No. 59. LEIDRAAD. voor de burgemeesters bij het nemen van maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "No. 59. LEIDRAAD. voor de burgemeesters bij het nemen van maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht."

Transcriptie

1 No. 59. LEIDRAAD voor de burgemeesters bij het nemen van maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht. N.B. Dit boekwerk kan worden aangehaald als Leidraad luchtbeschermingsdienst.' Aanschrijving Departement van Defensie van 30 Mei 1931, Ilde Af deeling B, No. 61. VERNIEUWDE uitgave van de Aanwijzingen nopens de door burgerautoriteiten te nemen maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht" (Aanschrijving D. v. O. van 9 Maart 1927, He Afd. No. 9). BREDA. DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE

2

3 INHOUDSOPGAVE. Bladz. Inleiding l Hoofdstuk I.. Luchtwachtdienst Hoofdstuk II. Luchtaanvallen Hoofdstuk III. Maatregelen A. Waarschuwings- en alarmeeringsdienst. 5 B. Verduistering C. Hulpdiensten D. Politie E. Brandweer F. Gemeentelijke reinigings- en ontsmettingsdienst G. Gemeentewerken en -bedrijven H. Geneeskundige dienst I. Schuilplaatsen J. Bescherming van inrichtingen van alge- K. Voorraden beschermingsmiddelen, chemicameen belang tegen scherfwerking liën, e. d Hoofdstuk IV. Voorlichting van de inwoners Hoofdstuk V. Opleiding en oefening Bijlage I. Voorbereidende maatir-egelen, welke in vredestijd kunnen worden genomen ten behoeve van een snelle organisatie van den luchfbeschermingsdienst en welke geen of naar verhouding 'slechts matige kosten vorderen Algemeen Waarschuwings- en alarmeeringsdien,st Personeel Verduistering Politie Brandweer Gemeentelijke reinigingsdienst Waterleidingbedrijf Gemeentewerken en -bedrijven Geneeskundige dienst

4 II INHOUD. Bladz. 11. Gasmaskers en andere beschermende middelen (kleeding, handschoenen) Chemicaliën Voorlichting van de inwoners Opleiding en oefening van het personeel, dat diensten zal verrichten bij den luchtbeschermingsdienst Bijlage il. Wenken betreffende ontsmetting van kleedimg, dekens, linnengoed, schoeisel, levensmiddelen, drinkwater, stadsgedeelten, enz Ontsmetting van bovenkleeding, dekens, gordijnen, e.d Ontsmetting van linnengoed Ontsmetting van tegen mosterdgas beschermende overkleeding en kleedingstukken Ontsmetting van met 'vloeibaar mosterdgas bespatte schoenen, laarzen en andere lederen voorwerpen Ontsmetting van met vloeibaar mosterdgas bespatte metalen en houten voorwerpen, touwwerk, e.d Ontsmetting van levensmiddelen, drinkwaren en tabak Ontsmetting van stadsgedeelten A. Ontsmetting van straten, pleinen, e.d., alsmede van het uitwendige van gebouwen B. Ontsmetting van parken, plantsoenen en tuinen C. Ontsmetting van het inwendige van gebouwen Vernietiging van ernstig, besmette voorwerpen, stoffen en vloeistoffen "23 9. Maatregelen bij het ontsmettingswerk in acht te nemen Ontsmettingsploegen Bijlage ill.. ^Aanwijzingen voor het verleenen van eerste hulp, voor vervoer en geneeskundige behandeling -van gaszieken en van door brandbommen gewonden Het verleenen van eerste hulp aan gaszieken A. Algemeene maatregelen "26 B. Bijzondere maatregelen Vervoer Verdere behandeling Verleenen van eerste hulp bij verwonding door brandbommen Organisatie van den reddingsdienst

5 INHOUD. III Bladz. A. Geneeskundige hulpposten B. Ontsmettingsinriclitingen G. Ziekenhuizen D. Eeddings- tevens transportploegen Uitrusting van geneeskundige hulpposten, ontsmettingsinrichtingen en gasziekeninrichtingen Bijlage IV. Schuilplaatsen tegen luchtaanvallen Bijlage V. Bescherming tegen luchtaanvallen. Aanwijzingen omtrent de door de inwoners te treffen maatregelen en te volgen gedragsregels Hoofd van den luchtbeschermingsdienst Luchtwachtdienst Waarschuwing- en alarmeeringsdienst Verduistering Inrichten van schuilplaatsen Brandgevaar Gedragsregels A. Tijdens een luchtaanval B. Na een luchtaanval C. Enkele algemeene bepalingen met het oog op mosterdgas 51

6

7 LEIDRAAD voor de burgemeesters bij het nemen van maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht. INLEIDING. 1. In geval Nederland in een oorlog wordt betrokken, kunnen zeer spoedig vijandelijke luchtstrijdkrachten boven ons grondgebied verschijnen. 2. De vijandelijke luchtstrijdkrachten zullen haar aanvallen waarschijnlijk in de eerste plaats richten tegen doelen, welke, hetzij voor onze weermacht, hetzij voor die van derden, rechtstreeks van belang zijn, zooals: a. de groote verkeerswegen, in het bijzonder de kwetsbare plaatsen daarin (b.v. knooppunten van spoorwegen, groote stations, bruggen); b. de kunstwerken, welke voor het voeren van den strijd van belang zijn (b.v. inundatiewerken); c. de organen, belast met de leiding der verdediging en wellicht ook de Kegeeringsorganen, de strijdkrachten, de militaire inrichtingen en gebouwen; d. de magazijnen, fabrieken, havens, opslagplaatsen, sluiswerken enz. en de gemeenschappen naar zee, waaruit of waarlangs de aanvoer naar de strijdkrachten moet geschieden. 3. Eechtstreeksche aanvallen op de burgerbevolking en de particuliere eigendommen worden door het volkenrecht nadrukkelijk verboden. Niettemin blijft de kans bestaan, dat luchtaanvallen ook de burgerbevolking treffen, al was het slechts omdat, blijkens de ervaring, vijandelijke vliegers zich kunnen vergissen in de plaats van het aan te vallen doel, dan wel om eenigerlei reden kunnen worden gedwongen zich van hun bommenlast te ontdoen, vóórdat zij die te bestemder plaatse hebben kunnen werpen. 4. De rechtstreeksche bestrijding van vijandelijke vliegtuigen de luchtverdediging geschiedt door de daarvoor bestemde militaire organen als vliegdienst, luchtdoelgeschut en zoeklichten,

8 Het is onmogelijk een afdoenden afweer tegen luchtaanvallen voor het geheele land in het leven te roepen. Voor de bescherming van de, in verband met het gestelde in punt 3, meest bedreigde gedeelten des lands worden in vredestijd ïuchtverdedigingskringen en luchtverdedigingspunten ingericht. Deze afweermaatregelen worden naar gebleken behoefte in oorlogstijd uitgebreid. 5. Hoe krachtig de luchtverdediging ook is georganiseerd, nimmer bestaat de zekerheid, dat den aanvaller kan worden belet, zij het met verzwakte sterkte, zijn doel te bereiken. Daarom zijn naast de rechtstreeksche bestrijding maatregelen noodig om de kans op aanvallen zooveel mogelijk te verminderen en de gevolgen van die ondernemingen te beperken. De voorbereiding en de uitvoering van deze maatregelen worden aangeduid als luchtbeschermingsdienst. 6. Een doeltreffende organisatie van den luchtbeschermingsdienst kan slechts worden verkregen door samenwerking van politie, brandweer, gemeentewerken, diensten voor bouw- en woningtoezicht, reinigings- en ontsmettingsdiensten, plaatselijke -Roode Kruis-afdeelingen, afdeelingen van den Bond voor eerste hulp bij ongelukken Het Oranje Kruis", enz. Aangezien de gemeente-autoriteiten over die organen beschikken, dan wel daarmede regelmatige samenwerking onderhouden en voorts geheel op de hoogte zijn van de plaatselijke omstandigheden, kan de inrichting van den luchtbeschermingsdienst slechts door hen geschieden. De Regeering verleent hierbij de noodige voorlichting en, voor zooveel noodig, steun. 7. Een in oorlogstijd goed werkende luchtbeschermingsdienst vereischt een nauwkeurige voorbereiding in vredestijd. In bijlage l zijn de op grond van dezen leidraad te treffen maatregelen van organisatorischen aard verzameld, welke geen of naar verhouding slechts matige kosten vorderen. Het is gewenscht, dat de in vredestijd getroffen, alsmede de alsnog bij mobilisatie te nemen maatregelen in beknopten vorm schriftelijk worden vastgelegd (memoranda, instructiën, e.d.) 8. Dit boekwerk heeft ten doel den burgemeesters den weg te wijzen bij de voorbereiding van den luchtbeschermingsdienst. Het behoeft wel geen betoog, dat niet alle hierachter vermelde beginselen van toepassing zijn voor elke gemeente. Ter beoordeeling van iederen burgemeester blijft voor zooveel noodig na voorlichting van deskundigen (zie punt 9, laatste alinea) welke voorbereidingen voor de betrokken gemeente zullen moeten worden getroffen.

9 Bij het nemen van een beslissing dienaangaande kan het volgende in het algemeen als richtsnoer gelden. Niet elke gemeente heeft evenveel kans om in oorlogstijd tot doelwit van luchtbombardementen te worden gekozen. Zooals uit het in punt 2 gestelde kan blijken, is deze kans het grootst voor die gemeenten, waarin of waarbij de aldaar genoemde, uit militair oogpunt belangrijke, doelen zijn gelegen. Daartegenover staat, dat voor deze gemeenten de luchtverdediging werkzamer zal zijn dan voor anderen. Bovendien is voor een gemeente, welke is gelegen aan de samenkomst van belangrijke, uit de lucht duidelijk zichtbare, voor de militaire operatiën vermoedelijk van belang zijnde, verkeerswegen te land of te water, de mogelijkheid op luchtaanvallen grooter dan voor andere gemeenten. Aangezien echter, zooals mede blijkt uit punt 3, geen enkele gemeente met zekerheid voor luchtaanvallen gevrijwaard kan worden geacht, is het gewenscht, dat in elke gemeente reeds in vredestijd voorbereidingen voor de luchtbeschermng worden getroffen. 9. De ondervinding heeft geleerd, dat een goede voorbereiding en uitvoering van den luchtbeschermingsdienst alleen is te verkrijgen, wanneer de algemeene leiding in één hand berust. Daarom verdient het aanbeveling 1, dat de burgemeester aan een alleszins bevoegde autoriteit opdraagt als hoofd van den luchtbeschermingsdienst" de bescherming van de burgerbevolking tegen luchtaanvallen te organiseeren. Mocht nadere voorlichting van deskundigen gewenscht zijn, dan zal het hoofd van den luchtbeschermingsdienst zich namens den burgemeester kunnen wenden tot het bureau Luchtverdediging van den Generalen Staf te 's-gravenhage of tot de militaire autoriteit, die, volgens een nader door den Chef van den Generalen Staf aan den betrokken Commissaris der Koningin 'te zenden bericht, voor het geven van inlichtingen aan de bedoelde gemeente is aangewezen. HOOFDSTUK I. Luchtwachtdienst. 10. Ten behoeve van de luchtverdediging en van den luchtbeschermingsdienst is een luchtwachtdienst ingesteld. Deze dienst omvat een aantal over ons land verspreide posten, welke tot taak hebben zoowel overdag als 's nachts onverwijld do nadering van vijandelijke luchtvaartuigen, alsmede de richting waarin zij zich bewegen, aan een centraal bureau te melden. Uit de inkomende berichten kan dit bureau zich een oordeel vormen van de landsgedeelten, welke vermoedelijk worden bedreigd. Daarna kan tot waarschuwen worden overgegaan.

10 11. Dit waarschuwen geschiedt door radiostations, welke op de golflengte van 1070 m het waarschuwingssein luehtgevaar aanwezig" in morseteekens uitzenden, volgens de code «.««., «, _»_. Vervolgens zullen autoriteiten en bevolking door middel van denradio-omroep nader op de hoogte worden gebracht en gehouden van de bewegingen van de vijandelijke luchtvaartuigen en van de landstreken, die meer rechtstreeks met een luchtaanval worden bedreigd. Hebben de vijandelijke vliegtuigen het land verlaten, dan wordt het sein luchtgevaar geweken" op dezelfde wijze uitgezonden als het bovenvermelde waarschuwingssein volgens de code..,...,... Beide seinen worden gedurende vijf minuten bij het begin van elke minuut langzaam gegeven. Het ligt in. de bedoeling om overigens alle gegevens nopens vijandelijke luchtaanvallen, welke voor de burgerbevolking van belang kunnen zijn, zoo mogelijk per radio-omroep uit te zenden. 12. Het hoofd van den luchtbeschermingsdienst in de gemeente moet voor het opnemen van seinen en mededeelingen over twee of meer radio-ontvangtoestellen kunnen beschikken. HOOFDSTUK II. Luchtaanvallen. 13. Luchtaanvallen kunnen worden uitgevoerd door het werpen van brisantbom/men (vernielend vermogen) en brandbommen (brandstichtend vermogen) terwijl, indien de bestaande tractaten nopens het verbod van het gebruik van chemische en bacteriologische oorlogsmiddelen mochten worden geschonden, ook het werpen van gasbommen en het sproeien van chemicaliën zou kunnen worden verwacht. In verband met den aard van de, in de eerste plaats te verwachten, luchtaanvallen (zie punt 3) is het gebruik van brisanten van brandbommen het meest waarschijnlijk, zoodat bij het inrichten van den luchtbeschermingsdienst dan ook allereerst aandacht zal moeten worden geschonken aan bescherming tegen deze soorten bommen. Bij de daarvoor te treffen maatregelen moet echter tevens worden vastgesteld, welke aanvullingen en wijzigingen noodig zijn, voor het geval de vijand gebruik mocht maken van gasbommen. 14. Het staat vast, dat de uitwerking van luchtaanvallen, vooral indien de burgerbevolking daarin mocht worden betrokken, het grootst zal zjjn, indien de bevolking, door verzuim in vredestijd, onbeschermd ware blootgesteld. Daarentegen zullen een krachtige luchtverdediging

11 en een in vredestijd met zorg voorbereide en in oorlogs'tijd met oordeel doorgevoerde luchtbeschermingsdienst de gevolgen van een luchtaanval tot zoo klein mogelijke afmetingen kunnen terugbrengen en kunnen leiden tot sparing van menschenlevens en eigendommen. Een en ander zal er zelfs toe kunnen strekken den vijand van het uitvoeren van rechtstreeksche aanvallen op de burgerbevolking te doen afzien. HOOFDSTUK III. Maatregelen. 15. De voorbereiding en de doorvoering van den luchtbeschermingsdienst vereischen een reeks van maatregelen, welke haar grond vinden in de hieronder volgende beginselen. Het kan voor aan elkaar grenzende gemeenten aanbeveling verdienen om verschillende van deze maatregelen in gezamenlijk overleg te treffen en een regeling vast te stellen om elkaar, in voorkomend geval, wederkeerig hulp te verleenen (zie ook punt 28, derde alinea). A. Waarschuwings- en alarmeeringsdienst. 16. Zoodra een gemeente het waarschuwingssein luchtgevaar aanwezig" (zie punt 11) heeft ontvangen, is het de taak van den luchtbeschermingsdienst om mede aan de hand van de nader binnenkomende, van rijkswege uitgezonden, radioberichten omtrent de bewegingen van de vijandelijke luchtvaartuigen nader vast te stellen of de gemeente door een luchtaanval wordt bedreigd en in dat geval de hulpdiensten en de inwoners tijdig te waarschuwen. Daarom verdient het aanbeveling en zulks geldt in het bijzonder voor de nabij de kust o'f de nabij de landsgrens gelegen gemeenten in vredestijd een uitkijk- en luisterdienst voor te bereiden, welke zoodra er oorlogsgevaar (1) aanwezig is, door de zorg van het hoofd van den luchtbeschermingsdienst in werking wordt gesteld. De uitkijk- en luisterdienst wordt uitgeoefend door een of meer uitkijk- en luisterposten. Het verdient aanbeveling, dat in de, in verband met het gestelde in punt 8, meest bedreigde gemeenten de uitkijk- en luisterposten zoo mogelijk voortdurend bezet blijven. Voor de uitkijkposten is een punt met ruim uitzicht noodzakelijk, zoo mogelijk met vermijding van opstelling op groote hoogte, terwijl (1) Ingevolge artikel 188 der Grondwet wordt bfi K. B. vastgesteld, of er oorlogsgevaar, in den zin waarin dat woord in 's Lands wetten voorkomt, aanwezig is. Bedoeld K. B. wordt in de Staatscourant ter algemeene kennis gebracht.

12 6 voor de luisterposfcen in den regel een opstelling op den grond in een rustige omgeving de voorkeur verdient. 17. Een gemeente, waarin in oorlogstijd een orgaan van den luchtwachtdienst is gevestigd, kan en moet partij trekken van de bij dien dienst binnenkomende gegevens; alsdan kan de gemeentelijke uitkijk- en luisterdienst veelal achterwege blijven of worden beperkt. 18. Oordeelt het hoofd van den luchtbeschermingsdienst, dat inderdaad de kans op een luchtaanval niet denkbeeldig is, dan moeten onverwijld de verschillende hulpdiensten worden gewaarschuwd om zich voor hulpverleening gereed te houden. Hiertoe kan een reeds in vredestijd voorbereide waarschuwingsdienst tusschen genoemd hoofd en de hoofden der hulpdiensten bij voorkeur langs telefonischen of optischen weg niet worden gemist. Br moet naar worden gestreefd de gereedstelling van de hulpdiensten zoo onopvallend mogelijk te doen plaatsvinden, zulks ten einde de bewoners met ontijdig te verontrusten. 19. Acht het hoofd van den luchtbeschermingsdienst de noodzakelijkheid aanwezig, om ook de inwoners te waarschuwen voor het naderende luchtgevaar, dan doet hij het alarmeeringssein luchtalarm" geven. Dit sein moet worden gegeven door 'middel van lang aangehouden signalen met sirenes en (of) fluiten. Is naar het oordeel van het hoofd van den luchtbeschermingsdienst het gevaar voor de gemeente geweken, dan doet hij zulks aan de inwoners mededeelen door het sein: luchtalarm geëindigd." Laatstbedoeld sein moet worden gegeven door middel van het Iwiden der kerkklokken en (of) seinen met signaalhoorns. Ter voorkoming van verwarring mag hiervoor in geen geval van sirenes en (of) fluiten worden gebruik gemaakt. Het hoofd van den luchtbeschermingsdienst treft voor een en ander een nadere regeling, welke o.m. dient te omvatten: a. de vaststelling van welke punten en op welke wijze de vorenbedoelde seinen zullen worden uitgezonden (aanwijzing van inrichtingen, zooals fabrieken, werkplaatsen, e.d., welke in vredestijd reeds over sirenes of fluiten beschikken; zoo noodig voorbereidingen treffen, dat bij oorlogsgevaar de geluidsomvang dier sirenes en (of) fluiten wordt verhoogd en (of) eventueel op enkele punten nieuwe sirenes of fluiten worden geplaatst; aanwijzing van de kerken, waarvan de klokken zullen worden geluid, enz.) b. de voorziening in de behoefte aan personeel, benoodigd voor het doen geven van bedoelde seinen;

13 c. de wijze, waarop het onder b. bedoelde personeel, opdracht zal worden gegeven tot het uitzenden van de meerbedoelde seinen (bij voorkeur langs telefonischen of optischen weg); voor zooveel noodig voorbereidingen treffen, dat bij oorlogsgevaar onverwijld de nog ontbrekende verbindingen worden tot stand gebracht. Het is uiteraard gewenscht de nachtrust van de inwoners zoo weinig mogelijk te storen. In het algemeen zal na het invallen van de duisternis een aanvaller zijn luchtaanvallen beperken tot zeer belangrijke doelen, welke door hun grootte of ligging een nacbtaanval begunstigen. Om die reden zal in gemeenten, waarin of waarbij geen dergelijke doelen liggen, des nachts veelal geen alarmeering van de inwoners noodig zijn. E. Verduistering. 20. Het doeltreffendste middel om des nachts de oriënteering van vijandelijke vliegers te bemoeilijken en daardoor nachtelijke luchtaanvallen zooveel mogelijk te voorkomen, is het uitschakelen van elke kunstverlichtmg. Elk naar buiten uitstralend licht kan een hulpmiddel zijn voor den vijandelijken luchtvaarder om zich te oriënteeren en oorzaak zijn van een opzettelijken of toevalligen aanval ter plaatse of op een nabijliggende gemeente. 21. Het is daarom voor elke gemeente van groot belang zorg te dragen, dat, zoodra er oorlogsgevaar aanwezig is, na het ininvallen der duisternis, niet alleen in de kom der gemeente maar ook daarbuiten, geen lichten naar buiten uitstralen. 22. Uiteraard kan in tal van gemeenten de verlichting des nachts niet geheel worden gemist; alsdan is noodig een regeling voor de beperkte verlichting in het tijdvak van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopgang. Deze regeling behoort, met de volgende beginselen rekening te houden. a. De verlichting van straten, wegen, pleinen, e.d. moet zooveel mogelijk worden beperkt (ten minste tot V* vaix de gewone sterkte). Deze beperkte openbare verlichting moet voldoen aan den eisch, dat de lichtbron onzichtbaar is uit de lucht en zoodanig afgedekt, dat het licht niet in het water kan weerspiegelen. Bovendien moet zij, naar aanwijzing van het hoofd van den luchtbeschermingsdienst, geheel kunnen worden gedoofd en weer kunnen worden aangestoken.

14 8 b. Geen licht mag naar buiten uitstralen uit gebouwen, getimmerten, tenten, e.d. (men lette op de dakvensters). Bij fabrieken en andere inrichtingen, waarin des nachts arbeid moet worden verricht, kan men, indien zulks geen bezwaar voor het werk bij daglicht oplevert, bij het ontbreken van gordijnen of luiken, zich behelpen met het blauwen der ruiten. c. De verlichting van voer- en vaartuigen moet worden verminderd; vooral het gebruik van het verblindend licht van motorvoertuigen moet aan strenge bepalingen worden gebonden. d. Alle reclame-lichten moeten worden gedoofd en de etalageverlichtingen beperkt Tijdens de beperkte openbare verlichting zal, voor zooveel noodig, door een goede verkeersregeling, moeten worden zorg gedragen voor de veiligheid van het verkeer (zie punt 27). 24. Het is waarschijnlijk, dat na afkondiging van den staat van oorlog of van beleg het militair gezag verordeningen (c.q. aanvullende verordeningen) omtrent de verlichting van gemeenten, spooren waterwegen, voer- en vaartuigen, enz. zal vaststellen, welke voor wat de gemeenten betreft zullen zijn gebaseerd op de bovenvermelde beginselen van algemeenen aard. C. Hulpdiensten. 25. Na een aanval door vijandelijke luchtvaartuigen kan o.m. hulp noodig zijn voor: a. het redden van personen uit door een bom getroffen gebouwen ; b. het blusschen van brand; het verrichten van opruimingswerk bij vernielingen; G. het verzorgen en het in ziekeninrichtingen doen opnemen van gewonden en gaszieken; d. het ontsmetten van met gas besmette personen, van huizen en stadsgedeelten, van kleedingstukken en van levensmiddelen. Om hier afdoende hulp te kunnen bieden, moeten hulpdiensten worden georganiseerd. 26. Wil men van de goede werking van dergelijke hulpdiensten verzekerd zijn, dan verdient het aanbeveling, dat zij en hun onderlinge samenwerking, tijdig in hun vollen omvang en tot in bijzonderheden zijn geregeld. Daarom verdient het aanbeveling, dat de burgemeester zich reeds in vredestijd de hulp verzekert van den burgerlijken geneeskundigen dienst, van scheikundigen, van autoriteiten belast met den ontsmettingsdienst van gebouwen, schepen,

15 enz., van afdeelingen van het Koode Kruis, en van den Bond voor eerste hulp bij ongelukken Het Oranje Kruis", e.d. De bestaande openbare diensten zullen uitbreiding behoeven, waartoe veelal gebruik kan worden gemaakt van bepaalde organisaties (bijv. burgerwachten, transportcolonnes van het Nederlandsche Koode Kruis). Het personeel voor de te organiseeren hulpdiensten, dat moet worden genomen uit niet dienstplichtige inwoners en buitengeivone dienstplichtigen (met uitzondering echter van hen, die een verbintenis hebben aangegaan om tot l October van het jaar, waarin zij 30 jaar oud worden, de verplichtingen te volbrengen, welke ingevolge de bepalingen van de Dienstplichtwet en derzelver uitvoeringsbepalingen rusten op de lichting, waartoe zij behooren), moet in verband met leeftijd en werkkring met zorg over de verschillende organisaties worden verdeeld en op sterkte gehouden, waartoe door de zorg van het hoofd van den luchtbeschermingsdienst registers moeten worden aangelegd en bijgehouden. Wanneer zich geen voldoend aantal vrijwilligers aanmeldt, wijzen art. 192 en 193 van de gemeentewet in verband met art. 12 van de Wet van 23 Mei 1899, (Staatsblad No. 128), den burgemeester den weg tot het in oorlogstijd voltallig maken van de verschillende ploegen. D, Politie. 27. Versterking van het politiekorps zal veelal niet achterwege kunnen blijven, omdat de gewone taak van het politiepersoneel zal worden uitgebreid o.m. met' de regeling van het verkeer bij beperkte openbare verlichting, met de zorg voor de veiligheid van personen, met de bewaking van getroffen gebouwen, met een gedeelte van den waarschuwings- en alarmeeringsdienst en met de regeling van een mogelijke ontruiming van daarvoor in aanmerking komende stadsgedeelten. E. Brandweer. 28. Een belangrijke rol bij luchtaanvallen is weggelegd voor de brandweer. Haar taak is in oorlogstijd verzwaard, omdat zij rekening moet houden met de mogelijkheid, dat op vele plaatsen tegelijk brand kan ontstaan en met het feit, dat ook branden kunnen optreden, waarvan de aanvankelijke vuurhaard niet met water kan worden gebluscht. In verband hiermede zal wellicht uitbreiding van het brandweerpersoneel met vrijwilligers moeten plaats vinden en worden overgegaan tot het uitrusten van een aantal snel verplaatsbare brandweerpatrouilles, voorzien van eenvoudige bluschmiddelen.

16 10 Voorts kan het aanbeveling verdienen de samenwerking van eenige brandweren uit nabijgelegen gemeenten voor te bereiden. De hulpposten der brandweer moeten, evenals de bestaande brandwoerposten, bij duisternis duidelijk worden aangegeven, bijv. door een brandende lantaarn met rood glas. 29. Ter beperking van het brandgevaar is het gewenscht in vredestijd bij nieuwbouw zooveel mogelijk brandvrije constructies toe te passen en daaromtrent bepalingen in de bouwverordeningen op te nemen dan wel op de wenschelijkheid van de toepassing van dergelijke constructies te wijzen. Na het intreden van den toestand van oorlogsgevaar dienen in dichtbevolkte stadsgedeelten brandalarmposten te worden ingericht ' 00 mogelijk op enkele hooge punten welke tot taak verkrijgen elk begin van brand in het te bewaken gedeelte onmiddellijk te melden. Voorts verdient het aanbeveling in de bovenste verdiepingen van wooncomplexen, gelegen in de nabijheid van uit militair oogpunt belangrijke doelen, brandwachtposten van l a 2 man te plaatsen, voorzien van hulpmiddelen voor het stuiten van een begin van brand. Zij moeten, wanneer noodig, snel personeel van de brandweer te hulp kunnen roepen. Op overeenkomstige wijze dienen pakhuizen, magazijnen, gebouwen enz., waar veel brandbare stoffen bijeen zijn ook indien, die magazijnen niet zijn gelegen in de nabijheid van uit militair oogpunt belangrijke doelen dag en nacht te worden bewaakt. Het tijdelijk' afsluiten van den toevoer van gas- en electriciteit kan zoodra een luchtaanval dreigt, ter beperking van het brandgevaar gewenscht zijn. Eekening moet worden gehouden met de kans op plaatselijke beschadiging der waterleiding, waardoor deze bij het blusschen van brand niet overal zal kunnen worden gebruikt. Het tijdelijk verhoogen van den druk op de waterleiding kan met het oog op het blusschen van branden aanbeveling verdienen. Onverminderd vorenbedoelde van gemeentewege te treffen maatregelen dienen de bewoners zorg te dragen alle licht brandbare, stoffen uit de bovenste verdiepingen te verwijderen. Elk begin van, brand moet door hen krachtdadig worden bestreden, waarvoor in of nabij die verdiepingen snelbrandbluschmiddelen, emmers met water, kisten met zand e.d. moeten worden gereedgehouden... Is de brand met de voorhanden middelen niet te stuiten, dan dient in afwachting van de komst der brandweer zooveel mogelijk verdere uitbreiding te worden voorkomen door ramen en deuren, gesloten te houden.

17 11 F. Gemeentelijke reiniging^- en ontsmettingsdienst. 30. Met het oog op luchtaanvallen met gassen, vooral die met blaartrekkende gassen, moet een ontsmettingsdienst worden voorbereid, welke belast is met de ontsmetting door middel van te vormen ontsmettingsploegen van stadsgedeelten en gebouwen en met het weer voor gebruik geschiktmaken van kleeding, dekens, linnengoed, schoeisel, levensmiddelen en drinkwater. Deze ontsmettingsmaatregelen zijn omschreven in bijlage tl. Voor het samenstellen van deze ontsmettmïgsploegen zal het personeel van den gemeente-reinigingsdienst wellicht moeten worden aangevuld met vrijwilligers en met daarvoor door den burgemeester aaji te wijzen inwoners. G. Gemeentewerken en -bedrijven. 31. Voor den opruimingsarbeid, welke noodig zal zijn ten gevolge van de vernieling van gebouwen door een luchtbombardement, moeten, onder leiding van het personeel van de gemeentewerken, opruimingsploegen worden gevormd. Bovendien zullen deze ploegen aan andere hulpdiensten medewerking dienen te verleenen, wanneer het hoofd van den luchtbeschermingsdienst zulks noodig acht. Aangezien bommen de electrische geleidingen en de buizen voor toevoer van water en gas kunnen beschadigen, is het wenschelijk om goed uitgeruste en snel verplaatsbare werkploegen, bestaande uit personeel van de desbetreffende bedrijven en van gemeentewerken, gereed te houden. Merkteekenen, welke in vredestijd ter oriënteering van luchtvaarders op gashouders e.d. mochten zijn aangebracht, moeten in geval van oorlogsgevaar onmiddellijk worden verwijderd. H. Geneeskundige dienst. 32. Zeer belangrijk is de organisatie van den geneeskundigen dienst. Deze omvat zoowel een reddingsdienst tot het opzoeken en wegvoeren van gewonden en gaszieken (reddingsploegen) als een geneeskundige behandeling van alle door een luchtaanval getroffenen in geneeskundige hulpposten, ontsmettmgs- en ziekeninriohtingen. Deze organisatie, welke zoo mogelijk ware in te richten in overleg met den gemeentelijken geneeskundigen dienst, met de afdeeling van het Nederlandsche Roode Kruis en met de afdeeling van den Bond voor eerste hulp bij ongelukken Het Oranje Kruis" ter plaatse, eischt een zorgvuldige voorbereiding in vredestijd. Voor een goed functioneeren van den geneeskundigen dienst zijn noodig maatregelen voor het snel verïeenen van eerste hulp, ge-

18 12 volgd door een op deskundige wijze uitgevoerd transport en door geneeskundige behandeling in daarvoor uitgeruste inrichtingen. Deze maatregelen zijn neergelegd in bijlage ÜS. I. Schuilplaatsen. 38. In beginsel moeten de bewoners zelf zorgdragen voor het in hun woning inrichten van schuilplaatsen tegen de werking van brisantbommen en van gassen. Bovendien is het wenschelijk, dat in de drukste centra van verkeer en nabij doelen, welke, naar mag worden verwacht, in het bijzonder zullen blootstaan aan luchtaanvallen, van gemeentewege openbare schuilplaatsen worden ingericht. Voor zoover deze openbare schuilplaatsen in rijksgebouwen kunnen worden ingericht, dient overleg te worden gehouden met den betrokken rijksdienst. Gegevens nopens het inrichten van dergelijke schuilplaatsen worden aangetroffen in bijlage SV. (Zie ook bijlage V p. 5). Bescherming tegen de werking van brandbommen kan worden verkregen door brandvrije constructies, zooals deze in de moderne groote gebouwen veelal toepassing vinden. Het verdient uiteraard aanbeveling de vorenbedoelde, openbare schuilplaatsen zooveel mogelijk in dergelijke gebouwen in te richten. Overigens dient de bescherming tegen brandbommen te worden verkregen door een doeltreffende organisatie van de brandweer en maatregelen ter beperking van brandgevaar (zie punt Sff). J. Bescherming van inrichtingen van algemeen belang tegen scherfwerkiyüg. 34. Menigmaal zal het gewenscht zijn, om behalve de ziekenhuizen, ontsmettinginrichtingen en de hulpposten ook nog enkele vitale deelen van andere inrichtingen van algemeen belang, b.v. van telefoon- en telegraafkantoren, van electrische centrales, van levensmiddelendepots, van gasfabrieken, enz., zooveel mogelijk tegen scherfwerking van bommen te beschermen door het aanbrengen van stapelingen van met zand gevulde zakken 1, van stevige luiken, e.d. K. Voorraden beschermingsmiddelen, chemicaliën, e.d. 35. Ter beperking van de gevolgen van luchtaanvallen met chemische middelen dienen beschermingsmiddelen, zooals gasmaskers, beschermende kleeding, enz., alsmede bepaalde chemicaliën, e.d. Het is uiteraard niet noodig en niet gewenscht, dat voorraden van dergelijke middelen en chemische stoffen in vredestijd in grootere hoeveelheden worden opgelegd, dan strikt noodzakelijk is. Wel is het gewenscht, dat het hoofd van den luchtbeschermingsdienst beschikt

19 13 over gegevens nopens de in de gemeente in voorkomend geval beschikbare hoeveelheden beschermingsmiddelen en van verschillende benoodigde chemische stoffen. Vaste regels zijn dienaangaande niet te geven, omdat hier de ligging der gemeenten, haar uitgebreidheid, de wijze van bebouwing e.d. (m.a.w. de kans op werkzame luchtaanvallen) een rol speelt. 36. Het in voorraad hebben van een kleine hoeveelheid chemicaliën, bestemd zoowel voor de ontsmetting (chloorkalk e.d.) als voor de geneeskundige verzorging van gewonden en gaszieken, is geraden teneinde het desbetreffend personeel reeds in vredestijd vertrouwd te maken met de hen wachtende taak bij vijandelijke luchtbombardementen. Dit geldt evenzeer voor zuurstofapparaten, schuilplaatsgasmaskers, sproeiers, schoppen en dergelijke gereedschappen. 37. Het gemeentepersoneel en de vrijwilligers, die een werkzaam aandeel nemen in den luchtbeschermingsdienst, als politie, brandweer, geneeskundig personeel e.d., moeten in oorlogstijd van een gasmasker worden voorzien. Het bovenstaande geldt ook voor beschermende Meeding, met dien verstande, dat deze alleen beschikbaar gesteld moet worden voor dat gemeentepersoneel, hetwelk ten behoeve van den luchtbeschermingsdienst na een luchtbombardement werkzaamheden moet verrichten in met gas besmette terreinen, dus voor ontsmettingsploegen, reddingsploegen, e.d. Voorts is het gewenscht, dat in het bijzonder in die gemeenten bedoeld in de tweede en derde alinea van punt 8 de overige inwoners bij oorlogsgevaar in de gelegenheid wonden gesteld zich desgewenscht een eenvoudig gasmasker aan te schaffen. Een regeling voor het beschikbaar stellen van dergelijke maskers voor hen, wier finantieele draagkracht de aanschaffing uit eigen middelen niet toelaat, is eveneens veelal wenschelijk. Gasmaskers en beschermende kleeding zijn in den handel verkrijgbaar; door 'de Directie der Artillerie-Inrichtingen aan de Hembrug worden ter zake inlichtingen verstrekt, desgewenscht verleent de Directie haar bemiddeling bij de aanschaffing. 35. Wanneer bovenbedoelde voorraden reeds in vredestijd worden opgelegd, moet dit op deskundige wijze geschieden (b.v. rubber in geheel gesloten kisten en in donkere, koele, tochtvrije ruimten; zijn aan het rubber metalen deelen bevestigd, dan moeten deze ruimten tevens droog zijn; heeft men uitsluitend met rubber te doen, dan is daarentegen een vochtige ruimte meer gewenscht; chloorkalk in licht- en luchtdicht afgesloten vaten, opgelegd in droge en koele ruimten, enz.).

20 14 Een geregelde inspectie der opgelegde voorraden is noodzakelijk; ook het reeds aan het personeel uitgedeelde materieel moet nu en dan gecontroleerd worden. HOOFDSTUK IV. Voorlichting van de inwoners. 39. Elke voorbereiding van den luchtbeschermingsdienst moet falen wanneer de inwoners niet ten volle medewerking verleenen. Daarvoor is noodig, dat een ieder weet: a. welke voorbereidende beschermingsmaatregelen door henv in oorlogstijd moeten worden genomen; b. welke gedragsregels hij in oorlogstijd zoowel binnens- als buitenshuis moet volgen vóór, tijdens en na een luchtbombardement; c. welke beschermingsmaatregelen van gemeentewege in oorlogstijd zullen worden genomen. 40. De burgemeester brengt in geval van oorlog en oorlogsgevaar de inwoners, voor zooveel noodig. zoo volledig mogelijk op de hoogte van de in punt 39 onder a, & en c bedoelde maatregelen en gedragsregels. Hiertoe kunnen de burgemeesters de in bijlage V vervatte aanwijzingen, desgewenscht aangevuld in verband met bijzondere omstandigheden, op zoo ruim mogelijke schaal doen verspreiden. 41. Het verdient aanbeveling, dat in vredestijd niets onbenul worde gelaten om den inwoners een juist inzicht te geven in hetgeen van gemeentewege zal worden gedaan ter beperking van de uitwerking van vijandelijke luchtaanvallen en in hetgeen zij zelf bovendien daarvoor kunnen verrichten. HOOFDSTUK V. Opleiding en oefening. 42. Teneinde te verkrijgen, dat de voor oorlogstijd getroffen regelingen met kans op goeden uitslag worden toegepast, verdient her, aanbeveling, dat het reeds in vredestijd voor den luchtbeschermingsdienst bestemde gemeentepersoneel, alsmede de zich daarvoor beschikbaar stellende vrijwilligers voor zooveel noodig en mogelijk op de hoogte worden gebracht van hun taak. Enkele eenvoudige oefeningen zullen de bruikbaarheid van dit personeel verhoogen.

21 15 BIJLAGE i. (Zie punt 7). Voorbereidende maatregeien, welke in vredestijd kunnen worden genomen ten behoeve van een snelle organisatie van den luchtbeschermingsdiensl en welke geen of naar verhouding slechts matige kosten vorderen. 1. Algemeen. Het aanwijzen van een hoofd van den luchtbeschermingsdienst en het neerleggen van diens bevoegdheden in een instructie. 8. Waa/rschwwings- en alarmeeringsdienst. Het vaststellen van bepalingen nopens: a. plaats en bediening- der radio-ontvangtoestellen; b. den uitkijk- en luisterdienst; c. het geven van het sein luohtalarm" en van het sein luchtalarm geëindigd"; d. het aanleggen van telefonische of optische verbindingen tusschen het.hoofd van den luchtbeschermingsdienst en de hoofden van de hulpdiensten en het vaststellen van instructies voor het ingedeelde personeel. 3. Personeel. Het aanleggen en regelmatig bijhouden van registers bevattende de namen van de inwoners (niet-dienstplichtigen en buitengewone dienstplichtigen), die, ai dan niet vrijwillig, in aanmerking worden gebracht voor tewerkstelling bij de op te richten hulpdiensten en voor het versterken van bestaande openbare diensten. 4. Verduistering. Het vaststellen in overleg met de directeuren van de desbetreffende gemeentelijke bedrijven van maatregelen voor: a. een beperkte openbare verlichting; b. het binnen zoo kort mogelijken tijd instellen van een volledige verduistering; c. een verbod van lichtuitstraling uit gebouwen, loodsen, getimmerten, enz.; d. het dooven van alle reclame-lichten en het beperken van etalagb-verlichtingen; e. het beperken van de verlichting van voer- en vaartuigen; f. de regeling van het verkeer te land en te water tijdens de beperkte openbare verlichting;

22 16 g. het voortdurend in bedrijf houden van daarvoor in aanmerking komende fabrieken e.d. en het vaststellen van instructies voor het ingedeelde personeel. 5. Politie. Het vaststellen van maatregelen nopens de uitbreiding van de taak van de politie tijdens en na luchtaanvallen, bij alarmeering, bij beperkte of volledige verduistering e.d. 6. Brandweer. Het vaststellen van maatregelen nopens: a. het gebruik van de brandweer bij het ontstaan van verscheidene branden tegelijk; b. do samenwerking met politie, met reddings-, ontsmetfcingsen opruimingsploegen, alsmede, eventueel, met de brandweren uit nabij gelegen gemeenten; c. de uitbreiding, welke de brandweer in oorlogstijd eventueel moet ondergaan; d. de uitbreiding of oprichting van brandweerposten, de inrichting van brandalarmposten, het c.q. formeeren van snel verplaatsbare brandweerpatrouilles, alsmede c.q. de plaatsing van brandwachtposten; e. de vermeerdering van het brandbluschmaterieel, van h.et aantal zuurstofapparaten e.d.; f. het tijdelijk afsluiten van den toevoer van gas- en electriciteit; g. het tijdelijk verhoogen van den waterdruk; h. het blusschen van branden, waarbij tegen de oorspronkelijke vuurhaarden geen water kan worden gebruikt en het vastellen van instructies voor het ingedeelde personeel. 7. Gemeentelijke reinigingsdienst. Het vaststellen van maatregelen nopens: a. het aantal en de samenstelling van ontsmettings- en opruimingsploegen ; b. het inrichten en de bediening van ontsmettingsinrichtingen; c. de samenwerking met andere gemeentelijke diensten en het vastellen van instructies voor het ingedeelde personeel. ' { 8. Waterleidingbedrijf. Het vaststellen van maatregelen nopens: a. de bescherming van het pompstation en andere belangrijke inrichtingen van het bedrijf;

23 17 b. de vorming van werkploegen, belast met het snel herstellen van beschadigingen in het waterleidingnet; c. de wijze van drinkwaterdistributie, wanneer de toevoer op normale wijze niet meer mogelijk is en het vastellen van instructies voor het ingedeelde personeel. 9. Gemeentewerken en -bedrijven. Het vaststellen van maatregelen nopens: a. de bescherming tegen vernieling door bommen van met name genoemde gebouwen en inrichtingen; b. de inrichting van openbare schuilplaatsen en het daarvoor benoodigde personeel en materieel; c. het registreeren van de plaatsen, waar reeds openbare schuilplaatsen aanwezig zijn (grootte daarvan); d. de voorlichting van de bevolking betreffende de aanwezigheid van schuilplaatsen; e. het verwijderen van merkteekenen voor luchtvaarders, aangebracht op gashouders, e.d.; f. de samenwerking met andere gemeentelijke diensten en het vaststellen van instructies voor het ingedeelde personeel. 10. Geneeskundige dienst. Het vaststellen van maatregelen nopens: a. de samenwerking van den gemeentelijken geneeskundigen dienst met bestaande plaatselijke organisaties van het Ned. Koode Kruis, het Oranje Kruis, e.d.; b. de oprichting en werkwijze van reddings- en transportploegen, alsmede de opleiding van het desbetreffende personeel in vredestijd; c. het inrichten van geneeskundige hulpposten en van ontsmettingsinrichtingen, de vermeerdering van het aantal bedden in bestaande ziekeninrichtingen en het oprichten van noodziekeninrichtingen; d. de uitbreiding van het aantal transportmiddelen voor vervoer van gewonden en gaszieken; e. de verpleging van gaszieken en het vaststellen van instructies voor het ingedeelde personeel. ' l ' ';; 11. Gasmaskers en andere beschermende middelen (kleeding, handschoenen). Het vaststellen van het aantal gasmaskers en andere beschermende middelen, dat bij mobilisatie aanwezig of spoedig beschik-

24 18 baar moet zijn voor het personeel van de desbetreffende hulpdiensten en het voorbereiden van de aanschaffing. Het eventueel aanschaffen in vredestijd van een aantal gasmaskers en,andere middelen, noodig voor opleiding en oefening van het daarmede uit te rusten personeel. 12. Chemicaliën. Het voorbereiden van de aanschaffing en oplegging in oorlogstijd van een bepaalden voorraad neutraliseerende stoffen, chemicaliën, schuilplaatsgasmaskers, ventilatoren, e.d. Het eventueel in vredestijd aanschaffen van een hoeveelheid van die stoffen en materialen, noodig voor opleiding en oefening van het desbetreffende personeel. 13. Voorlichting van de inwoners. Het aangrijpen van elke daarvoor geschikte gelegenheid om de inwoners bekend te maken met de van gemeentewege en door de burgers te nemen maatregelen vóór, tijdens en na luchtaanvallen ten einde de uitwerking dier aanvallen tot zoo klein mogelijke afmetingen terug te brengen. 14. Opleiding en oefening van het personeel, dat diensten zal verrichten bij den luchfbeschermingsdienst. Het geven van onderricht aan net personeel, dat een functie zal bekleeden bij den. luchtbeschermingsdienst. Het houden in samenwerking met bestaande organisaties der inwoners van eenvoudige practische oefeningen voor hulpverleening bij veronderstelde luchtaanvallen.

25 19 BIJLAGE II. - (Zie punt 30.) Wenken betreffende ontsmetting van kleeding, dekens, linnengoed, schoeisel, levensmiddelen, drinkwater, stadsgedeelten, enz. 1. Owtsmettmg vapi bovenkleeding, dekens, gordijnen, e.d. i Indien die voorwerpen slechts aan vluchtige gassen of mosterdgasdampen hebben blootgestaan, kan men ze ontsmetten door ze flink uit te kloppen en langdurig te luchten, totdat alle gaslucht verdwenen, is. Een en ander moet bij voorkeur in de zon en in den wind geschieden. Vooral bij mosterdgasdampen is dagenlang luchten noodzakelijk. Indien echter genoemde voorwerpen bespat zijn met vloeibaar mosterdgas, moeten zij, nadat alle eraan klevende verontreinigingen met behulp van schraaphoutjes zijn verwijderd, zoo spoedig mogelijk naar stoomerijen worden vervoerd, om aldaar op de gewone wijze te worden uitgestoomd. Beschikt men niet over stoomerijen, dan kan men ook op een der volgende manieren te werk gaan: a. De voorwerpen worden gedurende ten minste 12 uren in stroomend water geweekt; indien geen stroomend water aanwezig is, moet men het te gebruiken water herhaaldelijk ververschen. b. Voor zoover de voorwerpen niet aan ernstig krimpen onderhevig zijn, kan men ze gedurende een uur dompelen in water dat bijna kookt. In de stoomerijen of andere ontsmettingsinrichtingen mogen, wanneer bovengenoemde behandeling daarin heeft plaats gehad, geen normale werkzaamheden meer worden verricht, tenzij deze inrichtingen onder deskundige leiding geheel zijn ontsmet. Wanneer de hier bedoelde voorwerpen ernstig zijn besmet met vloeibaar mosterdgas, is het raadzaam om tot vernietiging daarvan over te gaan (zie onder 8). 2. Ontsmetting van linnengoed. Indien het linnengoed slechts aan vluchtige gassen of mosterdga&dampen heeft blootgestaan, geschiedt de ontsmetting op geheel dezelfde wijze als in sub 1. is aangegeven. Indien het linnengoed echter met vloeibaar mosrterdgas is bespat of wel is gedragen onder met deze vloeistof bespatte bovenkleeding, moet men als volgt te werk gaan: a. men dompelt het linnengoed in water, waarin 10 gram soda en 10 gram groene zeep per liter zijn opgelost en brengt dit gedurende 20 minuten op een temperatuur van 50 a 60 C.; het linnengoed moet in beweging worden gehouden;

26 20 b. men haalt het linnengoed uit het eerste_ bad en dompelt het vervolgens in water, dat men gedurende 15 minuten laat koken; c. men spoelt het linnengoed in koud water na en droogt het in de lucht; d. alvorens de vloeistof van het eerste bad weg te werpen, voegt men daaraan nadat het linnengoed er uit is genomen droge chloorkalk toe (l deel chloorkalk op 100 deelen vloeistof). Men moet ook zeer voorzichtig zijn bij de behandeling van het goed tusschen de sub a en & genoemde phasen der reiniging. Wanneer het linnengoed ernstig is besmet met vloeibaar mosterdgas, is het raadzaam om tot vernietiging daarvan over te gaan (zie onder 8.) 8. Ontsmetting van tegen mosterdgas beschermende overkleeding en kleedingstukken. Deze tleeding en kleedingstukken worden ontsmet door ze flink met droge chloorkalk af te wrijven, vóórdat ze worden uitgetrokken. Zoo eenigszins mogelijk moet deze ontsmetting geschieden door een ander, in beschermende overkleeding gekleed, persoon. 4. Ontsmetting van met vloeibaar mosterdgas bespatte schoenen, laarzen en andere lederen voorwerpen. Deze worden, na eerst zoo noodig met behulp van schraaphoutjes te zijn ontdaan van de aanklevende modder, met water afgespoeld, daarna met chloorkalk bestrooid, vervolgens na een uur wederom met water afgespoeld en ten slotte in den wind gedroogd. 5. Ontsmettmg van met vloedbaar mosterdgas Gespatte 'metalen en houten voorwerpen, touwwerk, e.d. Alle duidelijk waarneembare verontreinigingen worden met schraaphoutjes verwijderd. Men bestrooit vervolgens de deelen, welke zich daartoe leenen, met een laag chloorkalk. De overige deelen worden bestreken met een zeer dikke, versch bereide, chloorkalkpap (l deel water op 3 deelen chloorkalk). Na twee uren verwijdert men zorgvuldig de chloorkalk door het voorwerp met veel water af te wasschen; deze laatste behandeling is noodzakelijk, teneinde beschadigingen te vermijden, die zouden kunnen ontstaan door langdurige inwerking van de chloorkalk. Mjnere metalen deelen (b.v. van fabriekswerktuigen, motoren, brandspuiten e.d.), waarop chloorkalk, hetzij droog, hetzij als pap, nadeelig zou kunnen inwerken of waarvan het zeer moeilijk te verwijderen zou zijn, kunnen worden ontsmet met een gefiltreerde

27 21 chloorkalkoplossing, waarmede zij grondig moeten worden gewasschen. Daarna moeten zij met schoon water worden afgespoeld. Ook kunnen zij langdurig worden droog gepoetst met schoone doeken of dotten werk. 6. Ontsrmetting van levensmiddelen, dririkwwen en tabak. Levensmiddelen en tabak, welke slechts aan vluchtige gassen en dampen zijn blootgesteld geweest, kunnen in het algemeen door zeer langdurig luchten weer voor het gebruik geschikt worden gemaakt; de bijzondere reuk moet bij het luchten geheel worden verdreven. Indien twijfel bestaat omtrent de deugdelijkheid dezer ontsmetting, moeten zij worden vernietigd. Levensmiddelen en tabak, welke in aanraking zijn geweest met scherven van gasprojectielen, met mosterdgas of met arsinen, dan wel bespat zijn met vloeistof uit projectielen, zijn in elk geval voor het gebruik ongeschikt; zij worden op de onder 8. aangewezen wijze vernietigd. Water, dat met gassen in aanraking is geweest, mag niet als drinkwater worden gebruikt, vooral mosterdgas en arsinen maken het zeer vergiftig. Evenmin mag men in zulk water lichaamsdeelen of voorwerpen wasschen. 7. Ontsmetting van stadsgedeelten. Indien de vijand van vluchtige gassen heeft gebruik gemaakt, worden, nadat de gassen niet meer worden bespeurd, deuren en vensters zoo wijd mogelijk geopend. Heeft de vijand echter mosterdgas gebruikt, dan worden de deuren en vensters zooveel mogelijk gesloten gehouden, tot de hierna onder A, B en C bedoelde ontsmettingen zijn verricht. Daar zeer veel chloorkalk noodig is om een zekere hoeveelheid vloeibaar mosterdgas te neutraliseeren, komen in de eerste plaats slechts de stadsgedeelten, welke noodzakelijk moeten worden beitreden, voor ontsmetting in aanmerking. Indien ontoereikende hoeveelheden chloorkalkoplossing beschikbaar zijn, moet worden getracht het mosterdgas van de besmette plaatsen door krachtige bespuiting met gewoon water zooveel mogelijk weg te spoelen. "Ontsmette plaatsen moeten nog gedurende 3 a 4 uur verboden blijven. A. Ontsmetting,van straten, pleinen, e.d., alsmede van het uitwendige van gebouwen. De met vloeibaar mosterdgas besmette plaatsen van straten, pleinen, e.d., worden bedekt met een laag chloorkalk (l kg per

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie

BLOKHOOFDEN INSTRUCTIE LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE VOOR

BLOKHOOFDEN INSTRUCTIE LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE VOOR LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE INSTRUCTIE VOOR BLOKHOOFDEN HIERMEDE VERVALLEN ALLE VORIGE INSTRUCTIES ~ VASTGESTELD TE 'S-GRAVENHAGE DEN 19EN MEI 1941 DOOR HET HOOFD VAN DEN LUCHTBESCHERMINGSDiENST

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden. VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Nadere informatie

Bi wi(%gpibjpbsa,giii%.ip)

Bi wi(%gpibjpbsa,giii%.ip) Bi wi(%gpibjpbsa,giii%.ip) E.«-^ff%.i? 3! a a a i UITÖ&VEN VAN DE NEDESLANDSCHE VEREEHÏGIHG VOOR LÜCHTBBSGHERMDïG Tl 'S-GSAVENHAGE 1932 f 0,28 VOORWOORD Het in deze brochure behandelde onderwerp werd

Nadere informatie

VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. i Ö/^U») JSmSJL If I T van den SOsten December 1924, tot vaststelling van een algemeenen maatregel van t bestuur ter uitvoering van de wet van 18 Januari

Nadere informatie

AET. 287. De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen*

AET. 287. De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen* AANVULLING en WIJZIGING der ALGEMEENE POMTIE-YEEOEDEHTK'ö, De BTEGEMEESTEB en WETHOUDEES van Amsterdam doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente, in zijne vergadering van den l sten Maart 1882, is

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening)

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening) Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel 2.1.5.1. Algemene Plaatselijke Verordening) Status Geldend Wettelijk kader Gemeentewet, Algemene

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Artikel 4.1. Definities Voor de toepassing van deze paragraaf

Nadere informatie

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wet van 24 juni 1939, houdende regelen teneinde in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden een doelmatige distributie van goederen in het belang van volkshuishouding, landsverdediging

Nadere informatie

INSTRUCTIE INGEVOLGE ARTIKEL 10 VAN HET BESTRIJDINGSMIDDELENBESLUIT 1987 (VERPLICHT IN DE BEWAARPLAATS OP TE HANGEN)

INSTRUCTIE INGEVOLGE ARTIKEL 10 VAN HET BESTRIJDINGSMIDDELENBESLUIT 1987 (VERPLICHT IN DE BEWAARPLAATS OP TE HANGEN) INSTRUCTIE INGEVOLGE ARTIKEL 0 VAN HET BESTRIJDINGSMIDDELENBESLUIT 987 INSTRUCTIE INGEVOLGE ARTIKEL 0 VAN HET BESTRIJDINGSMIDDELENBESLUIT Het betreft hier een kartonnen kaart die in de bewaarplaats van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

WlJ JULIANA, BU DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.

WlJ JULIANA, BU DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. No. 51. VERTROUWELIJK BESLUIT van 8 Augustus 1949, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. WlJ JULIANA,

Nadere informatie

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: -1.811.3 VERORDENING HOUDENDE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE AARD VAN DE BEBOUWING EN HET GEBRUIK VAN GRONDEN GELEGEN IN DE BEBOUWDE KOM DER GEMEENTE RIJSWIJK (ZH). Artikel 1. 1. Voor de toepassing

Nadere informatie

WET van 13 maart 1996, houdende regelen inzake de brandweer in Suriname (Wet Brandweer Suriname 1993) (S.B. 1996 no. 16). ALGEMENE BEPALINGEN

WET van 13 maart 1996, houdende regelen inzake de brandweer in Suriname (Wet Brandweer Suriname 1993) (S.B. 1996 no. 16). ALGEMENE BEPALINGEN WET van 13 maart 1996, houdende regelen inzake de brandweer in Suriname (Wet Brandweer Suriname 1993) (S.B. 1996 no. 16). ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JNO. 4U6 WET van 10 Juli 1952, houdende voorzieningen aangaande de verplaatsing van bevolking voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of

Nadere informatie

- 1 - Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3:

- 1 - Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: - 1 - Artikel 1: In dit reglement wordt verstaan onder: a. haven: de bij de vereniging in eigendom zijnde aanlegsteiger met toegangstrap en constructies; b. visboot: een vaartuig dat door middel van roeiriemen

Nadere informatie

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig. 22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont

Nadere informatie

Z O E T...E E ~JI...~...E B...; ARTIKEL 1. .V.Q.Qrb.urg,...S.t.ompw1jk.,

Z O E T...E E ~JI...~...E B...; ARTIKEL 1. .V.Q.Qrb.urg,...S.t.ompw1jk., De RAAD del' gemeente Z O E T...E E ~JI...~...E B...; Gelet op artikel 129 der gemeentewet: BESLUIT: meenten: De gemeente..voq.r.o:u.rg.j Zo.et..erme.er $.ti..qmp.~!.;i".j.~,. Veur en Nootdorp treft met

Nadere informatie

BESCHERMING BEVOLKING Weesperzijde 99 Amsterdam Mededeling nr» 1114.

BESCHERMING BEVOLKING Weesperzijde 99 Amsterdam Mededeling nr» 1114. BESCHERMING BEVOLKING Weesperzijde 99 Amsterdam Mededeling nr» 1114. Hoofdstukï Onderwerp» Organisatie, Vredesrampen-organisatie» 1000 Algemeen. 1010 Het inzetten van de Gemeentelijke Dienst Bescherming

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 WET van 27 mei 1996, houdende regelen met betrekking tot de inrichting, taakomschrijving en organisatie van het Nationaal Leger (Wet Nationaal Leger) (S.B. 1996 no. 27). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1985 88 Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop (Rampenwet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 05-03-2012) Besluit van 22 december 1988, houdende vaststelling van een algemene maatregel van rijksbestuur tot regeling van de vrijwillige hulpverlening aan gewonden, zieken, krijgsgevangenen,

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren. (deel afvalstoffen is ingetrokken)

Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren. (deel afvalstoffen is ingetrokken) Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren (deel afvalstoffen is ingetrokken) Beleidsregels voor verbranden van afvalstoffen en vreugdevuren Vastgesteld door het college d.d. 11 september 2007 Publicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 553 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden van de inlichtingen-

Nadere informatie

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen. Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 11b 3869 / 2006016316 Afdeling: Brandweer VERORDENING Datum: 10 mei 2007 Onderwerp: Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). 42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen 1 van 8 Rzinnen & S zinnen Datum: 18032013 Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: Rzinnen R 1 R 2 R 3 R 4 R 5 R 6 R 7 R 8 R 9 R 10 R 11 R 12 R 14 R 15 R 16 R 17

Nadere informatie

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

AANWIJZINGEN NOPENS DE DOOR BURGERAÜTORITEITENTE NEMEN MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN DE BEVOLKING TEGEN DE GEVOLGEN VAN AANVALLEN UIT DE LUCHT.

AANWIJZINGEN NOPENS DE DOOR BURGERAÜTORITEITENTE NEMEN MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN DE BEVOLKING TEGEN DE GEVOLGEN VAN AANVALLEN UIT DE LUCHT. AANWIJZINGEN NOPENS DE DOOR BURGERAÜTORITEITENTE NEMEN MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN DE BEVOLKING TEGEN DE GEVOLGEN VAN AANVALLEN UIT DE LUCHT. AANSCHRIJVING DEPARTEMENT VAN OORLOG VAN 9 MAART 1927,

Nadere informatie

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs 1. Regeling zendvoorwaarden radioamateurs MINISTERIELE BESCHIKKING van 3 november 1989, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Zitting 1975-1976 Nr. 115 13 247 Nieuwe regeling van de winkelsluiting (Winkelsluitingswet 1976) GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij, Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Inleiding In het dagelijks leven kunnen we niet meer zonder chemische stoffen.

Nadere informatie

Koninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen.

Koninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen. Koninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen. Van commentaar voorzien door Caelen Erik Laatste wijziging: KB 20 december 2007, BS 15 juli

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Verordening brandbeveiliging gemeente Gulpen-Wittem 2007. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde

Nadere informatie

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : Bijlage IX R 1 : In droge toestand ontplofbaar AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : R 2 : Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 298 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

Modelconvenant calamiteitenzender

Modelconvenant calamiteitenzender Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen) Document Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02 553 03 55 - Fax 02 553 80 06 beleid@lne.vlaanderen.be Onderwerp Status versie datum auteur R-zinnen en S-zinnen

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/3675 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

Artikel 1. In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

Artikel 1. In dit landsbesluit wordt verstaan onder: LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 24ste december 1958 ter uitvoering van de artikelen 8 en 9 van de Verordening van de 7de augustus 1917 (P.B. 1917, no. 58), voorzover betreft sodawater,

Nadere informatie

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie

Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR57414_1 11 oktober 2016 Verordening opslag gas, huisbrand- en stookolie De raad der gemeente Hefshuizen: op voorstel van burgemeester en wethouders gelet op

Nadere informatie

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 552 Regels inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten (Financiële-verhoudingswet) Nr. 27 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Geldende tekst bij SB No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008.

Geldende tekst bij SB No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008. Geldende tekst bij SB. 2005 No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008. STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME RESOLUTIE van 15 januari 2005 no. 276, houdende

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188). A 1 Inleiding 3 1 Algemeen De Vreemdelingencirculaire 1982, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Justitie van 26 oktober 1982, vormt het geheel van algemene aanwijzingen aan de ambtenaren

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Vlaamse overheid. Agentschap voor Natuur en Bos

Vlaamse overheid. Agentschap voor Natuur en Bos Vlaamse overheid Agentschap voor Natuur en Bos Besluit van de administrateur-generaal houdende goedkeuring van de toegankelijkheidsregeling voor het domein Zorgvliet, gelegen op het grondgebied van de

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen LANDSVERORDENING van de 22ste december 1989 houdende regelen met betrekking tot het verbranden van lijken en tot wijziging van enige algemene verordeningen in verband met die regelen (Crematielandsverordening)

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT van 29 december 1999 no. 19, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de Wapenverordening Citeertitel: Wapenverordening

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Naar de praktijk leert, gebeuren elk jaar, o.a. op bouwwerken, ernstige ongevallen doordat personen van een grote hoogte vallen. Artikel 127 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 Bij het toepassen van verven met ontvlambare oplos- en verdunningsmiddelen in besloten ruimten, zijn er twee risico's waartegen de nodige voorzorgsmaatregelen moeten worden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen en S-zinnen Inhoud Pag. -zinnen... 2 Gecombineerde -zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen (aanduiding bijzondere gevaren, isk-zinnen) -nummer Gevarenaanduiding 1 2 3 4 5

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

ter vervanging van het besluit van 3 juli 1979 vast te stellen de navolgende: Artikel 1

ter vervanging van het besluit van 3 juli 1979 vast te stellen de navolgende: Artikel 1 Burgemeester en wethouders van Ferwerderadiel; overwegende, dat het noodzakelijk is de Instructie voor de bodeconciërge in het gemeentehuis van Ferwerderadiel en bijgebouwen, welke werd vastgesteld op

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1982-1983 17 813 Uniforme regelen inzake de vervoersvoorwaarden van het openbaar vervoer (Wet vervoersvoorwaarden openbaar vervoer) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,

Nadere informatie

B 11 Buitenlandse werknemers 8

B 11 Buitenlandse werknemers 8 B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet

Nadere informatie

Landschapsverordening

Landschapsverordening Landschapsverordening Verordening vastgesteld: 16 december 1993 In werking getreden: 1 januari 1994 Verordening tot wering van inbreuk op de schoonheid van de dorpen en landelijke gebieden Opslagplaatsen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)

Nadere informatie

Artikel I. Artikel II

Artikel I. Artikel II Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 vastgesteld bij raadsbesluit van 20 augustus 2008 (Gemeenteblad 3A, nr. 155/390), laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit ); Artikel

Nadere informatie

ARTILLERISTISCHE OPGAVEN

ARTILLERISTISCHE OPGAVEN ARTILLERISTISCHE OPGAVEN DOOR H. J. J. W. DÜRST BRITT Kapitein 2 R.V.A. Alvorens de beantwoording te geven van de vorige opgave wordt medegedeeld, dat, ingevolge L.O. 1939 No. 292, zijn verschenen: Tweede

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van 25 mei 1998, houdende regels over tegemoetkoming in de schade en de kosten in geval van overstromingen door zoet water, aardbevingen of andere rampen en zware ongevallen (Wet tegemoetkoming schade

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik. Mill HT600 Gebruiksaanwijzing Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West

Convenant calamiteitenzender. Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West A.6 Bijlage 1 Convenant calamiteitenzender Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West 1 Convenant voor de calamiteitenzender Ondergetekenden, De gemeenten in de Veiligheidsregio Hollands Midden, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen RISK & SAFETY ZINNEN Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen Laatste update: 11 maart 2003 Volgens het 'Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen', behorende bij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 868 Wijziging van de Infectieziektenwet en de Quarantainewet ter bestrijding van de gevaren van pokken, SARS en andere ernstige infectieziekten

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Citeertitel: Calamiteitenverordening Vindplaats : AB 1989 no. 51 (Inwtr. AB 1992 no. 36) Wijzigingen:

Nadere informatie

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing. > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag van Houwelingen sierteelt B.V. F. van Houwelingen Gerestraat 13a 4063 CN HEESSELT Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken 3 (1950) No. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken A. TITEL UNIEZAKEN Memorandum houdende een

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ===================================================================== Artikel 1

Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ===================================================================== Artikel 1 Intitulé : Strandvonderijverordening Citeertitel: Strandvonderijverordening Vindplaats : AB 1990 GT no. 42 Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) = Artikel 1 De korpschef van politie voert

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie