WEDSTRIJD- EN TOERNOOIREGLEMENT 2009

Transcriptie

1 KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND WEDSTRIJD- EN TOERNOOIREGLEMENT 2009 UITGAVE e druk Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond Postbus BP Amersfoort

2 INHOUDSOPGAVE I. Algemene bepalingen, definities en afkortingen Wedstrijd- en Toernooireglement en Reglement Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB-Ranglijst Definities en afkortingen Aanduidingen in de marge Bijlagen Aanwezigheid Wedstrijd- en Toernooireglement 13 II. Organisatie van wedstrijden en toernooien Soorten wedstrijden Wie mogen wedstrijden en toernooien organiseren Wanneer goedkeuring vereist is Wanneer geen goedkeuring vereist is Hoe goedkeuring moet worden aangevraagd Toernooikalender Financiële verplichtingen organisator Spelregels, rustperioden en aantal partijen op één dag Ballen Landskampioenschappen Districtskampioenschappen Gebruik van de titel kampioenschap(pen) Soorten toernooien Toernooien met andere beperkingen Afvalsysteem of ander systeem Eisen banen en accommodatie 22 III. Verdere bepalingen voor wedstrijden en toernooien 23 Algemeen Toernooiduur Spelen in het voorafgaande weekeind Niet-afspelen toernooi 23 Bepalingen voor de toernooi-organisator Gebruik toernooiprogramma Aankondigingsbiljetten Bijzondere wedstrijdbepalingen op inschrijfformulieren Inschrijving weigeren Prijzengeld 25 2

3 Bepalingen voor de deelnemers Verbod tot deelname aan een niet goedgekeurd toernooi Voorwaarden om te kunnen deelnemen Inschrijving door de deelnemers Verbod op inschrijving in meer dan één toernooi Verbod op terugtrekking uit een toernooi Verplichting om inschrijfgeld te voldoen Verplichting om ledenpas te overhandigen en het verbod op misbruik van de ledenpas Verplichting om zich te melden Verplichting om te verschijnen en partij (af) te spelen Verplichting om de juiste kleding en schoeisel te dragen Verplichting om zich correct te gedragen Verplichting om de kledingreclamecode in acht te nemen 29 Bijzondere wedstrijdbepalingen Wat altijd moet worden geregeld Wat eventueel moet worden geregeld Maximering aantal deelnemers (of paren) 31 Bepalingen voor de wedstrijdleiding Benoeming wedstrijdleiding Ontheffing verlenen aan spelers om op bepaalde dagen te spelen Het bekorten van partijen (in verband met weersomstandigheden) 32 Bepalingen voor de wedstrijdleider Benoeming wedstrijdleider Deelnemen (plaatsvervangend) wedstrijdleider Ophangen speelschema s Controle speelgerechtigdheid deelnemers Uitsluiten speler die ook voor een ander toernooi heeft ingeschreven Deelnemers informeren over speeltijd Aanwijzen baan en begintijd Banen toewijzen aan toezichthouder Ontzeggen van het recht tot spelen Uitsluiten van een speler Doorsturen resultaten naar bondsbureau of regiokantoor Overige bevoegdheden wedstrijdleider Plaatsvervangend wedstrijdleider 36 3

4 Bepalingen voor de bondsgedelegeerde Benoeming bondsgedelegeerde Opgave naam bondsgedelegeerde aan de LCW Taak en vetorecht bondsgedelegeerde Verbod te functioneren bij eigen vereniging of wedstrijdcomité Goedkeuring optreden (plaatsvervangend) wedstrijdleider als deelnemer en/of scheidsrechter Goedkeuring affiche en inschrijfformulieren Paraferen speelschema s Uitsluiten van speler Rapport bondsgedelegeerde 38 Bepalingen over de arbitrage Aanwijzen scheidsrechters en arbitrageassistenten Taken scheidsrechters en arbitrageassistenten Bevoegdheden hoofdscheidsrechter Toepassen SPS door scheidsrechters en wedstrijdleider Voorstel om partij verloren te laten verklaren Vervangen van een scheidsrechter Toezichthouder 40 Speelschema Loting en plaatsing Schemagrootte en het aantal geplaatsten Plaats van de geplaatsten in het schema Plaats van de bye s in het schema Veranderingen na de loting Bekend maken van de schema s 45 Spelen in poules Regeling bij spelen in poules 46 IV. Indoorwedstrijden Algemene bepaling Maximale tijdsduur Partijpunten Opmaken van de eindstanden van een poule 50 V. Bepalingen voor ploegenwedstrijden Ploegenwedstrijden die de KNLTB kan organiseren Ploegenwedstrijden die anderen kunnen organiseren Coachen 52 4

5 VI. Klachten en protesten Bij welke instantie een klacht of protest van een deelnemer moet worden ingediend Hoe een klacht of protest door een deelnemer moet worden ingediend Hoe een klacht of protest van een deelnemer wordt behandeld Beroepsmogelijkheid van een deelnemer Bij welke instantie een klacht of protest door een vereniging of wedstrijdcomité moet worden ingediend Hoe een klacht of protest door een vereniging of wedstrijdcomité moet worden ingediend Hoe een klacht of protest van een vereniging of wedstrijdcomité wordt behandeld Beroepsmogelijkheid van een vereniging of wedstrijdcomité 56 VII. Strafbepalingen Berechting door strafcommissie Bestraffing via SPS Bestraffen van administratieve overtreding Uitsluiten van deelnemer door het bondsbestuur of dagelijks bestuur van een district Opleggen van een geldboete door het bondsbestuur of dagelijks bestuur van een district Publicatie van straffen Beroepsmogelijkheid 59 VIII. Beroepsprocedures Wanneer en bij welke instantie men in beroep kan gaan Hoe een beroep wordt behandeld Niet-ontvankelijkheid van een beroep Mogelijke uitspraken in een beroep Uitspraak in hoogste instantie Publicatie van uitspraken 61 IX. Dispensaties, publicaties, strafmaatregelen en administratieve overtredingen Artikelen met mogelijkheid tot dispensatie Verzoek om dispensatie 62 5

6 03. Artikelen waarvoor publicatie vereist is Artikelen die bij overtreding kunnen leiden tot strafmaatregel Artikelen die bij overtreding worden aangemerkt als administratieve overtreding 63 X. Slotbepalingen Ingangsdatum van dit reglement Wijziging van dit reglement 64 Bijlage-A: Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter 65 Bijlage-B: Correct gedrag 67 Bijlage-C: Strafpuntensysteem (SPS) 69 Bijlage-D: Kledingreclamecode 71 Bijlage-E: Coachen 74 Bijlage-F: Eisen tennisbanen 76 Bijlage-G: De samenstelling van het afvalsysteem of het aansluitende poulesysteem 78 Lijst van trefwoorden 87 6

7 HOOFDSTUK I Algemene bepalingen, definities en afkortingen I - 01 Wedstrijd- en Toernooireglement, Reglement Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB-Ranglijst en Reglement Jeugdranglijsttoernooien. 1. Dit reglement is genaamd het Wedstrijd- en Toernooireglement van de KNLTB. 2. De inhoud van dit reglement mag niet in strijd zijn met die van de Statuten, noch met die van het Algemeen Reglement van de KNLTB. 3. Volgens het gestelde in artikel 16 lid 5 van het Algemeen Reglement wordt in het Reglement voor de Nationale Ranglijsttoernooien, dan wel het Reglement Jeugdranglijsttoernooien, uitsluitend datgene vermeld wat met betrekking tot de organisatie van en deelneming aan de Nationale Ranglijsttoernooien, respectievelijk Jeugdranglijsttoernooien, afwijkt van hetgeen in het Wedstrijd- en Toernooireglement is bepaald. 4. Wanneer in dit reglement voor een persoon de mannelijke vorm van een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm hiervan bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. I - 02 Definities en afkortingen In dit reglement wordt, voor zover daarin niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder: 1. a. ITF: International Tennis Federation. b. KNLTB: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond. c. Bond: KNLTB. d. Statuten: de Statuten van de KNLTB. e. Algemeen Reglement (AR): het Algemeen Reglement van de KNLTB. f. Reglement voor de tennisarbitrage (TAR): het reglement bedoeld in artikel 16 lid 7 van het AR. g. Spelregels: de regels, vastgesteld door de ITF, volgens welke het tennisspel dient te worden gespeeld. h. Tennisspelregels : de officiële door de KNLTB gepubliceerde vertaling van de door de ITF vastgestelde spelregels. i. Tuchtreglement: het reglement bedoeld in artikel 16 lid 11 7

8 van het AR. 2. a. Bondsbestuur: het bondsbestuur van de KNLTB. b. Landelijke Commissie Wedstrijdtennis (LCW): een commissie van het bondsbestuur, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de competitie en op de wedstrijden en toernooien. c. Landelijke Commissie Bondsjeugdopleiding (LCBJO): een commissie van het bondsbestuur, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de Bondsjeugdopleiding. d. Landelijke werkgroep arbitrage (LWA): een werkgroep van de LCW, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden. e. Strafcommissie: de commissie, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a. van het AR. f. Commissie van Beroep: de commissie, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub b. van het AR. g. Districtsbestuur: het bestuur, bedoeld in artikel 16 lid 5 van de Statuten. h. Commissie Wedstrijdtennis van een district: een commissie van het districtsbestuur belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de competitie en op de wedstrijden en toernooien. 3. a. Bondsjaar: de periode van één januari tot en met eenendertig december. b. Bondsorgaan: het tijdschrift, bedoeld in artikel 1 van het reglement begripsbepalingen van de KNLTB. c. Wedstrijdbulletin: het jaarlijkse bulletin, dat de mededelingen van bondswege bevat met betrekking tot de landelijke competitie en toernooien. d. Jaarboek: het adresboek, dat jaarlijks door de KNLTB wordt uitgegeven. e. Bondskaarthouder: degene, die zonder lid van de KNLTB te zijn, het recht heeft verkregen deel te nemen aan één of meer door de KNLTB goedgekeurde wedstrijden en die als zodanig door de KNLTB is ingeschreven. f. Junioren: degenen, die vóór de eerste januari van het desbetreffende bondsjaar de zeventienjarige leeftijd niet 8

9 hebben bereikt. g. Senioren: degenen, die vóór de eerste januari van het desbetreffende bondsjaar de zeventienjarige leeftijd hebben bereikt. h. Veteranen: degenen, die vóór de eerste januari van het desbetreffende bondsjaar de vierendertigjarige leeftijd hebben bereikt. 4. a. Wedstrijd: iedere partij, die niet het karakter heeft van een zuivere oefenpartij. Onder wedstrijden zijn ook begrepen demonstraties. Een tennispartij wordt in ieder geval geacht een wedstrijd te zijn, indien inschrijfgeld voor het spelen ervan verschuldigd is of wanneer publiek wordt toegelaten. b. Toernooi: een samenhangend geheel van wedstrijden, geen competitiewedstrijden zijnde, die binnen een bepaald tijdsverloop worden verspeeld. Indoortoernooi: een samenhangend geheel van wedstrijden in (een) tennishal(len), geen competitiewedstrijden zijnde, die binnen een bepaald tijdsverloop worden gespeeld. c. Bye: open plaats in het wedstrijdschema doordat het aantal deelnemers (of paren) kleiner is dan het maximum dat in dit schema kan worden opgenomen. d. Walk-over: partij die zonder te spelen gewonnen wordt gegeven aan de tegenstander(s). e. Opgave: partij die na aanvang voortijdig gewonnen wordt gegeven door een van de spelers c.q. paren f. Goedgekeurd toernooi: een toernooi goedgekeurd door de KNLTB. g. Parktoernooi: een toernooi waaraan uitsluitend mogen deelnemen diegenen, die op het desbetreffende tennispark enig speelrecht hebben. h. Onderlinge wedstrijd: wedstrijd, uitsluitend tussen de leden van één vereniging. i. Beslissend Punt Systeem: Telmethode conform Bijlage IV van de Tennisspelregels. j. Korte sets: Telmethode conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. k. Beslissende wedstrijdtiebreak (7 of 10 punten): Telmethode conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. l. Toernooi-organisator: de organisatie of de persoon, die de goedkeuring van de LCW heeft verkregen voor het houden 9

10 10 van een toernooi. m. Wedstrijdleiding: de personen, benoemd door de toernooiorganisator, die met de regeling van het toernooi zijn belast. n. Wedstrijdleider: de persoon, benoemd door de toernooiorganisator en deel uitmakend van de wedstrijdleiding, die is belast met de taken genoemd in hoofdstuk III van dit reglement. o. Bondsgedelegeerde: degene die namens de KNLTB toezicht houdt op de organisatie van een goedgekeurd toernooi en op de naleving van de reglementen tijdens dat toernooi. p. (i) VTL: Verenigingstoernooileider. (ii) VTL certificaat: het certificaat dat door de commissie wedstrijdtennis van een district wordt toegekend op grond van gebleken deskundigheid ter zake van de organisatie van toernooien q. Hoofdscheidsrechter: degene, die door de LWA namens de LCW is belast met de algehele leiding van de arbitrage bij een bepaalde competitiewedstrijd, alsmede die door de LWA of krachtens delegatie door de commissie Wedstrijdtennis van een district is belast met de taken genoemd in artikel III- 51 van dit reglement. r. Scheidsrechter: degene, die een partij leidt, het toezicht heeft op de naleving van de spelregels, de stand afroept en de puntentelling bijhoudt. s. Arbitrageassistenten: degenen, die de scheidsrechter bij het leiden van een partij behulpzaam zijn als lijnrechter, voetfoutrechter en netrechter. t. Bondsscheidsrechter: scheidsrechter, die is benoemd tot bondsscheidsrechter volgens de regels daaromtrent vermeld in het Reglement voor de Tennisarbitrage. u. Toezichthouder: een bondsscheidsrechter, die door de landelijke Werkgroep Arbitrage of - krachtens delegatie - door de commissie Wedstrijdtennis van een district is belast met de taken genoemd in artikel III-55 van dit reglement. v. Aankondigingsbiljet (affiche): een biljet, door middel waarvan bekend wordt gemaakt dat een toernooi wordt gehouden. w. Inschrijfformulier: een formulier, dat door de toernooiorganisator beschikbaar wordt gesteld aan diegenen, die aan dit toernooi wensen deel te nemen, en waarop de voor de toernooi-organisator noodzakelijke gegevens dienen te worden ingevuld. Dit formulier kan zowel op papier als

11 elektronisch (via internet) worden aangeboden. 5. a. Ledenpas: het jaarlijks door de KNLTB aan elk van zijn leden af te geven bewijs van lidmaatschap, waarop ook de voor het deelnemen aan wedstrijden en toernooien relevante gegevens zijn vermeld. b. Speelsterkte: de basistennisvaardigheid ingeschaald in een bandbreedte variërend van categorie 1 tot en met 9. De toekenning wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een speelsterktesysteem dat beoogt iedereen in te schalen in de juiste bandbreedte. Dit systeem wordt jaarlijks door de LCW vastgesteld en gepubliceerd in het wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB. c. Categorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-enkelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van de LCW voor het enkelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. d. Categorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-dubbelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van de LCW voor het dubbelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. e. Tennisdomicilie: het domicilie, dat een tennisser geacht wordt te hebben als gevolg van: (1) de plaats van vestiging van de vereniging, waarvoor hij competitie speelt. Ofwel, als (1) niet van toepassing is: (2) de plaats van vestiging van de vereniging, waarvan hij lid is. Ofwel, als (1) en (2) niet van toepassing zijn: (3) de gemeente, waarin hij woonachtig is. In afwijking van het bepaalde onder (1) en (2) kunnen de desbetreffende districtsbesturen na onderling schriftelijk overleg een tennisser toestaan zijn domicilie te kiezen in de plaats waar hij woonachtig is. Indien hij geen competitie speelt en van meer dan één vereniging lid is, dient hij zelf aan te geven, welke vereniging bepalend is voor zijn tennisdomicilie. f. Nederlandse tennisser: de tennisser, die de Nederlandse nationaliteit bezit, tenzij hij in overeenstemming met de bepalingen van de ITF een andere tennisnationaliteit heeft verkregen, alsmede de tennisser, die een andere nationaliteit bezit, maar ten minste de laatste drie jaren metterwoon 11

12 in Nederland gevestigd is geweest en die met goedkeuring van het bondsbestuur de Nederlandse tennisnationaliteit heeft gekozen door hieromtrent een schriftelijke verklaring aan dat bestuur af te leggen. 6. a. Wedstrijdterrein: het tennispark waarop c.q. de tennishal waarbinnen zich de tennisbanen, het clubhuis en de kleedgelegenheid bevinden. b. Tennisbaan: het speelveld, zoals beschreven in regel 1 van de Tennisspelregels, alsmede de uitlopen achter de achterlijnen en naast de zijlijnen van het speelveld. c. Speelvlak: het materiaal, waarvan het oppervlak van een tennisbaan is vervaardigd. d. Spelsoorten: damesenkelspel, herenenkelspel, damesdubbelspel, herendubbelspel en gemengddubbelspel. e. Categorie: toernooi of deel van een toernooi waaraan mogen deelnemen: (1) spelers met een bepaalde speelsterkteaanduiding (met inachtneming van het gestelde in artikel III-10) en/of (2) spelers behorende tot een bepaalde leeftijdsgroep (met inachtneming van het gestelde in artikel III-10). f. Rubriek (ook wel toernooi-onderdeel genoemd): toernooi of deel van een toernooi, waarin uitsluitend één der vijf spelsoorten van een bepaalde categorie wordt gespeeld. g. Wedstrijdschema: schema volgens hetwelk de partijen van een rubriek van een toernooi worden gespeeld. h. Strafpuntensysteem (SPS): systeem waarmee tijdsoverschrijdingen en wangedrag van een speler kunnen worden bestraft (Bijlage-C). i. Administratieve overtreding: overtreding van een voorschrift of het niet nakomen van een verplichting verband houdende met de organisatie van een door de KNLTB of met goedkeuring van de KNLTB gehouden evenement en als zodanig vermeld in het Wedstrijd- en Toernooireglement. I - 03 Aanduidingen in de marge 1. De aanduiding D in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat van het bepaalde in dit artikel of in het onderdeel van dit artikel dispensatie door de LCW mogelijk is. De LCW kan de bevoegdheid dispensatie te verlenen delegeren aan het desbetreffende districtsbestuur. 2. De aanduiding P in de marge naast een artikel of een onderdeel 12

13 van een artikel betekent dat publicatie van de aldaar aangekondigde beslissing in het bondsorgaan dan wel in het wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB dient te geschieden. 3. De aanduiding S in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat bij overtreding van het bepaalde in dit artikel of in het onderdeel van dit artikel een strafmaatregel, vermeld in hoofdstuk VII kan worden genomen. 4. De aanduiding A in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat overtreding respectievelijk nietnakomen van het gestelde in dit artikel of in het onderdeel van dit artikel als administratieve overtreding wordt aangemerkt. Wanneer de desbetreffende aanduiding ter hoogte van het nummer van het artikel is geplaatst, heeft de aanduiding betrekking op het gehele artikel. Wanneer de desbetreffende aanduiding ter hoogte van een bepaald lid of een bepaalde alinea van een artikel is geplaatst, heeft de aanduiding alleen betrekking op dat lid of die alinea van het artikel. I - 04 Bijlagen 1. In Bijlage A zijn opgenomen de richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter. 2. In Bijlage B is opgenomen wat onder correct gedrag wordt verstaan. 3. In Bijlage C is het strafpuntensysteem (SPS) opgenomen. 4. In Bijlage D is de kledingreclamecode opgenomen. 5. In Bijlage E is de regeling met betrekking tot coaching opgenomen. 6. In Bijlage F is opgenomen hoe het KNLTB-NOC*NSF keurmerk voor tennisbanen kan worden verkregen. 7. In Bijlage G is opgenomen de samenstelling van het afvalsysteem of het aansluitende poulesysteem 8. De inhoud van deze bijlagen wordt vastgesteld door het bondsbestuur, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de overeenkomstige internationale wetgeving. I - 05 Aanwezigheid Wedstrijd- en Toernooireglement Tijdens een toernooi en tijdens wedstrijden dienen bij de wedstrijdleider de laatst KNLTB-uitgave van het Wedstrijd- en Toernooireglement en van de Tennisspelregels aanwezig te zijn. 13

14 HOOFDSTUK II Organisatie van wedstrijden en toernooien II - 01 Soorten wedstrijden 1. Wedstrijden worden onderscheiden in: a. persoonlijke wedstrijden. b. ploegenwedstrijden. 2. Wanneer in dit reglement over toernooien wordt gesproken, worden tevens wedstrijden bedoeld, tenzij uit de strekking van het desbetreffende artikel anders blijkt. II - 02 Wie mogen wedstrijden en toernooien organiseren Wedstrijden en toernooien mogen in Nederland slechts worden georganiseerd door: a. de KNLTB; b. de districten van de KNLTB; c. de erkende verenigingen en de erkende wedstrijdcomité s; d. andere organisatoren, die hiertoe door het bondsbestuur of krachtens delegatie door de LCW bevoegd zijn verklaard. II - 03 Wanneer goedkeuring vereist is S 1. Voor de organisatie van een toernooi is goedkeuring door het bondsbestuur vereist, dat aan die goedkeuring voorwaarden kan verbinden. 2. Het bondsbestuur kan een reeds verleende goedkeuring intrekken. Dit intrekken van een reeds verleende goedkeuring wordt schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de desbetreffende organisator gebracht. 3. Het bondsbestuur kan zijn bevoegdheden, in dit artikel genoemd, geheel of gedeeltelijk overdragen aan de LCW of aan een districtsbestuur. II - 04 Wanneer geen goedkeuring vereist is S 1. In afwijking van het bepaalde in artikel II-03 is voor onderlinge toernooien en parktoernooien geen goedkeuring vereist. 2. Het bestuur van het betrokken district en/of de LCW kunnen de in het vorige lid bedoelde toernooien echter verbieden, dan wel aan de organisatie ervan bepaalde voorwaarden stellen, indien andere 14

15 tennisbelangen erdoor zouden kunnen worden geschaad. 3. Een verbod, respectievelijk de voorwaarden, bedoeld in het vorige lid, wordt, respectievelijk worden, schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de desbetreffende organisator gebracht. II - 05 Hoe goedkeuring moet worden aangevraagd 1. De goedkeuring voor de organisatie van een toernooi dient bij de commissie Wedstrijdtennis van het betreffende district te worden aangevraagd, behalve wanneer de goedkeuring betrekking heeft op de organisatie van een Nationaal Ranglijsttoernooi, dan wel Jeugdranglijsttoernooi, in welk geval de aanvraag rechtstreeks tot de LCW, respectievelijk tot de LCBJO, dient te worden gericht. 2. Een dergelijke goedkeuring dient te worden aangevraagd vóór een door het district, respectievelijk de LCW, respectievelijk de LCBJO aan te geven datum. 3. De aanvraag dient te bevatten: de omschrijving van het toernooi volgens artikel II-13 en II-14, de speelperiode en het adres van de organisator. 4. De commissie Wedstrijdtennis van het district stelt uit de verzamelde aanvragen het concept van de toernooikalender van het district samen met bij elk van de toernooien vermelding van de naam van de bondsgedelegeerde en zendt dit concept naar de LCW vóór de door de LCW daarvoor vastgestelde datum. Bij deze samenstelling van de districtstoernooikalender is de commissie van het district bevoegd om af te wijken van de aanvraag van een vereniging. 5. Indien een aangevraagd toernooi door de commissie Wedstrijdtennis van het district niet wordt goedgekeurd, wordt de weigering schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de aanvrager gebracht. Betreft het een aanvraag bij de LCW die niet wordt goedgekeurd, dan wordt de weigering gelijktijdig aan de commissie Wedstrijdtennis van het desbetreffende district doorgegeven. II - 06 Toernooikalender 1. a. De districten stellen uit de aanvragen van de verenigingen van het desbetreffende district hun voorlopige toernooikalender samen. 15

16 P P b. De LCW toetst de voorlopige districtstoernooikalenders aan vooraf hierover gemaakte afspraken, waarna in overleg tussen LCW en districtscommissies Wedstrijdtennis de districtstoernooikalenders worden vastgesteld. c. De LCW stelt uit de districtstoernooikalenders de definitieve KNLTB toernooikalender samen, waarin ook de overige door de KNLTB georganiseerde toernooien worden vermeld. 2. Deze toernooikalender wordt gepubliceerd in het wedstrijdbulletin, op de website van de KNLTB en/of in het bondsorgaan, waardoor de goedkeuring wordt geacht te zijn verleend. 3. De data van goedgekeurde toernooien kunnen door de LCW worden gewijzigd, in overleg met de belanghebbenden. 4. Toernooien, tot de organisatie waarvan eerst wordt besloten na de in artikel II-05 lid 4 genoemde datum waarop de concepten naar de LCW dienen te zijn verzonden, moeten ten minste drie weken vóór de begindatum van dat toernooi via de commissie Wedstrijdtennis van het district bij de LCW worden aangevraagd. De LCW beslist over het al of niet goedkeuren van deze aanvragen. 5. Wijzigingen en aanvullingen van de toernooikalender worden op de website van de KNLTB gepubliceerd/bekend gemaakt. II - 07 Financiële verplichtingen organisator D,S,P 1. De toernooi-organisator is verplicht aan de KNLTB een, door de LCW jaarlijks vast te stellen, bedrag voor het organiseren van een toernooi te betalen. Voor toernooi-aanvragen die na de sluitingsdatum zijn ontvangen brengt de LCW extra kosten in rekening. 2. De verplichtingen genoemd in het vorige lid gelden niet voor: a. ploegenwedstrijden; b. districtskampioenschappen en districtsjeugdkampioenschappen; D,S II - 08 Spelregels, rustperioden en aantal partijen op één dag 1. a. De wedstrijden dienen te worden gespeeld volgens de Tennisspelregels en volgens de bepalingen van dit reglement. b. Voor rolstoeltennis gelden de Spelregels voor rolstoeltennis zoals opgenomen in Tennisspelregels. c. Ten aanzien van de Tennisspelregels geldt steeds dat een speler tijdens een partij de baan gedurende een redelijke tijd 16

17 mag verlaten voor sanitaire doeleinden dan wel - voor wat vrouwen betreft - het verwisselen van kleding. Sanitaire onderbrekingen moeten in principe tijdens een setpauze worden opgenomen en mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt. Het verwisselen van kleding door vrouwen moet tijdens een setpauze plaatsvinden. In het vrouwen-enkelspel heeft een speelster recht op twee (2) onderbrekingen. In een mannen-enkelspel heeft een speler recht op een (1) sanitaire onderbreking gedurende een partij om twee gewonnen sets en twee (2) sanitaire onderbrekingen in een partij om drie gewonnen sets. In alle dubbelspelpartijen mag elk team in totaal twee (2) onderbrekingen opnemen. Indien partners samen de baan verlaten, telt dit als een van de toegestane onderbrekingen. Elke keer dat een speler de baan voor een sanitaire onderbreking verlaat, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen, ongeacht of de tegenstander de baan al dan niet heeft verlaten. Elke sanitaire onderbreking die wordt opgenomen nadat het inspelen is begonnen, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen. Een speler mag daarenboven zonodig alle speelhelftwisselingen gebruiken voor sanitaire doeleinden. Overschrijdt de betrokken speler echter de maximaal toegestane tijd van 90 seconden (bij speelhelftwisseling) respectievelijk 2 minuten (bij setpauze), dan wordt hij volgens het Strafpuntensysteem (zie Bijlage C) direct gestraft voor het begaan van een gedragsovertreding. Indien de gezondheidstoestand van een speler het noodzakelijk maakt dat hij op enig moment naar het toilet moet kunnen gaan, moet hij hierover vóór de partij contact opnemen met de hoofdscheidsrechter. Indien deze zijn verzoek toestaat, moet de scheidsrechter hierover -vóór de partijworden geïnformeerd en wordt de speler toegestaan zijn sanitaire onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze op te nemen. Voorts kunnen er in het vrouwentennis andere redenen zijn dat een speelster dringend de baan moet verlaten. In deze situaties moet de scheidsrechter de speelster vragen of het inderdaad dringend is en haar zonodig toestaan de baan te verlaten voor een onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze, mits zij haar twee toegestane onder- 17

18 brekingen nog niet heeft opgenomen. 2. Alle partijen worden gespeeld om twee gewonnen sets, tenzij gebruik gemaakt wordt van alternatieve telmethoden of tenzij in de bijzondere wedstrijdbepalingen is vastgesteld dat er om drie gewonnen sets wordt gespeeld, en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel III In alle sets dient, wanneer de stand 6-6 is bereikt, het tiebreaksysteem te worden toegepast, tenzij gebruik gemaakt wordt van alternatieve telmethoden. 4. Een speler heeft het recht om, voorafgaande aan zijn partij, van een inspeeltijd van vijf minuten gebruik te maken. Bij onderbreking van een partij ten gevolge van de weersomstandigheden of overmacht geldt dat wanneer deze onderbreking a. minder dan 15 minuten heeft geduurd, een speler geen recht heeft op inspeeltijd; b. minimaal 15 maar minder dan 30 minuten heeft geduurd, een speler recht heeft op een inspeeltijd van 3 minuten; c. 30 minuten of langer heeft geduurd, een speler recht heeft op een inspeeltijd van 5 minuten. 5. Een partij, die is afgebroken, dient te worden voortgezet op een baan met hetzelfde speelvlak als waarop die partij werd begonnen, tenzij artikel III-22 lid 2 van toepassing is of tenzij de betrokken deelnemers allen akkoord gaan met voortzetting van die partij op een baan met een ander speelvlak. 6. Bij het vaststellen van de begintijd van een partij dient de wedstrijdleider ermee rekening te houden dat een deelnemer: a. recht heeft op een rusttijd van een half uur na een partij om twee gewonnen sets en van een uur na een partij om drie gewonnen sets; b. niet verplicht is meer dan twee enkelspelpartijen op één dag te spelen; c. niet verplicht is meer dan vier partijen op één dag te spelen. 7. Voor de vaststelling van het in het vorige lid genoemde aantal partijen geldt dat: a. een partij om drie gewonnen sets telt voor twee partijen van dezelfde spelsoort indien deze partij in meer dan drie sets is beslist; b. een partij om drie gewonnen sets telt voor één partij indien deze partij in drie sets is beslist; c. wanneer van een partij om drie gewonnen sets of van een partij om twee gewonnen sets slechts een gedeelte is gespeeld, dit gedeelte telt voor een gehele partij indien het uit meer dan één set bestaat. 18

19 II - 09 Ballen P P 1. De LCW maakt jaarlijks bekend welke ballen (handelsmerk en soort) zijn goedgekeurd voor de toernooien. 2. In een toernooi mag slechts gespeeld worden met ballen van één bepaald(e) handelsmerk, soort en kleur, tenzij de KNLTB heeft bepaald dat voor een bepaalde categorie een bepaald type is voorgeschreven. Dan mag voor die categorie met een afwijkende bal worden gespeeld. 3. Er moeten voldoende ballen beschikbaar zijn, dat wil zeggen dat met (ten minste drie) nieuwe ballen ten hoogste drie partijen mogen worden gespeeld. 4. Finalepartijen van toernooien dienen met nieuwe ballen te worden gespeeld, tenzij alle betrokken spelers instemmen met het spelen met gebruikte ballen. II - 10 Landskampioenschappen De KNLTB kan jaarlijks toernooien organiseren: a. Om het nationale kampioenschap in de categorie 1 en 2. De deelnemers dienen de Nederlandse tennisnationaliteit te bezitten. Deelneming is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door de LCW. b. Om het kampioenschap van Nederland in de leeftijdsgroepen t/m 12 jaar, t/m 14 jaar, t/m 16 jaar en t/m 18 jaar. De deelnemers dienen de Nederlandse tennisnationaliteit te bezitten. Deelneming is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door de Landelijke Commissie Bondsjeugdopleiding. c. Om het veteranenkampioenschap van Nederland in diverse leeftijdsgroepen. De deelnemers dienen de Nederlandse tennisnationaliteit te bezitten. Deelneming is alleen mogelijk op basis van regels - inclusief de bepaling van de leeftijdsgroepen - die worden vastgesteld door de LCW. d. Om het rolstoeltenniskampioenschap van Nederland. De deelnemers dienen de Nederlandse tennisnationaliteit te bezitten. Deelneming is alleen mogelijk op basis van regels, die worden vastgesteld door de LCW. 19

20 II - 11 Districtskampioenschappen 1. Ieder district kan jaarlijks toernooien organiseren: a. Om het districtskampioenschap in de gewenste categorieën, uitsluitend voor diegenen, die hun tennisdomicilie in het betreffende district hebben. Een districtskampioenschap in de categorie 1 en 2 kan slechts in week 11 of 12 worden georganiseerd. Op deze categorie is het Reglement Nationale Ranglijsttoernooien en KNLTB-Ranglijst niet van toepassing. b. Om het districtskampioenschap in de leeftijdsgroepen t/m 8 jaar, t/m 10 jaar, t/m 12 jaar, t/m 14 jaar, t/m 16 jaar en t/m 18 jaar, en uitsluitend voor diegenen, die tennisdomicilie in het desbetreffende district hebben. S II 12 Gebruik van de titel kampioenschap(pen) Aan andere dan de in de artikelen II-10 en II-11 genoemde toernooien mag de titel kampioenschap(pen) slechts worden verbonden na hiertoe toestemming te hebben verkregen van: a. het bondsbestuur wanneer het toernooi een internationaal karakter heeft; b. de LCW wanneer het een toernooi met landelijke betekenis betreft; c. het bestuur van het desbetreffende district wanneer het toernooi een regionaal of plaatselijk karakter heeft. Voor het gebruik van de titels clubkampioenschap of parkkampioenschap is geen toestemming vereist. II - 13 Soorten toernooien 1. Een toernooi-organisator kan de volgende toernooien organiseren: a. een categorie 1 en 2****, 1 en 2***, 1 en 2**- 1 en 2*- toernooi; b. een toernooi met één of meer van de hieronder genoemde categorieën: 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, alle categorieën zonder een minimumleeftijd; c. een toernooi met één of meer van de hieronder genoemde categorieën: 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, alle categorieën met een minimumleeftijd; d. een toernooi in de leeftijdsgroepen vanaf 35 jaar, zonder speelsterkteaanduiding; 20

21 D e. een toernooi in de leeftijdsgroepen t/m 8, t/m 10, t/m 12, t/m 14, t/m 16 en/of t/m 18 jaar; f. een parktoernooi; g. andere door de LCW goedgekeurde toernooien. 2. Een vereniging en/of wedstrijdcomité kan toernooien organiseren van combinaties van in lid 1 genoemde toernooien. 3. Bij toernooien vermeld in lid 1 sub e., is het toegestaan (ook) in te schrijven in een hogere leeftijdsgroep. 4. Bij toernooien vermeld in lid 1 sub c. en d., is het toegestaan (ook) in te schrijven in een jongere leeftijdsgroep. 5. In toernooien waarbij aan categorieën een leeftijdsgrens is verbonden geldt 31 december van het betreffende bondsjaar als peildatum. Andere criteria om inschrijvingen op basis van leeftijd te accepteren zijn niet toegestaan. 6. Het is slechts toegestaan een toernooi te organiseren als bedoeld in de bepalingen van dit artikel wanneer voor zowel dames als heren overeenkomstige rubrieken worden aangeboden. 7. Om goedkeuring te verkrijgen voor een toernooi dient men aansluitende speelsterkte-catogorieën aan te bieden S II 14 Toernooien met andere beperkingen 1. Voor het stellen van één of meer andere beperkingen aan het deelnemen aan een toernooi dan genoemd in artikel II-13 is, voor zover het een Nationaal Ranglijsttoernooi betreft de goedkeuring van de LCW vereist, voor zover het een Jeugdranglijsttoernooi betreft de goedkeuring van de LCBJO vereist en voor zover het een ander toernooi betreft, de goedkeuring van het desbetreffende districtsbestuur noodzakelijk. 2. Het in het vorige lid bepaalde geldt niet wanneer die beperking uitsluitend betrekking heeft op de vaststelling van een maximum aantal deelnemers (of paren) per rubriek of een maximum totaal aantal deelnemers (of paren). II - 15 Afvalsysteem of ander systeem D 1. Alle rubrieken van een toernooi dienen, behalve wanneer het bepaalde in lid 2 van toepassing is, te worden gespeeld volgens het afvalsysteem. Dat wil zeggen dat de winnaar van een partij de volgende ronde bereikt en dat de verliezer afvalt, behalve in geval van een eventuele herkansing. 21

22 2. De organisator kan, na uitdrukkelijke toestemming van de bondsgedelegeerde, een ander systeem toepassen. In de bijzondere wedstrijdbepalingen dient de eventuele toepassing van een ander systeem dan het afvalsysteem uitdrukkelijk te worden vermeld, evenals het laten spelen van een herkansingsronde dan wel het laten spelen van een verliezerronde. 3. In afwijking van het gestelde in lid 2 van dit artikel kan een toernooi-organisator, na uitdrukkelijke toestemming van de bondsgedelegeerde, zonder dat dat is opgenomen in de bijzondere wedstrijdbepalingen, besluiten om een bepaalde rubriek van een toernooi te verspelen in poulevorm. Dit is alleen toegestaan indien het aantal inschrijvingen van die rubriek minimaal 3 en maximaal 8 is. 4. Indien gebruik gemaakt wordt van het bepaalde in lid 3 van dit artikel mag de toernooi-organisator met betrekking tot die rubrieken, na uitdrukkelijk toestemming van de bondsgedelegeerde, zonder aankondiging afwijken van het minimum aantal prijzen per rubriek zoals in de bijzondere wedstrijdbepalingen van zijn toernooi is aangegeven. D II - 16 Eisen banen en accommodatie 1. De banen moeten voldoen aan de eisen gesteld in de Tennisspelregels en in goede staat verkeren. Bovendien moeten banen die na 1 januari 1997 zijn aangelegd, gerenoveerd of omgebouwd het KNLTB-NOC*NSF keurmerk hebben verkregen. Hoe dit keurmerk kan worden verkregen staat vermeld in Bijlage-F. Bij de banen dienen behoorlijke kleedkamers met was- en douchegelegenheid, een toilet en een kantine aanwezig te zijn. Voor de maatvoering van deze ruimten wordt verwezen naar de normen die hiervoor zijn vastgelegd in de uitgave Normen en Richtlijnen voor Clubhuizen. De vereiste kleedkamers met wasen douchegelegenheid, het toilet en de kantine moeten ten minste beschikbaar zijn van een half uur voor het begin van de wedstrijd tot een half uur na het tijdstip van beëindigen respectievelijk afbreken van de wedstrijd. 2. Indien de vereniging voor het spelen van het toernooi gebruik maakt van kunstlicht, dient dit te voldoen aan de normen gesteld door de Nederlandse Stichting van Verlichtingskunde (NSVV). De gebruikswaarde van deze verlichting dient minimaal 300 lux te bedragen. 22

23 HOOFDSTUK III Verdere bepalingen voor wedstrijden en toernooien ALGEMEEN III - 01 Toernooiduur Een toernooi in de periode vanaf week 14 tot en met week 35 duurt maximaal één week, die loopt van maandag tot en met zondag. In de periode vanaf week 36 tot en met week 13 mag een toernooi ook langer dan een week duren. S III - 02 Spelen in het voorafgaande weekeinde 1. De organisator van een toernooi mag partijen laten verspelen in het weekeinde voorafgaande aan de officiële begindatum van het toernooi, mits van dit voornemen melding is gemaakt in de bijzondere wedstrijdbepalingen. 2. De organisator mag evenwel aan diegenen, die inschrijven, niet de eis stellen dat zij zich voor het spelen van partijen in het voorafgaande weekeinde beschikbaar stellen en hun inschrijving niet weigeren, indien zij aan deze eis niet voldoen. 3. Wanneer een speler bij zijn inschrijving heeft opgegeven op één of beide dagen van het weekeinde dat onmiddellijk aan de toernooiweek voorafgaat beschikbaar te zijn, is hij verplicht te spelen indien de wedstrijdleider hem daartoe oproept, tenzij die speler op de betreffende dag verplichtingen heeft of heeft gehad in een conform het bepaalde in artikel II-03 lid 1 goedgekeurd toernooi. III - 03 Niet-afspelen toernooi 1. Wanneer een toernooi door overmacht niet vóór of op de gepubliceerde laatste speeldag afgespeeld kan worden, kan de organisator in overleg met de betrokken spelers bepalen dat het toernooi op een later tijdstip alsnog wordt afgespeeld. 2. Indien de organisator en de betrokken spelers niet tot overeenstemming komen over een geschikt tijdstip om het toernooi af te spelen, dan wordt het toernooi niet afgespeeld. In dat geval worden voor de speelsterkteregistratie slechts de wedstrijden verwerkt die volledig gespeeld zijn op het moment van afbreken van het toernooi. 23

24 BEPALINGEN VOOR DE TOERNOOI-ORGANISATOR D,P III - 04 Gebruik toernooiprogramma De toernooi-organisator dient voor het aanleveren van de uitslagen voor de speelsterkteregistratie gebruik te maken van een ServIT-proof toernooiprogramma. De versie waarvan minimaal gebruik dient te worden gemaakt wordt jaarlijks in het wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB gepubliceerd. D,S III - 05 Aankondigingsbiljetten 1. Indien aankondigingsbiljetten (affiches) worden uitgegeven dient hierop ten minste te zijn vermeld: a. dat het toernooi door de KNLTB is goedgekeurd; b. de namen van de toernooi-organisator, de bondsgedelegeerde, de wedstrijdleider, alsmede (indien aangesteld) van de hoofdscheidsrechter. 2. De toernooi-organisator is verplicht, alvorens het affiche en de inschrijfformulieren te (laten) vervaardigen, de ontwerpteksten van beide ter goedkeuring voor te leggen aan de bondsgedelegeerde. 3. Indien geen aankondigingsbiljetten worden uitgegeven, dienen de in het vorige lid genoemde vermeldingen op een voor alle deelnemers duidelijke wijze op het wedstrijdterrein te zijn gepubliceerd. S III - 06 Bijzondere wedstrijdbepalingen op inschrijfformulieren Op de inschrijfformulieren van een toernooi dienen alle van toepassing zijnde bijzondere wedstrijdbepalingen te zijn vermeld. S III - 07 Inschrijving weigeren 1. De toernooi-organisator kan de inschrijving van iemand weigeren en is desgevraagd verplicht de gronden van deze weigering aan de betrokkene(n) mede te delen. De toernooi-organisator is voorts gehouden de weigering en de gronden hiertoe ter kennis te brengen aan de commissie Wedstrijdtennis van het district, waarin het toernooi wordt gehouden. 2. Het is de toernooi-organisator niet toegestaan de inschrijving voor deelneming aan een dubbelspel te aanvaarden, wanneer de naam van slechts één van beide dubbelspelpartners bekend is. 24

25 3. Het is de toernooi-organisator niet toegestaan de inschrijving voor deelneming van een speler te aanvaarden wanneer het bondsnummer van deze speler onbekend is. S III - 08 Prijzengeld 1. De toernooi-organisator is verplicht om alvorens het toernooi begint het eventuele prijzengeld, per rubriek en per ronde, bekend te maken en dit prijzengeld zonder uitstel uit te betalen aan die deelnemers die in de desbetreffende ronde zijn uitgeschakeld. 2. Indien een speler een administratieve overtreding begaat, kan de organisator weigeren het prijzengeld aan de speler uit te betalen, onverminderd de mogelijkheid de administratieve overtreding te bestraffen overeenkomstig artikel VII-03. BEPALINGEN VOOR DE DEELNEMERS III - 09 Verbod tot deelname aan een niet goedgekeurd toernooi Het is niet toegestaan deel te nemen aan een niet door de KNLTB goedgekeurd toernooi, indien voor de organisatie hiervan goedkeuring was vereist, tenzij de LCW voor dit deelnemen toestemming heeft verleend. S III - 10 Voorwaarden om te kunnen deelnemen Om aan een toernooi te kunnen deelnemen moet een deelnemer: a. door middel van het verstrekken van het op de ledenpas vermelde bondsnummer kunnen aantonen lid te zijn van de KNLTB dan wel als bondskaarthouder te zijn geregistreerd of kunnen aantonen lid te zijn van enig andere, bij de ITF aangesloten bond. Alleen zij die een bondsnummer kunnen overleggen dat geldig is in de periode waarin het toernooi wordt verspeeld, worden geacht aangetoond te hebben lid te zijn van een bij de ITF aangesloten bond; b. voldoen aan de voorwaarden omtrent speelsterkte en/of leeftijd geldend voor de desbetreffende categorie; c. op het moment dat de inschrijving sluit geen financiële verplichting jegens de KNLTB hebben openstaan, waarvan de betalingstermijn is verstreken. 25

26 III - 11 Inschrijving door de deelnemers 1. De inschrijving voor deelneming dient schriftelijk te geschieden. Bij inschrijving dienen de volgende persoonlijke gegevens te worden vermeld: a. naam, adres en (zo mogelijk) telefoonnummer; b. de vereniging, waarvan men lid is, dan wel of men persoonlijk lid is van de bond of bondskaarthouder; c. het op de ledenpas vermelde bondsnummer; d. de op de ledenpas vermelde speelsterktes; e. bij inschrijving in een aan leeftijd gebonden categorie: de op de ledenpas vermelde geboortedatum. 2. Bij de inschrijving dient te worden opgegeven op welke tijden in de toernooiweek men voor het spelen van zijn partijen verhinderd is. (De wedstrijdleider zal met deze opgave rekening houden voor zover het verloop van het toernooi dit mogelijk maakt en voor zover de belangen van andere deelnemers naar zijn oordeel niet in onredelijke mate worden geschaad). 3. a. Degene die inschrijft dient ofwel persoonlijk het inschrijfformulier te ondertekenen ofwel schriftelijk een ander te machtigen de inschrijving voor hem te verzorgen, tenzij sub b. van toepassing is. In het geval van een machtiging dient deze machtiging te worden meegezonden met het inschrijfformulier. b. Indien de inschrijver minderjarig is, kan de inschrijving c.q. de machtiging ook door een ouder of voogd worden gedaan, respectievelijk gegeven. 4. Een speler mag, met inachtneming van eventuele verdere beperkingen in de bijzondere wedstrijdbepalingen, in een toernooi voor maximaal drie rubrieken inschrijven. 5. Onder schriftelijk inschrijven als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt tevens begrepen het inschrijven via Internet. Deze inschrijving is eerst geldig nadat degene die inschrijft: a. heeft bevestigd kennis genomen te hebben van de bijzondere wedstrijdbepalingen; b. bij zijn inschrijving zowel zijn bondsnummer, geboortedatum als adres heeft vermeld; c. de toernooi-organisator per - op het bij inschrijving vermelde adres - aan de inschrijver de inschrijving per omgaande heeft bevestigd. 26

27 A III - 12 Verbod op inschrijving in meer dan één toernooi 1. Het is een speler niet toegestaan in te schrijven voor meer dan één toernooi, waarvan de data, blijkens de toernooikalender, geheel of gedeeltelijk samenvallen, behoudens het bepaalde in lid Het is een speler evenmin toegestaan in te schrijven voor een goedgekeurd toernooi, indien die speler ook heeft ingeschreven voor een toernooi of deelneemt aan een demonstratie- of invitatietoernooi in het buitenland, waarvan de data geheel of gedeeltelijk samenvallen met die van het Nederlandse toernooi. 3. In afwijking van het in lid 1 bepaalde is het aan een niet categorie 1-/2-speler, die zich voor geen der rubrieken van een Nationaal Ranglijsttoernooi heeft kunnen kwalificeren en die niet heeft ingeschreven op de lucky-loser lijst of dubbelspellijst van dit Nationale Ranglijsttoernooi, toegestaan alsnog in te schrijven voor deelneming aan een categorie 3-toernooi van een andere organisatie, dat in dezelfde week wordt gehouden als genoemd Nationaal Ranglijsttoernooi, op voorwaarde dat de loting voor dit categorie 3-toernooi plaats heeft op een moment waarop de speler geen enkele verplichting meer heeft ten aanzien van genoemd Nationaal Ranglijsttoernooi. 4. Het aanvaarden van een uitnodiging tot deelneming aan een demonstratie- of invitatietoernooi wordt in dit artikel gelijkgesteld met te hebben ingeschreven voor dit toernooi. III - 13 Verbod op terugtrekking uit een toernooi A 1. Het is een speler verboden zijn inschrijving voor deelneming aan een toernooi terug te trekken op een tijdstip gelegen in de periode tussen twee weken vóór de eerste gepubliceerde speeldag en het einde van de laatste gepubliceerde speeldag. 2. Een eventuele terugtrekking dient schriftelijk te worden gedaan en wel op een tijdstip dat meer dan twee weken vóór de eerste gepubliceerde speeldag ligt. 3. Onder schriftelijk terugtrekken als bedoeld in het vorige lid wordt tevens begrepen het terugtrekken per . Deze terugtrekking is eerst geldig nadat degene die zijn inschrijving terugtrekt: a. bij zijn terugtrekking zowel zijn bondsnummer, geboortedatum als adres heeft vermeld; b. de toernooi-organisator per - op het bij de terugtrekking vermelde adres - aan de speler die zich terugtrekt de terugtrekking heeft bevestigd. 27

28 III - 14 Verplichting om inschrijfgeld te voldoen A 1. Een speler die voor deelneming aan een toernooi inschrijft is gehouden het verschuldigde inschrijfgeld voor elke rubriek waarin hij is opgenomen te voldoen, onafhankelijk van het al of niet deelnemen aan die rubriek. 2. Een speler dient het inschrijfgeld te voldoen voordat hij met zijn eerste partij begint. III -15 Verplichting om ledenpas te overhandigen en het verbod op misbruik van de ledenpas S 1. Deelnemers aan een toernooi zijn verplicht, alvorens hun eerste partij te spelen, hun ledenpas aan de wedstrijdleiding te overhandigen ter identificatie. 2. Tijdens toernooien die beginnen in de weken 1 tot en met 13 dient de ledenpas van het voorafgaande jaar overhandigd te worden. Tijdens toernooien die beginnen in week 14 of later dient de ledenpas van het desbetreffende jaar overhandigd te worden. 3. Het is een deelnemer verboden (te trachten) gebruik te maken van een ledenpas, waarvan de geldigheidsduur is verstreken. 4. Het is een deelnemer verboden (te trachten) gebruik te maken van een ledenpas, die een ander toebehoort. III - 16 Verplichting om zich te melden Deelnemers aan een toernooi zijn verplicht zich op de dagen waarop zij een of meer partijen moeten spelen, na aankomst op het wedstrijdterrein bij de wedstrijdleiding te melden en mogen dit terrein niet zonder haar toestemming verlaten. A III - 17 Verplichting om te verschijnen en partij (af) te spelen 1. Een deelnemer is verplicht gehoor te geven aan de oproep om te verschijnen op een toernooi op een zodanig uur dat hij op het door de wedstrijdleiding genoemde tijdstip met zijn partij kan beginnen dan wel zijn partij kan voortzetten. 2. Een deelnemer is verplicht een partij die hij is begonnen door te spelen tot deze is beslist dan wel tot de partij reglementair is afgebroken. 3. Wanneer zich een situatie voordoet waarbij een speelgerechtigde 28