Associatedegreeprogramma. Retailmanagement en - marketing. Hogeschool NCOI. 30 maart NVAO uitgebreide Toets nieuw Ad-programma

Transcriptie

1 Associatedegreeprogramma Retailmanagement en - marketing Hogeschool NCOI 30 maart 2016 NVAO uitgebreide Toets nieuw Ad-programma adviesrapport

2 Inhoud 1 Samenvattend advies 3 2 Werkwijze panel 5 3 Beschrijving van het programma Algemeen Profiel instelling Profiel Ad-programma 6 4 Beoordeling Ad-programma Beoogde eindkwalificaties Programma Personeel Voorzieningen Kwaliteitszorg Toetsing Afstudeergarantie en financiële voorzieningen Aanbevelingen Algemene conclusie over kwaliteit Ad-programma 23 5 Overzicht oordelen 24 Bijlage 1: Samenstelling panel 25 Bijlage 2: Programma locatiebezoek 27 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 29 Bijlage 4: Lijst van afkortingen 30 pagina 2

3 1 Samenvattend advies Hogeschool NCOI heeft bij de NVAO een aanvraag ingediend voor een uitgebreide toets nieuw Ad-programma voor het Associate-degreeprogramma Retailmanagement en - marketing. In deze samenvatting geeft het panel zijn voornaamste overwegingen en conclusies weer, die de basis vormen van het advies van het panel aan de NVAO over dit Ad-programma. In de naam van het Associate-degreeprogramma, Retailmanagement en -marketing is in de ogen van het panel de relatie met de bacheloropleiding Commerciële Economie voldoende zichtbaar. De doelstelling van het Ad-programma, zijnde het opleiden van studenten voor een commerciële functie op operationeel-tactisch niveau in het grootwinkelbedrijf, is in de ogen van het panel onderbouwd en helder beschreven. De functies van de afgestudeerden van het programma, zoals filiaalhouder en verkoopmanager zijn aannemelijk en haalbaar. De eindkwalificaties zijn afgestemd op de doelstelling. Ook komen ze overeen met de landelijke referentiekaders, met niveau 5 van het Nederlandse kwalificatieraamwerk en met de Dublindescriptoren Short Cycle. De gevraagde zelfstandigheid en complexiteit van de taken verschilt voldoende van die van de bachelor. Wel beveelt het panel aan het niveau van de specifieke Ad-eindkwalificaties nader te specificeren. Ook beveelt het panel aan de ontwikkelingen in dit werkveld nauwgezet te blijven volgen om, waar nodig, de eindkwalificaties aan te passen. Het panel is tot de vaststelling gekomen dat de eindkwalificaties integraal en evenwichtig in het curriculum aan de orde komen. Ook sluiten het studiemateriaal en de voorgeschreven literatuur aan bij de beoogde inhoud en het beoogde niveau van het Ad-programma. Met name de verschillende aspecten van de retail komen in het curriculum tot hun recht. In het curriculum komen de studenten in aanraking met de beroepspraktijk. Dat gebeurt in de opdrachten die de studenten in de praktijk uitvoeren. De duale studenten doen dat in de eigen werkkring, terwijl de deeltijdstudenten een stage moeten lopen. Door de inbreng van de werkveldcommissie en de curriculumcommissie is de actualiteit van het curriculum gewaarborgd. Het Ad-programma verschilt zodanig van de bacheloropleiding Commerciële Economie dat van een eigenstandig programma kan worden gesproken. Dat blijkt uit enkele onderscheiden modules en uit het verschillende niveau van de opdrachten. De doorstroom vanuit het Ad-programma is mogelijk binnen een traject van 150 EC. Wel roept het panel het opleidingsmanagement op daarover meer helderheid aan de studenten te bieden. De duur en de omvang van het Ad-programma voldoen. De toelatingseisen aan de studenten voldoen maar zouden nog aangescherpt kunnen worden. Het panel vindt dat de eisen voor de werkplek en de praktijkbegeleider specifieker moeten worden geformuleerd. Het beleid inzake vrijstellingen is toereikend. Het panel heeft gezien dat dit Ad-programma niet bedoeld is voor een groep medewerkers van één bedrijf of organisatie. Het didactisch concept en de werkvormen van het Ad-programma bieden de studenten de mogelijkheid hun leerproces vorm te geven en de eindkwalificaties te bereiken. Wel beveelt het panel aan het toezicht op het portfolio te versterken en te zorgen dat de opdrachten in de praktijk van met name deeltijdstudenten verband houden met retail. pagina 3

4 Het opleidingsmanagement stelt voldoende in het werk om de studeerbaarheid van het programma te waarborgen. Wel dient het aantal studiepunten van de afstudeeropdracht in overeenstemming gebracht te worden met de diepgang en de reikwijdte van deze opdracht. De regeling voor studenten met een functiebeperking is naar behoren. Het panel beoordeelt het personeelsbeleid van het programma als toereikend. Het programma stelt relevante en duidelijke eisen aan de vaste en freelance medewerkers (ontwikkelaars, docenten, begeleiders en beoordelaars). Ook ziet het programma op passende wijze toe op hun functioneren. Wel vraagt het panel aandacht voor de continuïteit binnen het inhoudelijk kernteam. Op grond van de curricula vitae en het met de docenten, begeleiders en beoordelaars gevoerde gesprek acht het panel hun vakinhoudelijke expertise, ervaring in de beroepspraktijk en didactische vaardigheden naar behoren. Het aantal medewerkers dat ingezet wordt, voldoet, zoals te zien is aan de beperkte grootte van de groepen en aan de geringe lesuitval. Het panel acht de materiële voorzieningen, informatievoorziening en studiebegeleiding van het Ad-programma passend voor de beoogde studenten. Het programma bezit volgens het panel een toereikend systeem voor kwaliteitszorg. Daarin zijn relevante streefdoelen gesteld, worden periodiek evaluaties onder studenten en docenten gehouden en worden verbeteringen doorgevoerd, als daar aanleiding voor is. De verschillende stakeholders, zijnde studenten, docenten en vertegenwoordigers van het werkveld zijn bij de kwaliteit van het programma betrokken. Ook bezit het programma een examencommissie. Alumni zouden nog beter bij de kwaliteit kunnen worden betrokken. Het panel beoordeelt het beleid inzake toetsing en beoordeling van het Ad-programma als stevig. De doelstellingen van dat beleid, het waarborgen van de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van toetsen en beoordelen, zijn relevant. Ook vervult de examencommissie haar taken inzake de kwaliteit en het niveau van de toetsing en beoordeling naar behoren. Naast het beleid is de uitvoering van de toetsing en beoordeling toereikend. Het panel is positief over de scheiding van begeleiden/doceren en beoordelen en over de stap om de mogelijkheid van compensatie tussen de beoordelingscriteria van de afstudeeropdracht af te schaffen. De toetsvormen zijn gepast. Het systeem van kalibreersessies wordt door het panel als positief beoordeeld. Het panel acht zowel de schriftelijke afstudeergarantie, afgegeven door Hogeschool NCOI als de financiële onderbouwing van het Ad-programma afdoende. Het panel komt tot een eindoordeel voldoende voor de kwaliteit van het nieuwe Associatedegreeprogramma Retailmanagement en -marketing van de Hogeschool NCOI en adviseert de NVAO om overeenkomstig te besluiten. Den Haag, 30 maart 2016 Namens het panel dat de uitgebreide toets nieuw Ad-programma heeft uitgevoerd voor het Associate-degreeprogramma Retailmanagement en -marketing van Hogeschool NCOI. Dr. M.S. Leloux (voorzitter) Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC (secretaris) pagina 4

5 2 Werkwijze panel De NVAO heeft een panel bijeengebracht dat als volgt was samengesteld: Dr. M.S. Leloux, directeur IXA Bureau Kennistransfer, Universiteit van Amsterdam (voorzitter). Dr. I.A. Matser, lector Familiebedrijven, Christelijke Hogeschool Windesheim en eerder betrokken bij de beoordeling van opleidingen Small Business and Retail Management en Ad-programma s (panellid); H.R. den Heeten, organisatieadviseur, betrokken bij de implementatie van associate degree in Hoger Onderwijs, thans werkzaam bij de Rotterdam Academy, Hogeschool Rotterdam (panellid); Ing. A. van Scheepen, student master Bestuur en Beleid, Universiteit Utrecht (studentlid). Het panel werd terzijde gestaan door drs. H.H.A. Ponds, beleidsmedewerker NVAO, als procescoördinator. E.W.H. Kozlowska MA, beleidsmedewerker NVAO, was als toehoorder bij het locatiebezoek aanwezig. Drs. W.J.J.C. Vercouteren RC was extern secretaris. Bij de toetsing heeft het panel het NVAO-Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuw Ad-programma van 9 september 2013 (Staatscourant 2014, nr. 9832) in acht genomen. Het panel heeft zich aan de hand van de door het Ad-programma verstrekte documenten op de beoordeling voorbereid. In bijlage 3 van dit paneladvies is een overzicht opgenomen van documenten die het panel heeft ontvangen. Voorafgaande aan het locatiebezoek hebben de panelleden per hun eerste bevindingen over het informatiedossier uitgewisseld en hebben zij vragen opgesteld. Op 4 februari 2016 is het panel bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomst zijn de bevindingen van de panelleden onderling besproken en zijn de eerder opgestelde aangevuld en uitgebreid. Ten behoeve van het locatiebezoek heeft de secretaris een lijst van deze vragen opgesteld. Op 5 februari 2016 heeft het panel het locatiebezoek bij het Ad-programma afgelegd. In bijlage 2 is de agenda van dat bezoek weergegeven. Na afloop van het locatiebezoek hebben de panelleden de bevindingen besproken en vertaald naar voorlopige conclusies. Uiteindelijk zijn aan de hand van de uitkomsten daarvan beargumenteerde oordelen per standaard en een eindoordeel over de kwaliteit van het programma als geheel gegeven. De voorzitter van het panel heeft aan het slot van het locatiebezoek een korte mondelinge terugkoppeling gegeven aan de vertegenwoordigers van het programma. Na het locatiebezoek heeft de secretaris op basis van de bevindingen en overwegingen van het panel een conceptadvies opgesteld dat voor commentaar aan de panelleden voorgelegd is. Na de verwerking van dat commentaar is de definitieve tekst vastgesteld. Na afronding van het traject binnen het panel is in het kader van de hoor/wederhoorprocedure het conceptrapport voorgelegd aan de instelling om feitelijke onjuistheden door te geven. Dit heeft tot enkele wijzigingen geleid. Daarna is het definitieve advies aan de NVAO vastgesteld. pagina 5

6 3 Beschrijving van het programma 3.1 Algemeen Instelling: Ad-programma: Varianten: Afstudeerrichtingen: Locaties: Studieomvang: Graad: CROHO-onderdeel: Hogeschool NCOI Retailmanagement en -marketing duaal, deeltijd geen Almere, Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Zwolle 120 EC Ad Economie 3.2 Profiel instelling Het nieuwe Ad-programma Retailmanagement en -marketing wordt aangeboden door Hogeschool NCOI. De hogeschool is een onderdeel van NCOI Opleidingen. Deze richt zich op de werkenden in Nederland en biedt voor hen ruim opleidingen aan. NCOI Opleidingen maakt gebruik van meer dan freelance docenten die werkzaam zijn in geheel Nederland. Het hoofdkantoor van de instelling staat in Hilversum. Daar zijn ruim eigen medewerkers in de planning, organisatie en ontwikkeling van de opleidingen werkzaam. Hogeschool NCOI heeft de status van rechtspersoon voor hoger onderwijs. Hogeschool NCOI maakt gebruik van de infrastructuur van NCOI Opleidingen. Deze omvat onder meer de afdeling advies en voorlichting die studenten advies geeft over het door hen te lopen opleidingstraject, de afdeling docentenmanagement die belast is met de werving, selectie, ontwikkeling en inzet van docenten en het examenbureau dat zorgt voor de planning, uitvoering en beoordeling van de schriftelijke en mondelinge examens. 3.3 Profiel Ad-programma Het beoogde Associate-degreeprogramma Retailmanagement en -marketing is een nieuw programma voor Hogeschool NCOI. In Nederland is het programma niet nieuw, omdat er hbo-instellingen bestaan die een Ad-programma Retailmanagement aanbieden. De eindkwalificaties van het Ad-programma vragen van de afgestudeerden dat zij over een aantal competenties beschikken. De eindkwalificaties zijn de volgende. Ondernemen. De retailmanager signaleert ontwikkelingen in zijn lokale markt en initieert en onderneemt actie op deze ontwikkelingen. De retailmanager durft daarbij verantwoorde risico s te nemen. Bedrijfsanalyse en omgevingsanalyse. De retailmanager voert bedrijfsanalyses en omgevingsanalyses uit om de strategie te kunnen vertalen naar de lokale markt. Marktonderzoek. De retailmanager weet klanteninformatie grondig en gedetailleerd te analyseren, conclusies te trekken en verbanden te leggen tussen gegevens om zodoende beter in te kunnen spelen op de diverse klanttypen en klantwensen. Marketingbeleid. De retailmanager vertaalt het marketingbeleid van de centrale organisatie naar de eigen vestiging. pagina 6

7 Commercieel handelen. De retailmanager handelt vanuit klantperspectief met als doel de verkoopkansen van de vestiging optimaal te benutten en nieuwe online en offline verkoopkansen te creëren. Communiceren. De retailmanager communiceert gemakkelijk, zowel verbaal als nonverbaal. Hij verplaatst zich in de klant of medewerker, heeft oprechte interesse in diens wensen en behoeftes en draagt bij aan een prettige sfeer. Leidinggeven. De retailmanager geeft leiding aan de vestiging, geeft sturing aan de medewerkers en handhaaft de samenwerking binnen de groep met het oog op het realiseren van de te bereiken doelstellingen van de vestiging. Samenwerken. De retailmanager werkt op een effectieve manier samen met alle betrokken stakeholders. Professionele ontwikkeling. De retailmanager stuurt zijn eigen ontwikkeling als professional in het commerciële werkveld door verantwoording te nemen voor zijn eigen handelen en zijn medewerkers te motiveren hun verantwoordelijkheid te nemen. Het curriculum van het Ad-programma is als volgt opgebouwd: Onderdelen van curriculum Bedrijfscommunicatie Markt- en marketinganalyse Bedrijfseconomische aspecten Management en organisatie Marketingmanagement Retailmarketing Eindopdracht fase 1 Propedeuseportfolio Totaal fase 1 Retailmanagement en winkelbeheer Ondernemerschap en ondernemen Internetmarketing Inspirerend leidinggeven Sales- en accountmanagement Afstudeeropdracht Opleidingsportfolio Totaal fase 2 Totaal Ad-programma Studiepunten 8 EC 8 EC 8 EC 8 EC 8 EC 8 EC 6 EC 6 EC 60 EC 8 EC 8 EC 12 EC 12 EC 8 EC 6 EC 6 EC 60 EC 120 EC pagina 7

8 4 Beoordeling Ad-programma Van toepassing is het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuw Ad-programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). Dit kader wordt gebruikt als de instelling niet beschikt over een positief oordeel over de instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling komt tot stand op basis van een discussie met peers over de inhoud en kwaliteit van het Ad-programma en is gericht op zeven vragen: 1. Wat beoogt het Ad-programma? 2. Met welk programma? 3. Met welk personeel? 4. Met welke voorzieningen? 5. Hoe wordt de kwaliteit geborgd? 6. Hoe wil het Ad-programma dit toetsen? 7. Zijn er voldoende financiële middelen? Deze zeven vragen zijn vertaald in zeven onderwerpen en 16 standaarden. Over de standaarden geeft het visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: onvoldoende of Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van het Ad-programma als geheel, ook op de tweepuntsschaal. Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van het Ad-programma in totaal. Basiskwaliteit De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een Ad-programma binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende Het Ad-programma voldoet niet aan de basiskwaliteit. Voldoende Het Ad-programma voldoet aan de basiskwaliteit. Indien het Ad-programma niet volledig nieuw is of omgevormd wordt, worden bij de oordeelsvorming ook de gerealiseerde eindkwalificaties betrokken. 4.1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 De beoogde eindkwalificaties van het Ad-programma zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Het Ad-programma Retailmanagement en marketing is opgezet volgens de systematiek die voor de ontwikkeling van nieuwe programma s en opleidingen bij Hogeschool NCOI pagina 8

9 gebruikelijk is. Als eerste stap heeft het kernteam van het Ad-programma documenten over dit domein en dit werkveld bestudeerd en een vergelijking gemaakt met de Ad-programma s van twee particuliere aanbieders in Nederland. In de tweede fase is door het kernteam gesproken met de werkveldcommissie waarvan de leden in dit werkveld thuis zijn. Met het oog daarop is de werkveldcommissie van de bacheloropleiding Commerciële Economie uitgebreid met deskundigen op het gebied van retailmanagement en retailmarketing. Als uitkomst van de gesprekken hebben de werkveldcommissie en het kernteam het beroepsprofiel en het opleidingsprofiel van het programma opgesteld. Het kernteam heeft daaruit de kerntaken, kernopgaven van de afgestudeerden en de eindkwalificaties van het programma afgeleid. Daarna hebben de ontwikkelaars onder aansturing van het kernteam de modules van het programma geschreven. De doelstelling van het Ad-programma Retailmanagement en -marketing is vooral studenten op te leiden tot manager van een vestiging binnen het grootwinkelbedrijf, die in staat is deze vestiging in operationele en tactische zin te leiden. De studenten leren de vestiging te zien en te besturen vanuit het perspectief van de klant, worden vertrouwd gemaakt met het winkelmanagement en worden opgeleid om het beleid van de moederorganisatie te vertalen naar de vestiging. De reikwijdte van dit Ad-programma is beperkter dan die van de bacheloropleiding Commerciële Economie waar de studenten in marktonderzoek, sales, accountmanagement en marketing in brede zin worden opgeleid. Het programma is bedoeld om met name studenten met een mbo-vooropleiding op te scholen naar een hoger niveau waardoor zij in op operationeel/tactisch niveau in commerciële functies binnen het grootwinkelbedrijf werkzaam kunnen zijn. In de sector van het grootwinkelbedrijf is sprake van weinig zijinstroom. Studenten die een bacheloropleiding op dit gebied hebben afgerond, stromen gewoonlijk door naar hogere managementfuncties. Studenten met een mbo-opleiding ontberen vaak de kennis en vaardigheden om de bedoelde functies te vervullen. Daarom voorziet het Ad-programma volgens het kernteam en de werkveldcommissie in een behoefte. Dit Ad-programma leidt studenten niet primair op voor een positie van ondernemer, zoals de positie van franchisenemer. Het programma is veeleer bedoeld om studenten op te leiden voor de positie van vestigingsmanager binnen een grootwinkelbedrijf dat over talrijke vestigingen beschikt. De functies waarvoor de studenten van het Ad-programma dan ook worden opgeleid, zijn onder meer die van verkoopmanager, filiaalhouder, bedrijfsleider en assistent-supermarktmanager. Deze functies zijn temeer belangrijk geworden, omdat veel middenfuncties in het grootwinkelbedrijf zijn verdwenen. De doelstelling van het programma is ook dat de studenten leren in deze functies tot een goede mix van online en offline verkopen te komen. De keuze van dit Ad-programma komt ook tot uitdrukking in de vergelijking die door het kernteam is gemaakt met de gelijksoortige Ad-programma s van de particuliere hogescholen SDO en LOI. De eindkwalificaties die voor het Ad-programma zijn opgesteld (zie paragraaf 3.3 van dit rapport voor de opsomming daarvan), zijn afgestemd op de landelijke domeincompetenties van Business Administration. Ook zijn de eindkwalificaties opgesteld overeenkomstig het niveau 5 van het Nederlandse kwalificatieraamwerk (NLQF, niveau 5) en ook in overeenstemming met de Dublin-descriptoren Short Cycle. Tot slot is als referentiekader voor de eindkwalificaties ook gebruik gemaakt van de notitie Eindniveau Associate degree van het Landelijk Netwerk Ad. pagina 9

10 Overwegingen Het panel heeft kennisgenomen van de systematiek volgens welke het Ad-programma Retailmanagement en marketing is ontwikkeld en acht deze systematiek voldoende betrouwbaar om tot een goed gefundeerd programma te komen. Het panel kan zich vinden in de doelstellingen van het Ad-programma. De vertegenwoordigers van het programma en de leden van de werkveldcommissie met wie het panel heeft gesproken, hebben de ontwikkelingen in het grootwinkelbedrijf, de behoeften waaraan dit Ad-programma wil voldoen en de functies waarvoor de afgestudeerden in aanmerking komen, overtuigend en helder beschreven. Het panel heeft kennisgenomen van de expliciete doelstelling van dit programma om niet zozeer zelfstandig ondernemers op te leiden maar zich vooral te richten op het opleiden van studenten voor de positie van vestigingsmanager in het grootwinkelbedrijf. Het panel is van mening dat het programma ook niet echt voorbereidt op de rol van franchisenemer. Het panel erkent het recht van het Ad-programma om deze keuze te maken en is van mening dat het programma daarin helder is. De functies die de afgestudeerden van het programma kunnen vervullen, zoals filiaalhouder en verkoopmanager komen het panel mede daarom als aannemelijk en haalbaar voor. Gezien deze duidelijke keuze van het Ad-programma had het panel aanvankelijk enige twijfel over de reikwijdte en diepgang van de raadpleging van grootwinkelbedrijven bij de opzet en de ontwikkeling van het programma. Het is het panel evenwel gebleken dat de leden van de werkveldcommissie met door hun netwerk over toereikende kennis van en ervaring met het grootwinkelbedrijf beschikken. De doelstellingen van het Ad-programma zijn op zich naar behoren naar de eindkwalificaties vertaald. Ook zijn deze afgestemd op de landelijke referentiekaders. Daarnaast komen ze in voldoende mate overeen met niveau 5 van het Nederlandse kwalificatieraamwerk en op de daarmee samenhangende Dublin-descriptoren Short Cycle. Het niveau van zelfstandigheid en complexiteit van de taken verschilt voldoende van dat van de bachelor. Wel vindt het panel de eindkwalificaties nogal algemeen geformuleerd en ontbreekt daarin naar zijn oordeel een nauwkeuriger aanduiding van het beoogde niveau. Daarom beveelt het panel het Ad-programma aan het niveau daarvan nader te specificeren. Ook al zal in de toekomst tweemaal per jaar door het kernteam en de werkveldcommissie vergaderd worden over het Ad-programma, toch beveelt het panel aan de ontwikkelingen in dit werkveld nauwgezet te blijven volgen en de eindkwalificaties aan te passen en/of de macrodoelmatigheid van de opleiding te toetsen, als dat nodig blijkt te zijn. pagina 10

11 4.2 Programma Standaard 2 De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Het curriculum van het programma is opgebouwd uit modules, het praktijkprogramma en de eindopdrachten van de fasen. In de modules krijgen de studenten kennis en vaardigheden op het vakgebied aangeboden. In het praktijkprogramma voeren de studenten de opdrachten in de beroepspraktijk uit, tonen ze aan de eindkwalificaties te beheersen en reflecteren ze op de kernopgaven. In de eindopdrachten waaronder de afstudeeropdracht doen de studenten praktijkgerichte onderzoek. Binnen het curriculum krijgt de relatie met de beroepspraktijk hoofdzakelijk vorm in de opdrachten die de studenten in de praktijk maken en waarin zij laten zien de door hen verworven kennis en vaardigheden in de praktijk te kunnen toepassen. Binnen de modules en ter afsluiting daarvan maken ze opdrachten die aan de praktijk ontleend zijn. In het praktijkprogramma brengen de studenten twee van de praktijkopdrachten in. Aan het einde van elke fase van het programma maken zij eindopdrachten in de praktijk. De duale studenten kunnen voor de opdrachten gebruikmaken van hun eigen werkomgeving en daarin de opdrachten uitvoeren. De deeltijdstudenten kunnen opdrachten elders in de beroepspraktijk uitvoeren of krijgen door het programma ontwikkelde opdrachten binnen fictieve organisaties aangeboden. De studenten maken ook kennis met praktijkgericht onderzoek. In de eerste en de tweede fase volgen zij colleges onderzoekvaardigheden. Aan het einde van deze fases voeren zij een eindopdracht uit waarin ze deze vaardigheden toepassen. Aan het einde van de tweede fase is dat het afstudeerwerk. De werkveldcommissie die nauw betrokken was bij de totstandkoming van het programma, zal in de toekomst tweemaal per jaar met het kernteam overleggen over de afstemming van het programma op de praktijk. De docenten die in het Ad-programma zullen doceren, zijn naast hun docentschap veelal werkzaam in de relevante beroepspraktijk. Dat is een criterium van de hogeschool waaraan zij moeten voldoen. De docenten dragen de leerstof over vanuit hun ervaring in de praktijk. De verschillen tussen dit Ad-programma en de bacheloropleiding Commerciële Economie blijken uit drie modules van in totaal 24 EC die wel in het Ad-programma voorkomen maar niet in de bacheloropleiding. Het gaat om modules die onder meer ingaan op onderwerpen als retailmanagement, winkelbeheer en retailmarketing. Daarnaast zijn de opdrachten die de studenten in en ter afsluiting van de modules en ter afsluiting van de fasen maken, ook in de modules aanwezig die zowel in het Ad-programma als in de bacheloropleiding voorkomen, verschillend. Terwijl de opdrachten in de bacheloropleiding op tactischstrategisch niveau staan, zijn ze op operationeel-tactisch niveau in het Ad-programma. pagina 11

12 Het Ad-programma beschikt over een curriculumcommissie, bestaande uit kerndocenten, een lid van de academic board en een kwaliteitsmanager. Deze commissie adviseert het opleidingsmanagement over de inhoud en de actualiteit van het programma. Overwegingen Het panel heeft kennisgenomen van het curriculum van het Ad-programma en heeft vastgesteld dat dit curriculum de studenten op verschillende manieren en voldoende met de beroepspraktijk in aanraking brengt. Dat gebeurt vooral in de verschillende opdrachten die de studenten in de praktijk moeten uitvoeren. De duale studenten kunnen dat doen in de eigen werkkring, terwijl de deeltijdstudenten een stage moeten lopen. Daarnaast bieden de inbreng van de werkveldcommissie en de beroepservaring van de docenten naar het oordeel van het panel een voldoende waarborg voor de afstemming van het curriculum op de beroepspraktijk. Het panel acht het Ad-programma en de bacheloropleiding Commerciële Economie voldoende onderscheidend. De verschillen blijken zowel in de drie verschillende modules die de studenten volgen als in de aard en het niveau van de opdrachten die zij uitvoeren. In de ogen van het panel zal het Ad-programma mede door de adviezen van de kant van de werkveldcommissie en de curriculumcommissie de actualiteit van het curriculum voldoende kunnen waarborgen Standaard 3 De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Voor het Ad-programma is een tabel opgesteld waarin de relaties tussen de onderdelen van het curriculum en de eindkwalificaties aanschouwelijk gemaakt zijn. De eindkwalificaties zijn naar de leerdoelen van de modules vertaald en vandaar naar de inhoud van de modules en de leerdoelen van de colleges binnen de modules. Het kernteam van het Ad-programma heeft voor elke module, voor het praktijkprogramma en voor de eindopdrachten aan het einde van de fasen een beschrijving gemaakt waarin de leerdoelen, de te behandelen onderwerpen, de werkvormen, de toetsing, de verplicht te bestuderen literatuur en de docenten die het betreffende onderdeel zullen geven, zijn opgenomen. Het curriculum van het Ad-programma kent een afsluitende opdracht van 6 EC. Deze opdracht komt niet voor in de bacheloropleiding Commerciële Economie. Zoals bij standaard 2 al is opgemerkt, zijn ook drie modules van in totaal 24 EC verschillend tussen het Ad-programma en de bacheloropleiding. Volgens de gegevens van het Ad-programma kunnen de studenten zonder extra studiepunten doorstromen naar de bacheloropleiding Commerciële Economie. In het derde pagina 12

13 jaar van de bacheloropleiding is een keuzeprogramma voorzien van 24 EC. De studenten kunnen daarin de modules volgen van de bacheloropleiding waar ze in de eerste twee jaar niet aan toe gekomen zijn, omdat ze daarin de specifieke Ad-modules van 24 EC hebben gevolgd. Aan de andere kant begreep het panel dat aanvullende modules van in totaal 20 EC en aanvullende portfolio-opdrachten bij de doorstroom vereist zouden zijn. Zoals bij standaard 1 gezegd, zullen de curriculumcommissie en de werkveldcommissie het opleidingsmanagement met regelmaat adviseren over de inhoud en de actualiteit van het curriculum. Overwegingen Na bestudering van de tabel met de relaties tussen de eindkwalificaties en de onderdelen van het curriculum en de beschrijvingen van de onderdelen van het curriculum, komt het panel tot de vaststelling dat de eindkwalificaties integraal en evenwichtig in het curriculum aan de orde komen. Daarnaast is het panel te spreken over de inhoud en het niveau van het studiemateriaal en de voorgeschreven literatuur. Deze sluiten aan bij de beoogde inhoud en het beoogde niveau van het Ad-programma. Met name de verschillende aspecten van de retail komen in het curriculum tot hun recht. Het panel heeft stilgestaan bij de verschillen tussen het curriculum van dit Ad-programma en dat van de bacheloropleiding Commerciële Economie. Daarbij is vast komen te staan dat op een aantal punten die verschillen wezenlijk zijn. Als gevolg daarvan is het panel van mening dat van een eigenstandig Ad-programma kan worden gesproken. De doorstroom vanuit het Ad-programma is mogelijk binnen een traject van 150 EC. Het panel heeft niettemin verschillende beschrijvingen van deze doorstroom gehoord en roept het Ad-programma daarom op daarover meer helderheid aan de studenten te bieden Standaard 4 De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Het didactisch concept van het Ad-programma is het Actief Leerprincipe, een beginsel dat aan de ene kant de studenten de gelegenheid geeft kennis en vaardigheden te verwerven door de eigen ervaringen te verwerken en aan de andere kant kennis, inzichten en vaardigheden op te doen via de kennisoverdracht door de docent. Het programma biedt de studenten verschillende werkvormen aan. Dat zijn bijeenkomsten, in de beroepspraktijk uit te voeren opdrachten en het opdoen en uitwisselen van kennis en inzichten via de online leeromgeving. In de beroepspraktijk is de begeleiding een belangrijk gegeven: deze moet van voldoende niveau en kwaliteit zijn. De opleiding zou hier nog meer op kunnen toezien. In de bijeenkomsten krijgen de studenten kennis overgedragen door de docent. In de werkomgeving passen de studenten deze kennis toe en verbinden ze deze pagina 13

14 met hun eerdere ervaringen. In de online leeromgeving bespreken de studenten de leerstof onderling en met hun docent. Vanwege de diversiteit in achtergronden van de studenten en docenten waarborgt dit een voldoende rijke leeromgeving. Uit de gesprekken die het panel heeft gevoerd, is naar voren gekomen dat de begeleiding bij het tot stand brengen van het portfolio niet altijd even stevig is. Daarnaast bleek in het geval van de deeltijdvariant de aard van de in het portfolio op te nemen praktijkopdrachten niet altijd voldoende verband te houden met het domein van de retail. Overwegingen Het didactisch concept van het programma sluit naar het oordeel van het panel aan op de leer- en werkomgeving van de studenten. De studenten zijn overwegend werkzaam in de beroepspraktijk en kunnen de leerstof, aangeboden in de bijeenkomsten en via de digitale leeromgeving, verbinden met hun ervaringen in de praktijk. De aard en het niveau van de opdrachten stemmen overeen met het niveau van het programma. Door deze combinatie van werkvormen wordt de studenten de mogelijkheid geboden hun leerproces vorm te geven en de eindkwalificaties te bereiken. In het licht van de verworven informatie over de totstandkoming van het portfolio en het toezicht daarop, bepleit het panel dat toezicht te versterken en ook te waarborgen dat de praktijkopdrachten van met name deeltijdstudenten voldoende verband houden met het vakgebied van de retail Standaard 5 Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Het Ad-programma beoogt ongeveer 20 studenten per jaar te trekken. Heden zijn twee studenten in het programma ingeschreven. De studenten worden vooraf over het programma geïnformeerd, onder meer via de website van de hogeschool, in de vorm van brochures, door contact met de studieadviseur en bij voorlichtingsbijeenkomsten. Het programma heeft drie startmomenten per jaar. Studenten die over een diploma mbo-4, havo of vwo beschikken, worden tot het programma toegelaten. Studenten die ouder dan 21 jaar zijn, worden toegelaten, als zij de 21+-toets met succes hebben afgelegd. Het Ad-programma is bedoeld voor studenten die reeds werken. In het programma zijn eisen gesteld aan de werkplek van de duale studenten. Deze dient de door de student uit te voeren opdrachten op het gewenste operationeel-tactische niveau mogelijk te maken. Ook zijn eisen opgesteld waaraan de externe begeleider op de werkplek moet voldoen. Deze hoeft niet noodzakelijk een hbo-niveau te hebben maar wel de ervaring die daarbij hoort. De studenten dienen deze aspecten in hun toelatingsdossier te verantwoorden. Bij twijfel brengt de portfoliobegeleider een bezoek aan de werkplek. pagina 14

15 Studenten die geen geschikte werkplek hebben, worden door het opleidingsmanagement verwezen naar de deeltijdvariant waarin ze stage moeten lopen. Vrijstellingen kunnen op aanvraag worden verleend door de examencommissie. De voorwaarden daaromtrent staan in de onderwijs- en examenregeling. Het opleidingsmanagement heeft op vraag van het panel expliciet laten weten geen opleiding, bestemd voor studenten van één organisatie ofwel een bedrijfsopleiding na te streven. Overwegingen De voorlichting aan aspirant-studenten is in de ogen van het panel naar behoren. Het panel heeft vastgesteld dat voor het Ad-programma de wettelijke eisen voor toelating worden gehanteerd. Alhoewel in het Ad-programma eisen voor de werkplek en de praktijkbegeleider opgesteld zijn en toegepast worden, is het panel van mening dat deze eisen specifieker en in termen van duidelijke criteria moeten worden geformuleerd. Volgens het panel voldoet het beleid inzake vrijstellingen, zoals vastgelegd in de onderwijsen examenregeling. Naar het panel heeft geconstateerd, staat dit Ad-programma open voor studenten met een verschillende achtergrond en is het niet bedoeld voor een groep medewerkers van één bedrijf of organisatie Standaard 6 Het programma is studeerbaar. Het opleidingsmanagement heeft maatregelen genomen om de studielast gelijkelijk in de tijd te verdelen, onder meer door de modules evenwichtig te plannen en de voortgang van de studenten te bewaken. De studenten met wie het panel heeft gesproken, beoordelen de studielast van het programma als hanteerbaar. De studielast wordt door het opleidingsmanagement geraamd op 15 tot 20 uur per week. Het aantal contacturen is in de eerste fase 120 uur en in de tweede fase 114 uur. De grootte van de groepen waarin de studenten college krijgen, is tussen acht en zestien studenten. Als geen groep kan worden gevormd, omdat het aantal studenten te gering is, dan wordt de studenten de mogelijkheid van een begeleide online-module geboden. Via de digitale leeromgeving hebben de studenten inzage in hun cijfers. In het geval van studievertraging kunnen ze contact zoeken met de studieadviseur. Deze laatste kan ook uit eigen beweging contact opnemen met de studenten. pagina 15

16 Voor het programma is een regeling voor studenten met een functiebeperking van kracht die onder meer voorziet in aanpassingen in de colleges en bij de tentamens. Overwegingen Het panel is van mening dat de studielast binnen het Ad-programma evenwichtig verdeeld is. Wel zal het in de ogen van het panel zeer moeilijk zijn een onderzoek van enige omvang en diepgang uit te voeren en alle eindkwalificaties aan te raken in de afstudeeropdracht, die immers slechts 6 EC is. In het licht van de uitspraken van het opleidingsmanagement tijdens het locatiebezoek vertrouwt het panel erop dat dit bijgesteld zal worden. Voor het overige is het panel van mening dat het opleidingsmanagement voldoende in het werk stelt om de studeerbaarheid van het programma te waarborgen. Gezien de regeling voor studenten met een functiebeperking, acht het panel de faciliteiten en voorzieningen voor deze studenten naar behoren Standaard 7 Het Ad-programma voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma. In de duale variant duurt het Ad-programma twee jaar, terwijl in de deeltijdvariant het programma drie jaar kost. Een deeltijdstudent loopt minstens 420 uur stage. In beide varianten telt het Ad-programma 120 EC. Overwegingen Het panel heeft gezien dat het Ad-programma 120 EC telt en twee jaar of drie jaar duurt, afhankelijk van de variant. Het panel heeft vastgesteld dat het programma aldus voldoet aan de wettelijke eisen voor de omvang en de duur. 4.3 Personeel Standaard 8 Het Ad-programma beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. Het personeel dat aan het Ad-programma is verbonden, bestaat aan de ene kant uit vaste medewerkers die voor de onderwijsorganisatie en de onderwijskundige ondersteuning zorgen en aan de andere kant uit freelance medewerkers die de functie van ontwikkelaar, docent, begeleider of beoordelaar vervullen. pagina 16

17 De laatstgenoemden zijn de deskundigen op het gebied van het domein van het programma. Voor de vaste en freelance medewerkers zijn functieprofielen opgesteld waarin de eisen voor de functie zijn opgenomen. De freelance medewerkers dienen vakinhoudelijke expertise en didactische capaciteiten te bezitten. Ook moeten zij ervaring in de relevante beroepspraktijk hebben. Sollicitanten moeten een proefopdracht maken of een proefles geven. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij hun vakinhoudelijke kennis zelf bijhouden. In voorkomende gevallen hebben zij wel recht op didactische scholing. In de evaluaties beoordelen de studenten de docenten. Docenten met een score hoger dan 8 (op een tienpuntschaal), worden bij voorrang ingezet. Met het oog op de beoordeling van docenten worden ook lesbezoeken afgelegd en wordt jaarlijks een voortgangsgesprek gevoerd. In lijn met de structuur die de hogeschool heeft opgezet, worden binnen het programma bijeenkomsten belegd voor de docenten waarin zij over de inhoud en de kwaliteit van het programma spreken. Overwegingen Het panel beoordeelt het personeelsbeleid van het Ad-programma als toereikend. De eisen voor vakinhoudelijke expertise, didactische vaardigheden en ervaring in de beroepspraktijk die aan de ontwikkelaars, docenten, begeleiders en beoordelaars gesteld worden, zijn relevant en duidelijk omschreven. In het programma wordt naar behoren toegezien op het functioneren van de medewerkers. Het panel heeft vastgesteld dat slecht presterende medewerkers niet meer worden ingezet. Ook zijn er voldoende mogelijkheden voor overleg en afstemming onder de docenten. Het panel beveelt wel aan de continuïteit binnen het inhoudelijk kernteam te waarborgen, in het licht van de wat smal ogende basis van deskundigen in dat team Standaard 9 Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. In de curricula vitae van de freelance medewerkers zijn de vakkennis om de modules te verzorgen, de ervaring in de beroepspraktijk en de didactische vaardigheden beschreven. Ook heeft het panel uitvoerig met een aantal docenten van het Ad-programma over hun capaciteiten kunnen spreken. Overwegingen Op basis van de curricula vitae van de freelance medewerkers is het panel van oordeel dat de vakinhoudelijke kwaliteiten en de achtergrond in de beroepspraktijk toereikend zijn voor het Ad-programma. Ook wordt in het programma naar behoren toegezien op hun didactische vaardigheden. pagina 17

18 In het gesprek met de docenten heeft het panel een bevestiging van deze positieve aspecten gezien Standaard 10 De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma. Het aantal vaste medewerkers van Hogeschool NCOI wordt afgestemd op het totaal aantal opleidingen van de hogeschool waaronder dit programma. Het aantal benodigde freelance medewerkers wordt bepaald aan de hand van het aantal verwachte studenten. Dat aantal is relatief gemakkelijk aan de groei van het aantal studenten aan te passen. Zoals bij standaard 6 gezegd, is de groepsgrootte met acht tot zestien studenten beperkt. De uitval van colleges is beperkt en bij uitval van een college wordt dit college ingehaald. Overwegingen Naar de waarneming van het panel zijn voor het programma een voldoende aantal medewerkers in de ondersteuning en een toereikend aantal ontwikkelaars, docenten, begeleiders en beoordelaars beschikbaar. Het aantal van de laatstgenoemden is tamelijk snel aan te passen aan het aantal te verwachten studenten. Het panel vindt de groepsgrootte aanvaardbaar en is te spreken over de geringe lesuitval en over het inhalen van uitgevallen colleges. 4.4 Voorzieningen Standaard 11 De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Het Ad-programma wordt op verschillende locaties verzorgd. De locaties hebben leslokalen met audiovisuele hulpmiddelen, catering, goede bereikbaarheid en parkeerfaciliteiten. De studenten kunnen een abonnement op een universiteitsbibliotheek of bij de Koninklijke Bibliotheek nemen en kunnen de kosten daarvan eenmalig bij de hogeschool declareren. Hogeschool NCOI gebruikt het informatiesysteem Olympus, dat de bedrijfsprocessen ondersteunt en zorgt voor de planning en administratieve verwerking. De docenten en studenten hebben toegang tot de online leeromgeving e-connect die reglementen en pagina 18

19 procedures, studiemateriaal, exameninformatie en mogelijkheden tot communiceren biedt. De hogeschool heeft zich voorgenomen de online leeromgeving op te waarderen. Overwegingen De locaties waar de bijeenkomsten worden gehouden, beschikken volgens de studenten over de benodigde faciliteiten. De studenten hebben via hun abonnement op de bibliotheek van een universiteit of de Koninklijke Bibliotheek toegang tot literatuur op dit vakgebied. Het panel heeft een demonstratie van de digitale leeromgeving (e-connect) gehad. Naar de mening van het panel biedt deze leeromgeving de studenten en de docenten de informatie die zij nodig hebben. Het panel ondersteunt de opwaardering van de leeromgeving Standaard 12 De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Zoals bij standaard 11 gezegd, hebben de studenten via de digitale leeromgeving toegang tot onder andere de studiewijzers, de roosters en de door hen behaalde cijfers. Ook kunnen zij via deze leeromgeving met docenten en medestudenten overleggen, bijeenkomsten voorbereiden en aanvullend lesmateriaal raadplegen. Voor inhoudelijke vragen kunnen de studenten zich wenden tot de docenten. Zoals gezegd, hebben zij bij het opstellen van hun portfolio recht op de ondersteuning van de portfoliobegeleider. Daarnaast worden de studenten op hun werkplek begeleid door de praktijkbegeleider. Voor vragen over de organisatie van de studie en bij knelpunten in de voortgang kunnen de studenten de studieadviseur raadplegen. Elke student heeft een studieadviseur toegewezen gekregen. Overwegingen Het panel acht de informatievoorziening De studenten kunnen in de vorm van de digitale leeromgeving e-connect beschikken over de gewenste informatie over het programma. Het panel vindt de studiebegeleiding naar behoren. De studenten hebben mogelijkheden zich bij vragen of knelpunten tot docenten, portfoliobegeleiders of studieadviseurs te wenden en krijgen respons op hun vragen. Ook hebben zij ondersteuning van de praktijkbegeleider op hun werkplek of in de stage. Kanttekeningen bij de portfoliobegeleiding en de functie van de praktijkbegeleider zijn bij standaarden 4 en 5 gemaakt. pagina 19

20 4.5 Kwaliteitszorg Standaard 13 Het Ad-programma wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Hogeschool NCOI is gecertificeerd volgens het kwaliteitszorgsysteem ISO 9001:2008. Het kwaliteitssysteem van het Ad-programma is overeenkomstig dat van de hogeschool en gaat uit van de PDCA-cyclus. Het systeem omvat de processen van ontwerp, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van de opleidingen en programma s. De programmamanager is verantwoordelijk voor de bewaking van de kwaliteit van het programma. Om de resultaten te bewaken worden geregeld evaluaties onder studenten en docenten uitgevoerd. Voor het programma zijn streefdoelen opgesteld. Daaronder zijn het realiseren van een afstudeerpercentage van 70 % binnen de nominale studieduur plus één jaar en een gemiddelde tevredenheid van studenten over de docenten en de dienstverlening van 8,0 (op een schaal van 1 tot 10). De evaluaties door de studenten vinden zowel tijdens als na afloop van de modules plaats. Daarnaast wordt ook het bijbehorende tentamen geëvalueerd. Ook de docenten evalueren de modules. Als de resultaten van deze evaluaties onder de streefwaarden zouden zijn, dan nemen de afdelingen die daarvoor verantwoordelijk zijn, maatregelen ter verbetering. Het opleidingsmanagement ziet daarop toe. Overwegingen Het Ad-programma bezit volgens het panel een toereikend systeem voor kwaliteitszorg. Binnen dat systeem heeft het opleidingsmanagement op relevante punten streefdoelen opgesteld. Geregeld worden evaluaties onder studenten en docenten gehouden om hun tevredenheid over belangrijke aspecten te meten. Het opleidingsmanagement onderneemt actie als de resultaten van de evaluaties onder de streefdoelen zijn. Het PDCA-cyclus van het kwaliteitszorgsysteem is, naar de vaststelling van het panel gesloten, zodat alle fasen daarvan worden doorlopen Standaard 14 Bij de interne kwaliteitszorg zijn de Ad-programma- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van het Ad-programma actief betrokken. De examencommissie voor het Ad-programma, zijnde de examencommissie voor het domein Bedrijfskunde, komt regelmatig bij elkaar. Haar taakstelling is het bewaken van de kwaliteit en procedures rond de toetsing. pagina 20

21 De taken en verantwoordelijkheden van de examencommissie zijn vastgelegd in een daartoe opgestelde regeling van de hogeschool en zijn overeenkomstig de wettelijke bepalingen. De studenten geven hun mening over de kwaliteit van het programma in de periodieke evaluaties. Daarnaast komen zij bijeen in de opleidingsvertegenwoordiging. De docenten zijn bij de kwaliteit van het programma betrokken door de evaluatie van de door hen gegeven module. Zoals eerder aangegeven, spreken zij met enige regelmaat in een docentenvergadering over de kwaliteit van het programma. Zoals eerder gezegd, kent het Ad-programma een werkveldcommissie. Deze vergadert tweemaal per jaar en adviseert het opleidingsmanagement over de aansluiting op de beroepspraktijk. Overwegingen Naar de waarneming van het panel zijn de stakeholders voldoende bij de kwaliteitsbewaking van het programma betrokken. Dat geldt voor de examencommissie, de studenten, de docenten en de vertegenwoordigers van het werkveld. Wel vindt het panel dat de alumni nog beter bij de kwaliteit betrokken kunnen worden. 4.6 Toetsing Standaard 15 Het Ad-programma beschikt over een adequaat systeem van toetsing. Hogeschool NCOI heeft een beleid inzake toetsing en beoordeling ontwikkeld en heeft dat beleid vastgelegd. Het doel van het beleid is de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van toetsen en beoordelen te bevorderen. De examencommissie van het domein Bedrijfskunde ziet toe op de kwaliteit en het niveau van de toetsing en beoordeling van dit Ad-programma. Op het niveau van de hogeschool vindt afstemming plaats met andere examencommissies in de centrale examencommissie. De examencommissie van het domein heeft het toetsplan van het programma goedgekeurd. Dit plan beschrijft hoe de studenten aan het einde van het programma de beoogde eindkwalificaties behaald hebben. Ook benoemt de examencommissie de beoordelaars en controleert zij steekproefsgewijze de toetsen. In de fasen van het proces van toetsing en beoordeling zorgt het opleidingsmanagement voor de kwaliteit daarvan. De toetsen worden gemaakt door tentamenontwikkelaars. Zij gebruiken toetsmatrijzen om de inhoud van de toetsen aan de leerdoelen van de modules te koppelen en zo de validiteit van de toetsen te verzekeren. Om de betrouwbaarheid van de beoordeling te bevorderen wordt in het programma een strikte scheiding tussen doceren en begeleiden enerzijds en beoordelen anderzijds gehanteerd. pagina 21

22 Het opleidingsmanagement belegt ook kalibreersessies om de beoordeling van opdrachten tussen de beoordelaars te ijken. Daarnaast vindt de beoordeling plaats aan de hand van beoordelingscriteria. De studenten kennen de beoordelingscriteria. Dat draagt bij aan de transparantie. Het schriftelijk werk van de studenten wordt op plagiaat gecontroleerd. De toetsvormen van het programma ter afsluiting van de modules en de fasen zijn merendeels opdrachten en enkele schriftelijke tentamens. Overwegingen Het panel beoordeelt het beleid inzake toetsing en beoordeling van het programma als stevig. De doelstellingen van dat beleid, zijnde de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van toetsen en beoordelen te waarborgen, zijn relevant. Daarnaast vervult naar de waarneming van het panel de examencommissie haar taken inzake de kwaliteit en het niveau van de toetsing en beoordeling naar behoren. Het opleidingsmanagement heeft gedegen procedures opgezet voor het opstellen en het beoordelen van de toetsen. Het panel is positief over de scheiding van begeleiden/doceren en beoordelen. Ook wordt naar behoren toegezien op plagiaat. Het panel is te spreken over de stap van het opleidingsmanagement om de mogelijkheid van compensatie tussen de beoordelingscriteria van de afstudeeropdracht af te schaffen. Het panel kan zich vinden in de keuze van het opleidingsmanagement voor de vormen van toetsing. 4.7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen Standaard 16 De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar. Hogeschool NCOI heeft in zijn aanvraagdossier de garantie gegeven dat de studenten kunnen afstuderen binnen de nominale studieduur plus twee jaar. Daardoor hebben de duale studenten vier jaar tot hun beschikking om af te studeren en de deeltijdstudenten hebben vijf jaar de tijd om af te studeren. Dat geeft de studenten volgens de instelling genoeg tijd om het Ad-programma af te ronden. Hogeschool NCOI heeft de directie van de NVAO de jaarrekening ter beschikking gesteld. Daaruit kan worden afgeleid dat de instelling over voldoende financiële middelen beschikt om het Ad-programma te ontwikkelen en te verzorgen. Overwegingen Het panel acht de afstudeergarantie naar behoren. pagina 22