AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- beoordeling. Hereweg 4 Aagtekerke. In opdracht van: Delta Big B.V. Pekelingseweg RB Aagtekerke.

Transcriptie

1 AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- beoordeling Hereweg 4 Aagtekerke In opdracht van: Delta Big B.V. Pekelingseweg RB Aagtekerke Uitgevoerd door: ZLTO Advies Mr. A.B. Verhage Adviseur Omgeving Ir. A.C.H.M. Commissaris Senior Adviseur Omgeving Kantoor Goes Cereshof 4 Postbus XH Goes Telefoon Telefax bram.verhage@zlto.nl Internet Datum: 22 augustus 2013

2 INHOUD 1. Algemeen 1.1 Naam initiatiefnemer 1.2 Adres initiatiefnemer 1.3 Soort activiteit en beschrijving 1.4 Plaats activiteit 1.5 Tijd 2. Aanleiding en motivering van de voorgenomen activiteit 2.1 Aanleiding 2.2 De voorgenomen activiteit 3. Kenmerken van de activiteit 3.1 Aard en omvang van de activiteit 3.2 Productieproces 3.3 Effecten op het milieu 3.4 Risico s van ongevallen en abnormale omstandigheden 3.5 Samenhang met andere activiteiten 3.5 Samenhang met andere activiteiten Omgeving van de inrichting Recreatiegebieden 4. Conclusie BIJLAGEN 1 Ligging Natuurbeschermingswetgebieden 2 Ligging kwetsbare gebieden in het kader van wet ammoniak en veehouderij 3 Depositieberekeningen stikstof vergunde en aangevraagde situatie 4 Geurberekening aangevraagde situatie 5 Luchtkwaliteitberekening aangevraagde situatie 6 Cultuurhistorische waardenkaart provincie Zeeland 7 Ecologische hoofdstructuur provincie Zeeland Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 2

3 Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 3

4 1. Algemeen 1.1 Naam initiatiefnemer Delta Big B.V. 1.2 Adres initiatiefnemer Pekelingseweg RB Aagtekerke 1.3 Soort activiteit en beschrijving Het betreft een varkenshouderij. Het bedrijf beschikt over een revisievergunning voor 3306 vleesvarkens (3417 dierplaatsen). Het doel van het bedrijf is om een deel van de bestaande vleesvarkensstal te slopen en een nieuwe stal terug te bouwen. De nieuwe stal zal worden voorzien van een bouwkundig groenlabel systeem en een zeer klein emitterend roosteroppervlak in de hokken. Het aantal vleesvarkens in stal 1 en 2 wordt door de nieuwbouw uitgebreid van 2306 vleesvarkens naar 3564 vleesvarkens. In de nieuwe stal zullen ook 1920 stuks gespeende biggen gehouden worden. Tevens zal in de nieuwe stal een rioleringsysteem worden gerealiseerd waardoor er geen mestopslag in het gebouw aanwezig is. Emissies worden daardoor sterk beperkt bij de bron en de leefomstandigheden voor varkens op gebied van welzijn en gezondheid verbeteren. Het aantal vleesvarkens in stal 3 zal worden uitgebreid van 1000 naar 1100 stuks. De activiteiten wijken niet af van de activiteiten op vergelijkbare bedrijven in deze sector. Vanwege de uitbreiding van meer dan stuks vleesvarkens in de nieuwe stal, dient voor deze activiteit een aanmeldingsnotitie MER opgesteld te worden. De activiteit valt daarmee in categorie D 14 van het besluit MER. Tabel 1.1: Aantal dierplaatsen in huidige vergunde situatie Stal nr Diercategorie Huisvest. Aantal Ammoniak Ammoniak Geur Geur (RAV) Dieren= kg NH3 Totaal kg OU/s Totaal per BWL plaatsen per dier NH3/jaar dierpl. OU/s A/B/C D vleesvarkens D , vleesvarkens D ,13 130,00 16, Totaal NH ,00 Totaal OU/s ,0 1.4 Plaats activiteit Herenweg NS Aagtekerke Gemeente: Veere Sectie: G Nummers: 771 en 772 De locatie is gelegen in het buitengebied, op een afstand van circa 900 meter van de bebouwde kom van Aagtekerke. De meest nabij gelegen woning (bedrijfswoning Hereweg 2) ligt op een afstand van circa 30meter. Dit is eveneens het meest nabij gelegen geurgevoelige object. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 4

5 In figuur 1.1 is de kadastrale situatie van het bedrijf weergegeven. Figuur 1.1 : Kadastrale ligging bedrijf in nieuwe situatie 1.5 Tijd Het realiseren van de uitbreiding met vleesvarkens vindt plaats nadat stal 1 is opgericht. De bouw van deze nieuwe stal zal plaatsvinden over een periode van ca. 6 maanden. Daarbij zijn de volgende fases te onderscheiden: - Grondwerk; - Realiseren onderbouw (fundering); - Realiseren hoofdconstructie; - Realiseren wanden en dak; - Plaatsen van hokinrichting en installatiewerk - In gebruikname van de gevraagde bedrijfsomvang. Zodra de omgevingsvergunning is verleend, zal gestart worden met de realisatie van het plan. Vervolgens worden de stallen voor onbepaalde tijd in gebruik genomen worden. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 5

6 2. Aanleiding en motivering van de voorgenomen activiteit 2.1 Aanleiding Doel van de activiteit Op het bedrijf worden momenteel vleesvarkens gehouden, in grotendeels traditionele stallen. Enkel stal 3 is emissiearm door het gebruik van een chemische luchtwasser. Het bedrijf wordt voor een deel vernieuwd door de oudste stallen op het bedrijf te slopen en daarvoor een nieuwe stal op te richten. In de nieuwe stal wordt gebruikt gemaakt van een eenvoudig, maar effectief emissiearm stalsysteem waar in ieder hok slecht een klein roosteroppervlak fungeert als varkenstoilet. De lucht wordt geconditioneerd, door deze onder de vloer van de stal binnen te laten, waardoor er sprake is van een beter klimaat en een lager energieverbruik. De nieuwbouw gaat ook gepaard met een stuk bedrijfsontwikkeling. Het aantal vleesvarkens wordt uitgebreid en tevens wordt de mogelijkheid om al jongere biggen aan te voeren gerealiseerd. In de nieuwe situatie zal aan de diverse onderdelen uit de wet-en regelgeving (welzijn, huisvesting, IPPC, mestwetgeving) worden voldaan Gevolgen indien het plan niet wordt uitgevoerd Indien de noodzakelijke investeringen niet gepaard kunnen gaan met het oprichten van een nieuwe stal en uitbreiding van het aantal dieren, zal dit nadelige gevolgen hebben voor de bedrijfseconomische opzet. Hiermee komt de concurrentiepositie en de levensvatbaarheid van het bedrijf in gevaar. 2.2 De voorgenomen activiteit Motivatie van het plan Door de vernieuwing en de aanvraag van meer dieren kan de aanvrager zijn kostprijs beperkt houden. Tevens zal door de realisatie volledig voldaan worden aan de eisen die de IPPC-richtlijn (Best Beschikbare Technieken) en het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij stellen. Ondanks de toename van het aantal dieren neemt de ammoniakemissie af en door het wijzigen van het ventilatiesysteem neemt de geurbelasting eveneens af. De fijn stofemissie neemt wel iets toe, maar de concentraties blijven binnen de gestelde drempelwaarden. Zie tevens hoofdstuk 3 en 4. In de nieuwe stal zal aan de wegzijde een ruimte worden gerealiseerd waar langskomende fietsers of wandelaars een kijkje in de stal kunnen nemen. Tevens zal daar informatie te zien met betrekking tot de varkenshouderij in Nederland en specifiek op die locatie Alternatieven Op de initiatieflocatie is reeds een vergunning aanwezig voor het houden van vleesvarkens en dus kunnen hier ook dieren worden gehouden. Het bedrijf zou een andere locatie kunnen verwerven om uit te breiden, maar de huidige locatie is in het verleden aangekocht om te kunnen doorontwikkelen. Bovendien zijn andere intensieve veehouderij locaties schaars en de mogelijkheden beperkt in de omgeving. Voor de inrichting zijn dan ook geen alternatieve locaties beschikbaar Toekomstige ontwikkelingen Na realisatie van de geplande bedrijfsomvang voldoet het bedrijf milieutechnisch, bedrijfseconomisch en qua dierenwelzijn aan de geldende eisen. Vooralsnog worden nog geen verdere ontwikkelingen voorzien. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 6

7 3. Kenmerken van de activiteit 3.1 Aard en omvang van de activiteit Het onderhavige plan betreft het wijzigen en uitbreiden van een bestaand agrarisch bedrijf. Er wordt uitgebreid met dierplaatsen voor vleesvarkens en plaatsen voor biggenopfok. Dit wordt gedaan door de nieuwbouw van een stal. Het aantal dieren per diersoort in de nieuwe situatie, de ammoniak- en geuremissie is weergegeven in tabel 3.1 Tabel 3.1: de voorgenomen activiteit Stal nr Diercategorie Huisvest. Aantal Ammoniak Ammoniak Geur Geur (RAV) Dieren= kg NH3 Totaal kg OU/s Totaal per BWL plaatsen per dier NH3/jaar dierpl. OU/s vleesvarkens D ,2 3326,40 17, ,8 biggenopfok D ,17 326,40 5, vleesvarkens D , vleesvarkens D ,13 143,00 16, Totaal NH ,80 Totaal OU/s ,8 Bij stal 1 wordt en bouwkundige emissiearm systeem toegepast met emitterend mestoppervlak. Stal 3 wordt uitgevoerd als groen label stal (BWL V2; BWL V2; BWL V3; BWL ). Voor deze is in het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij een maximale emissiewaarde opgenomen van 1,4 kg per dierplaats per jaar. Er wordt gekozen voor verdergaande emissiereductie om zo veel mogelijk binnen het bestaande ammoniakplafond te blijven. 3.2 Productieproces Procesbeschrijving De hoofdactiviteit is het houden en verzorgen van varkens ten behoeve van de productie van vleesvarkens. De varkens krijgen voer, dat bestaat uit krachtvoer van een veevoederfabriek, graan en diverse droge bijproducten. Het voer wordt automatisch verstrekt met voermachines, waarvan de motoren allen elektrisch aangedreven zijn. In tabel 3.2 is een inschatting van het toekomstige gebruik weergegeven. Tabel 3.2: Inschatting van het verbruik van grondstoffen voor voorgenomen activiteit soort product stof jaarverbruik Opslagcapaciteit eenheid Mengvoeder-droge grondstoffen-mineralen ton Granen ton leidingwater n.v.t. m 3 elektriciteit n.v.t. kwh Propaan 2 m 3 5 m 3 m 3 Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 7

8 3.2.2 Afvalstoffen Kadavers De kadavers worden binnen de inrichting opgeslagen in een destructiecontainer. De kadavers worden op afroep door de destructor afgehaald en afgevoerd. Mest De opslag van mest vindt plaats in mestkelders onder de stallen. De jaarlijkse mestproductie bedraagt voor dit aantal dieren ca m 3 per jaar. Bedrijfsafval Dit wordt afgevoerd via een particulier afvalophaalbedrijf (1 keer per kwartaal) en bedraagt per jaar ca. 3 m 3 jaar. Gevaarlijk afval Binnen de inrichting komt geen gevaarlijk afval vrij. Klein chemisch afval Binnen de inrichting komt op jaarbasis een beperkte hoeveelheid klein chemisch afval vrij. Het klein chemisch afval wordt opgeslagen in een chemo- box. De inhoud van de chemo- box wordt periodiek uit de inrichting afgevoerd via een gemeentelijk inzamelsysteem. Bedrijfsafvalwater Al het bedrijfsafvalwater (o.a. reinigingswater en spoelwater) dat binnen de inrichting ontstaat wordt geloosd op de mestkelders van de stal. Er is geen sprake van huishoudelijk afvalwater. Het hemelwater wordt deels op de sloot gebracht, maar grotendeels op de bodem gebracht waar het via infiltratie in de bodem kan zakken. 3.3 Effecten op het milieu De belangrijkste effecten komen voort uit de emissies die binnen de inrichting ontstaan. Het gaat daarbij met name om geluid-, ammoniak-, geur- en stofemissie. Ten behoeve van een omgevingsvergunning worden de nadelige effecten van deze emissies op de omgeving getoetst en beoordeeld. Hieronder worden de effecten beschreven in de gebruiksfase. Tijdens de aanlegfase zijn alleen de aspecten geluid en stof van toepassing. Door de afvoer en aanvoer van stalinrichting en de vervoersbewegingen van werknemers van de stalinrichter zal het aantal transportbewegingen waarschijnlijk gelijk zijn aan de bewegingen in de gebruiksfase. De ombouwfase zal echter beperkt blijven tot een periode van circa een half jaar. De uitstoot van fijn stof zal door het ontbreken van de stallen in de aanlegfase niet boven het niveau in de gebruiksfase uitkomen. De gehele aanlegfase kan worden beschouwd als een incidentele activiteit Emissies Ammoniakemissie Uit tabellen 1.1 en 3.1 is te zien dat de ammoniakemissie met 876,2 kg afneemt ten opzichte van de vergunde situatie. Deze afname wordt bewerkstelligd door de omschakeling naar verdergaande emissiearme technieken. Ook de ammoniakdepositie ten opzichte van de relevante natuurgebieden Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 8

9 zal hierdoor afnemen. Dit zijn de zeer kwetsbare gebieden, beschermde natuurmonumenten en natura2000 (vogelrichtlijn- en habitatgebieden) gebieden (zie ook paragraaf 3.3.4). In bijlage 1 zijn de gebieden aangegeven die onder de natuurbeschermingswet vallen. In tabel 3.3 zijn de afstanden tot de verschillende gebieden af te lezen. Hieruit blijkt dat dit om forse afstanden gaat. Ook de afstand tot het dichtstbijzijnde zeer kwetsbare gebied is weergegeven. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de zeer kwetsbare gebieden in de omgeving van de initiatieflocatie. Het betreft de definitieve kaart die is vastgesteld door de Provincie Zeeland. De afstand is en blijft meer dan 250 m. Ammoniakdepositie Naast de emissie van ammoniak dient ook gekeken te worden naar de depositie van ammoniak ter plaatse van voor verzuring gevoelige gebieden. In bijlage 3 zijn de berekeningen voor de vergunde en aangevraagde situatie opgenomen. In het kader van de omgevingsvergunning worden de berekeningen toegevoegd aan de aanvraag. Op basis van deze berekeningen is het mogelijk om verklaring van geen bedenking aan te vragen bij de provincie Zeeland. Uit de berekeningen op alle gebieden blijkt dat er ter plaatse van alle omliggende gebieden een afname van depositie plaatsvind. Gezien deze afname in depositie geeft dit geen aanleiding om voor de voorgenomen activiteit een MER op te stellen. Tabel 3.3 : Afstand tot natuurgebieden Soort gebied Naam gebied Afstand[km] Natura2000 (HR) Westerschelde en Saeftinghe 3,9 Natura2000 (VR+HR) Voordelta 1,4 IPPC-richtlijn Vanwege de omvang van meer dan stuks vleesvarkens, valt het bedrijf onder de IPPCrichtlijn. Dat betekent dat het bedrijf de Beste Beschikbare Technieken (BBT) moet toepassen. In dit geval wordt er door middel van intern salderen aan het maximale emissieplafond voldaan. Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing Er dient nagegaan te worden of voldaan kan worden aan de omgevingstoets, aangezien er sprake is van een IPPC-bedrijf. Er geldt tot een plafond van kg dat minimaal de maximale emissiewaarden toegepast dienen te worden, zoals in onderstaande tabel (kolom BBT) is weergegeven. Tabel 3.4 : Emissieeisen beleidslijn IPPC-omgevingstoets Diercategorie Traditioneel BBT/AMvB Rav-categ. (kg NH3 per dier) (kg NH3 per dier) >BBT + (kg NH3 per dier) >>BBT ++ (kg NH3 per dier) D 1.1 Biggenopfok 0,75 0,23 (69%) 0,21 (72%) 0,11 (85%) D 1.2 Kraamzeugen 8,3 2,9 (65%) 2,5 (70%) 1,25 (85%) D 1.3 Guste/dragende zeugen 4,2 2,6 (38%) 2,3 (45%) 0,63 (85%) D 3 Vleesvarkens e.a ,4 (60%) 1,1 (69%) 0,53 (85%) Bij uitbreiding boven de kg dient er extra gereduceerd te worden, namelijk de normen uit kolom > BBT +. Bij uitbreiding boven de kg dient er extra gereduceerd te worden, namelijk de normen uit kolom > BBT ++. Het gevraagde emissieplafond bedraagt 6.171, 8 kg en er worden totaal gespeende biggen en vleesvarkens aangevraagd. Er wordt gebruik gemaakt van intern salderen, hetgeen betekent dat er gemiddeld wordt voldaan aan het emissieplafond uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 9

10 Op basis van bovenstaande tabel kan berekend worden wat de maximale emissie op basis van beleidslijn mag zijn. De eerste 5000 kg wordt ingevuld met 792 vleesvarkens (a 3,0 kg) en vleesvarkens (a 1,2 kg). Blijven er nog ( )+1100= 1387 vleesvarkens x 1,1 (BBT+) en biggen x 0,21 (BBT+) over --> ,2 = kg. Er wordt voldaan aan maximaal plafond. Geuremissie In de nieuwe situatie neemt toe met ou E /s. Er dient voldaan te worden aan maximale geurbelasting die toegestaan is op basis van de Wet geurhinder en veehouderij. Uit bijlage 4 volgt dat er aan de gestelde normen voor buitengebied en bebouwde kom kan worden voldaan ter plaatse van de geurgevoelige objecten in de omgeving. De resultaten van de berekening zijn weergegeven in tabel 3.5. Hoewel de geurbelasting op Hereweg 2 nog steeds overbelast is voldoet de aangevraagde geurbelasting ruim aan de maximale toegestane geurbelasting die volgt uit de geurwinstberekening (conform wet geurhinder en veehouderij). Tabel 3.5 : Geurbelasting t.p.v gevoelige objecten Volgnr GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting Geurbelasting maximaal 4 hereweg ,0 27,8 31,7 5 beb.kom.domburg ,0 1,4 2,0 6 krommeweg ,0 4,2 8,0 7 hereweg ,0 3,0 8,0 Emissie fijn stof PM10 Door het ministerie van VROM zijn emissienormen vastgesteld waarin voor elke Rav categorie een emissienorm voor fijn stof (PM 10 ) is opgenomen. Op basis van deze normen is in tabellen 1.1 en 3.1 berekend hoe hoog de emissie van fijn stof in vergunde en aangevraagde situatie is. In de huidige situatie is er een emissie van 451,8 kg PM 10 per jaar en in de aangevraagde situatie is er een toename tot 796,3 kg PM 10 per jaar. Uit bijlage 4 blijkt dat er aan de gestelde normen kan worden voldaan ter plaatse van de gevoelige objecten in de omgeving, waar mensen gedurende langere tijd worden blootgesteld. Er dient enkel gekeken te worden naar fijn stof, aangezien NO X en andere stoffen (benzeen, H 2 S) niet relevant zijn in relatie tot veehouderijen. Geluid Het geluid op het bedrijf wordt met name veroorzaakt door de inwerking zijnde ventilatoren, interne transportbewegingen en de aan- en afvoerbewegingen. Door de verandering van de bedrijfsvoering zullen er een aantal zaken veranderen. In onderstaand overzicht is globaal aangegeven wat de te verwachten gevolgen zijn van de voorgenomen activiteit. In de procedure voor de aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit milieu, zal een akoestisch onderzoek overlegd worden. Globale gevolgen van wijziging voor geluidsproductie: - Transportbewegingen o Het aantal varkens neemt toe. Ook de hoeveelheid voer zal per saldo toenemen. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 10

11 Dit leidt tot meer aan- en afvoerbewegingen, maar deze zullen veelal in de dagperiode plaats vinden. o De hoeveelheid mest neemt ook toe, als gevolg van het aantal dieren. De mest wordt grotendeels op een aantal dagen per jaar weggereden en maakt beperkt deel uit van de representatieve bedrijfssituatie. - Laad- en losactiviteiten o Er is meer veevoer nodig, dus er zal vaker voer gelost worden per week, dat wil zeggen op meer dagen. Dit heeft geen invloed op de representatieve bedrijfssituatie en het berekende etmaal gemiddelde Beperken van hinder Door bouwkundige emissiearme stalsystemen toe te passen neemt de ammoniakemissie af. Door het aantal transportbewegingen te beperken door volle vrachten aan en af te voeren en zoveel mogelijk activiteiten in de dagperiode plaats te laten vinden, wordt geluidhinder voorkomen. Daarbij dient tevens opgemerkt te worden, dat het dichtstbij gelegen voor geluid gevoelige object, de bedrijfswoning Hereweg 2 is. Deze woning hoort bij een loonwerk-transportbedrijf waar gedurende de gehele dag aan-en afvoerbewegingen plaatsvinden. Vanwege de eigen activiteiten aldaar, zal de verandering op de initiatieflocatie niet merkbaar zijn Verwachte effecten van emissies Flora en Fauna De Flora- en Faunawet vormt voor wat betreft de soortenbescherming een concrete en correcte implementatie van de Habitatrichtlijn. Deze wet is op 1 april 2002 in werking getreden. Doel van deze wet is de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. Als gevolg van ruimtelijke ingrepen is het mogelijk dat beschermde soorten beschadigd, verstoord of vernietigd worden. Als op basis van onderzoeksgegevens blijkt dat beschermde soorten voorkomen, kan dit consequenties hebben voor de voorgenomen ruimtelijke ingreep. Met ingang van juli 2004 geldt een Wijziging Besluit vrijstelling beschermde plant- en diersoorten. Met de wijziging worden knelpunten opgelost die onder andere bestaan bij ruimtelijke projecten als gevolg van de aanwezigheid van beschermde dier- en plantensoorten. Bij veel werkzaamheden hiermee samenhangend is het niet langer nodig een ontheffing van de Flora- en Faunawet aan te vragen om beschermde dieren te verstoren of bijvoorbeeld beschermde planten te maaien. In plaats hiervan gaat een vrijstelling gelden. Om gebruik te kunnen maken van de vrijstelling is het wel nodig om te werken volgens een gedragscode. Alleen als het gaat om veel voorkomende soorten is het niet nodig om volgens een dergelijke gedragscode te werken. Er is sprake van een toename van het bebouwd oppervlak, echter dit gebeurt op het eigen erf. De omliggende cultuurgrond wordt daarbij niet verandert. Er is geen reden om aan te nemen dat er door de nieuwbouw een verstoring plaats vindt van diersoorten, die bescherming genieten op basis van de Flora en Faunawet. Vanwege deze specifieke situatie, namelijk inpassing op het bedrijfsperceel wordt nader onderzoek niet noodzakelijk geacht. Landschap Het bedrijf is gelegen in het deelgebied Kleiplaatgronden. De kleiplaatgronden vormen de overgang tussen het Oudland en de Kustzone. Dit gebied bestaat uit kleiplaatgronden gelegen op de oude strandwallen. Op een paar plaatsen worden de plaatgronden doorsneden door kreekruggen. Onderhavige locatie is eveneens gelegen in gebied met de kernkwaliteit verfijnde verkavelingsstructuur. Dit betreft een besloten landschap met een onregelmatige blokverkaveling Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 11

12 en een uitgesproken agrarisch karakter. Wenselijk is de ontwikkeling van een verfijnd netwerk van beplanting langs wegen en perceelsgrenzen en dit te ontwikkelen tot een groen netwerk met een ecologische functie. Voor de nieuw te bouwen stal zal rekening worden gehouden met architectonische en landschappelijke inpasbaarheid. Er zijn verder geen nadelige effecten op het landschap te verwachten. Cultuurhistorie Cultuurhistorisch is de omgeving van geringe betekenis. Archeologisch is de locatie gelegen in het gebied met middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Voor de ligging van het bedrijf op basis van de Cultuurhistorische Waardenkaart, wordt verwezen naar bijlage 6 van dit rapport waarin de betreffende kaart is opgenomen. Het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Veere heeft Archeologie waarde 3 toegekend. Er zijn geen nadelige effecten van de emissies op cultuurhistorie te verwachten. De ontwikkelingen vinden plaats binnen de reeds aanwezige bouwblok. Op basis daarvan kan geconcludeerd worden dat de voorgenomen activiteit geen negatieve effecten heeft op de cultuurhistorische waarden. Aardkundig waardevolle gebieden De initiatieflocatie is niet gelegen in of nabij een aardkundig waardevol gebied. Daarom zijn er geen nadelige effecten op deze gebieden te verwachten. Woon- en leefmilieu De emissies die in beschreven zijn, nemen voor ammoniak en geur af ten opzichte van de vergunde situatie. Er kan voor alle onderdelen voldaan worden aan de toetsingskaders, welke zijn vastgesteld met als basis het realiseren van een acceptabel woon- en leefklimaat voor de omgeving van veehouderijen. Er zijn geen nadelige effecten van de emissies op het woon- en leefmilieu te verwachten. Emissie bodem, lucht en water De emissies die naar de lucht plaatsvinden zijn uitgebreid beschreven en daarvan is geconstateerd dat deze geen nadelige effecten hebben. Emissie naar de bodem vindt niet plaats en naar water beperkt. Er vindt lozing van schoon hemelwater plaats op het oppervlaktewater. Het overige afvalwater wordt opgevangen en uitgereden conform de mestwetgeving. In het algemeen kan er verondersteld worden dat er geen nadelige effecten verwacht zullen worden, aangezien er geen veranderingen plaats vinden in vergelijking met de huidige situatie Beïnvloeding van gevoelige gebieden Ecologische hoofdstructuur (EHS) De afstand van het bestaande bouwblok tot het dichtstbijzijnde gebied is ruim 100 meter. Dit betreft het bestaande natuur en bosgebied de Vliedberg. Op een afstand van circa 1 kilometer is nieuw natuurgebied gelegen, zijnde Vroon Westkapelle. Onderhavige ontwikkeling heeft geen invloed op deze gebieden. Zie kaartje in bijlage 2. De EHS is weergegeven in bijlage 7. Dit gebied ligt echter buiten de invloedssfeer van onderhavig initiatief. Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet maakt het mogelijk natuurmonumenten te beschermen door deze aan te wijzen als beschermd natuurmonument of staatsmonument en aan een dergelijke aanwijzing bepaalde rechtsgevolgen te verbinden. Voor schadelijke handelingen in en rondom een beschermd Natuurmonument geldt een vergunningplicht. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 12

13 Met de wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998, die op 1 oktober 2005 in werking is getreden, is ook vastgelegd dat internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, maar ook verdragen als bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar (Wetlands), in de nationale regelgeving zijn verankerd. De Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG, 2 april 1979) heeft tot doel alle, in het wild levende vogelsoorten in stand te houden. Het gaat niet alleen om de vogels zelf, maar ook om hun eieren, nesten en leefgebieden die voor komen op het Europese grondgebied van alle lidstaten. De Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG, 21 mei 1992) richt zich op de biologische diversiteit door instandhouding van de natuurlijke habitat en wilde flora en fauna na te streven. Centraal staat daarbij het behoud en herstel van deze natuurlijke habitat en wilde dier- en plansoorten van gemeenschappelijk belang. Hiervoor wordt een Europees ecologisch netwerk gevormd door middel van de aanwijzing van speciale beschermings- zones. Daarnaast regelt de Habitatrichtlijn ook soortenbescherming. Deze aanwijzings- procedure is, in afwijking van de Vogelrichtlijn, nog niet afgerond en de aangemelde gebieden hebben vooralsnog geen definitieve status. Zoals uit tabel 3.3 blijkt is de locatie gelegen op grote afstand van de diverse gebieden en er is een afname van depositie op de relevante rekenpunten. Er wordt in de procedure voor de omgevingsvergunning milieu een verklaring van geen bedenking aangevraagd bij het college van gedeputeerde staten van de Provincie Zeeland. 3.4 Risico s van ongevallen en abnormale omstandigheden Met betrekking tot de gebruikte technologieën Het grootste risico voor een veehouderij betreft het uitvallen van de stroom. Door het wegvallen van de netspanning zullen ook de ventilatoren stilvallen. Het gevolg van het stilvallen van de ventilatoren is dat er onvoldoende luchtverversing bij de dieren zal plaatsvinden met als gevolg dat de dieren kunnen stikken Met betrekking tot de gebruikte grondstoffen Gezien de aard van de grondstoffen die binnen de inrichting worden gebruikte zijn geen risico s te verwachten. Er wordt mengvoer aangevoerd van GMP gecertificeerde bedrijven Met betrekking tot de bedrijfsvorm Veehouderijbedrijven lopen het gevaar dat, vanuit rijkswege, vervoersverboden worden opgelegd na het uitbreken van een veeziekte. Het gevolg hiervan is dat, gedurende een onbepaalde periode, geen diertransport mag plaatsvinden. Het gevolg van een dergelijk vervoersverbod voor dit bedrijf is niet groot. Er mogen geen dieren aangevoerd en ook niet afgevoerd worden. Dit leidt niet tot welzijnsproblemen, omdat het aantal dieren gelijk blijft Veiligheidsaspecten Een ander gevaaraspect voor een veehouderij is het uitbreken van brand. Het ontstaan van brand levert een gevaar op voor mens en dier. Daarnaast kan er door stofvorming vanuit het mengvoer een stofexplosie ontstaan. Tot slot kunnen er in de mestkelder gassen ontstaan die tot explosie kunnen leiden. Maatregelen Stroomuitval Om de gevolgen van stroomuitval zoveel mogelijk te kunnen beperken, zijn de stallen op het Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 13

14 bedrijf voorzien van een alarmeringssysteem dat de veehouder waarschuwt bij het wegvallen van de netspanning of bij het uitvallen van één of meerdere ventilatoren. Ook de inlaatkleppen vallen open bij stroomuitval, waardoor er toch verse lucht binnen blijft komen en ook worden ramen toegepast die open gezet kunnen worden. Daarnaast wordt een aggregaat ingeschakeld bij stroomuitval. Ziekten Het uitbreken van ziekten op andere bedrijven is vanuit de inrichting niet te voorkomen. Het risico van besmetting op bedrijfsniveau kan worden verkleind door het aantal bezoekers in stallen zoveel mogelijk te beperken. De bezoekers moeten worden voorzien van bedrijfskleding en de stallen betreden via een hygiënesluis. Vrachtwagens, die dieren hebben geleverd, moeten, alvorens het terrein te verlaten, worden gereinigd en ontsmet op een hiervoor bestemde wasplaats. Brand Voor de stallen is sprake van een situatie, waarbij een brand beheersbaar blijft. Bij de bouwvergunning wordt tevens aandacht besteed aan de compartimentering. Stofexplosie Door bulkwagens wordt krachtvoer in de voersilo s geblazen. De silo s zijn voorzien van filters die het stof opvangen, waarna het bovenop het in de silo aanwezige voer valt. De kans is aanwezig dat er stofdeeltjes rondzweven boven in de silo s, echter is er geen contact met de buitenlucht. De kans op een stofexplosie is nihil, omdat er binnen de afgesloten ruimte waar stofdeeltjes zich mogelijk kunnen bevinden, er geen motoren of andere ontstekingsbronnen aanwezig zijn. De aandrijfmotoren van de vijzels die het voer uit de silo s halen bevinden zich in de stal op relatieve grote afstand. 3.5 Samenhang met andere activiteiten Omgeving van de inrichting De omgeving van het bedrijf wordt gekenmerkt door open gebied met her en der karakteristieke agrarische bebouwing en enkele niet-agrarische woningen waarin burgers wonen. De meest nabijgelegen woning van derden betreft de woning aan de Hereweg 2 op circa 30 meter gemeten vanaf de stal. Dit betreft een bedrijfswoning bij een loonwerk-transportbedrijf. Aan de minimale afstanden die gelden op basis van de Wet geurhinder en veehouderij kan worden voldaan. Daarnaast ligt de bebouwde kom van Aagtekerke op zo n meter Recreatie Binnen de gemeente Veere zijn een aantal recreatiegebieden gelegen. De afstand tot deze gebieden bedraagt echter meer dan 500 meter Cumulatie effect met andere activiteiten Gezien de effecten die veroorzaakt worden door de veranderingen binnen het bedrijf ten opzichte van de vergunde situatie, zal de bijdrage van het bedrijf aan de cumulatie van de verschillende milieueffecten gelijk blijven of verminderen. Met name met betrekking tot geuremissie, is er een afname van de belasting op de omgeving. Dit leidt vanuit deze locatie bezien tot een verlaging van het gezamenlijke effect van de bedrijven in de omgeving. Andere bedrijven kunnen wellicht zorgen voor een toename, maar dit valt buiten de invloedssfeer van deze locatie en dit initiatief. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 14

15 4. Conclusie Gezien hetgeen beschreven is in voorgaande hoofdstukken kan geconcludeerd worden dat voorgenomen activiteit niet leidt tot een verdere beïnvloeding van de natuurwaarden of het abiotisch milieu ter plaatse dan reeds vergund. De aanvraag voor de locatie aan de Hereweg 4 leidt dan ook zeker niet tot een bijzondere omstandigheid die bepalend is voor het besluiten tot een M.E.R.- procedure. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 15

16 BIJLAGEN 1 Ligging Natuurbeschermingswetgebieden 2 Ligging kwetsbare gebieden in het kader van wet ammoniak en veehouderij 3 Depositieberekening stikstof vergund en aangevraagde situatie 4 Geurberekening aangevraagde situatie 5 Luchtkwaliteitberekening aangevraagde situatie 6 Cultuurhistorische waardenkaart provincie Zeeland 7 Ecologische Hoofdstructuur provincie Zeeland Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 16

17 BIJLAGE 1 LIGGING NATUURBESCHERMINGSWETGEBIEDEN o Vogelrichtlijngebieden (Natura2000) o Habitatgebieden (Natura2000) o Beschermde natuurmonumenten Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 17

18 BIJLAGE 2 LIGGING ZEER KWETSBARE GEBIEDEN (WAV-KAART) Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 18

19 BIJLAGE 3.1 Depositie vergunde situatie Naam van de berekening: dam stikstof vergund Gemaakt op: :17:20 Zwaartepunt X: 23,100 Y: 396,800 Cluster naam: dam aagtekerke vergund. Berekende ruwheid: 0,11 m Emissie Punten: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.geb. hoogte Diam. Uittr. snelheid Emissie 1 stal A/B ,5 3,6 0,5 4, stal C ,5 3,8 0,5 4, stal D ,0 6,2 2,1 2, Gevoelige locaties: Volgnummer Naam X coordinaat Y coordinaat Depositie 1 manteling walch ,64 2 manteling walch ,12 3 oostersch.inl ,30 4 oostersch.inl ,34 5 oostersch-zandkreek ,16 6 westers.ellew ,11 7 westers.kaloot ,21 8 westers.hoofdplaat ,19 9 groote gat ,18 10 't zwin ,23 Details van Emissie Punt: stal A/B Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D vleesvarkens Details van Emissie Punt: stal C Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D vleesvarkens Details van Emissie Punt: stal D Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D vleesvarkens Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 19

20 BIJLAGE 3.2 Depositie nieuwe situatie Naam van de berekening: stikstofberekening aanvraag 2013 Gemaakt op: :19:18 Zwaartepunt X: 23,100 Y: 396,800 Cluster naam: dam aagtekerke aanvraag 2013 Berekende ruwheid: 0,11 m Emissie Punten: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.geb. hoogte Diam. Uittr. snelheid Emissie 1 stal 1 nw ,0 6,0 0,9 10, stal ,5 3,8 0,5 4, stal ,0 6,2 2,1 2, Gevoelige locaties: Volgnummer Naam X coordinaat Y coordinaat Depositie nieuw Depositie vergund 1 manteling walch ,07 2,64 2 manteling walch ,89 1,12 3 oostersch.inl ,25 0,30 4 oostersch.inl ,27 0,34 5 oostersch-zandkreek ,14 0,16 6 westers.ellew ,09 0,11 7 wester.kaloot ,17 0,21 8 westers.hoofdplaat ,15 0,19 9 groote gat ,14 0,18 10 't zwin ,18 0,23 Details van Emissie Punt: stal 1 nw Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D vleesvarkens D gesp. biggen Details van Emissie Punt: stal 2 Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D vleesvarken Details van Emissie Punt: stal 3 Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 D vleesvarkens Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 20

21 Bijlage 4 Onderbouwing geur Huidige situatie Momenteel is er een milieuvergunning verleend voor vleesvarkens,waarvan er gehouden worden in een stal die voorzien is van een chemische luchtwasser met een reductie van 95%. In tabel 1 is de vergunde situatie weergeven. Tabel 1 : vergunde situatie Stal nr Diercategorie Huisvest. Aantal Ammoniak Ammoniak Geur Geur (RAV) Dieren= kg NH3 Totaal kg OU/s Totaal per BWL plaatsen per dier NH3/jaar dierpl. OU/s A/B/C D vleesvarkens D , vleesvarkens D ,13 130,00 16, Totaal NH ,00 Totaal OU/s ,0 Stal A/B Stal C Figuur 1 : Ligging bedrijf in vergunde situatie Bedrijfswoning De woning Hereweg 2 is tot nu toe altijd beoordeeld als een bedrijfswoning, waarmee voor de vergunningsaanvraag geen rekening diende te worden gehouden. Op basis van de wet geurhinder en veehouderij, is er momenteel wel sprake van een woning van derden en dient deze dan ook als geurgevoelig object meegenomen te worden. Voor de nieuw te bouwen stal geldt dat een afstand van 25 m in acht genomen dient te worden als afstand tussen gevel woning en gevel stal. Aan deze afstand kan worden voldaan. Gezien de afstand zal er een geurwinstberekening gemaakt te worden. Daartoe zal eerste de geurbelasting in de vergunde situatie berekend worden. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 21

22 Tabel 2 : Invoergegevens voor berekening geurbelasting vergunde situatie Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E- Aanvraag 1 stal A/B ,5 3,6 0,50 4, stal C ,5 3,8 0,50 4, stal D ,0 6,2 2,14 2, Het uitlaatoppervlak van de luchtwassers op stal D bedraagt 2 x 0,6 x3 = 3,6 m 2. Op basis van standaard ventilatienormen is de luchtsnelheid (1000x31)/3600/3,6 = 2,4 m/s. de diameter is gelijk aan 2,14 m. Tabel 3 : Geurbelasting vergunde situatie Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 hereweg ,0 45,4 5 beb.kom.domburg ,0 1,7 6 krommeweg ,0 3,9 7 hereweg ,0 4,0 Berekening geurwinst In de nieuwe situatie worden stallen A en B gesloopt. Er wordt een nieuwe stal gebouwd met emissiearm stalsysteem BWL V1 en centrale afzuiging middels cascaderegeling. Hierdoor worden alleen ventilatoren gebruikt die aan of uit staan. Hierdoor is er continu sprake is van een luchtsnelheid van 10 m/s. Het verplaatsen van het emissiepunt, het verhogen van de luchtsnelheid en ombouwen naar emissiearm (met lagere geuremissiefactor) zijn geurreducerende maatregelen. Daarnaast wordt het aantal vleesvarkens in stal C verlaagd naar 792. De tabel 2 geeft de dieraantallen en stalsystemen weer voor de geurwinstberekening. Tabel 4 : gegevens geurwinstberekening Stal nr Diercategorie Huisvest. Aantal Ammoniak Ammoniak Geur Geur (RAV) Dieren= kg NH3 Totaal kg OU/s Totaal per BWL plaatsen per dier NH3/jaar dierpl. OU/s vleesvarkens D ,2 1696,80 17, ,6 vleesvarkens D , vleesvarkens D ,13 130,00 16, Totaal NH ,80 Totaal OU/s ,6 Tabel 5 : Invoergegevens voor berekening geurbelasting geurwinst Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 stal nieuw ,0 5,9 0,91 10, stal C ,5 3,8 0,50 4, stal D ,0 6,2 2,14 2, Snelheid van luchtwasser wordt hoger, doordat het aantal vleesvarkens toeneemt. Het uitlaatoppervlak van de luchtwassers op stal D bedraagt 2 x 0,6 x3 = 3,6 m 2. Op basis van standaard ventilatienormen is de luchtsnelheid (1100x31)/3600/3,6 = 2,63 m/s. de diameter blijft gelijk aan 2,14 m. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 22

23 De ventilatoren op stal 1 werken volgens een aan/uit principe en hebben een doorsnede van 91 cm. De ventilatoren hebben een maximale capaciteit van m 3 /uur. De ventilatoren draaien op 75% (i.v.m. energieverbruik) van het maximale toerental en hebben dan een capaciteit van m 3 /uur. Het oppervlak waar de lucht doorheen gaat bedraagt 0,515 m 2. De snelheid bij een draaiende ventilator is dan : /3600/0,515 = 12,4 m/s. Er wordt gerekend met 10 m/s aangezien er in het rekenprogramma Vstacksvergunning geen hogere snelheden kunnen worden ingevoerd. Tabel 6: Geurbelasting geurwinst Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 hereweg ,0 18,0 5 beb.kom.domburg ,0 1,0 6 krommeweg ,0 3,0 7 hereweg ,0 2,3 Tabel 7: Berekening maximale geurbelasting Geurgevoelig object Geurbelasting vergund Geurbelasting vergund Geurbelasting na reductie Geurwinst Geurbelasting maximaal hereweg 2 8,0 45,4 18,0 27,4 31,7 beb.kom.domburg 2,0 1,7 1,0 n.v.t. 2,0 krommeweg 3 8,0 3,9 3,0 n.v.t. 8,0 hereweg 1 8,0 4,0 2,3 n.v.t. 8,0 Aangevraagde situatie In de nieuwe situatie wordt het aantal dieren in de nieuwe stal uitgebreid naar totaal vleesvarkens en gespeende biggen. De dieraantallen zijn weergegeven in tabel 8. Tabel 8 : gegevens aanvraag Stal nr Diercategorie Huisvest. Aantal Ammoniak Ammoniak Geur Geur (RAV) Dieren= kg NH3 Totaal kg OU/s Totaal per BWL plaatsen per dier NH3/jaar dierpl. OU/s vleesvarkens D ,2 3326,40 17, ,8 biggenopfok D ,17 326,40 5, vleesvarkens D , vleesvarkens D ,13 143,00 16, Totaal NH ,80 Totaal OU/s ,8 Tabel 5 : Invoergegevens voor berekening geurbelasting aangevraagde situatie Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E- Aanvraag 1 stal 1 nw ,0 6,0 0,92 10, stal ,5 3,8 0,50 4, stal ,0 6,2 2,14 2, Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 23

24 Tabel 10: Geurbelasting aangevraagde situatie Volgnr GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting Geurbelasting maximaal 4 hereweg ,0 27,8 31,7 5 beb.kom.domburg ,0 1,4 2,0 6 krommeweg ,0 4,2 8,0 7 hereweg ,0 3,0 8,0 Conclusie Er kan voldaan worden aan de wet geurhinder en veehouderij. Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 24

25 BIJLAGE 5 LUCHTKWALITEITBEREKENING AANGEVRAAGDE SITUATIE Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 25

26 BIJLAGE 6 CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART PROVINCIE ZEELAND Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 26

27 BIJLAGE 7 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR ZEELAND Aanmeldingsnotitie mer- beoordeling Hereweg 4 te Aagtekerke 27