Examenreglement van de vorming voor gemeenschapswachten

Transcriptie

1 Ecole Régionale d Administration Publique Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur Examenreglement van de vorming voor gemeenschapswachten 1. Het examen ART 1: Conform het koninklijk besluit van 13 januari 2016 wordt de kennis van elke leerstof door een examen geëvalueerd. 2. Deelname aan het examen ART 2: De deelname aan het examen is ondergeschikt aan het regelmatig bijwonen van de vorming. De aanwezigheid in de vorming wordt als regelmatig aanzien als de verantwoorde afwezigheden de twintig procent van het totale lesuurvolume niet overschrijden. De onverantwoorde afwezigheid belet het valideren van de hele vorming. De deelnemer zal opnieuw moeten inschrijven voor de volledige vorming en zal niet meer van de kostenloosheid kunnen genieten. Van de deelnemers die de twee hoger vermelde voorwaarden niet naleven, maar die toch de examens hebben afgelegd zullen de examenresultaten ongeldig worden verklaard. Elke deelnemer kan op elk ogenblik zijn juiste situatie vernemen. Daartoe kan hij een schriftelijke vraag stellen aan de pedagogische dienst van de GSOB. 3. Organisatie van de examens ART 3: De datums van de examens worden door de GSOB vastgelegd en samen met de communicatie van de datums van de vorming aan de deelnemers medegedeeld. ART 4: Alle examens worden op hetzelfde moment georganiseerd in twee afzonderlijke groepen. Dat moment ligt buiten de cursusuren, uitgezonderd voor de zelfverdedigingtechnieken en de eerste hulpverlening die in de vormingsdag zullen opgenomen zijn.

2 De cursus hulverlening wordt bovendien afgesloten met een brevet van bedrijfshulp. ART 5: De wijze en de criteria van de evaluatie van elke onderwijsactiviteit worden medegedeeld in de beschrijving van de cursus die bij de aanvang van de sessies aan de studenten wordt gegeven. Deze beschrijving omvaat ook de nagestreefde doelstellingen, de organisatie van de onderwijsactiviteiten en de aangewende methodologie. 4. Slaagvoorwaarden ART 6: Conform de wet van 13 januari 2014 wordt voor alle onderwezen vakken een examen ingericht. De kandidaat is geslaagd indien hij voor elk vak minstens 50% van de punten en minstens 60% van het totale aantal punten voor alle vakken samen heeft behaald. Enkel de geslaagde kandidaten krijgen toegang tot de vorming voor gemeenschapswacht-vaststeller. Niet geslaagden kunnen enkel de functie van gemeenschapswacht uitoefenen. Het percentage wordt berekend op basis van de weging van het belang van het aantal cursusuren voor elk vak. De weging wordt in artikel 10 vermeld. 5. Procedure voor de niet geslaagden ART 7: Een niet geslaagde deelnemer heeft het recht om voor alle vakken opnieuw examens af te leggen (globale tweede zittijd) of slechts voor enkele vakken (gedeeltelijke tweede zittijd). In dat geval wordt de procedure vermeld in artikel 9 toegepast. ART 8: De datums en de modaliteiten voor de tweede zittijd worden aan de kandidaten medegedeeld via hun vormingscel, ten laatste 1 maand voor de aanvangsdatum van de examens. ART 9: De situatie van de deelnemer wordt geëvalueerd op basis van de slaagvoorwaarden vermeld in het artikel 6. De evaluatie van de punten van de deelnemer zal uitmonden in een van de volgende situaties en in functie daarvan zal een specifieke procedure worden toegepast. Situatie 1: De punten zijn voor alle vakken hoger of gelijk aan 50% en het gemiddelde is hoger of gelijk aan 60%. 2/10

3 Geslaagde vorming: het personeelslid is gelaagd voor de sessie en kan het attest «gemeenschapswacht» verkrijgen. Hij krijgt tevens toegang tot de vorming «gemeenschapswacht-vaststeller». Situatie 2: Alle punten zijn lager dan 50% en het gemiddelde ligt dus lager dan 60%. Er wordt een globale tweede zittijd georganiseerd. De deelnemer legt opnieuw de 9 examens af. Tijdens de globale evaluatie worden zeven examens afgelegd zonder dat er eerst cursussen moeten worden gevolgd. Maar de cursussen eerste hulp en verdediging moeten worden bijgewoond daar het examen op het einde van de cursusdag wordt georganiseerd. Situatie 3: Bepaalde punten zijn lager dan 50%, maar het gemiddelde is hoger of gelijk aan 60%. Gedeeltelijke tweede zittijd: A) De deelnemer heeft punten die lager zijn dan 50% voor een of meerdere van de hierna vermelde vakken: De studie van de rechten en plichten van de Gemeenschapswachten en van de Gemeenschapswachten-vaststellers, ook in het kader van hun relaties met de politie en met de bewakingsdiensten De technieken voor verbale en non-verbale communicatie Het beheren van conflicten, met inbegrip van het positieve beheer van conflicten met minderjarigen Het interculturele en het aanleren van het contact met diversiteit Het vaststellen en het opstellen van het rapport De redactionele vaardigheden Sport en lichamelijke conditie Er kan een gedeeltelijke tweede zittijd georganiseerd worden. Dat betekent dat de deelnemer enkel examens zal moeten afleggen voor de niet gelaagde vakken, zonder opnieuw cursus te volgen. Daartoe zal hij/zij moeten deelnemen aan de examensessie van een andere groep. B) De deelnemer heeft punten die lager zijn dan 50% voor eerste hulp en/of zelfverdediging: De niet geslaagden voor eerste hulp en zelfverdediging hebben recht op een gedeeltelijke tweede zittijd, maar ze moeten opnieuw alle cursusuren verplicht bijwonen nog voor hun 3/10

4 deelname aan de tweede zittijd, daar het examen aan het einde van de lesdag wordt georganiseerd. De deelnemer die niet slaagt voor een gedeeltelijke twee zittijd moet overgaan tot een tweede gedeeltelijke kostenloze inschrijving. Hij kan enkel inschrijven voor de module(s) waarvoor hij opnieuw faalde. Hij moet opnieuw alle lesuren bijwonen en daarna de examens afleggen. Als hij toch weer faalt, heeft hij opnieuw recht op een tweede zittijd onder dezelfde voorwaarden als deze van de vorige tweede zittijd. De deelnemer krijgt dus 4 mogelijkheden om de examens af te leggen. Als hij ook voor deze vierde kans faalt, moet hij 2 jaar wachten voor hij opnieuw kan inschrijven voor de vorming en moet hij, na deze wachttijd van 2 jaar, de hele vorming opnieuw overdoen. Deze derde inschrijving zal wel gratis zijn. Situatie 4: Bepaalde punten zijn hoger dan 50%, maar het gemiddelde is lager dan 60%. Gedeeltelijke tweede zittijd: De deelnemer kan vrijstelling krijgen voor al de cursussen waarvoor hij meer dan 50 % van de punten behaalde en hij moet enkel opnieuw examens afleggen voor de vakken waarvoor hij geen 50% behaalde. Hij kan echter ook opnieuw de examens afleggen voor vakken waarvoor hij wel slaagde om zijn gemiddelde op te trekken. In dergelijk geval kan de deelnemer een onderhoud aanvragen met een lid van de pedagogische dienst van de GSOB om zich te laten begeleiden en adviseren bij de keuze van de opnieuw af te leggen examens. Tijdens dat gesprek wordt tevens een analyse van de redenen van het falen gemaakt en worden de diverse waardewegingen verduidelijkt opdat de deelnemer de beste keuze zou kunnen maken. Het lid van de pedagogische dienst zal in geen enkel geval beslissen welk examen terug moet worden afgelegd door de kandidaat. De kern van zijn rol is het bijstaan van de deelnemer bij de analyse van zijn punten. De kandidaat blijft vrij om al of niet rekening te houden met het gekregen advies en hij maakt uiteindelijk persoonlijk de keuze betreffende de opnieuw af te leggen examens. De deelnemer kan in geen enkel geval de pedagogische coördinator verantwoordelijk stellen voor de keuze. 4/10

5 Als een deelnemer, om zijn gemiddelde op te trekken, opnieuw examen aflegt voor een vak waarvoor hij meer dan 50% van de punten had behaald, zal voor de nieuwe berekening van het gemiddelde rekening worden gehouden met de tijdens het laatste examen behaalde punten, ook als dit laatste resultaat lager is dan dat van een vorig examen. Indien hij beslist om de examens van eerste hulp en zelfverdediging opnieuw af te leggen zal hij de cursussen moeten bijwonen daar de examens op het einde van de lesdag worden afgenomen. Voor de 7 andere vakken kan examen worden afgelegd zonder het bijwonen van de cursussen. 5/10

6 ART 10: Het totale maximum aantal punten werd voor deze examens op 20 vastgelegd. Voor de berekening van het globale percentage wordt aan de verschillende vakken in verhouding tot het aantal lesuren een wegingcoëfficiënt toegewezen. De globale quotering is gelijk aan 100. De weging van de diverse vakken levert de volgende coëfficiënten op: Studie van de rechten en plichten: 22,642% Technieken van zelfverdediging: 5,660% Eerste hulpverlening: 11,320% Sport/lichamelijke conditie: 7,547% Vaststellen en opstellen van rapporten: 7,547% Redactionele competenties: 7,547 Technieken voor verbale en non-verbale communicatie: 22,641% Intercultureel: 7,547% Conflictbeheer: 7,547% ART 11: Indien het examen uitsluitend praktijktests omvat en indien de antwoorden niet schriftelijk worden neergelegd kan er een vakbondsafgevaardigde aanwezig zijn. De examenvragen, het verbeterrooster en de voornaamste uitspraken/gestes van de student moeten schriftelijk worden neergelegd op een document dat door de student wordt ondertekend vooraleer hij het examenlokaal verlaat. Met zijn handtekening geeft hij zijn akkoord aan de inhoud. Dat document wordt vervolgens aan de GSOB overgemaakt en gearchiveerd. 6. Afwijkingen ART 12: De student die wegens een geldige reden op de voorziene dag niet aan een examen kan deelnemen, moet dit examen afleggen tijdens de volgende zittijd die door de GSOB wordt georganiseerd. De datum van deze sessie wordt aan de student medegedeeld bij de ontvangst van de verantwoording van zijn afwezigheid of, ten laatste, een maand voor de examendag. De volgende afwezigheden worden als geldig beschouwd: - Afwezigheid wegens ziekte, met overhandiging van een medisch attest - Afwezigheid voor klein verlet, zoals bepaald in het KB van 28 augustus In beide gevallen wordt van de kandidaat verwacht dat hij zijn afwezigheid binnen de 24 uren bij het GSOB secretariaat verantwoordt. 6/10

7 ART 13: Daar de examens voor de vakken Zelfverdediging en Eerste hulpverlening doorgaan op het einde van de vormingsdag is de procedure bij afwezigheid verschillend. Om het examen te kunnen afleggen moet de kandidaat die afwezig was zich bij een andere groep voegen en eerst deelnemen aan de hele module. 7. Examenjury ART 14: De jury is samengesteld uit de diverse docenten die aan de vorming hebben mede gewerkt, uit een personeelslid van de GSOB die instaat voor het secretariaat en uit de directeur van de GSOB die optreedt als voorzitter. De vakbondsafgevaardigden worden uitgenodigd. ART 15: De examenjury zal om de volgende redenen vergaderen: - Analyse van de redenen van de mislukkingen - Analyse van de klachten - Samenstellen en aanpassen van de cursussen, examenvragen en verbeterroosters. ART 16: De vakbondsafgevaardigden worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de examenjury. ART 17: De resultaten worden aan de deelnemers overgemaakt via een brief gericht aan het gemeentebestuur dat hen heeft ingeschreven. In deze brief worden het behaalde globale resultaat en de behaalde resultaten per lesvak vermeld. ART 18: In de dagen die volgen op de dag van de mededeling van de resultaten kunnen de deelnemers terecht bij een lid van de pedagogische dienst van de GSOB om hun examenwerken te raadplegen en nuttige commentaar te krijgen. Het moment voor deze ontmoeting wordt in gemeen akkoord vastgelegd en moet plaatsvinden binnen de 90 dagen volgend op de datum vermeld op de aan de kandidaat overgemaakte puntenlijst of attest. In elk geval kan de raadpleging van examenstukken enkel en exclusief in de GSOB lokalen plaatsvinden. 8. Fraude ART 19: De maatregelen uit dit artikel zijn van toepassing voor de student die baat heeft bij de fraude en voor diegene die bijdraagt tot de fraude. 7/10

8 Fraude tijdens de examens ART 20: Tijdens de schriftelijke examens is stilte de regel. Elke student die zonder voorafgaande toestemming spreekt kan als fraudeur worden beschouwd. Het bezit van niet toegelaten of bewerkt materiaal dat voor het plegen van fraude kan worden aangewend (GSM, open tassen op de grond, calculator, documenten ) doet veronderstellen dat men de bedoeling heeft fraude te plegen. ART 21: Fraude kan worden bewezen door: Op heterdaad betrappen van praten of afschrijven. De betrokken student kan niet verder deelnemen aan het examen en moet het lokaal verlaten. Het vaststellen, tijdens het verbeteringswerk, van een of meerdere elementen die geen verband hebben met het examen (antwoorden zonder verband met de vragenlijst, nota s zonder band met het examen, enz.) Het vaststellen van identieke onwaarschijnlijke antwoorden van bij elkaar zittende studenten. ART 22: De toezichthouder die de fraude vaststelt stelt een rapport op waaraan hij de eventuele bewijzen toevoegt. Hij maakt dit rapport over aan de GSOB directie die, samen met de voorzitter, een beslissing treft, na het afzonderlijk of tegensprekelijk horen van de partijen. De beslissing van de GSOB directie is niet vatbaar voor beroep. ART 23: In geval van fraude krijgt de student 0/20 punten voor het vak waarvoor fraude werd vastgesteld. De te volgen procedure voor de deelname aan een tweede zittijd is dezelfde als deze vervat in het artikel 9. Vervalsing van documenten ART 24: De vervalsing van documenten wordt als fraude beschouwd. Onder documenten wordt onder meer verstaan valse redenen voor het verantwoorden van de afwezigheid op pedagogische activiteiten, zowel voor de cursussen als voor de examens. Het personeelslid dat de fraude vaststelt verzameld de bewijzen en verwittigd de directeur van de school binnen de 24 uren. De student wordt ten laatste binnen de 15 werkdagen gehoord door de directeur. Er wordt een proces-verbaal opgesteld en aan de voorzitter van de GSOB overgemaakt. 8/10

9 Tegen de gezamenlijk door de directie en de voorzitter van de GSOB genomen beslissing kan geen beroep worden ingesteld Door de bewezen fraude krijgt de student 0/20 punten voor het examen of/en een onverantwoorde afwezigheid voor de lesdag. Klacht betreffende een onregelmatigheid in het verloop van de examens ART 25: Elke klacht betreffende eender welke onregelmatigheid in het verloop van de examens is ontvankelijk, ten laatste binnen de dertig werkdagen die volgen op de datum vermeld op het vormingsattest, voor zover de klacht: - als aangetekend schrijven aan de pedagogische dienst van de GSOB wordt gericht - of als brief overhandigd wordt aan de pedagogische dienst van de GSOB De handtekening die op het dubbel van hoger vermeld schrijven wordt gezet geldt enkel als ontvangstbewijs voor de indiening van de klacht en niet als bewijs van ontvankelijkheid. ART 26: De klacht wordt enkel als ontvankelijk beschouwd als ze ondertekend is en de indiener ervan formeel identificeerbaar is. Aan anonieme klachten wordt dus geen enkel gevolg gegeven. ART 27: De pedagogische dienst van de GSOB onderzoekt de klacht en brengt, ten laatste binnen de drie werkdagen volgend op de ontvangst ervan, verslag uit bij de voorzitter en de directeur van de GSOB. Als de klacht onontvankelijk is (door het niet naleven van de hoger vermelde vormen en termijnen) deelt de directeur binnen de drie dagen volgend op het onderzoek en met een gewone brief of een bericht de beslissing mede aan de indiener. Als de klacht ontvankelijk is, hoort de directeur van de GSOB, binnen de zeven werkdagen volgend op de ontvangst van het verslag, de klager en al de andere personen die hij in het kader van de klacht wenst te horen. De directie van de GSOB maakt een proces-verbaal van deze besprekingen over aan de voorzitter van de GSOB. Vervolgens treffen ze gezamenlijk een beslissing betreffende de gevolgen die er aan de klacht moeten worden gegeven en delen e deze beslissing mede aan de indiener van de klacht. Tegen deze beslissing kan geen beroep worden ingesteld. 9/10

10 9. Inhoudstafel 1. Het examen Deelname aan het examen Organisatie van de examens Slaagvoorwaarden Procedure voor de niet geslaagden Afwijkingen Examenjury Fraude /10