Artikel A6. Alle wedstrijden worden gespeeld volgens de spelregels zoals vastgesteld door de NBB en dit reglement.

Transcriptie

1 Bridge Reglementen Hoofdstuk A - Algemeen - Artikel A1 / A11 Hoofdstuk B - Programma - Artikel B1 / B3 Hoofdstuk C - Scores, lijnen - Artikel C1 / C3 Hoofdstuk D - Vervangende scores, promotie en degradatie - Artikel D1 / D9 Hoofdstuk E - Toekenning slempunten - Artikel E1 / E3 Hoofdstuk F - Clubkampioenschap - Artikel F1 / F2 HOOFDSTUK A. ALGEMEEN Artikel A1. Bij verhindering om op een speelmiddag/avond (afdeling) te verschijnen is men verplicht hiervan mededeling te doen aan het afmeldadres. Deze melding dient te zijn geschied overeenkomstig de afspraken voor de betreffende middag/avond. De verhindering moet ook aan de partner zijn doorgegeven. Artikel A2. Onder leden worden verstaan personen die lid zijn van G.S.V. Heemstede (GSV) en die zijn ingedeeld bij de sectie denksport afdeling bridge, ongeacht of het betreffende onderdeel al dan niet is aangesloten bij de Nederlandse Bridge Bond (NBB). Artikel A3. Een paar bestaat uit minimaal 2 - en maximaal 4 leden. Deze leden besluiten per zitting in onderling overleg welke twee spelers het paar vormen. Per paar is er één recht om te spelen, dus als een "paar" uit 4 spelers bestaat, wordt het toch slechts als één paar ingedeeld. Voor scores, uitslagen en standen wordt het paar als ieder ander paar behandeld, zolang er naar gespeeld is door twee van de als zodanig aangemelde spelers. Bij speciale gelegenheden (kerstdrive, slotdrive) kan de wedstrijdleiding besluiten alle spelers te laten deelnemen, ongeacht samenstelling van de paren. Een persoon kan, per afdeling, slechts in één paar zijn ingeschreven. Artikel A4. Als van een paar één speler komt spelen, dan heeft die speler de mogelijkheid, na overleg met de wedstrijdleiding (WL) resp. het afmeldadres, om met een ander te spelen. Artikel A5. De vaste speelmiddag/avond begint om uur, c.q uur. De leden, die na dit tijdstip binnen komen, verliezen het recht om te spelen. Artikel A6. Alle wedstrijden worden gespeeld volgens de spelregels zoals vastgesteld door de NBB en dit reglement. Artikel A7. Samenstelling en/of wijziging van een bridge-paar is een zaak voor de betreffende personen (leden) en niet voor het sectiebestuur en/of WL. Consequenties voor indeling en klassering is een zaak voor de WL.

2 Artikel A8. Het wisselen van partner kan alleen geschieden aan het einde van een competitieserie, behoudens bijzondere gevallen. Degene, die opgezegd wordt, behoudt de plaats in de lijn, waartoe het paar behoorde en het recht (bij het maximaal aantal leden) lid van de afdeling/vereniging te blijven. Degene, die opzegde verliest in het algemeen het recht om in deze lijn te blijven spelen en zal als regel in een lagere lijn worden ingedeeld; in welke lijn dit is, is afhankelijk van de technische mogelijkheden c.q. plaatsingsmogelijkheden. Gaat hij/zij echter spelen met iemand, die recht heeft op een plaats in dezelfde of hogere lijn, dan vervalt het hiervoor bepaalde. Indien niet kan worden vastgesteld wie van de partners opzegde en wie opgezegd werd, beslist de WL. Artikel A9. De WL regelt de bridgemiddagen/avonden. Hij/zij draagt zorg voor de organisatie, de administratie voor zover aan hem/haar opgedragen, de toepassing van de reglementen en de arbitrage overeenkomstig de spelregels. Tegen beslissingen (uitspraken) van de WL is beroep mogelijk. Dit beroep moet binnen tien dagen schriftelijk worden ingediend bij het Sectiebestuur, dat als beroepsinstantie fungeert. Uiteraard kan ook een protest worden ingediend bij de Protestcommissie van de NBB, doch alleen als alle betrokken spelers lid zijn van de NBB. Artikel A10. Elk paar dient een systeemkaart te hanteren ingevuld overeenkomstig de daarvoor bestaande richtlijnen van de NBB en deze vooraf aan de linker tegenstander te overhandigen. Artikel A11. Daar waar dit reglement niet in voorziet, beslist de WL c.q. het Sectiebestuur. Voorts kan de WL voor de goede gang van zaken in individuele gevallen afwijken van de in dit reglement genoemde artikelen. HOOFDSTUK B. PROGRAMMA. Artikel B1. De WL stelt ieder jaar het programma samen voor het komende speelseizoen en maakt dit aan de leden bekend. Artikel B2. In het programma wordt geregeld: a. het aantal series competitiewedstrijden, b. het aantal competitiewedstrijden per serie, c. de competitievorm van elke serie, d. de te behalen kampioenschappen, e. de data van de onder a en b genoemde wedstrijden, f. de data van de wedstrijden, die niet onder a en b vallen. Wijzigingen in het programma worden voorbehouden en worden in het weekbericht bekend gemaakt.

3 Artikel B3. Voor de bepaling van het kampioenspaar per afdeling wordt als volgt te werk gegaan: Per serie wordt, aan de hand van de klassering, aan ieder paar een aantal kampioenschappunten toegekend. Het paar met de meeste kampioenschappunten mag zich kampioen van de afdeling noemen. Indien in meerdere competitievormen wordt gespeeld, zal deze wijze van telling toch één kampioenspaar opleveren. De puntentelling loopt als volgt: Nr.1 in de A-lijn krijgt 100 punten, nummer 2 krijgt 96 punten, nummer 3 krijgt 93 punten, nummer 4 krijgt 91 en alle overigen krijgen telkens 1 punt minder dan degene boven dat paar. Het eerste paar in de B-lijn krijgt dus 1 punt minder dan nummer laatst in de A-lijn, Bij exaequo gevallen krijgen beide paren het hoogste van toepassing zijnde plaatsingscijfer met de daarbij behorende kampioenschappunten. Kampioenschappunten worden alleen toegekend voor reguliere competitiewedstrijden, zoals aangegeven in artikel B2 onder a en b. HOOFDSTUK C. SCORES. INDELING IN LIJNEN. Artikel C1. De score van elk paar wordt bij parencompetitie uitgedrukt in procenten van de maximum te behalen matchpunten. De totale score bepaalt de rangorde in een lijn en is tevens bepalend voor de promotie en degradatie na een serie competitiewedstrijden. Artikel C2. De indeling in lijnen geschiedt door de WL aan de hand van de eindstand van de laatst gespeelde serie competitiewedstrijden, tenzij de WL meent de indeling op een andere wijze te doen plaatsvinden, bijvoorbeeld bij verschillende competitievormen. Artikel C3. Nieuwe leden worden ingedeeld in de laagste lijn. In bepaalde gevallen kan de WL van deze regel afwijken, als duidelijk kan worden vastgesteld, dat het om sterke paren gaat en er in een bepaalde lijn een open plaats is. HOOFDSTUK D. VERVANGENDE SCORES IN BIJZONDERE GEVALLEN. PROMOTIE EN DEGRADATIE. Artikel D1. Indien een lid met een invaller speelt zal de score die dan behaald wordt (in geval van parenwedstrijden), worden begrensd op minimaal 47,50 % en maximaal 52,50 %. Artikel D2. Indien twee leden uit dezelfde afdeling, ongeacht welke lijn, samen spelen omdat hun partners verhinderd zijn, hebben zij de keus om beschermd te spelen (minimaal 47,50 %, maximaal 52,50 %), of te spelen voor het resultaat, waarna er geen begrenzing (boven- noch ondergrens) wordt gehanteerd. Het betreffende paar moet deze keuze maken voor de aanvang van de zitting. Bij het spelen met een invaller van buiten de afdeling is de keuzemogelijkheid (spelen voor resultaat) niet toegestaan.

4 Artikel D3. Een paar, dat afwezig is zonder kennisgeving krijgt 35 % toegekend. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Dit ter beoordeling van de WL. Artikel D4. Een paar met kennisgeving afwezig voor het spelen van wedstrijden voor GSV, het District of de Bond (NBB), dan wel afwezig in verband met werkzaamheden in het belang van GSV krijgt een vervangende score van 52,50 %. Indien één van de partners met een invaller speelt, geldt de regeling zoals aangegeven in artikelen D1 en D2. Artikel D5. Een paar, met kennisgeving afwezig en niet vallend onder artikel D1 t/m D4, ontvangt bij de eerste afwezigheid in een competitieserie een vervangende score van 47,50 %, bij de tweede afwezigheid 46,50 %, bij de derde afwezigheid 45,50 % en vervolgens 45 %. Artikel D6. De WL kan (voor het goede verloop van de speelmiddag/avond) een paar tijdelijk in een andere lijn laten spelen. Op de daar behaalde score wordt een correctie toegepast; er wordt 2,5 % bij de score opgeteld als het paar in een lijn hoger dan de eigen lijn heeft moeten spelen en er wordt 2,5 % van de score afgetrokken als het paar in een lijn lager dan de eigen lijn heeft moeten spelen, binnen de volgende begrenzing: In hogere lijn: minimaal 50 %, geen max. In lagere lijn: minimaal 50 %, max. 55 %. Indien een A-speler en een C-speler samen spelen dienen zij in de B-lijn te worden geplaatst. De score wordt dan begrensd tussen 50 en 55 %. De uiteindelijke score wordt aan beide spelers (en daarmee aan beide paren) toegekend. Artikel D7. Aan het einde van een serie competitiewedstrijden promoveren als regel de twee paren die in elke lijn op de eerste twee plaatsen eindigen naar de naast hogere lijn en degraderen de twee paren, die op de laatste twee plaatsen eindigen naar de naast lagere lijn (geen promotie uit de hoogste lijn en geen degradatie uit de laagste lijn). Indien er 13 tot en met 17 paren in de lijnen zijn ingedeeld promoveren en degraderen 3 in plaats van 2 paren en bij 18 of meer paren 4 in plaats van 2 paren. Een paar kan bij een lange onafgebroken afwezigheid niet meer dan één lijn promoveren of degraderen. Artikel D8. Tijdens de zitting worden de behaalde scores opgeslagen in de elektrische scorekastjes op de speeltafels. Deze gegevens worden verwerkt door de centrale computer die tevens de einduitslag berekend. De uitslag is bekend zodra de laatste score is ingevuld, en de eventuele correcties op de uitslag zijn verwerkt. De uitslag wordt aan alle deelnemende spelers per e- mail toegezonden en ligt ter inzage aan het begin van de volgende zitting. Artikel D9. Indien naar het oordeel van de WL het verloop van de bridgemiddag/avond verstoord wordt, doordat aan één of meer tafels (door welke oorzaak dan ook) vertraging ontstaan is, kan de WL een arbitrale score vaststellen, danwel laten naspelen.

5 HOOFDSTUK E. TOEKENNING VAN SLEMPUNTEN. Artikel E1. In elke afdeling kan de WL beslissen al dan niet een separaat klassement bij te houden van geboden en gespeelde slems. Indien de WL besluit dit wel te doen, worden de volgende artikelen gehanteerd. Artikel E2. Als een paar in een spel een slem biedt, worden voor dat spel punten toegekend als volgt: 6 in een kleur: 1 punt, 6 Sans Atout: 2 punten, 7 in een kleur: 3 punten en 7 Sans Atout: 4 punten. Voor overslagen wordt niets extra toegekend en aan een contract dat down gaat worden negatieve punten toegekend: -1 punt voor een geboden en niet gemaakt klein slem in een kleur, -2 punten voor een geboden en niet gemaakt klein slem in Sans Atout, -3 punten voor een geboden en niet gemaakt groot slem in een kleur en -4 punten voor een geboden en niet gemaakt groot slem in Sans Atout. Deze punten worden ook toegekend aan een paar als één van de leden met een invaller speelt. Bij de individuele telling worden de punten echter alleen toegekend aan het lid dat slem heeft geboden. (zowel de positieve als de negatieve punten.) Artikel E3. De telling van slempunten gaat het gehele seizoen (over de verschillende competitieseries) door en aan het eind van de totale competitie wordt er een "slem-kampioenschap" opgemaakt. Het is aan de betreffende afdelingen hier al dan niet een prijs of iets dergelijks aan te verbinden. HOOFDSTUK F. CLUBKAMPIOENSCHAP. Artikel F1. Het Sectiebestuur kan aan einde van het seizoen een "kampioenschapdrive" organiseren. De winnaar van deze drive mag zich formeel Clubkampioen van G.S.V. Heemstede noemen. Artikel F2. De vergadering van het Sectiebestuur bepaalt de competitievorm, datum, organisatie en locatie en stelt een verantwoordelijke wedstrijdleider aan. Heemstede, 1 september 2012