REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

Transcriptie

1 REKENEN Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteurs: Daphne Ariaens, Marie Josée Halman Inhoudelijke redactie: Jiska van Hall, Christie Hofmeester Titel: Rekenen meetkunde 1F - Deel 2 van 2 ISBN: Bronvermelding foto s: Hoepel pagina 9: sportbay.nl; Picknickset pagina2: Kijkdoos pagina 41: Erik Joling; Eierdoosmuur pagina 52: jufjanneke.nl Edu Actief b.v Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO ( De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op 2

3 Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 Driehoeken en cirkels 6 Hoofdstuk 2 Rechthoeken, vierkanten, vijfhoeken en zeshoeken 15 Hoofdstuk 3 3D-figuren 25 Hoofdstuk 4 Figuren maken met papier 33 Hoofdstuk 5 Figuren maken met bouwmaterialen 43 Hoofdstuk 6 3D-figuren herkennen op tekeningen 53 Hoofdstuk 7 Herhaling 64 Eindopdracht en reflectie 70 3

4 Voorwoord Dit leer-werkboek gaat over meetkunde. Het gaat over figuren of vormen zoals driehoeken, vierkanten en cirkels. Of kubussen en balken. Het gaat ook over hoe je figuren zelf maakt. Bijvoorbeeld met papier, hout of stenen. Je gebruikt daarvoor een bouwtekening. In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? 4

5 Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken kun je de StruX-kaarten gebruiken. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar 2. Klik op de knop Deelnemer. 3. Klik op Rekenen 1F. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link van de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je begeleider. Beeldwoordenboek In dit boek staan gekleurde woorden. Gekleurde woorden moet je kennen. Het zijn belangrijke woorden. Deze woorden kun je opzoeken in het beeldwoordenboek. Ga naar beeldwoordenboek.strux.nl. 5

6 Hoofdstuk 1 Driehoeken en cirkels Overal om je heen zijn figuren of vormen. Deze woorden worden door elkaar gebruikt. Er zijn verschillende figuren, bijvoorbeeld een driehoek of een cirkel. Een geodriehoek is een driehoek. Sommige verkeersborden zijn driehoekig. De bovenkant van een beker is een cirkel. Ook een cd is cirkelvormig. In dit hoofdstuk leer je deze figuren herkennen en tekenen. Dit hoofdstuk gaat over: driehoeken cirkels. Driehoek Driehoeken bestaan uit 3 rechte lijnen die met elkaar verbonden zijn. Soms zijn de lijnen alle 3 even lang. Maar de lijnen hoeven niet even lang te zijn. Dan blijft het toch een driehoek. Een driehoek heeft altijd 3 hoeken. Driehoekige constructies zijn heel sterk. Ze worden veel in de bouw gebruikt. 6

7 Hoofdstuk 1 Driehoeken en cirkels Weet je? De Eiffeltoren bestaat uit heel veel driehoeken. Dit maakt de Eiffeltoren een stevig gebouw. Opdracht 1 Zet een kruisje in de 3 hoeken van de driehoek. De driehoek heeft 3 zijden. Iedere lijn is een zijde. Kleur iedere zijde met een eigen kleur. Bijvoorbeeld een blauwe, een rode en een groene zijde. Doe dat door de lijn met een kleur over te trekken. Je kunt je geodriehoek gebruiken. Zijn de zijden van de driehoek even lang? ja/nee Zet een kruisje in de 3 hoeken van de driehoek. De driehoek heeft 3 zijden. Geef iedere zijde een eigen kleur. Bijvoorbeeld een blauwe, een rode en een groene zijde. Zijn de zijden van de driehoek even lang? ja/nee Opdracht 2 Kruis de juiste zinnen aan. Een driehoek heeft altijd 3 hoeken. Een driehoek heeft altijd 3 zijden die even lang zijn. Een driehoek heeft altijd 3 rechte zijden Rekenen. Meetkunde dl 2.indd 7 23/02/15 12:48

8 Hoofdstuk 1 Driehoeken en cirkels Opdracht 3 Teken nu zelf een driehoek. Gebruik hiervoor een geodriehoek. Leg de geodriehoek in het vak hierna. Trek met een potlood een lijn langs de zijden van de geodriehoek. Maak de lijnen net zo lang als alle zijden van de geodriehoek. Haal dan de geodriehoek weg. Heb je een driehoek getekend? ja/nee Zijn alle zijden even lang? ja/nee Zet een kruisje in de hoeken van de driehoek. Geef iedere zijde van de driehoek een eigen kleur. Opdracht 4 Je kunt ook zelf een driehoek maken. Neem een vel papier. Dit vel papier heeft hoeken. Kijk naar het plaatje hoe je het blaadje door moet knippen. Je hebt nu 2 driehoeken. 8

9 Hoofdstuk 1 Driehoeken en cirkels Opdracht 5 Heb je dit verkeersbord wel eens gezien? ja/nee Wat betekent dit bord? Het verkeersbord heeft de vorm van een driehoek. Trek de driehoeken over in de plaatjes die je hierna ziet. De eerste is al voorgedaan. Opdracht 6 Kijk om je heen. Welke driehoeken zie je? Schrijf er 4 op Opdracht 7 Hoeveel driehoeken zie je in dit plaatje? Vergelijk je antwoord met het antwoord van een ander. Hebben jullie hetzelfde antwoord? ja/nee Heb je de zwarte driehoeken ook meegeteld? ja/nee 9

10 Hoofdstuk 1 Driehoeken en cirkels Cirkel Een cirkel is een ander woord voor een rondje. De bovenkant van een koffiebeker is een cirkel. Ook een cd, een hoepel of een munt zijn van bovenaf cirkelvormig. Opdracht 8 Teken een cirkel in het eerste hierna. Is het gelukt om een cirkel te tekenen? ja/nee Pak nu een kopje of een beker. Zet die midden in het tweede vak hierna. Zet je potloodpunt tegen de onderkant van de beker op het papier. Trek een lijn langs de zijkant van de beker over het papier. Haal de beker weg. Heb je nu een cirkel getekend? ja/nee 10