Onderwijs- en Examenregeling (OER) Opleidingsdeel VOC Opleiding AST3

Transcriptie

1 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Opleidingsdeel VOC Opleiding AST3 NBI VOC Actieve deelnemers zijn schriftelijk geïnformeerd in april 2013 over wijzigingen in de Onderwijs- en Examenregeling.

2 Pagina 2 van 77

3 Inhoud Blauwdruk MBO niveau 3 opleiding AST Algemene informatie over de opleiding... 5 MBO opleiding... 6 Landelijke kwalificatiestructuur... 6 Kwalificatieniveaus... 6 Leerwegen... 7 BBL opleiding Autoschadetechnicus niveau Doelen van de opleiding... 8 Branche & arbeidsmarktbeeld... 8 Beroepsprofiel... 9 Kwalificatiedossier...10 Kerntaken, werkprocessen en competenties...10 Diagnose stellen aan voertuigsystemen...10 Uitvoering werkopdracht bepalen en bewaken...10 Voorbereiden werkzaamheden...10 (De)monteren van voertuigsystemen...11 Herstellen van voertuigsystemen...11 Inregelen en resetten van voertuigsystemen...11 Werkplek, gereedschap en apparatuur onderhouden...11 Toelichting...11 Kwalificatieniveau...14 Leerweg...14 Algemeen vormende vakken...15 Nederlands...15 Rekenen/Wiskunde...15 Moderne Vreemde Talen...15 (Leren), Loopbaan & Burgerschap...15 Ingangseisen/ Vooropleidingseisen...17 Vrijstellingenbeleid...19 Cohorten vóór (AST t/m AST201103, zonder studievertraging)...19 Cohorten vanaf (AST en verder, zonder studievertraging)...19 Schema vrijstellingenbeleid cohorten vanaf (cohorten AST en verder)...21 Opbouw van de opleiding...22 Instroomassessment...23 BPV / Huiswerkuur...23 Sessies...23 Beroepspraktijkvorming...24 Beoordeling BPV...24 Zelfstudie & opdrachten...25 Pagina 3 van 77

4 Tussentoetsen...25 Oefentoets...26 Trainersevaluatie deelnemer...26 Sessies Nederlands/ Rekenen...26 Begeleiding; rollen...33 Studievoortgang...33 Communicatie...33 Planning...34 Studiebelasting tot en met cohort AST Studiebelasting vanaf cohort AST Slaag/zakregeling tot (zonder studievertraging tot en met cohort AST201309)...36 Slaag/zakregeling per (zonder studievertraging vanaf cohort AST201401)...37 Bijlagen...38 Trainersevaluatie Deelnemer (als aanvullende onderbouwing BPV-begeleider)...39 Beoordelingsformulier BPV...40 Beoordelingsformulier BPV, inclusief prestatie-indicatoren...45 Examenbesluit beroepsopleidingen WEB...57 Brief OC&W Wet- en regelgeving Regelgeving examinering MBO 9 januari Pagina 4 van 77

5 Blauwdruk MBO niveau 3 opleiding AST3 Algemene informatie over de opleiding Brinnummer 27NC Onderwijsinstelling VOC Sector Techniek Branche Carrosseriebranche Kwalificatiedossier Autoschadehersteltechniek Opleiding Autoschadetechnicus Crebocode kwalificatiedossier Crebocode uitstroom Kwalificatieniveau 3 Leerweg BBL Opleidingsduur 2,5 jaar (cohort AST200805, AST200901, AST200909, AST201001, AST201009, AST201103, AST201105, AST201109, AST201201, AST201209) Opleidingsduur 1 jaar (cohort AST en verder) Cohort AST200805, AST200901, AST200909, AST201001, AST201009, AST201103, AST201105, AST201109, AST201201, AST201209, AST en verder Ingangsdatum Vervaldatum n.v.t. Datum waarop het bevoegd gezag de OER heeft vastgesteld Datum waarop de OER bekendgemaakt is Pagina 5 van 77

6 MBO opleiding Landelijke kwalificatiestructuur De opleiding autoschadetechnicus niveau 3 is één van de MBO-opleidingen die deel uitmaakt van de landelijke onderwijskwalificatiestructuur. De afkorting MBO staat voor Middelbaar BeroepsOnderwijs. Dit houdt in dat personen die een MBO-opleiding volgen, worden opgeleid voor de beroepspraktijk en dat aansluiting met deze praktijk voorop staat. De landelijke onderwijskwalificatiestructuur bestaat uit verschillende kwalificatiedossiers die zijn samengesteld door personen uit het onderwijs- en bedrijfsleven en goedgekeurd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Deze kwalificatiedossiers zijn afgeleid van verschillende beroepscompetentieprofielen die zijn samengesteld door personen uit het onderwijs- en het bedrijfsleven. Waar in het beroepscompetentieprofiel de beroepscompetenties van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar zijn beschreven, zijn in het kwalificatiedossier de eisen beschreven waaraan een beginnend beroepsbeoefenaar moet voldoen. Met andere woorden, in het kwalificatiedossier staat beschreven aan welke eisen de onderwijsdeelnemer moet voldoen om in aanmerking te komen voor het bijbehorende diploma. Elk kwalificatiedossier bestaat uit kerntaken, werkprocessen en competenties. De kerntaken beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening en zijn onderverdeeld in verschillende werkprocessen. Elk werkproces is te zien als een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen de bijbehorende kerntaak. Tot slot is er bij elk werkproces aangegeven welke competenties voor de uitvoering hiervan nodig zijn. Competenties zijn het geheel van kennis, vaardigheden en beroepshouding om in een bepaalde beroepssituatie adequaat te functioneren. MBO-opleidingen worden ook wel competentiegerichte opleidingen genoemd, omdat het aanleren van kennis, vaardigheden en een passende beroepshouding centraal staat. Het competentiegerichte onderwijs is een antwoord op de veranderingen in de arbeidsmarkt. Waar eerst vraag was naar werknemers die gestandaardiseerde handelingen kunnen verrichten en alleen de technische aspecten van hun vak beheersen, is er nu vraag naar onder andere flexibele werknemers die probleem oplossend kunnen denken, bedrijfsprocesmatig en commercieel meedenken, klanten netjes behandelen, goed kunnen samenwerken met collega s en open staan voor nieuwe (technologische) ontwikkelingen. Met andere woorden: het gaat niet meer alleen om het kennen (kennis) en kunnen (vaardigheden), maar de beroepshouding speelt een steeds belangrijkere rol. Kwalificatieniveaus Het aanleren van competenties kan op verschillende niveaus en op verschillende manieren plaatsvinden. Het MBO kent vier verschillende kwalificatieniveaus en twee verschillende leerwegen. De volgende kwalificatieniveaus worden onderscheiden: 1. assistentopleiding 2. basisberoepsopleiding 3. vakopleiding 4. middenkaderopleiding Pagina 6 van 77

7 Leerwegen Naast de verschillende niveaus worden in het MBO de volgende twee leerwegen onderscheiden: - BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) - BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL) Het grootste verschil tussen beide leerwegen is het aandeel van het onderwijs dat in de praktijk plaatsvindt. Een BOL-opleiding bevat een praktijkdeel van ten minste 20% en minder dan 60% van de studieduur, terwijl een BBL-opleiding een praktijkdeel van ten minste 60% van de studieduur bevat. In de begrippenlijst in de bijlage worden de verschillende begrippen uit de OER opleidingsdeel VOC Opleiding AST3 toegelicht. Pagina 7 van 77

8 BBL opleiding Autoschadetechnicus niveau 3 In het vorige hoofdstuk is een beeld geschetst van de inhoud en vormgeving van MBOopleidingen in het algemeen. In dit hoofdstuk worden de genoemde onderdelen concreet ingevuld voor de BBL opleiding AST3. Hierbij kan gedacht worden aan het beroepsprofiel, kerntaken, werkprocessen, competenties en de invulling van de BPV. Doelen van de opleiding De VOC opleiding AST3 kent verschillende doelen, namelijk: Inspelen op technologische ontwikkelingen. Duurzaamheid van de branche vergroten. Minder uitbesteden. Anders naar schades kijken. Voorkomen van onvoorziene kosten. Bescherming van het logistieke proces. Branche & arbeidsmarktbeeld De VOC opleiding AST3 leidt uiteraard op tot het beroep autoschadetechnicus. Autoschadetechnici zijn werkzaam in de deelbranche autoschadeherstel, waar zij dagelijks te maken krijgen met technisch hoogstaande auto s. In het geval van voertuigschade moet de werknemer van vele markten thuis zijn om het voertuig weer te herstellen. Er komt bij autoschadeherstel veel meer kijken dan vaak wordt gedacht: demonteren, auto-elektronica, complexe voertuigsystemen, uitdeuken, plaatwerk lassen, voorbewerken, spuiten, noem maar op. Schadeherstellers beschikken over zeer geavanceerde technische hulpmiddelen en goed opgeleid personeel. Zij zorgen er voor dat herstelde schade aan de auto, hoe ernstig de schade ook was, na reparatie precies voldoet aan de vastgestelde specificaties en veiligheidsnormen. De beroepsgroep Autoschadetechnicus is relatief nieuw en de opleidingen tot dit beroep zijn recent (2005) op beperkte schaal gestart. De onbekendheid met dit beroep heeft er mede toe geleid dat in 2007 het aantal arbeidsplaatsen voor de autoschadetechnicus in de carrosseriebranche ongeveer gelijk gebleven is aan de voorgaande jaren. Er was hierbij geen sprake van een tekort of overaanbod met betrekking tot deze functie. Voor de periode tot 2011 verwachten bedrijven een sterke toename in de ontwikkeling van arbeidsplaatsen voor de autoschadetechnicus (peil: 2007). Hierbij geldt een prognose van een stijging van 25% en hoger. Medio 2010 verwachten bedrijven nog steeds een landelijke stijging van meer dan 25% betreffende de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen voor de komende vijf jaar. Aangezien de (zij)instroom voor deze functie nog beperkt is, zal er met betrekking tot het beroep Autoschadetechnicus een tekort aan gekwalificeerde autoschadetechnici ontstaan. Voor meer informatie kijk op: Pagina 8 van 77

9 Beroepsprofiel De autoschadetechnicus is een expert op het gebied van voertuigsystemen waarin elektronica is verwerkt. Vooral op het gebied van (de)montage gaat de autoschadetechnicus een steeds prominentere rol spelen in het schadeherstelproces. De autoschadetechnicus is werkzaam bij bedrijven in de autoschadeherstelbranche. Hij werkt alleen of samen met collega s op de schadeherstelafdeling en de de- en montageafdeling van een schadeherstelbedrijf. De autoschadetechnicus is betrokken bij verschillende stappen in het schadeherstelproces, namelijk diagnose, demontage, montage, inregelen, resetten en controle. Welke stappen de autoschadetechnicus daadwerkelijk uitvoert, is afhankelijk van de grootte van het schadeherstelbedrijf en de taakverdeling. Bij de diagnose kijkt de autoschadetechnicus wat er aan de hand is met bijvoorbeeld de elektronische voertuigsystemen, de wielophanging of de carrosserie. Tevens leest hij de elektronische systemen uit om te kijken of er fouten in voorkomen en om bepaalde systemen uit te schakelen. Voor deze werkzaamheden dient vaak de documentatie van het betreffende voertuig geraadpleegd te worden. Alle resultaten uit de diagnose worden vastgelegd in een diagnoserapport. Op basis van het diagnoserapport wordt een nauwkeurig schaderapport opgesteld, zodat de schade straks zo snel en zo goed mogelijk hersteld kan worden en collega s tijdens het schadeherstelproces niet voor onverwachte verrassingen komen te staan. Na goedkeuring van het schaderapport wordt er een werkorder opgemaakt en begint het schadeherstelproces in de de- en montageafdeling. Tijdens het demontageproces demonteert de autoschadetechnicus de beschadigde onderdelen en ook de onderdelen die in de weg zitten tijdens het verloop van het verdere herstelproces. Bij het demonteren van deze onderdelen komt de autoschadetechnicus vele soorten losneembare verbindingen tegen. Deze verbindingen moeten nauwkeurig losgenomen worden om onnodige beschadiging van de verbindingen te voorkomen. Soms moet de autoschadetechnicus over de demontage iets vragen aan of overleggen met collega s van de schadeherstel- en/of spuitafdeling. Wanneer alle noodzakelijke onderdelen zijn gedemonteerd wordt het voertuig klaargemeld voor de volgende processtap, namelijk het schadeherstellen. Nadat het voertuig, of onderdelen ervan, zijn gespoten, komt het terug in de (de)montageafdeling en begint het montageproces, oftewel het opbouwen van het voertuig. De autoschadetechnicus bouwt het voertuig weer helemaal op en vervangt hierbij de beschadigde onderdelen. Dit opbouwen moet voorzichtig gebeuren om delen die net gespoten zijn, niet weer te beschadigen. In sommige gevallen is het noodzakelijk om de wielen uit te lijnen of de airco en het koelsysteem te vullen en te testen. Daarnaast is het vaak nodig om elektronische voertuigsystemen te resetten of inregelen. Hierbij kan gedacht worden aan de koplamphoogteregeling, veiligheidssystemen of portiervergrendeling. Daarbij kunnen kleine storingen voorkomen. Daarom is het belangrijk dat een autoschadetechnicus kan werken met diagnoseapparatuur. Tot slot is het belangrijk om te controleren dat alle systemen in het voertuig naar behoren functioneren, voordat het voertuig wordt klaargemeld voor aflevering aan de klant. Gedurende het hele proces werkt de autoschadetechnicus met specialistische gereedschappen, apparatuur en gevaarlijke stoffen. Het is dan ook belangrijk dat de Pagina 9 van 77

10 autoschadetechnicus zich verantwoordelijk voelt om veilig te werken en hierbij te letten op het milieu. Kwalificatiedossier Kerntaken, werkprocessen en competenties De kwalificatie AST3 bestaat uit de volgende kerntaak en daarbij horende werkprocessen: Kerntaak Werkprocessen 1. Herstelt voertuigsystemen 1.1. Diagnose stellen aan voertuigsystemen 1.2. Uitvoering werkopdracht bepalen en bewaken Voorbereiden werkzaamheden (De)monteren van voertuigsystemen Herstellen van voertuigsystemen Inregelen en resetten van voertuigsystemen Werkplek, gereedschappen en apparatuur onderhouden. Beschrijving van kerntaak 1. Herstelt voertuigsystemen: Diagnose stellen aan voertuigsystemen De AST3 stelt naar aanleiding van de klantopdracht de schade aan de voertuigsystemen of delen daarvan (componenten) vast door deze door te meten met behulp van diagnoseapparatuur. Hij legt de diagnosegegevens vast in een diagnoserapport. Op basis van deze gegevens bepaalt hij welke reparatiewerkzaamheden vereist zijn om de voertuigsystemen in goede staat te brengen of te behouden. Hij komt tot een conclusie, formuleert een advies aangaande de gestelde diagnose en koppelt dit advies terug naar zijn leidinggevende. Uitvoering werkopdracht bepalen en bewaken De AST3 ontvangt van zijn leidinggevende de werkopdracht en leest deze. Aan de hand van de werkopdracht(en) bepaalt hij de meest efficiënte volgorde van de werkzaamheden. Daarbij stelt hij vast welke prioriteiten verbonden moeten worden aan de verschillende werkzaamheden in relatie tot de opdracht en in relatie tot overige werkopdrachten die hij gedurende de werkdag/week moet uitvoeren. Hij bewaakt de voortgang en kwaliteit van zijn werkzaamheden door in te schatten hoeveel tijd hij nodig heeft om de werkzaamheden uit te voeren en deze af te zetten tegen de in de werkopdracht aangegeven (gecalculeerde) werkuren, zodat hij in lijn blijft met de werkplaatsplanning en door de resultaten van zijn werkzaamheden regelmatig te controleren. In het geval van onduidelijkheden of in het geval van behoefte aan ondersteuning bij het bepalen van de uitvoering van de opdrachten, het stellen van prioriteiten voor en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, overlegt de AST3 met de leidinggevende. Voorbereiden werkzaamheden Voordat de AST3 aanvangt met de uitvoering van zijn werkzaamheden, ordent hij zijn werkplek en verzamelt hij de benodigde reparatierichtlijnen/voorschriften en fabrieksinformatie, gereedschappen, materialen en apparatuur die hij nodig heeft om zijn werkzaamheden uit te kunnen voeren. Pagina 10 van 77

11 (De)monteren van voertuigsystemen De AST3 demonteert voertuigsystemen of delen daarvan (componenten) volgens de daarvoor geldende voorschriften en binnen de daarvoor gecalculeerde tijd. Dit onder toepassing van diverse scheidende bewerkingen. Verwijderde delen worden zorgvuldig opgeslagen. Na het doorlopen van de noodzakelijke stappen in het herstelproces monteert de AST3 de gerepareerde, verwijderde en/of nieuwe delen, met behulp van diverse verbindingstechnieken weer op of in het voertuig. Herstellen van voertuigsystemen De AST3 verricht, met behulp van meet-/uitlijnapparatuur, metingen aan voertuigsystemen en verhelpt geconstateerde storingen door componenten (of het complete systeem) volgens de daarvoor geldende voorschriften en binnen de daarvoor gecalculeerde tijd, te repareren of te vervangen en door de voertuigsystemen uit te lijnen en/of af te stellen. Inregelen en resetten van voertuigsystemen De AST3 regelt, na het herstel of montage, de voertuigsystemen met behulp van diagnostische apparatuur in en reset eventuele systeemstoringen volgens de daarvoor geldende voorschriften en binnen de daarvoor gecalculeerde tijd. Werkplek, gereedschap en apparatuur onderhouden De AST3 ruimt de werkplek op en controleert de bij de werkzaamheden toegepaste arbeidsmiddelen op beschadigingen, vervuiling en werking. Hij reinigt de toegepaste gereedschappen en apparatuur. Zo nodig zal de AST3 in overleg met zijn leidinggevende beschadigde arbeidsmiddelen repareren en/of vervangen. Toelichting Op basis van de diagnoserapportage die de AST3 heeft opgesteld wordt de schadecalculatie opgesteld. Vervolgens kan worden bepaald of bepaalde werkzaamheden door derden (specialisten) moeten worden uitgevoerd. Afhankelijk van zijn ervaring zal de AST3 in wisselende mate een beroep op zijn begeleider of leidinggevende doen in geval van onduidelijkheden of in geval van behoefte aan ondersteuning bij het bepalen en bewaken van de uitvoering van de opdrachten, of het stellen van prioriteiten voor en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Onder diverse scheiding- en verbindingstechnieken wordt onder andere verstaan: mechanische en chemische verbindingstechnieken zoals; lijmen, (pons)klinken, schroeven, bouten. AST3 houdt zich niet bezig met de thermische verbindingstechnieken. Onder voertuigsystemen worden onder andere de volgende systemen verstaan: comfort-, interieur-, carrosserie-, veiligheid-, aandrijf-, motormanagement-, wielophanging-, brandstof-, uitlaat-, koel-, verlichting-, rem- en besturingssystemen. Voor het afvullen van comfortsystemen (auto-airco s) gelden wettelijke beroepsvereisten welke niet standaard deel uitmaken van de beroepsbeoefening op kwalificatieniveau. De AST3 zal in dat geval over een persoonsgebonden STEK-certificaat moeten beschikken. Onder de verzamelde reparatierichtlijnen/voorschriften en fabrieksinformatie in de voorbereiding van de werkzaamheden wordt onder andere verstaan: reparatietips, elektrische schema s, constructie-eisen, coderingen, aansluitnummers, etc. De werkzaamheden aan de carrosseriedelen dienen uitgevoerd te worden volgens de kwaliteits- en garantie-eisen van het bedrijf met inachtneming van de reparatievoorschriften Pagina 11 van 77

12 en volgens de eventuele constructie-eisen- en voorschriften van de fabrikant. Dit om negatieve consequenties met betrekking tot aansprakelijkheid, garantie en veiligheid te voorkomen. Na het herstellen van de voertuigsystemen, maakt de AST3 het object klaar voor de volgende schakel in het bedrijfsproces. Onherstelbaar en niet meer te gebruiken componenten worden op de voorgeschreven wijze afgevoerd. De AST3 is bekend met de tijdens de uit te voeren werkzaamheden relevante arbo- en milieuvoorschriften, zoals onder andere het veilige gebruik van arbeidsmiddelen, het toepassen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, het op veilige en milieuverantwoorde wijze omgaan met grond- en afvalstoffen, en neemt deze in acht. Om de werkprocessen, die gezamenlijk de kerntaken vormen, goed te kunnen uitvoeren dient de onderwijsdeelnemer over bepaalde competenties te beschikken. In Tabel 1. is de proces-competentie-matrix van de VOC opleiding AST3 weergegeven en kan de onderwijsdeelnemer zien aan welke competenties hij gaat werken gedurende de opleiding. Pagina 12 van 77

13 Bedrijfsmatig handelen Gedrevenheid en ambitie tonen Met druk en tegenslag omgaan Omgaan met verandering en aanpassen Instructies en procedures opvolgen Kwaliteit leveren Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Plannen en organiseren Leren Creëren en innoveren Onderzoeken Analyseren Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen Formuleren en rapporteren Presenteren Overtuigen en beïnvloeden Relaties bouwen en netwerken Ethisch en integer handelen Samenwerken en overleggen Aandacht en begrip tonen Begeleiden Aansturen Beslissen en activiteiten initiëren OER opleidingsdeel VOC Opleiding AST3 Tabel 1 Proces-competentie-matrix van de VOC opleiding AST3 Kerntaak 1. Herstelt voertuigsystemen Competenties A B C D E F H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Werkprocessen 1.1. Diagnose stellen aan voertuigsystemen Uitvoering werkopdracht bepalen en bewaken Voorbereiden werkzaamheden (De)monteren van voertuigsystemen Herstellen van voertuigsystemen Inregelen en resetten van voertuigsystemen Werkplek, gereedschappen en apparatuur onderhouden. X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Pagina 13 van 77

14 Kwalificatieniveau De VOC opleiding AST3 is een opleiding op kwalificatieniveau 3. Dit houdt in dat de onderwijsdeelnemer na afronding van de opleiding in staat is om zelfstandig te werken en geen sturing nodig heeft. Hij is in staat om de opdrachten en werkzaamheden op een efficiënte en volgens een logische volgorde uit te voeren en kan anticiperen op (on)verwachte situaties en knelpunten. De onderwijsdeelnemer is in staat om problemen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden en opdrachten te voorkomen of op te lossen. Daarbij overlegt hij eventueel met collega s en werkt hij eventueel met hen samen. Situaties, problemen of vragen die hij niet direct zelfstandig kan oplossen, koppelt hij tijdig terug naar zijn begeleider. De definitie voor de beroepsuitoefening op kwalificatieniveau 3 is als volgt: Rol: - Werkt uitvoerend, ondersteunend en organiserend aan een opdracht. - Werkt instruerend en corrigerend tijdens een opdracht. - Werkt begeleidend, aansturend en adviserend tijdens een opdracht. Verantwoordelijkheid: - Neemt de verantwoording over zijn eigen werk. - Neemt de verantwoording van het werk van het team op zich. - Speelt in op wisselende situaties (flexibel). Zelfstandigheid: Complexiteit: - Kan zichzelf motiveren om zijn werkzaamheden effectief uit te voeren. - Werkt zelfstandig binnen langdurige en complexe werkopdrachten. - Heeft geen bekrachtiging nodig van zijn leidinggevende. - Kan reflecteren op zijn eigen handelen. - Voert werkzaamheden uit waarvoor standaardwerkwijzen gelden. - Voert werkzaamheden uit die naar eigen inzicht ingevuld moeten worden. - Voert diverse soorten werkzaamheden uit. - Voert werkzaamheden uit volgens procedures in gevarieerde situaties. Leerweg De VOC opleiding AST3 is een BBL-opleiding en bestaat zodoende voor maximaal 40% uit een theoretisch component en voor minimaal 60% uit een praktisch component. Pagina 14 van 77

15 Algemeen vormende vakken Naast de beroepscompetenties staan er in het kwalificatiedossier ook eisen vermeld voor de algemeen vormende vakken Nederlands, Rekenen/ Wiskunde, Moderne Vreemde Talen en (Leren), Loopbaan & Burgerschap. Nederlands Sinds 1 augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht. Dit houdt in dat alle onderwijsdeelnemers die na 1 augustus 2010 starten met een MBOopleiding aan het einde van de opleiding dienen te voldoen aan een bepaald uitstroomniveau voor Nederlandse taal en rekenen. Dit geldt ook voor de VOC opleiding AST3. Daarom dient de onderwijsdeelnemer aan het einde van de VOC opleiding AST3 het Nederlands te beheersen op het niveau zoals aangegeven in Tabel 2. Tabel 2 Beheersingsniveaus Nederlands kwalificatieniveau 3. 4F 3F 2F 1F Gesprekken Luisteren Spreken Lezen van zakelijke teksten Lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging Het referentiekader taal en rekenen is gepubliceerd op de websites en Rekenen/Wiskunde Op basis van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen dient de onderwijsdeelnemer aan het einde van de VOC opleiding AST3 het rekenen te beheersen op het niveau zoals aangegeven in Tabel 3. Tabel 3 Beheersingsniveaus Rekenen/Wiskunde kwalificatieniveau 3. 3F 2F 1F Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Het referentiekader taal en rekenen is gepubliceerd op de websites en Moderne Vreemde Talen Het kwalificatiedossier schrijft geen vereisten voor met betrekking tot Moderne Vreemde Talen. (Leren), Loopbaan & Burgerschap De documenten Brondocument Leren, Loopbaan en burgerschap en het document Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het MBO zijn onlosmakelijk verbonden met elk kwalificatiedossier. Dit geldt dus ook voor de VOC opleiding AST3. Daarom dient de Pagina 15 van 77

16 onderwijsdeelnemer de competenties op het gebied van (leren), loopbaan en burgerschap aan het einde van de opleiding te beheersen. Kerntaak Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken. Stuurt de eigen loopbaan. Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding. Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie. Functioneert als kritisch consument. Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte. Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap). (Bron: Leren, Loopbaan & Burgerschap, 2007). Kwalificatie-eisen Loopbaan. Loopbaan. Burgerschap; De politiek-juridische dimensie: De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Burgerschap; De economische dimensie: De economische dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt. Burgerschap; De economische dimensie: De economische dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Burgerschap; De sociaal-maatschappelijke dimensie: De sociaalmaatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Burgerschap; De dimensie vitaal burgerschap: De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. (Bron: Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo, studiejaar ). De documenten behorende bij het vak (Leren), Loopbaan & Burgerschap zijn gepubliceerd op de website Pagina 16 van 77

17 Ingangseisen/ Vooropleidingseisen De VOC Opleiding AST3 is bedoeld voor vakvolwassen medewerkers die op dit moment, of in de toekomst, geheel of gedeeltelijk de rol van AST er vervullen. Wettelijke minimale vooropleidingseisen De vooropleidingseisen voor een vakopleiding (niveau 3) zijn wettelijk bepaald; vereiste voor inschrijving is het bezit van: - Diploma lager beroepsonderwijs - Diploma voorbereidend beroepsonderwijs - Diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs kaderberoepsgerichte, - theoretische, gemengde leerweg - Diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs - Diploma mavo-vbo - Bewijs dat havo 1 t/m 3 met gunstig gevolg zijn doorlopen - Bewijs dat vwo 1 t/m3 met gunstig gevolg zijn doorlopen (art , lid 1, WEB) Instroomassessment Deze vooropleidingseisen gelden ook voor de VOC opleiding AST3, met dien verstande dat het bevoegd gezag hiervan in bijzondere gevallen kan afwijken, indien de potentiële onderwijsdeelnemer naar verwachting het onderwijs in de desbetreffende beroepsopleiding met voldoende resultaat zal kunnen volgen (art , lid 4, WEB). Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de potentiële onderwijsdeelnemer niet in het bezit is van één van bovenstaande diploma s, maar wel het instroomassessment (zie hieronder) met goed gevolg heeft afgelegd of wanneer de potentiële onderwijsdeelnemer wel in het bezit is van één van bovenstaande diploma s, maar het instroomassessment niet met goed gevolg aflegt. Naast de wettelijke vooropleidingseisen is er een instroomassessment ingevoerd, omdat de VOC opleiding AST3 een intensieve opleiding is die van de onderwijsdeelnemer veel inzet en doorzettingsvermogen vraagt. Dit instroomassessment is bedoeld om te bepalen of de kennis, vaardigheden en houding van de potentiële onderwijsdeelnemer voldoende zijn om deel te nemen aan de VOC opleiding AST3. Met andere woorden, er wordt gekeken of de potentiële onderwijsdeelnemer voldoende potentie heeft om de opleiding bij te benen en met succes de opleiding af te ronden. Leeftijdsgrens Potentiële onderwijsdeelnemers die de VOC opleiding AST3 willen volgen dienen ten minste drieëntwintig (23) jaar of ouder te zijn. Indien een potentiële onderwijsdeelnemer in het bezit is van een startkwalificatie kan het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling hiervan afwijken, maar de potentiële onderwijsdeelnemer dient dan wel ten minste achttien (18) jaar of ouder te zijn. Zorgbehoefte Potentiële onderwijsdeelnemers met een zorgbehoefte in de eerste-, tweede- of derdelijnszorg (zoals dyslexie, faalangst, taal- en rekenachterstanden, etc.) worden niet toegelaten tot de VOC Opleiding AST3. Aanvullende eisen vanaf cohort AST Potentiële onderwijsdeelnemers dienen minimaal 3 jaar werkervaring en een vooropleiding MBO niveau 2 in de techniek te hebben. Bijzonderheden De onderwijsinstelling behoudt het recht hiervan af te wijken. Pagina 17 van 77

18 Medewerkers van VOC, ROC s of gelieerde organisaties kunnen geen diploma verkrijgen vanwege ontbreken BPV, wel kunnen zij een VOC certificaat voor het vaktechnische deel behalen. Pagina 18 van 77

19 Vrijstellingenbeleid Cohorten vóór (AST t/m AST201103, zonder studievertraging) Vrijstelling voor de technische aspecten van de VOC opleiding AST3 is niet mogelijk, omdat de opleiding niet modulair is opgebouwd. Vrijstelling voor de algemeen vormende vakken Nederlands, Rekenen en Leren, Loopbaan & Burgerschap is mogelijk op basis van een vooropleiding MBO niveau 3 of gelijkwaardig. De examencommissie bepaalt eventuele vrijstellingen op basis van de documenten (kopieën diploma s en cijferlijsten van vooropleidingen) die zijn ingeleverd bij het instroomassessment. Indien de onderwijsdeelnemer later nog vrijstelling wilt aanvragen dient hij hiervoor een schriftelijk verzoek bij de examencommissie in te dienen. Cohorten vanaf (AST en verder, zonder studievertraging) Vrijstelling voor de technische aspecten van de VOC opleiding AST3 is niet mogelijk, omdat de opleiding niet modulair is opgebouwd. Vrijstelling voor het algemeen vormende vak (Leren), Loopbaan & Burgerschap is niet mogelijk. Vrijstelling voor de algemeen vormende vakken Nederlands en Rekenen is mogelijk indien: De onderwijsdeelnemer het betreffende examenonderdeel heeft afgelegd op het referentieniveau zoals is vastgesteld voor een MBO niveau 3 opleiding of hoger én; De onderwijsdeelnemer een eindwaardering voor het betreffende examenonderdeel van ten minste het cijfer 6 heeft behaald én; Er na het studiejaar waarin de onderwijsdeelnemer het betreffende examenonderdeel heeft afgelegd nog geen twee studiejaren zijn verstreken. (Artikel 3b, lid 1, Examenbesluit beroepsopleidingen WEB) Vrijstelling voor de algemeen vormende vakken Nederlands en Rekenen is mogelijk indien: De onderwijsdeelnemer het eind- of staatsexamen in het vak Nederlandse literatuur voor havo of vwo respectievelijk de rekentoets voor havo of vwo heeft afgelegd én; De onderwijsdeelnemer voor dit eind- of staatsexamen in het vak Nederlandse taal en literatuur respectievelijk deze rekentoets ten minste een eindcijfer 6 heeft behaald én; Er na het schooljaar waarin de onderwijsdeelnemer dit eind- of staatsexamen in het vak Nederlandse taal en literatuur respectievelijk de rekentoets heeft afgelegd nog geen twee studiejaren zijn verstreken. (Artikel 3b, lid 2, Examenbesluit beroepsopleidingen WEB) Indien de examencommissie vrijstelling verleent voor de algemeen vormende vakken Nederlands en Rekenen telt de eindwaardering van het eerder afgelegde examenonderdeel mee bij het bepalen van de uitslag (Artikel 3b, lid 3, Examenbesluit beroepsopleidingen WEB). In lijn met de geldende geldigheidstermijn van twee studiejaren voor eerder behaalde resultaten voor de algemeen vormende vakken Nederlands en Rekenen hanteert de onderwijsinstelling voor de Proeve van Bekwaamheid AST3 ook een geldigheidstermijn van twee studiejaren voor eerder behaalde resultaten. Pagina 19 van 77

20 Voor eerder behaalde resultaten voor de BeroepsPraktijkVorming (BPV) hanteert de onderwijsinstelling geen geldigheidstermijn, omdat een significant deel van het beroep wordt afgedekt door de Proeve van Bekwaamheid AST3. De examencommissie bepaalt eventuele vrijstellingen op basis van de documenten (kopieën diploma s en cijferlijsten van vooropleidingen) die zijn ingeleverd bij het instroomassessment. Indien de onderwijsdeelnemer later nog vrijstelling wilt aanvragen dient hij hiervoor een schriftelijk verzoek bij de examencommissie in te dienen. Pagina 20 van 77

21 Schema vrijstellingenbeleid cohorten vanaf (cohorten AST en verder) Heeft de deelnemer examen Nederlands* afgelegd op MBO niveau 3, gelijkwaardig of hoger? JA NEE Heeft de deelnemer maximaal 2 studiejaren geleden het examen Nederlands* afgelegd? JA NEE Heeft de deelnemer ten minste het cijfer 6 gehaald voor het afgelegde examen Nederlands*? JA NEE De deelnemer heeft recht op vrijstelling voor (onderdelen van) het vak Nederlands*. De deelnemer heeft geen recht op vrijstelling voor (onderdelen van) het vak Nederlands*. * Voor Nederlands kan ook Rekenen gelezen worden. Pagina 21 van 77

22 Opbouw van de opleiding Voorlichtingsgesprek/intake met inschrijving Instroomassessment (dwingend); Verzameldossier (inclusief kopieën van vooropleidingen), Kennistoets, Motivatie & IQ toets Sessie 1 met uitleg digitale leeromgeving en BPV Sessie 2 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 3 met BPV / huiswerkuur en BPV Toetsen Loopbaan & Burgerschap (sessie 1-3) Diagnostische toetsen Nederlands (sessie 1-3) Diagnostische toetsen Rekenen (sessie 1-3) Trainersevaluatie deelnemer (sessie 1-3) Tussentoets 1 (sessie 1-3) met evaluaties Onderwijs/BPV Sessie 4 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 5 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 6 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 7 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 8 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 9 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 10 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 11 met BPV / huiswerkuur en BPV Toetsen Loopbaan & Burgerschap (sessie 4-11) Trainersevaluatie deelnemer sessie 4-11 Beoordeling BPV sessie 1-11 Tussentoets 2 (sessie 1-11) met evaluaties Onderwijs/BPV Sessie 12 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 13 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 14 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 15 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 16 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 17 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 18 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 19 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 20 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 21 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 22 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 23 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 24 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie 25 met BPV / huiswerkuur en BPV Sessie Nederlands en Rekenen Sessie 26 met BPV / huiswerkuur en BPV Pagina 22 van 77

23 Toetsen Loopbaan & Burgerschap (sessie 12-26) Trainersevaluatie deelnemer sessie Beoordeling BPV sessie Oefentoets Sessie 27 met BPV / huiswerkuur; voorbereiding Proeve van Bekwaamheid, met evaluaties Onderwijs/BPV Proeve van Bekwaamheid AST3 met evaluatie Proeve van Bekwaamheid Examens Nederlands en Rekenen schriftelijk Examens Nederlands mondeling Uitreiking Instroomassessment Voorwaarde om deel te nemen aan de VOC opleiding AST3 is dat de deelnemer het instroomassessment heeft gehaald. Dit instroomassessment is dwingend van aard en bestaat uit de volgende onderdelen: - Een door de onderwijsdeelnemer samen te stellen portfolio/ verzameldossier, inclusief kopieën van vooropleidingen; - Een online toets voor het meten van technische kennis; - Een online toets voor het meten van motivatie en IQ. BPV / Huiswerkuur Het BPV / huiswerkuur is niet verplicht en wordt daarom bij afwezigheid van de onderwijsdeelnemer niet gerekend als verzuim. Wel wordt de aanwezigheid van de onderwijsdeelnemers genoteerd. Dit om achteraf vast te stellen of een onderwijsdeelnemer, die bijvoorbeeld de proeve van bekwaamheid niet haalt, wel alle aangeboden faciliteiten heeft benut om de slagingskans te maximaliseren. De onderwijsdeelnemer kan gebruik maken van het BPV / huiswerkuur voor het inleveren van de gemaakte zelfstudie opdrachten en het stellen van eventuele vragen. De trainer kijkt de ingeleverde zelfstudie opdrachten na voor de volgende sessie en zal daarop zijn feedback geven. Sessies De VOC opleiding AST3 bestaat uit 27 sessies, één keer in de twee weken, van tot uur. Voorafgaand aan elke sessie is er een BPV / huiswerkuur van tot uur. Gedurende de gehele opleiding is kennis belangrijk, maar wordt vooral ook veel aandacht aan de praktijk gegeven. De opzet van de sessies is erop gericht de werkelijkheid zo realistisch mogelijk te benaderen. De trainer doet het niet voor en vertelt het niet eerst, maar begeleidt, verklaart en faciliteert. De sessies zijn voornamelijk bedoeld als werksessies en niet als hoorsessies. Elke sessie bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. In het theoretische gedeelte maakt de deelnemer kennis met de theorie door middel van het interactief behandelen van een aantal stellingen. In het praktische gedeelte brengt de deelnemer de geleerde theorie in praktijk, waarbij de schade het uitgangspunt vormt. Dit komt terug in reële schadesituaties en voorbeelden en uitleg aan de hand van echte schadevoertuigen. In de eerste drie sessies worden onder andere de onderwerpen elektrotechniek, natuurkunde en rekenkunde behandeld. Het doel van deze sessies is tweeledig. Enerzijds Pagina 23 van 77

24 zijn ze bedoeld om de kennis van de onderwijsdeelnemers op te frissen. Anderzijds zijn ze bedoeld om de kennis van de onderwijsdeelnemers min of meer op gelijk niveau te krijgen. In de overige sessies staan de handelingsstappen, afgeleid van de werkprocessen, centraal. De sessies kennen een cumulatieve opbouw, wat inhoudt dat er wordt begonnen met de eerste handelingsstap en de handelingsstappen cumulatief worden opgebouwd; het zogenoemde sneeuwbaleffect. Doel van deze opbouw is ten eerste dat de onderwijsdeelnemer de handelingsstappen in de context van de andere handelingsstappen ziet en ten tweede dat de handelingsstappen op deze manier worden geautomatiseerd. De sessies kennen allemaal min of meer dezelfde didactische opbouw: - Terugblik op de vorige sessie; - Doelen van de huidige sessie; - Interactieve stellingen voor het behandelen van de theorie; - Oefenen in de (gesimuleerde) praktijk; - Evaluatie van de sessie; - Vooruitblik op de volgende sessie door middel van een stelling. Het gebruik van stellingen als werkvorm is gekozen met als achterliggende gedachte dat niet alleen de docent/ trainer aan het woord moet zijn, maar dat het vooral gaat om de proactieve houding van de onderwijsdeelnemers en de interactiviteit tussen de onderwijsdeelnemers en de docent/ trainer. Ter voorbereiding op en tijdens de sessies maakt de docent/ trainer gebruik van de ontwikkelde lesbrieven en hand-outs. Beroepspraktijkvorming Een belangrijk onderdeel van de VOC opleiding AST3 is de beroepspraktijkvorming. Deze beroepspraktijkvorming start vanaf de eerste sessie, en vindt plaats in een door het kenniscentrum erkend leerbedrijf. Voorafgaande aan de beroepspraktijkvorming wordt er een praktijkovereenkomst opgesteld en ondertekend. In deze overeenkomst staan de inhoud van de beroepspraktijkvorming en de rechten, plichten en afspraken van en tussen de onderwijsinstelling, de deelnemer, het leer/werk bedrijf en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Tijdens de BPV-periode profileert de onderwijsdeelnemer zich als een echte werknemer en draait dus ook mee in de dagelijkse werkzaamheden van het erkende leer/werk bedrijf. Tijdens de BPV werkt de onderwijsdeelnemer aan alle competenties die nodig zijn om de werkprocessen behorende bij de kerntaak herstelt voertuigsystemen succesvol uit te voeren en worden deze ook beoordeeld door de BPV-begeleider, welke overlegt met de praktijkopleider. Beoordeling BPV Gedurende de BPV-periode wordt de onderwijsdeelnemer 2x beoordeeld. Tijdens de BPVperiode worden alle competenties behorende bij de kerntaak herstelt voertuigsystemen beoordeeld door de BPV-begeleider, welke overlegt met de praktijkopleider. De beoordeling vindt plaats op een twee-puntsschaal: onvoldoende/ voldoende. De eerste beoordeling, welke plaatsvindt voor sessie 11, is formatief van aard en telt dus niet mee voor de uiteindelijke beoordeling van de BPV. Deze eerste beoordeling is bedoeld om de onderwijsdeelnemer een beeld te geven van waar hij/ zij nu staat en waar hij/ zij nog aan moet werken. Pagina 24 van 77

25 De tweede beoordeling van de BPV, welke plaatsvindt tussen sessie 12 en 26, is summatief van aard en telt dus wel mee voor de uiteindelijke beoordeling van de BPV. Deze beoordeling dient voldoende te zijn om deel te mogen nemen aan de Proeve van Bekwaamheid. Zelfstudie & opdrachten De VOC opleiding AST3 vergt een aardige investering qua zelfstudie van de onderwijsdeelnemer. Van de onderwijsdeelnemer wordt verwacht dat hij zich goed voorbereid op de sessies en een proactieve houding aanneemt, zowel in de onderwijsinstelling als in de BPV. Concreet gezien houdt dit in dat de onderwijsdeelnemer: a) de inhoud van digitale leeromgeving AST3 bekijkt en bestudeert; b) de na de sessies verkregen sessiehand-outs bestudeert; c) de BPV opdrachten / zelfstudie opdrachten uit de digitale leeromgeving AST3 maakt en zo nodig tijdens het BPV / huiswerkuur gerichte vragen hierover stelt aan de trainer; d) de BPV opdrachten / oefenopdrachten uit de digitale leeromgeving AST3 maakt en zo nodig gerichte vragen hierover stelt aan de praktijkopleider in het leerbedrijf. De onderwijsdeelnemer krijgt toegang tot de digitale leeromgeving AST3. Hierin kan hij via zelfstudie opdrachten maken en heeft hij toegang tot diverse autotechnische bronnen die nodig zijn om de opdrachten uit te voeren. Daarnaast vindt de onderwijsdeelnemer in de digitale leeromgeving AST3 theorie, interactieve vragen en video s. Het doel van de zelfstudie opdrachten is bij blijven en reflectie op de in de sessie behandelde stof. In de planning is aangegeven wanneer de onderwijsdeelnemer de theorie en bijbehorende opdrachten dient te bestuderen en te maken. Van de onderwijsdeelnemer wordt verwacht dat hij ongeveer 10 uur per week besteedt aan de theorie en zelfstudie opdrachten. De gemaakte zelfstudie opdrachten kunnen bij de trainer worden ingeleverd en worden behandeld in het BPV / huiswerkuur. De onderwijsdeelnemer kan van dit BPV / huiswerkuur gebruik maken om dieper in te gaan op de gemaakte opdrachten en eventuele vragen beantwoord te krijgen. Het is niet mogelijk om buiten de tijden van het BPV / huiswerkuur de zelfstudie opdrachten met de trainer te bespreken. Naast zelfstudie opdrachten staan er ook oefenopdrachten in de digitale leeromgeving AST3. Het doel van deze oefenopdrachten is bij te blijven en oefening van de in de sessie behandelde stof. Tevens zijn de oefenopdrachten bedoeld als aanvullende sessiestof. Bij vragen en/ of problemen wordt de onderwijsdeelnemer in eerste instantie begeleid door de praktijkopleider in het leerbedrijf. De oefenopdrachten worden niet standaard besproken in het BPV / huiswerkuur. Indien de onderwijsdeelnemer toch vragen en/ of problemen heeft, dient hij deze minimaal één week voorafgaand aan de sessie te en aan de trainer. De trainer kan zich zo voorbereiden en tijdens het BPV / huiswerkuur de onderwijsdeelnemer van een antwoord voorzien. Tussentoetsen Het doel van tussentoetsen is formatief van aard: op basis van de uitslag van de tussentoets kan de onderwijsdeelnemer inschatten waar hij op dat moment staat en of er nog extra aandacht geschonken moet worden aan bepaalde onderdelen. Tussentoets 1 vindt plaats na de derde sessie en beslaat de theorie van sessie 1 tot en met 3. Tussentoets 2 vindt plaats na de elfde sessie en beslaat de theorie van sessie 1 tot en met 11. De tussentoetsen bestaan uit meerkeuzevragen welke kennis op onderdeelniveau aftoetsen. Bij het maken van de toets is het handig om pen, papier en een rekenmachine binnen handbereik te hebben. Pagina 25 van 77

26 De onderwijsdeelnemer kan de tussentoets maken op zijn eigen computer met internet en in een eigen omgeving. De tussentoets wordt gemaakt in Question Mark Perception 4 waarvoor de onderwijsdeelnemer een inlogcode en een wachtwoord ontvangt. Per tussentoets heeft de onderwijsdeelnemer driemaal de gelegenheid om de toets te maken. Het resultaat, in percentages, wordt gecommuniceerd naar de onderwijsdeelnemer, de BPVbegeleider en de werkgever van de onderwijsdeelnemer. Oefentoets Het doel van de oefentoets is formatief van aard: het is bedoeld als voorbereiding op de proeve van bekwaamheid, zodat de onderwijsdeelnemer zich optimaal kan voorbereiden en kan inschatten aan welke systemen nog extra aandacht besteed dient te worden. De oefentoets wordt na sessie 12 klaargezet in Question Mark Perception 4 en bestaat uit vragen, welke kennis op systeemniveau aftoetsen. De onderwijsdeelnemer kan de oefentoets maken op zijn eigen computer met internet en in een eigen omgeving. De oefentoets wordt gemaakt in Question Mark Perception 4 waarvoor de onderwijsdeelnemer een inlogcode en een wachtwoord ontvangt. De oefentoets blijft beschikbaar tot een dag voorafgaand aan de proeve van bekwaamheid en de deelnemer heeft de mogelijkheid om de oefentoets onbeperkt te maken. Na het beëindigen van de oefentoets krijgt de deelnemer direct op vraagniveau de juiste antwoorden op het beeldscherm te zien. Dit wordt weergegeven door groene en rode blokjes die staan bij de vraagnummers. Trainersevaluatie deelnemer Gedurende de opleiding wordt elke onderwijsdeelnemer 3x formatief beoordeeld door zijn trainer middels een trainersevaluatie deelnemer. Deze trainersevaluatie deelnemer dient als aanvullende onderbouwing voor de BPV begeleider. Waar tijdens de tussentoetsen en de oefentoets met name kennis en inzicht centraal staan, staan tijdens de trainersevaluatie deelnemer houdingsaspecten centraal. In principe krijgt de onderwijsdeelnemer geen inzage in de trainersevaluatie deelnemer, aangezien deze met name gericht is op het signaleren en vastleggen van excessen welke dan besproken kunnen worden met de BPV begeleider. De trainersevaluatie deelnemer wordt per onderwijsdeelnemer in de volgende perioden ingevuld: Tussen sessie 1 en 3; Tussen sessie 4 en 11; Tussen sessie 12 en 26. Sessies Nederlands/ Rekenen Voor de algemeen vormende vakken Nederlands en Rekenen biedt VOC de mogelijkheid voor 10 extra sessies. Indien u, na het maken van de diagnostische toets, hiervan gebruikt wenst te maken dient u zich hiervoor apart in te schrijven. Tijdens elke sessie worden alle onderwerpen van de vakken Nederlands en Rekenen onderwezen. Voor het vak Nederlands zijn dit de onderwerpen lezen, schrijven (inclusief Pagina 26 van 77

27 begrippenlijst & taalverzorging), luisteren, gesprekken voeren en spreken. Voor het vak Rekenen zijn dit de onderwerpen getallen, meten & meetkunde, verhoudingen en verbanden. Voor het vak Nederlands worden de volgende boeken aanbevolen: VIA Handboek Competentiegerichte methode Nederlands voor alle niveaus van het mbo (2012); ISBN VIA werkboek Competentiegerichte methode Nederlands voor het mbo 2F Mbo-breed (2008); ISBN VIA werkboek Competentiegerichte methode Nederlands voor het mbo 2F BBL (2009); ISBN VIA werkboek Competentiegerichte methode Nederlands voor het mbo 2F Techniek (2010); ISBN Voor het vak Rekenen worden de volgende boeken aanbevolen: Startrekenen 2F Leerwerkboek rekenen deel A (2010); ISBN Startrekenen 2F Leerwerkboek rekenen deel B (2010); ISBN Voor het vak (Leren), Loopbaan & Burgerschap worden de volgende boeken aanbevolen: Nieuw Schokland Competentiegerichte methode burgerschapsvorming voor niveau 2, 3 en 4 van het mbo (2008); ISBN Onderstaand staat een verdere uitwerking van de opbouw van de VOC opleiding AST3. Sessie 1 t/m 3 + BPV / huiswerkuren + BPV opdrachten Inhoud: Begripsmatig inzicht: eenheden, grootheden en formules, rekenen, natuurkundige begrippen, elektrotechniek. De opzet van de sessies is erop gericht de werkelijkheid zo realistisch mogelijk te benaderen. De trainer doet het niet voor of vertelt het niet eerst, maar begeleidt, verklaart en faciliteert. De sessies zijn dan ook bedoeld als werksessies en niet als hoorsessies. BPV / Huiswerkuur: De sessies 2 t/m 27 worden voorafgegaan door een BPV / huiswerkuur. Dit BPV / huiswerkuur start om uur en eindigt om uur. De daadwerkelijke sessie start om uur. In dit BPV / huiswerkuur heeft u de gelegenheid om vragen over de BPV opdrachten / het huiswerk te stellen aan de trainer. Het bijwonen van de BPV / huiswerkuren is niet verplicht; wel wordt de aanwezigheid van de deelnemers geregistreerd. BeroepsPraktijkVorming (BPV) De VOC Opleiding AST3 is een BBL-opleiding, waarbij u grotendeels leert in de beroepspraktijk. Daarom bent u vanaf de start van de opleiding werkzaam in een erkend leer/werkbedrijf waar u opdrachten uit de digitale leeromgeving AST3 uitvoert. Hiervoor heeft u een BPV Praktijkovereenkomst (BPVO) getekend waarin onder andere staat wie uw praktijkopleider vanuit het leer/werkbedrijf en uw BPV-begeleider vanuit de onderwijsinstelling zijn. Diagnostische online toets Nederlands Inhoud: Lezen, Spelling (Begrippenlijst & Taalverzorging). Doel: Voorbereiding op het vak Nederlands/ Rekenen. Aantal 1 pogingen: Periode: Startdatum: Sessie 1 Einddatum: Sessie 3 Pagina 27 van 77