Uitprobeerpakket. Kopieerboek 4 groep 4 blok 6

Transcriptie

1 Uitprobeerpakket Kopieerboek groep blok Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 9 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel h Auteurswet 9 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus, KB Hoofddorp, Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel Auteurswet 9) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus, KB Hoofddorp,

2 Registratieblad Naam Adviesnorm TB: vraag goed? punt SL: vraag goed? punten WS: vraag goed? punt Totaal per domein: punten Herhalingsstof Taalbeschouwing (vraag t/m ) 9/ punten: G 8 punten: V < 8 punten: O O: ht TB (kopieerblad, blok ) basistoets 9/ punten: G 8 punten: V < 8 punten: O Spreken/luisteren (vraag t/m 5) extra toets (facultatief) 9/ punten: G 8 punten: V < 8 punten: O Extra toets gemaakt? Neem het gemiddelde van de basistoets + extra toets ( punten : = eindtotaal). Totaalscore = O: ht SL (kopieerblad 5, blok ) De leerlingen die voldoende of goed scoren op alle onderdelen, kunnen verder gaan met de plustaken. Voor meer informatie zie hl b, pagina 9-7. Woordenschat (vraag t/m 5) 9/ punten: G 8 punten: V < 8 punten: O O: ht WS (kopieerblad, blok ) Afkortingen: TB = taalbeschouwing, SL = spreken/luisteren, WS = woordenschat, G = goed, V = voldoende, O = onvoldoende, ht = herhalingstaak, hl = handleiding BLOK KOPIEERBLAD Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 5

3 Basistoets ANTWOORDEN aantal punten Taalbeschouwing Hoe laat gaan we eten? Mag Ellen mee naar de dierentuin? Waarom trek je geen jas aan? Straks ga ik bij mijn neefje spelen. De kok maakt het eten klaar. De prinses kijkt uit het raam van haar slaapkamer. Het meisje speelt met haar nieuwe bal. Wat gaan we vanmiddag doen? Op de fiets naar het zwembad we gaan morgen. een zin met een gebod Willem gaat elke woensdag honkballen. Spreken/luisteren Nee, ze hebben niet dezelfde mening. we maken bijna nooit ruzie. Wat bedoel je met rommelig? Ik vind blauw het mooist. Hoe laat moet je broer naar bed? Woordenschat Om zes uur gaan de meeste winkels dicht. Alle ramen zijn gesloten. de vergissing wat je over iets te weten komt zeggen dat iets niet mag verstandig zijn en veel weten Martin beeldt het uit. raakt in paniek de fantasie bonzen. waaraan je iets of iemand kunt herkennen (beide zinnen aangekruist) (zin met hoofdletter en punt) (beide zinnen aangekruist) BLOK KOPIEERBLAD Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 5

4 Beoordeling extra toets Hoe wordt de extra toets beoordeeld? Deze extra spreken/luisteren-toets is facultatief. U kunt zelf bepalen of u de toets laat maken. De toets wordt gemaakt in tweetallen. De leerlingen voeren gesprekjes en beoordelen zichzelf en elkaar in individueel te maken opdrachten. Ze maken niet alle opdrachten; bij de opdracht staat vermeld voor wie de opdracht is bedoeld. Hun antwoorden kunt u met behulp van onderstaande tabellen (zelfevaluatie leerlingen) beoordelen en overnemen op het registratieblad (kopieerblad ). Let goed op bij het overnemen van de antwoorden of het kind spreker of luisteraar is geweest. U kunt enkele tweetallen observeren en daarbij gebruikmaken van de aandachtspunten op de achterkant van dit formulier (leerkrachtobservatie). U kunt dit formulier per leerling invullen. Onderaan kunt u uw observaties en uw oordeel noteren. Extra toets SL zelfevaluatie leerlingen Beoordeling spreker Aantal punten Beoordeling spreker Aantal punten Maak een keuze. De leerling heeft a veel verteld b een beetje verteld c niets verteld Maak een keuze. De leerling heeft a veel verteld b een beetje verteld c niets verteld Maak een keuze. De leerling vond het vertellen a moeilijk b makkelijk c weet niet Maak een keuze. De leerling vond het vertellen a moeilijk b makkelijk c weet niet Maak een keuze. De leerling heeft a veel vragen gesteld b een paar vragen gesteld c geen vragen gesteld Maak een keuze. De leerling heeft a veel vragen gesteld b een paar vragen gesteld c geen vragen gesteld 5 De leerling heeft vragen gesteld a om er meer over te weten te komen b om uitleg te krijgen omdat hij iets niet goed begreep c weet niet d heeft geen vragen gesteld alleen a: alleen b: a + b: 5 De leerling heeft vragen gesteld a om er meer over te weten te komen b om uitleg te krijgen omdat hij iets niet goed begreep c weet niet d heeft geen vragen gesteld alleen a: alleen b: a + b: Totaal aantal punten maximaal Totaal aantal punten maximaal BLOK KOPIEERBLAD ( VAN ) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 55

5 Beoordeling extra toets naam: datum: Extra toets SL leerkrachtobservatie Observatie spreker Opdracht - Q De leerling vertelt over het gevraagde onderwerp het avondeten. Q De leerling vertelt verschillende dingen over het avondeten, bijvoorbeeld wat ze wel eens eten, of ze thuis samen aan tafel zitten. Q De leerling stelt een vraag aan de ander omdat hij er meer over wil weten. Q De leerling stelt een vraag aan de ander omdat hij iets niet begrijpt (indien van toepassing). Q De leerling reageert adequaat op de ander. Hij blijft bij het onderwerp of sluit aan bij de vorige uiting als hij een nieuw element inbrengt. U kunt laten meewegen in uw oordeel: - de leerling sluit goed/minder goed aan bij de vorige uiting - de leerling vertelt veel/weinig - de leerling stelt veel/weinig vragen - het gemak waarmee de leerling vertelt of vraagt Opdracht -5 Bij deze opdrachten is observatie niet van toepassing. Observatie spreker Opdracht - Q De leerling vertelt over het gevraagde onderwerp het avondeten. Q De leerling vertelt verschillende dingen over het avondeten, bijvoorbeeld wat ze wel eens eten, of ze thuis samen aan tafel zitten. Q De leerling stelt een vraag aan de ander omdat hij er meer over wil weten. Q De leerling stelt een vraag aan de ander omdat hij iets niet begrijpt (indien van toepassing). Q De leerling reageert adequaat op de ander. Hij blijft bij het onderwerp, of sluit aan bij de vorige uiting als hij een nieuw element inbrengt. U kunt laten meewegen in uw oordeel: - de leerling sluit goed/minder goed aan bij de vorige uiting - de leerling vertelt veel/weinig - de leerling stelt veel/weinig vragen - het gemak waarmee de leerling vertelt of vraagt Opdracht -5 Bij deze opdrachten is observatie niet van toepassing. Observatie BLOK KOPIEERBLAD ( VAN ) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 5

6 Herhalingstaak taalbeschouwing naam: datum: Lees eerst het lesdoel en de uitleg (taalboek b, bladzijde 8-9, -7 en 5-55). Maak daarna de opdrachten. In vraagzinnen staan vaak vraagwoorden. Zet een kruisje voor de zinnen met een vraagwoord. Q Waar woon jij? Q Woon jij in Amsterdam? Q Wie komt er bij jullie op bezoek? Q Wanneer gaan jullie weg? Q Ga je met me mee? Q Welke tafels ken jij al? Maak van de vertelzin een vraagzin. Vergeet het vraagteken niet. Ko kauwt elke dag kauwgom. Bo bouwt een boomhut. Mo maakt de motor. Maak de zinnen langer. Je mag zelf bedenken waar het over gaat. Maak de zinnen zo lang mogelijk. De kat loopt. Ik lees. De woorden in de zin staan door elkaar. Maak er vier goede zinnen van. Je mag er ook een vraagzin van maken. Ik met hagelslag een boterham vanmiddag eet. BLOK KOPIEERBLAD ( VAN ) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 57

7 5 Maak de zin steeds korter. Veel mensen wachten op hun beurt bij de bakker. Maak drie nieuwe zinnen. Verander de volgorde van de woorden. Haalt de bakker straks het brood uit de oven? 7 Lees de zinnen. Ik heb de som goed. Ga je met me mee? Kom hier! Jelmer Lana Wout Wie zegt een zin waarin iets gevraagd wordt? Wie zegt een zin waarin je iets moet doen? Wie zegt een zin waarin iets verteld wordt? 8 Maak de zinnen af. Kies uit:.?! Op het grasveldje bij school kun je heerlijk spelen Er komen veel kinderen uit de buurt Maar weet je wat vervelend is Er komen ook honden En weet je wat die honden doen Ze laten van alles vallen Soms trap je midden in de hondenpoep Laat je hond ergens anders uit, baasjes Daarom maken we een spandoek Houd ons speelveld schoon BLOK KOPIEERBLAD ( VAN ) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 58

8 Herhalingstaak spreken/luisteren naam: datum: Lees eerst het lesdoel en de uitleg (taalboek b, bladzijde -7, -5 en 5-5). Maak daarna de opdrachten. Lees wat de kinderen vinden. Wat vind jij? Schrijf dat in de lege spreekwolk. Nou, van mij hoeft het niet, brrr. Ze smeert van dat rare spul op je tanden. Ik vind het niet erg om naar de tandarts te gaan. Het is een heel aardige vrouw. Ik poets goed, dan krijg ik geen gaatjes. Dus ik ben niet bang voor de tandarts. Bekijk de plaatjes. Spreek af wie over welk plaatje vertelt. Vertel over het plaatje en geef antwoord op vragen. Stel vragen. Gebruik vraagwoorden. Vraag wat je niet begrijpt. Vraag ook wat je nog meer wilt weten. Wissel daarna van rol. Lees de onderwerpen. Kies er samen één uit. Voer een gesprek over dit onderwerp. Vertel wat je weet en vindt. Stel vragen als je iets niet begrijpt. Of als je nog meer wilt weten. buiten spelen klusjes doen logeren vriendschap BLOK KOPIEERBLAD 5 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 59

9 Herhalingstaak woordenschat naam: datum: Lees eerst het lesdoel en de uitleg (taalboek b, bladzijde -5, - en 5-5). Maak daarna de opdrachten. Lees het voorbeeld. Welk woord hoort erbij? Je zegt drop in plaats van dorp. Met je vuisten op de deur slaan. Q de vergissing Q de leugen Q de informatie Q bibberen Q bonzen Q strelen Wat betekent het kenmerk? Leg het uit met een voorbeeld. Wat betekenen de woorden? Beeld het uit. sluiten in paniek raken je rot voelen openen Lees de zinnen. Ze vertellen iets over een woord. Welk woord wordt bedoeld? Ik vertel iets wat niemand nog wist. Iets leuks, iets bijzonders of iets naars. Wat ben ik? Ik laat mezelf vallen. Op een stoel of op een bank. Wat ben ik? Ik laat je terugdenken. Bijvoorbeeld aan iets leuks. Wat ben ik? Q het kenmerk Q de vrede Q het nieuws Q neerploffen Q een hekel hebben aan Q in paniek raken Q je herinneren Q verbieden Q informeren BLOK KOPIEERBLAD Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie

10 Herhalingstaken ANTWOORDEN Herhalingstaak taalbeschouwing (kopieerblad ) Waar woon jij? Wie komt er bij jullie op bezoek? Wanneer gaan jullie weg? Welke tafels ken jij al? Kauwt Ko elke dag kauwgom? Bouwt Bo een boomhut? Maakt Mo de motor? Bijvoorbeeld: De kat loopt over de schutting van de buren. Ik lees een grappig boek over een juf die kan vliegen en dieren redt. Ik eet vanmiddag een boterham met hagelslag. Een boterham met hagelslag eet ik vanmiddag. Vanmiddag eet ik een boterham met hagelslag. Eet ik vanmiddag een boterham met hagelslag? Veel mensen wachten op hun beurt. Veel mensen wachten. De bakker haalt straks het brood uit de oven. Straks haalt de bakker het brood uit de oven. Het brood haalt de bakker straks uit de oven. Wout Jelmer Lana Op het grasveldje bij school kun je heerlijk spelen. Er komen veel kinderen uit de buurt. Maar weet je wat vervelend is? Er komen ook honden. En weet je wat die honden doen? Ze laten van alles vallen. Soms trap je midden in de hondenpoep. Laat je hond ergens anders uit, baasjes! Daarom maken we een spandoek. Houd ons speelveld schoon! Herhalingstaak spreken/luisteren (kopieerblad 5) Bijvoorbeeld: Ik poets goed, maar ik vind het toch spannend. Je kunt over het plaatje bijvoorbeeld vertellen: Er spelen kinderen een spelletje. Of: Het is een rommeltje in de klas. Je kunt bijvoorbeeld vragen: Wat voor spelletje spelen ze? Hoe moet dat spelletje? Waar is de juf? Wat ziet de jongen onder de tafel? eigen antwoord Herhalingstaak woordenschat (kopieerblad ) de vergissing bonzen Bijvoorbeeld: De lange nek is een kenmerk van de giraf. eigen antwoord het nieuws neerploffen je herinneren BLOK KOPIEERBLAD 7 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie