Bruikbaarheid nogmaals belicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bruikbaarheid nogmaals belicht"

Transcriptie

1 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 57 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS Bruikbaarheid nogmaals belicht 4 De rapportage pro Justitia van jongeren in de ogen van de rapporteurs Dit hoofdstuk is gepubliceerd in het Maandblad voor Geestelijke Volksgezondheid, 2003, 1,

2 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 58 Bruikbaarheid nogmaals belicht Samenvatting Dit artikel beschrijft wat 24 ervaren rapporteurs bepalend vinden in de bruikbaarheid van de rapportage pro Justitia van jongeren. Tevens is verduidelijkt hoe hun mening zich verhoudt tot de eisen van de gebruikers van de rapportage. Er is gebruik gemaakt van de methode van concept mapping. Rapporteurs vinden gedragswetenschappelijk en juridisch verklarende uitspraken (uitspraken die een verklaring vragen over het delict of het tenlastegelegde) waaronder de risicotaxatie van de recidive en de kennis en neutrale positie van de rapporteur naast een logisch tot stand gekomen en verduidelijkt advies het belangrijkst. Er zijn verschillen met de gebruikersgroepen, die relevant zijn voor de praktijk en die uitwerking behoeven. Op basis van dit onderzoek en het eerdere onderzoek onder gebruikers kan een kwaliteitsbeleid ontwikkeld worden voor de rapportage pro Justitia van jongeren. Inleiding Het onderzoek van jeugdige delinquenten door een forensisch psychiater en een psycholoog dient als grondslag voor soms verstrekkende beslissingen van de rechtbank. De noodzaak van een kwaliteitskader en van richtlijnen voor de rapportage pro Justitia van jongeren is eerder in dit tijdschrift beschreven (Duits, 2000). Elders wordt het kwaliteitskader van de rapportage belicht vanuit gebruikersperspectief (Duits e.a., 2003b). Het perspectief van de makers is echter ook van belang. De rapporteurs (kinder- en jeugdpsychiaters, psychologen en orthopedagogen) zijn immers degenen die de kwaliteit van de rapportage tot stand moeten brengen. Wat vinden zij het meest kenmerkend voor de bruikbaarheid van de rapportage en hoe verhoudt zich dat tot de eisen van de gebruikers? Op deze vragen geven we in dit artikel antwoord. Na een korte beschrijving van onze onderzoeksmethode komen de resultaten aan de orde. We besluiten met een discussie en aanbevelingen. Methode van onderzoek Het onderzoek borduurt voort op de concept mapping methode, zoals deze eerder is uitgevoerd bij de gebruikers van de rapportage. De keuze voor en de beschrijving van deze methode wordt in ditzelfde nummer uiteengezet. De eerste auteur heeft 25 rapporteurs geselecteerd op basis van hun ervaring als rapporteur (langer dan vijf jaar) en van hun positie als forensisch diagnostisch supervisor. Daarbij is gestreefd naar een landelijke spreiding, en naar vertegenwoordiging van de verschillende betrokken beroepsgroepen (psychologen, 58

3 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 59 hoofdstuk 4 orthopedagogen en kinder- en jeugdpsychiaters) en verschillende werksituaties. De groep rapporteurs bestond zodoende uit zestien psychologen en orthopedagogen en negen kinder- en jeugdpsychiaters. Ze zijn werkzaam bij of rapporteren via de Forensisch Psychiatrische Dienst (n=13) en rapporteren bij particuliere onderzoeksbureaus (n=4), in justitiële jeugdinrichtingen (n=7) en bij het Pieter Baan Centrum (n=1). De deelnemers ontvingen kaartjes met de 91 uitspraken uit de brainstorm onder de 46 gebruikers 1, op basis van de focuszin: een bruikbare pro Justitia rapportage van jongeren kenmerkt zich door, die ze vervolgens moesten prioriteren en clusteren. 2 Verwerking gegevens Van de 25 deelnemers stuurden 24 de gegevens retour 3 voor statistische analyse. Zoals elders is uitgelegd (Duits e.a., 2003b) kunnen via een meerdimensionale schaaltechniek en een hiërarchische analyse uitspraken geclusterd worden op een landkaart (cluster map). Deze clusters worden door de deelnemers benoemd aan de hand van een inhoudelijke analyse van de uitspraken. De clusters en hun naamgeving bleken vrijwel identiek te zijn met die uit het gebruikersonderzoek. Cluster 1 bevat bijvoorbeeld 18 uitspraken, en 15 komen overeen met de 16 uitspraken met dezelfde naam uit het gebruikersonderzoek. Cluster 1 hebben we daarom eveneens Inhoud (verklaring) genoemd, omdat het merendeel van de uitspraken gaat over inzicht en verklaring aangaande het (crimineel) gedrag en functioneren van de jongere. Zo zijn we ook omgegaan met de andere clusters. In figuur 1 zijn de 25 belangrijkste uitspraken beschreven (tot een score van 3.70) en hun verdeling over de diverse clusters. Deze uitspraken zijn ook afgezet tegen die van de hele gebruikersgroep. 1. Tijdens de brainstorm onder leiding van een voorzitter doen de deelnemers uitspraken als reactie op de focus(zin). Deze uitspraken moeten enkelvoudig, eenduidig en begrijpelijk zijn. Uitspraken worden niet ter discussie gesteld, reageren of aanvullingen geven is wel mogelijk. 2. Prioriteren gebeurt door het in orde van belangrijkheid leggen (van 1 tot 5) van de op kaartjes vermelde uitspraken, en bij het clusteren moeten de deelnemers de uitspraken indelen in door hen zelf te benoemen, inhoudelijk samenhangende categorieën. 3. Speciale dank gaat uit naar alle deelnemers die tijd en energie opbrachten om de opdracht te vervullen. 59

4 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 60 Bruikbaarheid nogmaals belicht Figuur 1 Naamgeving clusters en hoge uitspraken van rapporteurs Naam cluster (gem. waarde) n = aantal uitspraken Uitspraak Waarde uitspraken rapporteurs Waarde uitspraken gebruikers CL1 (3.98) n = 18 Inhoud (verklaring) Indien aanwezig, wordt een relatie gelegd tussen delict en persoonlijkheid De aangetroffen problematiek wordt inzichtelijk gemaakt en verklaard Het emotioneel, cognitief en sociaal functioneren van de jongere wordt beschreven De rapportage bevat een risicotaxatie van de recidivekans De rapportage beschrijft of er bij de jongere sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis ten tijde van het tenlastegelegde De rapporteur is neutraal ten opzichte van de opdrachtgevers Er is een gewogen oordeel over de toerekeningsvatbaarheid van de jongere Het functioneren van de jongere op de levensgebieden wordt beschreven (thuis, school, 3e milieu) De rapportage beschrijft het moreel functioneren van de jongere (geweten) De persoonlijkheidsontwikkeling van de jongere wordt in kaart gebracht Er wordt een verklaring gegeven van het criminele gedrag De ontwikkelingsmogelijkheden en -onmogelijkheden van de jongere worden beschreven De rapportage beschrijft of en hoe de jongere wordt beïnvloed door de groep De kracht en de mogelijkheden van de jongere wordt duidelijk beschreven De pedagogische mogelijkheden en onmogelijkheden van de ouders worden beschreven De culturele aspecten waarin de jongere is opgegroeid worden beschreven CL2 (2.50) n = 31 Vorm (uitvoering) De rapportage is intern consistent (niet tegenstrijdig) In de rapportage wordt een onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen De rapportage is doorgenomen met de jongere en de ouders De rapportage is objectief van karakter De rapportage beantwoordt alle gestelde vragen

5 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 61 hoofdstuk 4 (Figuur 1 vervolg) Naam cluster (gem. waarde) n = aantal uitspraken Uitspraak Waarde uitspraken rapporteurs Waarde uitspraken gebruikers CL3 (2.78) n = 12 Advies (haalbaar) De overwegingen van het advies worden verduidelijkt De rapportage dient als uitgangspunt voor behandeling en begeleiding De rapporteur heeft van tevoren overlegd met de uitvoerders of het advies uitvoerbaar is De keuze voor een eventuele behandelsetting wordt gemotiveerd Er wordt duidelijk omschreven wat de behandelmogelijkheden en onmogelijkheden zijn Er wordt een gefundeerd aanpak beschreven hoe recidive kan worden voorkomen CL4 (3.00) n = 18 Expertise rapporteur (en organisatie) De rapporteur heeft kennis van psychopathologie en persoonlijkheidspathologie De rapporteur rapporteert niet over een persoon die hij (eerder) behandelt(de) De rapporteur heeft voldoende kennis van potentiële behandelmogelijkheden De beginnende rapporteur wordt gesuperviseerd De rapporteur heeft voldoende kennis van het strafrecht en dat komt tot uiting in het rapport CL5 (3.02) n = 6 Vorm (inhoud) De rapportage gaat in op relevante vragen voor die casus Eventuele problemen in het onderzoek worden expliciet vermeld (bijvoorbeeld: bedreiging, weigering, communicatieproblemen) CL6 (3.23) n = 5 Advies ( eenduidig) De overwegingen van het advies worden verduidelijkt De rapportage bevat een ondubbelzinnig advies Het advies is gerelateerd aan de diverse tenlastegelegde feiten Cl 7 n = 1 Advies (logisch) Het advies vloeit logischerwijs voort uit de diagnostiek

6 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 62 Bruikbaarheid nogmaals belicht Evenals bij het gebruikersonderzoek, is bij de clusteranalyse gekozen voor zeven clusters. Dit geeft het meeste overzicht. Er staan zoveel mogelijk uitspraken in een cluster, er zijn zo weinig mogelijk losstaande uitspraken, en er zijn geen overlappende clusters (Trochim, 1989). Cluster 7 is weliswaar een losstaande uitspraak, maar dat werd pas opgelost bij het maken van vier clusters. Deze vier clusters overlapten echter zodanig dat er geen overzicht meer was. Het cluster expertise rapporteur (en organisatie) is in vergelijking met het gebruikersonderzoek een samenvoeging. Elke uitspraak en ook elk cluster heeft een (gemiddelde) waardering, die is ontstaan bij de prioritering (zie figuur 1). De gemiddelde en maximale prioriteitsscores zijn ook te zien in figuur 2. De verhouding met de clusters uit het gebruikersonderzoek is ook aangegeven. Resultaten van het onderzoek Interpretatie totale groep rapporteurs De rapporteurs zijn als groep van mening dat de bruikbaarheid van de rapportage het beste gekenmerkt wordt door een gedragswetenschappelijke verklaring van gedrag en functioneren van de jongere (cluster 1). De juridisch verklarende uitspraken (uitspraken die een verklaring vragen over het delict of het en laste gelegde) uit cluster 1 scoren zeer hoog. Dat geldt met name voor de mogelijke relatie tussen delict en persoonlijkheid (score 4.74) en de taxatie van de recidivekans (score 4.55). In de discussie komen we terug op deze risicotaxatie. De rapporteurs hebben in dit inhoudelijke cluster 1 de uitspraak ondergebracht dat de rapporteur neutraal is (moet zijn) ten opzichte van de opdrachtgevers. Ze achten dat van groot belang (score 4.22). Blijkbaar vinden ze dat hun neutraliteit direct in verband staat met de inhoud van de rapportage. De rapporteurs vinden hun expertise belangrijk (cluster 4): de rapporteur moet kennis hebben van psychopathologie, persoonlijkheidspathologie en van potentiële behandelmogelijkheden, en een beginnend rapporteur moet gesuperviseerd worden. De rapporteurs vinden het zeer belangrijk dat het advies logisch voortvloeit uit de diagnostiek ( alleenstaand cluster 7). Andere belangrijke vereisten zijn in figuur 1 te zien: dat de rapportage intern consistent is en dat een onderscheid wordt gemaakt tussen feiten en meningen (cluster 2), dat de overwegingen van het advies worden verduidelijkt, en dat de rapportage als uitgangspunt dient voor begeleiding en behandeling (cluster 3). 62

7 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 63 hoofdstuk 4 Figuur 2 Cluster namen en prioritering CL 1 Inhoud (verklaring) CL 2 Vorm (uitvoering) CL 3 Advies (haalbaar) CL 4 Expertise rapporteur (+ organisatie) CL 5 Vorm (inhoud) CL 6 Advies (logisch, eenduidig) CL 7 CL 7 Organisatie Advies (logisch, n=1) 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 Clusterwaardering prioriteit (volgens Depla e.a., 1992) zeer laag < 2.8 laag redelijk hoog zeer hoog Gebruikersgroep hoogste waardering binnen clusters gebruikersgroep Groep rapporteurs hoogste waardering binnen clusters groep rapporteurs 63

8 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 64 Bruikbaarheid nogmaals belicht Verschillen met gebruikers De vergelijking van de gegevens uit het huidige onderzoek met de gegevens uit het gebruikersonderzoek (Duits e.a., 2003b) levert enkele opvallende overeenkomsten en verschillen op. Deze vergelijking is mogelijk doordat de clusters van de gebruikersgroep in zijn geheel en die van de groep rapporteurs bestaan uit vrijwel dezelfde uitspraken, en de gemiddelden redelijk overeen komen (zie figuur 2). We maken hier een vergelijking op clusterniveau en ten behoeve van het inzicht een uitgebreidere kwalitatieve vergelijking op uitspraakniveau. 4 De rapporteurs vinden de juridisch verklarende uitspraken van cluster 1 belangrijker dan de gebruikersgroep in zijn geheel. Ze komen wel overeen met de subgroep opdrachtgevers (rechters-commissarissen en officieren van Justitie). De positie van de rapporteur (neutrale positie, cluster 1; geen vermenging rol rapporteur en behandelaar, cluster 4) is van groot belang voor de rapporteurs. Maar met name de opdrachtgevers kennen dat een redelijke tot zeer lage prioriteit toe (respectievelijk 3.10 en 2.20). De rapporteurs vinden het belangrijker dan de gebruikers dat de overwegingen van het advies worden verduidelijkt (cluster 3). Met name officieren van justitie vinden dat niet belangrijk. Zij willen (zie het gebruikersonderzoek) voornamelijk een ondubbelzinnig en uitvoerbaar advies, op tijd voor de zitting, met een gefundeerde aanpak om recidive te voorkomen en met een gemotiveerde keuze voor een behandelsetting. Dat de rapportage als uitgangspunt moet dienen voor behandeling en begeleiding (cluster 3) vinden rapporteurs en gebruikers belangrijk, maar de opdrachtgevers vinden dit van weinig belang (3.00). Rapporteurs en gebruikers achten het van groot belang dat de rapporteur van tevoren overlegt met de uitvoerders of het advies uitvoerbaar is (cluster 3). Rapporteurs vinden de juridische aspecten veel belangrijker dan de gebruikerssubgroep begeleiders (raadsmedewerkers en jeugdreclasseerders). Rapporteurs willen wel overleggen over de uitvoerbaarheid van het advies, maar ze vinden het veel minder belangrijk om begeleiders altijd te betrekken bij de rapportage, te vermelden wat de jongere en ouders van het rapport vinden of dat de rapportage is gebaseerd op meerdere contacten met de jongere (cluster 2). 4. De gemiddelde uitspraken van de verschillende gebruikersgroepen zijn niet in de figuren weergegeven. 64

9 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 65 hoofdstuk 4 De verschillen met de gebruikerssubgroep behandelaars betreffen opnieuw de juridische verklarende aspecten. Rapporteurs vinden de weging van behandel(on)mogelijkheden (cluster 3) minder belangrijk dan de GGZ-behandelaars. Rapporteurs hechten wel evenveel belang als behandelaars aan een advies dat logisch moet voortvloeien uit de diagnostiek (cluster 7), aan de kennis van de rapporteur over psychopathologie en persoonlijkheidspathologie en aan de noodzakelijke kennis van de rapporteur van potentiële behandelmogelijkheden (cluster 4). Rapporteurs vinden het in tegenstelling tot de gebruikerssubgroep ouders en advocatuur van zeer weinig belang dat het onderzoek gebaseerd moet zijn op meerdere contacten met de jongere, dat in het rapport wordt vermeld wat de ouders, jongere en begeleiding van het rapport vinden, en dat de rapportage beschikbaar wordt gesteld aan de ouders. Rapporteurs vinden het even belangrijk als de ouders dat de rapportage, de conclusie en het advies met hen worden doorgenomen (cluster 2). Conclusie We stelden in dit onderzoek vast wat 24 ervaren rapporteurs uit verschillende werksituaties bepalend vinden voor de bruikbaarheid van de rapportage pro Justitia van jongeren. Tevens is verduidelijkt hoe hun mening zich verhoudt tot de eisen en verwachtingen van de gebruikers van de rapportage. Dit inzicht in de bruikbaarheid is een noodzakelijke stap op weg naar een kwaliteitskader voor de rapportage pro Justitia van jongeren. De rapporteurs lijken zich gebonden te voelen aan hun opdracht en aan de vraagstelling van de rechtbank. Ze achten de juridisch verklarende uitspraken van groot belang en komen daarin (alleen) overeen met de opdrachtgevers. De belangrijkste vragen van de rapportage pro Justitia zijn immers: waarom heeft deze persoon op dat moment dat ten laste gelegd feit begaan, en is er een kans dat hij dat op een later moment nog een keer doet? Deze vragen (b)lijken voor de andere gebruikers van de rapportage minder van belang; zij willen (of moeten) behandelen of begeleiden ná het ten laste gelegde en ná de rechtszitting. De rapporteurs vinden de risicotaxatie van recidive van groot belang. Hoe deze moet geschieden wordt uit dit onderzoek natuurlijk niet duidelijk. De discussie over de actuariële en klinische risicotaxatie bij de rapportage pro Justitia is actueel en levendig (Harte, 2000; 2001; De Ruiter, 2001). Voor wat betreft jongeren kan deze discussie straks plaatsvin- 65

10 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 66 Bruikbaarheid nogmaals belicht den aan de hand van lopend onderzoek. Dit gebeurt met een in het Nederlands vertaald instrument voor risicotaxatie (Lodewijks, 2003). Rapporteurs vinden hun kennis en expertise belangrijker dan de gebruikers dat vinden. Dat is niet verbazend: rapporteurs moeten die immers op peil houden, en gebruikers vinden het mogelijk vanzelfsprekend dat de rapporteurs erover beschikken. Het lijkt dat kwaliteitsvoorwaarden en richtlijnen in de ogen van rapporteurs meer een zorg zijn van henzelf dan van gebruikers. Rapporteurs maken zich namelijk opvallend meer zorgen over hun positie dan de gebruikers. De neutraliteit ten opzichte van de opdrachtgever plaatsen ze hoog in het cluster inhoud, in tegenstelling tot de gebruikers, die het laag indelen in het cluster expertise rapporteur. De rapporteurs vinden kennelijk dat hun neutraliteit direct raakt aan de inhoud van de rapportage. Niet rapporteren over iemand die men behandelt of eerder behandelde (wat gestoeld is op de WGBO achten de rapporteurs zeer belangrijk. Dit heeft een zeer lage prioriteit bij de gebruikers. Spanningsveld Er is een spanningsveld tussen opdrachtgevers en rapporteurs. Dat lijkt met name te gelden als de officier van justitie de rapportage aanvraagt. Rapporteurs willen de overwegingen van hun advies verduidelijken, en de rapportage als uitgangspunt laten dienen voor de behandeling en begeleiding. Dat hoeft niet zo van de opdrachtgevers. Officieren van justitie vinden een ondubbelzinnig en uitvoerbaar advies belangrijker dan de inhoud, in vergelijking met rechters en zeker in vergeljking met rapporteurs. Dat komt waarschijnlijk doordat de officier partij is in een rechtszaak en de eis formuleert, maar ook verantwoordelijk is voor de uitvoering ( executie ) van het advies. De officier wil daarom zaken afdoen ; een jongere moet een straf of een maatregel krijgen en ergens terechtkomen. Het spanningsveld tussen begeleiders en rapporteurs betreft het moment en de wijze waarop begeleiders betrokken moeten worden bij de rapportage. Rapporteurs vinden het niet zo nodig begeleiders altijd te betrekken bij de totstandkoming van de rapportage. Buiten dat vinden rapporteurs de juridische aspecten belangrijker dan de begeleiders, wat ook strubbelingen kan geven. Afstemming is gewenst, maar bij duidelijke indicaties lijkt het een kwestie van uitvoeren. 66

11 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 67 hoofdstuk 4 De (on)behandelbaarheid van jeugdige delinquenten en de (on)mogelijkheden van behandeling in de ogen van rapporteurs, zijn andere aandachtspunten. Behandelaars in de GGZ en bij Justitie willen bouwen op de diagnostiek en het advies van de rapportage, mits de rapporteur de nodige expertise heeft. De behandelaars willen echter duidelijkheid over behandel(on)mogelijkheden en willen de keuze voor hun behandelsetting gemotiveerd zien. Dat vinden rapporteurs minder belangrijk. Dit verschil illustreert mogelijk de zorg van GGZ-behandelaars dat sommige rapporteurs niet weten wat de (on)mogelijkheden van behandeling zijn. Dit is actueel; een verbeterde aansluiting tussen Justitie en GGZ heeft namelijk op beide ministeries beleidsprioriteit. Maar let wel: opdrachtgevers vinden het niet zo nodig dat de rapportage uitgangspunt is van behandeling en begeleiding. Daarentegen vindt men het wel belangrijk dat de keuze voor een behandelsetting wordt gemotiveerd. Het doornemen van de rapportage met de jongere en ouders vinden rapporteurs even belangrijk als de ouders. Deze bevinding werd ook al gedaan in eerder onderzoek (Doreleijers e.a., 1993). Rapporteurs vinden het echter van uiterst gering belang dat de rapportage gebaseerd is (moet zijn) op meerdere contacten met de jongere; dat in het rapport wordt vermeld wat de ouders, de jongere en de begeleiding van het rapport vinden en dat de rapportage beschikbaar wordt gesteld aan de ouders. Dit laatste is formeel niet nodig, want voor de rapportage pro Justitia is wettelijk (nog) niets geregeld over inzage en afschrift. Het is echter zeer de vraag of een eenmalig contact met een jongere voldoende kan zijn voor een rapportage pro Justitia, als basis voor de (soms) verstrekkende adviezen. Kanttekening Bij het hier gepresenteerde onderzoek moeten enkele kanttekeningen worden gezet. Allereerst is ervoor gekozen om de rapporteurs geen eigen items over kwaliteit en bruikbaarheid aan te laten leveren. Men moest de door de gebruikers gegenereerde uitspraken wegen. Dit is gedaan omdat het gebruikersperspectief bepalend is in de overwegingen inzake product en kwaliteit (Duits e.a., 2003b), en omdat deze methode vergelijking mogelijk maakt tussen gebruikers en rapporteurs. Het is theoretisch mogelijk dat voor rapporteurs wezenlijke items nu niet zichtbaar zijn geworden. Ten tweede hebben we gestreefd naar een representatieve selectie van rapporteurs, 67

12 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 68 Bruikbaarheid nogmaals belicht maar daar kan geen uitsluitsel over worden gegeven (zoals dat ook bij de gebruikers niet voor 100% zeker was). Ten derde is er geen uitgebreide clustervergelijking gedaan (Depla e.a., 1992) en zijn hiervoor geen statistische technieken gebruikt. Dat heeft te maken met de opvallende inhoudelijke overeenkomsten van de (slechts) zeven clusters uit beide onderzoeken. Daarom, en ten behoeve van de inzichtelijkheid, is er gekozen voor een kwalitatieve vergelijking tussen rapporteurs en gebruikers op uitspraakniveau. Hoe nu verder? Door het gebruikersonderzoek en het huidige onderzoek bij rapporteurs zijn de inhoudelijke criteria verduidelijkt voor de bepaling van de gebruikswaarde (als belangrijkste kwaliteitsaspect) van de rapportage pro Justitia van jongeren. Verschillende zaken vragen om uitwerking, zoals de positie en kwaliteit van de rapporteur (richtlijnen en een rapporteurregister lijken primair de zorg en verantwoording van de rapporteurs); het belang en de wijze van taxatie van de recidivekans, eventueel met gebruikmaking van een instrument; de relatie van rapporteur met de begeleiders en de jongere en ouders; en de behandelingsmogelijkheden en -onmogelijkheden van de jeugdige delinquent. Ook in dit onderzoek komt de plaats van de jeugdrapportage binnen het strafproces als essentieel punt aan de orde: in hoeverre kan en mag het advies voorafgaand aan de rechtszitting een eigen leven leiden? De rechtbank geeft de opdracht tot de rapportage, en besluit tijdens de zitting of het advies van de rapportage al of niet wordt bekrachtigd. Het moet duidelijk zijn welke gebruikers (inclusief de gerapporteerde jongeren en hun ouders) voor of na de rechtszitting over de rapportage kunnen en mogen beschikken, en in hoeverre de vaak uitgebreide rapportage als startpunt van behandeling en begeleiding kan en mag dienen. Het komt nu aan op de organisatorische aspecten. De ministeries van Justitie en VWS hebben medio 2002 besloten dat er per een landelijk (kwaliteits)kader operationeel moet zijn voor de forensische diagnostiek in de jeugdzorg. Dit betreft zowel de strafrechtelijke als de civielrechtelijke rapportages (respectievelijk ongeveer 2300 en 1900 rapportages per jaar). De Forensische Psychiatrische Dienst (FPD) krijgt middels een te ontwikkelen jeugdafdeling een centrale taakstelling in dat landelijk kader. De FPD dient een adviserende functie te vervullen in de indicatiestelling van de rapportage pro Justitia van jongeren (in afstemming met de Raad voor de Kinderbescherming). De FPD dient de 68

13 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 69 hoofdstuk 4 bemiddelingsfunctie te vervullen tussen opdrachtgever en uitvoerder van de rapportages van jongeren, en zal zorg gaan dragen voor de kwaliteitstoetsing van de rapportage met inbegrip van de opleiding en supervisie van rapporteurs en het opzetten van een rapporteurregister. 69

14 04_hoofdstuk (57 t/m 70) :27 Pagina 70 Bruikbaarheid nogmaals belicht 70

Bruikbaarheid belicht

Bruikbaarheid belicht 03_hoofdstuk (43 t/m 56) 08-02-2006 16:25 Pagina 43 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS 3 Een onderzoek onder gebruikers van de rapportage pro Justitia van jongeren Dit hoofdstuk is gepubliceerd

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van

Nadere informatie

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht Toetser 1: Toetser 2: Toetser 3: Datum schriftelijke toetsing: Strafrecht volwassenen psychiatrie

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader René Zijlstra, kinder- en jeugdpsychiater NIFP Midden Nederland Kenniscafé 14 januari 2014 Grens van zorg en gedwongen kader Rol van wet- en regelgeving Voorbeeld:

Nadere informatie

Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg

Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, financiering en wet- & regelgeving Eindversie Almere, 29 juli 2002 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

De relatie tussen het advies uit de rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van de rechtbank

De relatie tussen het advies uit de rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van de rechtbank 05_hoofdstuk (71 t/m 88) 08022006 16:13 Pagina 71 N. DUITS, J. HARKINK, W. VAN DEN BRINK, TH.A.H. DORELEIJERS De relatie tussen het advies uit de rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

7 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK

7 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker,

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren

Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren o v e r z i c h t s a r t i k e l Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren Een klinische benadering n. d u i t s, w. v a n d e n b r i n k, t h. a. h. d o r

Nadere informatie

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek!

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! Jaargang 2009-2010 NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Een forensisch psychiater

Nadere informatie

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie Het Pieter Baan Centrum Algemene informatie 1 Deze brochure is bedoeld om algemene informatie te geven over het Pieter Baan Centrum (PBC). Het PBC is de forensisch psychiatrische observatiekliniek van

Nadere informatie

8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK

8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker,

Nadere informatie

Wat dat betreft heeft de implementatie van (elementen uit) het landelijke kader zijn eigen dynamiek. Omdat het onderhavige onderzoek geen

Wat dat betreft heeft de implementatie van (elementen uit) het landelijke kader zijn eigen dynamiek. Omdat het onderhavige onderzoek geen Samenvatting Forensische diagnostiek voor jeugdigen, zo zegt het landelijk kader forensische diagnostiek in de jeugdzorg, is diagnostiek ten behoeve van een justitiële beslissing, diagnostiek waarvan de

Nadere informatie

KWALITEITSKADER NIFP

KWALITEITSKADER NIFP 1 KWALITEITSKADER NIFP CIVIELRECHTELIJKE PRO JUSTITIA RAPPORTAGES 1. Inleiding Vanuit het Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg (Ministerie van Justitie, 2004) heeft het NIFP een taak

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek Weigerende observandi zijn verdachten van een ernstig misdrijf die in opdracht van de rechter(-commissaris) of officier van justitie (OvJ) gedragskundig moeten worden

Nadere informatie

Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd. Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen

Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd. Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen Den Haag 1 september 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003

Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003 Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003 Versie 1.0 (Juni 2010) Pagina - 1 - van 7 Registratie-eisen en toetsingsprocedure

Nadere informatie

PIJ-indicatie, beelden en effecten

PIJ-indicatie, beelden en effecten PIJ-indicatie, beelden en effecten Onderzoek Praktijk Nils Duits Kinder- en jeugdpsychiater Lid directie NIFP N.Duits@dji.minjus.nl Utrecht 27-05-10 Duits 1 Take home Trend: Minder straf, meer civiel,

Nadere informatie

Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog

Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog Jeugd 2012-2014 bij - het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), locatie Den Haag en - Stichting

Nadere informatie

HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE

HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Inhoudsopgave hoofdstuk 1 Het Nederlands Instituut voor Forensische

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013 Rapport Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013 Rapportnummer: 2013/205 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 815 Jeugdzorg 2005 2008 Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 februari

Nadere informatie

Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016. ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: 09.30 13.00 uur Lestijden middag: 13.30 17.

Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016. ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: 09.30 13.00 uur Lestijden middag: 13.30 17. Modulenummer en naam Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016 1. Introductie Opzet en doelen van de opleiding Praktische zaken De positie van de deskundige als rapporteur Domeinwisseling Kwaliteit

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

De Minister van Justitie d.t.v. mw. mr. H. Waayers-Van Dijk Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin,

De Minister van Justitie d.t.v. mw. mr. H. Waayers-Van Dijk Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin, De Minister van Justitie d.t.v. mw. mr. H. Waayers-Van Dijk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 9 juni 2008 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070-361 9788 faxnummer 070-361 9746 e-mail R.Hartendorp@rechtspraak.nl

Nadere informatie

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de Weeland, J., Mulders, L.T.E., Wied, M. de, & Brugman, D. Procesevaluatie Observatieafdelingen Teylingereind. Universiteit Utrecht: Vakgroep psychologie, Afdeling ontwikkelingspsychologie. Samenvatting

Nadere informatie

Van aandoening tot delict, van delict tot sanctie

Van aandoening tot delict, van delict tot sanctie Van aandoening tot delict, van delict tot sanctie Nieuwe reeks deel 9 en 11 Eerder verschenen in deze nieuwe reeks: 1 Strafrechtspolitiek - Patiëntenrecht in de psychiatrie 2 Psychiatrie en rechtspraak

Nadere informatie

PSYCHIATRISCH ONDERZOEK PRO JUSTITIA

PSYCHIATRISCH ONDERZOEK PRO JUSTITIA Straf/jeugd/psychiatrie/schrijfwijzer/2010a PSYCHIATRISCH ONDERZOEK PRO JUSTITIA Betreffende: Voornamen TUSSENVOEGSEL(s) ACHTERNAAM Geboren: [dag.maand.jaar] Te: [plaats], [land] Wonende: [straat, nr.,

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming Hoofdstuk 2 Aanvraag, hulpvraaganalyse en eerste contact

Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming Hoofdstuk 2 Aanvraag, hulpvraaganalyse en eerste contact Inhoud Voorwoord 7 Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming 11 1 Inleiding: wat is psychodiagnostiek? 11 2 Het diagnostische proces 12 3 Het gebruik van instrumenten 13 4 Oordelen

Nadere informatie

PRIVACYREGLEMENT Goudsbloem & De Vries Januari 2019

PRIVACYREGLEMENT Goudsbloem & De Vries Januari 2019 De Kronkels 9a 3752 LM Bunschoten - 033-3302515 - www.goudsbloemendevries.nl PRIVACYREGLEMENT Goudsbloem & De Vries Januari 2019 Vertrouwelijkheid Artikel 1 Geheimhouding In het directe contact met de

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt

Nadere informatie

Samenvatting. Doelstelling en onderzoeksvragen

Samenvatting. Doelstelling en onderzoeksvragen Samenvatting Het onderhavige onderzoek betreft de proces- en effectevaluatie van een speciale afdeling in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor weigerende verdachten in het Pro Justitia (PJ-)onderzoek. Het

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychologisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land wonende : straat nr, postcode, plaats parketnummer

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Naar aanleiding van het emailbericht van Caroline Hazewinkel met bijlagen d.d. 17 juli 2015, bericht ik u als volgt.

Naar aanleiding van het emailbericht van Caroline Hazewinkel met bijlagen d.d. 17 juli 2015, bericht ik u als volgt. De heer F. Wagenvoort Beleidsmedewerker NIFP Per email: f.wagenvoort@dji.minjus.nl mr. E.J.P. Nolet mr. P. Drenth mr. J.A.W. Knoester mr. A.A. van Harmelen mr. F.P. Holthuis mr. A. Klomp-Kraal mr. K.J.

Nadere informatie

Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage in strafzaken

Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage in strafzaken Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage in strafzaken Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, opgericht 17 november 1871 De Tijdstroom, Utrecht 2012 Nederlandse

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

De puzzel is het grootst bij allochtonen. Een verkennend onderzoek naar culturele diversiteit in de tbs.

De puzzel is het grootst bij allochtonen. Een verkennend onderzoek naar culturele diversiteit in de tbs. Samenvatting De puzzel is het grootst bij allochtonen. Een verkennend onderzoek naar culturele diversiteit in de tbs. Inleiding Niet-westerse allochtonen zijn oververtegenwoordigd in de tbs. Van de totale

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis Ouderen Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis Introductie Op dit moment is uw dementerend familielid in behandeling bij Mondriaan Ouderen van Mondriaan.

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies

Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies 8.1 Het onderzoek Dit rapport beschrijft het onderzoek naar behoefte en aanbod betreffende geestelijke verzorging in detentie vanuit het perspectief van de gedetineerden.

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6861 12 februari 2018 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak De Afdeling bestuursrechtspraak

Nadere informatie

RvC-verslagen geven weinig inzicht

RvC-verslagen geven weinig inzicht RvC-verslagen geven weinig inzicht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2010 Dr. Mijntje Lückerath-Rovers Drs. Margot Scheltema contact: luckerath@frg.eur.nl Het onderzoek Ondernemingen : Van 60 ondernemingen

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH Den Haag. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus 20301 2500 EH Den Haag Datum : 5 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2443608 Ons kenmerk : RSJ/101/3115/2019/GvA/TvV

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002 Nr. 67 BRIEF

Nadere informatie

Datum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw,

Datum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw, 1 > Retouradres Postbus 13369 3507 LJ Utrecht Herman Gorterstraat 5 3511 EW Utrecht Postbus 13369 3507 LJ Utrecht www.nifpnet.nl Contactpersoon A.J. de Groot Portfeuillehoduer Rapportage nifp@dji.minjus.nl

Nadere informatie

Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi

Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73847 27 december 2017 Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming

Nadere informatie

Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten. Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin

Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten. Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin Toezicht op de kwaliteitstoetsing van de schippersinternaten Rapportage voor de minister voor Jeugd en Gezin Utrecht, september 2008 2 Inhoudsopgave Inleiding...5 Hoofdstuk 1 Oordeel en onderbouwing...7

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Raad voor Strafrech tstoepassing

Raad voor Strafrech tstoepassing Parkstraat 83 Den Haag Raad voor Strafrech tstoepassing Correspondentie: en Jeugdbescherming ~ 2500 Gc Den Haag ~ Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 9310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide 7. Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10

Inhoud. Ten geleide 7. Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10 Inhoud Ten geleide 7 Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10 Hoofdstuk 1 Oordelen en beslissen in de klinische praktijk gaat soms goed fout 11 1 Inleiding 11 2 Zoek de normale, gezonde mens 11

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 Rapport Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, vestiging Roosendaal, zonder

Nadere informatie

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012 GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken versie 3.7 januari 2012 Op verzoek van de Raad voor de rechtspraak en onder de verantwoordelijkheid van de landelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Klachtenreglement Halt

Klachtenreglement Halt Klachtenregeling Halt Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. beklaagde: Halt en/of de medewerkers van Halt tot wie de klacht zich richt; b. directeur-bestuurder:

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs Inventarisatie van de toegenomen eisen aan pro justitia rapportages sinds 2008 door: Vereniging van Pro Justitia rapporteurs, 13 juli 2017 Algemeen Sinds de laatste inventarisatie van de normtijden voor

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor jongeren Je bent geplaatst op observatieafdeling De Ven van Teylingereind of je komt hier binnenkort naartoe. Deze informatie is bedoeld om je een idee

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

kind in de cel, ouders aan de bel

kind in de cel, ouders aan de bel kind in de cel, ouders aan de bel theo doreleijers vu medisch centrum / de bascule amsterdam symposium forensische jeugdzorg 10 februari 2007 inhoud lezing - kinderen met politie/justitiecontacten: wat

Nadere informatie

!"#$%&""#%'(#)* Klachtenreglement

!#$%&#%'(#)* Klachtenreglement Klachtenreglement Algemeen Het doel van behandeling van klachten is in de allereerste plaats herstel van de verhoudingen tussen de klager en de organisatie. Het vastleggen en volgen van een procedure om

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR PSYCHIATRIE

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR PSYCHIATRIE PSYCHIATRIE Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. mr. F. Teeven, staatssecretaris Postbus 20301 2500 Ei DEN HAAG Utrecht. 3 december 2012 Kenmerlc JvG/1g11572J 12 Betreft reactie Nederlandse Verenig~ng

Nadere informatie

De kwaliteit van de behandelgroepen van Intermetzo Zonnehuizen in Zeist

De kwaliteit van de behandelgroepen van Intermetzo Zonnehuizen in Zeist De kwaliteit van de behandelgroepen van Intermetzo Zonnehuizen in Zeist 1 Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 13. Leeswijzer en website 23. Deel 1. Het diagnostisch proces. Inleiding deel I 33

Inhoudsopgave. Inleiding 13. Leeswijzer en website 23. Deel 1. Het diagnostisch proces. Inleiding deel I 33 Inhoudsopgave Inleiding 13 Leeswijzer en website 23 Deel 1 Het diagnostisch proces Inleiding deel I 33 1 Het diagnostisch proces in perspectief 35 1.1 De klinische cyclus 35 1.2 Het diagnostisch proces

Nadere informatie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING Reglement van orde van de landelijke Klachtencommissie Reclassering (Definitief vastgesteld op 20 december 2012) De Klachtencommissie Reclassering, gelet op hoofdstuk 5 van

Nadere informatie

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis POST-HBO OPLEIDING Forensische psychiatrie mensenkennis Post-hbo opleiding forensische psychiatrie Initiatief De post-hbo opleiding is een initiatief van de: Dr. Henri van der Hoeven Stichting (Forum Educatief),

Nadere informatie

Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd

Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Amsterdam, 11 november 2009 Wendy Buysse Mieke Komen Oberon Nauta Met medewerking van: Bram van Dijk Annelies Maarschalkerweerd Marieke

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie Stichting VHAN Reglement Wetenschapscommissie Aangepaste versie januari 2015 Inhoudsopgave 1. Begripsbepalingen 2. Taakopdracht 3. Samenstelling commissie, benoeming en zittingsduur 4. Werkwijze en besluitvorming

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date:

Nadere informatie

FORENSISCH PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY

FORENSISCH PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK. xx XX. yy YY Jeugd/civiel/ouders/psychologie/schrijfwijzer FORENSISCH PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK Betreffende: xx XX [voornamen kleine letters/achternaam (+ voorvoegsel) hoofdletters] Geboren Te Wonende : (plaats, land)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Clienttevredenheidsonderzoek juni 2016

Clienttevredenheidsonderzoek juni 2016 Clienttevredenheidsonderzoek 2015-2016 24 juni 2016 Inhoud Voorwoord... 3 Het cliënttevredenheidsonderzoek... 3 Behandelaar... 3 Behandeling... 4 Bereikbaarheid... 5 Informatieverschaffing en keuzevrijheid...

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Sessie Weigerende observandi Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Vandaag Michiel van der Wolf: De weigeraar, een probleemanalyse Arjen Schoute: Hoe kijk je naar mensen die niet bekeken willen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048

ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 30-09-2009 Datum publicatie 30-09-2009 Zaaknummer 06/460261-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD

KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD - samenvatting - Auteurs: Drs. Katrien de Vaan Mr. drs. Ad Schreijenberg Drs. Ger Homburg Prof. mr. Jon Schilder Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds

Nadere informatie

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op van: 1 februari 2017 binnengekomen klacht verblijvende te Venray

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba Betreft: Aanbieding rapportage Terugblik Publieke sector in beeld; instellingsbesluiten Ons kenmerk: 0031/13.004

Nadere informatie