Tijdelijk reglement voor het behandelen van tweedehands voertuigen in de haven van Antwerpen. Voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2011

Transcriptie

1 Tijdelijk reglement voor het behandelen van tweedehands voertuigen in de haven van Antwerpen. Voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2011 Art 1 Definities : Art 1.1 : Tweedehands voertuig: Tweedehands voertuigen zijn alle voertuigen (zoals gedefinieerd in Titel I van het VLAREM, hoofdstuk 1, Art ) die niet nieuw en geen afval zijn, ttz een gemotoriseerd transportmiddel, met uitzondering van vaartuigen. Art 1.2 : Behandelen: Met behandelen wordt bedoeld alle handelingen die nodig zijn voor het lossen uit en laden in schepen, het aanvoeren op en het afvoeren van terminals. Art 1.3 : Voorkaai: De definitie uit Titel III van het VLAREM (Art , hoofdstuk 5.48) is van toepassing. Vertoef op de voorkaai is uitsluitend toegelaten om het behandelen zoals gedefinieerd in artikel 1.2 mogelijk te maken. Art 1.4 : bijlading Onder bijlading verstaan we alle goederen die niet behoren tot het voertuig zelf maar die samen in of met het voertuig verscheept worden. Art 2 : Acceptatiecriteria voertuigen : Acceptatiecriteria waaraan een voertuig dient te voldoen en die te controleren zijn door de concessionaris : voertuig moet kunnen rijden; de motorkap, het kofferdeksel en de deuren moeten aanwezig zijn. De twee voorste deuren, namelijk de bestuurders- en passagiersdeur, dienen te functioneren en manueel geopend kunnen worden. voertuigen mogen niet lekken (bijv. brandstof, olie, batterijvloeistof, koelvloeistof); bestuurdersstoel moet aanwezig zijn en dient zoals de passagiersstoel volledig vrij te zijn. Indien geen passagiersstoel aanwezig dient de plaats die hiervoor voorzien is ook volledig vrij te zijn voertuigen mogen geen zichtbare sporen vertonen dat ze in stukken gesneden en nadien terug aan elkaar gelast werden Tweedehansvoertuigen reglement versie 12 juni /5

2 er mogen geen zichtbare tekenen aanwezig zijn die erop kunnen wijzen dat de structuur van het voertuig beschadigd is (bijv. verstevigingsbalken of riemen); er mogen geen tekenen zijn van zware brand, van beschadigde structuur, zoals doorgezakte chassisplaat, aanzienlijke schade aan het koetswerk, ontbrekende banden, loshangende onderdelen,... elke tankwagen en tanktruck moet vergezeld zijn door een reinigings- en gasvrijcertificaat. Alle basiseenheden + 3,5 ton (trucks, bussen, tractors, wegenismateriaal, gesloten, zware bestelwagens big vans, en gesloten vrachtwagens ) moeten ZELFRIJDEND zijn maw op eigen kracht de terminal binnen rijden en zich kunnen verplaatsen. Ingeval van een probleem met een unit geladen bij piggy back of op trailer zal de volledige combinatie geweugerd worden tot het probleem met de unit is opgelost. Indien wordt vastgesteld dat aan één van deze acceptatiecriteria niet wordt voldaan, moet het voertuig de toegang tot de terminal geweigerd worden. Art 3 : Informatie: Art 3.1 Informatie die dient beschikbaar te zijn op de terminal : Van elk voertuig dat op de terminal wordt toegelaten, dienen volgende gegevens bij de terminal operator bekend te zijn: minstens de laatste 6 cijfers van het chassisnummer naam en adres van de verscheper of de agent firmanaam van de transporteur; en nummerplaat van de aanleverende vrachtwagen/trekker naam en adres van de expediteur, indien van toepassing; naam van het ladende schip, indien bekend; haven van bestemming Art 3.2 : Informatieverstrekking De concessionaris stelt op eenvoudig verzoek van een bevoegde controlerende overheidsdienst een lijst ter beschikking met de op de terminal aanwezige voertuigen die goedgekeurd zijn voor verscheping. Deze lijst dient volgende gegevens te bevatten: de in art 3.1 vermelde gegevens; datum van aanvoer op de terminal; voorziene datum van laden in schip indien beschikbaar Tweedehansvoertuigen reglement versie 12 juni /5

3 Art 4 : Geweigerde voertuigen : Voertuigen die door de terminal worden geweigerd volgens de bepalingen van artikel 2, mogen niet op het terminalterrein komen en dienen onmiddellijk te worden afgevoerd (naar de verscheper). De terminal dient aan de transporteur het formulier geweigerde voertuigen ter ondertekening aan te bieden. Hierin staan de instructies vermeld waaraan de transporteur zich, in opdracht van HKD en ter naleving van het door HKD uitgevaardigde reglement, dient te houden. Kopie van dit overhandigde formulier wordt onmiddellijk overgemaakt aan HKD. ( controle.gevgoed.hkd@haven.antwerpen.be ) Geweigerde voertuigen mogen aan geen enkele terminal in het Antwerpse havengebied opnieuw ter verscheping aangeboden worden tenzij hun toestand correct is aangepast zodat ze wel aan de acceptatiecriteria voldoen. Art 5 : Vertoef op de voorkaai: Het aanvoeren en plaatsen van voertuigen als scheepslading dient te gebeuren in het kader van het laden en lossen van schepen. Vooraleer de voertuigen op de voorkaai worden toegelaten, moet de naam van de definitieve loshaven bekend zijn. De verblijfstermijn dient zo kort mogelijk te zijn en mag maximaal 42 kalenderdagen bedragen. Deze termijn kan uitzonderlijk, en steeds na goedkeuring door HKD, verlengd worden. Voertuigen die na deze termijn niet verscheept zijn, dienen te worden afgevoerd (naar de verscheper). Art 6 : Voorwaarden ivm de veiligheid op de terminal : Alvorens voertuigen op de kaai te mogen plaatsen dienen volgende documenten te worden voorgelegd ter goedkeuring aan HKD schema van de plaatsing van de voertuigen, met onderlinge scheidingsafstanden; locatie van de brandbestrijdingsmiddelen; instructies voor het terminalpersoneel i.v.m. acceptatiecriteria en plaatsing van de voertuigen; noodprocedures voor brand en vervuiling met vermelding van de gedane oefeningen. op de terminal beschikbare middelen voor het opruimen van vervuiling en het blussen van branden. Elke bevuiling dient onmiddellijk te worden opgeruimd op een aangepaste en milieuvriendelijke wijze. De concessionaris is, zoals gestipuleerd in de politieverordeningen, verantwoordelijk voor de reinheid van zijn concessie. Tweedehansvoertuigen reglement versie 12 juni /5

4 Art 7 : Bijladingen: Art 7.1 : voorwaarden voor bijlading Op de terminal mogen er geen bijladingen geplaatst worden. Bijladingen dienen in regel te zijn met alle geldende nationale en internationale reglementeringen zoals douanereglementering, Europese verordening op overbrenging van afvalstoffen, verdrag van Bazel enz... (niet limitatief) IMDG goederen, in welke hoeveelheid ook zijn ten strengste verboden Bevuilde goederen zijn ten strengste verboden Art 7.2 : Bijkomende voorwaarden voor vrachtwagens en voertuigen > 3,5 ton Elke vrachtwagen en/of voertuig van meer dan 3,5 ton inclusief de bijlading, dient vergezeld te zijn van een weegnota die niet ouder is dan 4uur en waarop volgende gegevens zijn vermeld: firma die de weging heeft uitgevoerd datum en uur van de weging identificatie van het voertuig (inclusief chassisnummer) gewicht van het geladen voertuig Vrachtwagens en voertuigen van meer dan 3,5 ton inclusief de bijlading, dienen beschouwd te worden als containers en dienen dan, buiten de hier opgelegde voorwaarden, ook aan alle administratieve voorwaarden en regelgeving voor behandeling van beladen containers te voldoen. Art 7.3 : Niet conforme bijladingen Een voertuig waarvan de bijlading niet conform is met de hierboven gestelde regels dient beschouwd te worden als een niet conform voertuig en dient geweigerd te worden. Voertuigen die met onregelmatige bijladingen op de terminals worden aangetroffen, kunnen door de bevoegde instanties geblokkeerd worden, maar dienen steeds binnen de 5 werkdagen afgevoerd of conform gemaakt. Art 8 : Maatregelen i.v.m. Brandveiligheid: Voertuigen dienen zo te worden geplaatst dat brandende voertuigen te allen tijde bereikbaar zijn voor de blusmiddelen van de brandweer. Rekening houdend met de worplengte van de brandslangen van de locale brandweer, dienen de voertuigen in blokken van maximaal 30 meter breed geplaatst te worden met tussen ieder blok een rijweg die een interventie van de brandweer mogelijk maakt. (indien de brandweer expliciete toelating geeft, kan deze afstand vergroot worden in functie van de reikwijdte van de brandweeruitrusting) Tweedehansvoertuigen reglement versie 12 juni /5

5 Art 9 : Maatregelen ivm controles: Om controles van zowel het voertuig als van de bijlading toe te laten dienen de voertuigen op zodanige wijze geplaatst dat deze steeds toegankelijk zijn. Kan dit niet, dan dient de terminal op eerste verzoek onmiddellijk het nodige te doen om het aangeduide voertuig vrij te plaatsen en zo alle controles mogelijk te maken. Controles op bijladingen van voertuigen > 3,5 ton die worden uitgevoerd door de overheid, dienen te gebeuren bij een erkende inrichting. Art 10 : Varia: Art 10.1 Inrichten van kaaien en terminals De inrichtingsvoorwaarden van de terminals die tweedehandsvoertuigen behandelen alsook eventuele overgangsmaatregelen zullen in een apart reglement worden vastgesteld. Art 10.2 Duurtijd van dit reglement Dit tijdelijk reglement gaat in voege op 1 juli 2011 en is geldig tot 31 december Bij ontstentenis van een definitief reglement op 31 december 2011 zal het reglement dat door de raad van bestuur van het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen op 5 april 2011 goedgekeurd werd, op 1 januari 2012 terug in werking treden. Tweedehansvoertuigen reglement versie 12 juni /5