De relatie tussen het advies uit de rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van de rechtbank

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De relatie tussen het advies uit de rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van de rechtbank"

Transcriptie

1 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 71 N. DUITS, J. HARKINK, W. VAN DEN BRINK, TH.A.H. DORELEIJERS De relatie tussen het advies uit de rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van de rechtbank 5 Dit hoofdstuk is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Familie en jeugdrecht, 2003, 7/8,

2 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 72 Advies versus vonnis Samenvatting In het kader van onderzoek naar de kwaliteit van de rapportage pro Justitia van jongeren wordt in dit artikel de relatie tussen het advies van de rapportage en het vonnis van de rechtbank onderzocht. Dat is gedaan vanuit het perspectief van de rapporteur pro Justitia. De adviezen van 143 rapportages van Amsterdamse jeugdige delinquenten, die via de FPD werden gerapporteerd, zijn vergeleken met de extractvonnissen van de rechtbank. Dat bleek niet eenvoudig doordat: 1) er een veelvoud is aan combinaties van advies en vonnismogelijkheden met de overgangen naar het civiele recht en het meerderjarigenstrafrecht, 2) er definitieproblemen zijn samenhangend met rapporteurs, die hun advies op verschillende wijze met soms te weinig kennis van zaken formuleren en 3) de pedagogische grond van het jeugdstrafrecht moeilijke te interpreteren is. Het blijkt dat de adviezen in 84% van de gevallen wordt gevolgd door de rechtbank. Er wordt voor 75% van de jongeren begeleiding door de jeugdreclassering geadviseerd en in 68% ook opgelegd. Het is de vraag of en zo ja wanneer een gedragsdeskundige rapportage daarvoor nodig is en of en zo ja hoe de jeugdreclassering gebruikmaakt van de rapportage en met welk resultaat dat gebeurt. De criteria voor het adviseren en opleggen van meerderjarigenstrafrecht dienen verduidelijkt te worden, gezien de moeizame relatie tussen beide in dit onderzoek. Een belangrijke inhoudelijke vraag is op welke gronden rapporteurs welk advies baseren. Dat geldt met name voor de inschatting van de kans op recidive. De relatie van deze inschatting met het advies (en het vonnis) verdient nader onderzoek. Inleiding Het onderzoek van jeugdige delinquenten door forensisch psychiater en psycholoog speelt soms een belangrijke rol bij verstrekkende beslissingen van de rechtbank. Dat benadrukt de noodzaak van een kwaliteitskader voor de rapportage pro Justitia van jongeren (Duits 2000). Dat dient bezien te worden vanuit het perspectief van de gebruikers, omdat zij de rapportage gebruiken als handvat voor het nemen van beslissingen, het starten van behandelingen of de organisatie van begeleiding. Het perspectief van de makers is ook van belang omdat de rapporteurs (kinder en jeugdpsychiaters, psychologen en orthopedagogen) degenen zijn die de kwaliteit van de rapportage tot stand moeten brengen. Op basis van beide perspectieven kan een kwaliteitskader gedestilleerd worden met aanbevelingen 72

3 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 73 hoofdstuk 5 voor de inhoud en vorm van de rapportage en de benodigde expertise van de rapporteur (Duits e.a. 2003b). De rechtbank geeft de opdracht tot de rapportage pro Justitia omdat zij met name duidelijkheid wil over: a) de aanwezigheid van een eventuele gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis en indien aanwezig de relatie met het tenlastegelegde, b) de verklaring van het crimineel gedrag, c) de toerekeningsvatbaarheid en de taxatie van de kans op recidive, en d) een logisch, eenduidig en op uitvoerbaarheid getoetst behandel of begeleidingsadvies (Duits e.a. 2003c). Tijdens de zitting van de rechtbank wordt het advies van de rapportage al of niet gevolgd. Daarna dient de rapportage als startpunt van behandeling of begeleiding. Maar, tot welke adviezen komen de rapporteurs en wat is de relatie met de opgelegde vonnissen? Worden de adviezen overgenomen en verschilt dat voor bepaalde adviezen of voor bepaalde jeugdige daders? Het antwoord op deze vragen is van wezenlijk belang voor het onderzoek naar de kwaliteit van de pro Justitia rapportage van jongeren. Indien er een samenhang vastgesteld wordt tussen advies of vonnis en tussen bepaalde kenmerken van de persoon en de opvolging van het advies, zou dit mogelijk kunnen leiden tot een meer gerichte indicatie en vraagstelling, hetgeen weer kan leiden tot een effectievere en meer efficiënte werkwijze rondom de rapportage. In dit onderzoek proberen wij de vraag te beantwoorden wat de relatie is tussen advies en vonnis. Hiervoor zijn gedurende een half jaar alle (144) dossiers onderzocht van jongeren, die via de Forensisch Psychiatrische Dienst (FPD) Amsterdam voor de rechtbank werden gerapporteerd. De adviezen van de rapporteurs worden vergeleken met de vonnissen van de rechtbank. Ook zijn enkele persoonsgegevens en de tenlastegelegde feiten vergeleken met de vonnissen; mogelijk beïnvloeden zij de relatie tussen advies en vonnis. Eerst wordt kort ingegaan op de rapportage pro Justitia van jongeren en het belang van advisering. Daarna worden de methodiek van het onderzoek en de resultaten beschreven. Het geheel wordt afgesloten met een discussie en aanbevelingen. Het jeugdstrafrecht en de rapportage pro Justitia van jongeren Als strafdoeleinden gelden vergelding, generale en speciale preventie. In het jeugdstrafrecht staat de speciale preventie van recidive voorop. Bij jongeren is de beste speciale preventie gelegen in een verbetering van de ontwikkeling en van de opvoedingsomstan 73

4 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 74 Advies versus vonnis digheden van de jeugdige (Bartels 1997). Deze pedagogische doelstelling is hét onderscheidende kenmerk van het jeugdstrafrecht, 1 ook bekrachtigd door de activiteiten van de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering. Voor 20 tot 40% van de jongeren, die bij de rechtercommissaris worden voorgeleid, wordt rapportage gevraagd van onafhankelijke gedragsdeskundigen omtrent de persoon van de verdachte. 2 Voor het aanvragen van een rapportage zijn delictgronden van belang (ernst en aard strafbare feit, snelle of ernstige recidive), persoonsgronden (toestandsbeeld, voorgeschiedenis en prognose verdachte) en diagnostische gronden (vereisten voor soort en type onderzoek; van Kordelaar 2002). In het jeugdstrafrecht zijn de persoonskenmerken van jongeren van belang. Daarom vraagt de rechtbank nadrukkelijk hoe het ontwikkelingsperspectief van de jeugdige te verbeteren valt, eventueel via hulpverlening, om recidive te voorkomen. De rechtbank wil een op uitvoerbaarheid getoetst advies; ze heeft namelijk na de rechtszitting geen greep of zicht meer op het vervolg. Dat betekent dat de uitvoerders van het advies (behandelaars bij Justitie en GGZ, medewerkers van de jeugdreclassering en de Raad, maar ook de ouders) al voor de zitting van de rechtbank betrokken moeten worden bij de rapportage. Zij zijn, naast de rechtbank, ook gebruikers van de rapportage, omdat zij de rapportage na de rechtszitting gebruiken als basis voor de behandeling of begeleiding van de jongere. De rapportages spelen nogal eens een belangrijke rol bij verstrekkende beslissingen van de rechtbank, zoals het opleggen van een PIJmaatregel. Ze zijn niet zelden de basis voor behandeling en begeleiding en lopen vaak jaren mee in het dossier van een jongere en blijven referentiepunt. Een duidelijk kwaliteitskader voor de rapportage pro Justitia van jongeren met richtlijnen over vorm en inhoud is dus wel gewenst. Een eerste stap daartoe is 1. De pedagogische doelstelling van het jeugdstrafrecht is terug te vinden in de leer en werkstraffen, bij jeugddetentie worden scholings en trainingsprogramma s aangeboden. Bij de maximaal zes jaar durende maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJmaatregel) is de pedagogische grond dat deze ten goede (moet) komen aan de ontwikkeling van de jeugdige. 2. In 1999 werden 827 jongeren uit het arrondissement Amsterdam voorgeleid bij de kinderrechter/rechtercommissaris en werd voor 325 jongeren rapportage aangevraagd (waarvan 311 bij de FPD) ofwel voor 39% van het aantal voorgeleide jongeren. In 2000 werden 775 jongeren voorgeleid en voor 245 jongeren rapportage aangevraagd (waarvan 232 bij de FPD) ofwel voor 31,6%. Gegevens van Jeugdforensisch Platform Amsterdam. 74

5 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 75 hoofdstuk 5 al genomen door onderzoek naar de gebruikswaarde van de rapportage bij gebruikers en rapporteurs (Duits e.a. 2003b en c). Verschillende facetten uit dit onderzoek zijn opgenomen in het landelijk kader Forensische diagnostiek in de jeugdzorg van het ministerie van Justitie (Ministerie van Justitie 2002). Maar, inzicht in de wijze van advisering en in de relatie tussen het advies en het vonnis van de rechtbank ontbreekt en dat bemoeilijkt de verbetering van de kwaliteit van de rapportage. Methode van onderzoek Een rapporteur dient zich in zijn advisering met de inhoud (persoon van de verdachte) én met het juridisch kader (straf of maatregel) bezig te houden omdat de rechtbank naar beide vraagt en omdat het advies uitvoerbaar moet zijn. Advies en vonnis kunnen dus worden vergeleken op inhoudelijk niveau (volgt de rechtbank de inhoud van het advies?) en op basis van de juridische vormgeving (komt de opgelegde straf of maatregel overeen met het advies?). In dit onderzoek is gekozen voor het laatste, aangezien de inhoudelijke motivatie van de rechtbank niet tot zeer moeilijk te onderzoeken is. Niet alleen doordat deze moeilijk zijn in te delen en te kwantificeren maar voornamelijk omdat lang niet alle vonnissen worden uitgeschreven. 3 Er is vaak alleen een verkort vonnis of extractvonnis voorhanden waarin geen inhoudelijke overwegingen staan. Deze overwegingen blijven daardoor onbekend en zijn dus niet toegankelijk voor onderzoek. Ook bij de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering zijn deze overwegingen niet bekend of geregistreerd. Bij de vaststelling van de juridische aspecten van het vonnis is gebruik gemaakt van de extractvonnissen, die zijn opgevraagd bij het arrondissementsparket. 3. In Amsterdam werden in 2002 circa 2000 kinderstrafzaken behandeld (waarvan 860 jongeren werden voorgeleid bij de kinderrechter/rechtercommissaris). Er waren 300 meervoudige kamer zaken (MKzaken). De vonnissen van de MKzaken worden uitgeschreven. De overige zaken worden als verkort vonnis naar het parket gestuurd, die hiervan extracten maakt. Deze extractvonnissen worden door het parket naar de veroordeelde gestuurd en naar degene die met de executie van het vonnis is belast (justitiële jeugdinrichting, Raad, jeugdreclassering). Ingeval er appel wordt ingesteld (in 5% van de zaken), wordt het verkorte vonnis alsnog uitgewerkt. In 2002 waren er circa 385 uitgeschreven vonnissen en circa 1615 verkorte vonnissen (mededeling mr. J.A.C. Bartels). Het verkorte vonnis of extractvonnis vermeldt dus niet de inhoudelijke argumentatie (redenen vonnis, uitgewerkte voorwaarden bij voorwaardelijk strafdeel, plaats van tenuitvoerlegging). 75

6 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 76 Advies versus vonnis Advies en vonnis is vergeleken voor alle 144 jongeren (tussen 12 en 18 jaar) die tussen september 1999 en februari 2000 via de FPD Amsterdam voor de rechtbank werden gerapporteerd door psychiaters en psychologen. Bij ongeveer 30% van de jongeren is sprake van een dubbelrapportage ; jongeren worden dan door psychiater én psycholoog onderzocht (de enkelvoudige rapportages zijn voor het merendeel psychologisch). Rapporteurs dienen voorafgaand aan hun advisering tot consensus te komen. Deze dubbelrapportages zijn voor wat betreft de advisering beschouwd als een enkel advies. De FPDdossiers van al deze jongeren zijn onderzocht; enkele persoonsgegevens (sekse, etniciteit, geboorteland en leeftijd), de tenlastegelegde zaken en de adviezen werden geregistreerd. Adviezen De adviezen zijn aan de hand van de bestaande sanctiemodaliteiten in het jeugdstrafrecht geclusterd om een vergelijking met de vonnissen mogelijk te maken. De volgende adviezen werden daarom onderscheiden: taakstraf; begeleiding door de jeugdreclassering; jeugddetentie; (voorwaardelijke) PIJmaatregel; afdoening via het meerderjarigenstrafrecht en overige. Er is getracht duidelijke definities te gebruiken om de adviezen in te delen. Dat was nodig omdat bij nader inzien bleek dat iedere rapporteur een advies op eigen wijze formuleert en dat adviezen meerdere modaliteiten kennen. Adviezen worden tot de categorie taakstraf gerekend, wanneer een leer of werkstraf wordt geadviseerd en geen andere sanctiemodaliteit onderdeel is van het advies. Een advies wordt tot de categorie begeleiding door de jeugdreclassering gerekend, wanneer de inhoudelijke uitvoerder van het advies de jeugdreclassering moet zijn (met o.a. de verwijzingen naar de ambulante GGZ). Hier vallen ook de acht adviezen onder, die (ook) repten over uithuisplaatsing in civielrechtelijk kader. Deze adviezen kunnen niet geëffectueerd worden in het kader van het jeugdstrafrecht. 4 Adviezen worden tot de categorie jeugddetentie gerekend, wanneer alleen jeugddetentie wordt geadviseerd zonder andere modaliteit. Dit bleek een moeilijke keuze, aangezien rapporteurs vaak een deels onvoorwaardelijk en deels voorwaardelijk strafdeel adviseren. Bij al deze gevallen bleek de nadruk op de begeleiding door de jeugdreclassering te liggen, waardoor ze daar zijn ingedeeld. Gedragsdeskundigen worden niet geacht een 76

7 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 77 hoofdstuk 5 uitspraak te doen over de duur van de jeugddetentie, dit is aan de rechter. In vijf gevallen werd geen of beperkt onderzoek verricht of geen advies gegeven. Dit kan zijn, omdat betrokkene onderzoek weigerde, of omdat het niet mogelijk bleek met betrokkene afspraken te maken. Deze categorie adviezen werd overige genoemd en zijn niet meegenomen in de vergelijking. Vonnissen Bij de vonnissen is er voor de taakstraffen geen onderscheid gemaakt naar zwaarte (uitgedrukt in aantal uren) van de taakstraf. Vonnissen waarbij jeugddetentie én een taakstraf zijn opgelegd, worden gerekend tot de categorie taakstraffen wanneer de jeugddetentie de duur van de preventieve hechtenis niet overschrijdt (zie onder bij jeugddetentie ). Het vonnis begeleiding door de jeugdreclassering kan via verschillende juridische kaders vorm gegeven worden. Veelal legt de rechtbank begeleiding door de jeugdreclassering op als voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel bij wijze van stok achter de deur. Een voorwaardelijk strafdeel kan opgelegd worden in combinatie met een onvoorwaardelijk strafdeel, een taakstraf, schadevergoeding, een geldboete, onttrekking aan het verkeer of ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het betekent dus dat vonnissen waarbij een taakstraf en begeleiding door de jeugdreclassering is opgelegd, worden gerekend tot de categorie begeleiding. Dit omdat een leer of werkstraf meestal onderdeel is 4. Een deel van de jongeren die in het kader van het strafrecht worden gerapporteerd hebben een ondertoezichtstelling (OTS). Een OTS kan door de kinderrechter worden opgelegd als een jongere zodanig opgroeit dat diens zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd. De gezinsvoogd kan in het kader van de OTS bij de kinderrechter een machtiging gesloten plaatsing aanvragen. Deze maatregel wordt voor een jaar verleend bij ernstige gedragsproblemen van een minderjarige, kan worden verlengd en duurt uiterlijk tot het achttiende jaar. Sommige jongeren hebben geringe (gewelds)delicten gepleegd of zitten al lang in preventieve hechtenis. Uit opportunistische overwegingen in verband met de zorgelijke psychosociale omstandigheden wordt soms door de rapporteur pro Justitia een uithuisplaatsing geadviseerd. In feite kan de rapporteur dat niet adviseren en de rechtbank niet opleggen (sinds de herziening van het jeugdstrafrecht in 1995), omdat dit een civielrechtelijk kader betreft. Indien een jongere geen OTS heeft, dient de Raad voor de Kinderbescherming dit eerst (op indicatie) te rekestreren, indien de jongere wel een OTS heeft dient de gezinsvoogd een machtiging aan te vragen om de bovengenoemde redenen. 77

8 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 78 Advies versus vonnis van een uitgebreider pakket aan begeleidingsafspraken, waaraan de begeleider invulling geeft. Dit geldt ook voor de combinatie met een onvoorwaardelijk strafdeel als dit de duur van de preventieve hechtenis niet overschrijdt. Soms werd in het extractvonnis begeleiding niet gepreciseerd terwijl de opgelegde voorwaardelijke straf daar wel op wees. Daarom is van alle mogelijke combinaties van vonnissen waarbij begeleiding door de jeugdreclassering een mogelijk gevolg was, bij de begeleidende instanties nagegaan of begeleiding plaatsvond. Zo ja, dan werd de casus ingedeeld bij de categorie begeleiding. Bij het vonnis jeugddetentie ontstonden flinke definitieproblemen. Men kan stellen dat één dag doorgebracht in hechtenis al jeugddetentie is. Indien men slechts rekening wil houden met het vonnis (en dus niet in acht neemt wat de officier van Justitie, rechtercommissaris of de raadkamer beslissen) ontstaat een ander probleem. Bij relatief veel vonnissen komt het voor dat een deels voorwaardelijke, deels onvoorwaardelijke jeugddetentie wordt opgelegd (hier: zes op de tien gevallen). De rechtbank legt vaak het deel wat in preventieve hechtenis is doorgebracht op als onvoorwaardelijk deel. Het vonnis jeugddetentie wordt hier waarschijnlijk niet beoogd. De categorie jeugddetentie wordt hier gereserveerd voor jongeren, die met aftrek van preventieve hechtenis, onvoorwaardelijke jeugddetentie opgelegd krijgen. De rechtbank besluit dan namelijk tot meer. Maar wat is de preventieve hechtenis periode? Men kan arbitrair kiezen voor de maximale duur van de voorlopige hechtenis (= 106 dagen) met daarbij de twee weken tot de uitspraak plus een week (= 127 dagen). Deze tijd kan men van het vonnis aftrekken. Maar, degene die het (jeugd)strafprocesrecht kent, weet dat dit een nogal arbitraire grens is; zittingen vinden soms later plaats dan deze 106 dagen om verschillende redenen (zittingsruimte, onderzoek nog niet klaar etc.). Via een pro forma zitting wordt de hechtenis tussentijds verlengd. In dit onderzoek was dit voor 19 jongeren het geval. 5 Hier is daarom gekozen om die gevallen als jeugddetentie te laten gelden waar de rechtbank ná de uitspraak nog jeugddetentie oplegde (dus inclusief verlengde preventieve hechtenis). Een extra argument om dat zo te doen was dat navraag bij de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering leerde dat in bijna alle vonnissen van jeugddetentie conform preventieve hechtenis ook een (strafrechtelijke dan wel civielrechtelijke) 5. De gemiddelde doorlooptijd in jeugdstrafzaken, dus van procesverbaal naar zitting, is negen maanden. 78

9 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 79 hoofdstuk 5 maatregel voor begeleiding door de jeugdreclassering of gezinsvoogdij werd opgelegd of reeds aanwezig was. 6 Dit betekent dat slechts twee jongeren, volgens bovenstaande definitie, jeugddetentie opgelegd kregen. Vonnissen, die niet konden worden geclassificeerd zijn in de categorieën overige vonnissen en vonnis (vooralsnog) onbekend terechtgekomen. Voorbeelden zijn: sepot; vrijspraak, het niet bevoegd zijn van de (politie)rechter en zaken waar hoger beroep is aangetekend (het reeds uitgesproken vonnis wordt dan niet geregistreerd). Deze 12 zaken (ten dele overlappend met de categorie overige van de adviezen) zijn niet in de vergelijking meegenomen. Overeenkomsten De in dit onderzoek gebruikte manier van vergelijken van advies en extractvonnis betekent dat de inhoudelijke overwegingen niet aan de orde komen. De niet te classificeren adviezen en vonnissen ( overige vonnissen, vonnis (vooralsnog) onbekend en overige adviezen ) werden uit de vergelijking van advies en vonnis gelaten waardoor 127 zaken resteren. Resultaten van het onderzoek Kenmerken van de onderzoekspopulatie Er was één verlengingsonderzoek inzake de maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJmaatregel). 7 Dit werd buiten het onderzoek gelaten omdat in een dergelijk onderzoek de relatie tussen advies en vonnis van een andere orde is. Bij de 143 jongeren ging het om 132 (92,3%) jongens en 11 (7,7%) meisjes. De gemiddelde leeftijd was vijftien jaar en tien maanden, gemeten op het moment van de aanvraag tot onderzoek. De jongste was twaalf jaar en vier maanden, de oudste achttien jaar en vijf 6. Het is opmerkelijk hoe de registratie van de rechtbank niet aansluit op het natraject en hoe er geen terugkoppeling plaatsvindt tussen rechtbank en jeugdbescherming. De rechtbank registreert niet of ze de jeugdreclassering via een maatregel Hulp en Steun bij vonnis inschakelt en of er een (andere) jeugdreclasseringmaatregel loopt. 7. PIJverlengingsonderzoek is onderzoek met de vraag of een opgelegde en uitgevoerde PIJmaatregel verlengd moet worden. 79

10 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 80 Advies versus vonnis maanden. Onderzochten ouder dan achttien jaar hebben een strafbaar feit gepleegd vóór hun achttiende verjaardag, waardoor zij onder het jeugdstrafrecht vallen. De etnische afkomst wordt bepaald door het geboorteland van de ouders. Als één van hen in het buitenland is geboren dan wordt gecodeerd naar de in het buitenland geboren ouder. Indien ouders in verschillende landen buiten Nederland zijn geboren wordt dit gecodeerd als Overige. 88% van de jongeren blijkt van nietnederlandse afkomst en bestaat voornamelijk uit jongeren van Marokkaanse (31%) of Surinaamse (31%) afkomst. Slechts 12% blijkt van Nederlandse afkomst (zie tabel 1). Tabel 1 Kenmerken van de onderzoekspopulatie Geslacht 92,3% jongens 7,7% meisjes Leeftijd 15,8 jaar Etniciteit Nederland Marokko Ned. Antillen Turkije Suriname Overige Totaal Onderzochte groep 12,6 30,8 6,3 2,8 31,5 16,1 100,0 Amsterdam 1218 jaar 32 17,7 2,7 8,8 19,4 19,4 100,0 Adviezen In tabel 2 worden de door de rapporteurs gegeven adviezen geclusterd weergegeven. Tabel 2 Uitgebrachte adviezen N Percentage Taakstraf Begeleiding Jeugddetentie (voorw.) PIJmaatregel Meerderjarigenstrafrecht Overig Totaal ,2 74,8 2,8 10,5 4,2 3,

11 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 81 hoofdstuk 5 In 74,8% (n = 107) van de gevallen wordt een vorm van begeleiding door de jeugdreclassering geadviseerd en in 10,5% (n = 15) een (voorwaardelijke) PIJmaatregel. In 4,2% (n = 6) gevallen wordt afdoening via het meerderjarigenstrafrecht geadviseerd, waaronder een TBSmaatregel. Vonnissen In 9,8% van de gevallen (n=14) wordt een (voorwaardelijke) PIJmaatregel uitgesproken. Er werd één TBSmaatregel uitgesproken, die in dit onderzoek onder de categorie meerderjarigenstrafrecht is geschaard. Tabel 3 Opgelegde vonnissen N Percentage Taakstraf Begeleiding Jeugddetentie (voorw.) PIJmaatregel Meerderjarigenstrafrecht Overige Vonnis (vooralsnog) onbekend Totaal ,7 67,8 1,4 9,8 4,9 7,0 1,4 100 Samenhang tussen vonnis en advies Zestien gevallen zijn uit de analyse gelaten omdat het niet mogelijk was een relatie te leggen tussen vonnis en advies voor wat betreft de categorieën overig bij advies en vonnis en vonnis nog niet bekend. In tabel 4 wordt weergegeven hoe de resterende 127 adviezen en vonnissen samenhangen. De gearceerde gedeeltes zijn de niet gevolgde adviezen: 16% (20 van de 127) van de adviezen werd niet gevolgd. De kappawaarde, als maat voor de overeenstemming tussen de twee variabelen, geëigend voor toevalsbevinding, is: 0,63, waarbij een kappa van 1,0 perfecte overeenstemming weergeeft en een kappa van 0 een overeenstemming op kansniveau. 81

12 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 82 Advies versus vonnis Tabel 4 Adviezen en vonnissen Vonnis Advies Taakstraf Taakstraf 3 Begeleiding 1 Jeugddetentie 1 (voorw.) PIJmaatregel Meerderjarigenstrafrecht 1 Totaal 6 Begeleiding Jeugddetentie (voorw.) PIJmaatregel Meerderjarigen strafrecht Totaal Drie van de zes keer werd een advies tot een taakstraf niet gevolgd. Nadere beschouwing van deze adviezen en vonnissen leert dat in één geval een taakstraf binnen het meerderjarigenstrafrecht werd opgelegd, waardoor deze casus tot het vonnis meerderjarigenstrafrecht is gerekend. Van de 97 adviezen tot begeleiding werden er 86 gevolgd. Acht keer werd een taakstraf opgelegd. Navraag bij de begeleidende instanties leerde dat in al deze gevallen de jongere ook begeleid werd. Niet na te gaan was of dit een direct gevolg van het advies was. Daarom zijn deze acht zaken opgevoerd als niet gevolgd. Drie van de vier keer werd het advies tot jeugddetentie niet gevolgd. De rechtbank legde in deze gevallen de nadruk op begeleiding door de jeugdreclassering. Twee (van de zes) keer werd het advies tot afstraffing via het meerderjarigenstrafrecht niet gevolgd. Dit betrof zeventienjarige jongeren die een geweldsdelict ten laste werd gelegd, zij kregen begeleiding via de jeugdreclassering opgelegd. Drie keer werd meerderjarigenstrafrecht opgelegd terwijl dit niet werd geadviseerd. Het betrof lichte vonnissen. Een van deze jongeren was ten tijde van de tenlastelegging nog geen 16 jaar. Afstraffing via het meerderjarigenstrafrecht is dan onmogelijk. Dat dit hier toch gebeurd is en deze jonge 82

13 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 83 hoofdstuk 5 re begeleiding door de reclassering opgelegd kreeg, lijkt een administratieve onzorgvuldigheid van de rechtbank. De andere twee jongeren zijn een bijna zeventienjarige jongen, waarbij begeleiding door de reclassering werd geadviseerd en een bijna achttienjarige jongen, waarbij een taakstraf werd geadviseerd. Dertien van de veertien PIJadviezen zijn gevolgd, één keer werd een PIJadvies niet gevolgd. Dit advies werd gegeven in een enkelvoudig psychiatrisch onderzoek, op basis waarvan een veroordeling tot een PIJmaatregel niet mogelijk is. Eén keer werd een PIJmaatregel door de rechtbank opgelegd terwijl deze niet geadviseerd werd en zelfs gecontraïndiceerd werd geacht op grond van het naar verwachting zeer lage behandelrendement. De rechtbank volgde deze redenering niet en legde toch de PIJmaatregel op. Invloed persoonsgegevens en tenlastegelegde op de samenhang tussen advies en vonnis De invloed van de persoonsgegevens en het tenlastegelegde op de samenhang tussen advies en vonnis is moeilijk te onderzoeken doordat: de spreiding van de samenhang tussen advies en vonnis onevenwichtig is (84% van de adviezen zijn gevolgd); jongeren in 35% van de gevallen meerdere zaken ten laste wordt gelegd, waardoor het niet duidelijk is welke tenlastelegging uiteindelijk tot het vonnis heeft geleid. Het maken van een indeling op basis van de ernst van de tenlastelegging, bleek niet erg behulpzaam, omdat er nauwelijks spreiding in de ernst was. Verreweg het grootste deel van de onderzochten werd verdacht van delicten die in de zwaarste categorie (10) vallen; 9 de spreiding van de onderzochte persoonsgegevens onevenwichtig is. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte jongeren kent nauwelijks spreiding, 93% is jongen en 87% is allochtoon. Door de onevenwichtige spreiding levert onderzoek geen significante verschillen op, mede gezien de beperkte omvang van de onderzochte groep. De etniciteit is weliswaar gespreid, maar de samenhang door de bovengenoemde factoren niet. 9. In 1999 werden 311 jongeren via de FPD Amsterdam gerapporteerd. 88% van hen beging (een) geweldsdelict(en). De resterende 12% betrof diefstal, brandstichting, oplichting en opiumwetdelicten. 83

14 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 84 Advies versus vonnis Conclusie en discussie Conclusie 84% van de adviezen wordt gevolgd en 16% niet. Dat geldt zowel voor de zware adviezen zoals de PIJmaatregel, als voor de lichte adviezen zoals een begeleiding door de jeugdreclassering. Dat laatste wordt voor 75% van de gerapporteerde jongeren geadviseerd en voor 68% van de jongeren opgelegd als vonnis. De rechtbank lijkt terughoudend met het opleggen van meerderjarigenstrafrecht; adviezen daartoe worden twee van de zes keer niet gevolgd en leiden tot het lichte vonnis begeleiding en als de rechtbank drie keer tot oplegging besluit terwijl dit niet wordt geadviseerd zijn dat lichte vonnissen (taakstraf en begeleiding reclassering). Met inachtneming van de moeilijke definitie van jeugddetentie wordt dit weinig geadviseerd en opgelegd. Het advies jeugddetentie wordt niet echt gevolgd (slechts één van de vier keer). Er wordt weinig langer durende jeugddetentie opgelegd door de rechtbank (twee jongeren kregen een jeugddetentie van langer dan een jaar, totaal aantal dagen doorgebracht in preventieve hechtenis: 81 dagen), terwijl alle onderzochte zaken ernstige gewelddadige tenlastegelegde feiten betroffen. De vraag of de relatie tussen advies en vonnis verschilt voor bepaalde adviezen of vonnissen geldt misschien dus voor het adviseren en opleggen van meerderjarigenstrafrecht en jeugddetentie. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de rechtbank vasthoudt aan de pedagogische principes van het jeugdstrafrecht, ook als rapporteurs zeggen daar geen heil meer van te verwachten. Hoewel dit buiten het kader van dit onderzoek valt is het opvallend dat het percentage (voorwaardelijke) PIJadviezen in Amsterdam lijkt afgenomen in de loop van twee jaar. Dit heeft mogelijk te maken met de twijfel over het nut en effect van gedwongen residentiële behandeling via deze maatregel (Duits en Harkink 2001). De vraag of de relatie tussen advies en vonnis wordt beïnvloed door kenmerken van de jongere (etnische afkomst, leeftijd, sekse) of het tenlastegelegde kan niet worden beantwoord. Dat komt door: de onevenwichtige spreiding over de adviezen en vonnissen, het hoge percentage gevolgde adviezen en de onevenwichtige spreiding van de persoons en delictvariabelen. Bijna negen van de tien jongeren uit de onderzochte groep is allochtoon en jongen met nauwelijks spreiding in leeftijd en in negen van de tien gevallen is er sprake van 84

15 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 85 hoofdstuk 5 ernstige geweldsdelicten, die ook in ernst niet te onderscheiden zijn. Discussie Rapporteurs dienen hun advies inhoudelijk te onderbouwen maar ook duidelijkheid te verschaffen over het juridisch kader waarbinnen dit advies dient te worden vormgegeven. Uit onderzoek bij de rapportage pro Justitia van volwassenen is bekend dat de rechterlijke macht juist over dit juridische aspect van het advies minder tevreden is (van der Veer en Canton, 2003). In het huidige onderzoek bleek dat de rapporteurs hun advies op verschillende wijze formuleren, soms uitgebreid en soms beperkt, gepaard met weinig kennis van de mogelijkheden. De inhoudelijke overwegingen van de rechtbank over het vonnis zijn in dit onderzoek niet meegenomen zoals uitgelegd. Indien men dat wel zou doen zal men te maken krijgen met een nog grote(re) diversiteit aan advies en vonnismogelijkheden en definitieproblemen, die dit onderzoek al kenmerkte. In dit onderzoek zijn definities gehanteerd gecombineerd met enkele aannames, die niet alleen problemen opleverden, maar die de werkelijkheid mogelijk wat geweld aandoen. Dit betreft bijvoorbeeld de definitie van het vonnis jeugddetentie (= meer dan de maximale preventieve hechtenis) omdat de rechtbank het deel wat in preventieve hechtenis is doorgebracht vaak oplegt als onvoorwaardelijk deel. Het geldt ook voor de definities en aannames over begeleiding door de jeugdreclassering, waarbij is nagegaan of een jongere uiteindelijk ook begeleid werd door de jeugdreclassering. Getracht is om streng te zijn voor de beoordeling van de relatie tussen advies en vonnis. Er is geen categorie gedeeltelijke opvolging. Het advies taakstraf via het jeugdstrafrecht en het vonnis taakstraf via het meerderjarigenstrafrecht wordt bijvoorbeeld beschouwd als niet gevolgd. Dat geldt ook voor het advies (voortzetten van) begeleiding door de jeugdreclassering waar een taakstraf is opgelegd, ook als navraag leert dat de jongere na het vonnis begeleid wordt door de jeugdreclassering. Dit betrof acht jongeren. Dat met inachtneming van het bovenstaande 84% van de adviezen wordt gevolgd komt overeen met eerder onderzoek, maar een vergelijking is moeilijk doordat de grootte van de groep verschilt, definities en aannames mogelijk verschillen, bijvoorbeeld over gedeeltelijke opvolging (Doreleijers 1995) of omdat het onderzoek betreft naar één type advies en vonnis, zoals de PIJmaatregel (Duits en Harkink 2001). 85

16 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 86 Advies versus vonnis Dit onderzoek levert inzichten op die van belang zijn voor de kwaliteit van de rapportage. Het maakt duidelijk welke advies en vonnismogelijkheden er zijn en welke relatie er tussen beide bestaat maar het is ook duidelijk dat de vergelijking bemoeilijkt wordt door definitieproblemen over de modaliteiten. Dat is een weerspiegeling van de praktijk en heeft verschillende oorzaken. Rapporteurs formuleren hun advies op verschillende wijze met soms te weinig kennis van zaken en zonder rekening te houden met de tijd doorgebracht in preventieve hechtenis. Tevens zijn er vele verschillende combinaties mogelijk van advies en vonnismogelijkheden in het jeugdstrafrecht met de overgangen naar het civiele recht en het meerderjarigenstrafrecht. Als laatste is er de moeilijke interpretatie van de pedagogische grond van het jeugdstrafrecht. Dat is bijvoorbeeld terug te vinden in de minder eenduidige relatie tussen het adviseren en opleggen van taakstraffen; de rechtbank legt meer taakstraffen op dan wordt geadviseerd. Mogelijk dat de rapporteurs te weinig op de hoogte zijn, mogelijk dat de rechtbank het karakter van straf wil benadrukken. De criteria voor het adviseren en opleggen van meerderjarigenstrafrecht (op grond van de persoonlijkheid van de dader óf op grond van de ernst óf op grond van de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd) lijken, gezien de moeizame relatie tussen beide in dit onderzoek, op zijn minst onduidelijkheid op te leveren. Het lijkt alsof de rechtbank (ook hier) de pedagogische grond van het jeugdstrafrecht niet snel verlaat. Of dat terecht is, is met dit onderzoek niet te verduidelijken. Daarvoor is het nodig op inhoudelijke gronden vergelijkingen te maken tussen advies en vonnis en te weten welke overwegingen de rechtbank heeft en op basis van welke gronden rapporteurs tot welk advies komen. De inschatting van de kans op recidive van jeugdige daders in relatie tot het advies (en het vonnis) lijkt in deze interessant naast het inschatten van de toerekeningsvatbaarheid. Beide zullen nader worden onderzocht. Afgaand op de diverse en soms tekortschietende formuleringen lijkt het aangewezen de rapporteurs beter te scholen, zodat de juridische advisering eenduidiger kan worden. Dat er in 75% van de gevallen begeleiding door de jeugdreclassering wordt geadviseerd en dit advies in 91% van de gevallen wordt overgenomen werpt de vraag op of daarvoor een (uitgebreide en dure) rapportage nodig is. Die vraag kan hier niet worden beantwoord omdat daarvoor onderzoek naar de inhoud van de rapportage van belang is. Het is ook een vraag die 86

17 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 87 hoofdstuk 5 door de rechtbank als opdrachtgever en gebruiker van de rapportage beantwoord dient te worden. Interessant is wel of en hoe de jeugdreclassering gebruikmaakt van de rapportage en met welk resultaat dat gebeurt (al of niet beter functioneren jongere, al of niet voorkomen van recidive). 87

18 05_hoofdstuk (71 t/m 88) :13 Pagina 88 Advies versus vonnis 88

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

Bruikbaarheid nogmaals belicht

Bruikbaarheid nogmaals belicht 04_hoofdstuk (57 t/m 70) 08-02-2006 16:27 Pagina 57 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS Bruikbaarheid nogmaals belicht 4 De rapportage pro Justitia van jongeren in de ogen van de rapporteurs

Nadere informatie

Bruikbaarheid belicht

Bruikbaarheid belicht 03_hoofdstuk (43 t/m 56) 08-02-2006 16:25 Pagina 43 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS 3 Een onderzoek onder gebruikers van de rapportage pro Justitia van jongeren Dit hoofdstuk is gepubliceerd

Nadere informatie

INHOUD. Afkortingen / XIII

INHOUD. Afkortingen / XIII INHOUD Afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 De zin van het jeugdstrafrecht / 1 1.1.1 Strafrechtelijke minderjarigheid / 1 1.1.2 Beperkte en geleidelijk toenemende strafrechtelijke verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12

Nadere informatie

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader René Zijlstra, kinder- en jeugdpsychiater NIFP Midden Nederland Kenniscafé 14 januari 2014 Grens van zorg en gedwongen kader Rol van wet- en regelgeving Voorbeeld:

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Februari 2014 J-22221

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

De gedragsbeïnvloedende maatregel. Bevindingen van de eerste 25 vonnissen waarin de gedragsmaatregel is opgelegd

De gedragsbeïnvloedende maatregel. Bevindingen van de eerste 25 vonnissen waarin de gedragsmaatregel is opgelegd Ministerie van Justitie De gedragsbeïnvloedende maatregel Bevindingen van de eerste 25 vonnissen waarin de gedragsmaatregel is opgelegd Programma Aanpak jeugdcriminaliteit, project Implementatie gedragsbeïnvloedende

Nadere informatie

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997 Welke recidive volgt er op de sancties die in Nederland worden opgelegd? Het Nederlandse strafrecht kent een uitgebreid pakket aan straffen en maatregelen, maar we weten niet goed welke uitstroomresultaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 741 Jeugdcriminaliteit Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 maart

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord De Leerplichtwet Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Een goede

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig

Nadere informatie

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Inhoudsopgave Jeugdreclassering Informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijg je met jeugdreclassering te maken? Wat kan jeugdreclassering voor je doen?

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is jeugdreclassering 3 1.3 Afbakening 4 2 Onderzoeksopzet 6 2.1 Centrale vraagstelling 6 2.2 Onderzoeksvragen 6 2.3 Onderzoeksaanpak

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008 De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht 1 februari 2008 Ministerie van Justitie Directie Justitieel Jeugdbeleid Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E

Nadere informatie

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel Jeugdbescherming west Jeugdbescherming west komt in actie als de veiligheid en de ontwikkeling van een kind of jongere bedreigd worden. Wij zijn

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Vrijwillig kader Gedwongen kader Bureau Jeugdzorg Toegang AMK Jeugdbescherming Jeugdreclassering CIT Voorlopige Ondertoezichtstelling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Zorglandschap jeugd Flevoland

Zorglandschap jeugd Flevoland Zorglandschap jeugd Flevoland Gebruik jeugdhulp met verblijf in de Flevolandse gemeenten Gegevens Centraal Bureau voor de Statistiek en Jeugdzorg Nederland (20) Gehanteerde definities Centraal Bureau voor

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Jeugdreclassering. Proces van signalering tot en met maatregel 1

Jeugdreclassering. Proces van signalering tot en met maatregel 1 Jeugdreclassering Proces van signalering tot en met maatregel 1 Politie. Als de politie een jongere verdenkt van een strafbaar feit, dan wordt hij verhoord door de politie. De politie vraagt aan de jongere

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048

ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 30-09-2009 Datum publicatie 30-09-2009 Zaaknummer 06/460261-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer 6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden

Nadere informatie

Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel

Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel Uitvoeringsproces Gedragsbeïnvloedende maatregel Definitieve status, d.d. 9 november 2010 1. Betrokken partijen en hun taken en verantwoordelijkheden Jeugdreclassering: De Jeugdreclassering is samen met

Nadere informatie

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE Opsporen en vervolgen Wie doet dat eigenlijk? De ene moord is nog niet gepleegd of je ziet alweer de volgende ontvoering. Politieseries en misdaadfilms zijn populair

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wat dat betreft heeft de implementatie van (elementen uit) het landelijke kader zijn eigen dynamiek. Omdat het onderhavige onderzoek geen

Wat dat betreft heeft de implementatie van (elementen uit) het landelijke kader zijn eigen dynamiek. Omdat het onderhavige onderzoek geen Samenvatting Forensische diagnostiek voor jeugdigen, zo zegt het landelijk kader forensische diagnostiek in de jeugdzorg, is diagnostiek ten behoeve van een justitiële beslissing, diagnostiek waarvan de

Nadere informatie

De voorwaardelijke straf

De voorwaardelijke straf De voorwaardelijke straf Percepties van rechters en officieren van justitie: overwegingen bij de oplegging van de voorwaardelijke straf Doris van Dijk, Bas Vergouw Marijke Malsch, Joke Harte 1 september

Nadere informatie

Het Netwerk- en Trajectberaad Oktober 2009

Het Netwerk- en Trajectberaad  Oktober 2009 Het Netwerk- en Trajectberaad www.nazorgjeugd.nl Oktober 2009 Het Netwerkberaad Elke jeugdige die instroomt in een JJI op strafrechtelijke titel, wordt binnen 1 week na instroom besproken in een netwerkberaad.

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

PIJ-indicatie, beelden en effecten

PIJ-indicatie, beelden en effecten PIJ-indicatie, beelden en effecten Onderzoek Praktijk Nils Duits Kinder- en jeugdpsychiater Lid directie NIFP N.Duits@dji.minjus.nl Utrecht 27-05-10 Duits 1 Take home Trend: Minder straf, meer civiel,

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1.

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1. Jaarcijfers NIFP 2014: Inhoud I. Zorg 1. Zorg Gevangeniswezen (bladzijde 2) 1.1 Productie 1.2 Populatie 2. Zorg Directie Bijzondere Voorzieningen (bladzijde 5) 2.1 Productie 2.2 Populatie II. Rapportage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

Aanwijzing taakstraffen

Aanwijzing taakstraffen Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.52 Aanwijzing taakstraffen tekst bronnen Staatscourant 2011, nr. 19453, d.d. 31.10.2011 datum inwerkingtreding 1.11.2011 Deze aanwijzing en de Aanwijzing kader voor

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS 1 INHOUD Jeugdreclassering; informatie voor ouders/opvoeders Algemene informatie Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijgt uw kind met jeugdreclassering

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Is schoolverzuim strafbaar? Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontplooien en te gebruiken.

Nadere informatie

Perceelbeschrijving. Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

Perceelbeschrijving. Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Perceelbeschrijving Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland: Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Van straf naar zorg: een zorg minder?

Van straf naar zorg: een zorg minder? Van straf naar zorg: een zorg minder? 27-05-2010 De noodzaak van scheiding tussen civiel- en strafrechtelijk keten geplaatste jongeren Marianne Langkmap. Zij is Tweede Kamerlid van de SP sinds 2006 en

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Sessie Weigerende observandi Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Vandaag Michiel van der Wolf: De weigeraar, een probleemanalyse Arjen Schoute: Hoe kijk je naar mensen die niet bekeken willen

Nadere informatie

Jeugdreclassering Informatie voor ouders/verzorgers

Jeugdreclassering Informatie voor ouders/verzorgers Jeugdreclassering Informatie voor ouders/verzorgers Inhoudsopgave Jeugdreclassering Informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijg uw kind met jeugdreclassering te maken? Wat kan jeugdreclassering

Nadere informatie

Presentatie Samen Veilig

Presentatie Samen Veilig Presentatie Samen Veilig Missie en visie Missie Wij staan voor een veiligheid in gezinnen. Wij treden op namens de overheid en de samenleving waar de veiligheid van kwetsbare burgers wordt bedreigd. Onze

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054 ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 23-12-2008 Datum publicatie 23-12-2008 Zaaknummer 06-460438/08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Samenvatting. Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep. Wat, hoe en waarom

Samenvatting. Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep. Wat, hoe en waarom Samenvatting Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep In dit onderzoek worden dertig jongeren gedurende twee jaar gevolgd tijdens de uitvoering van hun PIJmaatregel. De centrale onderzoeksvraag is: Wat gebeurt

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In deed de rechter 102.000 misdrijfzaken 1 af. Dat is 23% minder dan in. In meer dan de helft van de zaken gaat het om vermogensmisdrijven (35%) of gewelds- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Productenboek Gedwongen Kader Jeugd 2018

Productenboek Gedwongen Kader Jeugd 2018 Productenboek Gedwongen Kader Jeugd 2018 Regio Midden Limburg Versie: 1.0 2017 09 07 Inleiding Dit productenboek is een weergave van de door de Midden Limburgse gemeenten ingekochte ondersteuning die valt

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 2016

Perceelbeschrijving Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 2016 Perceelbeschrijving Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 2016 Samenwerkende gemeenten regio West-Friesland Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec Perceelbeschrijving

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Jeugdreclassering Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Is uw kind tussen de

Nadere informatie

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2010 deed de rechter 106.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven af. Dat is 16% minder dan in het voorgaande jaar. In bijna drie kwart van de behandelde

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-02-2012 Datum publicatie 24-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/512509-11; 16/602702-08 (tul)

Nadere informatie

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

geboren te [geboorteplaats] op [1971], thans verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Afdeling Roosenburg van Altrecht te Den Dolder.

geboren te [geboorteplaats] op [1971], thans verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Afdeling Roosenburg van Altrecht te Den Dolder. ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ2746 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 01-03-2013 Zaaknummer 16/655888-12; 16/655504-12 (vordering na voorw. veroordeling) (P) Rechtsgebieden

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Terbeschikkingstelling Studiedag NIFP Adolescentenstrafrecht 18 april 2014 Nederlands Instituut

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 6 + 7 Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1300 woorden 3 november 2010 2,3 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en drugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel Samenvatting Annelies Kepper Violaine Veen Karin Monshouwer

Nadere informatie

Wat doet jeugdreclassering Informatie voor beroepskrachten

Wat doet jeugdreclassering Informatie voor beroepskrachten Wat doet jeugdreclassering Informatie voor beroepskrachten Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Ik ben soms bang

Nadere informatie

Op het politiebureau en jonger dan 18 jaar? Wegwijzer over je rechten en plichten

Op het politiebureau en jonger dan 18 jaar? Wegwijzer over je rechten en plichten Op het politiebureau en jonger dan 18 jaar? Wegwijzer over je rechten en plichten Je bent op het politiebureau omdat: 1. je wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit en je moest mee naar het

Nadere informatie