3.31 Vervoer en tijdelijke opslag van gas- of dieselolie

Transcriptie

1 3.31 Vervoer en tijdelijke opslag van gas- of dieselolie Gas- of dieselolie - of kortweg diesel - wordt gebruikt voor de brandstofvoorziening van materieel. Het wordt dan vervoerd en tijdelijk opgeslagen in vaste of afneembare tanks, maar ook in vaten en jerrycans. Bij vervoer, opslag en overslag van vloeibare aardolieproducten kan door morsen of lekkage een explosief of brandgevaarlijk mengsel ontstaan. Daarbij bestaat het risico op schade voor de gezondheid en het milieu. Normen en regels Vervoer Voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen zijn de voorschriften van het ADR van toepassing. Het ADR is een Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en vormt de basis voor de Nederlandse wetgeving op dit gebied. Bij het vervoer van dieselolie hebben we te maken met de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wegenverkeerswet, het Besluit voertuigen, het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen. De toezichthouder is de Inspectie Leefomgeving en Transport. Wereldwijd is het stofidentificatienummer voor dieselolie UN 1202 en is het ingedeeld in vervoerscategorie 3. In de verpakkingsgroep is geregeld welke verpakkingen zijn toegestaan en wat de maximale hoeveelheid per verpakking mag zijn (dieselolie: verpakkingsgroep III). Periodieke keuringen (voor het vervoer van de IBC) Vanwege de internationale vervoersregelgeving moeten dieseltanks/ibc s periodiek geïnspecteerd worden: - elke 2,5 jaar op de uitwendige toestand en op de goede werking van de bedrijfsuitrusting; - elke 5 jaar op de in- en uitwendige toestand, op de goede werking van de bedrijfsuitrusting en of de IBC nog overeenkomt met het constructietype; - uitgevoerd door een keuringsinstantie, die door de Inspectie Leefomgeving en Transport is erkend. Een fleetowner kan overwegen zelf zo n erkenning aan te vragen. Opslag Bij (tijdelijke) opslag van gas- of dieselolie bepalen de Wabo, de Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit en de Wet bodembescherming met bijbehorende relevante besluiten hoe er mee dient te worden omgegaan. PGS 30 Vloeibare brandstoffen - bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties wordt daarbij gehanteerd als stand van de techniek. Deze verwijst wat betreft de constructie naar de Beoordelingsrichtlijn metalen niet-stationaire en mobiele opslag- en afleveringsinstallaties van ten hoogste 3 m 3 voor bovengrondse drukloze opslag van vloeistoffen (BRL- K744). Voor kunststof opslaginstallaties tot 1,2 m 3 zijn de eisen vastgelegd in BRL-K580. Als een tank volgens deze richtlijnen is gefabriceerd, is dit te zien op de stempelplaat. UN Periodieke milieukeuring (voor het gebruik van de IBC als opslag) Keuringen dienen te worden uitgevoerd door een bedrijf dat daartoe door KIWA is gecertificeerd: - buitengewone keuring na grondige reparatie, ombouw of ongeval; - 2,5 jaarlijkse keuring (visueel). Praktische invulling Omdat extra eisen aan de vervoerder en vervoersmiddelen worden gesteld boven 3 m 3 gaan wij in deze Abomafoon alleen in op het vervoer tot die hoeveelheid. In de bouwwereld wordt voor het vervoer van dieselolie met name gebruik gemaakt van IBC s (Intermediate Bulk Containers). Figuur 1 Vlamsymbooletiket dieselolie en milieuetiket Blad 1 van 6 Abomafoon 3.31

2 Eisen aan IBC s - Heeft een maximale inhoud van 3000 liter. - Is ontworpen voor mechanische behandeling, bijvoorbeeld met hijskraan of vorkheftruck. - Is goedgekeurd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit blijkt uit het aangebrachte UN-keuringskenmerk dat duidelijk en goed leesbaar op de IBC staat (let op geldigheid keuringstermijn). - Is op twee tegenover elkaar gelegen zijden (bij IBC s > 450 l, anders één zijde) voorzien van: opschrift UN 1202 (zie figuur 1); rode vlametiket brandbare vloeistof van een minimale afmeting van 100 x 100 mm die in de onderste punt is voorzien van de klasse-aanduiding 3 ; milieuetiket (witte ruit met dode boom en vis); stapelsymbool met stapelbelasting (op nieuwe, gerepareerde of omgebouwde IBC s vanaf ). - Moet zonder gebruikmaking van gereedschap van het onderstel kunnen worden losgenomen, bijvoorbeeld door middel van een Twistlock/pen-/gatverbinding. - Als de opslag en aflevering langer dan zes maanden duurt, moet een vaste afleverinstallatie worden aangelegd. - Voor het aftanken van machines op de bouwplaats mag geen gebruik worden gemaakt van een mobiele IBC, die alléén bedoeld is voor het vervoer van diesel (let dus op het geldig KIWA-keurmerk). Voorschriften voor de vervoersmiddelen - Op de voor- én achterzijde van de transporteenheid is loodrecht op de lengteas een retroreflecterend oranje bord van 300 x 400 mm met een zwarte rand van 15 mm aangebracht. - Bij het voertuig is aanwezig: ten minste één passend stopblok; twee zelfstandig staande waarschuwingssignalen; oogspoelvloeistof; de gevarenkaart (zie een schop; een rioolafdichting; een kunststof opvangreservoir; zand of ander absorberend materiaal; blusmiddelen; minimaal 2 kg poederblusapparaat voor brand in motor of cabine. - Per bemanningslid is aanwezig: veiligheidsvest; handlamp; beschermende handschoenen; oogbescherming. Deskundigheid personeel Een ADR-vakbekwaamheidscertificaat (ADR-basis) voor de chauffeur is verplicht bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in stukgoedverpakkingen boven de vrijstellingsgrens of in een container (< 3000 liter). Voor grotere hoeveelheden is het ADR-tank certificaat vereist. Ook de benoeming van een veiligheidsadviseur gevaarlijke stoffen (intern of extern) is verplicht boven de vrijstellingsgrenzen. Al deze certificaten zijn 5 jaar geldig. Het overige personeel dat is betrokken bij het laden, lossen en/of de behandeling van gevaarlijke stoffen, zoals expeditie- en magazijnpersoneel, moet zijn opgeleid in de voorschriften inzake het omgaan met deze gevaarlijke stoffen. Dat geldt ook voor chauffeurs die vrijgesteld zijn van het ADRvakbekwaamheidscertificaat op grond van de vrijstelling voor beperkte hoeveelheden. Met name algemeen bewustzijn, veiligheid en kennis in vervoersvoorschriften behoren tot de opleidingsonderdelen. Meer informatie over deze opleidingen is te vinden via Voorschriften bij laden, lossen en behandeling Aandachts- of controlepunten tijdens het laden, lossen of de behandeling van de IBC zijn: - inspectie bij laden en lossen; - rookverbod in of nabij het voertuig; - afzetten van de motor; Blad 2 van 6 Abomafoon 3.31

3 - vastzetten van de handrem; - stuwagebepalingen: het is niet voldoende om alleen te zorgen dat de IBC niet van het voertuig valt, ook in een gesloten voertuig moet de IBC geheel vast staan en niet tot beweging kunnen komen. Ook andere voorwerpen of machines, die tegen de IBC zouden kunnen botsen, moeten stevig worden vastgezet met bevestigingsbanden, schuifwanden of verstelbare steunen. Voorschriften tijdens het vervoer Tijdens het vervoer van de IBC gelden de volgende voorschriften: - samenladingsverbod met explosieve stoffen; - verbod om passagiers mee te nemen; - kennis van het gebruik van brandblussers; - verbod om verpakkingen te openen (met uitzondering van aflevering aan bouwplaats of wegenbouw); - verbod om het voertuig in te gaan met verlichtingsapparaten met een vlam of die vonken kunnen veroorzaken; - vervoersverbod bij glad wegdek en als het zicht minder is dan 50 m; - er mogen zich aan de buitenzijde van de IBC geen resten dieselolie bevinden. Dit geldt ook voor de laag tussen de vloeistofdichte binnenwand en de ombouw, waarin zich door morsen vloeibare diesel kan ophopen. Omdat de ombouw niet vloeistofdicht is, kunnen deze resten gevaar veroorzaken bij kantelen of omvallen van de IBC. Documenten - Vervoersdocument: vermeldt onder andere goederenomschrijving (met UN-nummer, stofnaam, etiketnummer, verpakkingsgroep, bijvoorbeeld UN1202 DIESELOLIE, 3, III of UN1202 DIESELOLIE, 3, PGIII ), het aantal en de omschrijving van de verpakkingen en de totale hoeveelheid van elke gevaarlijke stof, naam en adres van zowel de afzender als de geadresseerde(n). - Gevarenkaart ( Vrijstellingen voor het vervoer Voor het vervoer van dieselolie zijn de volgende vrijstellingsregelingen in het ADR opgenomen. Vrijstellingsregeling voor werkhoeveelheden Deze regeling heeft betrekking op medewerkers, die gevaarlijke stoffen meenemen om hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren, waarbij de volgende regels gelden: - maximaal 450 liter per verpakking vervoeren met een maximum van 1000 liter per voertuig; - veilig transport, zoals goede stuwage en voorzorgsmaatregelen om lekkage tegen te gaan. Een voorbeeld hiervan is een machinist van een graafmachine, die diesel meeneemt om de graafmachine, waarmee hij die dag gaat werken, van brandstof te voorzien. Deze vrijstelling geldt dus niet voor bouwbedrijven, die een hoeveelheid dieselolie naar hun bouwplaats vervoeren om de machines daar te bevoorraden. Vrijstelling voor de brandstof van het vervoermiddel zelf De vaste brandstoftank van het vervoermiddel mag maximaal 1500 liter brandstof bevatten. Daarvan mag een reservoir op een aanhangwagen 500 liter bevatten en mogen er draagbare reservoirs tot 60 liter worden meegenomen. Voorwaarde is wel dat deze brandstof bestemd is voor de werking van de uitrusting of de aandrijving van het vervoermiddel. Deze vrijstelling geldt ook voor de brandstof in reservoirs van voertuigen die als lading worden vervoerd (maar niet voor aggregaten). Vrijstellingsregeling voor beperkte hoeveelheden Deze regeling heeft betrekking op het vervoer van beperkte hoeveelheden verpakte gevaarlijke stoffen per voertuig, met een maximum van 1000 liter diesel. Als er ook andere gevaarlijke stoffen worden meegenomen dan gelden kleinere hoeveelheden (zie ook Abomafoon 3.29 Bestelbus). Desondanks blijft een aantal ADR-voorschriften van toepassing, zoals hiervoor beschreven, te weten: - vervoersdocument (met bovengenoemde onderdelen en de vermelding Vervoer overschrijdt niet de in ADR-randnummer voorgeschreven vrijstellingsgrenzen ); - goedgekeurde IBC met UN-kenmerk; - juiste kenmerking en etikettering van IBC; - aanwezigheid van een goedgekeurde brandblusser met minimaal 2 kg bluspoeder (ABC); Blad 3 van 6 Abomafoon 3.31

4 - vakbekwaam personeel (bewustwordingstraining); - rookverbod, verbod om het voertuig in te gaan met verlichtingsapparaten met een vlam of die vonken kunnen veroorzaken, verbod om verpakkingen onderweg te openen (behalve op de bouwplaats); - stuwagebepalingen en voorschriften bij laden, lossen en behandeling; - samenladingsverbod met explosieve stoffen. Vrijstelling voor ongereinigde lege verpakkingen Ongereinigde lege IBC s zijn ook vrijgesteld, als er maatregelen zijn genomen om gevaren uit te sluiten. Voorschriften voor opslag op de bouwplaats Aandachts- of controlepunten voor opslag van de IBC op de bouwplaats zijn: - opstelling op een vlak en hard terreingedeelte; - opstelling buiten het bereik van hijskranen of plaatsen met aanrijdingsgevaar; - brandblusser aanwezig met 6 kg bluspoeder of schuim (geschikt voor brandklassen B en C); - de aan te houden veiligheidsafstanden staan in de volgende tabel weergegeven. Minimale afstanden van de IBC/tank tot Erfgrens Gebouw Andere tank Stalen tank 0,75 m 0,25 m 0,25 m Kunststof tank 3,00 m 5,00 m 0,25 m Milieumaatregelen Milieuschade dient te allen tijde voorkomen en als het optreedt beperkt te worden door de volgende maatregelen: - Overslag, aftappen en overgieten zodanig uitvoeren dat eventuele lekkage wordt opgevangen. - Laadpistool in een lekbak opbergen. - Laad- en losinrichtingen, met inbegrip van flenzen of schroefdoppen, zijn beveiligd tegen ongewild openen. - Morsverliezen moeten direct worden verwijderd/opgeruimd met absorptiekorrels of worden afgegraven, het afval moet worden afgevoerd via de aangewezen instanties. - Besmeurde tanks worden schoon gemaakt. - De tank is gaaf, ofwel vrij van butsen en deuken. - Er zijn maatregelen genomen om oneigenlijk gebruik en vandalisme tegen te gaan. - Grote milieuschades worden onverwijld gemeld aan de gemeente. Verwijzing - Accord Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route (ADR). - Wet vervoer gevaarlijke stoffen. - Wegenverkeerswet. - Besluit vervoer gevaarlijke stoffen. - Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen. - Wet milieubeheer. - Wet bodembescherming. - Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen. - PGS 30 Vloeibare brandstoffen - bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties, met name Bijlage D ( - KIWA Beoordelingsrichtlijn BRL-K744 Metalen niet-stationaire en mobiele opslag- en afleveringsinstallaties van ten hoogste 3 m 3 voor bovengrondse drukloze opslag van vloeistoffen. - KIWA Beoordelingsrichtlijn BRL-K580 PE-tanks with integrated spill containers of maximum 1200 litres capacity for the stationary or mobile storage of fluids. - Website voor informatie over gecombineerde IBC-keuring (ADR & KIWA). - Website (divisie CCV), CBR Rijswijk. - Abomafoon 3.29 Bestelbus. Blad 4 van 6 Abomafoon 3.31

5 Datum: April 2015 Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave - Aandachtspunt toegevoegd bij Voorschriften tijdens het vervoer : aan de buitenzijde van de IBC mogen zich geen gevaarlijke resten dieselolie bevinden. Dit geldt ook voor de laag tussen de vloeistofdichte binnenwand en de ombouw, waarin zich door morsen vloeibare diesel kan ophopen. Omdat de ombouw niet vloeistofdicht is, kunnen deze resten gevaar veroorzaken bij kantelen of omvallen van de IBC. - Verduidelijking stuwagebepalingen: het is niet voldoende om alleen te zorgen dat de IBC niet van het voertuig valt, ook in een gesloten voertuig moet de IBC geheel vast staan en niet tot beweging kunnen komen. Ook andere voorwerpen of machines, die tegen de IBC zouden kunnen botsen, moeten stevig worden vastgezet met bevestigingsbanden, schuifwanden of verstelbare steunen. Uitgave: Aboma bv Maxwellstraat 49 a Postbus BC Ede tel Heeft u naar aanleiding van deze informatie vragen, opmerkingen of verbetersuggesties, geef het aan ons door via Abomafoon@aboma.nl Wij helpen u graag! Blad 5 van 6 Abomafoon 3.31

6 Controlelijst Vervoer en tijdelijke opslag van gas- of dieselolie Project / locatie: Ingevuld door: Datum: Aandachtspunten Opmerkingen / maatregelen Actie gereed d.d. v = akkoord; x = tekortkoming; - = niet van toepassing 01 Opschriften compleet en juist UN-keuringskenmerk IBC; opschrift UN 1202; vlamsymbooletiket, milieuetiket 02 Inrichting van het voertuig voor- en achterzijde retroreflecterend oranje bord met zwarte rand; goede borgingsmogelijkheden belading (Twistlock pen-/gatverbinding) 03 Hulpmiddelen beschikbaar stopblok; 2 waarschuwingssignalen; oogspoelvloeistof; schop; rioolafdichting; kunststof opvangreservoir; zand of ander absorberend materiaal; blusmiddelen en per bemanningslid: veiligheidsvest, handlamp, beschermende handschoenen en oogbescherming 04 Vakbekwaamheid personeel indien nodig ADR-vakbewaamheidscertificaat chauffeur, veiligheidsadviseur en/of opgeleid (overig) personeel ten aanzien van de te vervoeren gevaarlijke stoffen; kennis van gebruik brandblusser 05 Voorschriften tijdens vervoer geen gecombineerde lading met explosieven; geen passagiers mee; geen verpakkingen openen; voertuig niet betreden met brandgevaarlijk materieel; niet rijden bij glad wegdek of als het zicht minder is dan 50 m; geen olieresten aan de buitenkant van de IBC of in de ombouw 06 Voorschriften bij opslag Opstelplaats vlak en hard; buiten bereik van hijskranen; niet bij routes bouwverkeer; op veilige afstand van afscheiding, bouwketen en tanks 07 Milieumaatregelen bij overslag lekkages opvangen; laadpistool in lekbak; laad- en losinrichtingen kunnen niet ongewild geopend worden; morsverliezen direct opnemen of afgraven; vuile tanks schoonmaken; onbeschadigde tank; oneigenlijk gebruik en vandalisme zijn voorkomen; grote milieuschades melden aan gemeente Toelichting / nadere bijzonderheden: Blad 6 van 6 Abomafoon 3.31