroductie in de praktijk Soorten gaan achteruit Philippine Vergeer > Planten staan onder stress en worden hierdoor minder vitaal > Populaties worden kleiner > Populaties verjongen niet meer

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer P.L.B.A. van

Nadere informatie

Hoe veredel je voor duurzame resistentie in aardappel en de rol van moleculaire merkers?

Hoe veredel je voor duurzame resistentie in aardappel en de rol van moleculaire merkers? Hoe veredel je voor duurzame resistentie in aardappel en de rol van moleculaire merkers? Edith Lammerts van Bueren Louis Bolk Instituut, Wageningen University DNA labs, 8 maart 2013 De schrik van elke

Nadere informatie

LTO Glaskracht - Groene middelen 8 maart Rogier Doornbos Product Specialist

LTO Glaskracht - Groene middelen 8 maart Rogier Doornbos Product Specialist LTO Glaskracht - Groene middelen 8 maart 2018 Rogier Doornbos Product Specialist Waarom groene(re) middelen? Consumenten: Eten en voeding is gezondheid en je goed voelen dit staat in contrast met het gebruik

Nadere informatie

Essentaksterfte. Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven. Jelle Hiemstra. Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017

Essentaksterfte. Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven. Jelle Hiemstra. Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017 Essentaksterfte Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven Jelle Hiemstra Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017 Inhoud Essentaksterfte Oplossing??? Onderzoek naar minder

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor. Samenvatting Het immuunsysteem Het menselijke lichaam bevat een uniek systeem, het immuunsysteem, wat ons beschermt tegen ongewenste en schadelijk indringers (ook wel lichaamsvreemde substanties of pathogenen

Nadere informatie

Opstel door B woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding. Wat is biotechnologie?

Opstel door B woorden 6 maart keer beoordeeld. Inleiding. Wat is biotechnologie? Opstel door B. 1149 woorden 6 maart 2013 8 2 keer beoordeeld Vak Methode ANW ANW Actief Inleiding Wat is biotechnologie? Het begrip biotechnologie omvat alle methodes waarbij organismen gebruikt worden

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld, Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 03 december 2014 KENMERK ONDERWERP CGM/141203-01 Aanbieding onderzoeksrapport 'Can interactions

Nadere informatie

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten

Nadere informatie

CGM/ Advies: Inschaling van de potplant Kalanchoe blossfeldiana

CGM/ Advies: Inschaling van de potplant Kalanchoe blossfeldiana BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma POSTBUS 30945 2500 GX Den Haag TEL.:

Nadere informatie

Geachte mevrouw Cramer,

Geachte mevrouw Cramer, BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR Scala Toelatingsnummer 11555 N W.4 Productgroep: Formulering: De identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel: Werkzame stof: Verpakking: Gevarenaanduidingen:

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 26 oktober 2006 KENMERK CGM/061026-01 ONDERWERP Advies

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 30.4.2015 L 112/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/683 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten

Nadere informatie

Algemene samenvatting

Algemene samenvatting Algemene samenvatting De mens kan niet zonder zuurstof. De zuurstof die wij inademen wordt vanaf de longen door het bloed naar alle cellen van ons lichaam gebracht. De cellen kunnen deze zuurstof gebruiken

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

C/SE/96/ mei 2004 CGM/ juni 2004

C/SE/96/ mei 2004 CGM/ juni 2004 Aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus 30945 2500 GX Den Haag C/SE/96/3501.02 7 mei 2004 CGM/040610-01 10 juni 2004 Advies

Nadere informatie

Milieurisicoanalyse bij de aanvraag IM 10-004

Milieurisicoanalyse bij de aanvraag IM 10-004 Milieurisicoanalyse bij de aanvraag IM 10-004 Datum: 09-06-2011 De milieurisicoanalyse is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer uitgevoerd

Nadere informatie

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron Niet-technische samenvatting 2015311 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Heeft de kwaliteit van het afweer systeem bij de vader een invloed on de kwetsbaarheid van de kinderen voor moederlijk

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Marel, Sander van der Title: Gene and cell therapy based treatment strategies

Nadere informatie

Wat is je leeftijd (bv. 17)? Typ leeftijd over (enkel cijfers) jaar. In welke mate ga je akkoord met volgende stellingen?

Wat is je leeftijd (bv. 17)? Typ leeftijd over (enkel cijfers) jaar. In welke mate ga je akkoord met volgende stellingen? Groepsnummer: Nummer respondent: Beste leerling, Hieronder vind je een aantal vragen. Lees de opdrachten aandachtig en probeer zo nauwkeurig mogelijk te antwoorden. Laat geen vragen open. Als je iets niet

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Om een meercellig organisme goed te kunnen laten functioneren is het essentieel dat cellen met elkaar communiceren. Intercellulaire communicatie kan plaatsvinden via de uitscheiding van hormonen en groeifactoren

Nadere informatie

Wat is een allergie? Afweersysteem

Wat is een allergie? Afweersysteem De allergie survivalgids 15 Hoofdstuk 1 Wat is een allergie? Afweersysteem Voordat we uitleggen wat een allergie is, is het handig dat je eerst weet wat een afweersysteem is. Het afweersysteem van je lichaam

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J.Atsma POSTBUS GX Den Haag. Geachte heer Atsma,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J.Atsma POSTBUS GX Den Haag. Geachte heer Atsma, BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J.Atsma POSTBUS 30945 2500 GX Den Haag TEL.:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24591 28 april 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 april 2017, nr. 17060593, houdende tijdelijke

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Hematopoiesis Een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed waarin zich miljarden cellen bevinden. Deze cellen zijn onder te verdelen op basis van

Nadere informatie

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen

Nadere informatie

157 De ontdekking van de natuurlijke aanwezigheid van antisense oligonucleotiden in eukaryote cellen, die de expressie van specifieke eiwitten kunnen reguleren, heeft in de afgelopen tientallen jaren gezorgd

Nadere informatie

Het belang van bodemleven Inspiratiedag over functionele agrobiodiversiteit Gent, 4 november 2014

Het belang van bodemleven Inspiratiedag over functionele agrobiodiversiteit Gent, 4 november 2014 Het belang van bodemleven Inspiratiedag over functionele agrobiodiversiteit Gent, 4 november 2014 Petra Deproost Departement LNE, Dienst Land en Bodembescherming Biodiversiteit: niet enkel bovengronds!

Nadere informatie

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Nederlandse samenvatting MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Tuberculose Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Infectie

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlanse samenvatting Kinkhoest is een ernstige en zeer besmettelijke ziekte van de bovenste luchtwegen welke wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. In de

Nadere informatie

t Saet kruipt waar het niet gaan kan Research en DNA technieken

t Saet kruipt waar het niet gaan kan Research en DNA technieken t Saet kruipt waar het niet gaan kan Research en DNA technieken Organisatie Bejo Zaden BV Veredeling vollegrond Veredeling fruit crops Onderzoek Zaadteelt & vermeerdering Productie & verwerking Verkoop

Nadere informatie

Europese Unie Communautair Bureau voor Plantenrassen TECHNISCHE VRAGENLIJST

Europese Unie Communautair Bureau voor Plantenrassen TECHNISCHE VRAGENLIJST Europese Unie Communautair Bureau voor Plantenrassen TECHNISCHE VRAGENLIJST In te vullen in verband met een aanvraag voor een Communautair kwekersrecht. Wilt u alle vragen beatnwoorden. Een vraag die niet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52951 27 september 2018 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 september 2018, nr.

Nadere informatie

Leven in een broccoli wereld: Ontwerp van een beslis matrix ter beoordeling van de impact van nieuwe (GM) gewassen op het bodemecosysteem

Leven in een broccoli wereld: Ontwerp van een beslis matrix ter beoordeling van de impact van nieuwe (GM) gewassen op het bodemecosysteem Samenvatting Leven in een broccoli wereld: Ontwerp van een beslis matrix ter beoordeling van de impact van nieuwe (GM) gewassen op het bodemecosysteem Landbouw is essentieel voor de voedselvoorziening

Nadere informatie

PorM/RB IM overwegende,

PorM/RB IM overwegende, Portefeuille Milieu Directie Risicobeleid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode 645 www.vrom.nl PorM/RB IM 09-004 Gelezen de aanvraag van Intervet International B.V., te Boxmeer,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24600 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Mariman, Rob Title: Probiotic bacteria and the immune system : mechanistic insights

Nadere informatie

WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE?

WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE? SPREEKBEURT OF WERKSTUK WAT IS GENETISCHE MODIFICATIE? Hier vind je informatie voor een spreekbeurt of werkstuk over genetische modificatie. De informatie is ingedeeld in stappen. Dit zijn de verschillende

Nadere informatie

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus 30945 2500 GX Den Haag POSTADRES: POSTBUS

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Informatie bestemd voor het publiek.

Informatie bestemd voor het publiek. Informatie bestemd voor het publiek. Monsanto Europe N.V. Tervurenlaan 270-272 B - 1150 Brussel Meerjarig experimenteel programma voor de ontwikkeling van Roundup Ready Bieten (tolerant tegen glyfosaat)

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Reactie op bezwaren ingediend tegen wijzigingsvergunningen IM /01, IM /01 en IM /01 door niet belanghebbenden

Reactie op bezwaren ingediend tegen wijzigingsvergunningen IM /01, IM /01 en IM /01 door niet belanghebbenden Reactie op bezwaren ingediend tegen wijzigingsvergunningen IM 07-001/01, IM 07-006/01 en IM 07-007/01 door niet belanghebbenden Een groot aantal personen heeft bezwaar aangetekend tegen de besluiten van

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 2016403 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Geneesmiddelenontwikkeling voor malaria 1.2 Looptijd van het project 1-4-2016-1-4-2021 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) malaria,

Nadere informatie

Belang maar ook bedreiging van de diversiteit aan rassen en gewassen. De noodzaak van Agrobiodiversiteit. Michel Haring Hoogleraar Plantenfysiologie

Belang maar ook bedreiging van de diversiteit aan rassen en gewassen. De noodzaak van Agrobiodiversiteit. Michel Haring Hoogleraar Plantenfysiologie Een deel van de biodiversiteit van de Aardappel Belang maar ook bedreiging van de diversiteit aan rassen en gewassen De noodzaak van Agrobiodiversiteit Michel Haring Hoogleraar Plantenfysiologie Agro-biodiversiteit:

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J. J. Atsma Postbus GX Den Haag. Geachte heer Atsma,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J. J. Atsma Postbus GX Den Haag. Geachte heer Atsma, BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J. J. Atsma Postbus 30945 2500 GX Den Haag TEL.:

Nadere informatie

De milieuveiligheidsfunctionaris

De milieuveiligheidsfunctionaris Ministerie van Infrastructuur en Milieu Toelichting MVF en criteria December 2010 De milieuveiligheidsfunctionaris Inleiding Dit document heeft tot doel instellingen met één of meerdere vergunningen voor

Nadere informatie

VERDERA B 4 (Gliocladium catenulatum J1446)

VERDERA B 4 (Gliocladium catenulatum J1446) TER BESTRIJDING VAN Verdera B 4 is een biofungicide dat sporen en mycelium van de antagonistische schimmel G. catenulatum bevat. Deze antagonist wordt door hommels verspreid (Flying Doctors System) om

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7690 17 februari 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 februari 2016, nr. 16009225, houdende

Nadere informatie

Bij mensen is er gemiddeld één jongen op één meisje. Wellicht is

Bij mensen is er gemiddeld één jongen op één meisje. Wellicht is Nederlandse samenvatting Bij mensen is er gemiddeld één jongen op één meisje. Wellicht is dit het logische gevolg is van Mendelse overerving. Vrouwen hebben het genotype XX, mannen het genotype XY en een

Nadere informatie

Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte. met de medewerking van

Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte. met de medewerking van Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte met de medewerking van De aardappelziekte De aardappelziekte wordt veroorzaakt door Phytophthora infestans, een schimmelachtig organisme.

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Evolutiebiologie DT 2

Voorbeeldtentamen Evolutiebiologie DT 2 Voorbeeldtentamen Evolutiebiologie DT 2 Het tentamen zal bestaan uit: - twee vragen over het onderdeel Microbiologie - een of twee vragen over het onderdeel Plantenrijk - twee vragen over het onderdeel

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 201569

Niet-technische samenvatting 201569 Niet-technische samenvatting 201569 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Endotheliale toxiciteit van bijnierprecursors, hydrocortison en fludrocortison die verhoogd zijn in patienten met congenitale

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Voedsel en vertering. vwo 5-6

Voedsel en vertering. vwo 5-6 Voedsel en vertering vwo 5-6 Kunnen wij eigenlijk zonder micro-organismen leven? Bij onze spijsvertering, voedselproductie en voedselkweek spelen microben een belangrijke rol. Microben in onze darmen helpen

Nadere informatie