TNN 1F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 1F

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TNN 1F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 1F"

Transcriptie

1 TNN 1F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 1F MAART 2012 DOOR TAALDOCENTENCOLLECTIEF EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN! 1

2 2

3 TAALTOETS TNN 1F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS 1F-NIVEAU 1. INLEIDING Voor je ligt de Niveaubepalende Taaltoets Nederlands (TNN) met betrekking tot de hieronder aangegeven kwalificaties. In deze Taaltoets worden de zes taalvaardigheden op het hieronder aangegeven taalniveau beoordeeld. De gegevens: Kwalificatie Alle Uitstroomdifferentiatie Alle Taal Nederlands Inhoud 1F 2F 3F Mondelinge taalvaardigheid 1. Gesprekken X 2. Luisteren X 3. Spreken X Lezen 4. Zakelijke teksten X 5. Fictionele, narratieve en literaire teksten X Schrijven 6. Schrijven en Taalverzorging X Deze Taaltoets bevat: vijf taalvaardigheidsprotocollen; elk gebaseerd op een taalvaardigheid op het vereiste niveau; in de context van de uitstroomdifferentiaties behorende bij bovengenoemde kwalificatie; per taalvaardigheidtoets minimaal één taalopdracht. De taalopdrachten zijn voor toetsafnemers en/of beoordelaars middels een licentiecontract verkrijgbaar via Deze Taaltoets is: ontwikkeld door het docentencollectief (toetsconstructeurs) van Educatieve Uitgeversgroep; beoordeeld door natives en docenten (toetsbeoordelaars) van Educatieve Uitgeversgroep; vastgesteld door de vaststeller en de vaststellingscommissie van Educatieve Uitgeversgroep; ter beoordeling ingeleverd bij de onderwijsinspectie. Deze Taaltoets is, evenals de taalopdrachten, in de beroeps- en onderwijspraktijk getoetst op: validiteit; betrouwbaarheid; haalbaarheid; authenticiteit; representativiteit. Deze Taaltoets bevat richtlijnen op het gebied van: organisatie; hulpmiddelen; opdrachtomschrijvingen; situatie- en rolbeschrijvingen; protocollen (beoordelingslijsten) inclusief checklisten (verantwoording). Deze Taaltoets is geschreven voor: deelnemers (studenten, kandidaten); beoordelaars en toetsafnemers; exameninstelling (onderwijsinstelling); onderwijsinspectie. Doel van deze Taaltoets is: bijdrage leveren aan eenduidige examinering; zekerheid bieden inzake kwaliteit van examinering; bijdrage leveren aan doelmatige examinering. Deze Taaltoets gaat uit van de richtlijnen, beschreven in de Werkwijze Competentiegerichte Examenmix van de Educatieve Uitgeversgroep BV (Uitgeverij De Toerist / Uitgeverij De Dienst) en het Raamwerk Meijerink. Wij zijn zeer benieuwd naar eventuele op- en aanmerkingen zodat deze Taaltoets blijvend in de behoeften en aan de wensen van opleidingen, studenten en onderwijsinspectie zal blijven voldoen. Op- en aanmerkingen kunnen doorgegeven worden aan: Educatieve Uitgeversgroep BV (Uitgeverij De Toerist / Uitgeverij De Dienst) T.a.v. Jeroen van Esch, E: info@uitgeversgroep.nl Bij voorbaat dank! Wij wensen een ieder veel succes toe! Jeroen van Esch, Uitgever. 3

4 2. DE TAALTOETS Deze Taaltoets bestaat uit zes taalvaardigheidstoetsen waarin je middels taalopdracht(en) op de uitvoering van een taalvaardigheid beoordeeld wordt: 1. Gesprekken 2. Luisteren 3. Spreken 4. Zakelijke teksten lezen 5. Fictionele, narratieve en literaire teksten lezen 6. Schrijven en Taalverzorging Elke taalvaardigheidstoets bevat: een opdrachtomschrijving met de wijze van beoordelen; een protocol met beoordelingselementen inclusief beoordelingscriteria. Elke taalvaardigheidstoets bevat een door de toetsafnemer uit te delen taalopdracht (minimaal één) waarin beschreven staat: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie. De taalopdrachten worden altijd in het Nederlands gegeven: dit zorgt voor een heldere scheiding van opdracht en prestatie. Je ontvangt uiterlijk drie weken voorafgaand aan de af te nemen taalopdrachten van de toetsafnemer: plaats van handeling; datum; tijdstip en tijdsduur van voorbereiding en uitvoering; de toegestane hulpmiddelen; naam toetsafnemer cq. beoordelaar; naam tweede beoordelaar. Alle taalvaardigheidstoetsen worden afgenomen volgens het protocol: in opdracht van de exameninstelling; door de aangegeven deskundige toetsafnemer en/of toetsbeoordelaar(s); gedurende de aangegeven periode; op de aangegeven locatie. De taalvaardigheidstoetsen worden afgenomen in de context (examensetting) van de uitstroomdifferentiatie: waarin alle benodigde randvoorwaarden aanwezig zijn; waarin je de taalopdracht in zake de taalvaardigheid op adequate wijze kan aantonen. De taalvaardigheidstoetsen worden beoordeeld door twee deskundige beoordelaars: die per taalvaardigheidstoets kunnen verschillen; die deskundige taaldocenten en/of taalbeoordelaars zijn; die geen coach en/of trajectbegeleider zijn van de deelnemer. In het uiterste geval, indien het niet anders te organiseren valt, kan de exameninstelling de toetsafnemer van de taalvaardigheidstoets ook benoemen tot beoordelaar. De tweede beoordelaar kan zijn/haar beoordeling ook achteraf leveren op basis van bewijslast (opgenomen gesprekken, ingeleverde werken). De eerste beoordelaar is verantwoordelijk voor de bewijslast. Indien er geen consensus bestaat tussen de beoordelaars beslist de examencommissie van de exameninstelling. De taalvaardigheidstoetsen in de Taaltoets voer je alleen uit, dus het zijn individuele opdrachten. Uitgangspunt bij de beoordeling van Nederlands zijn de niveaus uit het referentiekader taal en rekenen, die aangegeven zijn in de kwalificatiedossiers. In Nederland is er voor het BVE-veld een uitwerking van het referentiekade r gemaakt door Meijerink: Referentiekader Meijerink. Dit referentiekader bevat gedetailleerde informatie m.b.t. de taalniveaus, de kenmerken van de taakuitvoering en de strategieën. Deze zijn in de taaltoets onderverdeeld in vaardigheden, de taalkennis en de kwaliteit van de uitvoering. De taalopdrachten zijn volledig op basis van dit referentiekader geconstrueerd. Uitgangspunt bij de toetsconstructie zijn de situatiebeschrijvingen uit het referentiekader. Aandachtspunten: - het taalniveau, zoals beschreven in het referentiekader; - de taalvaardigheid, zoals beschreven in het referentiekader; - de subvaardigheden per taal, zoals beschreven in het referentiekader. Omdat de kwalificatiedossiers geen specificatie m.b.t. de subvaardigheden aangeven, gaat elke taalvaardigheidstoets uit van minimaal één taalopdracht gebaseerd op minimaal één subvaardigheid. In de eindbeoordeling zijn de strategieën niet meegenomen. Deze worden ingezet in het onderwijsmodel ofwel de weg naar de beoordeling. Het studiemateriaal wat wij aanbieden, is gebaseerd op deze strategieën, waardoor je de strategieën voor elke taalvaardigheid specifiek kan trainen. Op deze manier ben je in staat om tijdens de toetsing de strategieën toe te passen. 4

5 3. DE BEOORDELING De beoordelaar beoordeelt je taalvaardigheid op basis van de wijze waarop je de taalopdracht(en) in elke taalvaardigheidstoets uitvoert. De Taaltoets bevat zes taalvaardigheidstoetsen waarop je (op één of op verschillende momenten) wordt beoordeeld: 1. Gesprekken 2. Luisteren 3. Spreken 4. Zakelijke teksten lezen 5. Fictionele, narratieve en literaire teksten lezen 6. Schrijven en Taalverzorging Daarbij wordt rekening gehouden met de te beoordelen taalniveaus. Er zijn vier taalniveaus: 1F, 2F, 3F en 4F. 1F is het meest eenvoudige taalgebruik en 4F is het hoogst haalbare taalgebruik. In de bijlage vind je een korte toelichting op deze niveaus. Je vindt daar ook de subvaardigheden van de taalvaardigheden behorende bij het taalniveau. De beoordelaars beoordelen je taalvaardigheden met betrekking tot het taalniveau op basis van een protocol. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de verstaanbaarheid cq. leesbaarheid minimaal voldoende moet zijn op het gewenste taalniveau. Per taalvaardigheid worden verschillende beoordelingscriteria gehanteerd: Vaardigheid; Taalkennis; Kwaliteit van de uitvoering. Per taalniveau zijn de inhoudelijke eisen van de deze beoordelingscriteria voor de vijf taalvaardigheden verschillend. Deze zijn terug te vinden in de protocollen per taalvaardigheid. Bij de beoordeling van deze Taaltoets geldt dat: deze plaatsvindt op basis van de informatie uit het referentiekader; binnen elke taalvaardigheid de verstaanbaarheid cq. leesbaarheid met minimaal een voldoende beoordeeld dient te zijn voor het behalen van de taalvaardigheidstoets; alle taalvaardigheidstoetsen minimaal met een voldoende beoordeeld dienen te zijn voor het behalen van de Taaltoets (totale toets); de protocollen bij de beoordeling van de taalvaardigheden gehanteerd worden en deze de bewijslast vormen voor het eindprotocol; bij geen consensus tussen de beoordelaars, de examencommissie van de exameninstelling beslist. Cesuur taalvaardigheidstoets: Elke taalopdracht bestaat uit het beoordelen van de taalvaardigheid. De beoordelingscriteria van de taalvaardigheid staan in het protocol. Ieder beoordelingscriterium wordt met een aantal punten beoordeeld. De deelnemer dient als eindcijfer minimaal een 5,5, ofwel een voldoende, te behalen. Cesuur Taaltoets (samenvatting taalvaardigheidstoetsen in eindprotocol): De deelnemer is geslaagd voor de Taaltoets, indien alle taalvaardigheden met minimaal een 5,5, ofwel voldoende, beoordeeld zijn. In het eindprotocol worden per taalvaardigheid deze eindconclusies overgenomen. De laagste beoordeling van een taalvaardigheidstoets bepaalt de eindbeoordeling van de Taaltoets. Indien minimaal één taalvaardigheidstoets de waardering onvoldoende gekregen heeft, dan geldt voor de eindbeoordeling van de Taaltoets ook een waardering onvoldoende. 5

6 4. EINDPROTOCOL TAALTOETS (ALLE TAALVAARDIGHEDEN) Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: TNN 1F Taal: NEDERLANDS Uitstroom: Naam toetsafnemer/ Naam tweede Beoordeeld in de context van het kwalificatiedossier: Beoordeeld in de context van de uitstroomdifferentiatie: Beoordeeld in de context van de taalvaardigheden: Alle Beoordeeld in de context van de subvaardigheden: (Minimaal 1 per taalvaardigheid) Verkorte omschrijvingen taalvaardigheden (Volledige beschrijvingen per taalvaardigheid, zie opdracht-beschrijvingen taalvaardigheidstoets) 1. Gesprekken voeren 1F 2. Luisteren 1F 3. Spreken 1F 4. Zakelijke teksten lezen 1F 5. Fictionele, narratieve en literaire teksten lezen 1F 6. Schrijven en Taalverzorging 1F Beoordelingen Toetsen en (eventueel) Herkansingstoetsen Niveau Toets Herk. Datum: Handtekening Deelnemer: Handtekening Toetsafnemer/ Handtekening Tweede Eventuele opmerkingen: Eindconclusie (zie cesuur) 6

7 TAALVAARDIGHEIDSTOETS GESPREKKEN 1F-NIVEAU De inhoud van de taalvaardigheidstoets: Je taalvaardigheid wordt beoordeeld op minimaal één subvaardigheid. Voorafgaand aan de taalvaardigheidstoets weet je niet welke subvaardigheid of subvaardigheden getoetst gaat worden. Je dient je dus op alle subvaardigheden voor te bereiden. Volgens het referentiekader Nederlands zijn er voor deze taalvaardigheid op dit niveau de volgende subvaardigheden: Inhoud subvaardigheden Deelnemen aan discussie en overleg Kan de hoofdpunten volgen en kan de eigen mening verwoorden en onderbouwen met argumenten. Kan kritisch luisteren naar meningen en opvattingen en een reactie geven. Informatie uitwisselen Kan in gesprekken binnen en buiten school informatie geven en vragen en kan kritisch luisteren naar deze informatie. Kan informatie beoordelen en een reactie geven. De organisatie van de taalvaardigheidstoets: De taalopdracht(en) hebben betrekking op bovengenoemde taalvaardigheid. Je ontvangt uiterlijk drie weken voor de taalvaardigheidstoets, van je onderwijsinstelling de onderstaande gegevens. Vul deze hier in: Plaats van handeling (lokaal): Datum van handeling: Aanvangstijd voorbereiding: Tijdsduur voorbereiding: Aanvangstijd uitvoering: Tijdsduur uitvoering: Naam toetsafnemer cq. Naam tweede Hulpmiddelen voorbereiding: Hulpmiddelen uitvoering: De werkwijze van de taalvaardigheidstoets: Je ontvangt voor deze taalvaardigheidstoets minimaal één taalopdracht. Per taalopdracht staat beschreven: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie; de opdracht cq. vragen. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat je goed voorbereid bent. Neem de benodigde hulpmiddelen en noodzakelijke spullen zoals pennen, potlood, liniaal, correctiemateriaal en rekenmachine mee. 2. Lees de taalopdracht(en) goed door. 3. Voer de opdracht uit en gebruik daarbij eventuele uitwerkbladen. 4. Werk geconcentreerd en in een vlot tempo. De beoordeling van de taalvaardigheidstoets: Hierna vind je het protocol van de taalvaardigheidstoets inclusief beoordelingscriteria en cesuur waarmee de beoordelaar jouw uitvoering van de taalopdracht(en) concreet zal beoordelen. Je bent geslaagd voor de taalvaardigheidstoets indien je voor de uitvoering van de taalopdracht(en) minimaal een voldoende hebt behaald. De beoordeling zal plaatsvinden op basis van de informatie uit het Referentiekader Nederlands. Voor deze taalvaardigheid op dit niveau geeft het Referentiekader Nederlands informatie over de taakuitvoering. De volgende puntentelling wordt gehanteerd: 0 punten = onvoldoende (deelnemer bevindt zich op een lager niveau dan vereist) 1 punt = voldoende (deelnemer beheerst het niveau) 2 punten = excellent (deelnemer bevindt zich op een hoger niveau dan vereist) Stel voor het afleggen van de taalvaardigheidstoets jouw vragen over deze beoordeling. 7

8 PROTOCOL TAALVAARDIGHEIDSTOETS GESPREKKEN 1F-NIVEAU Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: Taal: Nederlands Vaardigheid: Gesprekken Taalniveau: 1F INHOUD (SUBVAARDIGHEDEN) TAALVAARDIGHEIDSTOETS Aanwezig* SUBVAARDIGHEDEN Deelnemen aan discussie en overleg Informatie uitwisselen BEOORDELING TAALVAARDIGHEIDSTOETS I. Beoordeling vindt plaats per beoordelingscriterium: u geeft steeds 0, 1 of 2 punten. (Zie checklist voor de inhoud van het beoordelingscriterium.) Beoordelingscriterium: 0 punten = onvoldoende 1. Beurten nemen en bijdragen aan samenhang 2. Afstemming op doel 3. Afstemming op gesprekspartner 4. Woordgebruik / Woordenschat 5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 6. Inhoud van de opdracht (voor een voldoende resultaat, moet dit onderdeel met tenminste 1 punt worden beoordeeld) II. U telt alle subtotalen bij elkaar op en kunt aan de hand van de omrekentabel het eindcijfer berekenen. Berekening: Totaal aantal punten EINDCIJFER: 1 punt = voldoende 2 punten = excellent Subtotaal Aantal Eindcijfer punten ,4 10 8,7 9 8,0 8 7,4 7 6,7 6 6,0 5 5,0 4 4,0 3 3,0 2 2,0 1 1,0 0 0 EINDBEOORDELING (inclusief cesuur) Onvoldoende* Voldoende* De deelnemer is in staat om op adequate wijze in het Nederlands op 1F-niveau te communiceren (gesprekken te voeren) en heeft een voldoende behaald als de taalvaardigheidstoets met minimaal een 6,0 beoordeeld is en er ten minste 1 punt is behaald bij onderdeel 6: inhoud van de opdracht. OPMERKINGEN TOETSAFNEMER VOOR DEELNEMER Paraaf toetsafnemer/toetsbeoordelaar 1: Paraaf toetsbeoordelaar 2: Datum: Paraaf deelnemer: *Aankruisen wat van toepassing is. 8

9 CHECKLIST TAALVAARDIGHEIDSTOETS GESPREKKEN 1F-NIVEAU De beoordeling van de deelnemer is gebaseerd op zeven beoordelingscriteria. 1. Beurten nemen en bijdragen aan samenhang; 2. Afstemming op doel; 3. Afstemming op gesprekspartner(s); 4. Woordgebruik en woordenschat; 5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing; 6. Inhoud van de opdracht. In deze checklist zal worden weergegeven hoeveel punten de deelnemer behaalt per niveau van de beoordelingscriteria. 1. Beurten nemen en bijdragen aan samenhang 0 punten: Kan een gesprek niet op de juiste wijze beginnen, gaande houden en beëindigen. 1 punt: Kan een kort gesprek beginnen, gaande houden en beëindigen. 2 punten: Kan de juiste frase gebruiken om aan het woord te komen. Kan een reactie uitstellen totdat hij de bijdrage van de ander geïnterpreteerd en beoordeeld heeft. 2. Afstemming op doel 0 punten: Kan een gesprekssituaties nog niet voldoende herkennen, heeft ook moeite om het gesprekdoel te realiseren. 1 punt: Kan gesprekken voeren om informatie en meningen uit te wisselen, uitleg of instructie te geven en te volgen. Herkent gesprekssituaties en kan passende routines gebruiken. 2 punten: Kan het eigen gespreksdoel tot uitdrukking brengen. Kan doelgericht doorvragen om de gewenste informatie te verwerven. 3. Afstemming op de gesprekspartner(s) 0 punten: Kan de gesprekspartner moeilijk volgen. Weet zijn woorden nog niet te ondersteunen met non-verbaal gedrag. 1 punt: Kan de gesprekspartners redelijk volgen tenzij ze voor onverwachte wendingen in het gesprek zorgen. Kan woorden ondersteunen met non-verbaal gedrag. 2 punten: Kan het spreekdoel van anderen herkennen en reacties schatten. Kan het verschil tussen formele en informele situaties hanteren. Maakt de juiste keuze voor het register en het al dan niet hanteren van taalvariatie. 4. Woordgebruik en Woordenschat 0 punten: Woordenschat is niet voldoende om een vloeiend gesprek te voeren, zoekt nog vaak naar woorden en varieert niet veel in woordgebruik. 1 punt: Beschikt over voldoende woorden om te praten over vertrouwde situaties en onderwerpen, maar zoekt nog regelmatig naar woorden en varieert niet veel in woordgebruik. 2 punten: Beschikt over voldoende woorden om zich te kunnen uiten. Het kan soms nodig zijn een omschrijving te geven van een onbekend woord. 5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 0 punten: De deelnemer is erg moeilijk te verstaan. Je merkt dat de deelnemer moeite heeft met het vormen van eenvoudige zinsconstructies 1 punt: De uitspraak is duidelijk genoeg om de spreker te kunnen volgen, ondanks een eventueel accent, verkeerde intonatie, onduidelijke articulatie en/of haperingen. Redelijk accuraat gebruik van eenvoudige zinsconstructies. 2 punten: De uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen. Vertoont een redelijke grammaticale beheersing. Aarzelingen en fouten in zinsbouw zijn eigen aan gesproken taal en komen dus voor, maar worden zonodig hersteld. 6. Inhoud van de opdracht Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen in het dagelijks leven op en buiten school. 0 punten: Onvoldoende 1 punt: Voldoende 2 punten: Excellent 9

10 TAALVAARDIGHEIDSTOETS LUISTEREN 1F-NIVEAU De inhoud van de taalvaardigheidstoets: Je taalvaardigheid wordt beoordeeld op minimaal één subvaardigheid. Voorafgaand aan de taalvaardigheidstoets weet je niet welke subvaardigheid of subvaardigheden getoetst gaat worden. Je dient je dus op alle subvaardigheden voor te bereiden. Volgens het Referentiekader Nederlands zijn er voor deze taalvaardigheid op dit niveau de volgende subvaardigheden: Inhoud subvaardigheden Luisteren naar instructies Kan voldoende feitelijke informatie halen uit instructies en aanwijzingen om taken of handelingen uit te kunnen voeren. Luisteren als lid van een live publiek Kan de hoofdlijn begrijpen van korte informatieve, instructieve en betogende teksten met een duidelijke structuur en voldoende herhaling. Kan een eenvoudig voorgelezen of verteld verhaal begrijpen. Luisteren naar radio en tv en naar gesproken tekst op internet Kan hoofdpunten van korte en duidelijk berichten op radio en tv en via internet begrijpen als onderwerp en context bekend zijn. Kan selectief luisteren om de benodigde informatie zoals openingstijden, adres, telefoonnummer te halen uit korte berichten op bijvoorbeeld een telefoonbeantwoorder. De organisatie van de taalvaardigheidstoets: De taalopdracht(en) hebben betrekking op bovengenoemde taalvaardigheid. Je ontvangt uiterlijk drie weken voor de taalvaardigheidstoets, van je onderwijsinstelling de onderstaande gegevens. Vul deze hier in: Plaats van handeling (lokaal): Datum van handeling: Aanvangstijd voorbereiding: Tijdsduur voorbereiding: Aanvangstijd uitvoering: Tijdsduur uitvoering: Naam toetsafnemer cq. Naam tweede Hulpmiddelen voorbereiding: Hulpmiddelen uitvoering: De werkwijze van de taalvaardigheidstoets: Je ontvangt voor deze taalvaardigheidstoets minimaal één taalopdracht. Per taalopdracht staat beschreven: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie; de opdracht cq. vragen. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat je goed voorbereid bent. Neem de benodigde hulpmiddelen en noodzakelijke spullen zoals pennen, potlood, liniaal, correctiemateriaal en rekenmachine mee. 2. Lees de taalopdracht(en) goed door. 3. Voer de opdracht uit en gebruik daarbij eventuele uitwerkbladen. 4. Werk geconcentreerd en in een vlot tempo. De beoordeling van de taalvaardigheidstoets: Hierna vind je het protocol van de taalvaardigheidstoets inclusief beoordelingscriteria en cesuur waarmee de beoordelaar jouw uitvoering van de taalopdracht(en) concreet zal beoordelen. Je bent geslaagd voor de taalvaardigheidstoets indien je voor de uitvoering van de taalopdracht(en) minimaal een voldoende hebt behaald. De beoordeling zal plaatsvinden op basis van de informatie uit het Referentiekader Nederlands. Voor deze taalvaardigheid op dit niveau geeft het Referentiekader Nederlands informatie over vaardigheid, taalkennis en kwaliteit van de uitvoering. De volgende puntentelling wordt gehanteerd: 0 punten = onvoldoende (deelnemer bevindt zich op een lager niveau dan vereist) 1 punt = voldoende (deelnemer beheerst het niveau) 2 punten = excellent (deelnemer bevindt zich op een hoger niveau dan vereist) Stel voor het afleggen van de taalvaardigheidstoets jouw vragen over deze beoordeling. 10

11 PROTOCOL TAALVAARDIGHEIDSTOETS LUISTEREN 1F-NIVEAU Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: Taal: Nederlands Vaardigheid: Luisteren Taalniveau: 1F INHOUD (SUBVAARDIGHEDEN) TAALVAARDIGHEIDSTOETS Aanwezig* SUBVAARDIGHEDEN Luisteren naar instructies Luisteren als lid van een live publiek Luisteren naar radio en tv en naar gesproken tekst op internet BEOORDELINGSCRITERIA TAALVAARDIGHEIDSTOETS De tekst en vragen van de taalopdracht(en) zijn gebaseerd op onderstaande criteria. Algemene omschrijving Begrijpen Interpreteren Evalueren Samenvatten TOTAAL AANTAL VRAGEN: Kan luisteren naar eenvoudige teksten over alledaagse, concrete onderwerpen of over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de leerling. Kan hoofdzaken uit de tekst halen. Kan via selectie belangrijke informatie uit de tekst halen en kan de manier van luisteren daar op afstemmen bijvoorbeeld globaal/precies, selectief/gericht. Kan informatie en meningen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan. Kan relaties leggen tussen tekstuele informatie en eigen kennis en ervaringen. Kan een oordeel over een tekst(deel) of tv- of radioprogramma (of fragment ervan) verwoorden. Kan aantekeningen maken. Kan de informatie gestructureerd weergeven. Aantal vragen FOUT: Aantal vragen GOED: EINDCIJFER: Aantal vragen goed / totaal aantal vragen x 10 EINDBEOORDELING (INCLUSIEF CESUUR) Onvoldoende* Voldoende* De deelnemer is in staat om op adequate wijze in het Nederlands op 1F-niveau te communiceren (te luisteren). Dit houdt in dat de deelnemer de belangrijkste punten van eenvoudige boodschappen en aankondigingen in dagelijks leven, opleiding en werk begrijpt. De deelnemer heeft het bovenstaande op adequate wijze aangetoond en dus een voldoende behaald als het eindcijfer van deze taalvaardigheidstoets met minimaal een 5,5 beoordeeld is. OPMERKINGEN TOETSAFNEMER VOOR DEELNEMER Paraaf toetsafnemer/toetsbeoordelaar 1: Datum: Paraaf toetsbeoordelaar 2: Paraaf deelnemer: *: Aankruisen wat van toepassing is. 11

12 TAALVAARDIGHEIDSTOETS SPREKEN 1F-NIVEAU De inhoud van de taalvaardigheidstoets: Je taalvaardigheid wordt beoordeeld op minimaal één subvaardigheid. Voorafgaand aan de taalvaardigheidstoets weet je niet welke subvaardigheid of subvaardigheden getoetst gaat worden. Je dient je dus op alle subvaardigheden voor te bereiden. Volgens het Referentiekader Nederlands zijn er voor deze taalvaardigheid op dit niveau de volgende subvaardigheden: Inhoud subvaardigheden Een monoloog houden Kan alledaagse aspecten beschrijven, zoals mensen, plaatsen en zaken. Kan verslag uitbrengen van gebeurtenissen, activiteiten en persoonlijke ervaringen. Kan een kort, voorbereid verhaal of presentatie houden en daarbij op eenvoudige vragen reageren. De organisatie van de taalvaardigheidstoets: De taalopdracht(en) hebben betrekking op bovengenoemde taalvaardigheid. Je ontvangt uiterlijk drie weken voor de taalvaardigheidstoets, van je onderwijsinstelling de onderstaande gegevens. Vul deze hier in: Plaats van handeling (lokaal): Datum van handeling: Aanvangstijd voorbereiding: Tijdsduur voorbereiding: Aanvangstijd uitvoering: Tijdsduur uitvoering: Naam toetsafnemer cq. Naam tweede Hulpmiddelen voorbereiding: Hulpmiddelen uitvoering: De werkwijze van de taalvaardigheidstoets: Je ontvangt voor deze taalvaardigheidstoets minimaal één taalopdracht. Per taalopdracht staat beschreven: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie; de opdracht cq. vragen. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat je goed voorbereid bent. Neem de benodigde hulpmiddelen en noodzakelijke spullen zoals pennen, potlood, liniaal, correctiemateriaal en rekenmachine mee. 2. Lees de taalopdracht(en) goed door. 3. Voer de opdracht uit en gebruik daarbij eventuele uitwerkbladen. 4. Werk geconcentreerd en in een vlot tempo. De beoordeling van de taalvaardigheidstoets: Hierna vind je het protocol van de taalvaardigheidstoets inclusief beoordelingscriteria en cesuur waarmee de beoordelaar jouw uitvoering van de taalopdracht(en) concreet zal beoordelen. Je bent geslaagd voor de taalvaardigheidstoets indien je voor de uitvoering van de taalopdracht(en) minimaal een voldoende hebt behaald. De beoordeling zal plaatsvinden op basis van de informatie uit het Referentiekader Nederlands. Voor deze taalvaardigheid op dit niveau geeft het Referentiekader Nederlands informatie over vaardigheid, taalkennis en kwaliteit van de uitvoering. De volgende puntentelling wordt gehanteerd: 0 punten = onvoldoende (deelnemer bevindt zich op een lager niveau dan vereist) 1 punt = voldoende (deelnemer beheerst het niveau) 2 punten = excellent (deelnemer bevindt zich op een hoger niveau dan vereist) Stel voor het afleggen van de taalvaardigheidstoets jouw vragen over deze beoordeling. 12

13 PROTOCOL TAALVAARDIGHEIDSTOETS SPREKEN 1F-NIVEAU Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: Taal: Nederlands Vaardigheid: Spreken Taalniveau: 1F INHOUD (SUBVAARDIGHEDEN) TAALVAARDIGHEIDSTOETS Aanwezig* SUBVAARDIGHEDEN Een monoloog houden BEOORDELING TAALVAARDIGHEIDSTOETS I. Beoordeling vindt plaats per beoordelingscriterium: u geeft steeds 0, 1 of 2 punten. (Zie checklist voor de inhoud van het beoordelingscriterium.) Beoordelingscriterium: 0 punten = onvoldoende 1. Samenhang 2. Afstemming op doel 3. Afstemming op publiek 4. Woordgebruik / Woordenschat 5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 6. Inhoud van de opdracht (voor een voldoende resultaat, moet dit onderdeel met tenminste 1 punt worden beoordeeld) 1 punt = voldoende 2 punten = excellent Subtotaal II. U telt alle subtotalen bij elkaar op en kunt aan de hand van de omrekentabel het eindcijfer berekenen. Berekening: Totaal aantal punten EINDCIJFER: Aantal punten ,4 10 8,7 9 8,0 8 7,4 7 6,7 6 6,0 5 5,0 4 4,0 3 3,0 2 2,0 1 1,0 0 0 Eindcijfer EINDBEOORDELING (inclusief cesuur) Onvoldoende* Voldoende* De deelnemer is in staat om op adequate wijze in het Nederlands op 1F-niveau te communiceren (te spreken) en heeft een voldoende behaald als de taalvaardigheidstoets met minimaal een 6,0 beoordeeld is en er ten minste 1 punt is behaald bij onderdeel 6: inhoud van de opdracht. OPMERKINGEN TOETSAFNEMER VOOR DEELNEMER Paraaf toetsafnemer/toetsbeoordelaar 1: Paraaf toetsbeoordelaar 2: Datum: Paraaf deelnemer: *Aankruisen wat van toepassing is. 13

14 CHECKLIST TAALVAARDIGHEIDSTOETS SPREKEN 1F-NIVEAU De beoordeling van de deelnemer is gebaseerd op zeven beoordelingscriteria. 1. Samenhang; 2. Afstemming op doel; 3. Afstemming op publiek; 4. Woordgebruik en woordenschat; 5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing; 6. Inhoud van de opdracht. In deze checklist zal worden weergegeven hoeveel punten de deelnemer behaalt per niveau van de beoordelingscriteria. 1. Samenhang 0 punten: Heeft moeite om de gedachtegang voor de luisteraar begrijpelijk te maken, komt moeilijk uit zijn woorden. 1punt: Maakt eigen gedachtegang voor de luisteraar begrijpelijk, hoewel de structuur van de tekst nog niet altijd klopt. 2 punten: Kan een duidelijk verhaal houden met een samenhangende opsomming van punten en kan daarbij het belangrijkste punt duidelijk maken. Gebruikt korte eenvoudige zinnen en verbindt deze door de juiste, eenvoudige voegwoorden en verbindingswoorden. 2. Afstemming op doel 0 punten: Deelnemer wijkt met regelmaat af van het spreekdoel, 1punt: Blijft trouw aan spreekdoel, soms met hulp van een ander. 2 punten: Geeft spreekdoel duidelijk vorm (instruerend, informatief, onderhoudend) zodat het voor de luisteraar herkenbaar is. 3. Afstemming op publiek 0 punten: Kan met behulp van ondersteunende materialen een voorbereide presentatie geven. Heeft moeite met het vinden van de juiste woorden en het juiste taalgebruik. 1punt: Past taalgebruik aan aan de luisteraar(s). Kan gebruik maken van ondersteunende materialen om een voorbereide presentatie beter aan het publiek over te brengen. 2 punten: Kan het verschil tussen formele en informele situaties hanteren. Maakt de juiste keuzen voor het register en het al dan niet hanteren van taalvariatie. Kan de luisteraar(s) boeien door middel van concrete voorbeelden en ervaringen. 4. Woordgebruik en Woordenschat 0 punten: Woordenschat is niet voldoende om een vloeiend te spreken, zoekt nog vaak naar woorden en varieert niet veel in woordgebruik. 1 punt: Beschikt over voldoende woorden om te praten over vertrouwde situaties en onderwerpen, maar zoekt nog regelmatig naar woorden en varieert niet veel in woordgebruik. 2 punten: Beschikt over voldoende woorden om zich te kunnen uiten. Het kan soms nodig zijn een omschrijving te geven van een onbekend woord. 5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 0 punten: De deelnemer is erg moeilijk te verstaan. Je merkt dat de deelnemer moeite heeft met het vormen van eenvoudige zinsconstructies. Maakt geen gebruik van non-verbaal gedrag om het gesprokenen te ondersteunen. Pauzes, valse starts en herformuleringen komen veelvuldig voor. 1 punt: De uitspraak is duidelijk genoeg om de spreker te kunnen volgen, ondanks een eventueel accent, verkeerde intonatie, onduidelijke articulatie en/of haperingen. Redelijk accuraat gebruik van eenvoudige zinsconstructies. Houding, intonatie en mimiek ondersteunen het gesprokene. Pauzes, valse starts en herformuleringen komen af en toe voor. 2 punten: De uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen. Vertoont een redelijke grammaticale beheersing. Aarzelingen en fouten in zinsbouw zijn eigen aan gesproken taal en komen dus voor, maar worden zonodig hersteld. Is goed te volgen en kan zich gemakkelijk uitdrukken. Vloeiendheid kan minder zijn als er nagedacht moet worden over de grammaticale vorm, de te kiezen woorden en herstel van fouten. 6. Inhoud van de opdracht Kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven, informatie geven, verslag uitbrengen, uitleg en instructie geven in alledaagse situaties in en buiten school. 0 punten: Onvoldoende 1punt: Voldoende 2 punten: Excellent 14

15 TAALVAARDIGHEIDSTOETS LEZEN: ZAKELIJKE TEKSTEN 1F-NIVEAU De inhoud van de taalvaardigheidstoets: Je taalvaardigheid wordt beoordeeld op minimaal één subvaardigheid. Voorafgaand aan de taalvaardigheidstoets weet je niet welke subvaardigheid of subvaardigheden getoetst gaat worden. Je dient je dus op alle subvaardigheden voor te bereiden. Volgens het Referentiekader Nederlands zijn er voor deze taalvaardigheid op dit niveau de volgende subvaardigheden: Inhoud subvaardigheden Lezen van informatieve teksten Kan eenvoudige informatieve teksten lezen, zoals zaakvakteksten, naslagwerken, (eenvoudige) internetteksten, eenvoudige schematische overzichten. Lezen van instructies Kan eenvoudige instructieve teksten lezen, zoals (eenvoudige) routebeschrijvingen en aanwijzingen bij opdrachten (uit de methode). Lezen van betogende teksten Kan eenvoudige betogende teksten lezen, zoals voorkomend in schoolboeken voor taal- en zaakvakken, maar ook advertenties, reclames, huis-aan-huisbladen. De organisatie van de taalvaardigheidstoets: De taalopdracht(en) hebben betrekking op bovengenoemde taalvaardigheid. Je ontvangt uiterlijk drie weken voor de taalvaardigheidstoets, van je onderwijsinstelling de onderstaande gegevens. Vul deze hier in: Plaats van handeling (lokaal): Datum van handeling: Aanvangstijd voorbereiding: Tijdsduur voorbereiding: Aanvangstijd uitvoering: Tijdsduur uitvoering: Naam toetsafnemer cq. Naam tweede Hulpmiddelen voorbereiding: Hulpmiddelen uitvoering: De werkwijze van de taalvaardigheidstoets: Je ontvangt voor deze taalvaardigheidstoets minimaal één taalopdracht. Per taalopdracht staat beschreven: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie; de opdracht cq. vragen. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat je goed voorbereid bent. Neem de benodigde hulpmiddelen en noodzakelijke spullen zoals pennen, potlood, liniaal, correctiemateriaal en rekenmachine mee. 2. Lees de taalopdracht(en) goed door. 3. Voer de opdracht uit en gebruik daarbij eventuele uitwerkbladen. 4. Werk geconcentreerd en in een vlot tempo. De beoordeling van de taalvaardigheidstoets: Hierna vind je het protocol van de taalvaardigheidstoets inclusief beoordelingscriteria en cesuur waarmee de beoordelaar jouw uitvoering van de taalopdracht(en) concreet zal beoordelen. Je bent geslaagd voor de taalvaardigheidstoets indien je voor de uitvoering van de taalopdracht(en) minimaal een voldoende hebt behaald. De beoordeling zal plaatsvinden op basis van de informatie uit het Referentiekader Nederlands. Voor deze taalvaardigheid op dit niveau geeft het Referentiekader Nederlands informatie over vaardigheid, taalkennis en kwaliteit van de uitvoering. Stel voor het afleggen van de taalvaardigheidstoets jouw vragen over deze beoordeling. 15

16 TAALVAARDIGHEIDSTOETS LEZEN: ZAKELIJKE TEKSTEN 1F-NIVEAU Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: Taal: Nederlands Vaardigheid: Lezen Taalniveau: 1F INHOUD (SUBVAARDIGHEDEN) TAALVAARDIGHEIDSTOETS Aanwezig* SUBVAARDIGHEDEN Lezen van informatieve teksten Lezen van instructies Lezen van betogende teksten BEOORDELINGSCRITERIA TAALVAARDIGHEIDSTOETS De tekst en vragen van de taalopdrachten zijn gebaseerd op onderstaande criteria. Algemene omschrijving Techniek en woordenschat Begrijpen Interpreteren Evalueren Opzoeken TOTAAL AANTAL VRAGEN: Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld. Kan teksten zodanig vloeiend lezen dat woordherkenning tekstbegrip niet in de weg staat. Kent de meest alledaagse (frequente) woorden, of kan de betekenis van een enkel onbekend woord uit de context afleiden. Herkent specifieke informatie, wanneer naar één expliciet genoemde informatieeenheid gevraagd wordt (letterlijk begrip). Kan (in het kader van het leesdoel) belangrijke informatie uit de tekst halen en kan zijn manier van lezen daar op afstemmen (bijvoorbeeld globaal/precies, selectief/gericht). Kan informatie en meningen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan. Kan een oordeel over een tekst(deel) verwoorden. Kan informatie opzoeken in duidelijk geordende naslagwerken, zoals woordenboeken, telefoongids e.d. Kan schematische informatie lezen en relaties met de tekst expliciteren. Aantal vragen FOUT: Aantal vragen GOED: EINDCIJFER: Aantal vragen goed / totaal aantal vragen x 10 EINDBEOORDELING (INCLUSIEF CESUUR) Onvoldoende* Voldoende* De deelnemer is in staat om op adequate wijze in het Nederlands op 1F-niveau te communiceren (te lezen). Dit houdt in dat de deelnemer teksten kan lezen over alledaagse onderwerpen, die aansluiten bij de leefwereld van de leerling en die verder van de leerling af staan. De deelnemer heeft het bovenstaande op adequate wijze aangetoond en dus een voldoende behaald als het eindcijfer van deze taalvaardigheidstoets met minimaal een 5,5 beoordeeld is. OPMERKINGEN TOETSAFNEMER VOOR DEELNEMER Paraaf toetsafnemer/toetsbeoordelaar 1: Datum: Paraaf toetsbeoordelaar 2: Paraaf deelnemer: *: Aankruisen wat van toepassing is. 16

17 TAALVAARDIGHEIDSTOETS LEZEN: FICTIONELE TEKSTEN 1F-NIVEAU De inhoud van de taalvaardigheidstoets: Je taalvaardigheid wordt beoordeeld op minimaal één subvaardigheid. Voorafgaand aan de taalvaardigheidstoets weet je niet welke subvaardigheid of subvaardigheden getoetst gaat worden. Je dient je dus op alle subvaardigheden voor te bereiden. Volgens het Referentiekader Nederlands zijn er voor deze taalvaardigheid op dit niveau de volgende subvaardigheden: Inhoud subvaardigheden Lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten Kan jeugdliteratuur belevend lezen. De organisatie van de taalvaardigheidstoets: De taalopdracht(en) hebben betrekking op bovengenoemde taalvaardigheid. Je ontvangt uiterlijk drie weken voor de taalvaardigheidstoets, van je onderwijsinstelling de onderstaande gegevens. Vul deze hier in: Plaats van handeling (lokaal): Datum van handeling: Aanvangstijd voorbereiding: Tijdsduur voorbereiding: Aanvangstijd uitvoering: Tijdsduur uitvoering: Naam toetsafnemer cq. Naam tweede Hulpmiddelen voorbereiding: Hulpmiddelen uitvoering: De werkwijze van de taalvaardigheidstoets: Je ontvangt voor deze taalvaardigheidstoets minimaal één taalopdracht. Per taalopdracht staat beschreven: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie; de opdracht cq. vragen. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat je goed voorbereid bent. Neem de benodigde hulpmiddelen en noodzakelijke spullen zoals pennen, potlood, liniaal, correctiemateriaal en rekenmachine mee. 2. Lees de taalopdracht(en) goed door. 3. Voer de opdracht uit en gebruik daarbij eventuele uitwerkbladen. 4. Werk geconcentreerd en in een vlot tempo. De beoordeling van de taalvaardigheidstoets: Hierna vind je het protocol van de taalvaardigheidstoets inclusief beoordelingscriteria en cesuur waarmee de beoordelaar jouw uitvoering van de taalopdracht(en) concreet zal beoordelen. Je bent geslaagd voor de taalvaardigheidstoets indien je voor de uitvoering van de taalopdracht(en) minimaal een voldoende hebt behaald. De beoordeling zal plaatsvinden op basis van de informatie uit het Referentiekader Nederlands. Voor deze taalvaardigheid op dit niveau geeft het Referentiekader Nederlands informatie over vaardigheid, taalkennis en kwaliteit van de uitvoering. Stel voor het afleggen van de taalvaardigheidstoets jouw vragen over deze beoordeling. 17

18 TAALVAARDIGHEIDSTOETS LEZEN: FICTIONELE TEKSTEN 1F-NIVEAU Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: Taal: Nederlands Vaardigheid: Lezen Taalniveau: 1F INHOUD (SUBVAARDIGHEDEN) TAALVAARDIGHEIDSTOETS Aanwezig* SUBVAARDIGHEDEN Lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten BEOORDELINGSCRITERIA TAALVAARDIGHEIDSTOETS De tekst en vragen van de taalopdrachten zijn gebaseerd op onderstaande criteria. Algemene omschrijving Begrijpen Interpreteren Evalueren TOTAAL AANTAL VRAGEN: Kan jeugdliteratuur belevend lezen. Herkent basale structuurelementen, zoals wisselingen van tijd en plaats, rijm en versvorm. Kan meeleven met een personage en uitleggen hoe een personage zich voelt. Kan gedichten en verhaalfragmenten parafraseren of samenvatten. Kan relaties leggen tussen de tekst en de werkelijkheid. Kan spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst aanwijzen. Herkent verschillende emoties in de tekst, zoals verdriet, boosheid en blijdschap. Evalueert de tekst met emotieve argumenten. Kan met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen. Kan interesse in bepaalde fictievormen aangeven. Aantal vragen FOUT: Aantal vragen GOED: EINDCIJFER: Aantal vragen goed / totaal aantal vragen x 10 EINDBEOORDELING (INCLUSIEF CESUUR) Onvoldoende* Voldoende* De deelnemer is in staat om op adequate wijze in het Nederlands op 1F-niveau te communiceren (te lezen). Dit houdt in dat de deelnemer eenvoudige adolescentenliteratuur herkennend kan lezen. De deelnemer heeft het bovenstaande op adequate wijze aangetoond en dus een voldoende behaald als het eindcijfer van deze taalvaardigheidstoets met minimaal een 5,5 beoordeeld is. OPMERKINGEN TOETSAFNEMER VOOR DEELNEMER Paraaf toetsafnemer/toetsbeoordelaar 1: Datum: Paraaf toetsbeoordelaar 2: Paraaf deelnemer: *: Aankruisen wat van toepassing is. 18

19 TAALVAARDIGHEIDSTOETS SCHRIJVEN 1F-NIVEAU De inhoud van de taalvaardigheidstoets: Je taalvaardigheid wordt beoordeeld op minimaal één subvaardigheid. Voorafgaand aan de taalvaardigheidstoets weet je niet welke subvaardigheid of subvaardigheden getoetst gaat worden. Je dient je dus op alle subvaardigheden voor te bereiden. Volgens het Referentiekader Nederlands zijn er voor deze taalvaardigheid op dit niveau de volgende subvaardigheden: Inhoud subvaardigheden Correspondentie Kan een briefje, kaart of schrijven om informatie te vragen, iemand te bedanken, te feliciteren, uit te nodigen e.d. Formulieren invullen, berichten, advertenties en aantekeningen maken Kan een kort bericht, een boodschap met eenvoudige informatie schrijven. Kan eenvoudige standaardformulieren invullen. Kan aantekeningen maken en overzichtelijk weergeven. Verslagen, werkstukken, samenvattingen en artikelen maken Kan een verslag en/of een werkstuk schrijven en daarbij stukjes informatie uit verscheidene bronnen samenvatten. Vrij schrijven Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een verhaal, in een tekst of in een gedicht. De organisatie van de taalvaardigheidstoets: De taalopdracht(en) hebben betrekking op bovengenoemde taalvaardigheid. Je ontvangt uiterlijk drie weken voor de taalvaardigheidstoets, van je onderwijsinstelling de onderstaande gegevens. Vul deze hier in: Plaats van handeling (lokaal): Datum van handeling: Aanvangstijd voorbereiding: Tijdsduur voorbereiding: Aanvangstijd uitvoering: Tijdsduur uitvoering: Naam toetsafnemer cq. Naam tweede Hulpmiddelen voorbereiding: Hulpmiddelen uitvoering: De werkwijze van de taalvaardigheidstoets: Je ontvangt voor deze taalvaardigheidstoets minimaal één taalopdracht. Per taalopdracht staat beschreven: de maximale tijdsduur (zowel in voorbereiding als in uitvoering); de toegestane hulpmiddelen; het gebruik van uitwerkbladen; de beschrijving van de situatie; de opdracht cq. vragen. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat je goed voorbereid bent. Neem de benodigde hulpmiddelen en noodzakelijke spullen zoals pennen, potlood, liniaal, correctiemateriaal en rekenmachine mee. 2. Lees de taalopdracht(en) goed door. 3. Voer de opdracht uit en gebruik daarbij eventuele uitwerkbladen. 4. Werk geconcentreerd en in een vlot tempo. De beoordeling van de taalvaardigheidstoets: Hierna vind je het protocol van de taalvaardigheidstoets inclusief beoordelingscriteria en cesuur waarmee de beoordelaar jouw uitvoering van de taalopdracht(en) concreet zal beoordelen. Je bent geslaagd voor de taalvaardigheidstoets indien je voor de uitvoering van de taalopdracht(en) minimaal een voldoende hebt behaald. De beoordeling zal plaatsvinden op basis van de informatie uit het Referentiekader Nederlands. Voor deze taalvaardigheid op dit niveau geeft het Referentiekader Nederlands informatie over vaardigheid, taalkennis en kwaliteit van de uitvoering. De volgende puntentelling wordt gehanteerd: 0 punten = onvoldoende (deelnemer bevindt zich op een lager niveau dan vereist) 1 punt = voldoende (deelnemer beheerst het niveau) 2 punten = excellent (deelnemer bevindt zich op een hoger niveau dan vereist) Stel voor het afleggen van de taalvaardigheidstoets jouw vragen over deze beoordeling. 19

20 PROTOCOL TAALVAARDIGHEIDSTOETS SCHRIJVEN 1F-NIVEAU Naam deelnemer: Klas/Groep: Toetscode: Taal: Nederlands Vaardigheid: Schrijven Taalniveau: 1F INHOUD (SUBVAARDIGHEDEN) TAALVAARDIGHEIDSTOETS Aanwezig* SUBVAARDIGHEDEN Correspondentie Formulieren invullen, berichten, advertenties en aantekeningen maken Verslagen, werkstukken, samenvattingen en artikelen maken Vrij schrijven BEOORDELING TAALVAARDIGHEIDSTOETS I. Beoordeling vindt plaats per beoordelingscriterium: u geeft steeds 0, 1 of 2 punten. (Zie checklist voor de inhoud van het beoordelingscriterium.) Beoordelingscriterium: 0 punten = onvoldoende 1. Samenhang 2. Afstemming op doel 3. Afstemming op publiek 4. Woordgebruik / Woordenschat 5. Spelling, interpunctie en grammatica 6. Leesbaarheid 7. Inhoud van de opdracht (voor een voldoende resultaat, moet dit onderdeel met tenminste 1 punt worden beoordeeld) II. U telt alle subtotalen bij elkaar op en kunt aan de hand van de omrekentabel het eindcijfer berekenen. Berekening: Totaal aantal punten EINDCIJFER: 1 punt = voldoende 2 punten = excellent Subtotaal Aantal Eindcijfer punten ,4 10 8,7 9 8,0 8 7,4 7 6,7 6 6,0 5 5,0 4 4,0 3 3,0 2 2,0 1 1,0 0 0 EINDBEOORDELING (inclusief cesuur) Onvoldoende* Voldoende* De deelnemer is in staat om op adequate wijze in het Nederlands op 1F-niveau te communiceren (te schrijven) en heeft dus een voldoende behaald als het eindcijfer van deze taalvaardigheidstoets met minimaal een 6,0 beoordeeld is en er ten minste 1 punt is behaald bij onderdeel 7: inhoud van de opdracht. OPMERKINGEN TOETSAFNEMER VOOR DEELNEMER Paraaf toetsafnemer/toetsbeoordelaar 1: Paraaf toetsbeoordelaar 2: Datum: Paraaf deelnemer: * Aankruisen wat van toepassing is. 20

21 CHECKLIST TAALVAARDIGHEIDSTOETS SCHRIJVEN 1F-NIVEAU De beoordeling van de deelnemer is gebaseerd op zeven beoordelingscriteria: 1. Samenhang; 2. Afstemming op doel; 3. Afstemming op publiek; 4. Woordenschat en woordgebruik; 5. Spelling, interpunctie en grammatica; 6. Leesbaarheid; 7. Inhoud van de opdracht. In deze checklist zal worden weergegeven hoeveel punten de deelnemer behaalt per niveau van de beoordelingscriteria. 1. Samenhang 0 punten: De informatie is niet goed geordend en de lezer heeft moeite om de schrijver te volgen. Ook wordt niet duidelijk wat het schrijfdoel van de schrijver is. 1 punt: De informatie is zodanig geordend, dat de lezer de gedachtegang gemakkelijk kan volgen en het schrijfdoel bereikt wordt. De meest bekende voegwoorden zijn correct gebruikt, met andere voegwoorden komen nog fouten voor. Fouten met verwijswoorden komen voor. Samenhang in tekst en binnen samengestelde zinnen is niet altijd duidelijk. 2 punten: Gebruikt veel voorkomende verbindingswoorden correct. De tekst bevat een volgorde: inleiding, kern en slot. Kan alinea s maken en inhoudelijke verbanden expliciet aangeven. Maakt soms nog onduidelijke verwijzingen en fouten in de structuur van de tekst. 2. Afstemming op doel 0 punten: De lezen kan het schrijfdoel van de schrijver niet uit de tekst halen. Het schrijfdoel wordt dan ook niet gerealiseerd. 1 punt: Verliest het doel van het schrijfproduct uit het oog. 2 punten: Kan in teksten met een eenvoudige lineaire structuur trouw blijven aan het doel van het schrijfproduct. 3. Afstemming op het publiek 0 punten: Past zijn schrijfstijl niet aan aan de lezer. Maakt geen verschil tussen formeel en informeel. 1 punt: Gebruikt basisconventies bij een formele brief: Geachte/Beste en Hoogachten/Met vriendelijke groet. Hanteert verschil informeel/formeel. 2 punten: Past het woordgebruik en toon aan het publiek aan. 4. Woordgebruik en woordenschat 0 punten: Woordenschat is onvoldoende. Gebruikt woorden op de verkeerde manier. 1 punt: Gebruikt voornamelijk frequent voorkomende woorden. 2 punten: Varieert het woordgebruik, fouten met idiomatische uitdrukkingen komen nog voor. 5. Spelling, interpunctie en grammatica 0 punten: Heeft moeite om eenvoudige zinsconstructies accuraat te gebruiken. Maakt veelvuldig fouten in eenvoudige zinnen. 1 punt: Redelijk accuraat gebruik van eenvoudige zinsconstructies. 2 punten: Accuraat gebruik van zinsconstructies. Vertoont een redelijke grammaticale beheersing. 6. Leesbaarheid 0 punten: De tekst kent geen structuur. Alinea s worden op de verkeerde plaats afgebroken en begonnen. 1 punt: Hanteert titel. Voorziet brief op de gebruikelijke plaats van datering, adressering, aanhef en ondertekening. Besteedt aandacht aan de opmaak van de tekst. 2 punten: Gebruikt titel en tekstkopjes. Heeft bij langere teksten ondersteuning nodig bij aanbrengen van de lay-out. 7. Inhoud van de opdracht Kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit de leefwereld. 0 punten: Onvoldoende 1 punt: Voldoende 2 punten: Excellent 21

22 Bijlagen 22

23 1. TAALNIVEAUS 1F 4F 23

24 2. DESCRIPTOREN VAN HET NIVEAU Taalniveau Taalvaardigheid Descriptoren 1F Gesprekken Deelnemen aan discussie en overleg Kan de hoofdpunten volgen en kan de eigen mening verwoorden en onderbouwen met argumenten. Kan kritische luisteren naar meningen en opvattingen en een reactie geven. Informatie uitwisselen Kan in gesprekken binnen en buiten school informatie geven en vragen en kan kritisch luisteren naar deze informatie. Kan informatie beoordelen en een reactie geven. 1F Luisteren Luisteren naar instructies Kan voldoende feitelijke informatie halen uit instructies en aanwijzingen om taken of handelingen uit te kunnen voeren. Luisteren als lid van een live publiek Kan de hoofdlijn begrijpen van korte informatieve, instructieve en betogende teksten met een duidelijke structuur en voldoende herhaling. Kan een eenvoudig voorgelezen of verteld verhaal begrijpen. Luisteren naar radio en tv en naar gesproken tekst op internet Kan hoofdpunten van korte en duidelijke berichten op radio en tv en via internet begrijpen als onderwerp en context bekend zijn. Kan selectief luisteren om de benodigde informatie zoals openingstijden, adres, telefoonnummer te halen uit korte berichten op bijvoorbeeld een telefoonbeantwoorder. 1F Spreken Een monoloog houden Kan alledaagse aspecten beschrijven zoals mensen, plaatsen en zaken. Kan verslag uitbrengen van gebeurtenissen, activiteiten en persoonlijke ervaringen. Kan een kort, voorbereid verhaal of presentatie houden en daarbij op eenvoudige vragen reageren. 1F Zakelijke teksten lezen Lezen van informatieve teksten Kan eenvoudige informatieve teksten lezen, zoals zaakvakteksten, naslagwerken (eenvoudige) internetteksten, eenvoudige schematische overzichten.. Lezen van instructie Kan eenvoudige instructieve teksten lezen, zoals (eenvoudige) routebeschrijvingen en aanwijzingen bij opdrachten (uit de methode). Lezen van betogende teksten Kan eenvoudige betogende teksten lezen, zoals voorkomend in schoolboeken voor taal- en zaakvakken, maar ook advertenties, reclames, huis-aan-huisbladen. 1F 1F Fictionele, narratieve en literaire teksten lezen Schrijven & Taalverzorging Lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten Kan jeugdliteratuur belevend lezen. Correspondentie Kan een briefje, kaart of schrijven om informatie te vragen, iemand te bedanken, te feliciteren, uit te nodigen e.d. Formulieren invullen, berichten, advertenties en aantekeningen Kan een kort bericht, een boodschap met eenvoudige informatie schrijven. Kan eenvoudige standaardformulieren invullen. Kan aantekeningen maken en overzichtelijk weergeven. Verslagen, werkstukken, samenvattingen, artikelen Kan een verslag en of een werkstuk schrijven en daarbij stukjes informatie uit verscheidene bronnen samenvatten. Vrij schrijven Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een verhaal, in een informatieve tekst of in een gedicht. 24

TNN 2F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 2F

TNN 2F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 2F TNN 2F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 2F MAART 2012 DOOR TAALDOCENTENCOLLECTIEF EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN! 1 2 TAALTOETS

Nadere informatie

TNN 3F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 3F

TNN 3F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 3F TNN 3F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 3F MAART 2012 DOOR TAALDOCENTENCOLLECTIEF EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH EDUCATIEVE UITGEVERSGROEP, DEN BOSCH ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN! 1 2 TAALTOETS

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen in het

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg 2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg Gesprekken Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse

Nadere informatie

Referentieniveaus. Conclusies

Referentieniveaus. Conclusies Referentieniveaus In Alles-Apart worden alle regels en strategieën aangeboden op het gebied van begrijpend lezen, (werkwoord)spelling, grammatica en Engels. Tijdens de projecten worden deze regels en strategieën

Nadere informatie

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO BIJLAGE 7: KIJKWIJZER TAAL LEERSTANDAARD (V)SO AAN PASSENDE PERSPECTIEVEN VERSIE 5.0 Korte toelichting Versie 5.0 Deze kijkwijzer bevat selecties van doelen uit

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal)

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Herkomst Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Eigen school Periode DL -20 t/m 200 Schrijven Schrijven - 1-2 GL + Schrijft tekens die op letters ( beginnen te) lijken -19-0 -19-0 -19-0 Soort tekst

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348)

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348) Taalprofiel Kwalificatiedossier Parketteur Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Nederlands ( 2F havo vwo )

Nederlands ( 2F havo vwo ) Tussendoelen Nederlands Nederlands ( 2F havo vwo ) havo/vwo = Basis Leesvaardigheid zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch

Nadere informatie

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken - Is zich ervan bewust dat hij een gesprek voert met als doel informatie te verkrijgen. - Is zich bewust dat hij een gesprek voert met een bepaald doel. - Blijft trouw aan

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel

Nadere informatie

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden. Beoordelingsmodel Spreken 2F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het spreekproduct niet of onvoldoende verstaanbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake

Nadere informatie

Referentiekaders taal en Goed Gelezen!

Referentiekaders taal en Goed Gelezen! Referentiekaders taal en Goed Gelezen! In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan in gesprekken over alledaagse en niet-alledaagse onderwerpen uit

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) 1. Mondelinge Taalvaardigheid Niveau 4F 1.1 Gesprekken Algemene omschrijving Kan in alle soorten gesprekken de taal nauwkeurig en doeltreffend

Nadere informatie

Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven. Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders

Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven. Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders SLO en leerplannen Het referentiekader taal en rekenen Opbouw

Nadere informatie

Leerroute 1: Schrijven

Leerroute 1: Schrijven Leerroute 1: Schrijven op doel Samenhang Woordgebruik & woordenschat Voorwaardelijk op publiek Leesbaarheid Taalverzorging - Kan fonemen onderscheiden - Weet dat letters met klanken corresponderen - Schrijft

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands 11/04/2012 Dit zijn talige eisen die alleen de opleiding stelt. Voor de werkvloer zijn ze niet

Nadere informatie

De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes

De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes + De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek Kees Broekhof Sardes + Agenda Doorgaande lijnen rond lezen Wat zijn zwakke lezers? Welke maatregelen zijn mogelijk? Wat kan de bibliotheek doen? +

Nadere informatie

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Servicedocument Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Klas: IG2 HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F Spelling: vorming

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

Instellingsexamen Nederlands

Instellingsexamen Nederlands Instellingsexamen Nederlands In te vullen door toetsleider: SETnummer.. Examencode Sector Kwalificatiedossier Uitstroomdifferentiatie Zorg en Welzijn Helpende Zorg en Welzijn Helpende Zorg en Welzijn Crebo

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands

Eindtermen Nederlands Nederlands 1F NE2 Eindtermen Nederlands Deze eindtermen bestaan uit drie onderdelen: zakelijke teksten, fictionele teksten en schrijven. Zakelijke teksten Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen

Nadere informatie

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Voorstellen/ kennismaken Examens in het MBO Centrale examens: CvTE is verantwoordelijk voor de uitvoering

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - vmbo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve en

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - havo/vwo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus taal Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1.1. Gesprekken Kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding

Nadere informatie

Algemene karakteristiek

Algemene karakteristiek Algeme karakteristiek Wat schrijv leerling? Schrijv naar aanleiding stimulerde situaties (uit spel) (bijv. e teking met bijschrift de leraar). Eig naam schrijv. Spel met letterteks. Boem letters. Eig schrift

Nadere informatie

Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C

Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C Mondelinge taalvaardigheid, Leesvaardigheid, Schrijfvaardigheid, Taalverzorging en begrippen MONDELINGE TAALVAARDIGHEID 1.1 Gespreksvaardigheid

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Montagemedewerker timmerindustrie

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Montagemedewerker timmerindustrie Taalprofiel Kwalificatiedossier Montagemedewerker timmerindustrie Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier

Nadere informatie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

Leerjaar 3: Doelenlijst Nederlands voor leerroute A, B en C

Leerjaar 3: Doelenlijst Nederlands voor leerroute A, B en C Leerjaar 3: Doelenlijst Nederlands voor leerroute A, B en C Mondelinge taalvaardigheid, Leesvaardigheid, Schrijfvaardigheid, Taalverzorging en begrippen MONDELINGE TAALVAARDIGHEID 1.1 Gespreksvaardigheid

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Schrijftaal - Studiewijzer 1. Studiewijzer bij de 1e druk

Schrijftaal - Studiewijzer 1. Studiewijzer bij de 1e druk Schrijftaal - Studiewijzer 1 Studiewijzer bij de 1e druk 2 Schrijftaal - Studiewijzer Inhoud 1 Werken met Schrijftaal 3 2 Niveau en opleiding 5 3 Examen Schrijven en Taalvaardigheid 5 Schrijftaal - Studiewijzer

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Machinaal houtbewerker

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Machinaal houtbewerker Taalprofiel Kwalificatiedossier Machinaal houtbewerker Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier

Nadere informatie

Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4

Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4 Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4 Noordhoff Uitgevers bv, 2010 1 Inhoudsopgave 1 vmbo t/havo (5 e editie)... Hoofdstuk 1... 3 Hoofdstuk 2... 5

Nadere informatie

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Correspondentie lezen Opleiding: uitwisseling, vorming,

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16 Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3 Functieopdracht Nederlands - Operator A en B Inhoud 1. Introductie Nederlands... 3 2. Opdrachten... 5 Opdracht 1. Verschillende meningen... 5 Opdracht 2. Luisteren naar een vergadering... 7 Opdracht 3.

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat

Nadere informatie

PORTFOLIO NEDERLANDS NAAM: OPLEIDING: KLAS: Portfolio Nederlandse taal, deel 1 Versie 11-07-13 Pagina 1

PORTFOLIO NEDERLANDS NAAM: OPLEIDING: KLAS: Portfolio Nederlandse taal, deel 1 Versie 11-07-13 Pagina 1 PORTFOLIO NEDERLANDS NAAM: OPLEIDING: KLAS: Portfolio Nederlandse taal, deel 1 Versie 11-07-13 Pagina 1 Het portfolio voor de Nederlandse taal bestaat uit de volgende onderdelen: - Inleiding - Algemeen

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden. Beoordelingsmodel Schrijven 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Leesbaarheid Niet beoordelen indien het schrijfproduct niet of onvoldoende leesbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake is

Nadere informatie

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden. Beoordelingsmodel Beoordelingsmodel Spreken 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het spreekproduct niet of onvoldoende verstaanbaar is, omdat er

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen taal

Doorlopende leerlijnen taal 31 Doorlopende leerlijnen taal Doorlopende leerlijnen taal Concretisering van de referentieniveaus In januari 2008 bood de Expertgroep Doorlopende leerlijnen taal en rekenen haar rapport Over de drempels

Nadere informatie

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties. aardigheid BB B GT ER-niveau A2 A2 A2+ Alle leerwegen Alleen voor GT Ik voer over eenvoudige en alledaagse gesprekken. Het gaat dan over uitwisseling van informatie van bekende onderwerpen en activiteiten.

Nadere informatie

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Kerndoelen: 1. Leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling (of schriftelijk) gestructureerd weer te

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu? Gesprekjes voeren gesprekspartner gebruikt veelvoorkomende woorden en hele korte zinnetjes; spreekt heel langzaam en pauzeert vaak spreekt woorden en korte zinnetjes duidelijk uit; herhaalt zinnetjes en

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Europees Referentiekader

Europees Referentiekader Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik

Nadere informatie

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:

Nadere informatie

Domein Lezen (van zakelijke teksten en van fictie)

Domein Lezen (van zakelijke teksten en van fictie) Domein Lezen (van zakelijke teksten en van fictie) 1. Taken: (In Leerstoflijnen lezen beschreven is toegevoegd: Leesomgeving en Functies van lezen.) Leesomgeving - groot en gevarieerd aanbod aan zakelijke

Nadere informatie

Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs

Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs Ronde 2 Harry Paus & Anita Oosterloo SLO, Enschede Contact: H.Paus@slo.nl A.Oosterloo@slo.nl Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs 1. Inleiding De commissie Meijerink heeft

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaus Europees Referentie Kader Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken

Nadere informatie

Kijkwijzers Beter zicht op het referentiekader taal SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kijkwijzers Beter zicht op het referentiekader taal SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Foto omslag: Humantouch photography Kijkwijzers Beter zicht op het referentiekader taal SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Voorwoord Op 15 januari 2010 heeft de Ministerraad ingestemd

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO. ingangsdatum 1 augustus 2016

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO. ingangsdatum 1 augustus 2016 NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO ingangsdatum 1 augustus 2016 pagina 1 van 22 Inhoud 1 Voorwoord 3 2 Inleiding 4 3 Uitgangspunten bij het examen 5 4 Niveau 3F 6 5 Lezen

Nadere informatie

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden. Beoordelingsmodel Beoordelingsmodel Gesprekken Voeren 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het gespreksproduct niet of onvoldoende verstaanbaar

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie