MITIGATIEPLAN VLEERMUIZEN, HUISMUS EN GIERWALUW MGR. ZWIJSENPLEIN 17 EN 19 TE KERKDRIEL GEMEENTE MAASDRIEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MITIGATIEPLAN VLEERMUIZEN, HUISMUS EN GIERWALUW MGR. ZWIJSENPLEIN 17 EN 19 TE KERKDRIEL GEMEENTE MAASDRIEL"

Transcriptie

1 MITIGATIEPLAN VLEERMUIZEN, HUISMUS EN GIERWALUW MGR. ZWIJSENPLEIN 17 EN 19 TE KERKDRIEL GEMEENTE MAASDRIEL

2 Mitigatieplan vleermuizen, huismus en gierzwaluw Mgr. Zwijsenplein 17 en 19 te Kerkdriel in de gemeente Maasdriel Opdrachtgever Tonnaer Adviseurs in Omgevingsrecht Vonderweg RM Eindhoven Project MSD.TON.ECO3 Rapportnummer Status Eindrapportage Datum 21 september 2012 Vestiging Opsteller Boxmeer Ing. M. Koen Paraaf Kwaliteitscontrole Drs. B.G.W. Aarts Paraaf Kwaliteitszorg Econsultancy is lid van het Netwerk Groene Bureaus (NGB). Het NGB is een vereniging van ecologische advies- en - onderzoeksbureaus en werkt aan de kwaliteit van advisering gericht op natuur, landschap, water, milieu en ruimte en behartigt de belangen van groene adviesbureaus. Het Netwerk hanteert een gedragscode die opdrachtgevers en andere belanghebbenden een basis biedt om de leden aan te spreken op de kwaliteit van hun werk.

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING PROJECTBESCHRIJVING MITIGATIEPLAN Uitgangspunten Tijdelijke maatregelen voorafgaand aan de ingreep Ongeschikt maken projectlocatie Controle effectiviteit maatregelen Permanente maatregelen in nieuwe situatie SAMENVATTING BIJLAGEN: 1. - Brochure vleermuisvriendelijk bouwen MSD.TON.ECO3

4 1. INLEIDING Econsultancy heeft via Tonnaer Adviseurs in Omgevingsrecht opdracht gekregen voor het opstellen van mitigerende maatregelen voor vleermuizen, huismus en gierzwaluw, ten behoeve van de voorgenomen sloop en nieuwbouw ter plaatse van het Mgr. Zwijsenplein 17 en 19 te Kerkdriel in de gemeente Maasdriel. De mitigerende maatregelen, verwoord in onderhavig mitigatieplan, zijn opgesteld in het kader van de Flora- en faunawet op basis van de geschiktheidbeoordeling flora en fauna, die Econsultancy in juni 2012 heeft uitgevoerd (rapport: MSD.TON.ECO1 d.d. 21 juni 2012). Aan het mitigatieplan ligt geen soortspecifiek onderzoek ten grondslag. Hierdoor is geen duidelijkheid omtrent de aanwezigheid en aantallen van vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen (gewone dwergvleermuis en laatvlieger), huismus en gierzwaluw die in het kader van de Flora- faunawet een jaarrond beschermde status genieten. Wegens medewerking van de gemeente Maasdriel heeft Econsultancy besloten om eveneens medewerking te verlenen middels het opstellen van mitigerende maatregelen. Econsultancy kan niet garanderen dat overtreding van de Flora- en faunawet is uitgesloten. De inzet is om al het mogelijke te doen om schade aan beschermde soorten zoveel mogelijk of geheel te voorkomen. Het opstellen en de uiteindelijke uitvoering van de maatregelen vinden, vanwege het ontbreken van soortspecifiek onderzoek, plaats op volledige verantwoordelijkheid en eigen risico van de opdrachtgever/initiatiefnemer. Econsultancy bv is lid van de branchevereniging "Netwerk Groene Bureaus" en werkt volgens de door het Netwerk opgestelde gedragscode en protocollen. Om aan deze gedragscode te kunnen voldoen, dienen de werkzaamheden dusdanig te worden uitgevoerd dat ecologisch gezien er geen schade ontstaat aan aanwezige beschermde soorten. Ten aanzien van eventuele juridische implicaties omtrent het achterwege blijven van soortgericht onderzoek is Econsultancy niet verantwoordelijk. Het verkrijgen van een besluit van de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, is vanwege het ontbreken van soortgericht onderzoek niet mogelijk. Onderhavig mitigatiepan betreft een overzicht van de maatregelen ten behoeve van het behoud van de potentiële functionaliteit van de te slopen bebouwing voor huismus, gierzwaluw en vleermuizen. Daarnaast zal worden verwoord op welke wijze de huidige bebouwing voor aanvang van de daadwerkelijker sloop diervrij kan worden gemaakt. Onderhavig mitigatieplan dient te allen tijde op de locatie aanwezig te zijn en onder betrokken werknemers bekend te zijn. Voor verdere vragen/opmerkingen kan contact worden opgenomen met een van de ecologen van Econsultancy, telefoonnummer MSD.TON.ECO3 Pagina 1 van 12

5 2. PROJECTBESCHRIJVING De projectlocatie is gelegen aan het Mgr. Zwijsenplein 17 en 19, in de kern van Kerkdriel in de gemeente Maasdriel. Het project betreft een tweetal leegstaande panden (zie figuur 1 en 2). De panden zijn tot voor kort in gebruik geweest als woning en horecagelegenheid. Aan de achterzijde van de panden bevond zich, ten tijde van de quickscan, een tuin met diverse struiken als laurierkers en klimop. De klimop heeft zich met name gehecht aan het pand nummer 17. De directe omgeving van de projectlocatie betreft de stadskern van Kerkdriel met onder andere diverse winkel-, horeca- en woonpanden. Figuur 1. Te slopen pand Mgr. Zwijsenplein 17. Figuur 2. Te slopen pand Mgr. Zwijsenplein 19. De initiatiefnemer is voornemens de bestaande panden (nummers 17 en 19) te slopen en hiervoor in de plaats nieuwbouw te realiseren met horeca/commerciële ruimte en appartementen. Naast de sloop van de bebouwing zal tevens het aanwezige groen worden verwijderd MSD.TON.ECO3 Pagina 2 van 12

6 3. MITIGATIEPLAN Het mitigatieplan bevat de te nemen maatregelen ten aanzien van vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde soorten op de projectlocatie. Aangezien er geen soortgericht onderzoek heeft plaatsgevonden zal worden uitgegaan van de maximaal potentieel te verwachten soorten en aantallen op basis van de geschiktheid van het habitat op de projectlocatie. De te nemen maatregelen zijn in te delen in de volgende vier stappen: a. alternatieve verblijfplaatsen aanbieden als tijdelijke opvang van het verlies van de potentiële verblijfplaatsen voor de periode tussen de ingreep en de realisatie van de nieuwe situatie; b. projectlocatie voor de ingreep ongeschikt maken voor beschermde soorten; c. controleronde(s) om afwezigheid beschermde soorten op moment van ingreep aan te tonen; d. in de nieuwe situatie duurzame verblijfsmogelijkheden voor beschermde soorten creëren. Ad a Verblijfplaatsen van alle vleermuissoorten, huismus en gierzwaluw zijn ook beschermd op het moment dat deze niet in gebruik zijn. Om de functie voor de soorten te allen tijde te behouden, zullen er ook in de periode tussen de ingreep en het realiseren van de nieuwe situatie voldoende nest- en verblijfsmogelijkheden in de directe omgeving aanwezig moeten zijn. Ad b Het doden of verwonden van beschermde soorten of het verstoren van in gebruik zijnde nesten van vogels is niet toegestaan. Daarom dienen de werkzaamheden dusdanig worden uitgevoerd dat er geen schade kan ontstaan aan soorten die zich tijdens de ingreep op de projectlocatie ophouden. Dit wordt bewerkstelligd door de projectlocatie voorafgaand aan de ingreep ongeschikt te maken, zodanig dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er ten tijde van de werkzaamheden geen verstoring kan plaatsvinden. Ad c Om er zeker van de te zijn of de maatregelen die getroffen zijn om soorten uit de projectlocatie te weren ook effectief zijn geweest, wordt voorafgaand aan kritieke werkzaamheden, zoals het slopen van bebouwing of het verwijderen van beplanting, een controle uitgevoerd door een ter zake kundige op aanwezigheid van beschermde soorten. Indien de maatregelen effectief zijn gebleken kunnen de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd. Mocht dit niet het geval zijn dan dienen wellicht aanvullende maatregelen te worden getroffen. Ad d In de nieuwe situatie dienen de potentieel verloren functies opnieuw aanwezig te zijn zodat de beschermde soorten duurzaam gebruik kunnen maken van hun vaste rust- of verblijfplaatsen MSD.TON.ECO3 Pagina 3 van 12

7 3.1 Uitgangspunten Op basis van het habitat op de projectlocatie worden de maatregelen afgestemd op de hierna volgende soorten en functies. Vleermuizen De bebouwing is met name geschikt als verblijfplaats voor gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Deze soorten kunnen de bebouwing in principe gebruiken als zomerverblijf, kraamverblijf, paarverblijf en/of als winterverblijf. De potentiële verblijfplaatsen hebben voornamelijk betrekking op het dak van de twee panden, waar vleermuizen onder andere via openingen tussen enkele scheefliggende dakpannen de ruimte onder de dakpannen kunnen bereiken. Het is tevens niet uit te sluiten dat vleermuizen via het dakbeschot ruimtes zoals luchtspouwen kunnen bereiken. Op basis van een worst-case benadering is het uitgangspunt dat er maximaal 200 gewone dwergvleermuizen op een bepaald moment in de betreffende panden aanwezig kunnen zijn. De periodes dat zulke aantallen bij elkaar kunnen zitten betreffen de kraamperiode (mei-juli) en de winterperiode (circa november-maart). De lengte van de winterperiode is echter sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Naast gewone dwergvleermuizen kunnen er in de panden tevens laatvliegers verblijven. Qua aantallen is hier het uitgangspunt dat er maximaal 100 laatvliegers op een bepaald moment in de betreffende panden aanwezig kunnen zijn. De periodes met dergelijke aantallen komen overeen met de kraam- en winterperiode van gewone dwergvleermuizen. Verder is uitgangspunt dat er op elk willekeurig moment in het jaar vleermuizen aanwezig kunnen zijn. De maatregelen ten aanzien van de sloop zullen dan ook met name worden gericht op de momenten dat de aantallen van de mogelijk aanwezige vleermuizen het kleinst zullen zijn. Huismus Met betrekking tot huismussen is het uitgangspunt dat zich maximaal om de halve meter dakrand/goot een nest kan bevinden. Omgerekend betekent dit, dat op basis van een worst-case benadering in dit geval, aangezien de dakranden van de panden voor en achter samen 40 meter lang zijn, er maximaal 80 huismusnesten onder het dak kunnen zitten. Omdat dit niet redelijkerwijs te mitigeren is, wordt voorgesteld om bij het verwijderen van de dakpannen (buiten het broedseizoen) na te gaan of huismussen daadwerkelijk gebruik maken van de betreffende panden en hoeveel huismusnesten er aanwezig zijn. Bij deze controle dient een ter zake kundige aanwezig te zijn van een onafhankelijke instantie, bijvoorbeeld een ecoloog van Econsultancy of een vergelijkbaar bureau. Op basis van deze controle kan worden bepaald voor hoeveel paartjes huismussen er wettelijk gezien maatregelen getroffen moeten worden. Gierzwaluw Met betrekking tot gierzwaluwen is het uitgangspunt enigszins vergelijkbaar met dat van huismussen. Voor deze soort wordt dan eveneens voorgesteld om bij het verwijderen van de dakpannen (buiten het broedseizoen) na te gaan of gierzwaluwen daadwerkelijk gebruik maken van de betreffende panden en hoeveel gierzwaluwnesten er aanwezig zijn. Ook hierbij geldt dat bij de controle een ter zake kundige aanwezig dient te zijn van een onafhankelijke instantie MSD.TON.ECO3 Pagina 4 van 12

8 3.2 Tijdelijke maatregelen voorafgaand aan de ingreep Vleermuizen Vleermuizen als gewone dwergvleermuis en laatvlieger hebben een netwerk van verschillende verblijfplaatsen. Hierdoor zijn ze niet afhankelijk van slechts één verblijfplaats. Echter, elk verblijf heeft wel een eigen functie voor een bepaalde periode in het jaar. Mede hierdoor zijn alle vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen jaarrond beschermd. De functionaliteit dient dan ook te allen tijde behouden te blijven. Om de functionaliteit van de mogelijke vaste rust- en verblijfplaatsen in de te slopen panden voor vleermuizen ook tussen sloop en nieuwbouw te waarborgen dienen er tijdig voldoende (tussentijdse) alternatieve verblijfsmogelijkheden te worden aangeboden. Voor de gewone dwergvleermuizen dient (in principe minimaal enkele weken) voor aanvang van de sloop een viertal vleermuiskasten te worden geplaatst aan bijvoorbeeld naastgelegen te handhaven bebouwing. Omdat niet is onderzocht of en hoeveel vleermuizen van de panden gebruik maken dient voor gewone dwergvleermuizen minimaal één grote kraamkast te worden geplaatst, zoals weergegeven in figuur 3. In een dergelijke kast kan een gehele kraamgroep bij elkaar gaan zitten, waardoor de jongen warm blijven wanneer de moedervleermuizen gaan foerageren. Een kraamkast van deze omvang (ongeveer 1,8 meter bij 1 meter ) is echter niet standaard leverbaar. Een kleinere kraamkast, zoals de vleermuizenbroedkast van Vivara (zie figuur 4), biedt in principe niet voldoende ruimte voor de aantallen die maximaal mogelijk zijn op de onderhavige projectlocatie. Met betrekking tot de overige drie kasten kan worden gekozen voor kleinere varianten, zoals de vleermuizenkast Oekraïne van Vivara (zie figuur 5) of het vleermuiskwartier 1FQ van Schwegler (zie figuur 6). De daadwerkelijk te gebruiken kasten dienen van minimaal dezelfde omvang te zijn als de voorgestelde kasten. Deze kasten bieden alternatieven voor de functies zomer- en paarverblijfplaats. Figuur 3, 4, 5 en 6. V.l.n.r. Kraamkast (Econsultancy), Vleermuizenbroedkast (Vivara), Vleermuiskast Oekraïne (Vivara) en Vleermuiskwartier 1FQ (Schwegler/Waveka). De kasten dienen, op zongerichte windrichtingen, op een hoogte van minimaal 3 meter te worden bevestigd, bij voorkeur hoger. De exacte locaties van de kasten dienen te worden bepaald in overleg met een ter zake kundige op het gebied van gewone dwergvleermuis. Verder dienen de vleermuiskasten onverlicht te blijven. Door ruim voor aanvang van de sloop enkele geschikte vleermuiskasten op juiste locaties in de directe omgeving van de te slopen bebouwing te plaatsen voor gewone dwergvleermuis, hebben de betreffende individuen voldoende alternatieve verblijfsmogelijkheden tijdens de sloop- en nieuwbouwperiode. Hierdoor blijft de functionaliteit voorlopig behouden en zijn er op korte termijn geen negatieve effecten te verwachten. Voor de functie winterverblijfplaats en voor laatvliegers zijn vooralsnog geen bewezen tijdelijke voorzieningen beschikbaar. Een eventuele winterverblijfplaats komt dan ook tijdelijk te vervallen. Verder kunnen laatvliegers in principe van dezelfde kasten gebruik maken, echter is dit nog nooit aangetoond. Deze soort zal tijdelijk gebruik moeten maken van een van de andere verblijfplaatsen binnen zijn/haar netwerk MSD.TON.ECO3 Pagina 5 van 12

9 Huismus Indien bij het verwijderen van de dakpannen (buiten het broedseizoen) nesten van huismussen worden aangetroffen, dienen conform de soortenstandaard van het Ministerie van EL&I (op basis van de Flora- en faunawet) per verloren nest zo spoedig mogelijk (dit in verband met het gebruik van de nesten als slaapplaats tijdens koude winterdagen) minimaal twee (tijdelijke) nestkasten te worden geplaatst aan bijvoorbeeld naastgelegen te handhaven bebouwing. De nestkasten dienen, enigszins gegroepeerd, op een hoogte van minimaal 3 meter aan de bebouwing te worden bevestigd met de opening bij voorkeur naar het noordoosten gericht. Hierbij is het noodzakelijk dat de kasten op het heetst van de dag in de schaduw hangen. Daarnaast dient bij het plaatsen van nestkasten een minimale afstand van 50 cm tussen de nestkasten te worden gehanteerd. Verder dient er in de directe omgeving van de kasten schuilmogelijkheid in de vorm van beplanting (winter groene dichte struiken/klimop) aanwezig te zijn. De exacte locaties van de nestkasten dienen te worden bepaald in overleg met een ter zake kundige op het gebied van huismussen. Als alternatieve (tijdelijke) nestplaatsen kan onder andere de 'mussennestkast Type 1N' van Schwegler (verkrijgbaar via Waveka) (zie figuur 7) of de nestkast mus van Vivara (zie figuur 8) worden gebruik. Figuur 7, 8 en 9. V.l.n.r. Mussenkast Type 1N (Waveka), Mussenkast Type 1N (Vivara), Mussendakpan ( Monier). Als alternatief voor het plaatsen van (tijdelijke) nestkasten kan er worden gekeken of de woningen in de directe omgeving huismusvriendelijker kunnen worden gemaakt om het verlies aan broedmogelijkheden (permanent) op te vangen. Hierbij kan worden gedacht aan het verwijderen van eventuele vogelschroten, zodat de ruimte onder dakpannen beschikbaar wordt, het plaatsen van vogelvides of het vervangen van een aantal dakpannen door huismusvriendelijke dakpannen. Dergelijke dakpannen (zie figuur 9) zijn onder meer verkrijgbaar bij Waveka en Monier. Gierzwaluw Indien bij het verwijderen van de dakpannen (buiten het broedseizoen) nesten van gierzwaluwen worden aangetroffen, dienen conform de soortenstandaard van het Ministerie van EL&I (op basis van de Flora- en faunawet) per verloren nest, voor het nieuwe broedseizoen: april 2013, minimaal vijf (tijdelijke) nestkasten te worden geplaatst aan bijvoorbeeld naastgelegen te handhaven bebouwing. De alternatieve nestmogelijkheden dienen zo dicht mogelijk bij de oude nestplaatsen te worden gecreëerd op vergelijkbare hoogte en met de openingen naar dezelfde windrichtingen. Hieronder (figuur 10 en 11) bevinden zich enkele voorbeelden van alternatieve nestmogelijkheden voor gierzwaluwen. Een andere mogelijkheid is om de daken van de omliggende bebouwing te voorzien van speciale nestdakpannen voor gierzwaluw (zie figuur 12 en 13). Dergelijke nestmogelijkheden zijn onder andere verkrijgbaar bij Vivara, Wavaka en Monier. Figuur 10 t/m 13. Diverse alternatieve nestmogelijkheden voor gierzwaluw MSD.TON.ECO3 Pagina 6 van 12

10 3.3 Ongeschikt maken projectlocatie Vleermuizen De betreffende panden dienen zoveel mogelijk handmatig ongeschikt te worden gemaakt op de hieronder vermelde wijze. Op het moment van ongeschikt maken dient de avondtemperatuur niet lager te zijn dan 10 C en er mag geen sprake zijn van harde wind en regen. 1. Zorgvuldig verwijderen van de dakpannen en andere relatief eenvoudige demontabele elementen als dakranden, regenpijpen, zonwering en dakgoten. Bij het handmatig verwijderen van de dakpannen dient er te worden gelet op de aanwezigheid van vleermuizen en nesten van huismus en gierzwaluw. Het verwijderen van de dakpannen dient dan ook onder begeleiding van een ter zake kundige te worden uitgevoerd. Bij het aantreffen van een of meerdere vleermuizen dienen de werkzaamheden ter plaatse tijdelijk te worden gestaakt. Vervolgens dient door de ter zake kundige te worden vastgesteld welke soort het betreft en welke functie het gebouw heeft voor deze soort. De aanwezige dieren zullen naar verwachting in de avond de verblijfplaats verlaten en elders in de directe omgeving een veilig heenkomen zoeken. 2. Bij aanwezigheid van spouwmuren die voor vleermuizen via het dak of andere openingen bereikbaar zijn, dienen in de buitenmuur naar de spouw tochtgaten te worden gecreëerd (minimaal 50 bij 50 centimeter), zodat tocht in de spouw plaatsvindt. Om in de hele spouw tocht te creëren dient om ongeveer elke twee meter (zowel horizontaal als verticaal) een tochtgat te worden gemaakt en dienen de hoeken te worden verwijderd. Afhankelijk van de constructie van de panden kan dit onderdeel mogelijk te komen vervallen. Tabel I geeft aan in welke periode het ongeschikt maken en vervolgens de sloop van de betreffende panden het beste plaats kan vinden. Tabel I: Ecologische planning werkzaamheden t.a.v. vleermuizen werkzaamheden jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. ongeschikt maken en sloop van de panden minst ongunstige periode om bebouwing ongeschikt te maken meest ongunstige periode om bebouwing ongeschikt te maken Huismus Het ongeschikt maken van de panden voor huismus dient te worden gerealiseerd middels het zorgvuldig verwijderen van de dakpannen buiten het broedseizoen. Bij het verwijderen van de dakpannen dienen aantallen en locaties van huismusnesten onder begeleiding van een ter zake kundige te worden geregistreerd. Indien er tijdens het verwijderen van de dakpannen onverhoopt een nest met eieren of jongen wordt aangetroffen, dan dient dat dakgedeelte te worden gespaard totdat de jongen zijn uitgevlogen. Tabel II geeft aan in welke periode het ongeschikt maken en vervolgens sloop met betrekking tot huismus kunnen plaatsvinden. Tabel II: Ecologische planning werkzaamheden t.a.v. huismus werkzaamheden jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. ongeschikt maken en sloop van de panden minst ongunstige periode om bebouwing ongeschikt te maken meest ongunstige periode om bebouwing ongeschikt te maken MSD.TON.ECO3 Pagina 7 van 12

11 Gierzwaluw Het ongeschikt maken van de panden voor gierzwaluw dient te worden gerealiseerd middels het zorgvuldig verwijderen van de dakpannen buiten het broedseizoen. Bij het verwijderen van de dakpannen dienen aantallen en locaties van mogelijk aanwezige gierzwaluwnesten onder begeleiding van een ter zake kundige te worden geregistreerd. Indien er tijdens het verwijderen van de dakpannen onverhoopt een nest met eieren of jongen wordt aangetroffen, dan dient dat dakgedeelte te worden gespaard totdat de jongen zijn uitgevlogen. Tabel III geeft aan in welke periode het ongeschikt maken en vervolgens sloop met betrekking tot gierzwaluw kunnen plaatsvinden. Tabel III: Ecologische planning werkzaamheden t.a.v. gierzwaluw werkzaamheden jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. ongeschikt maken en sloop van de panden minst ongunstige periode om sloop uit te voeren meest ongunstigste periode om sloop uit te voeren 3.4 Controle effectiviteit maatregelen Na het ongeschikt maken dient een wachttijd van minimaal enkele dagen te worden aangehouden om de eventueel aanwezige dieren in de gelegenheid te stellen te vertrekken. De avond voorafgaand aan de daadwerkelijke sloop dienen de te slopen panden door een of meerdere ter zake kundigen, middels een visuele controleronde (met behulp van een bat-detector) gedurende de avonduren, te worden gecontroleerd of de bebouwing daadwerkelijk vleermuisvrij is. Voor de controleronde geldt dat de temperatuur niet lager mag zijn dan 10 C en er geen sprake mag zijn van harde wind en regen. Mocht een ter zake kundige die betreffende avond of ochtend niets aantreffen, dan kan de betreffende bebouwing de dag erop gangbaar worden gesloopt. Mocht er ondanks alle maatregelen en controleronde tijdens de daadwerkelijke sloop onverhoopt toch nog een vleermuis worden aangetroffen, dan dienen de werkzaamheden ter plaatse tijdelijk te worden gestaakt en dient er in eerste instantie een vleermuiskundige te worden geraadpleegd. Deze zal bepalen hoe er gehandeld dient te worden, alvorens de sloop kan worden voortgezet. Indien bij het ongeschikt maken (verwijderen van dakpannen) blijkt dat er op basis van de constructie van de panden geen andere verblijfsmogelijkheden voor vleermuizen aanwezig zijn dan alleen de ruimte onder de dakpannen, dan kan een controleronde komen te vervallen. Voor huismus en gierzwaluw hoeft er na het verwijderen van de dakpannen geen controlemoment meer te worden uitgevoerd MSD.TON.ECO3 Pagina 8 van 12

12 3.5 Permanente maatregelen in nieuwe situatie Vleermuizen Voor het behoud van een duurzame functionaliteit dient de nieuwbouw permanent geschikt te worden gemaakt voor vleermuizen als gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Dit kan worden bewerkstelligd door de toekomstige bebouwing toegankelijk te maken voor vleermuizen, middels het aanbrengen van open stootvoegen (2 à 3 cm breed en 5 à 10 cm lang) in de muren waar dit bouwtechnisch mogelijk is. Open stootvoegen, breder dan 1 cm, in de buitenmuur van een spouwmuur zijn ook volgens het Bouwbesluit toegestaan. De ruimte achter en boven deze open stootvoegen (minimaal 1,5 bij 2 meter) mag niet worden opgevuld met isolatiemateriaal. Deze ruimtes kunnen wel met dunne (harde/opgeruwde) isolatie (geen irriterend materiaal als glaswol) worden geïsoleerd, zodat een spouwruimte (luchtspouw) van minimaal 3 à 4 centimeter aanwezig blijft tussen de buitenmuur en de isolatie. Hier kunnen vleermuizen jaarrond verblijven. Vleermuizen verblijven graag bovenin een spouwruimte, vanwege de warmte. Derhalve wordt geadviseerd de open stootvoegen bovenaan de spouwmuurdeel, minimaal een halve meter onder de rand, aan te brengen om warmteverlies en tocht te voorkomen. Verder dienen de open stootvoegen onverlicht te blijven en mogen deze niet worden voorzien van bijenbekjes. De toekomstige bebouwing kan ook toegankelijk worden gemaakt voor vleermuizen middels het, op minimaal 4 locaties, inmetselen van (geschakelde) vleermuiskasten (te voldoen aan dezelfde eisen en kenmerken als het type vleermuizeninbouwkast houtbeton van Vivara en het type 2FR van Waveka/Schwegler, zie figuur 14, 15 en 16). Het is van belang dat de spouwruimte rond de kasten geschikt is voor vleermuizen, zodat vleermuizen via de kast de spouwruimte kunnen bereiken. Ook voor deze nieuwe spouwmuren gelden dezelfde eisen als reeds eerder beschreven. De inbouwkasten dienen op diverse windrichtingen te worden aangebracht, waarbij er mee rekening wordt gehouden dat er voldoende aanvliegruimte aanwezig is. De exacte hanglocaties zullen in overleg met een ter zake kundige worden bepaald. Hieronder staan enkele voorbeelden van inbouwkasten voor vleermuizen weergegeven, die toegepast kunnen worden in de nieuwbouw. Figuur 14. In te metselen permanente vleermuiskast van Vivara type: vleermuizeninbouwkast houtbeton. Figuur 15. Vleermuiskast type 2FR van Waveka/Schwegler aan elkaar geschakeld, waardoor er één grote (kraam)kast ontstaat. Figuur 16. Vleermuiskast type 2FR van Waveka /Schwegler in verbinding met spouwruimte, open stootvoegen zijn hierdoor geen noodzaak. Naast vleermuiskasten kunnen er ook betimmeringen aan de nieuwbouw worden aangebracht waar vleermuizen achter kunnen kruipen. Meer informatie en mogelijkheden omtrent het geschikt maken van gebouwen is te vinden in de brochure vleermuisvriendelijk bouwen (zie bijlage 1). Alle voorgestelde verblijfsmogelijkheden zijn niet in strijd met het Bouwbesluit MSD.TON.ECO3 Pagina 9 van 12

13 Huismus Indien bij het verwijderen van de dakpannen (buiten het broedseizoen) nesten van huismussen worden aangetroffen, dienen conform de soortenstandaard van het Ministerie van EL&I (op basis van de Flora- en faunawet) per verloren nest minimaal twee nestmogelijkheden voor huismus te worden gerealiseerd in de nieuwbouw. Dit kan relatief eenvoudig worden bewerkstelligd wanneer de nieuwe daken worden voorzien van vogelvides (zie figuur 17 en 18). Figuur 17. Voorbeeld vogelvide onder eerste rij dakpannen (bron: Vogelbescherming). Figuur 18. Vooraanzicht vogelvide onder eerste rij dakpannen (bron: Vogelbescherming). Als alternatief voor de vogelvide kan er ook worden gekozen om de dakranden langs de dakgoot geheel open te laten, zodat huismussen over de gehele lengte toegang hebben tot de ruimte onder de dakpannen of vogelschroten pas te plaatsen na de derde rij dakpannen. Een ander alternatief is om huismusvriendelijke dakpannen te gebruiken (zie figuur 9). De onderlinge afstand tussen de huismusdakpannen dient ongeveer één meter te zijn. Alle voorgestelde nestmogelijkheden zijn niet in strijd met het Bouwbesluit. Gierzwaluw Indien bij het verwijderen van de dakpannen (buiten het broedseizoen) nesten van gierzwaluwen worden aangetroffen, dienen conform de soortenstandaard van het Ministerie van EL&I (op basis van de Flora- en faunawet) per verloren nest minimaal vijf nestmogelijkheden voor gierzwaluwen te worden gerealiseerd in de nieuwbouw. De nieuwbouw kan onder andere geschikt worden gemaakt door het aanbrengen van gierzwaluwdakpannen en/of door het plaatsen van inmetselstenen op geschikte plaatsen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met voldoende hoogte en vrije in- en uitvliegmogelijkheden. De exacte locaties van de neststenen dienen te worden bepaald in overleg met een ter zake kundige op het gebied van gierzwaluwen. Het plaatsen van gierzwaluwdakpannen (zie figuur 19) is een relatief simpele maatregel die een geschikte alternatieve nestmogelijkheid kan bieden. Het is echter wel belangrijk om deze pannen op een juiste plek aan te brengen, zodat deze door de zon niet te heet worden. Een dak op het noorden, noordoosten of oosten, dat voldoende steil is, is voor gierzwaluwen het meest gunstig. Het is daarnaast zeer gewenst om meerdere dakpannen bij elkaar te plaatsen. Gierzwaluwen zitten als koloniebroeder graag bij elkaar. Wel dienen minimaal 4 gewone dakpannen tussen de speciale dakpannen te liggen. Verder dient het dak steiler te zijn dan 45º en er mogen geen horizontale vlakken Figuur 19. Voorbeelden gierzwaluwdakpannen (bron: Monier) onder de pan aanwezig zijn zoals dakramen en dakkapellen MSD.TON.ECO3 Pagina 10 van 12

14 Heden ten dage zijn er diverse soorten gierzwaluwneststenen/kasten verkrijgbaar. Tevens zijn er verschillende bedrijven die gierzwaluwneststenen/kasten kunnen leveren. In Tabel IV staan enkele voorbeelden van zowel inmetselbare neststenen als uitwendige nestkasten. Tabel IV: diverse neststenen voor gierzwaluw foto's inmetselstenen maten / materiaal / artikel leverancier / verkooppunt opmerkingen 14 x 34 x 14 cm. Plantvezelbeton (asbestvrij) Waveka Weg te metselen achter de buitengevel. Er dient in de buitenmuur een opening gemaakt te worden van 3 x 7 cm. (horizontaal) Gierzwaluwwegmetselkast 17 x 31 x 17 cm. Houtbeton Vivara Deze verborgen inbouwsteen is speciaal ontwikkeld door Vivara en het Zwaluwen Adviesbureau, om in gebouwen nieuwe nestmogelijkheden te creëren. Inbouwsteen x 32 x 15 cm. Plantvezelbeton (asbestvrij) Waveka Zowel zichtbaar als onzichtbaar in te metselen. Duurzaam en zelfdragend. Ondiepe gierzwaluw neststeen van houtbeton 17 x 31 x 17 cm. Houtbeton Vivara Deze zichtbare inbouwsteen is speciaal ontwikkeld door Vivara en het Zwaluwen Adviesbureau, om in gebouwen nieuwe nestmogelijkheden te creëren. Inbouwsteen x 43 x 22 cm. Houtbeton Gierzwaluwinbouwkast nr. 16 Waveka Deze kast is uitermate geschikt om in te metselen in objecten. De kast steekt uit het metselwerk i.v.m. de invliegopening die onderaan zit. Daardoor blijft achter de kast voldoende ruimte over voor isolatie MSD.TON.ECO3 Pagina 11 van 12

15 4. SAMENVATTING Tabel V geeft een beknopte samenvatting van de te treffen maatregelen. Tabel VI geeft aan in welke periodes met welke soorten rekening dient te worden gehouden. De exacte lengte van de periodes is afhankelijk van de loop van de seizoenen. Tabel V. Overzicht maatregelen Locatie Soort(groep) Maatregelen voor aanvang van de sloop Maatregelen bij de nieuwbouw vleermuizen 1. Enkele weken voor aanvang van de sloop vier (tijdelijke) vleermuiskasten plaatsen, waarvan 1 kraamkast. 2. Bebouwing mimimaal 1 week voor de start van de sloop ongeschikt maken voor vleermuizen Op minimaal 4 geschikte locaties duurzame verblijfsmogelijkheden creëren. Mogelijkheden zijn speciale (inbouw)kasten en spouwmuren met open stootvoegen, te voldoen aan in de tekst genoemde eisen. Mgr. Zwijsenplein 17 en 19 huismus en gierzwaluw 3. Controleronde tijdens de nacht voor de daadwerkelijke sloop. 1. controle aanwezigheid nesten tijdens het zorgvuldig verwijderen van de dakpannen 2. Indien van toepassing (tijdelijke) alternatieve nestplaatsen aanbieden, 2 per 1 verloren huismusnest en 5 per 1 verloren gierzwaluwnest. Creëren van duurzame nestmogelijkheden middels bijvoorbeeld vogelvides, speciale dakpannen en/of inbouwneststenen. Tabel VI: Algemene ecologische planning voor het uitvoeren van werkzaamheden jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. Vleermuizen Huismus Gierzwaluw minst ongunstige periode om werkzaamheden uit te voeren meest ongunstige periode om werkzaamheden uit te voeren Econsultancy Boxmeer, 21 september MSD.TON.ECO3 Pagina 12 van 12

16 Bijlage 1 Brochure vleermuisvriendelijk bouwen

17 vleermuisvriendelijk In Nederland komen zeventien verschillende soorten vleermuizen voor. Acht soorten zitten overdag verstopt in kieren in muren en daken van onze gebouwen. Deze kieren dreigen te verdwijnen door sloop en renovatie. In nieuwe gebouwen ontbreken deze kieren vaak. Door de afname van het aantal verblijfplaatsen verdwijnen uiteindelijk de vleermuizen uit onze omgeving. Deze brochure laat zien hoe in het ontwerpen, bouwen en renoveren van gebouwen eenvoudig nieuwe verblijfplaatsen voor vleermuizen aangeboden kunnen worden. handreiking voor huiseigenaar,architect en beleidsmedewerker

18 Inleiding Boven: gewone dwergvleermuis Midden: laatvlieger Onder: meervleermuis Het doel van deze brochure is het aanreiken van handvatten over hoe bij het ontwerpen, bouwen en renoveren van gebouwen eenvoudig rekening gehouden kan worden met verblijfplaatsen van vleermuizen. Vleermuizen kunnen zelf geen nest bouwen en kruipen daarom weg in bestaande kieren en spleten, bijvoorbeeld in muren en daken van gebouwen. Dat maakt vleermuizen kwetsbaar voor veranderingen aan gebouwen en de manier waarop we bouwen. Door sloop en renovatie gaan vaak verblijfplaatsen verloren. Mede daarom zijn verblijfplaatsen van vleermuizen wettelijk beschermd; het slopen of renoveren van een gebouw met verblijfplaatsen mag alleen wanneer weer in nieuwe verblijfplaatsen wordt voorzien. Tot nu toe gebeurt dat vooral reactief: per gebouw dat verloren gaat wordt onderzocht of er vleermuizen verblijven. Als dat het geval is moeten er nieuwe verblijfplaatsen worden aangeboden. Maar je kunt natuurlijk ook overal waar je gaat bouwen iets voor vleermuizen doen. Door veel vaker vleermuisvriendelijk te bouwen geven we vleermuizen een duurzaam netwerk aan beschikbare verblijfplaatsen en kunnen ze makkelijker in onze dynamische maatschappij overleven. Dat is goed voor de vleermuizen en voor ons, want ondanks hun griezelimago zijn vleermuizen graag geziene dieren in stad en dorp. Ze houden muggen en andere plaaginsecten in toom. Bovendien is het spannend om vleermuizen te zien vliegen boven de tuin of in het park. Vleermuizen gebruiken afhankelijk van de soort en tijd van het jaar verschillende verblijfplaatsen. Dit kunnen kerkzolders, ondergrondse gebouwen en holle bomen zijn maar ook spouwmuren en daken van huizen en andere bovengrondse gebouwen. De brochure richt zich uitsluitend op de vleermuizen die gedurende een deel van het jaar in spouwmuren, dakbeschot en andere nauwe spleetvormige ruimten in bovengrondse gebouwen verblijven. Het gaat dan vooral om de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, meervleermuis, tweekleurige vleermuis en gewone grootoorvleermuis. De brochure gaat niet over het vleermuisvriendelijk restaureren van monumentale gebouwen. Wanneer het past binnen de regels voor het behoud van cultureel erfgoed kunnen de basisideeën van deze brochure daarin wel toegepast worden.

19 VLEERMUISVRIENDELIJK BOUWEN: PER SITUATIE ANDERS. Er zijn drie vormen van vleermuisvriendelijk bouwen: het extern plaatsen van vleermuisvoorzieningen, het inbouwen van vleermuisvoorzieningen, en het inclusief of geïntegreerd bouwen voor vleermuizen. Deze vormen zijn in toenemende mate duurzaam. Ze sluiten aan op verschillende aanleidingen om vleermuisvriendelijk te willen bouwen. Wanneer één verblijfplaats van vleermuizen in een gebouw door sloop of renovatie verloren gaat, dan is er een wettelijke verplichting om tijdelijk en blijvend in een of meerdere vervangende verblijfplaatsen te voorzien. Tijdelijke verblijfplaatsen moeten al ruim voor de ingreep aanwezig zijn en zijn bedoeld om de tijd te overbruggen, tot er in de nieuwbouw of na de renovatie nieuwe blijvende verblijfplaatsen beschikbaar komen. Voor informatie en voorbeelden voor tijdelijk mitigeren kunt u terecht bij het onderdeel Vleermuiskasten ophangen. De onderdelen Stijlvol Maatwerk, Vleermuiskasten inbouwen en Inclusief bouwen bieden mogelijkheden voor blijvende verblijfplaatsen. Waarom vleermuisvriendelijk bouwen? bestaande verblijfplaatsen mitigeren of compenseren tijdelijk verblijfplaatsen aanbieden (mitigatie) blijvend verblijfplaatsen aanbieden (mitigatie / compensatie) ruimte voor invloed op bouwkundig ontwerp? nee / beperkt ecologisch duurzaam bouwen ja Vleermuiskasten ophangen Stijlvol maatwerk Vleermuiskasten inbouwen Inclusief bouwen

20 Vleermuiskasten ophangen Boven: kleine vleermuiskast Midden: kraamkamerkast voor gewone dwergvleermuis Onder: een hoekkast biedt verschillende microklimaten Het ophangen van vleermuiskasten is de meest eenvoudige methode om in nieuwe verblijfplaatsen te voorzien. Iedereen kan het toepassen. Het is echter niet de meest duurzame methode. Vleermuiskasten die aan een gebouw hangen zijn moeilijk geschikt te maken als kraam- of winterverblijfplaatsen. Daarnaast zijn ze vaak makkelijk te verwijderen, waardoor ze kwetsbaar zijn voor ondoordacht handelen. Het is wel de enige manier om bij het verdwijnen van verblijfplaatsen door sloop in afwachting van de oplevering van de nieuwbouw toch in tijdelijke verblijfplaatsen te voorzien. Het ophangen van vleermuiskasten is geschikt voor tijdelijke oplossingen, maar veel minder voor de langere termijn. KLEINE VLEERMUISKASTEN (PREFAB) Kleine vleermuiskasten zijn de meest in de handel aangeboden kant-en-klare vleermuiskasten. Ze zijn meestal van hout of houtbeton en relatief klein (15-50 cm breed en 30 tot 50 cm hoog). Er zijn platte kasten met 1 tot 3 spleetvormige binnenruimten en ruime kasten met één grote binnenruimte. Voor vleermuizen die in spleetvormige ruimten in gebouwen leven zijn platte kasten de beste keuze. Gewone en ruige dwergvleermuizen gebruiken deze kasten graag als paarplaats en/of als slaapplaats. Ruime vleermuiskasten zijn geschikt voor gewone grootoorvleermuizen. Kleine vleermuiskasten zijn vooral geschikt voor kleine groepjes (1-15 dieren). Door hun beperkte massa en plaatsing op de muur houden kleine kasten weinig warmte vast en zijn daarom ongeschikt als kraamverblijfplaats of winterverblijfplaats. GROTE VLEERMUISKASTEN (MAATWERK) Grote vleermuiskasten, die als kraamverblijfplaats kunnen functioneren zijn relatief nieuw en nog weinig kant-en-klaar verkrijgbaar. Er zijn een aantal belangrijke voorwaarden aan kasten die als ventilatie-opening openingen tussen compartimenten invliegopening Figuur 1. Grote vleermuiskast met meerdere compartimenten

21 Stijlvol maatwerk kraamverblijfplaats moeten functioneren. Ze moeten voldoende groot zijn zodat vele tientallen tot honderden dieren er diep in weg kunnen kruipen. Kraamkasten hebben meestal een oppervlak van meer dan 0,7 m 2 of meer. Ze moeten een warm stabiel binnenklimaat hebben. Vaak worden ze daarvoor op s middags door de zon beschenen muren (zuiden-westen) geplaatst. Ook worden warmte accumulerende of isolerende materialen in de kast toegepast. Om verschillende temperatuurgradiënten te bieden, bestaan ze meestal uit twee of meer gelaagde compartimenten. Het bouwen van grote kasten is meestal maatwerk, nauwkeurig afgestemd Figuur 2. Boeibord met toegang voor vleermuizen invliegopening op de te vervangen verblijfplaats. Wanneer boeiborden, daklijsten, windveren en andere vormen van gevelbetimmering niet strak op de gevel aansluiten kunnen ze onbedoeld als vleermuiskast dienen. Dat maakt het dus ook mogelijk gevelbetimmering bewust zo aan te brengen dat er vleermuizen achter kunnen verblijven. Of om vleermuiskasten zo vorm te geven dat ze passen in de stijl of vorm van het gebouw en ook dienst kunnen doen als gevelbetimmering. Dit noemen we stijlvol maatwerk voor vleermuizen. Door gevelbetimmering op latten van 1,7-3 cm dik op de gevel te monteren wordt een geschikte ruimte voor vleermuizen gecreëerd. Deze ruimte kan voor vleermuizen toegankelijk worden gemaakt door de horizontale latten aan de onderkant van de gevelbetimmering weg te laten of door speciale invliegopeningen te maken. Belangrijk is dat de gevelbetimmering zo wordt aangebracht dat vleermuizenmest eruit kan vallen (of af en toe kan worden verwijderd) en dat vleermuizen vanachter de gevelbetimmering niet in ruimten kunnen komen waar ze niet gewenst zijn. Ook is het belangrijk dat de gevelbetimmering alleen uit milieuvriendelijke materialen bestaat. Wie nog net wat meer wil doen kan daklijsten, boeiborden of uilenborden ook dubbel uitvoeren, om op die manier extra leefruimte voor vleermuizen aan te bieden. Boven: vaak is er al ruimte voor vleermuizen achter de gevelbetimmering Midden: compensatieconstructie boeideel met onderin de invliegopening Onder: vleermuiskast onder de nok van het dak

22 Gewone dwergvleermuis MEERDERE VERBLIJFPLAATSEN Vleermuizen zijn altijd op zoek naar plekjes met optimale omstandigheden om in te verblijven. In de loop van de seizoenen gebruiken ze vaak meerdere verblijfplaatsen. In de winter houden ze een winterslaap op vochtige, stabiel koele, maar vorstvrije plekken. In de kraamtijd zoeken vrouwtjes elkaar op in stabiel warme plekken, waar de jongen worden geboren en worden grootgebracht. Buiten de winterslaap en kraamtijd zijn vrouwtjes en mannetjes minder kritisch, maar houden ze wel van plekjes die in de middag en avond warmer worden. In de paartijd nemen mannetjes een territorium in en proberen vrouwtjes naar hun paarplaats te lokken. De mate waarin een verblijfplaats bijvoorbeeld door de zon kan opwarmen (warmtecapaciteit), die warmte kan vasthouden (warmtebuffer) en in verschillende temperatuurzones (microklimaten) voorziet, bepalen sterk waarvoor een verblijfplaats gebruikt kan worden. Kraam- en winterverblijfplaatsen verschillen in temperatuur, maar vragen beide om een temperatuurbuffer en verschillende microklimaten. Die vinden we eerder in een verblijfplaats in de muur van een gebouw dan in een vleermuiskast aan een gebouw. Grote kasten aan een muur kunnen ook voldoende buffering geven voor kraamverblijfplaatsen. Paarplaatsen en individuele verblijfplaatsen van mannetjes en vrouwtjes hebben vaak al voldoende aan een kleine vleermuiskast of een boeibord waar ze achter kunnen verdwijnen. Voor kraamverblijfplaatsen en paarverblijfplaatsen is het gunstig als ze veel zonnewarmte ontvangen. Situeer deze verblijfplaatsen Succesfactoren van verblijfplaatsen Niet ieder plekje in een gebouw is geschikt voor vleermuizen. Het succes van een verblijfplaats in een gebouw is afhankelijk van de temperatuureigenschappen, de afmetingen en de bereikbaarheid (grip en situering invliegopening). Temperatuureigenschappen De temperatuureigenschappen van een kast bepalen waarvoor vleermuizen de kast kunnen gebruiken (Zie box: een vleermuis gebruikt meerdere verblijfplaatsen) Afmetingen Voor paarplaatsen of kleine groepjes (1-15 dieren) zijn kasten van cm breed en cm hoog voldoende. Afhankelijk van het aantal dieren zijn kraamverblijfplaatsen geschikt vanaf cm breed en cm hoog. Maar meestal geldt daarvoor: hoe groter hoe beter. Binnenruimte De onderlinge afstand tussen de wanden waartussen de vleermuizen wegkruipen moet klein zijn. Voor kleine soorten, zoals gewone en ruige dwergvleermuis, is een binnenruimte van 1,7-2 cm voldoende. Voor grotere soorten zoals meervleermuis, tweekleurige vleermuis, laatvlieger en gewone grootoorvleermuis is 2,5 4 cm voldoende. De dikte van de kast wordt vooral bepaald door het aantal lagen waarin de vleermuizen kunnen wegkruipen. Voor kraamverblijf-

23 voornamelijk op het zuiden tot westen. Het aanbieden van meerdere verblijfplaatsen op verschillende windrichtingen biedt meer keuzemogelijkheden voor de vleermuizen. De tabel hiernaast geeft een globaal overzicht van de verschillende vormen van vleermuisvriendelijk bouwen en de functie die zij voor vleermuizen kunnen vervullen. Omdat dit per vleermuissoort kan verschillen adviseren we voor een juiste match advies in te winnen bij een vleermuisdeskundige. warmte-capacititeit en temperatuurbuffer verblijfsfunctie Vleermuiskasten ophangen Kleine vleermuiskasten (prefab) - m,p Grote vleermuiskasten +- m,p,k Stijlvol maatwerk Daklijsten, gevelbetimmering etc. +- m,p,k Inbouw Kleine inbouwkasten + m,p,k Grote inbouwkasten ++ m,p,k,w Inclusief bouwen Spouwmuren ++ m,p,k,w Daklagen ++ m,p,k,w Diepe voorzieningen ++ m,p,k,w - = slecht; +- = redelijk; + = behoorlijk goed; ++ = goed m = mannetjesverblijf/kleine groep; p = paarverblijf; k = kraamverblijfplaats; w = winterverblijf plaatsen en winterverblijfplaatsen hebben meerdere lagen de voorkeur. Grip Een vleermuis heeft een ruwe ondergrond nodig om in en uit de kast te kruipen. Naast de ruwe wanden in de kast dient de ruimte rond de invliegopening ook voldoende ruw te zijn. Houten wanden van een kast kunnen ruw gemaakt worden door het om de 1 cm aanbrengen van horizontale groeven van 0,2 cm diep. Ook kan gekozen worden voor het strak aanbrengen van stevig kunststof gaas. Houtbeton en baksteen is van zichzelf meestal voldoende ruw genoeg. Invliegopeningen om te voorkomen dat de kasten worden gekraakt door vogels mogen invliegopeningen niet wijder zijn dan 1,7-2 cm voor dwergvleermuizen en 2-2,5 cm voor de andere soorten. De invliegopening mag wel breder (vanaf 4 cm) zijn. Over het algemeen worden invliegopeningen aan de onderzijde van de kast gesitueerd, mede om uitwerpselen af te voeren. De gevel moet in een straal van tenminste 20 cm rondom de uitvliegopening ruw zijn om houvast te bieden voor de vleermuizen. Uitvlieghoogte en ruimte Om veilig in en uit te kunnen vliegen hebben vleermuizen ruimte nodig. Plaats invliegopeningen bij voorkeur hoger dan 3 meter boven de grond. Voorkom dat roofdieren (katten / marters / roofvogels) makkelijk bij de opening kunnen gaan zitten. Houdt de omgeving van de invliegopening donker. Takken of andere obstakels op minder dan 2 meter afstand kunnen het uit- en invliegen belemmeren.

24 Vleermuiskasten inbouwen Boven: dwergvleermuizen in een kraamkast Onder: inbouwkast VLEERMUISKASTEN INBOUWEN Wie iets voor vleermuizen wil doen aan een gebouw dat in ontwerp af is of al is gerealiseerd, heeft nog de mogelijkheden om voorzieningen voor vleermuizen in te bouwen. Dit komt er meestal op neer dat in de buitenmuur of spouw vleermuiskasten worden ingemetseld. Deze kasten zijn dan als eenheid gescheiden van de constructie van het gebouw. Ze bevinden zich weliswaar in het gebouw, maar bieden een duidelijk afgekaderde plek voor de vleermuizen. Doordat ze in een grotere massa zijn opgenomen zijn inbouwvoorzieningen redelijk stabiel van temperatuur en daarmee geschikter als kraam- en winterverblijfplaatsen dan opgehangen vleermuiskasten. PREFAB VLEERMUISKASTEN (KLEIN) De meest eenvoudige mogelijkheden voor het inbouwen van kasten zijn de prefab inbouwvoorzieningen die al enige jaren op de markt zijn. Dit zijn meestal houtbetonnen of keramische vleermuiskasten die in een muur worden ingemetseld. (Zie figuur 3). Deze inmetselvoorzieningen zijn cm cm breed en cm hoog. Dit is groot genoeg voor paarverblijfplaatsen en zomerverblijfplaatsen tot 20 dieren, maar over het algemeen te klein voor kraamverblijfplaatsen. KRAAMVERBLIJFPLAATSEN (GROOT) Kraamverblijfplaatsen moeten een stabiele temperatuur maar ook voldoende verschillen in microklimaat hebben. Als een kraamvoorziening in een spouw ingebouwd wordt moet dus rekening gehouden worden met een relatief groot verblijf. Dit kan gerealiseerd worden door bestaande prefab kasten te stapelen (en daarmee te schakelen). Schakelen in de hoogte levert meer verschillende microklimaten op en is daarom gunstiger dan schakelen in de breedte. Dat geldt ook voor schakelen om de hoek van een muur zodat de kast op verschillende zijde van het gebouw geëxposeerd is. Gunstig is dan de zuid- en westzijde van een gebouw. Er zijn nog geen grote prefab inbouwkasten op de markt voor kraam- of winterverblijfplaatsen. Meestal worden op maat gemaakte kasten in de spouw ingebouwd, achter de buitenmuur. Deze kasten zijn meestal van hout. Om in verschillende microklimaten te voorzien bestaan ze meestal uit meerdere gelaagde compartimenten. Zie figuur 4. ZICHTBAAR OF ONZICHTBAAR INBOUWEN? Afhankelijk van de wensen en motivatie van de eigenaar van het gebouw kan een vleermuiskast dui-

25 delijk zichtbaar of haast onzichtbaar worden ingebouwd. Wie duidelijk wil maken dat hij iets voor vleermuizen heeft ingebouwd kan de kast zichtbaar laten of deze accentueren met een vleermuisvorm. Wie dat niet wil laat alleen de openingen zichtbaar. Die zijn ook te gebruiken als een architectonisch accent zonder nadruk op de functie van de opening. isolatiemateriaal doorgang tussen de kasten invliegopening Figuur 3. Ingemetselde schakelbare prefab vleermuiskasten Maatwerk inbouwkasten bij het gebouw van het Wereld Natuurfonds in Zeist

26 Bouwkundige aandachtspunten BEHOUD VAN ISOLATIEWAARDEN Bij het inmetselen van een vleermuiskast is er in de spouw soms minder ruimte voor isolatiemateriaal. Dat hoeft niet ten koste te gaan van de isolatiewaarde van de spouw. Houten en houtbetonnen vleermuiskasten kunnen zelf bijdragen aan de isolatiewaarde. Bovendien kan tussen de kast en de binnenmuur (binnenspouwblad) materiaal met een hogere isolatiewaarde worden aangebracht. Daarmee wordt het ontstaan van een koudebrug voorkomen. EXPOSITIE EN WARMTEBRONNEN Voor inbouwkasten geldt dat deze het beste op een op het zuiden tot westen gesitueerde muur ingebouwd worden. Bij het inbouwen van meerdere kasten kunnen verschillende microklimaten worden aangeboden. Dit kan door een verschillende expositie van de kasten ten opzichte van de zon of door kasten voor en achter de isolatielaag te plaatsen. Een andere optie is het inbouwen van een kast dichtbij een kunstmatige warmtebron zoals een ketelhuis, leiding van de centrale verwarming of afvoer van de airco. Dit vraagt een goede afstemming tussen vleermuisdeskundigen en bouwkundigen. Boven:ruige dwergvleermuis Onder: grootoorvleermuis Voorkom overlast Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de bewoners van een vleermuisvriendelijk gebouw overlast van de vleermuizen ervaren. Omdat vleermuizen hun uitwerpselen gewoon laten vallen moet bij het ophangen en inbouwen van vleermuiskasten voor een goede mestafvoer gezorgd worden. Verbind daarvoor de bodem van de kast diagonaal met de uitvliegopening (Zie figuur 4). De uitwerpselen rollen dan gewoon naar buiten. In een grote geventileerde ruimte (zoals een open spouwmuur) leveren uitwerpselen meestal geen problemen op. Het droogt snel uit en is geurloos. Voorkom per ongeluk binnenvliegende vleermuizen. Een verblijfplaats van vleermuizen mag geen

27 isolatie buitenmuur binnenmuur Figuur 5. Achter de buitenmuur ingebouwde kraamkasten invliegopening doorgangen naar woon- of werkruimten van mensen hebben. Zorg er voor dat invliegopeningen zich niet vlak boven of naast ramen en deuren bevinden. Vleermuizen zijn meestal erg stil, maar kunnen door een dun wandje wel hoorbaar zijn. Voorkom dat verblijfplaatsen slechts door een dunne houten of kunststof wand van mensen gescheiden worden. Figuur 4.Ingebouwde kraam-of winterslaapkast

28 Inclusief bouwen Tweekleurige vleermuis INCLUSIEF BOUWEN Vanaf het moment dat mensen zijn gaan bouwen, hebben vleermuizen en andere dieren een plek gevonden in die gebouwen. In muren en daken was altijd wel een ruimte waarin zij, vaak onopgemerkt, konden verblijven. Door de veranderende bouwtechnieken en isolatievoorschriften wordt dit voor de vleermuizen steeds moeilijker. We kunnen vleermuizen helpen door spouwmuren en daklagen als geheel voor hen geschikt te maken. Dat is helemaal niet zo ingewikkeld. SPOUW GESCHIKT EN TOEGANKELIJK MAKEN De gangbare dikte van de spouw is bij nieuwbouw 10 tot 12 cm. Dat is in principe genoeg ruimte om én een goede isolatielaag aan te brengen én in een verblijfplaats voor vleermuizen te voorzien. Om de spouw voor vleermuizen geschikt te maken moet er tussen de buitenmuur en het isolatiemateriaal (de luchtspouw) minimaal 3 cm ruimte zijn. De vleermuizen moeten zowel aan de buitenmuur als de isolatielaag kunnen hangen. Steenwol- of glaswoldekens moeten worden voorzien van een harde ruwe buitenlaag. Vleermuizenkeutels moeten helemaal naar beneden kunnen vallen. Voorkom dat vleermuismest zich in een kleine ruimte kan gaan ophopen. Als de spouw voldoende ventileert droogt vleermuismest geurloos uit. De toegang voor de vleermuizen tot de spouw kan bestaan uit open stootvoegen, open voegen tussen gevelplaten, open voegen tussen muur- en dakdelen of uit speciale vleermuisstenen. DAK GESCHIKT EN TOEGANKELIJK MAKEN Vleermuizen verblijven ook regelmatig in spleetvormige ruimten in het dak: onder de dakpannen of tussen houtlagen in het dak. Sommige soorten, zoals laatvliegers zitten zelfs voornamelijk in dergelijke daklagen. Bij moderne gebouwen met een hellend dak bevinden zich in het dak nog maar weinig ruimten die kunnen dienen als verblijfplaats. Het geschikt maken van een dak betekent dan het aanbrengen van een extra spleetvormige ruimte waarin vleermuizen kunnen wegkruipen. Deze kan zich boven of onder het dakbeschot bevinden. Creëer mogelijkheden aan meerdere zijden van het dak en zorg voor goed bereikbare invliegopeningen. De toegang tot deze daklagen kan aan de zijkant van het dak lopen via de gevelpannen of de windveer, en aan de onderkant via de daklijst of de muurplaat. Alleen bij daken met een hellingshoek van meer dan 60% kunnen ook vleermuispannen of gierzwaluwpannen als toegang dienen. Zorg ervoor dat het niet te warm of te koud kan worden:

29 betonnen dakpannen warmen makkelijk op tot te hoge temperaturen en koelen s nachts ook weer te veel af. APARTE OF EXTRA GEBOUWDELEN VOOR VLEERMUIZEN Het kan voorkomen dat het niet mogelijk of niet wenselijk is om van een gebouw de hele spouw of het hele dak vleermuisvriendelijk te bouwen. Bijvoorbeeld wanneer het niet binnen de bouw- of isolatievoorschriften te realiseren is, of het niet mogelijk blijkt de acceptatie van de bewoners te organiseren. In dat geval kan er gekeken worden naar het vleermuisvriendelijk bouwen van gebouwdelen die minder intensief worden gebruikt Diepe voorzieningen voor vleermuizen Een klein aantal soorten vleermuizen, zoals dwergvleermuizen en laatvliegers, houden ook hun winterslaap in onze gebouwen. Ze doen dat soms in de spouw of in het dak, maar vaak ook in holle ruimten dieper in een gebouw. Bijvoorbeeld in dilatatievoegen tussen verschillende gebouwdelen of in holle vloerdelen of tussenmuren met een spouw. binnenmuur Figuur 6. Spouw met ruimte voor vleermuizen open stootvoeg als invliegopening luchtspouw buitenmuur griplaag voor vleermuizen Figuur 7. Vleermuis hangt aan griplaag op isolatiemateriaal Bouwbesluit 2012 biedt ruimte voor vleermuizen! Tot voor kort schreef het Bouwbesluit voor dat openingen in buitenmuren en daken niet groter mogen zijn dan 1 cm. Dat is te klein om vleermuizen toegang te geven tot spouwmuren, daken of ingemetselde vleermuisvoorzieningen. Met ingang van 1 januari 2012 is ingevoerd dat ten behoeve van vleermuizen en andere door de Flora- en faunawet beschermde soorten openingen ook groter mogen zijn. Bouwbesluit Artikel 3.69 lid. 2 en 3.73 lid 2.

30 door mensen en/of met lagere of andere isolatienormen. Als klein gebouwdeel kunnen bijvoorbeeld delen van muren uitgebouwd worden om in vleermuiskasten of een extra spouw te voorzien, waarbij de oorspronkelijk spouw volledig kan worden geïsoleerd. Deze muurdelen kunnen bijvoorbeeld onderdeel zijn van, of lijken op steunberen of schoorsteenkanalen of kunnen een decoratieve functie hebben. Gemetselde (balkon) balustrades of opstaande dakranden kunnen van vleermuiskasten worden voorzien zonder dat isolatiewaarden van het gebouw in het geding komen. Het is ook mogelijk om aan kopgevels van gebouwen een geheel of gedeeltelijk dubbele spouwmuur op te trekken, om zo in optimale mogelijkheden voor vleermuizen te voorzien. Wie fantasievol aan de slag wil gaan kan ook moderne torentjes of kantelen voor vleermuizen maken. Bij kantoorgebouwen en appartementencomplexen bieden kopgevels, trappenhuizen, liftschachten en ketelhuizen vaak goede mogelijkheden voor vleermuisvriendelijk bouwen. Voorbeelden van voorzieningen voor vleermuizen die bij nieuwbouw al kunnen worden aangebracht.

31 Vleermuisvriendelijke wijken INCLUSIEF BOUWEN IN DE WIJK Bij het bouwen of grootschalig herinrichten van een wijk is het aanbieden van enkele verblijfplaatsen onvoldoende voor een gezonde populatie vleermuizen. Daar is meer voor nodig en vraagt om het meewegen van de vleermuisecologie bij een (her)inrichting van een wijk. Wanneer we bijvoorbeeld uitgaan van de nieuwbouw van een wijk met 70 vrijstaande huizen, 120 rijtjeshuizen, 110 woningen in appartementencomplexen en diverse scholen en openbare gebouwen (nutsvoorzieningen), dan is een aanbod van verblijfplaatsen nodig van circa 35 kraamverblijfplaatsen, 90 paarplaatsen en 20 grote (massa-) winterverblijfplaatsen. De precieze aantallen per soort moet per situatie in overleg met een vleermuisdeskundige worden bepaald. Het aanbod kan worden gerealiseerd door een combinatie van initiatieven vanuit gemeente, bedrijven en particulieren. Vervolgens is het zinvol om in het ontwerp van de wijk zowel jachtgebieden voor vleermuizen als verbindingen (vliegroutes) tussen verblijfplaatsen en jachtgebieden te creëren. Waterrijke en met inheemse planten ingerichte tuinen, parken en plantsoenen kunnen als jachtgebied dienen, onderling verbonden via een groene infrastructuur van beschutte watergangen, singels en kruidenrijke bermen en graslanden. Deze groene infrastructuur kan parallel aan de paden, straten en wegen voor de mensen lopen, en soms daarmee samenvallen. In de meeste wijken zijn dit normale elementen van de buitenruimte. Het gaat erom hoe die onderling verbonden zijn. Bij vliegroutes, jachtgebieden en verblijfplaatsen is het van belang om op de juiste manier om te gaan met openbare verlichting. Verlichting kan zo worden geplaatst, gericht of afgeschermd dat het licht er voor de mensen is en voldoende duister voor de vleermuizen. Kruisingen van verbindingen voor vleermuizen met drukkere verkeerswegen kunnen zo worden ingericht dat slachtoffers onder vleermuizen worden voorkomen. Inclusief bouwen in een nieuwe wijk vraagt om aandacht, maar kent vervolgens alleen voordelen. Het levert een goede bijdrage aan de bescherming van vleermuizen en het creëert planologische speelruimte bij de omgang met de natuurwetgeving in naburige wijken. Vleermuizen maken een specifieke natuurbeleving in de wijk mogelijk en helpen bij het in toom houden van insecten. Om te voorzien in die benodigde verblijfplaatsen en groene en blauwe structuren kan het van belang zijn deze voorzieningen als een voorwaardelijke verplichting op te nemen in het bestemmingsplan. Boven: groene infrastructuur in de wijk Midden: amberkleurige verlichting als goed alternatief Onder: ecoduct

32 KENNIS IN ONTWIKKELING De kennis van de eisen die vleermuizen aan hun verblijfplaatsen stellen is jong en sterk in ontwikkeling. Deze brochure geeft een overzicht van de huidige inzichten, methoden en producten. Het monitoren van het succes van gecreëerde nieuwe verblijfplaatsen is van groot belang om steeds betere verblijfplaatsen te kunnen ontwerpen. Graag ontvangen we uw ervaringen met het helpen van vleermuizen in gebouwen! MAATWERK Deze brochure geeft handvatten over hoe bij het ontwerpen, bouwen en renoveren van gebouwen eenvoudig rekening gehouden kan worden met vleermuizen. Het succesvol toepassen vraagt om een nauwe samenwerking tussen vleermuisdeskundigen en bouwkundigen. Wilt u als huiseigenaar, architect of beleidsmedewerker met vleermuisvriendelijk bouwen aan de slag? Neem dan contact op met een van de initiatiefnemers van deze brochure. COLOFON Boven: inbouwen van een verblijfplaats voor vleermuizen Midden: zwermende dwergvleermuizen Onder: ingebouwde prefab vleermuiskasten Deze brochure is het resultaat van een samenwerking tussen Landschapsbeheer Flevoland, Zoogdiervereniging en Tauw bv, met ieder zijn eigen bijzondere deskundigheid. Tekst: Fotografie: Erik Korsten, Herman Limpens m.m.v. Herman Bouman en Jeroen Reinhold Renée van Assema, Jan van der Bremer, Teddy Dolstra, Theo Douma, Paul van Hoof, René Janssen, Herman Limpens, Erik Korsten, Bernadette van Noort, Jan Pieter Vermeulen, Vivara, Ilco van Woersem Tekeningen: Bram Rijksen Vormgeving: BARD87 s-graveland Financier: Uitgave: Samenwerkingspartners: Nationale Postcode Loterij Landschapsbeheer Flevoland Botter 14-03, 8232 JP Lelystad tel: (0320) ZOOGDIERVERENIGING Tauw bv Lelystad, december 2011

33

ACTIVITEITENPLAN KROMMESTEEG 5A TE EDE GEMEENTE EDE

ACTIVITEITENPLAN KROMMESTEEG 5A TE EDE GEMEENTE EDE ACTIVITEITENPLAN KROMMESTEEG 5A TE EDE GEMEENTE EDE Activiteitenplan Krommesteeg 5a te Ede in de gemeente Ede Opdrachtgever Dhr. M. Dirksen Valkense Engweg 14 6733 JK Wekerom Project EDE.DBL.ECO3 Rapportnummer

Nadere informatie

vleermuisvriendelijk

vleermuisvriendelijk vleermuisvriendelijk In Nederland komen zeventien verschillende soorten vleermuizen voor. Acht soorten zitten overdag verstopt in kieren in muren en daken van onze gebouwen. Deze kieren dreigen te verdwijnen

Nadere informatie

Mogelijkheden voor mitigatie bij de aanwezigheid van vleermuizen en gierzwaluwen in Hoog-Catharijne

Mogelijkheden voor mitigatie bij de aanwezigheid van vleermuizen en gierzwaluwen in Hoog-Catharijne Notitie \ Contactpersoon drs. F. (Frank) Aarts Datum 20 juli 2012 Kenmerk N002-1207565FAA-agv-V01-NL Mogelijkheden voor mitigatie bij de aanwezigheid van vleermuizen en gierzwaluwen in Hoog-Catharijne

Nadere informatie

Worst case benadering Gierzwaluw, huismus en vleermuizen S-Heerenbergseweg 34 Zeddam

Worst case benadering Gierzwaluw, huismus en vleermuizen S-Heerenbergseweg 34 Zeddam Worst case benadering Gierzwaluw, huismus en vleermuizen S-Heerenbergseweg 34 Zeddam Worst case benadering Gierzwaluw, huismus en vleermuizen S-Heerenbergseweg 34 Zeddam Opdrachtgever: Boudewijn BV Postbus

Nadere informatie

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg.

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Montferland SAB ZON/GEST/140400 datum: 20 januari 2015 betreft: vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis'

Nadere informatie

Mitigatie-/compensatieplan Soortgroep vleermuis Huismus en Gierzwaluw. Albert Hahnweg 2 Lochem

Mitigatie-/compensatieplan Soortgroep vleermuis Huismus en Gierzwaluw. Albert Hahnweg 2 Lochem Mitigatie-/compensatieplan Soortgroep vleermuis Huismus en Gierzwaluw Albert Hahnweg 2 Lochem Mitigatie-/compensatieplan Soortgroep vleermuis Huismus en Gierzwaluw Albert Hahnweg 2 Lochem Opdrachtgever:

Nadere informatie

adviesbureau voor natuur & landschap NOTITIE

adviesbureau voor natuur & landschap NOTITIE NOTITIE Aan : Gemeente Oss t.a.v. de heer S. Witte Van : G. Hoogerwerf (rapportage) & R. Felix (veldonderzoek) Datum : 12 juni 2014 Projectnr. : 14-106 Onderwerp : Notitie quick scan beschermde natuur

Nadere informatie

Compensatieplan De Wheme in Vorden. rapportnummer 1191

Compensatieplan De Wheme in Vorden. rapportnummer 1191 Compensatieplan De Wheme in Vorden rapportnummer 1191 Compensatieplan De Wheme in Vorden Dit rapport is afgedrukt op FSC-gecertificeerd en CO2-neutraal papier. Colofon Zelhem : augustus 2011 Rapportnummer

Nadere informatie

LIGHTSCAN FLORA EN FAUNA NIESWEG 3 TE HEGELSOM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

LIGHTSCAN FLORA EN FAUNA NIESWEG 3 TE HEGELSOM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS LIGHTSCAN FLORA EN FAUNA NIESWEG 3 TE HEGELSOM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS LIGHTSCAN FLORA EN FAUNA Niesweg 3 te Hegelsom in de gemeente Horst aan de Maas Opdrachtgever Pijnenburg Agrarisch Adviesburo B.V.

Nadere informatie

Vleermuizen, Beulakerweg te Giethoorn

Vleermuizen, Beulakerweg te Giethoorn Mitigatieplan Vleermuizen, Beulakerweg te Giethoorn Gemeente Steenwijkerland Datum: 28 januari 2011 Projectnummer: 100677 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Mitigatie 4 2.1 Bestaande bebouwing 4 2.2 Alternatieve

Nadere informatie

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg 77 8355 AC GIETHOORN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 wnb@rvo.nl Aanvraagnummer

Nadere informatie

ACTIVITEITENPLAN SPOORBAANSTRAAT TE GLANERBRUG GEMEENTE ENSCHEDE

ACTIVITEITENPLAN SPOORBAANSTRAAT TE GLANERBRUG GEMEENTE ENSCHEDE ACTIVITEITENPLAN SPOORBAANSTRAAT TE GLANERBRUG GEMEENTE ENSCHEDE Activiteitenplan Spoorbaanstraat te Glanerbrug in de gemeente Enschede Opdrachtgever ABC Management Groep Postbus 765 9400 AT Assen Project

Nadere informatie

ACTIVITEITENPLAN PLANGEBIED KOP VAN DE PARKWEG TE EDE GEMEENTE EDE

ACTIVITEITENPLAN PLANGEBIED KOP VAN DE PARKWEG TE EDE GEMEENTE EDE ACTIVITEITENPLAN PLANGEBIED KOP VAN DE PARKWEG TE EDE GEMEENTE EDE ACTIVITEITENPLAN plangebied Kop van de Parkweg te Ede in de gemeente Ede Opdrachtgever Gemeente Ede Postbus 9024 6710 HM Ede Project EDE.G02.ECO3

Nadere informatie

Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen

Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen Sloop pand terrein Schuilenburg te Rhenen Mitigatieplan vleermuisverblijfplaats Opdrachtgever Gemeente Rhenen dhr. N. van Dixhoorn Ondertekenaar Movares Nederland B.V. mevr. C. van der Kooij en dhr. T.

Nadere informatie

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

!  # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, .,,,,,! ! " # $! % & %(#(#%) *+,,, &-,".,,,,! 1 Inleiding Het plangebied is gelegen op de hoek van het perceel Werkensedijk 69 en de Monnikenhoef te Werkendam. Ter plaatse is in de huidige situatie een voormalig

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept -

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept - Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept - Colofon Titel Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12408 Opdrachtgever D. van Geemen & Zn BV

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Varikse Driehoek te Heerewaarden Datum : 1 september 2015 Projectnummer : 15-0092 Opdrachtgever : Woonstichting De kernen, Korenstraat 1, 5321

Nadere informatie

1. OVERZICHT GESCHIKTE LOCATIES T.B.V. VLEERMUISKASTEN

1. OVERZICHT GESCHIKTE LOCATIES T.B.V. VLEERMUISKASTEN 1. OVERZICHT GESCHIKTE LOCATIES T.B.V. VLEERMUISKASTEN Datum: 02-02-2015 Door de relatief hoge kopgevels en goothoogtes is het overgrote deel van de woningen zoals aangegeven op de luchtfoto geschikt voor

Nadere informatie

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving NOTITIE Gemeente Nijmegen Mevr. T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15 november 2011 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: pm G771/11.0016099 G. Hoefsloot G. Hoefsloot STATUS: versie

Nadere informatie

ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT

ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT ACTIVITEITENPLAN KAAGSTRAAT/NORREMEERSTRAAT TE WARMOND Opdrachtgever: Contactpersoon: Woningstichting Warmunda Dhr. S. Gopie Uitvoering: Adviesbureau E.C.O. Logisch Projectcode: WANA1301A Status: Definitief

Nadere informatie

Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem

Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem Compensatie en mitigatie voor de vleermuis en de huismus in plangebied Jeruzalem Planteam Groen, ecologie, Stedelijke recreatie en Water Februari, 2010 Compensatie en mitigatie voor de Gewone dwergvleermuis

Nadere informatie

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam

RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus AD Rotterdam RBOI Rotterdam bv T.a.v.: Dhr. D. Willems Postbus 150 3000 AD Rotterdam Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: RBVL1101 Datum: 16-09-2011 Projectgebied: Molenstomp Sassenheim Onderwerp: Briefrapport habitatscan

Nadere informatie

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s W e r k p r o t o c o l h u i s m u s Z w a r t e w e g 8 t V e l d I n l e i d i n g In december 2012 is een ecologische inventarisatie uitgevoerd

Nadere informatie

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014 Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2014 Nader onderzoek vleermuizen en huismus J. van Suijlekom, 17 oktober 2014 1 Inleiding 1.1 Algemeen

Nadere informatie

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen Datum : 3 november 2017 Projectnummer : 17-0148 Opdrachtgever : BIK bouw bv Opgesteld

Nadere informatie

1 ZOMERVERBLIJF. 1.1 Achtergrond. 1.1.1 Doelsoorten

1 ZOMERVERBLIJF. 1.1 Achtergrond. 1.1.1 Doelsoorten 1 ZOMERVERBLIJF 1.1 Achtergrond Onder de noemer zomerverblijfplaatsen vallen hier alle locaties waar vleermuizen, buiten de lethargische periode van de winterslaap, gebruik van maken om te slapen, te paren,

Nadere informatie

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus 94 5126 ZH GILZE Roermond : 11 januari 2012 Ons kenmerk : AM11215 Betreft : Vleermuizen- en vogelnestenonderzoek locatie Tom Rook te Gouderak (aangepaste rapportage)

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Nader onderzoek soortgroep vleermuizen Antoniusschool De Pontilaan 2 Nieuw Dijk

Nader onderzoek soortgroep vleermuizen Antoniusschool De Pontilaan 2 Nieuw Dijk Nader onderzoek soortgroep vleermuizen Antoniusschool De Pontilaan 2 Nieuw Dijk IİéL ForććSť Ciľvtľi Cmswt Nader onderzoek soortgroep vleermuizen Antoniusschool De Pontilaan 2 Nieuw Dijk Opdrachtgever:

Nadere informatie

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht HOI 77 w G*~ I W / ƒ # 2 6 NOV. 2012 Beh. Ambt.: (O, Omgevingsdienst regio Utrecht ISO «J01 en 14001 gocerthfcwrd Streefdat.: Afschr.: B.V.O. Gemeente Woerden 12.021577 Onderzoek beschermde fauna Arsenaal

Nadere informatie

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01 Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Gemeente Deurne t.a.v. Harry Rooijakkers Postbus 3 5750 AA Deurne Vleermuis-,

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 25 maart 2019 Dossiernr. : K11177 Documentnr. : 2019-023702 Verzonden : 26 maart 2019 Gelet op: het wijzigingsverzoek van Gemeente Oldambt, ontvangen

Nadere informatie

Plan van aanbeveling Grootonderhoud De Woningstichting Wageningen

Plan van aanbeveling Grootonderhoud De Woningstichting Wageningen Plan van aanbeveling Grootonderhoud De Woningstichting Wageningen 20-4-2009 In opdracht van De Woningstichting Wageningen 1 Plan van aanbeveling grootonderhoud De Woningstichting Wageningen Rapport nr.:

Nadere informatie

asbest bodem ecologie

asbest bodem ecologie asbest bodem ecologie Wiskaja Beleggingen BV t.a.v. Mevrouw J. Delfsma P/a Hof Espelo Weerseloseweg 255 7522 PS Enschede Datum 16 oktober 2013 Versie 1.2 definitief Onderwerp Potentieonderzoek vleermuizen,

Nadere informatie

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van: De Woningstichting Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen RA13343-01 2 Colofon Tekst, foto's en samenstelling

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem

Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem Colofon Titel Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem Projectnummer 12407 Opdrachtgever Vivare Projecten

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01 Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Casade t.a.v. Pepijn van Kuppeveld Postbus 5 5140 AA Waalwijk Belfeld, 9 november

Nadere informatie

VLEERMUISONDERZOEK LICHTENVOORDSEWEG 4 TE GROENLO GEMEENTE OOST GELRE

VLEERMUISONDERZOEK LICHTENVOORDSEWEG 4 TE GROENLO GEMEENTE OOST GELRE VLEERMUISONDERZOEK LICHTENVOORDSEWEG 4 TE GROENLO GEMEENTE OOST GELRE Vleermuisonderzoek Lichtenvoordseweg 4 te Groenlo in de gemeente Oost Gelre Opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde

Nadere informatie

Ecologische beoordeling in het kader van een bestemmingsplanwijziging voormalig Nettenfabriek gebouw

Ecologische beoordeling in het kader van een bestemmingsplanwijziging voormalig Nettenfabriek gebouw Notitie Contactpersoon Herman Bouman Datum 12 december 2014 Kenmerk N001-1227257OUM-agv-V02-NL Ecologische beoordeling in het kader van een bestemmingsplanwijziging voormalig Nettenfabriek gebouw 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Zwanenburg

Vleermuisonderzoek Zwanenburg Vleermuisonderzoek Zwanenburg Opdrachtgever Referentie Gemeente Haarlemmermeer Stoker, O. 2012. Vleermuisonderzoek Zwanenburg. A&W notitie NWG-KAdiv2012#25. Altenburg & Wymenga bv, Feanwâlden. Projectcode

Nadere informatie

Risico s bij locatieontwikkeling

Risico s bij locatieontwikkeling Risico s bij locatieontwikkeling Risicomanagement verwervingsfase Asbest Bodem (verontreiniging/archeologie/nge) Flora en fauna Schematisering risico s Hoe zit dit met Flora en Fauna? Aanwezigheid beschermde

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe projectnr. 181571 Definitief 1 oktober 2008 Opdrachtgever Woonzorg Nederland Business Unit Projectontwikkeling Postbus 339 1180 AH AMSTELVEEN

Nadere informatie

Hierbij zenden wij u de rapportage van het aanvullend onderzoek naar vleermuizen en vogels ter plaatse van de Zomerdijk 1 te Meppel.

Hierbij zenden wij u de rapportage van het aanvullend onderzoek naar vleermuizen en vogels ter plaatse van de Zomerdijk 1 te Meppel. Tauw bv Transportweg 12 Postbus 722 9400 AS Assen T +31 59 23 91 30 0 F +31 59 23 91 32 5 E info.assen@tauw.nl www.tauw.nl Postbus 722, 9400 AS Assen Agrifirm Plant BV t.a.v. de heer H. Nijsingh Postbus

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven R.M. Koelman Mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl R.M. Koelman Rapport nr.: 2013.06 Project nr.: 2012.090

Nadere informatie

Faunavoorzieningen Producten en prijzen

Faunavoorzieningen Producten en prijzen Faunavoorzieningen Producten en prijzen k, info@faunusnature.com K www.faunusnature.com m E D C Telefoon +31 545 723033 Faunus Nature Creations Versie 1 augustus 2018 Building For Biodiversity FAUNUS Nature

Nadere informatie

www.natuurindewijk.nl

www.natuurindewijk.nl OPHANG- EN PLAATSINGSINSTRUCTIE Gefeliciteerd met Uw nestkast verblijfkast bijenhotel! Fijn dat U mee wilt werken aan het project. In de stad zijn er voor gebouw bewonende dieren steeds minder mogelijkheden

Nadere informatie

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht Notitie Contactpersoon Datum 16 december 2016 Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Tauw onderzoek gedaan

Nadere informatie

I Bevindingen tijdens controle

I Bevindingen tijdens controle Omgevingsdienst Brabant Noord RAPPORT CONTROLE SOORTENBESCHERMING Controle op voorschriften van de ontheffing FF/75C/216/497 1. A: ALGEMEEN Datum controle: 6juni217 Zaaknummer: Z/49115 Ontheffing/ vvgb

Nadere informatie

Uilenkamp 22. H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: Februari 2015

Uilenkamp 22. H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: Februari 2015 Tekst: H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel Beopublicatie: 201509 Februari 2015 Omslagfoto: entree van het voormalige politiebureau aan de Van der Molenallee 8 in Doorwerth Uilenkamp

Nadere informatie

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen H.J. Huitema 13 oktober 2009 Rapport van de In opdracht van Dienst Landelijk Gebied regio Zuid Onderzoek naar het gebruik van MOB complex

Nadere informatie

memo mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep.

memo mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep. memo aan: van: ons kenmerk: RVG Development B.V. SAB GER/ZON/100637 datum: 6 december 2013 betreft: mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep. AANLEIDING Aan de stationsweg in Wezep (Gemeente Oldebroek)

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg 1 Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg Opdrachtgever Referentie Gemeente Haarlemmermeer De Vries, E.W. & M.S.E. Greve 2013. Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied

Nadere informatie

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF BM-RAPPORT 2011- Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus Oranjebuurt Strijen T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september 2011. DEFINITIEF Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze en inspanning 3 2.1 Vleermuizen

Nadere informatie

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren Opdrachtgever Referentie Woonborg Vries, E.W. de, E. van der Heijden & M.S.E. Greve 2013. Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek

Nadere informatie

Buro Maerlant V&L. Breda Landgoed De Klokkenberg. DEFINITIEF versie 01. Bijlage 45 bij besluit Z V1

Buro Maerlant V&L. Breda Landgoed De Klokkenberg. DEFINITIEF versie 01. Bijlage 45 bij besluit Z V1 Bijlage 45 bij besluit Z2018-001757-V1 V&L Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2017 Mitigatieplan vleermuizen, huismus en de gierzwaluw DEFINITIEF

Nadere informatie

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo Contra expertise Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo Contra expertise Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo NO11017-01 2 Colofon

Nadere informatie

AANVULLEND ECOLOGISCH ONDERZOEK PASTOOR VULLINGHSSTRAAT 1 TE GRASHOEK GEMEENTE PEEL EN MAAS

AANVULLEND ECOLOGISCH ONDERZOEK PASTOOR VULLINGHSSTRAAT 1 TE GRASHOEK GEMEENTE PEEL EN MAAS AANVULLEND ECOLOGISCH ONDERZOEK PASTOOR VULLINGHSSTRAAT 1 TE GRASHOEK GEMEENTE PEEL EN MAAS Aanvullend ecologisch onderzoek Pastoor Vullinghsstraat 1 te Grashoek in de gemeente Peel en Maas Opdrachtgever

Nadere informatie

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS BV / CAREOS GROEP 15 oktober 2012 076649227:0.3 B01043.200918.0200 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Voorontwerp vleermuisvoorzieningen Hertogin Hedwigepolder

Voorontwerp vleermuisvoorzieningen Hertogin Hedwigepolder NOTITIE Ingenieursbureau Oranjewoud BV Dhr. L. Koks Postbus 40 4900 AA Oosterhout (NB) DATUM: 30 mei 2013 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: - 13-370/13.02592/EriKo E.

Nadere informatie

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer:

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer: Memo Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer: 015.64.50.00.00 Aan: De heer E. van Liempt Van: Mevrouw J.G. Lindenholz Onderwerp: Notitie nader onderzoek vleermuizen Mercurius, Assen Datum:

Nadere informatie

Werkprotocol Flora en fauna. Sloop Tollensstraat Nijmegen

Werkprotocol Flora en fauna. Sloop Tollensstraat Nijmegen Werkprotocol Flora en fauna Sloop Tollensstraat Nijmegen Werkprotocol flora en fauna Sloop Tollensstraat Nijmegen Titel Uitvoering Opdrachtgever Contactpersoon Werkprotocol flora en fauna Sloop Tollensstraat

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Mitigatieplan Gewone dwergvleermuis Dorpshart Knegsel

Mitigatieplan Gewone dwergvleermuis Dorpshart Knegsel Mitigatieplan Gewone dwergvleermuis Dorpshart Knegsel Status: Definitief Datum: 5 juli 2012 Project: 1174 Opdrachtgever: Gemeente Eersel Voorwoord Door gemeente Eersel is aan Bureau van Nierop opdracht

Nadere informatie

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Klaas Fuitestraat Genemuiden Klaas Fuitestraat Genemuiden vleermuisonderzoek colofon 28 september 2011 - tekst dr. A.J.M. Schenkeveld - productie bureau Schenkeveld Vistraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345-534245, Mobiel: 06-28307831

Nadere informatie

Woningbouwstichting ''De Gemeenschap'' P.J.J. van Roosmalen Postbus BB NIJMEGEN. Datum 3 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Woningbouwstichting ''De Gemeenschap'' P.J.J. van Roosmalen Postbus BB NIJMEGEN. Datum 3 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Woningbouwstichting ''De Gemeenschap'' P.J.J. van Roosmalen Postbus 1071 6501 BB NIJMEGEN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

Effectonderzoek plannen HKA-terrein Arnhem

Effectonderzoek plannen HKA-terrein Arnhem Effectonderzoek plannen HKA-terrein Arnhem Drs. John Mulder m Ecologisch Adviesbureau Mulder Colofon Mulder,J.(2015): Effectonderzoek plannen HKA-terrein Arnhem. Ecologisch Adviesbureau Mulder, Beemte

Nadere informatie

17 maart 2011 BR10.302-GML-F01 Briefrapportage nader onderzoek naar vleermuizen in spouwmuren binnen de planlocatie Medossestraat.

17 maart 2011 BR10.302-GML-F01 Briefrapportage nader onderzoek naar vleermuizen in spouwmuren binnen de planlocatie Medossestraat. Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV t.a.v. de heer N. Looman Postbus 74 7140 AB Groenlo Hamabest BV Postbus 676 7400 AR Deventer Rostockstraat 12A Deventer Tel. 0570-638 181 Fax. 0570-608 272 info@hamabest.nl

Nadere informatie

Projectnummer: B02043.000181.0100. Opgesteld door: L.M. Hamelink MSc. Ons kenmerk: 078113072:B.4. Kopieën aan: Mevrouw L. Hamelink

Projectnummer: B02043.000181.0100. Opgesteld door: L.M. Hamelink MSc. Ons kenmerk: 078113072:B.4. Kopieën aan: Mevrouw L. Hamelink MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Stationsplein 18d Postbus 1632 6201 BP Maastricht Tel 043 3523 311 Fax 043 3639 961 www.arcadis.nl Onderwerp: Plan van aanpak Flora- en fauna Carré, Maastricht Maastricht, 12

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht Datum : 29 september 2015 Projectnummer : 15-0161 Opdrachtgever : Van Wijnen Rosmalen B.V. Postbus 46

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum Inhoud Rapport en bijlagen 8 oktober 2014 Projectnummer

Nadere informatie

Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen

Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen Herinrichting recreatiegebied Gouwzeepark - Uytvenne Quickscan Flora- en faunawet vervolgonderzoek vleermuizen projectnr. 183274 revisie 00 Opdrachtgever Van Wijnen Recreatiebouw b.v. datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

: Opstart werkzaamheden Meelfabriek Leiden : Rapportage quickscan Flora- en faunawet kantoorgebouw Meelfabriek Leiden

: Opstart werkzaamheden Meelfabriek Leiden : Rapportage quickscan Flora- en faunawet kantoorgebouw Meelfabriek Leiden HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Van der Wiel Bouw BV, dhr. E. Zwart : I. van Woersem : W. Kuijsten : BD6205 : Opstart werkzaamheden Meelfabriek Leiden : Rapportage

Nadere informatie

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep NOTITIE Mevr. T. Martens Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15-04-2016 ONS KENMERK: 16-109/16.01207/DirKr UW KENMERK: VPL 235792 AUTEUR: PROJECTLEIDER: D.B. Kruijt D.B. Kruijt STATUS:

Nadere informatie

Ons kenmerk : 1404G305/DBI/rap2.1 Datum : 7 oktober 2014 Betreft : Quickscan flora- en faunaonderzoek Menneweg 20 te Sassenheim

Ons kenmerk : 1404G305/DBI/rap2.1 Datum : 7 oktober 2014 Betreft : Quickscan flora- en faunaonderzoek Menneweg 20 te Sassenheim Investia Vastgoed B.V. De heer F.J. Westerbeek Postbus 156 2170 AD Sassenheim Ons kenmerk : 1404G305/DBI/rap2.1 Datum : 7 oktober 2014 Betreft : Quickscan flora- en faunaonderzoek Menneweg 20 te Sassenheim

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol

Ecologisch werkprotocol Ecologisch werkprotocol Bergwijkpark Diemen Projectnummer: 6237.2 Datum: 15-10-2014 Begeleidend ecoloog: Sharon Boekhout Telefoonnummer: 0547-727002 Inleiding Het plangebied Bergwijkpark in Diemen wordt

Nadere informatie

ACTIVITEITENPLAN PROJECT MAISONNETTES MALVERT TE NIJMEGEN GEMEENTE NIJMEGEN

ACTIVITEITENPLAN PROJECT MAISONNETTES MALVERT TE NIJMEGEN GEMEENTE NIJMEGEN ACTIVITEITENPLAN PROJECT MAISONNETTES MALVERT TE NIJMEGEN GEMEENTE NIJMEGEN ACTIVITEITENPLAN Project Maisonnettes Malvert te Nijmegen in de gemeente Nijmegen Opdrachtgever Standvast Wonen Postbus 389 6500

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 1 maart 2019 Ons kenmerk 201803351-00806858 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Ontheffinghouder : Onderwijsgroep

Nadere informatie

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Verkenning flora- en fauna Lage Veldweg 5 en 10 In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Uitvoering Opdr.gvr. Locatie Ruimte voor Advies - J. Mossink Deventerstraat 179, 8171 NS Vaassen Lowijk advies

Nadere informatie

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend Resultaten onderzoek naar aanwezigheid van vleermuizen en broedvogels Concept Intermaris Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 30 juli 2013 Verantwoording

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk Notitie Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Natuur-Wetenschappelijk Centrum 078-6213921 nwcadvies@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Aanvullend

Nadere informatie

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING KuiperCompagnons De heer R. Wegener Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Ons kenmerk : 1503H081/DBI/rap2 Datum : 23 november 2015 Betreft : Resultaten aanvullend flora- en faunaonderzoek Ouddorp Geachte heer

Nadere informatie

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING Bijlage 7: IDDS, Resultaten aanvullend flora- en faunaonderzoek Ouddorp, kenmerk: 1503H081/DBI/rap2, d.d. 23 november 2015 KuiperCompagnons De heer R. Wegener Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Ons kenmerk

Nadere informatie

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10

Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Aanleiding nader onderzoek Vanwege de herinrichting van het gebied rondom het winkelpand Carré is het noodzakelijk om twee panden in de nabijheid te slopen.

Nadere informatie

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Opdrachtgever: Gemeente Borger Odoorn Contactpersoon: Rapport: Alewijn Brouwer Projectleiding: Projectnummer: Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo

Nadere informatie

NATUURTOETS APPARTEMENTENCOMPLEX RINGWEG DE KOPPEL TE AMERSFOORT

NATUURTOETS APPARTEMENTENCOMPLEX RINGWEG DE KOPPEL TE AMERSFOORT NATUURTOETS APPARTEMENTENCOMPLEX RINGWEG DE KOPPEL TE AMERSFOORT In opdracht van: De Alliantie NATUURTOETS APPARTEMENTENCOMPLEX RINGWEG DE KOPPEL TE AMERSFOORT Juni 2011 P. Calle K. van Bochove In opdracht

Nadere informatie

Bat roosts in the alpine area : guidelines for the renovation of buildings

Bat roosts in the alpine area : guidelines for the renovation of buildings Bat roosts in the alpine area : guidelines for the renovation of buildings Optimale temperaturen van kraamverblijfplaatsen Op basis van de verschillende beschrijvingen in dit rapport schat ik in dat het

Nadere informatie

Stappenplan. voor het kiezen en plaatsen van de juiste faunakast

Stappenplan. voor het kiezen en plaatsen van de juiste faunakast Stappenplan voor het kiezen en plaatsen van de juiste faunakast Over het stappenplan Dit stappenplan is opgesteld met als doel om initiatiefnemers van projecten te helpen bij het invullen van verlichte

Nadere informatie

Catalogus Leverancier van producten & diensten ten behoeve van mitigerende maatregelen i.h.k.v. de Wet natuurbescherming

Catalogus Leverancier van producten & diensten ten behoeve van mitigerende maatregelen i.h.k.v. de Wet natuurbescherming Leverancier van producten & diensten ten behoeve van mitigerende maatregelen i.h.k.v. de Wet natuurbescherming Catalogus 2019 www.faunaprojecten.nl info@faunaprojecten.nl 085 060 50 35 Voorwoord Als u

Nadere informatie

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Midden-Delfland P.A. van den Heuvel Postbus 1 2636 ZG SCHIPLUIDEN GEMEENTE üntv.bev. Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl

Nadere informatie

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus 2171 3440 DD WOERDEN Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg aan de Geul Reinaldstraat 7-9 (foto: www.tvvalkenburg.nl) 1 Ecologische quickscan gebied Nieuweweg-Reinaldstraat gemeente Valkenburg

Nadere informatie

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus 13 5320 AA HEDEL Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 wnb@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Klaas Fuitestraat Genemuiden

Klaas Fuitestraat Genemuiden Klaas Fuitestraat Genemuiden colofon 28 september 2012 en aangevuld 29 mei 2013 - tekst dr. A.J.M. Schenkeveld - productie bureau Schenkeveld Vistraat 1, 4101 AC Culemborg Telefoon: 0345-534245, Mobiel:

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht Notitie aan J. de Waard (Trivire Wonen) van A. de Baerdemaeker betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht project 0619 datum 2 augustus 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436

Nadere informatie