Vraag nr. 13 van 26 oktober 2001 van mevrouw ANN DE MARTELAER. Sociale huisvesting Wachtlijsten en prioriteiten

Transcriptie

1 Vraag nr. 13 van 26 oktober 2001 van mevrouw ANN DE MARTELAER Sociale huisvesting Wachtlijsten en prioriteiten Bij het aantreden van deze regering werd door de toenmalige minister van Huisvesting gesteld dat er gedurende deze legislatuur bijkomende sociale woningen zouden worden gerealiseerd. Er zijn naar verluidt lange wachtlijsten bij de diverse sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) en gezien de gewijzigde gezinsstructuren is er vraag naar kleine en naar grotere woningen. 1. Worden nieuwe sociale woningen gerealiseerd in die arrondissementen waar de wachtlijsten het langst zijn, of worden ze veeleer gerealiseerd door SHM's die een actief beleid voeren? Hoe lang waren de wachtlijsten in 2000 per SHM en hoeveel woningen werden er door de respectieve SHM's gerealiseerd? 2. Worden er voor de realisatie van nieuwe sociale huisvestingsprojecten regionale behoefteonderzoeken uitgevoerd naar het soort aanbod dat nodig is? 3. In welke mate wordt er met deze gegevens rekening gehouden? Antwoord 1. Samenhang wachtlijsten en realisaties sociale huurwoningen Op de wachtlijsten voor een sociale huurwoning bij de socialehuisvestingsmaatschappijen stonden op 30 december 2000 in totaal huishoudens of alleenstaanden. De omvang van de wachtlijsten ten aanzien van de gerealiseerde woningen is een oud zeer, waaraan deze regering via de inspanningen voor de realisatie van bijkomende sociale huurwoningen in belangrijke mate tegemoetkomt. Ik bezorg de Vlaamse volksvertegenwoordiger in t abel 1 een overzicht van de wachtlijsten en de realisaties per socialehuisvestingsmaatschappij (SHM). Het bleek niet mogelijk om op deze korte termijn een overzicht per arrondissement te geven. De maatschappijen bezorgen immers een overzicht van hun totale wachtlijst. De werkingsgebieden van de maatschappijen zijn niet verbonden aan de arrondissementsgrenzen. Zulk een overzicht veronderstelt dat de kandidatenlijsten worden gescreend volgens de ligging van de woningen waarvoor men zich kandidaat stelt. N i e t alle kandidaten stellen zich voor alle woningen k a n d i d a a t. Vooral in de steden is er bovendien een zeker risico op dubbeltellingen, a a n g e z i e n kandidaten zich vaak bij meerdere maatschappijen aanbieden. Ik wens enige nuancering aan te brengen bij de betekenis van deze wachtlijsten. De huishoudens die zich inschrijven voor een sociale huurwoning, houden rekening met de wachttijden die ze moeten doorlopen. Dit hangt uiteraard samen met het beschikbare patrimoniu m, maar ook met de doorlooptijd. Denken we maar aan maatschappijen met veel bejaarde h u u r d e r s, of juist veel uitbreidende gezinnen. I n gemeenten waar er geen sociale woningen zijn, zijn er uiteraard geen kandidaten. In andere gemeenten biedt het gemeentebestuur of het OCMW ook huurwoningen aan voor vergelijkbare doelgroepen. Ook de sociale verhuurkantoren richten zich tot deze groepen. U i t e r a a r d speelt dit ook een rol in de beslissing van gezinnen om zich kandidaat te stellen voor een sociale huurwoning. 2. Regionale behoeften De laatste woonbehoeftestudie dateert van 1998 en deze maakt prognoses met betrekking tot de zogenaamde prioritaire doelgroep inzake sociale huurwoningen. Deze omschrijving houdt in dat het gaat om huishoudens die én voldoen aan de voorwaarden voor een sociale huurwoning (inzake inkomen en eigendom), én a) meer dan een vijfde van hun besteedbaar inkomen aan huisvesting besteden of b) in een kwalitatief minder geschikte woning wonen. De gegevens waarop het onderzoek is gebaseerd, lieten niet toe om uit te maken of deze huishoudens nu al een sociale huurwoning bewonen. De Vlaamse volksvertegenwoordiger vindt een overzicht daarvan in tabel Inspanningen waar nodig De programmatie van de sociale huurwoningen heeft tot nu onvoldoende rekening gehouden zowel met de spreiding van de zogenaamde pri-

2 oritaire doelgroep, als met de spreiding van de wachtlijsten. Enerzijds is het zo dat er, naast de behoefte en de vraag, ook andere factoren zijn die de programmatie van projectinitiatieven bepalen. Ko r t gezegd gaat het over de praktische haalbaarheid, die samenhangt met : procedurele haalbaarheid (verwerving grond e n,o n t e i g e n i n g, s t e d e n b o u w, b o u w v e r g u n- ning, gemeentelijk advies,...), technische haalbaarheid (ontwerpen volgens de geldende standaardbestekken, s p e c i f i e k e problemen van het bouwterrein of de infrastructuur), financiële haalbaarheid voor de betrokken huisvestingsmaatschappij. Daarnaast zorgt de dringende renovatie van sommige projecten ervoor dat deze binnen de maatschappijen voorrang moeten krijgen. Ik zal initiatief nemen om de samenhang te verbeteren tussen de vraag en de behoefte enerzijds en de inspanningen voor bijkomende woningen anderzijds. De meerjarenplanning inzake wetenschappelijk onderzoek via een centrale partner moet toelaten om een begin te maken met vergelijkbare gegevens omtrent de sociale woonbehoefte. Deze vergelijkbaarheid slaat zowel op de situatie in de Vlaamse gemeenten, als op de evolutie in de tijd. De administratie heeft daarvoor voorstellen uitgewerkt. Dit zal op termijn een duidelijk kader scheppen inzake de sociale w o o n b e h o e f t e n, zodat er hiervoor meer sluitende criteria kunnen worden uitgewerkt bij de beoordeling van initiatieven. Intussen zal de nieuwe cel Programmacoördinatie bij de afdeling Woonbeleid de taak op zich nemen om op basis van de nu beschikbare gegevens de knelpunten in kaart te brengen, e n onder meer op basis van overleg met de betrokken gemeenten en de lokale initiatiefnemers de nodige stimulansen te geven. Het is evenwel niet mijn bedoeling om dwingende cijfers inzake de inspanningen voor sociale huurwoningen aan de gemeenten op te leggen. Wel wil ik komen tot een concrete aftasting van het terrein, zowel uit het oogpunt van de realisatie van bijkomende sociale huurwoning e n, als uit het oogpunt van de lokale vraag en behoefte.

3 Tabel 1 Aantal kandidaathuurders en woningrealisaties per SHM 2000 (bron VHM) Aantal kandidaat- Aantal gerealiseerde Aantal gerealiseerde huurders op huurwoningen koopwoningen 31/12/2001 in 2000 in 200 De Ideale Woning De Goede Woning Antwerpen Huisvesting Antwerpen Onze Woning Antwerpen ABC Antwerpen Gew. Mij. Boom Gezellige Woningen Bornem Sociaal Wonen Deurne Volkswoningen Duffel Geelse Bouwmaatschappij Mij. Huisvesting Heist-op-den-Berg Eigen Haard Herentals Beter Wonen Hoboken Lierse Mij. v.d. Huisvesting Mechelse Goedkope Woning Molse Bouwmij. v.d. Huisvesting De Heibloem Olen Bouwmij. De Noorderkempen Merksplas Eigen Woning Puurs Sociale Bouwmij. Schelle Turnhoutse Mij. v.d. Huisvesting Zonnige Kempen Westerlo Samenwerkende Mij. v. Volkshuisvesting Willebroek De Voorkempen Wuustwezel Zwijndrechtse Huisvestingsmij Samenwerkende Mij. v. Goedkope Woningen Aarschot Providentia Asse Diest Uitbreiding Gew. Mij. Volkshuisvesting Sint-Pieters-Leeuw Huisvesting Zennevallei Halle Volkswoningbouw Herent De Goede Haard Heverlee Dijledal Leuven Sociale Woningen van Landen Elk zijn Huis Tervuren Huisvesting Tienen Intervilvoordse Mij. voor de Huisvesting Het Lindenhof Blankenberge Brugse Mij. v.d. Huisvesting Interbrugse Mij. v.d. Huisvesting

4 Aantal kandidaat- Aantal gerealiseerde Aantal gerealiseerde huurders op huurwoningen koopwoningen 31/12/2001 in 2000 in 200 Eigen Haard is Goud Waard Gistel Mijn Huis Harelbeke t Heist Best Knokke-Heist Ons Onderdak Ieper De Mandelbeek Ingelmunster Izegemse Bouwmaatschappij Goedkope Woning Kortrijk Eigen Gift Eigen Hulp Kuurne Eigen Haard is Goud Waard Lauwe Ons Dorp Menen De Nieuwpoortse Volkswoning De Gelukkige Haard Oostende De Oostendse Haard De Mandel Roeselare Tieltse Bouwmaatschappij Veurnse Bouwmaatschappij Helpt Elkander Waregem De Leie Wervik De Vlashaard Wevelgem Eigen Haard Zwevegem Samenwerkende Mij. v.d. Huisvesting Aalst Dewaco-Werkerswelzijn Aalst Gew. Mij. v. Huisvesting Beveren Dendermondse Volkswoningen Deinse Bouwmaatschappij Meetjeslandse Bouwmij. v. Volkswoningen Eeklo De Goede Werkmanswoning Gent De Gentse Haard De Gentse Maatschappij voor de Huisvesting De Volkshaard Gent Huisvesting Gentbrugge-Ledeberg De Zonnige Woonst Hamme Veilig Wonen Aalst Tuinwijk Lokeren Merelbeekse Sociale Woningen Ninove-Welzijn Vlaamse Ardennen Oudenaarde Hulp in Woningnood Berlare De Nieuwe Haard Ronse Volkswelzijn Dendermonde Gewestelijke Mij. v.volkswoningen St.-Gillis- Waas

5 Aantal kandidaat- Aantal gerealiseerde Aantal gerealiseerde huurders op huurwoningen koopwoningen 31/12/2001 in 2000 in 200 Sint-Niklase Mij. Huisvesting Bouwmij. van Temse Eigen Dak Wetteren Gewestelijke Mij. v. Woningbouw Zele Gew. Mij. v.d. Huisvesting van Zelzate Elk zijn Dak Zomergem Kantonale Bouwmij. van Beringen van Huisvesting Maaslands Huis Maasmechelen Nieuw Dak Genk Hasseltse Huisvestingsmaatschappij Limburgs Tehuis Hasselt Kempisch Tehuis Houthalen Ons Dak Maaseik Nieuw Sint-Truiden Gewestelijke Maatschappij Tongershuis Klein-Brabant Puurs 0 19 Arro Antwerpen Brasschaat 0 14 Gew. Mij. KLE Mechelen 0 24 Gew. Mij. KLE Turnhout 0 20 De Zuiderkempen Westerlo 0 0 Brabantse Huisvestingsmij.Ternat 0 11 SBK Herent 0 8 Vooruitzien Beringen 0 46 Landwaarts Neerpelt 0 73 Kleine Landeigendom Tongeren 0 49 Ons Zonnig Huis Aalst 0 11 Gewestelijke Landmaatschappij Dendermonde 0 15 Het Volk Gent 0 62 Waasse Landmaatschappij Sint-Niklaas 0 22 Noord-Vlaamse Huisvestingsmij. Zelzate 0 8 Haard en Kouter Brugge 0 19 Zuid-West-Vlaamse Sociale Huisvestingsmaat schappij Onze Landelijke Woning Oostende 0 20 Gewestelijke Mij. voor Midden-West Vlaanderen Roeselare Gewestelijke Huisvestingsmij.Veurne- Diksmuide 0 10 De Zuidwesthoek Ieper 0 10 Totaal

6 Spreiding van de behoeften sociale huurwoningen in Vlaanderen Arrondissement Prior. soc. Aandeel t.o.v. huurder 2005 Vlaanderen (in %) Aalst ,55 Antwerpen ,31 Brugge ,88 Dendermonde ,91 Diksmuide ,45 Eeklo ,90 Gent ,08 Halle-Vilvoorde ,59 Hasselt ,38 Ieper ,13 Kortrijk ,51 Leuven ,01 Maaseik ,44 Mechelen ,39 Oostende ,40 Oudenaarde ,08 Roeselare ,38 Sint-Niklaas ,60 Tielt ,70 Tongeren ,72 Turnhout ,17 Veurne ,42 Vlaanderen ,00 Naar : Meulemans en Willemé, Woonbehoeften in Vlaanderen , onderzoek door Ufsia in opdracht van Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Woonbeleid