PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2008 (22.04) (OR. en) 8467/08. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 (CNS) LIMITE JUSTCIV 69

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2008 (22.04) (OR. en) 8467/08. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 (CNS) LIMITE JUSTCIV 69"

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2008 (22.04) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 (CNS) 8467/08 PUBLIC LIMITE JUSTCIV 69 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (onderhoudsverplichtingen) nr. vorig doc.: 7853/08 JUSTCIV 58 en 5169/08 JUSTCIV 5 nr. Comv.: 5199/06 JUSTCIV 2 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van vonnissen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen Voor de delegaties gaat hierbij een nieuwe tekst voor de hoofdstukken I, II, III, IV, V, V bis, VI en VI bis van het bovengenoemde voorstel, die is opgesteld na de vergaderingen van het Comité burgerlijk recht (onderhoudsverplichtingen) van 19 en 20 februari, 19 maart en 9 april Het voorzitterschap is voornemens enkele van die bepalingen te bespreken tijdens de volgende vergadering van het Comité burgerlijk recht (onderhoudsverplichtingen) op 22 en 23 april /08 gar/il/rb 1

2 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen [...] Hoofdstuk I Toepassingsgebied en definities Artikel 1 Werkingssfeer 1 1. Deze verordening is van toepassing op onderhoudsverplichtingen die voortvloeien uit familiale betrekkingen, bloedverwantschap, huwelijk of aanverwantschap. 2. In deze verordening wordt onder "lidstaat" verstaan: alle lidstaten behalve Denemarken [en het Verenigd Koninkrijk ( ).] Deze verordening heeft als rechtsgrondslag artikel 61, punt c), en artikel 67, lid 2, VEG; gezien het bepaalde in artikel 65 VEG is de bevoegdheid van de Gemeenschap beperkt tot aangelegenheden met een grensoverschrijdende dimensie. In de verordening zou een overweging moeten worden opgenomen waarin het grensoverschrijdende karakter van het instrument wordt verduidelijkt (zie de punten 19 en 20 van de door de Raad JBZ van april 2007 goedgekeurde beleidslijnen (doc. 8547/07 JUSTCIV 89)). Het Comité moet in een latere fase terugkomen op het horizontale probleem vanwege het besluit van het Verenigd Koninkrijk om niet deel te nemen. 8467/08 gar/il/rb 2

3 Artikel 2 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: (1) "gerecht": omvat ook de administratieve autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn op het gebied van onderhoudsverplichtingen, mits deze dezelfde procedurele waarborgen bieden als de justitiële autoriteit en hun beslissingen krachtens het recht van de lidstaat waar zij gevestigd zijn: i) vatbaar zijn voor beroep of herziening door een justitiële autoriteit, en ii) dezelfde kracht en dezelfde uitwerking hebben als een beslissing van een justitiële autoriteit over dezelfde aangelegenheid 3. Deze administratieve autoriteiten staan vermeld in bijlage [...] 4. (2) (...) (3) "beslissing": een door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing inzake onderhoudsverplichtingen, ongeacht de daaraan gegeven benaming, zoals arrest, vonnis, beschikking of rechterlijk dwangbevel, alsmede de vaststelling door de griffier van het bedrag van de proceskosten; 3 4 Het laatste deel van deze definitie is geïnspireerd op artikel 19, lid 3, van het Haagse Verdrag van Deze bijlage zal worden opgesteld wanneer de tekst van de ontwerp-verordening wordt afgerond. Het Comité zal daarom op een bepaald ogenblik moeten besluiten welke autoriteiten daarin moeten worden opgenomen. Wijzigingen in de bijlage worden aangenomen via een Comitéprocedure die in een artikel moet worden vastgelegd. Bij de bespreking van de standaardformulieren moet het Comité overwegen hoe moet worden omgegaan met de beslissingen die door die administratieve autoriteiten worden gegeven. Noot voor de delegaties: De opname van administratieve autoriteiten in de definitie van "gerecht" betekent dat "gerecht" in deze verordening telkens moet kunnen worden gelezen als "de administratieve autoriteiten genoemd in bijlage [ ]". Daarom zullen deze autoriteiten bijvoorbeeld de bevoegdheidsregels in hoofdstuk II moeten toepassen. Evenzo moet er ook voor de door deze autoriteiten gegeven beslissingen een recht van herziening conform artikel 26 bis zijn. 8467/08 gar/il/rb 3

4 (3 bis) "gerechtelijke schikking": een schikking inzake onderhoudsverplichtingen, die tijdens een procedure door een gerecht is goedgekeurd of voor een gerecht is getroffen 5 ; (4) "authentieke akte" a) een document inzake onderhoudsverplichtingen dat als authentieke akte is verleden of geregistreerd en waarvan de authenticiteit: i) betrekking heeft op de ondertekening en de inhoud van de akte, en ii) is vastgesteld door een openbare instantie of door een andere instantie, daartoe door de lidstaat van oorsprong gemachtigd, of b) een regeling inzake onderhoudsverplichtingen die met bestuurlijke autoriteiten is getroffen of die door deze autoriteiten authentiek is verklaard; (5) "lidstaat van oorsprong": de lidstaat waar, naar gelang van het geval, de beslissing is gegeven, de gerechtelijke schikking is goedgekeurd of getroffen, of de authentieke akte is opgesteld of geregistreerd ( ); (6) "lidstaat van tenuitvoerlegging": de lidstaat waar tenuitvoerlegging van de beslissing, de gerechtelijke schikking of de authentieke akte ( ) wordt gevraagd; (6 bis) "verzoekende lidstaat": de lidstaat waarvan de centrale autoriteit een verzoek overeenkomstig artikel 42 ter doorzendt; (6 ter) "aangezochte lidstaat": de lidstaat waarvan de centrale autoriteit een verzoek overeenkomstig artikel 42 ter ontvangt; 5 Formulering op basis van artikel 24, lid 1, van Verordening (EG) nr. 805/ /08 gar/il/rb 4

5 (6 quater) "Haags Verdrag-staat": een partij bij het Haagse Verdrag van 2007, voor zover dit verdrag van toepassing is tussen de Gemeenschap en die staat; 6 (7) "gerecht van oorsprong": het gerecht dat de ten uitvoer te leggen beslissing heeft gegeven; (8) "schuldeiser": elke persoon aan wie alimentatie is verschuldigd of geacht wordt te zijn verschuldigd 7 ; (9) "schuldenaar": elke persoon die alimentatie is verschuldigd of geacht wordt te zijn verschuldigd; (10) "domicile" (woonplaats) [voor de toepassing van hoofdstuk II,] de betekenis die deze term in het rechtssysteem van Ierland heeft 8 ; (11) "kwetsbare volwassene": een volwassene wiens eigenschappen zodanig beperkt zijn dat hij niet in staat is om voor zijn belangen op te komen Deze nieuwe definitie is nodig voor het nieuwe artikel 6 bis, dat is gebaseerd op artikel 18 van het Haagse Verdrag van Voor overheidsorganen, zie artikel 47 ter. Zie voetnoot bij artikel 1, lid 2. Deze definitie komt uit artikel 14 van het Commissievoorstel en komt overeen met de definitie in het Haags Verdrag van 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen. 8467/08 gar/il/rb 5

6 Hoofdstuk II Bevoegdheid Artikel 3 Algemene bevoegdheid In de lidstaten bevoegd om uitspraak te doen op het gebied van onderhoudsverplichtingen is: a) het gerecht van de plaats waar de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft, of b) het gerecht van de plaats waar de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats heeft, of c) het gerecht dat volgens de toepasselijke wetgeving bevoegd is om kennis te nemen van een vordering betreffende de staat van personen, indien de eis inzake een onderhoudsverplichting een met deze vordering verbonden bijkomende eis is, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust, of d) het gerecht dat volgens de toepasselijke wetgeving bevoegd is om kennis te nemen van een vordering betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid (...), indien de eis inzake een onderhoudsverplichting een met deze vordering verbonden bijkomende eis is, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust. [Artikel 3 bis Overdracht van de procedure Indien een alimentatievordering bij een gerecht in de zin van artikel 3, punt a) of punt b), wordt ingesteld en vervolgens een vordering betreffende de staat van personen of betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid wordt ingesteld bij een gerecht van een andere lidstaat, dat met betrekking tot de alimentatievordering bevoegdheid kan uitoefenen overeenkomstig artikel 3, punt c) of punt d), houdt het gerecht waarbij de alimentatievordering is ingesteld, op verzoek van een van de partijen en met instemming van de andere partij, zijn uitspraak aan en verzoekt het de partijen hun vordering overeenkomstig lid 2 in te stellen bij het gerecht van die andere lidstaat. 10 Het voorzitterschap verzoekt het Comité om de toekomst van dit artikel te bespreken op basis van een werkdocument van het voorzitterschap. 8467/08 gar/il/rb 6

7 2. Het gerecht van de lidstaat waar overeenkomstig artikel 3, punt a) of punt b), de alimentatievordering is ingesteld, bepaalt binnen welke termijn deze vordering bij het gerecht van de andere lidstaat moet worden ingesteld. Indien de alimentatievordering niet binnen de gestelde termijn bij het gerecht van de andere lidstaat is ingesteld, of indien dat gerecht zich onbevoegd verklaart, blijft het gerecht waarbij de vordering het eerst is aangebracht bevoegd. Indien het gerecht van de andere lidstaat de bevoegdheid aanvaardt, verklaart het gerecht waarbij de vordering het eerst is aangebracht, zich onbevoegd en zendt het een afschrift van alle documenten aan het gerecht van de andere lidstaat. 3. De schuldeiser behoudt de voordelen van de stuiting of de opschorting van verjaring en/of het tijdens de oorspronkelijke procedure verkregen recht om retroactief alimentatie te vragen, indien de vordering vervolgens overeenkomstig dit artikel bij het gerecht van de andere lidstaat wordt ingesteld. 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt door de gerechten, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van de overeenkomstig artikel 39 aangewezen centrale autoriteiten, samengewerkt.] Artikel 4 ( ) Forumkeuze 1. De partijen 11 ( ) kunnen overeenkomen dat geschillen die zich tussen hen voordoen of kunnen voordoen in verband met onderhoudsverplichtingen worden voorgelegd aan: 11 Onder "partijen" dient te worden verstaan alle partijen bij een geschil dat is of kan ontstaan. 8467/08 gar/il/rb 7

8 a) een gerecht of de gerechten van een lidstaat waar een van de partijen haar gewone verblijfplaats heeft, b) een gerecht of de gerechten van een lidstaat waarvan een van de partijen de nationaliteit heeft, of, in het geval van Ierland 12, waar een van de partijen haar "domicile" (woonplaats) heeft, b1) in het geval van onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten of voormalige echtgenoten, het gerecht dat bevoegd is om een geschil in huwelijkszaken te beslechten, of c) een gerecht of de gerechten van een lidstaat waar, in het geval van onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten of voormalige echtgenoten, zij gedurende ten minste een jaar hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hebben gehad. De in de punten a), b), b1) en c) genoemde voorwaarden moeten vervuld zijn op het tijdstip waarop de overeenkomst wordt gesloten of op het tijdstip waarop de vordering bij het gerecht wordt ingesteld. De bij overeenkomst verleende bevoegdheid is exclusief, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. 2. De overeenkomst tot aanwijzing van het bevoegde gerecht wordt schriftelijk gesloten. Als schriftelijk wordt ook aangemerkt, elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt geregistreerd. 3. (...) 4. Dit artikel is niet van toepassing op geschillen betreffende een onderhoudsverplichting jegens een kind dat jonger is dan 18 jaar. 12 Zie voetnoot bij artikel 1, lid /08 gar/il/rb 8

9 Artikel 5 Bevoegdheid gebaseerd op de verschijning van de verweerder Buiten de gevallen waarin zijn bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van deze verordening, is het gerecht van een lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd. Dit voorschrift is niet van toepassing indien de verschijning ten doel heeft de bevoegdheid te betwisten ( ) 13. Artikel 6 Subsidiaire bevoegdheid Indien van geen enkele lidstaat een gerecht op grond van de artikelen 3, 4 en 5 bevoegd is, zijn de volgende gerechten bevoegd: a) de gerechten van de lidstaat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de schuldeiser en de schuldenaar, of, in het geval van Ierland, 14 de gerechten van hun gemeenschappelijke "domicile" (woonplaats), en a bis) de gerechten van de lidstaat van de nationaliteit van hetzij de schuldeiser, hetzij de schuldenaar, of, in het geval van Ierland, de gerechten van de "domicile" (woonplaats) van een van beiden, indien de schuldenaar activa heeft in een lidstaat, of b) in het geval van onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten of voormalige echtgenoten, de gerechten van de lidstaat van de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten, als dit gedurende ten minste [één] jaar hun gewone verblijfplaats is geweest en minder dan [één jaar] voor de rechtsingang nog hun gewone verblijfplaats was Noot voor de vertaling: zie artikel 24 van Verordening (EG) nr. 44/2001. Zie voetnoot bij artikel 1, lid /08 gar/il/rb 9

10 Artikel 6 bis (Artikel 18 Haags Verdrag, mutatis mutandis) Procedurebeperkingen 1. De beslissing, gegeven in een lidstaat of een Haags Verdrag-staat waar de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats heeft, kan in een andere lidstaat door de schuldenaar niet worden aangevochten zolang de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats behoudt in de staat waar de beslissing is gegeven. 2. Lid 1 is niet van toepassing indien: a) de partijen overeenkomstig artikel 4 hebben ingestemd met de bevoegdheid van de gerechten van de andere lidstaat, b) de schuldeiser zich in de zin van artikel 5 onderwerpt aan de bevoegdheid van de gerechten van de andere lidstaat, c) de bevoegde autoriteit in de Haags Verdrag-staat van oorsprong haar bevoegdheid tot wijziging of vervanging van de beslissing niet kan of wil uitoefenen; of, d) de in de Haags Verdrag-staat van oorsprong gegeven beslissing niet erkend of uitvoerbaar verklaard kan worden in de lidstaat waar een procedure tot wijziging of vervanging van de beslissing wordt overwogen. 8467/08 gar/il/rb 10

11 Artikel 6-1 (ex-artikel 9) Aanhangigmaking bij een gerecht 15 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt een zaak geacht bij een gerecht te zijn aangebracht: a) op het tijdstip waarop de akte van rechtsingang of een gelijkwaardig stuk bij het gerecht wordt ingediend, mits de eiser vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de betekening of de kennisgeving van het stuk aan de verweerder moest doen, of, b) indien het stuk betekend of medegedeeld moet worden voordat het bij het gerecht wordt ingediend, op het tijdstip waarop de autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of kennisgeving het stuk ontvangt, mits de eiser vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de indiening van het stuk bij het gerecht moest doen. Artikel 6-2 (ex-artikel 11) Toetsing van de bevoegdheid Het gerecht van een lidstaat waarbij een zaak aanhangig is gemaakt waarvoor overeenkomstig deze verordening dit gerecht niet bevoegd is, verklaart zich ambtshalve onbevoegd Noot voor de vertaling: zie artikel 30 van Verordening (EG) nr. 44/2001. In een overweging dient te worden aangegeven dat deze bepaling als volgt moet worden uitgelegd: Het gerecht van een lidstaat waarbij een zaak aanhangig is gemaakt, moet nagaan of het overeenkomstig deze verordening bevoegd is om de zaak te behandelen. Indien het gerecht bepaalt dat het niet bevoegd is, verklaart het zich ambtshalve onbevoegd, tenzij de verweerder verschijnt volgens de in artikel 5 bedoelde voorwaarden. 8467/08 gar/il/rb 11

12 Artikel 6-3 (ex-artikel 23) Toetsing van de ontvankelijkheid 1. Indien de verweerder die zijn gewone verblijfplaats in een andere ( ) staat heeft dan de lidstaat waar de zaak aanhangig is gemaakt, niet verschijnt, houdt het bevoegde gerecht zijn uitspraak aan zolang niet vaststaat dat de verweerder tijdig genoeg kennis heeft kunnen nemen van de akte van rechtsingang of een gelijkwaardig stuk om zijn verdediging te kunnen voorbereiden, of dat daartoe al het nodige is gedaan. 1 bis. In plaats van het bepaalde in lid 1 ( ) is artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1393/2007 ( ) van toepassing in het geval dat de akte van rechtsingang of het gelijkwaardig stuk overeenkomstig die verordening aan een andere lidstaat diende te worden toegezonden. 2. (...) 3. Indien de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1393/2007 niet van toepassing zijn, is artikel 15 van het Verdrag van 's-gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken van toepassing in het geval dat de akte van rechtsingang of het gelijkwaardig stuk overeenkomstig dat verdrag aan een andere staat diende te worden toegezonden. 8467/08 gar/il/rb 12

13 Artikel 6-4 (ex-artikel 7) Aanhangigheid Indien voor gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vorderingen aanhangig zijn, die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten, houdt het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht zijn uitspraak ambtshalve aan totdat de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat. 2. Indien de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat, verklaart het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht, zich onbevoegd. Artikel 6-5 (ex-artikel 8) Samenhang Indien samenhangende vorderingen aanhangig zijn voor gerechten van verschillende lidstaten, kan het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht, zijn uitspraak aanhouden. 2. Indien de vorderingen in eerste aanleg aanhangig zijn, kan dit gerecht, op verzoek van een der partijen, tot verwijzing overgaan mits het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen en zijn wetgeving de voeging ervan toestaat. 3. Samenhangend in de zin van dit artikel zijn vorderingen die zo nauw verbonden zijn dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven Noot voor de vertaling: zie artikel 27 van Verordening (EG) nr. 44/2001. Noot voor de vertaling: zie artikel 28 van Verordening (EG) nr. 44/ /08 gar/il/rb 13

14 Artikel 6-6 (ex-artikel 10) Voorlopige maatregelen en maatregelen tot bewaring van recht 19 In de wetgeving van een lidstaat vastgestelde voorlopige of bewarende maatregelen kunnen bij de gerechten van die staat worden aangevraagd, zelfs indien een gerecht van een andere lidstaat krachtens deze verordening bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen. Artikel 7 (verplaatst - zie artikel 6-4) Artikel 8 (verplaatst - zie artikel 6-5) Artikel 9 (verplaatst - zie artikel 6-1) Artikel 10 (verplaatst - zie artikel 6-6) Artikel 11 (verplaatst - zie artikel 6-2) 19 Noot voor de vertaling: zie artikel 31 van Verordening (EG) nr. 44/ /08 gar/il/rb 14

15 Hoofdstuk III Toepasselijk recht 20 OPTIE 1 Artikel 12-0 Bepaling van het toepasselijke recht Het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen wordt vastgesteld overeenkomstig het op 23 november 2007 aangenomen Haags protocol inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen [in de lidstaten die door dat instrument gebonden zijn]. OPTIE 2 Artikel 12 (Artikel 1 Haags Protocol, mutatis mutandis) Geen gevolgen voor het bestaan van familiale betrekkingen De in overeenstemming met deze verordening gegeven beslissingen laten het bestaan van de in artikel 1 bedoelde betrekkingen onverlet. 20 De bepalingen van dit hoofdstuk zijn de bepalingen van het op 23 november 2007 aangenomen Haags protocol inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen, met de nodige wijzigingen. Er moet nog worden besloten: a) of deze bepalingen inzake het toepasselijk recht deel moeten uitmaken van de verordening (oplossing 1 in doc. 5936/08 JUSTCIV) (optie 2 in dit document), dan wel b) of de toepassing ervan tot stand moet worden gebracht door de toepassing van het Haags protocol van 2007 (oplossing 3 in doc. 5936/08 JUSTCIV 20) (optie 1 in dit document). 8467/08 gar/il/rb 15

16 Artikel 12 bis (ex-artikel 18 - Artikel 2 Haags Protocol, mutatis mutandis) Universeel karakter Het door dit hoofdstuk aangewezen recht is toepasselijk, zelfs als dit niet het recht van een lidstaat is. Artikel 13 (Artikel 3 Haags Protocol, mutatis mutandis) Algemene regel inzake het toepasselijk recht 1. Tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald, worden onderhoudsverplichtingen beheerst door het recht van de staat waar de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats heeft. 2. Vanaf het tijdstip waarop de schuldeiser van gewone verblijfplaats verandert, is het recht van de staat van de nieuwe gewone verblijfplaats van toepassing. Artikel 13 bis (Artikel 4 Haags Protocol, mutatis mutandis) Bijzondere regels ten voordele van bepaalde schuldeisers 1. De volgende bepalingen zijn van toepassing in het geval van onderhoudsverplichtingen van: a) ouders jegens hun kinderen; b) andere personen dan ouders jegens personen die nog geen 21 jaar zijn, behalve voor verplichtingen die voortvloeien uit de in artikel 13 ter bedoelde betrekkingen; en c) kinderen jegens hun ouders. 8467/08 gar/il/rb 16

17 2. Indien de schuldeiser niet op grond van het in artikel 13 bedoelde toepasselijk recht alimentatie van de schuldenaar kan ontvangen, is het recht van het aangezochte gerecht van toepassing. 3. Onverminderd artikel 13 is het recht van het aangezochte gerecht van toepassing indien de schuldeiser de vordering heeft ingesteld bij de bevoegde autoriteit van de staat waar de schuldenaar zijn gewone verblijfplaats heeft. Indien de schuldeiser echter niet op grond van dit recht alimentatie van de schuldenaar kan ontvangen, is het recht van de staat waar de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats heeft van toepassing. 4. Indien de schuldeiser niet op grond van het in artikel 13 en in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde recht alimentatie van de schuldenaar kan ontvangen, is in voorkomend geval in voorkomend geval het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing. Artikel 13 ter (Artikel 5 Haags Protocol, mutatis mutandis) Bijzondere regel voor echtgenoten en voormalige echtgenoten In het geval van een onderhoudsverplichting tussen echtgenoten, voormalige echtgenoten of partijen wier huwelijk nietig is verklaard, is artikel 13 niet van toepassing indien een van de partijen zich daartegen verzet en het recht van een andere staat, in het bijzonder de staat van de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats, nauwer met het huwelijk verband houdt. In dat geval is het recht van die andere staat van toepassing. Artikel 13 quater (ex-artikel 15 - Artikel 6 Haags Protocol, mutatis mutandis) Bijzondere regel voor de verdediging In het geval van een andere onderhoudsverplichting dan die van een ouder jegens zijn kind en dan die welke in artikel 13 ter wordt bedoeld, kan de schuldenaar de vordering van de schuldeiser betwisten op de grond dat noch het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van de schuldenaar, noch in voorkomend geval, het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de partijen in een dergelijke verplichting voorziet. 8467/08 gar/il/rb 17

18 Artikel 14 (Artikel 7 Haags Protocol, mutatis mutandis) Aanwijzing van het recht dat op een bepaalde procedure van toepassing is 1. Onverminderd de artikelen 13, 13 bis, 13 ter en 13 quater kunnen de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige, uitsluitend voor een bepaalde procedure in een bepaalde staat, uitdrukkelijk het recht van die staat aanwijzen als het recht dat op de onderhoudsverplichting van toepassing is. 2. De aanwijzing, voorafgaand aan de instelling van de procedure, wordt in een door de partijen ondertekende overeenkomst vastgelegd, schriftelijk of op een medium waarvan de inhoud toegankelijk is zodat ernaar kan worden verwezen. Artikel 14 bis (Artikel 8 Haags Protocol, mutatis mutandis) Aanwijzing van het toepasselijke recht 1. Onverminderd de artikelen 13, 13 bis, 13 ter en 13 quater kunnen de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige te allen tijde een van de volgende rechtsstelsels aanwijzen als het op de onderhoudsverplichting toepasselijke recht: a) het recht van een staat waarvan een van de partijen op het tijdstip van de aanwijzing de nationaliteit heeft; b) het recht van de staat waar een van de partijen op het tijdstip van de aanwijzing zijn gewone verblijfplaats heeft; c) het recht dat door de partijen is aangewezen als toepasselijk op hun vermogensrechtelijke verhouding of het recht dat daarop feitelijk van toepassing is; d) het recht dat door de partijen is aangewezen als toepasselijk op de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed, of het recht dat daarop feitelijk van toepassing is. 8467/08 gar/il/rb 18

19 2. De aanwijzing wordt in een overeenkomst vastgelegd, schriftelijk of op een medium waarvan de inhoud toegankelijk is zodat ernaar kan worden verwezen, en wordt door beide partijen ondertekend. 3. Lid 1 is niet van toepassing op onderhoudsverplichtingen jegens een persoon beneden 18 jaar of een kwetsbare volwassene. 4. Onverminderd het door de partijen overeenkomstig lid 1 aangewezen recht, bepaalt het recht van de staat waar de schuldeiser op het tijdstip van de aanwijzing zijn gewone verblijfplaats heeft, of de schuldeiser kan afzien van zijn recht op alimentatie. 5. Tenzij de partijen op het tijdstip van de aanwijzing ten volle kennis en besef hebben van de gevolgen van hun keuze, is het door de partijen aangewezen recht niet van toepassing indien de toepassing zou leiden tot voor een van de partijen kennelijk onbillijke of onredelijke gevolgen. Artikel 14 ter (Artikel 9 Haags Protocol, mutatis mutandis) "Domicile" (woonplaats) in plaats van "nationaliteit" Een lidstaat die voorziet in het begrip "domicile" (woonplaats) als aanknopingsfactor in familierechtelijke zaken, kan de Commissie overeenkomstig artikel 49 bis ervan in kennis stellen dat voor zaken die bij haar autoriteiten worden aangebracht, het woord "nationaliteit" in de artikelen 13 bis en 13 quater wordt vervangen door "domicile" (woonplaats), zoals omschreven in die lidstaat. Artikel 15 (verplaatst naar artikel 13 quater) 8467/08 gar/il/rb 19

20 Artikel 16 (Artikel 10 Haags Protocol, mutatis mutandis) Overheidsinstanties Het recht van een overheidsinstantie om van de schuldeiser de terugbetaling te vragen van een in de plaats van de alimentatie betaalde uitkering, wordt beheerst door het recht waaraan de instantie is onderworpen. Artikel 17 (Artikel 11 Haags Protocol, mutatis mutandis) Werkingssfeer van het toepasselijke recht Het op de onderhoudsverplichting toepasselijk recht bepaalt onder meer: a) het bestaan en de omvang van de rechten van de schuldeiser en jegens wie hij deze kan uitoefenen; b) de mate waarin de schuldeiser met terugwerkende kracht alimentatie kan vragen; c) de basis voor de berekening van de alimentatie en de indexering daarvan; d) wie een procedure inzake onderhoudsverplichtingen kan instellen, behalve ter zake van de bevoegdheid om in rechte op te treden en zich er te laten vertegenwoordigen; e) de verjaring; f) de omvang van de verplichting van een alimentatieplichtige, indien een overheidsinstantie van de schuldeiser de terugbetaling vraagt van een in de plaats van de alimentatie betaalde uitkering. Artikel 18 (verplaatst naar artikel 12 bis) 8467/08 gar/il/rb 20

21 Artikel 19 (Artikel 12 Haags Protocol, mutatis mutandis) Uitsluiting van herverwijzing In dit hoofdstuk wordt onder de term "recht" verstaan het recht dat in een staat geldt, met uitsluiting van de collisieregels van die staat. Artikel 20 (Artikel 13 Haags Protocol, mutatis mutandis) Openbare orde De toepassing van het overeenkomstig dit hoofdstuk aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld voor zover de gevolgen ervan kennelijk strijdig zou zijn met de openbare orde van de staat van de rechter. Artikel 20 bis (Artikel 14 Haags Protocol, mutatis mutandis) Vaststelling van het alimentatiebedrag Zelfs als het toepasselijk recht anders bepaalt, wordt bij de bepaling van het bedrag van de alimentatie rekening gehouden met de behoeften van de schuldeiser en de middelen van de schuldenaar, alsook met eventuele compensaties die in de plaats van periodieke alimentatieuitkeringen aan de schuldeiser zijn toegekend. Artikel 21 (Artikelen 15 en 16 Haags Protocol, mutatis mutandis) Staten met meerdere rechtsstelsels 1. Een staat met verschillende rechtsstelsels of regelingen met betrekking tot onderhoudsverplichtingen, is niet gehouden de bepalingen van dit hoofdstuk toe te passen op conflicten die slechts deze verschillende rechtsstelsels of regelingen betreffen. 8467/08 gar/il/rb 21

22 2. Ten aanzien van een staat die op het gebied van een bij dit hoofdstuk geregelde aangelegenheid twee of meer rechtsstelsels of regelingen heeft die binnen verschillende territoriale eenheden van toepassing zijn: a) wordt een verwijzing naar het recht van een staat uitgelegd, waar nodig, als een verwijzing naar het recht dat binnen de betrokken territoriale eenheid van kracht is; b) wordt een verwijzing naar de bevoegde autoriteiten of overheidsinstanties van die staat uitgelegd, waar nodig, als een verwijzing naar de autoriteiten of instanties die gemachtigd zijn om binnen de betrokken territoriale eenheid op te treden; c) wordt een verwijzing naar de gewone verblijfplaats in die staat uitgelegd, waar nodig, als een verwijzing naar de gewone verblijfplaats in die territoriale eenheid; d) wordt een verwijzing naar de staat waarvan twee personen de gemeenschappelijke nationaliteit hebben, uitgelegd als een verwijzing naar de door het recht van die staat aangewezen territoriale eenheid of, bij gebreke van ter zake dienende regels, naar de territoriale eenheid waarmee de onderhoudsverplichting het nauwst verbonden is; e) wordt een verwijzing naar de staat waarvan een persoon de nationaliteit heeft, uitgelegd als een verwijzing naar de door het recht van die staat aangewezen territoriale eenheid of, bij gebreke van ter zake dienende regels, naar de territoriale eenheid waarmee de persoon het nauwst verbonden is. 3. Teneinde het overeenkomstig dit hoofdstuk toepasselijke recht aan te wijzen ten aanzien van een staat die twee of meer territoriale eenheden omvat met ieder hun eigen rechtsstelsel of regeling op het gebied van een bij dit hoofdstuk geregelde aangelegenheid, zijn de volgende regels van toepassing: a) indien in die staat regels van kracht zijn waarin wordt vastgesteld van welke territoriale eenheid het recht toepasselijk is, vindt het recht van die eenheid toepassing; b) bij gebreke daarvan is, overeenkomstig lid 2, het recht van de betrokken territoriale eenheid van toepassing. 8467/08 gar/il/rb 22

23 Hoofdstuk IV Gemeenschappelijke procedureregels Artikel 22 (geschrapt) Artikel 23 (verplaatst - zie artikel 6-3) Artikel 24 (verplaatst - zie artikel 26 bis) 8467/08 gar/il/rb 23

24 Hoofdstuk V Erkenning en uitvoerbaarheid van beslissingen Artikel 25 Afschaffing van het exequatur De in een lidstaat gegeven beslissing wordt in een andere lidstaat erkend zonder dat daartoe enigerlei procedure vereist is en zonder dat verzet tegen de erkenning openstaat. 2. De in een lidstaat gegeven beslissing welke in die lidstaat uitvoerbaar is, is in een andere lidstaat uitvoerbaar zonder dat zij aldaar uitvoerbaar behoeft te worden verklaard. Artikel 25 bis Het inroepen van een erkende beslissing De partij die een in de zin van artikel 25, lid 1, erkende beslissing in een andere lidstaat wenst in te roepen, legt een expeditie van de beslissing over aan de hand waarvan de echtheid kan worden vastgesteld. [[In voorkomend geval] stelt het gerecht van de lidstaat van oorsprong op verzoek van een belanghebbende partij een certificaat op volgens het modelformulier in bijlage X [...]. [Artikel 25 ter Geen gevolgen voor het bestaan van familiale betrekkingen De erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing inzake alimentatie op grond van deze verordening houdt op generlei wijze de erkenning in van de familiale betrekkingen die ten grondslag liggen aan de onderhoudsverplichting die tot de beslissing aanleiding heeft gegeven]. 21 Zie de voetnoot bij artikel /08 gar/il/rb 24

25 Artikel 26 Uitvoerbaarheid bij voorraad [Voor de toepassing van dit hoofdstuk] Een in een andere lidstaat gegeven beslissing is van rechtswege uitvoerbaar, onverminderd elk beroep waarin het nationale recht voorziet. Het gerecht van oorsprong kan echter anders beslissen, in de gevallen waarin zijn rechtsstelsel daarin voorziet. Hoofdstuk V bis Verzoek tot herziening Artikel 26 bis (ex-artikel 24) Recht om een herziening te vragen 1. De verweerder die niet in de lidstaat van oorsprong is verschenen, heeft het recht aan het bevoegde gerecht van die lidstaat de herziening van de beslissing te vragen, indien: a) de akte van rechtsingang of een gelijkwaardig stuk niet tijdig genoeg aan hem is betekend of ter kennis gebracht om hem de mogelijkheid te bieden zijn verdediging voor te bereiden, of b) hij de alimentatievordering door overmacht of buitengewone omstandigheden buiten zijn wil niet heeft kunnen betwisten. 8467/08 gar/il/rb 25

26 1 bis. De verweerder heeft geen recht op herziening als bedoeld in lid 1, indien: a) hij de beslissing zonder succes voor het bevoegde gerecht van de lidstaat van oorsprong heeft aangevochten, of b) hij heeft verzuimd de beslissing aan te vechten, hoewel dat mogelijk was. 2. De termijn om de herziening te vragen gaat in op de dag waarop de verweerder daadwerkelijk kennis krijgt van de inhoud van de beslissing en hij in staat is te reageren, maar uiterlijk op de dag waarop de voor de tenuitvoerlegging bevoegde autoriteit hem van de beslissing kennis geeft. De verweerder handelt zonder verwijl en in ieder geval binnen een termijn van [45] dagen. De termijn mag niet op grond van de afstand worden verlengd. Indien de beslissing persoonlijk aan de verweerder is betekend, wordt hij geacht daadwerkelijk kennis te hebben van de inhoud van de beslissing vanaf de datum van betekening. De verweerder kan evenwel aantonen dat hij niet, dan wel pas op een later tijdstip, op de hoogte was van de inhoud van de beslissing. 3. (...) Indien het gerecht het in lid 1 bedoelde verzoek tot herziening weigert omdat geen van de aldaar genoemde herzieningsgronden van toepassing is, blijft de beslissing van kracht. Indien het gerecht besluit dat heroverweging om een van de in lid 1 bedoelde redenen gegrond is, is de gegeven beslissing nietig. De schuldeiser behoudt echter de voordelen van de stuiting van verjaring en/of het tijdens de oorspronkelijke procedure verkregen recht om met terugwerkende kracht alimentatie te vragen. 22 De delegaties wordt eraan herinnerd dat deze bepaling (uitgezonderd de laatste volzin) overeenstemt met artikel 20, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1896/2006 en artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 861/2007. Doel is duidelijk aan te geven wat de gevolgen zijn indien een herziening wordt ingewilligd. 8467/08 gar/il/rb 26

27 Hoofdstuk VI Tenuitvoerlegging Artikel 27 Tenuitvoerleggingsprocedure en voorwaarden voor tenuitvoerlegging Onverminderd de bepalingen van deze verordening wordt de procedure voor de tenuitvoerlegging van in een andere lidstaat gegeven beslissingen, ( ) beheerst door het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging. Een in een andere lidstaat gegeven beslissing die uitvoerbaar is, wordt op dezelfde voorwaarden ten uitvoer gelegd als een in de lidstaat van tenuitvoerlegging gegeven beslissing 23. [Artikel 27-1 Bewarende maatregelen Een uitvoerbare beslissing houdt tevens het verlof in bewarende maatregelen te treffen 24. Een op grond van dit artikel genomen bewarende maatregel voor vermogensbestanddelen van de partij tegen wie om tenuitvoerlegging is verzocht kan, op verzoek van de schuldenaar aan de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van tenuitvoerlegging en nadat de schuldenaar de kans kreeg om gehoord te worden, worden omgezet in een tenuitvoerleggingsmaatregel voor die vermogensbestanddelen.] De laatste zin van deze bepaling stond voorheen in artikel 33, lid 3. Deze bepaling is ingegeven door artikel 47, lid 2, van de verordening Brussel I. 8467/08 gar/il/rb 27

28 Artikel 27 bis Vertegenwoordiging met het oog op tenuitvoerlegging Van de partij die om de tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing verzoekt, wordt niet verlangd dat zij in de lidstaat van tenuitvoerlegging beschikt over: a) een gemachtigd vertegenwoordiger, of b) een postadres anders dan ( ) de instanties die bevoegd zijn voor de tenuitvoerleggingsprocedure. Artikel 28 Documenten Om tenuitvoerlegging in een andere lidstaat te verkrijgen, verstrekt de eiser aan de bevoegde tenuitvoerleggingsautoriteiten de volgende stukken: a) een expeditie van de beslissing aan de hand waarvan de echtheid ervan kan worden vastgesteld; b) het door de bevoegde instantie van de lidstaat van oorsprong overeenkomstig bijlage I opgestelde standaardformulier 25 ; en 25 Onderzocht moet worden of het vraagstuk van de betalingsachterstand in het standaardformulier kan worden opgelost. 8467/08 gar/il/rb 28

29 c) in voorkomend geval, een transliteratie of een vertaling van het standaardformulier in de officiële taal van de lidstaat van tenuitvoerlegging, of indien er in die lidstaat verscheidene officiële talen bestaan, in een officiële rechtstaal van de plaats waar de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd, zulks overeenkomstig het recht van die lidstaat, of in een andere taal die de lidstaat van tenuitvoerlegging heeft aangegeven te aanvaarden 26. Iedere lidstaat kan mededelen welke officiële taal of talen van de instellingen van de Europese Unie hij naast zijn eigen taal of talen, voor de invulling van het standaardformulier kan aanvaarden. d) (...). De bevoegde instanties van de lidstaat van tenuitvoerlegging kunnen van de eiser geen vertaling van de beslissing verlangen. Een vertaling kan echter wel worden verlangd indien de tenuitvoerlegging van de beslissing op grond van artikel 33 wordt aangevochten 27. De vertaling moet worden gemaakt door een persoon die daartoe in een van de lidstaten bevoegd is Alle verplichtingen tot mededeling van bepaalde gegevens (zoals gegevens over de aanvaarde talen) moeten in artikel 49 bis worden samengebracht. Deze bepaling zal later worden herzien in het licht van de besprekingen over het standaardformulier. 8467/08 gar/il/rb 29

30 [Artikel 28 bis Samenwerking tussen tenuitvoerleggingsautoriteiten Onverminderd artikel 42 ter, lid 1, onder a), kan de eiser rechtstreeks bij de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van tenuitvoerlegging om tenuitvoerlegging verzoeken. De eiser kan ook om bijstand verzoeken van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van oorsprong die de in artikel 28 genoemde documenten aan de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van tenuitvoerlegging zal toezenden, samen met het in de bijlage opgenomen standaardformulier [...]. In dit geval is de datum die in aanmerking wordt genomen voor de stuiting of de opschorting van verjaring de datum waarop de eiser om tenuitvoerlegging heeft verzocht bij de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van oorsprong.] Artikel 29 Rechtsbijstand (verplaatst naar artikel D, lid 2, van het nieuwe hoofdstuk VI bis inzake toegang tot de rechter) Artikel 30 Zekerheid en depot (verplaatst naar artikel A, lid 5, van het nieuwe hoofdstuk VI bis inzake toegang tot de rechter) 8467/08 gar/il/rb 30

31 Artikel 31 Legalisatie of soortgelijke formaliteit (verplaatst naar hoofdstuk IX: Algemene en slotbepalingen als een nieuw artikel 47 quater) Artikel 32 Ontbreken van inhoudelijke toetsing van de beslissing In geen geval wordt de in een lidstaat gegeven beslissing in de lidstaat van tenuitvoerlegging inhoudelijk getoetst. 2. (...) Artikel 33 Weigering of opschorting van de tenuitvoerlegging 0. De in het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging bepaalde gronden voor weigering of opschorting van de tenuitvoerlegging zijn van toepassing voor zover zij niet onverenigbaar zijn met de toepassing van de leden 1 en Zie ook artikel /08 gar/il/rb 31

32 1. Op verzoek van de schuldenaar weigert de bevoegde instantie 29 van de lidstaat van tenuitvoerlegging geheel of gedeeltelijk de uitvoering van de beslissing van het gerecht van oorsprong, indien 30 : a) (...) b) (...) c) (...) d) het recht op tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht van oorsprong geheel of gedeeltelijk is verjaard, hetzij volgens de wetgeving van de lidstaat van oorsprong, hetzij volgens de wetgeving van de lidstaat van tenuitvoerlegging, maar in ieder geval volgens de langste termijn; of e) (...) f) de beslissing onverenigbaar is met een beslissing die in de lidstaat van tenuitvoerlegging is gegeven, of met een in een andere lidstaat of derde staat gegeven beslissing die aan de voorwaarden voor erkenning in de lidstaat van tenuitvoerlegging voldoet Besproken moet worden of er overeenkomstig artikel 49 bis een verplichting moet worden opgenomen om de bevoegde instanties op te geven. Het voorzitterschap verzoekt het Comité na te gaan of het, om tot de volledige afschaffing van het exequatur voor alle soorten onderhoudsverplichtingen te komen, nodig is in een aanvullende weigeringsgrond voor uitzonderlijke gevallen te voorzien. Die weigeringsgrond zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging de mogelijkheid heeft op verzoek van de schuldenaar geheel of gedeeltelijk de uitvoering van de beslissing van het gerecht van oorsprong te weigeren, indien de tenuitvoerlegging fundamentele beginselen in de lidstaat van tenuitvoerlegging aantast of indien de bedoelde onderhoudsverplichting niet bestaat in de lidstaat van tenuitvoerlegging. 8467/08 gar/il/rb 32

33 [Een beslissing die een eerdere beslissing over onderhoudsverplichtingen wijzigt op basis van gewijzigde omstandigheden wordt voor de toepassing van punt f) niet als een onverenigbare beslissing beschouwd.] 2. Op verzoek van de schuldenaar kan de bevoegde instantie 31 van de lidstaat van tenuitvoerlegging de uitvoering van de beslissing van het gerecht van oorsprong geheel of gedeeltelijk schorsen, indien: a) bij het bevoegde gerecht van de lidstaat van oorsprong overeenkomstig artikel 26 bis een verzoek tot herziening van de beslissing van het gerecht van oorsprong is ingediend; of b) (...) [c) bij een bevoegd gerecht door de schuldenaar een verzoek tot verkrijging van een nieuwe beslissing is ingediend op gronden die in de procedure in de lidstaat van oorsprong niet konden worden aangevoerd.] Voorts schorst de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging de uitvoering van de beslissing van het gerecht van oorsprong, indien de uitvoerbaarheid ervan in de lidstaat van oorsprong is geschorst. 3. (verplaatst naar artikel 27) 31 Besproken moet worden of er overeenkomstig artikel 49 bis een verplichting moet worden opgenomen om de bevoegde instanties op te geven. 8467/08 gar/il/rb 33

34 Artikel 34 ( ) Vele delegaties kanten zich tegen de opneming van de artikelen 34 en 35 van het Commissievoorstel. Het voorzitterschap stelt echter voor dat andere mogelijkheden tot verbetering van de tenuitvoerlegging van beslissingen worden overwogen, zoals de in de artikelen 27-1 en 28 bis voorgestelde maatregelen. De artikelen 34 en 35 luidden als volgt: "Artikel 34 - Opdracht tot maandelijkse automatische incasso 1. Op verzoek van de schuldeiser kan het gerecht van oorsprong een opdracht tot maandelijkse automatische incasso afgeven die in een andere lidstaat is bestemd voor de werkgever van de schuldenaar of voor de financiële instelling waarbij de schuldenaar een bankrekening heeft. De opdracht tot maandelijkse automatische incasso is overeenkomstig de artikelen 25 en 26 in dezelfde mate uitvoerbaar als de beslissing. 2. De opdracht tot maandelijkse automatische incasso kan slechts worden gegeven indien de beslissing op een van de in artikel 22 bedoelde wijzen aan de schuldenaar is betekend of ter kennis is gebracht. 3. Het verzoek en de opdracht tot maandelijkse automatische incasso zijn in overeenstemming met de modelformulieren in bijlage III bij deze verordening. 4. Van de opdracht tot maandelijkse automatische incasso wordt door het gerecht van oorsprong door middel van aangetekende brief met ontvangstbevestiging kennis gegeven: a) aan de werkgever van de schuldenaar of aan een financiële instelling waarbij de schuldenaar een rekening-courant heeft, en b) ten laatste vijf dagen daarna aan de schuldenaar, samen met de beslissing van het gerecht van oorsprong en de informatienota, volgens het modelformulier in bijlage III bis bij deze verordening. 5. Zodra de geadresseerde een opdracht tot maandelijkse automatische incasso heeft ontvangen, gaat hij over tot het eerste incasso. Indien hij de incasso's volstrekt niet kan uitvoeren, geeft hij het gerecht van oorsprong hiervan kennis binnen 30 dagen na de ontvangstbevestiging of het laatste incasso. 6. De schuldenaar te wiens aanzien een opdracht tot maandelijkse automatische incasso is gegeven, moet elke verandering van werkgever of bankrekening aan de schuldeiser en het gerecht van oorsprong meedelen. Artikel 35 - Opdracht tot tijdelijke bevriezing van een bankrekening 1. Een schuldeiser kan het gerecht waarbij de zaak ten gronde is aangebracht, verzoeken om een opdracht tot tijdelijke bevriezing van een bankrekening, die wordt gericht tot de financiële instelling in een andere lidstaat waarbij de schuldenaar een bankrekening heeft. Het verzoek en de opdracht tot tijdelijke bevriezing zijn in overeenstemming met de modelformulieren in bijlage IV bij deze verordening. 2. Het gerecht doet binnen 8 dagen uitspraak over het verzoek van de schuldeiser, zonder dat de schuldenaar van het verzoek op de hoogte wordt gesteld en zonder dat hem de mogelijkheid wordt geboden te worden gehoord. Het geeft de opdracht tot tijdelijke bevriezing indien het oordeelt dat het verzoek van de schuldeiser kennelijk niet ongegrond is en de kans groot is dat de schuldenaar zijn verbintenis niet nakomt. 8467/08 gar/il/rb 34

35 Artikel (...) 3. De opdracht tot tijdelijke bevriezing: a) wordt door het gerecht aan de financiële instelling waarbij de schuldenaar een rekening-courant heeft, door middel van een aangetekende brief met ontvangstbevestiging meegedeeld; b) heeft vanaf de ontvangst ervan tot gevolg dat elke verrichting op de bankrekening die tot gevolg zou hebben dat de rekeninghouder de in de opdracht tot tijdelijke bevriezing bepaalde som niet meer zou kunnen betalen, verboden is. 4. Zodra de opdracht tot tijdelijke bevriezing het in lid 3, punt b), beschreven gevolg heeft, worden de schuldeiser en de schuldenaar door middel van een aangetekende brief met ontvangstbevestiging in kennis gesteld van de opdracht. 5. De schuldenaar kan het gerecht dat de opdracht tot tijdelijke bevriezing heeft gegeven, om de opheffing van de opdracht verzoeken. Het gerecht doet uitspraak binnen 8 dagen. Het gerecht kan het verzoek inwilligen, en zo nodig eisen dat de schuldenaar zekerheid stelt. 6. De opdracht tot tijdelijke bevriezing houdt op gevolgen te hebben zodra het gerecht aldus beslist of indien het niet binnen 8 dagen uitspraak doet, en ten laatste wanneer het een beslissing ten gronde geeft. Zodra de beslissing ten gronde is gegeven, kan de opdracht tot tijdelijke bevriezing ook worden vervangen door een opdracht tot maandelijkse automatische incasso, indien de schuldeiser overeenkomstig artikel 34 daarom verzoekt. Van de beslissing tot opheffing van de opdracht tot tijdelijke bevriezing wordt door het gerecht door middel van een aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de financiële instelling kennis gegeven.". 33 Zie de voetnoot bij artikel /08 gar/il/rb 35

36 Artikel 36 (geschrapt) Artikel 36 bis (Artikel 43, lid 1 Haags Verdrag, mutatis mutandis) Verhalen van kosten De kosten in verband met de toepassing van deze verordening worden niet bij voorrang boven de alimentatie verhaald. Hoofdstuk VI bis Toegang tot de rechter Artikel A Recht op rechtsbijstand (deels artikel 3 van de richtlijn betreffende rechtsbijstand, deels artikel 14 van het Haags Verdrag en het voormalige artikel 30) 1. De partijen die hun gewone verblijfplaats in een lidstaat hebben en betrokken zijn bij een geschil in de zin van deze verordening hebben, onder de voorwaarden bepaald in dit hoofdstuk, daadwerkelijke toegang tot procedures [de rechter], waaronder tenuitvoerleggings- en beroepsprocedures. 2. De lidstaten voorzien te dien einde overeenkomstig dit hoofdstuk in rechtsbijstand, tenzij lid 3 van toepassing is. 8467/08 gar/il/rb 36

37 3. Een lidstaat is niet verplicht rechtsbijstand te verstrekken indien en voor zover zijn procedures de partijen in staat stellen te handelen zonder een beroep hoeven te doen op rechtsbijstand, en de centrale autoriteit kosteloos de nodige diensten verstrekt. 4. Het recht op rechtsbijstand is niet restrictiever dan in soortgelijke binnenlandse zaken. 5. Geen zekerheid, borgtocht of pand, in welke vorm ook, wordt verlangd voor de betaling van de kosten en uitgaven in verband met procedures betreffende onderhoudsverplichtingen. Artikel B 34 Inhoud van de rechtsbijstand (Artikel 3, lid 2, en artikel 7 van de richtlijn rechtsbijstand en artikel 3, onder c), van het Haagse Verdrag). 1. Onder de op grond van deze verordening verstrekte rechtsbijstand wordt verstaan [de bijstand die de partijen in staat stelt hun rechten te kennen en te doen gelden. Hij dekt] in voorkomend geval de volgende kosten: a) de kosten van het precontentieus advies, ter beslechting van een geschil dat nog niet aan de rechter is voorgelegd; b) juridische bijstand om een zaak bij de rechter aanhangig te maken en vertegenwoordiging in rechte; c) de vrijstelling van of tegemoetkoming in de proceskosten en het honorarium van personen die in opdracht van de rechter in de procedure optreden; 34 In een overweging kan worden aangegeven dat in gevallen die niet onder artikel C vallen, rechtsbijstand met betrekking tot de punten a) tot en met d), overeenkomstig de richtlijn rechtsbijstand wordt verleend door de lidstaat waar degene die om rechtsbijstand verzoekt zijn gewone verblijfsplaats heeft, terwijl de rechtbijstand met betrekking tot de punten e) tot en met g) wordt verleend door de lidstaat waar het gerecht is gevestigd. 8467/08 gar/il/rb 37

PUBLIC LIMITE NL. Brussel, 28 juni 2007 (10.07) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11281/07. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 CNS LIMITE

PUBLIC LIMITE NL. Brussel, 28 juni 2007 (10.07) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11281/07. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 CNS LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juni 007 (0.07) (OR. fr) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 005/059 CNS 8/07 LIMITE JUSTCIV 80 NOTA van: het Duitse en het aantredende Portugese voorzitterschap

Nadere informatie

PUBLIC 13583/08. Brussel, 26 september 2008 (08.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 C S LIMITE JUSTCIV 198

PUBLIC 13583/08. Brussel, 26 september 2008 (08.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 C S LIMITE JUSTCIV 198 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 september 2008 (08.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 C S PUBLIC 13583/08 LIMITE JUSTCIV 198 OTA van: het voorzitterschap aan: het Comité

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 21 oktober 2008 (22.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14066/08 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259(C S) LIMITE

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 21 oktober 2008 (22.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14066/08 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0259(C S) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 21 oktober 2008 (22.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2005/0259(C S) PUBLIC 14066/08 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 216 OTA - ADDE DUM van: het voorzitterschap

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen

Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken

Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangende gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1, 32003R2201 Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid

De Verordening EG nr. 2201/2003 en de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid INTERNATIONAAL ADVOCATENKANTOOR ADVOCAAT DR. ALFONSO MARRA JURIST VERTALER BEVOEGDHEID VOOR DE TWEETALIGHEID DUITS ITALIAANS VAN DE ZELFSTANDIGE PROVINCIE BOLZANO GESLAAGD VOOR HET STAATSEXAMEN VAN DUITSE

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003

Publicatieblad van de Europese Unie. VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD. van 27 november 2003 23.12.2003 L 338/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10 21 (1980) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1981 Nr. 10 A, TITEL Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake liet gezag over

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 7223/04 DCL 1 JUSTCIV 42 DERUBRICERING van document: 7223/04 d.d.: 11 maart 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor een

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144 25 (1976) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1976 Nr. 144 A. TITEL Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 mei 2006 (22.05) (OR. fr) 9620/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 (CNS) JUSTCIV 133

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 mei 2006 (22.05) (OR. fr) 9620/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 (CNS) JUSTCIV 133 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 mei 2006 (22.05) (OR. fr) 9620/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0259 (CNS) JUSTCIV 133 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt: Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende de wet

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Luxemburg 20 mei 1980

Luxemburg 20 mei 1980 Europese Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen Officiële tekst Europese Verdrag

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 mei 2005 (30.05) (OR. en) 9886/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0020 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 mei 2005 (30.05) (OR. en) 9886/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0020 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 mei 2005 (30.05) (OR. en) PUBLIC 9886/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0020 (COD) LIMITE JUSTCIV 39 CODEC 555 NOTA van: het voorzitterschap aan: Coreper

Nadere informatie

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * P7_TA(2010)0477 Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: aan: Betreft: de Franse delegatie het Comité burgerlijk recht Initiatief van de Franse Republiek

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2003R2201 NL 01.03.2005 001.006 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27

Nadere informatie

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend; Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1259/2010 VAN DE RAAD van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2001 Nr. 134

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2001 Nr. 134 23 (2001) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2001 Nr. 134 A. TITEL Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika inzake de geldendmaking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

PUBLIC 9703/1/10 REV 1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 mei 2010 (19.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) PUBLIC 9703/1/10 REV 1 LIMITE JUSTCIV 94 CODEC 425 NOTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID, DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN

VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID, DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID, DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN CONV/JUD/nl 1 PREAMBULE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, VASTBESLOTEN

Nadere informatie

14899/09 HD/mm DG H 2 A

14899/09 HD/mm DG H 2 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2009 (OR. en) 14899/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0034 (CNS) JUSTCIV 215 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

2004R0805 NL

2004R0805 NL 2004R0805 NL 04.12.2008 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 805/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Verdrag van Lugano betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken Ondertekend te Lugano op 30 oktober 2007 Preambule De hoge

Nadere informatie

Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen

Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend de toegang tot de rechter in internationale gevallen te vergemakkelijken, Hebben

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid: Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging

Nadere informatie

De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten

De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten De erkenning en uitvoerbaarverklaring van vreemde rechterlijke beslissingen en akten EXEQUATURRECHT Vroeger onduidelijkheid omtrent begrippen art. 22 31 WbIPR geeft definities + moet er een rechtelijke

Nadere informatie

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, december 004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 004/038 (CNS) 58//04 REV LIMITE COPEN 44 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 374/04 COPEN 8

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 februari 2010 (22.02) (OR. en) 6198/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 februari 2010 (22.02) (OR. en) 6198/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, februari 200 (22.02) (OR. en) 698/0 Interinstitutioneel dossier: 2009/057 (COD) LIMITE JUSTCIV 26 CODEC 95 OTA van: het voorzitterschap aan: de Groep burgerlijk

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende

Nadere informatie

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het toepasselijke recht

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.7.2006 COM(2006) 399 definitief 2006/0135 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wat

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

Ten stelligste ervan overtuigd dat het belang van het kind in alle aangelegenheden betreffende het gezag over kinderen van fundamentele betekenis is,

Ten stelligste ervan overtuigd dat het belang van het kind in alle aangelegenheden betreffende het gezag over kinderen van fundamentele betekenis is, Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Ten stelligste ervan overtuigd dat het belang van het kind in

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 mei 2011 (25.05) (OR. en) 10126/11. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 mei 2011 (25.05) (OR. en) 10126/11. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 mei 2011 (25.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) PUBLIC 10126/11 LIMITE JUSTCIV 127 CODEC 812 OTA van: het voorzitterschap aan: het Comité

Nadere informatie

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud, New York,

Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud, New York, Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud, New York, 20-06-1956 VERDRAG INZAKE HET VERHAAL IN HET BUITENLAND VAN UITKERINGEN TOT ONDERHOUD Preambule Overwegende dat het

Nadere informatie

VERDRAG. betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

VERDRAG. betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken 21.12.2007 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 339/3 VERDRAG betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken PREAMBULE

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen *

Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen * P7_TA(2013)0337 Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad

Nadere informatie

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

13585/17 WST/sht/bb DGD 2 Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0149 (E) 13585/17 JUSTCIV 249 SM 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Deze tekst van het voorzitterschap moet samen met de toelichting in document 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 worden gelezen.

Deze tekst van het voorzitterschap moet samen met de toelichting in document 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 worden gelezen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 januari 2011 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 18475/11 ADD 1 REV 1 (nl) JUSTCIV 356 CODEC 2397 NOTA - ADDENDUM van: het voorzitterschap aan: het Coreper

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 18 november 2011 (01.12) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 18 november 2011 (01.12) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 8 november 20 (0.2) (OR. en) 7068/ Interinstitutioneel dossier: 2009/057 (COD) LIMITE JUSTCIV 38 CODEC 2075 OTA van: het voorzitterschap aan: de Groep burgerlijk

Nadere informatie

Praktische handleiding voor de Toepassing van de Verordening betreffende de Europese Executoriale Titel

Praktische handleiding voor de Toepassing van de Verordening betreffende de Europese Executoriale Titel NL Praktische handleiding voor de Toepassing van de Verordening betreffende de Europese Executoriale Titel http://ec.europa.eu/civiljustice/ Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken Voorwoord

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 15.12.2005 COM(2005) 649 definitief 2005/0259 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 6 maart 205 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 203/09 (COD) 682/5 JUSTCIV 40 FREMP 36 CODEC 283 NOTA van: aan: het voorzitterschap de Raad nr. vorig doc.: 6599/5 JUSTCIV

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/39

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/39 11.6.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 151/39 VERTALING VERDRAG INZAKE DE BEVOEGDHEID, HET TOEPASSELIJKE RECHT, DE ERKENNING, DE TENUITVOERLEGGING EN DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OUDERLIJKE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 4 maart /1/10 REV 1 (de,nl,da,el,es,pt,fi, sv,cs,et,lv,lt,hu,mt,pl,sk,sl,bg,ro)

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 4 maart /1/10 REV 1 (de,nl,da,el,es,pt,fi, sv,cs,et,lv,lt,hu,mt,pl,sk,sl,bg,ro) eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 4 maart 200 Interinstitutioneel dossier: 2009/057 (COD) PUBLIC 698//0 REV (de,nl,da,el,es,pt,fi, sv,cs,et,lv,lt,hu,mt,pl,sk,sl,bg,ro) LIMITE JUSTCIV 26 CODEC 95

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0126),

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0126), P7_TA(2013)0338 Huwelijksvermogensstelsels * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0169 (E) 12326/16 JUSTCIV 237 COEST 226 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

L 339 van de Europese Unie

L 339 van de Europese Unie Publicatieblad ISSN 1725-2598 L 339 van de Europese Unie Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 50e jaargang 21 december 2007 Inhoud II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 september 2007 (OR. en) 12247/07 JUSTCIV 218 CH 30 ISL 49 N 49

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 september 2007 (OR. en) 12247/07 JUSTCIV 218 CH 30 ISL 49 N 49 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 september 2007 (OR. en) 12247/07 JUSTCIV 218 CH 30 ISL 49 N 49 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad inzake de ondertekening namens

Nadere informatie

's-gravenhage, 25 oktober 1980 HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED VAN HET VERDRAG

's-gravenhage, 25 oktober 1980 HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED VAN HET VERDRAG Verdrag betreffende burgerrechtelijke aspecten van internationale kinderontvoering Officiële tekst Verdrag betreffende burgerrechtelijke aspecten van internationale kinderontvoering 's-gravenhage, 25 oktober

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.07.2006 COM(2006) 400 definitief GROENBOEK OVER COLLISIEREGELS OP HET GEBIED VAN HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS, MET INBEGRIP VAN DE KWESTIE VAN DE RECHTERLIJKE

Nadere informatie

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS Begripsomschrijving Artikel 1 Beroepscode Commissie Consument Erkend Hypotheekadviseur Geschillencommissie Hypothecaire

Nadere informatie

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft.

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft. Klachtenregeling van P-Centrum Nederland B.V. Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 31.1.2003 L 26/41 RICHTLIJN 2002/8/EG VAN DE RAAD van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0173 (E) 12328/16 JUSTCIV 239 COREE 8 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Klachtenregeling studenten

Klachtenregeling studenten Klachtenregeling studenten Citeertitel Datum inwerkingtreding 01-10-2018 Vastgesteld door College van Bestuur 16-10-2018 Instemming van Medezeggenschapsraad Rechtsgrondslag Bijzonderheden Korte omschrijving

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0168 (E) 12327/16 JUSTCIV 238 COLAC 69 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Bijgewerkte versie van 1 juni 2005

Bijgewerkte versie van 1 juni 2005 Bijgewerkte versie van 1 juni 2005 Vademecum voor de toepassing van de nieuwe verordening Brussel II (Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning

Nadere informatie

VERORDENING (EG) Nr. 1896/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 16 december 2015

VERORDENING (EG) Nr. 1896/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 16 december 2015 02006R1896 NL 14.07.2017 003.002 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 november 2005 (30.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /05 Interinstitutional file: 2004/0055 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 29 november 2005 (30.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /05 Interinstitutional file: 2004/0055 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 29 november 2005 (30.) (OR. en) 5048/05 Interinstitutional file: 2004/0055 (COD) LIMITE JUSTCIV 29 CODEC 05 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie