INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE INLEIDING 1 2 JURIDISCH KADER reclame- en verwijzingsborden evenementenborden 5

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE blz. 1 ALGEMENE INLEIDING 1 2 JURIDISCH KADER 2 3 HUIDIGE PRAKTIJK IN WISCH 3.1 reclame- en verwijzingsborden evenementenborden Informatieborden/plattegronden 6 4 NIEUW BELEID 4.1 Algemene voorwaarden voor alle gebiedsdelen Bebouwde kom 9 a. woongebieden b. bedrijfsbebouwing c. winkelgebieden 4.3 Bedrijventerreinen Sportterreinen Buitengebied Verwijzingsborden 13 a. binnen en buiten de bebouwde kom, voor winkels, bedrijven en instellingen niet gevestigd op een bedrijventerrein b. binnen en buiten de bebouwde, voor bedrijven, gevestigd op een bedrijventerrein 4.7 evenementenborden overige reclame-uitingen weideborden reclame op of aan gevels spandoeken wildplakken 19 5 FINANCIËLE CONSEQUENTIES 20 6 TOEZICHT EN HANDHAVING 22 BIJLAGEN Enkelen artikelen uit APV, waarnaar in notitie verwezen wordt 23

2 1. Algemene inleiding. Omdat de openbare ruimte bij uitstek een ontmoetingsplek is met vele passanten, wordt het onder andere gebruikt om daarin reclame-uitingen te plaatsen. Het is, gelet op de grote toename van reclame in de openbare ruimte en de verschillende deelbelangen, niet mogelijk om door middel van zelfregulatie door de betrokken partijen de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen. In het belang van genoemde kwaliteit, maar zeker ook in het belang van onder andere de verkeersveiligheid, is regulering van de diverse reclamevormen derhalve onontkoombaar. Goede afspraken en regelgeving over hoe er met diverse reclamevormen in de openbare ruimte moet worden omgegaan, dragen n.l. bij aan de verbetering van de kwaliteit van de gebouwde omgeving en verhoging van het gewenste effect van de aanwezige reclame-uitingen. Hoewel in de loop der jaren regels voor reclame-uitingen zijn gesteld, is geleidelijk aan een wat minder overzichtelijk geheel ontstaan, hetgeen de handhaving van de regels niet bevordert. In de nu voorliggende notitie wordt het beleid t.a.v. reclame- en verwijsborden en tijdelijke aankondigingsborden opnieuw tegen het licht gehouden. Hiermee wordt aan belanghebbenden duidelijkheid verschaft waarop een verzoek tot reclame- of verwijzingsbord in voorkomende gevallen wordt getoetst. Bovendien helpt het bij een goede afronding van het eventueel te volgen handhavingstraject. 1

3 2. Juridisch kader Grondwet Artikel 7 van de Grondwet regelt de vrijheid van meningsuiting. Lid 1 van dit artikel luidt als volgt: Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. In lid 4 van dit artikel is geregeld dat de drukpersvrijheid niet van toepassing is op het maken van handelsreclame. Hierdoor wordt niet alleen de censuur uitgesloten, maar ook het voorafgaand verlof van het openbaar gezag om geschriften niet zijnde handelsreclame openbaar te maken. De wet bepaalt dus dat de overheid bij ideële reclame slechts voorwaarden mag stellen aan de distributie met het oog op de bescherming van de openbare orde. Voor handelsreclame geldt deze beperking niet. Gelet hierop heeft deze notitie betrekking op handelsreclame en niet op ideële reclame. Onder handelsreclame wordt verstaan: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk wordt beoogd een commercieel belang te dienen. Wet op de Ruimtelijke Ordening en Woningwet In een bestemmingsplan kan in beginsel geen reclamebeleid worden opgenomen, omdat dit ruimtelijke relevantie mist. Alleen wanneer het reclame-uitingen betreft die tevens bouwwerk zijn in de zin van de Woningwet komt het bestemmingsplan in beeld. Indien een vergunningaanvraag voor het plaatsen/aanbrengen van een reclameobject binnen de bepalingen van de Woningwet valt dient toetsing plaats te vinden aan: - bestemmingsplanbepalingen; - technische eisen volgens het Bouwbesluit - bepalingen in de Bouwverordening - redelijke eisen van welstand Onder de werking van de Woningwet vallen in relatie tot deze notitie alle bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van enige omvang en die direct of indirect met de ondergrond zijn verbonden en die ten doelhebben om reclame te maken. Vergunningvrije bouwwerken ex artikel 43 Woningwet zijn hiervan uitgezonderd. Mobiele reclames van enige omvang met een permanent karakter moeten wèl worden gezien als een bouwwerk ingevolge de Woningwet. Bij strijdigheid met één van de toetsingsgronden moet de bouwvergunning worden geweigerd. Of een reclame-uiting op een bepaalde plaats acceptabel is, is met name afhankelijk van de vraag of de uiting voldoet aan redelijke eisen van welstand. Deze eis is opgenomen in zowel de Woningwet als in de APV. Vergunningplichtige bouwwerken kunnen alleen op aspecten van welstand worden beoordeeld, wanneer in een welstandsnota aan de hand van criteria aangegeven wordt wat onder redelijke eisen van welstand wordt verstaan en kan de welstandscommissie hierover adviseren. Een dergelijke nota zal vóór 1 juli 2004 moeten zijn vastgesteld. Tot het moment dat een welstandsnota van kracht wordt, 2

4 blijft de zelfstandige werking van de in de bouwverordening aangeduide redelijke eisen van welstand in stand. Algemene plaatselijke verordening (APV) De Algemene plaatselijke verordening vormt in dit kader een aanvulling op de Woningwet. Op basis van drie criteria (welstand, verkeersveiligheid en overlast) kan op basis van de APV vergunning voor het maken van handelsreclame worden verleend. Als een reclameconstructie is aan te merken als een bouwwerk in de zin van de Woningwet komt toetsing aan de APV niet meer in beeld. De relevante artikelen uit de APV die betrekking hebben op reclame-uitingen zijn als bijlagen bij deze notitie gevoegd. Privaatrecht De gemeente kan privaatrechtelijke overeenkomsten aangaan voorzover de gemeente eigenaar is van de betreffende grond, dan wel het betreffende bouwwerk. Voor het te voeren beleid is de contractvrijheid naar burgerlijk recht, zoals deze wordt aangegeven in boek 6:1 Burgerlijk Wetboek van grote betekenis. Dit artikel vermeldt dat alle verbintenissen of uit overeenkomst of uit de wet ontstaan. Dit impliceert dat de gemeente vrij is al dan niet een verbintenis aan te gaan, voorzover dat niet door de wet wordt geregeld. De gemeente is dus niet verplicht een (reclame)overeenkomst aan te gaan indien dit niet in haar beleid zou passen. Anderzijds kan de gemeente reclame-uitingen geplaatst op gronden waarvan zij eigenaar is op basis van het eigendomsrecht verwijderen, mits voldoende recht wordt gedaan aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur bij de uitoefening daarvan. 3

5 3. Huidige praktijk 3.1 Reclame- en verwijzingsborden Omdat een wildgroei ontstond van reclame- en verwijsborden langs de wegen heeft de gemeente in 1991 de regels, met betrekking tot het plaatsen van reclame-uitingen aangescherpt. Uitgangspunt daarbij was te komen tot een uniform verwijzingssysteem. Na inventarisatie werd langs enkele hoofdontsluitingswegen succesvolle opschoningsacties gehouden. Daarbij werd als uitgangspunt genomen: verwijdering van alle borden. De aandacht richtte zich daarbij in eerste instantie op verwijdering van de zogenaamde weilandborden, waarbij het uitgangspunt als volgt ten uitvoer werd gelegd: Ingeval uitsluitend sprake was van RECLAMEBELANG werden: - niet plaatselijke bedrijven aangeschreven om tot verwijdering over te gaan, zonder aanbieding van een alternatief - plaatselijke bedrijven werden aangeschreven tot verwijdering over te gaan, met aanbieding van een alternatief in de vorm van het toelaten van reclame, geconcentreerd op enkele locaties. Daarvoor werden echter alleen in Varsseveld mogelijkheden geboden door op nader aangewezen locaties reclamezuilen te plaatsen. Ingeval UITSLUITEND C.Q. MEDE van een VERWIJZING sprake was, werden: - plaatselijke bedrijven en winkeliers gewezen op het alternatief verwijzingsbordjes te plaatsen op nader in overleg met de gemeente te bepalen locaties, een termijn werd gesteld waarbinnen een aanvraag hiervoor ingediend kon worden en als deze termijn ongebruikt verliep, werd aangeschreven om tot verwijdering over te gaan. (I.v.m. de moeilijke bereikbaarheid van Heelwegse bedrijven werd hierop een uitzondering gemaakt door in afwachting van een te ontwikkelen alternatief voorlopig niet op te treden.) Dit beleid wordt nog steeds als zodanig gehanteerd. Afhankelijk van de regels tekst kunnen bedrijven, winkeliers en instellingen daarbij kiezen uit verwijzingsbordjes met twee verschillende afmetingen, i.c. 80 cm breed en 15 cm hoog dan wel 80 cm breed en 20 cm hoog. De tekst kan daarbij enkel- of dubbelzijdig worden aangebracht. Ten behoeve van nieuwe bedrijven in de kleine kernen en het buitengebied wordt eveneens met verwijsborden van dezelfde afmetingen gewerkt. Bij de aanpak van reclameborden in de bebouwde kom zijn de uitgangspunten nader vastgesteld. Het beleid is er op gericht om uitwassen te voorkomen. Dit uitgangspunt wordt als volgt ten uitvoer gelegd: Op eigen terrein worden borden toegelaten. Voor zover het daarbij gaat om vergunningsplichtige bouwwerken kunnen borden alleen worden toegelaten als het ter plaatse geldende bestemmingsplan zich er niet tegen verzet. 4

6 Op gronden met de bestemming bedrijventerrein worden eveneens borden toegelaten, aangezien vastgesteld is, dat borden op het industrieterrein niet storend zijn. Wel wordt opgetreden als een bord op gemeente-eigendom is geplaatst. Op gemeentegrond worden geen borden toegelaten. Illegaal geplaatste borden worden na voorafgaande mededeling verwijderd. Op andermans terrein worden eveneens geen borden toegelaten. Verwijdering wordt bewerkstelligd via het bestemmingsplan. Losse borden bij winkels worden in principe toegestaan wanneer voor voetgangers een doorgang van minimaal 1,5 meter gewaarborgd blijft. 3.2 Evenementenborden Vanaf 1 januari 1986 wordt ten aanzien van tijdelijke aankondigingsborden (hierna verder aangeduid als evenementenborden) de volgende richtlijn gehanteerd: a) verzoeken van verenigingen en dergelijke gevestigd buiten de gemeente worden in principe afgewezen, behoudens ingeval van evenementen die een onmiskenbaar regionaal karakter dragen; b) verzoeken van verenigingen en dergelijke gevestigd binnen de gemeente worden in principe ingewilligd; c) wanneer er sprake is van (individuele) commerciële belangen, dan worden de onder a) en b) genoemde verzoeken zonder meer afgewezen; d) plaatsing op gemeentegrond geschiedt in overleg met en op locaties aangewezen door afdeling Ruimtelijk beheer; zonder vergunning op gemeentegrond geplaatste borden worden zonder meer verwijderd. Ingegeven door de wens om de wildgroei van reclame- en verwijsborden een halt toe te roepen heeft de gemeente in 1999 de wens uitgesproken om ook voor aankondiging van evenementen in de kernen een uniform systeem in te voeren door aan invalswegen de plaatsing van evenementenborden toe te staan. Het initiatief in Silvolde waar aan de toegangswegen al frames voor aankondiging van plaatselijke activiteiten waren geplaatst, heeft als voorbeeld gediend voor het opstellen van nieuwe richtlijnen. Deze nieuwe richtlijnen zijn onder de aandacht van de belangenverenigingen gebracht, die de exploitatie en het beheer van evenementenborden dienen te gaan verzorgen. De kosten van gebruikmaking vormen voor de verenigingen in Varsseveld en Terborg echter nog een struikelblok zodat het nieuwe beleid in deze plaatsen nog niet van de grond is gekomen. Zo lang dat niet het geval is, geldt het beleid uit

7 3.3 Informatieborden/plattegronden Ten behoeve van bezoekers aan de drie grote kernen van de gemeente zijn langs de volgende invalswegen informatieborden geplaatst, waarin een plattegrond is opgenomen van de desbetreffende kern: Terborg: Ettensestraat Doetinchemseweg Varsseveldseweg Silvoldseweg Silvolde: Berkenlaan Ulftseweg Varsseveld: Aaltenseweg Doetinchemseweg Terborgseweg Twente Route Zelhemseweg Gendringen Ulft Daarnaast zijn in de centra van Silvolde (nabij Harbershoek), Terborg (vml. busstation Silvoldseweg) en Varsseveld (gemeentehuis) eveneens dergelijke borden geplaatst t.b.v. bezoekers die met het openbaar vervoer de plaatsen bezoeken. Ook in de kernen Westendorp (Doetinchemseweg) en Sinderen (nabij buurtschapshuis) zijn informatieborden geplaatst. Het beheer van de borden in de drie hoofdkernen is uitbesteed aan een particulier bedrijf. De plattegronden worden om de twee jaar aangepast, dan wel in overleg met de gemeente eerder wanneer zich grote wijzigingen hebben voorgedaan. Binnen de huidige gemeente zijn er 2 partijen die de informatieborden beheren, voor het gebied oud-wisch is dit van Uden, voor oud Gendringen is dit Suhrland. Eén partij en aanspreekpunt bevorderd de eenduidigheid en het gemak. Voorgesteld wordt zo snel mogelijk met één partij een nieuw contract te sluiten voor de komende jaren. Om de vindbaarheid van bedrijven te bevorderen zijn de informatieborden langs de invalswegen van de drie grote kernen in 1984 gefinancierd door de Industriële kring Wisch-Zuid en Industriële kring Varsseveld. De Industriële kring Zuid is inmiddels opgegaan in Industrie Belang Oude IJssel (KUF / IKWZ). 6

8 De gemeente is van mening, dat uit oogpunt van serviceverlening informatieborden / plattegronden uit het straatbeeld niet meer weg te denken zijn. Omdat de kwaliteit van de huidige borden te wensen overlaat is vervanging wenselijk. Voor het vervangen van de borden aan de invalswegen van Varsseveld, alsmede voor de borden in de centra van de drie hoofdkernen heeft het particuliere bedrijf de gemeente inmiddels een voorstel gedaan. Dit bedrijf neemt de onderhoudskosten eveneens voor haar rekening. Binnen oud Gendringen : 7

9 4. Nieuw beleid In dit hoofdstuk worden beleidsuitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de toepassing van de diverse reclamevormen in de openbare ruimte en vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Uitgangspunt bij de formulering hiervan is dat reclame onlosmakelijk verbonden is met gemeente Oude IJsselstreek, maar dat de toepassing van de diverse reclamevormen zich moet verdragen met de functie van de betreffende gebieden in de gemeente. Wij kunnen daarbij de volgende gebieden onderscheiden: - woongebieden in de bebouwde kom - bedrijfsbebouwing in de bebouwde kom - winkelgebieden in de bebouwde kom - bedrijventerreinen - sportterreinen en - buitengebied. 4.1 Algemene voorwaarden voor alle gebiedsdelen. Als algemeen uitgangspunt van beleid geldt, dat alle niet vaste reclamevormen binnen het openbaar gebied als niet gewenst worden beschouwd, tenzij in deze nota een uitzondering wordt gemaakt. Om overlast voor de omgeving zo veel mogelijk te beperken dienen bij het plaatsen c.q. aanbrengen van reclametekens de volgende algemene uitgangspunten in acht te worden genomen: - in het algemeen geldt dat reclametekens alleen aanvaardbaar zijn indien zij een directe relatie hebben met de gekozen situering; - de afmetingen en kleuren moeten afgestemd zijn op het karakter van de directe omgeving; - het reclameteken mag niet groter zijn dan voor een goede leesbaarheid voor die situering noodzakelijk is; - de reclametekens dienen qua afmetingen en plaatsing op de gevelopzet afgestemd te worden; - de in dit hoofdstuk genoemde maximum maten dienen in dit licht bezien te worden; er zullen zich situaties voordoen waarbij ook deze maatvoeringen de welstand nog te zeer zullen verstoren; - het toepassen van losse letters en het aanlichten van reclameteksten verdient de voorkeur boven het toepassen van lichtbakken; - bij lichtbakken is het raadzaam een donker fond te kiezen met heldere letters, ook in verband met de verkeersveiligheid (verblindingseffecten); - knipperende lichtreclames zijn niet toelaatbaar; - merkreclames zijn alleen denkbaar indien het bedrijf slechts één product voert; een reclame vraagt om een zorgvuldige vormgeving en een goede integratie in de gebouwde context. - reclame op of aan gevels mogen de architectuur van het pand en het karakter van de omgeving niet aantasten; 8

10 - reclame op of aan gevels moet verwijzen naar het bedrijf dat in het betreffende pand is gehuisvest of moet betrekking hebben op producten of diensten die in het pand worden geproduceerd, verhandeld of aangeboden; - reclame op of aan gevels, en dan met name lichtreclame, moet in een goede onderhoudsstaat verkeren. 9

11 4.2 Bebouwde kom 4.2.a Woongebieden In een gebied dat hoofdzakelijk is ingericht voor woondoeleinden passen geen reclametekens. Er ontbreekt immers een relatie tussen het woonmilieu en reclame-uitingen. Een uitzondering hierop vormen woningen met een praktijkruimte voor het uitoefenen van een vrij beroep, zoals een arts, architect of verzekeringsadviseur. In dergelijke gevallen is een bescheiden aanduiding aanvaardbaar op- of aan de gevel t.p.v. de bedrijfstoegang. Bij aanwezigheid van voortuinen is plaatsing van één bord in de tuin denkbaar, mits zorgvuldig vormgegeven en geïntegreerd in het tuinontwerp. Het beleid wordt gekoppeld aan de uitgangspunten zoals deze zijn vastgesteld in de Welstandsnota vastgesteld begin. 4.2.b Bedrijfsbebouwing. Voor bedrijfsbebouwing met een positieve bestemming in een woonomgeving gelden de volgende uitgangspunten. Alleen aanduidingen die betrekking hebben op de naam en de aard van het bedrijf zijn toelaatbaar. Per gebouw mag in principe niet meer dan één reclameteken gelijktijdig zichtbaar zijn. Uitzondering hierop kan worden gemaakt voor gebouwen die gevels aan meer dan één straat hebben. Het aantal tekens blijft dan één per naar de straat gekeerde gevel. Ook hier gelden weer de algemene uitgangspunten met betrekking tot vormgeving, kleurstelling en plaatsing ten opzichte van het gevelvlak. 4.2.c Winkelgebieden. In gebieden met een uitgesproken winkel en/of promenade karakter zijn de mogelijkheden tot reclamevoering ruimer dan in woongebieden. Gezien de grote vormverscheidenheid van winkelgebieden en reclames, is het niet mogelijk richtlijnen te formuleren die 100% uitsluitsel geven over de aanvaardbaarheid van reclames. Algemeen kan worden gesteld dat reclames op winkelniveau, dat wil zeggen het begane grond-niveau, geplaatst dienen te worden zodat een directe en logische relatie tussen het reclameteken en de functie ontstaat en de overlast voor eventuele bovenwoningen beperkt wordt. Plaatsing tegen een luifel, is beter dan plaatsing (loodrecht) op de luifel. Loodrecht onder de luifel bestaat vaak de mogelijkheid op bescheiden maar effectieve wijze reclame te voeren. Indien geen luifel aanwezig is, kan een lichtbak op de gevel worden aangebracht mits de afmetingen en plaatsing afgestemd worden op de gevelopzet. Een en ander is ook van toepassing op horecagelegenheden. Over het algemeen kan worden gesteld dat bij de beoordeling van een reclameteken op een horecapand het gebruik, de hoeveelheid van reclametekens, het gebied waarin het pand zich bevindt en de omvang van het pand een belangrijke rol 10

12 spelen. Voor zover gebruik wordt gemaakt van losse reclameborden (niet op of aan de gevel bevestigd) mag de totaalhoogte maximaal 1,20 m bedragen en moet er een directe en logische relatie met het pand bestaan. Ten aanzien van het plaatsen van reclamemasten is een zeer terughoudend beleid gewenst. Het aanbrengen van lichtbakken of lichtreclames op bedoelde masten wordt niet toegestaan. 11

13 4.3 Bedrijventerreinen. Bij bedrijventerreinen kan een onderscheid worden gemaakt tussen naam-, beroeps- en/of productaanduiding met een directe relatie tot het betreffende bedrijf, verwijzingsreclame c.q. routeborden op het bedrijventerrein en een gezamenlijke presentatie van de bedrijven m.b.t. bijvoorbeeld masten bij de entree van het terrein. Gezien de grotere schaal van de gebouwen en het utilitaire karakter, is hier een grotere hoeveelheid reclame denkbaar. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen het gebouw aangebracht dient te worden, bijvoorbeeld bij de entree, en afgestemd dient te zijn op de massa c.q. gevelopzet. Indien plaatsing tegen een gevel niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij glasvliesgevels, de reclametekst boven of in de buurt van de entree aanbrengen. Ook is een plaatsing op de dakrand dan mogelijk indien uitgegaan wordt van losse letters. Los geplaatste ornamenten zijn denkbaar, mits zorgvuldig vormgegeven, geplaatst bij de toegang tot het bedrijf en qua hoogte afgestemd op het kantoorgedeelte van het bedrijf met een maximum hoogte van 3,50 m. Voor het plaatsen van verwijzingsborden wordt verwezen naar hetgeen daarover gezegd wordt in paragraaf Sportterreinen Sportterreinen zijn meestal in een groene omgeving gesitueerd. Het aanbrengen van reclames niet gericht op het complex zelf is slecht passend en niet aanvaardbaar. Naamsreclame voor de sportvereniging zelf is i.v.m. de bereikbaarheid wel mogelijk, mits deze aanduidingen qua maat, vormgeving en kleurstelling zijn afgestemd op het karakter van de omgeving. Reclame-uitingen, gericht op het complex zelf, zijn denkbaar (borden rond het (voetbal)veld, naamsaanduiding op kantine), indien de naar de natuur gekeerde zijde donker van kleur is en de hoogte gerekend vanaf maaiveld maximaal 1.20 m bedraagt. Overgangsrecht: Alle ten tijde van de vaststelling van deze nota bestaande reclame-uitingen worden blijvend toegestaan. Bij vernieuwing van de reclame wordt getoetst aan bovengenoemde uitgangspunten c.q. eisen. 12

14 4.5 Buitengebied. Reclameborden en aankondigingen horen niet thuis in het buitengebied. Ze passen slecht bij het karakter van de omgeving en vormen een visuele vervuiling. Zeker nu het recreatieve karakter van het buitengebied steeds meer aandacht krijgt, is het van belang het karakterverschil tussen de bebouwingskernen en het buitengebied te bewaren c.q. te versterken. Voor het aanbieden van seizoensgebonden producten door agrarische bedrijven en positief bestemde niet-agrarische bedrijven wordt een uitzondering gemaakt, voor zover daarbij wordt voldaan aan de bepalingen in de APV. Lichtreclames passen niet in het buitengebied en zullen met name `s avonds als zeer dominant en opzichtig worden ervaren. Daarom is het plaatsen van lichtreclames in het buitengebied niet toelaatbaar. Op verwijzingsborden wordt hieronder afzonderlijk ingegaan. 13

15 4.6 Verwijzingsborden In deze paragraaf gaat het om reclame-uitingen, die uitsluitend c.q. mede een verwijzing betreffen. Een verder onderscheid dient te worden gemaakt in a. een regeling voor winkels, bedrijven en instellingen, niet gevestigd op een bedrijventerrein, b. een regeling voor bedrijven, gevestigd op een bedrijventerrein 4.6.a verwijzingsborden, binnen en buiten de bouwde kom, voor winkels, bedrijven en instellingen, niet gevestigd op een bedrijventerrein. In paragraaf 3.1 is al aangegeven, dat plaatselijke bedrijven, winkeliers en instellingen de mogelijkheid wordt geboden verwijzingsbordjes te plaatsen op nader in overleg met de gemeente te bepalen locaties. Dit beleid werkt naar alle tevredenheid en behoeft in die zin dan ook geen enkele wijziging. De wens is wel aanwezig in de verschijningsvorm de volgende uniformiteit aan te brengen: - standaardlettertype ANWB - C letters ongeveer 6 cm. hoog - toestaan van logo s, zoals die ook door de ANWB worden gehanteerd - uitvoering in een - groene kleur met witte letters voor instellingen en verenigingen - witte kleur met zwarte letters voor bedrijven Op deze wens wordt in de praktijk al geanticipeerd door bij het plaatsen van nieuwe verwijzingsbordjes met deze richtlijn al rekening te houden. Overwogen wordt bestaande oude bordjes in één keer te vervangen door nieuwe bordjes. 4.6.b verwijzingsborden, binnen en buiten de bouwde kom, voor bedrijven, gevestigd op een bedrijventerrein. Herkenbaarheid en vindbaarheid is voor bedrijven, met name op bedrijventerreinen, belangrijk. Zo kent de gemeente de volgende bedrijventerreinen: - Hofskamp en aansluitende bedrijventerreingedeelten te Varsseveld - Akkermansweide te Terborg - Terborg-Oost (Kaak e.o. / Seesinkparck i.o.) te Terborg en - Industrieweg te Silvolde - De Rieze Ulft - IJsselweide te Ulft Gendringen - De Pol te Ulft 14

16 Algemene verwijzing naar een bedrijventerrein van enige omvang geschiedt, op verzoek van de gemeente, via de ANWB-bewegwijzering. Zo is de verwijzing naar de bedrijventerreinen Hofskamp, Akkermansweide de IJsselweide en de Rieze al op ANWB-borden aangegeven. De overig genoemde terreinen zijn van een dergelijke omvang, dat verwijzing via ANWB-borden nog niet nodig wordt geacht. Indien deze bedrijventerreinen in omvang toenemen zal op dit systeem moeten worden aangesloten. Voor doorverwijzing naar het bedrijventerrein Hofskamp is, in overleg met ANWB, provincie en ViV, gekozen voor het systeem van nummering (Hofskamp etc.). Op de Rieze en de de IJsselweide wordt op een eigen wijze bewegwijzerd Van doorverwijzing op een bedrijventerrein is nog geen sprake. Voorgesteld wordt dit plaats te laten vinden d.m.v. het plaatsen van portalen op kruising van wegen. In de portalen dient melding te worden gemaakt van straatnaam en aan die straat gevestigde bedrijven. Ook hier zal t.b.v. de uniformiteit gekozen worden voor een standaardlettertype en dezelfde kleurstelling. In overleg met de industriële vereniging zal op het bedrijventerrein Hofskamp een dergelijke verwijzing als eerste worden uitgevoerd. Overgangsrecht: De eigenaren van borden 6 weken de tijd gunnen om het bord te verwijderen. Indien een alternatief kan worden aangeboden en van dat aanbod gebruik wordt gemaakt, dienen de borden te zijn verwijderd binnen één maand nadat het alternatief is gerealiseerd c.q. redelijkerwijs zou kunnen zijn gerealiseerd. Indien van het aangeboden alternatief geen gebruik wordt gemaakt en het bord niet is verwijderd, zal tot bestuursdwang worden overgegaan waarbij een dwangsom kan worden opgelegd. 15

17 4.7 Evenementenborden De in 1999 uitgesproken wens om voor aankondigingen van evenementen een uniform systeem in te voeren is verwoord in een nieuwe richtlijn. Zodra verenigingen en andere organisatoren van evenementen in Silvolde, Terborg en Varsseveld kunnen beschikken over ruimte op de evenementenborden van de belangenverenigingen, zal het beleid er als volgt uitzien: a) verzoeken tot het plaatsen van evenementenborden worden in principe afgewezen; Een uitzondering op deze regel wordt gemaakt voor circusvoorstellingen binnen deze gemeente, gezien het landelijke beeld en de regulerende rol die de gemeente heeft bij vergunningverlening. b) verenigingen/verzoekers, gevestigd binnen de gemeente en zonder commercieel belang, worden verwezen naar de belangenverenigingen om via de evenementenborden aandacht te vragen voor het evenement; c) voor grotere manifestaties en evenementen binnen de gemeente met een onmiskenbaar regionaal karakter moet het mogelijk blijven om op vooraf aangewezen plaatsen, tijdelijke borden, na vergunningverlening, toe te staan. Onder regionaal karakter wordt verstaan: evenementen waarvan vooraf bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, c.q. ondersteuning plaatsvindt door de regio, dan wel enkele gemeenten gezamenlijk. N.b.: volksfeesten, kermissen, braderieën e.d. worden niet aangemerkt als grotere manifestaties. Voorbeelden van grotere manifestaties kunnen zijn: Hippisch festijn, nationale en internationale wedstrijden van allure (binnen deze gemeente). d) wanneer er sprake is van (individuele) commerciële belangen, dan worden verzoeken als bedoeld onder c) zonder meer afgewezen. Voor de overige kernen in de gemeente zullen, i.o.m. de belangenverenigingen, locaties worden aangewezen voor het plaatsen van ornamenten, zoals sierbogen en toegangsportalen, bij plaatselijke activiteiten. Overgangsrecht: Gezien het tijdelijke karakter van deze reclamevorm is overgangsrecht van toepassing voor borden die ten tijde van de vaststelling van deze nota, met vergunning zijn geplaatst, tot uiterlijk 2 weken na afloop van het betreffende evenement. Bij nieuwe aanvragen toetsen aan het nieuwe beleid, mits de kernen zijn voorzien van evenementenborden. 16

18 4.8 overige reclame-uitingen 4.8.a. Weideborden Deze vorm van reclame-uiting is in 1991 mede aanleiding geweest de regels met betrekking tot het plaatsen van reclame-uitingen aan te scherpen. Zoals in hoofdstuk 3.1 al aangegeven wordt deze vorm van reclame niet toegestaan. Uitgangspunt is verwijdering van alle borden waarvoor geen vergunning is verleend en ook geen vergunning kan worden verleend. De volgende aanpak wordt daarbij gehanteerd: - niet plaatselijke bedrijven worden aangeschreven om tot verwijdering over te gaan, zonder aanbieding van een alternatief; - plaatselijke bedrijven worden aangeschreven tot verwijdering over te gaan, met eventuele aanbieding van een alternatief in de vorm van het toelaten van reclame aan een attentiemast, voor zover het betreffende bedrijf op een terrein is gevestigd, waar een dergelijke mast aanwezig is. Indien de borden uitsluitend of mede een verwijzing bevatten kunnen de betreffende (plaatselijke) bedrijven eveneens een alternatief worden geboden. In dit geval wordt verwezen naar paragraaf 4.6. Overgangsrecht: De eigenaren van borden 6 weken de tijd gunnen om het bord te verwijderen. Indien een alternatief kan worden aangeboden en van dat aanbod gebruik wordt gemaakt, dienen de borden te zijn verwijderd binnen één maand nadat het alternatief is gerealiseerd c.q. redelijkerwijs zou kunnen zijn gerealiseerd. Bedrijven uit Varsseveld kan verder het alternatief worden geboden voor plaatsing op de reclamezuilen op de hoeken Twente Route/Zelhemseweg, Idinkweg/Terborgseweg en Aaltenseweg/Oostelijke Rondweg. Indien van het aangeboden alternatief geen gebruik wordt gemaakt en het bord niet is verwijderd, zal tot bestuursdwang worden overgegaan waarbij een dwangsom kan worden opgelegd. 17

19 4.8.b. Reclame op of aan gevels Voor reclame op of aan gevels is toestemming van het gemeentebestuur nodig. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven is voor een reclamevorm dat beschouwd moet worden als bouwwerk een vergunning nodig op grond van de Woningwet. Voor zover een dergelijke vergunning niet nodig is, komt toetsing aan de APV in beeld. Naast het vergunningsvereiste op grond van de APV, dient reclame op of aan gevels te voldoen aan de algemene voorwaarden, zoals genoemd in paragraaf 4.1. Overgangsrecht: Alle ten tijde van de vaststelling van deze nota bestaande reclamevormen op of aan gevels worden blijvend toegestaan. Bij vernieuwing van de reclame wordt getoetst aan bovengenoemde eisen. 18

20 4.8.c. Spandoeken Op grond van artikel , lid 1 van de APV is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan. Dit verbod geldt ook voor spandoeken e.d.. Het beleid richt zich uitsluitend op het toestaan van spandoeken ten behoeve van landelijke acties. Verenigingen en andere organisatoren van plaatselijke acties hebben immers de mogelijkheid hun evenement aan te kondigen via de portalen van de belangenverenigingen, zoals genoemd onder 4.7. Geen toestemming wordt verleend voor spandoeken aan gebouwen en voor commerciële reclame. Aan de vergunning voor spandoeken worden de volgende voorschriften verbonden: - reclame in deze vorm worden gedurende maximaal 3 weken toegestaan, te weten 2 weken vóór en 1 week na de activiteit/campagne - indien over de openbare weg gespannen dient een minimale hoogte van 4.50 m. boven het wegdek in acht te worden genomen in verband met verkeersveiligheid - geen spandoek wordt toegestaan nabij een kruising van wegen - het spandoek dient te voldoen aan redelijke eisen van welstand. Overgangsrecht: Na het van kracht worden van deze notitie worden eigenaren van de binnen de gemeente aanwezige spandoeken, die zonder vergunning zijn opgehangen, 6 weken de tijd gegund om het spandoek te verwijderen. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven zal tot bestuursdwang worden overgegaan waarbij een dwangsom kan worden opgelegd. 19

21 4.8.d. Wildplakken Op grond van artikel van de APV is het verboden de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. Voorts is het zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de weg of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is een aanplakbiljet e.d. aan te plakken en enige afbeelding aan te brengen. In het kader van het recht van vrijheid van meningsuiting dient de gemeente faciliteiten te bieden om de mening in geschrift kenbaar te maken. Door burgemeester en wethouders zijn daarvoor drie locaties aangewezen voor het plaatsen van een aanplakbord. Op twee plaatsen, n.l. Terborg- Marktplein/Walstraat en Silvolde-Ulftseweg, staat daadwerkelijk een aanplakbord. Het bord nabij de Kwaksmölle aan de Doetinchemseweg is tijdelijk weggehaald i.v.m. de recent uitgevoerde herinrichting van de bushalte. In verkiezingstijd worden bij de stembureau s tijdelijke plakplaatsen gerealiseerd voor het aanplakken van affiches voor verkiezingspropaganda. Gesteld kan worden dat zowel op de aangewezen plaatsen als op niet aangewezen plaatsen zoals cai-kasten, pompputten, abri s en glasbakken overdadig wordt geplakt, waarbij reclame wordt gemaakt voor bijvoorbeeld popconcerten, kermissen en diverse soorten races. Tegen het wildplakken en kladden wordt momenteel echter alleen opgetreden als het eigendom van de gemeente betreft of indien er sprake is van geschriften of leuzen met een racistische toon. Voor het overige wordt momenteel niet of zeer terughoudend opgetreden. Het wildplakken draagt bij uitstek bij aan de verloedering van de openbare ruimte. Affiches in opvallende kleuren en gescheurde/loshangende affiches van evenementen die reeds langere tijd geleden hebben plaatsgevonden doen afbreuk aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Door hier verder niet tegen op te treden in de vorm van het opleggen van bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom wordt dit probleem steeds groter. Na vaststelling van deze nota zal onder oplegging van een last onder dwangsom consequent en direct worden opgetreden tegen overtreding van artikel van de APV. Tegen het gebruik van de vrije plakplaatsen voor zaken die geen betrekking hebben op het recht van vrije meningsuiting (reclame) zal worden opgetreden. Overigens zijn de bestaande borden geplaatst in De borden zijn afgeschreven en voldoen niet meer aan de eisen van de tijd, mede gelet op de opknapbeurten die de diverse kernen inmiddels hebben ondergaan. Overgangsrecht: Op deze vorm van reclame is het overgangsrecht niet van toepassing. 20

22 5. Financiële consequenties De in het vorige hoofdstuk genoemde gewenste maatregelen in het kader van nieuw beleid, hebben de navolgende financiële consequenties (in volgorde van prioriteit). onderwerp voorgestelde maatregelen fin. consequenties 4.7 evenementenborden toekennen van een jaarlijkse bijdrage van 1.000,-- per belangenvereniging in de kosten van exploitatie van de evenementenborden. 4.6.a Verwijzingsborden naar het vervangen van het bestaande systeem bedrijfsbebouwing (totaal 160 bordjes) is geraamd op een bedrag ad ,-- (incl. interne kosten). De kosten voor het plaatsen van nieuwe verwijzingsborden komen voor rekening van de opdrachtgever zelf. De borden worden geplaatst aan bestaande achtkantpalen, aan bestaande lichtmasten of aan nieuw te plaatsen verkeersbordpalen (zgn. flespalen). De daarmee verband houdende kosten komen ten laste van het budget onderhoud verkeersborden. Van de opdrachtgever wordt verder een jaarlijkse bijdrage gevraagd voor het repareren van vernielingen en voor het vervangen van de borden, wanneer dit nodig mocht zijn. 4.6.b Verwijzingsborden naar/ T.b.v. de uniformiteit worden de portalen op bedrijventerreinen door de gemeente aangeschaft en geplaatst. De daarmee verband houdende financiële gevolgen dienen door de gemeente te worden gedragen en zullen ten laste worden gebracht van het betreffende bestemmingsplan. Daar waar geen exploitatie bestaat dan wel de exploitatie al is afgesloten, zal voor de aanschaf van portalen een budget beschikbaar moeten worden gesteld. De kosten voor een portaal worden geraamd op 1.000,-- (incl. plaatsing en interne uren). Uitgaande van 7 portalen (4 t.b.v. bedrijventerrein Akkermansweide en t.b.v. voorzieningencentrum Seesinkparck, Industrieweg-Silvolde, Berkenlaan- Silvolde elk 1 portaal) is een budget ge , , ,-- 21

23 wenst ad 7.000,--. Vervolg verwijzingsborden naar/op bedrijventerreinen De aanschafkosten van de portalen en van de panelen voor bedrijven op Hofskamp, die inmiddels al één of meerdere verwijzingsborden via de gemeente hebben laten plaatsen, worden ten laste gebracht van de exploitatie van het bestemmingsplan Hofskamp-Oost, 1 e fase. De kosten voor aanschaf van de panelen komen ten laste van het bedrijf, die daarvoor in aanmerking wil komen. Bovendien wordt een jaarlijkse bijdrage gevraagd voor het repareren van vernielingen en het (in de toekomst) vervangen van de borden, wanneer dit nodig mocht zijn. De kosten voor het plaatsen van een portaal t.b.v. Kaak, Terborg kunnen ten laste worden gebracht van de exploitatie van Voorbroek. T.l.v. het bedrijventerrein Silvolde- Terborg kunnen de kosten worden gebracht van één portaal t.b.v. Lovink, Terborg, terwijl het bedrijf zelf een 2 e portaal zelf bekostigd. 4.8.d wildplakken Vervanging van de borden op de drie vrije plakplaatsen 3.3 informatieborden- Vervanging van de borden op 16 locaties /plattegronden 4.000,--* nihil * bedrag van de investering. 22

24 6. Toezicht en handhaving Een goed toezicht op de naleving van de afspraken en het optreden tegen overtredingen daarvan vormen de belangrijkste pijlers van het reclamebeleid. Om wildgroei en landschapsvervuiling tegen te gaan zal van gemeentewege actief opgetreden worden tegen illegaal geplaatste bouwvergunningsplichtige reclameborden en andere vormen van reclame-uitingen, die niet in overeenstemming zijn met deze beleidsnotitie. Met het toezicht op de naleving zijn ambtenaren van afdeling Veiligheid en vergunningen belast. Bij constatering ter plekke zal aan de overtreder een brief worden uitgereikt, waarbij de overtreder de gelegenheid wordt geboden binnen 24 uur de overtreding te herstellen. Ingeval men in gebreke blijft zal de gemeente op kosten van de overtreder hiertoe overgaan. 23

25 BIJLAGEN: artikelen uit de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Wisch 2003, waarnaar in de beleidsnotitie wordt verwezen: Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: a. Weg: 1. de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen; 2. de al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen; 3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn; 4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare openbare (brom)fietsenstallin-gen, stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten. k. Handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen. Artikel Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg 1. Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de bestemming daarvan. 2. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op: a. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken indien ze geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt; b. zonneschermen, mits deze aangebracht zijn boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits: - geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt; en - geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt; - geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt; c. de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is; d. voertuigen; e. voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard; f. standplaatsen als bedoeld in artikel Het is verboden op, aan, over of boven de weg voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging schade toebrengen aan de weg, gevaar opleve- 24

26 ren voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg. 4. Voor de toepassing van het tweede lid, onder c, wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. 5. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van weg; b. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 6. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften, de Woningwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of het Provinciaal wegenreglement van toepassing zijn of voor zover er sprake is van een evenement als bedoeld in artikel waarvoor vergunning is verleend. Artikel Plakken en kladden 1. Het is verboden de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de weg of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken of op andere wijze aan te brengen; b. met kalk, krijt, teer, een kleur- of verfstof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. Artikel Ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclames e.d. 1. Het is de rechthebbende op een onroerende zaak alsmede de hoofdgebruiker van die zaak verboden zonder vergunning van het college deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is. 2. Het verbod geldt niet ten aanzien van: 25

27 a. opschriften, aankondigingen en afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak; b. opschriften en aankondigingen op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door de overheid; c. opschriften en aankondigingen betrekking hebbend op: - openbare verkoping, aanbiedingen ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; - het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd, zomede op naamborden; mits deze opschriften en aankondigingen gezamenlijk geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50 m2 en geen van alle een grotere afmeting in een richting hebben dan 1 meter en mits deze opschriften en aankondigingen zijn aangebracht op of aan een onroerende zaak; d. opschriften betrekking hebbend op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf en niet verlicht zijn, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; e. opschriften en aankondigingen aan gebouwen en inrichtingen van openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer; f. opschriften en aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits van het aanbrengen ervan tevoren door of vanwege de rechthebbende of de hoofdgebruiker van de onroerende zaak schriftelijk kennisgeving is gedaan aan het college en het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken. Zodanige opschriften en aankondigingen worden geacht hun tijdelijk karakter te hebben verloren, wanneer deze gedurende meer dan 9 weken op de onroerende zaak aanwezig zijn. 3. Het in het eerste lid gesteld verbod geldt voorts niet voor zover de Woningwet, op de Wet Milieubeheer gebaseerde voorschriften, de Monumentenwet, de Provinciale landschapsverordening, de gemeentelijke monumentenverordening of artikel van toepassing is. 4. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien de reclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; b. in het belang van de verkeersveiligheid; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. Artikel Parkeren van reclamevoertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken. 2. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. Artikel 6.1 Strafbepaling 1. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak: ( ) artikel tot en met artikel , ( ), artikel tot en met artikel 4.7.2, ( ), artikel tot en met artikel 5.1.9, ( ). 26

28 2. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie: ( ), artikel tot en met artikel , ( ). Artikel 6.2 Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bevoegde ambtenaren van de politie. 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen dan wel aangewezen personen. 27