Agenda raadsavond. 15 februari Schorsing. Besluitvorming raad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda raadsavond. 15 februari Schorsing. Besluitvorming raad"

Transcriptie

1 Agenda raadsavond 15 februari :00 uur Raadzaal Besluitvorming raad 1) pening; 2) Vaststelling van de agenda; 3) Besluitenlijst besluitvorming raad 25 januari 2016 en toezeggingenlijst; 4) Lijst van ingekomen stukken; 5) Hamerstukken: a) Motie handhaven tot mogelijkheid instellen Rekenkamercommissie; b) Geheimhouding advies mgevingsdienst West- Holland. 6) Kennisgeving omgevingsvergunning A. de Graaflaan 31, Woubrugge; 7) Schriftelijke vragen en antwoorden Alkeburcht; 8) Afscheid wethouder H.J.A. van Schooten; 9) Sluiting. Voorzitter: K.M. van der Velde - Menting Schorsing 20:30* 22:30 uur Kantine Niet openbare bijeenkomst Niet openbare bijeenkomst voor raads- en burgerleden Voorzitter: I.A.M. van der Poel * De aanvangstijd is indicatief.

2 BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 25 januari 2016 Aanwezig: Mw. I.A.M. van der Poel (PR) Dhr. B.M. Brambach (PR) Mw. L.C. van Klink (PR) Dhr. H.S. van der Star (PR) Dhr. J.W. Klink (PR) Mw. I.W.C. Straathof (PR) Mw.T.E.M. Wesselman (PR) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Mw. K. Straver-van der Wereld (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) (vanaf agendapunt 5) Dhr. C. Malin (SvKB) Dhr. C. de Lange (CDA) Dhr. M. Doze (CDA) Dhr. M.J.H. Mooren (CDA) Dhr. R. Terraneo (D66) Dhr. G.A. Wesselman (D66) Mw. E.L. Loos (D66) Dhr. P.C.M. van Emmerik (VVD) Aanwezig wethouders: Dhr. F.M. Schoonderwoerd (PR) Dhr. H.P.M. Hoek (CDA) Mw. Y. Peters-Adrian (VVD) Dhr. H.J.A. van Schooten (SvKB) Voorzitter: Mw. K.M. van der Velde-Menting Griffier (wnd.): M.P. Buis-Mellema Afwezig met kennisgeving: Mw. K.A.M. van der Kaaden-van Klink (CDA) Dhr. A.J.M. van Velzen (VVD) Loting voor hoofdelijke stemming: Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Kaag en Braassem in de vergadering gehouden op 15 februari de griffier (wnd.) de voorzitter RD besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 1 van 3

3 1. pening De voorzitter opent de vergadering om uur. 2. Vaststelling van de agenda Gewijzigd vastgesteld Aan de agenda wordt toegevoegd 6.a: Schriftelijke vragen en Inlichtingen 1. Schriftelijke vragen SvKB en D66 inzake opstart duurzaamheidsplatform; 2. Schriftelijke vragen D66 inzake referendum over associatieovereenkomst met ekraine; 3. Schriftelijke vragen en antwoorden inzake sluiting Alkeburcht; 4. Informatieverzoek VVD inzake volledige en gespecificeerde inzage in de kosten crisisopvang asielzoekers b Jubileum Cees de Lange 3. Besluitenlijsten 14 december 2015 ngewijzigd vastgesteld 4. Lijst van Ingekomen stukken Gewijzigd vastgesteld Brief nummer 6 wordt gewijzigd naar categorie II. 5. Hamerstukken 5.a Verlenging Gemeenschappelijke Regeling Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld b e s l u i t: Artikel I Gewijzigd vaststellen De Gemeenschappelijke regeling schadevergoedings schap HSL-Zuid, A16 en A4. Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari Tariefwijziging rioolrecht 2016 b e s l u i t : het tarief voor 2016 te verlagen en vast te stellen op 290, waarmee een kostendekkendheid van 100% wordt behouden. Zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Stemverklaring: De heer De Lange verklaart het te betreuren dat er een tariefverlaging plaatsvindt zonder dat er een discussie is geweest. b e s l u i t : RD besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 2 van 3

4 vast te stellen de VERRDENING P DE HEFFING EN DE INVRDERING VAN RILHEFFING 2016, eerste wijziging 6.a Mondelinge beantwoording Schriftelijke vragen en inlichtingen 1. Vragen SVKB en D66 - pstart van het Duurzaamheidsplatform; 2. Vragen D66 - Referendum over de associatieovereenkomst met ekraïne; 3. Vragen en antwoorden SVKB - Sluiting Alkeburcht; 4. Informatieverzoek VVD Volledige en gespecificeerde inzage in de kosten crisisopvang asielzoekers Wethouder Peters geeft een toelichting over de stand van zaken en doet de toezegging de raad op de hoogte te stellen indien de voorgestelde data niet haalbaar zijn; 2. Burgemeester Van der Velde geeft een uitgebreide toelichting op de ingediende vragen; 3. Wethouder Hoek meldt onder meer vóór 15 februari de antwoorden over de specifieke vragen van SvKB aan de raad te doen toekomen en SvKB zal de specifiek vragen toesturen aan de wethouder; 4. Burgemeester Van der Velde meldt onder meer dat het bruto bedrag 500,- hoger is en de totale kosten neerkomen op ,15 ( 150,11 per vluchteling per nacht). 6.b Jubileum Cees de Lange Burgemeester Van der Velde feliciteert raadslid De Lange met zijn 25-jarig jubileum en spreekt hem toe. 7. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21:45 uur. RD besluitenlijst vergadering gemeenteraad Pagina 3 van 3

5 verzicht openstaande toezeggingen TEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Nota Vereveningsfondsen Het college zal jaarlijks een evaluatie doen naar de toe- of afname van de woningbouw als gevolg van deze fondsen. De raad zal geïnformeerd worden over de uitkomsten van de evaluatie. Dit zal worden uitgevoerd, naar verwachting in het 4 e kwartaal : Evaluatie is gedaan. De uitkomsten worden betrokken bij de uitwerking van de thema-avond wonen. 1 e kwartaal : De uitkomsten van de evaluatie worden betrokken bij de woningmarktanalyse Resultaten worden verwacht in 3 e kwartaal : p 7 oktober a.s. wordt de woningmarktanalyse gepresenteerd aan de gemeenteraad We hebben inmiddels opdracht gegeven voor het opstellen van een Woonvisie. In het 2 e kwartaal van 2016 wordt deze aangeboden aan de raad : Nadat de discussie over de Woonvisie heeft plaatsgevonden, kunnen de effecten van de vereveningsfondsen en de vervolgstappen worden besproken (forum) Afvalwaterzuivering in Woubrugge Het college zegt toe, dat wanneer het hoogheemraadschap van Rijnland kenbaar maakt dat de gronden worden vervreemd, de raad direct hiervan in kennis wordt gesteld en het college een beslissing hierover opschort in afwachting van een eerste reactie van de raad. Zodra dat het geval is, zullen we, voordat ons college een besluit neemt. de raad om een reactie vragen : We hebben onlangs een verzoek ontvangen van het hoogheemraadschap waarin ons wordt gevraagd het perceel aan te kopen. We zullen uw raad binnenkort om een reactie vragen vername gronden school Ter Does, Hoogmade De raad zal op de hoogte worden gehouden over de voortgang van de Afgedaan RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 1 van 12

6 TEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) (forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan De wethouder zegt toe de raad actief op de hoogte te houden over de voortgang. ontwikkeling en realisatie van de Brede School in Hoogmade : We zijn momenteel bezig met een plan betreffende de realisatie en ontwikkeling van een brede school met een aantal woningen op locatie van de huidige school ter Does. De aanbestedingsfase is aanstaande. In het eerste kwartaal van 2015 zullen wij een voorstel aan uw raad doen voor het beschikbaar stellen van een krediet. Dan kunnen wij ook meer informatie geven : p 9 februari 2015 is het krediet beschikbaar gesteld en informatie verstrekt. Na de aanbesteding volgt meer informatie : We zijn met Veenstede Vastgoedontwikkeling in gesprek om de Brede school met 12 woningen gestalte te geven. In juli zal naar verwachting de overeenkomst kunnen worden ondertekend : p 15 september a.s. is een informatieavond voor het dorp gepland De ontwikkelaar zal nog dit jaar een aanvraag omgevingsvergunning indienen voor het bouwen van de school. Voor de 12 woningen heeft de ontwikkelaar een aanvraag ingediend voor het wijzigen van het bestemmingsplan De omgevingsvergunning voor het bouwen van de school is ingediend. Het ontwerpbestemmingsplan is nagenoeg gereed en naar verwachting zal het ontwerp in januari 2016 ter inzage worden gelegd. In december 2015 is er nog een RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 2 van 12

7 TEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan avond met de ontwikkelaar en naaste omwonenden om de plannen te bespreken (forum) mgevingsvergunning voor het kappen van bomen bij het Ghoybos Het college zegt toe dat de omwonenden de komende periode op de hoogte zullen worden gehouden en betrokken worden in het overleg over de herplant van bomen : De omgevingsvergunning voor de bouw van de school is eind december afgegeven. p 13 januari 2016 is een informatieavond georganiseerd voor omwonenden. Het bestemmingsplan wordt in februari in ontwerp ter inzage gelegd. Belanghebbenden zullen op de hoogte worden gehouden en worden ingeschakeld bij de herinrichting : De kap van de bomen is uitgesteld. De gemeente is nog in overleg met Tennet, de verantwoordelijke voor de aanleg van de 380kV-verbinding, over de voorwaarden van kap en verkoop grond. Tennet heeft de omwonenden van het Ghoybos op de hoogte gesteld van dit uitstel : Inmiddels is een overeenkomst gesloten met Tennet waarin een compensatie voor de te kappen bomen is opgenomen. De gemeente heeft de plicht op zich genomen te zorgen voor de herplant. Wij zullen de omwonenden betrekken bij de herinrichting van het Ghoybos : De gemeenteraad is op 5 november jl. geïnformeerd over de voortgang en communicatie met omwonenden door het toezenden van het rapport doelstellingen en opgaven. p 1 december jl. is tijdens een open inloopavond voor toekomstige gebruikers en ondernemers de laatste stand van zaken gewisseld : In februari wordt een vierde bewonersbijeenkomst georganiseerd. RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 3 van 12

8 TEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Nota van Uitgangspunten Spijkereiland/Blauwpolderkade Het college zegt toe te komen met een tussenrapportage na de inventarisatiegesprekken met betrokkenen en rapporteert over mogelijkheden van maatwerk bij individuele gevallen : Zoals toegezegd zal de raad op de hoogte worden gehouden van de voortgang van dit project : De inventarisatiegesprekken worden binnenkort opgestart : Uw raad is onlangs op de hoogte gesteld van de stand van zaken : In week 17 is de laatste stand van zaken met de raad gedeeld, via de mail : p 14 september wordt een informatieavond voor de fractiespecialisten georganiseerd : De informatieavond voor de fractiespecialisten is gehouden waarin de aanwezigen zijn geïnformeerd over de laatste stand van zaken (forum) Scenarioanalyse gebiedsvisie Floraweg Fransche Brug Het college zegt toe dat er een geldbedrag over is van de aanbesteding van de Braassemdreef wat terug is gegaan naar de algemene reserve en nog schriftelijk op het exacte bedrag terug komt : Zodra het werk is afgerond hebben wij de precieze cijfers. p dat moment zullen wij de raad informeren : De raad wordt hierover tijdens een aparte bijeenkomst geïnformeerd (forum) Jaarstukken 2014 Het college zegt toe zodra er meer informatie over de vennootschapsbelasting is de raad hiervan op de hoogte te brengen : Wij zullen de raad op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dit gebied : Er heeft een inventarisatie plaats gevonden van alle activiteiten die mogelijk vpb-plichtig zijn. Het blijkt dat het effect heel gering is (< op jaarbasis). Met betrekking tot de grondexploitaties vindt op dit moment vervolgonderzoek plaats. De vof Braassermerland Afgedaan RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 4 van 12

9 TEZEGGINGENLIJST Nr. (raad / forum) Toezegging Stand van zaken Afgedaan is mogelijk pas in 2023 vpb-plichtig (forum) Bestemmingsplan Ripse Schans Rijpwetering Het college zegt toe zodra het antwoord van de Milieudienst West Holland m.b.t. het bestemmingsplan, de raad hiervan in kennis te stellen : Advies is binnen en wordt vertrouwelijk ter kennis van de raad gebracht. verleg met betrokkenen loopt..afgedaan (forum) Belastingverordening Leges 2016 Het college zegt naar aanleiding van de pilot private kwaliteitsborging bouw dat de raad op de hoogte wordt gesteld indien de grens is bereikt. Tevens zal in de tussenrapportages de stand van zaken worden vermeld : We zullen de raad op de hoogte stellen zodra de grens als bedoeld in de tarieventabel van de Legesverordening is bereikt. ok zullen we de raad informeren bij de bestuursrapportages (forum) Krediet Ghoybos ud Ade Het college zegt toe terug te komen op het totale bedrag aan inrichtingskosten van : Het bedrag is verklaard in de raad van 14 december Afgedaan (forum) Grondexploitatie voormalig postkantoor Roelofarendsveen Het college zegt toe opnieuw met de projectontwikkelaar en de omwonenden in gesprek te gaan en opnieuw te kijken naar het realiseren van een stuk compensatiegroen. En hierover op zeer korte termijn een antwoord te geven aan de raad : In de raad van 14 december is hierover gesproken. De grondexploitatie is vastgesteld. Afgedaan (raad) Afsluiting dorpen Rijnsaterwoude en Leimuiden voor verkeer van en naar Alphen aan den Rijn tijdens spitsuren, gedurende de vervanging van de Drechtbrug. Het college zegt toe met de provincie in overleg te blijven over de verkeersveiligheid in Leimuiden en Rijnsaterwoude en te kijken naar mogelijke oplossingen en hier zo snel mogelijk op terug te komen : Er heeft overleg plaatsgevonden tussen gemeente, PZH, dorpsraden Leimuiden en Rijnsaterwoude om mogelijke oplossingen te bespreken. De provincie laat momenteel een bureau enkele scenario's uitwerken. p korte termijn worden de bevindingen van PZH/ het bureau besproken met de gemeente en met beide dorpsraden. De raad wordt hiervan op de hoogte gesteld. RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 5 van 12

10 Afhandeling moties/initiatiefvoorstellen TEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Motie weerstandsratio; opdracht aan het college om het standpunt van de raad voor dekking van risico s met structurele financiële consequenties een gemiddelde structurele weerstandsratio van minimaal 1,0 tot 1,4 te hanteren - te verwerken in de Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen. Bij de eerstvolgende aanpassing van de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2015), zal dit worden opgenomen : Een voorstel tot aanpassing van de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is geagendeerd voor het politiek forum van 14 december a.s. Afgedaan Motie bestemmingsplan Sotaweg , Roelofarendsveen; opdracht aan het college om bij de verdere uitwerking van het bestemmingsplan Sotaweg de verkeersveiligheid voor fietsers te optimaliseren binnen de bestemming Verkeer zoals aangegeven op de plankaart. Een uitwerking van de bestemming Verkeer voorleggen aan de raad : De Nota risicomanagement en weerstandsvermogen waarin dit is opgenomen, is op vastgesteld. Planvorming voor deze locatie wordt verwacht nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is. Zodra planvorming voor inrichting bestemming Verkeer aan de orde is, wordt uitvoering aan de motie gegeven : p dit moment wordt onderzoek uitgevoerd naar de kosten van omlegging van het fietspad. Afgedaan : Naar aanleiding van het onderzoek worden 3 alternatieven verder onderzocht. Voorstel zal aan de raad worden voorgelegd in het 1 e kwartaal : De ontwikkelaar is verantwoordelijk voor de aanvraag wijziging bestemmingsplan. Wij hebben de ontwikkelaar de opdracht gegeven de uitwerking van de bestemming verkeer daarin mee te nemen. Vaststelling bestemmingsplan wordt verwacht in het 3 e kwartaal : Inmiddels is een aanvraag omge- RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 6 van 12

11 TEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan vingsvergunning ingediend. Wij zullen in oktober een voorstel aan uw raad voorleggen Motie precarioheffing woonboten; opdracht aan het college om in 2014 te komen tot het opstellen van een huurovereenkomst en het vervolgens sluiten van de huurovereenkomst met woonschipbewoners, gebaseerd op: - de tarieven voor water en grond zoals vastgesteld in de precarioverordening 2014; - een gefaseerde opbouw van de tarieven voor grond tot en met 2017 (zoals verwoord in het amendement) : De kennisgeving aan de raad in het kader van de omgevingsvergunning is op 23 november in het politiek forum besproken. Voor het volgende forum worden de omwonden uitgenodigd om met hen het bouwplan te bespreken : In het inrichtingsplan op basis van waarvan de grondexploitatie is opgesteld en op 14 december 2015 is vastgesteld door de raad, is dit verwerkt. Uiterlijk voordat de begroting en belastingverordeningen dit jaar worden vastgesteld, zal dit zijn afgerond : de bewoners lijken voorshands niet akkoord te gaan met het bedrag dat is gebaseerd op de precarioverordening. Verder overleg met de bewoners is noodzakelijk. Nadere informatie volgt 1 e kwartaal : De (mondelinge) huurovereenkomst is tegen het eind van het jaar 2014 opgezegd voor zover dat is vereist. In 2015 worden de ligplaatshouders benaderd om te bespreken hoe we hier in 2016 mee zullen omgaan : Er is een informatiebijeenkomst voor betrokkenen gepland medio maart : Naar aanleiding van de bewonersbijeenkomst wordt nu een voorstel voorbereid dat in april met de betrokkenen wordt besproken. RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 7 van 12

12 TEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan : nlangs is opdracht gegeven aan een makelaar om de waterpercelen aan de Molenkade te taxeren ten behoeve van de verkoop aan de woonbooteigenaren : Taxatie heeft in juli/augustus plaatsgevonden. Uitkomsten en vervolg zullen in september bestuurlijk worden besproken. Daarna wordt de raad geïnformeerd over het vervolg : ns college neemt binnenkort een besluit over verkoop dan wel verhuur, in lijn met de motie. Daarna zullen we de raad informeren : Helaas heeft de besluitvorming vertraging opgelopen ten opzichte van onze vorige update. In november neemt ons college een besluit over verkoop dan wel verhuur, in lijn met de motie. Hierna zullen wij de raad informeren : p 24 november 2015 heeft ons college het kader voor de beoogde koop-/huurovereenkomsten vastgesteld. Hierover is uw raad bij brief d.d. 10 december 2015 geïnformeerd. p dit moment worden op basis hiervan verkoopgesprekken gevoerd met de woonbootbewoners. Als niet tot aankoop kan worden overgegaan zal een marktconforme huurovereenkomst worden nagestreefd Initiatiefvoorstel tot het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de gemeentewerf aan het Veenderveld. pdracht voor het plaatsen van de panelen is aan FirstEnergie verstrekt d.d. 3 juli Afgedaan Motie 100% herplant gekapte bomen; opdracht aan het college om alle mogelijkhe- Alles is erop gericht om voor de raadsavond van 22 september Afgedaan RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 8 van 12

13 TEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan den te onderzoeken en vóór de begroting 2015 voorstellen aan de raad te doen. a.s. met voorstellen te komen : voorstel is aangeboden aan de gemeenteraad Motie Drechtbrug om in gesprek te gaan met het Hoogheemraadschap voordat het bestemmingsplan N207 is vastgesteld. Gesprek is gevoerd, bestemmingsplan N207 is vastgesteld Afgedaan Motie Drechtbrug; opdracht aan college om zich in te spannen om de huidige doorvaarthoogte te handhaven. Resultaten aan raad terugkoppelen voordat de werkzaamheden aan de brug beginnen. nlangs heeft een gesprek met de provincie over dit onderwerp plaatsgevonden. In september zullen wij u nader informeren : over beide moties is de gemeenteraad geïnformeerd bij brief d.d. 17 september Afgedaan Motie inzamelen van taxussnoeisel ten behoeve van kankermedicijnen : Er wordt aandacht aan de actie geschonken via de website, gemeentepagina, twitter en facebook. Er zijn brieven verstuurd aan de hoveniers en lokale begraafplaatsen. We hebben ons aangesloten bij de landelijke actie. Er is een verzamelpunt op het Veenderveld ingericht. Inmiddels is een volle container ingeleverd. Afgedaan Initiatiefvoorstel om de recreatie in de gemeente een impuls te geven; opdracht aan het college een marktconsultatie uit te voeren om de mogelijkheden van economische ontwikkelingen in de recreatieve sector binnen de gemeente te verkennen : p 23 juni 2015 is een informatieavond belegd waar een presentatie wordt gegeven over de visie recreatieve impuls : Een eerste consultatie is gedaan om recreatieve initiatieven in beeld te krijgen. Gewerkt wordt aan een kader voor het kunnen faciliteren van deze initiatieven (bijv. in de vorm van een paraplubestemmingsplan) : De raad is op 23 november jl. per brief geïnformeerd over de voortgang, de vervolgstappen en de planning. RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 9 van 12

14 TEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan Motie Expertise SWA; opdracht aan het college om gebruik te maken van de kennis en ervaring van de SWA en de SWA actief in te zetten bij zowel het vormgeven van beleid als de uitvoering daarvan ten aanzien van het programma werk : Zodra er resultaten zijn te melden, komen we bij de raad terug : Het mobiliteitscentrum zoals bestond onder de Startbaan is afgeschaft, evenals de Startbaan zelf. Het solliciteren in het mobiliteitscentrum is vervangen door de begeleiding door de re-integratieconsulenten die de afspraken uit de trajectplannen uitvoeren. Afgedaan Motie Mobiliteitscentrum; opdracht aan het college om op zoek te gaan naar huisvesting van het mobiliteitscentrum tegen een marktconforme prijs : Zodra er resultaten zijn te melden, komen we bij de raad terug De onderhandelingen met Alphen over de inhoud van de DV zijn nog niet afgerond. Afgedaan : Het college maakt inmiddels gebruik van de kennis en de expertise van de SWA doordat een deel van het WSP (werkgeversservicepunt) bij de SWA gehuisvest is. Speciaal voor deze doelgroep worden daar vacatures gezocht. Daarnaast stroomt nieuw beschut werk in bij de SWA. Datzelfde is het geval met betrekking tot de leerwerkplekken vanuit het serviceplein en de stageplaatsen vanuit het speciaal onderwijs Motie tarieven Veenderveld; opdracht aan het college het voordeel als gevolg van het sluiten van het afvalbrengstation Ter Aar volledig in te zetten voor verlaging van tarieven voor het afvalbrengstation Veenderveld zoals voorgesteld in het optimalisatieonderzoek en dit verwerken in de begroting : Dit is in de begroting 2016 verwerkt. Afgedaan Motie duurzaamheidsplatform; opdracht aan het college: 1. een duurzaamheidsplatform in te stellen, bestaande uit onder andere : We zijn bezig te komen tot een plan van aanpak. De raad wordt zo spoedig mogelijk verder geïn- RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 10 van 12

15 TEZEGGINGENLIJST Nr. raad Motie/initiatiefvoorstel Stand van zaken Afgedaan raadsleden, ondernemers, organisaties en inwoners, om tot een breed gedragen duurzaamheidsagenda te komen. Het duurzaamheidsplatform kan in de toekomst ook ruimer worden ingezet op duurzaamheid; 2. actief leden te werven voor dit duurzaamheidsplatform; a. Schrijf actief betrokken inwoners, organisaties en ondernemers persoonlijk aan om zich aan te melden voor het duurzaamheidsplatform; b. Gebruik de social media-kanalen waar de gemeente over beschikt om leden te werven voor het duurzaamheidsplatform; c. Plaats een publicatie in de Hier! Nieuws uit de polder en op de gemeentelijke website om leden te werven voor het duurzaamheidsplatform. 3. de eventuele kosten van een duurzaamheidsplatform moeten passen binnen de huidige begroting van het onderdeel duurzaamheidsagenda; 4. een duurzaamheidsplatform op te richten per 1 januari formeerd : De raad is op 25 januari 2016 mondeling geïnformeerd over de stand van zaken naar aanleiding van de schriftelijke vragen die over dit onderwerp zijn gesteld. De wethouder heeft aangegeven de duurzaamheidsagenda voor 1 april 2016 aan de raad voor te leggen, of als dit niet haalbaar blijkt, de raad voor die datum daarvan in kennis te stellen. verzicht openstaande brieven waarvan een kopie van het antwoord van het college aan de raad moet worden gezonden (categorie II) of de conceptbeantwoording aan de raad moet worden voorgelegd (categorie III). Nr. Cat. mschrijving Ingekomen Stand van zaken 95. III Zienswijzen inwoners ontwerpbestemmingsplan Noordeinde 61 Roelofarendsveen (Veense Tuin) 97. III SWA advies R SWA ten aanzien van het gemeentelijk beleid Sociaal Domein mbt de toekomst van SWA 98. III Ledenbrief VNG stand van zaken mgevingswet 102. III Zienswijze van diverse inwoners - ontwerpbestemmingsplan Ripse Schans Rijpwetering juli 2015 LIS augustus 2015 LIS juli 2015 LIS oktober november 2015 LIS LIS Behandeling raad/forum Q RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 11 van 12

16 TEZEGGINGENLIJST Nr. Cat. mschrijving Ingekomen Stand van zaken Behandeling raad/forum 103. II Brief van een bewoner van Rijnsaterwoude over de gang 8 december 2015 LIS Telefonisch afgedaan d.d van zaken bij bezoek aan de schooldokter 104. II Brief van een bewoner aan 13 december 2015 LIS de Buier over herinrichting Grietpolderweg Leimuiden 105. III Brief van Holland Rijnland toezending van de herziene begroting 2016 met verzoek voor 23 maart 2016 een zienswijze in te dienen. 28 januari 2016 LIS Raad 21 maart 2016 RD Toezeggingenlijst raad 15 februari 2016 bijgewerkt t/m 14 december 2015 Pagina 12 van 12

17 Hieronder treft u de lijst van ingekomen stukken voor de periode van 13 januari t/m 1 februari 2016 Legenda: I II III IV V Voor kennisgeving aannemen Verzoek aan het college van B&W om een afschrift van de beantwoording aan de raad te sturen Het college van B&W vragen om concept antwoord voor te bereiden Ter bespreking aan de raad aanbieden De griffie vragen een concept antwoord voor te bereiden Cbr - Collegebrieven BV - Bedrijfsvoering W - ntwikkeling DVL - Dienstverlening - verig Nr. nderwerp I II III IV V 1 BV Brief van wethouder Van Schooten aan de raad inzake beëindiging functie als wethouder d.d. 13 januari 2016 ( ) x 2 Cbr Brief van het college aan de raad inzake grondprijzen 2016 d.d. 15 januari 2016 ( ) x 3 Cbr Brief van het college aan de raad inzake recreatieve visies, meerjaren uitvoeringsprogramma en informatieve bijeenkomst op 29 februari 2016 incl. bijlagen d.d. 13 januari 2016 ( ) x 4 Cbr Brief van het college aan de raad inzake thema-bestemmingsplan recreatieve impuls, proces en planning d.d. 13 januari 2016 ( ) x Schriftelijke vragen van D66 aan het college inzake Referendum over 5 DVL de associatieovereenkomst met ekraïne d.d. 18 januari 2016 x ( ) 6 BV Ledenbrief VNG inzake Ledenraadpleging onderhandelaarsakkoord cao SW d.d. 18 januari ) x 7 W Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake Uitvoering maatschappelijke begeleiding en participatieverklaring voor x vluchtelingen in 2016 d.d. 18 januari 2016 ( ) 8 W van de Dorpsraad Leimuiden aan de raad en het college inzake sluipverkeer in Leimuiden en Rijnsaterwoude d.d. 19 januari 2016 x ( ) 9 Beantwoording van de schriftelijke vragen van SvKB inzake Sluiting De Alkeburcht Roelofarendsveen d.d. 20 januari 2016 ( ) x 10 Rapport Raadslid en Burgerkracht van het Instituut Maatschappelijke Innovatie d.d. 21 januari 2016 ( ) x Corsanr. RD februari 2015 Pagina 1 van 2

18 11 BV Brief van De Waarderingskamer aan het college inzake het ontsluiten van WZ-taxatieverslagen via het ondernemingsdossier d.d. 13 x januari 2016 ( ) 12 Cbr Brief van het college aan de raad inzake ICT-verstoring bij de gemeente d.d. 22 januari 2016 ( ) x 13 Informatieverzoek van de VVD inzake de uitgaven van de crisisopvang voor vluchtelingen beantwoord d.d. 19 januari 2016 ( ) x 14 DVL Brief van de ndernemingsraad van SWA aan de raad inzake het onderzoek naar de financiële positie van de SWA door het college van x Alphen aan den Rijn d.d. 25 januari 2016 ( ) 15 BV Afschrift van de beantwoording aan een inwoner inzake verzoek reactie betreffende afwijzing van een vergunning voor het oprichten x van een mantelzorgwoning d.d. 26 januari 2016 ( ) 16 Cbr Brief van het college aan de raad inzake een uitnodiging voor een raadsinformatiebijeenkomst mgevingsvisie Het Hart van Holland d.d. x 27 januari 2016 ( ) 17 Beantwoording van de schriftelijke vragen van SvKB inzake de Hondenbelasting d.d. 27 januari 2016 ( ) x 18 Cbr Brief van het college aan de raad inzake de Accountantscontrole Jeugdwet d.d. 26 januari 2016 ( ) x 19 W aan de raad en het college inzake de concept herziene begroting 2016 van Holland Rijnland d.d. 27 januari 2016 ( ) 20 W Schriftelijke vragen van het CDA aan het college inzake Riothermie d.d. 1 februari 2016 ( ) x 21 W Schriftelijke vragen van het CDA aan het college inzake Subsidiekennis d.d. 1 februari 2016 ( ) x Afschrift van brief aan de bewoners van de straten binnen het project 22 W "Rioolvervanging Dijkstraat eo."in Roelofarendsveen betreft definitieve x inrichting Dijkstraat en omgeving d.d. 28 januari 2016 ( ) 23 DVL Burenakkoord PR Kaag en Braassem d.d. 7 januari 2016 ( ) x Brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake handreiking 24 BV verzelfstandiging en samenwerking bij decentrale overheden d.d. 27 x januari 2016 ( ) 25 DVL Vertrouwelijke brief naar aanleiding van de toezegging van het college aan de raad met kenmerk d.d. 28 januari 2016 x 26 W Conceptreactie van het college aan een inwoner inzake bezwaar tegen de herinrichting van de Grietpolderweg in Leimuiden x Concept zienswijze van de gemeente Leiderdorp t.a.v. het Regionaal 27 BV Beleidsplan VRHM, het Korpsbeleidsplan VRHM en de bestuurlijke uitgangspunten kostenniveau Brandweer Hollands Midden d.d. 1 x februari DVL Regionaal Bureau Leerplicht Jaarverslag Holland Rijnland september 2015 d.d. 3 februari 2016 x x Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem op 15 februari 2016 de griffier (wnd), de voorzitter, M.P. Buis - Mellema mr. K.M. van der Velde-Menting Corsanr. RD februari 2015 Pagina 2 van 2

19 MTIE (Vreemd aan de orde van de dag) REGISTRATIENUMMER nderwerp Aanhef Inhoud Handhaven mogelijkheid instellen Rekenkamercommissie De raad van Kaag en Braassem in vergadering bijeen op 15 februari 2016 De Raad constaterende dat: minister Plasterk in een brief aan de Tweede Kamer van 7 juli 2015 Actieplan lokale rekenkamers aangeeft de mogelijkheid tot het instellen van een rekenkamer commissie te willen schrappen uit de Gemeentewet (Vergaderjaar , VII, nr. 54); dit inhoudt dat raadsleden geen zitting meer kunnen hebben in de rekenkamer. De Raad overwegende dat: de minister de kwaliteit van de rekenkameronderzoeken wil verbeteren; het belang van een goed functionerende rekenkamer wordt onderkend, gelet op de controle van de toenemende geldstromen van gemeenten vanwege de decentralisaties in het sociaal domein; niet is aangetoond dat de kwaliteit van onderzoeken afhangt van een onderzoek door een rekenkamer of door een Rekenkamercommissie; de kwaliteit van een onderzoek ter beoordeling is aan de gemeenteraad is; de rekenkamer en ook de Rekenkamercommissie onafhankelijk van de raad functioneert met een eigen budget en met een eigen keuze van het onderzoeksonderwerp; de opstelling van de gemeenteraad samen met de bestuurscultuur in de gemeente de meerwaarde bepalen en zodoende de kwaliteit van de onderzoeken.

20 De Raad spreekt uit: de bepalingen in de Gemeentewet over de rekenkamerfunctie te handhaven. En gaat over tot de orde van de dag. Conclusie Draagt de griffie op: dit standpunt kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties, de fracties in de Tweede kamer, de VNG en de NVRR. Naam en ondertekening Namens de fracties van: - PR Kaag en Braassem; - Samen voor Kaag en Braassem - CDA; - D66; - VVD. Uitkomst raad (in te vullen door griffie) Wel / niet in stemming Voor Tegen Resultaat

21 From: To: Subject: Meerenburgh, E. (LSSER) Info; Motie handhaven mogelijkheid instellen Rekenkamercommissie Date: woensdag 25 november :12:00 Attachments: Motie Rekenkamerfunctie.doc Aan de gemeenteraden in Nederland Geachte raadsleden, In zijn vergadering van 10 november 2015 heeft de gemeenteraad van Losser bijgaande motie Handhaven mogelijkheid tot instellen rekenkamercommissie unaniem aangenomen. Wij verzoeken u aan de oproep gedaan in deze motie gehoor te geven. Met vriendelijk groeten, Ben Pikula Griffier gemeente Losser

22 MTIE De raad van de gemeente Losser in vergadering bijeen d.d. 10 november 2015 Agendapunt 10: Programmabegroting 2016 e.v. nderwerp: Handhaven mogelijkheid instellen rekenkamercommissie De Raad constaterende dat: minister Plasterk in een brief aan de Tweede Kamer van 7 juli 2015 Actieplan lokale rekenkamers aangeeft de mogelijkheid tot het instellen van een rekenkamercommissie te willen schrappen uit de Gemeentewet (Vergaderjaar , VII, nr. 54); dit inhoudt dat raadsleden geen zitting meer kunnen hebben in de rekenkamer; De Raad overwegende dat: de minister de kwaliteit van de rekenkameronderzoeken wil verbeteren; het belang van een goed functionerende rekenkamer wordt onderkend, gelet op de controle van de toenemende geldstromen van gemeenten vanwege de decentralisaties in het sociaal domein; niet is aangetoond dat de kwaliteit van onderzoeken afhangt van een onderzoek door een rekenkamer of door een rekenkamercommissie; de kwaliteit van een onderzoek ter beoordeling is aan de gemeenteraad is; de rekenkamer en ook de rekenkamercommissie onafhankelijk van de raad functioneert met een eigen budget en met een eigen keuze van het onderzoeksonderwerp; de opstelling van de gemeenteraad samen met de bestuurscultuur in de gemeente de meerwaarde bepalen en zodoende de kwaliteit van de onderzoeken. De Raad spreekt uit: de bepalingen in de Gemeentewet over de rekenkamerfunctie te handhaven. Draagt de griffie op: dit standpunt kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de fracties in de Tweede Kamer, de VNG en de NVRR; de motie te sturen aan alle gemeenten met het verzoek deze te ondersteunen. En gaat over tot de orde van de dag. Namens de fracties van,

23 De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het verzoek van burgemeester en wethouders d.d. 2 februari 2016; overwegende dat indien de raad niet besluit tot het bekrachtigen van de geheimhouding de geheimhouding van rechtswege komt te vervallen; gelet op het bepaalde in artikel 25 van de Gemeentewet en artikel 10 en 11 van de Wet openbaarheid van bestuur; b e s l u i t: de geheimhouding van de ongedateerde brief van de mgevingsdienst West Holland, ons kenmerk , te bekrachtigen tot het moment dat het bestemmingsplan Ripse Schans is vastgesteld. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 15 februari 2016 de griffier, de voorzitter, M.P. Buis-Mellema (wnd.) K.M. van der Velde-Menting Geheimhouding advies mgevingsdienst West-Holland 15 februari 2016 Pagina 1 van 1

24 KENNISGEVING VRGENMEN UITGEBREIDE PLANLGISCHE AFWIJKING Kennisgeving van het voornemen van het college om medewerking aan een project te verlenen middels een uitgebreide planologische afwijking ingevolge artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Gelet op het bepaalde in artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht heeft uw raad bij besluit van 4 februari 2013 (kenmerk RD ) aangegeven over elke voorgenomen uitgebreide planologische afwijking geïnformeerd te willen worden. Dossier: mschrijving aanvraag: Locatie: Toelichting aanvraag: mschrijving strijd regels bestemmingsplan: W het uitbreiden van een bestaande veehouderij d.m.v. het oprichten van een nieuwe ligboxenstal aan A. de Graaflaan 31 te Woubrugge A. de Graaflaan 31 te Woubrugge Het college heeft op 19 juni 2012 een wijzigingsplan vastgesteld dat de gewenste uitbreiding van het bedrijf mogelijk zou moeten maken. Dit wijzigingsplan is echter vernietigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vanwege een formeel gebrek in de verbeelding zoals die op ruimtelijkeplannen.nl was ingetekend. Er heeft vervolgens diverse malen overleg plaatsgevonden en dit heeft geresulteerd in de onderhavige aanvraag. ns college heeft op 10 maart 2015 besloten door middel van een uitgebreide planologische afwijkingsprocedure mee te werken aan het bouwplan. Verder wordt de Geurverordening toegepast om de afstand van een geurgevoelig object tot een dierenverblijf te verkleinen Thans is het moment aangebroken om de ontwerp omgevingsvergunning en - ruimtelijke onderbouwing ter inzage te leggen. De grond heeft de bestemmingen Agrarische doeleinden en Agrarisch gebied met waardevolle openheid. Deze gronden zijn bestemd voor de grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw. mdat de weidegang ontbreekt is de aanvraag in strijd met de term grondgebondenheid.

25 Datum besluit college: 24 november 2015 De uitbreiding van het bedrijfsgebouw valt gedeeltelijk buiten het bouwvlak en wordt de goot- c.q. bouwhoogte (maximaal 6 resp. 12 m) deels overschreden. Deze overschrijding past wel binnen de bandbreedte van de binnenplanse afwijkmogelijkheid van 10%. Bijlagen: -Besluit van het college van 24 november Ruimtelijke nderbouwing Beoordeling Politiek Forum...

26 From: J.J. Démoed To: Griffie Subject: Aanvullende procesinformatie VVGB A. de Graaflaan 31 Woubrugge Date: woensdag 6 januari :26:45 Geachte leden van de raad, Voor de volledigheid hier nog aanvullende procesinformatie over de voorliggende VVGB voor genoemde locatie. p 14 december heeft u in het Politiek Forum gesproken over de mgevingsvergunning voor het uitbreiden van een bestaande veehouderij door middel van een nieuwe ligboxenstal. Deze brief biedt u procesinformatie over de rol van college en raad in relatie tot deze aanvraag. Deze informatie is noodzakelijk om op 25 januari 2016 tot een juridisch zorgvuldig besluit te komen. De kennisgeving van het college voor deze aanvraag is een resultaat van het besluit van uw raad van 4 februari 2013, waarbij de raad op grond van artikel 6.5 Besluit mgevingsrecht heeft bepaald over elke voorgenomen uitgebreide planologische afwijking geïnformeerd te willen worden. Zo is ook hier de raad een kennisgeving gezonden van een project vallend onder de bepalingen van artikel, 2.12, eerste lid, sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gezien het feit dat het bij een uitgebreide planologische afwijking gaat om een concreet bouwplan kan zowel het college als de raad zich alleen uitspreken over dit bouwplan door middel van een ja of nee. De wet biedt geen ruimte, zoals bij een bestemmingsplan om in een proces van alternatieven te werken. De raad kan in deze besluiten de afhandeling van de uitgebreide planologische afwijking aan zich te houden, door zelf al dan niet een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Indien de raad ervoor kiest om dit niet te doen, zal dit moeten gebeuren op basis van ruimtelijk relevante overwegingen, die in dat geval dan leiden tot een weigering van de mgevingsvergunning. Dat laatste besluit is in alle gevallen een besluit dat ook open staat voor bezwaar en beroep en getoetst kan worden door de rechter. Het is daarom voor uw raad relevant te weten dat de aanstaande besluitvorming over dit dossier binnen deze kaders dient plaats te vinden. Indien de aanvrager al dan niet op basis van de inspraak, reacties uit de omgeving, of van uw raad besluit tot aanpassing van het plan zal dit ook gewijzigd moeten worden in de aanvraag voor de vergunning. Een aanvraag tot vergunning is altijd gericht op een specifiek en vooraf bepaalde en afgebakende locatie en is geen ruimtelijke afweging van varianten, zoals in een bestemmingsplan kan plaatsvinden. Voor wat betreft de status van het bestemmingsplan is het zo dat in het moederplan een wijzigingsbevoegdheid voor het college is opgenomen. Deze is eerder ingezet op 19 juni 2012 om de hier gevraagde ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Vanwege een formeel gebrek in de verbeelding op ruimtelijke plannen.nl is deze vernietigd. Het plan wordt nu door een uitgebreide planologische afwijking opnieuw in procedure gebracht. De afwijking in het bestemmingsplan is gelegen in de grootte van het bouwvlak evenals de goot- en bouwhoogte. Deze afwijkingen blijven binnen de in het bestemmingsplan opgenomen 10% toegestane afwijking op deze maatvoeringen en de geschetste

27 mogelijkheden tot het volgen van een wijzigingsplan. Wij vermelden deze achtergrond, aangezien ook de raad bij de afgifte van de verklaring van geen bedenkingen is gehouden binnen het kader van het bestemmingsplan en de procedure Wabo te handelen. Verder benadrukken wij nog dat deze afwijkingen niet zijn veranderd ten opzichte van het eerdere wijzigingsplan. Het enige nieuwe element is dat door het ontbreken van weidegang niet wordt voldaan aan de definitie van de doeleindenomschrijving van de bestemming grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw. In de ruimtelijke onderbouwing is hiertoe een verwoording gegeven van de term grondgebondenheid. p grond hiervan zijn wij van mening dat er wel degelijk aan de beoogde insteek c.q. doelstelling van de definitie van de grondgebonden veehouderij wordt voldaan. Tot slot vermelden wij nog dat na de behandeling in het politiek forum van 14 december 2015 de adviseur van de heer Van Straalen contact heeft gezocht en in dit gesprek is ook het onderwerp communicatie en overleg met de omgeving nog nader aan de orde geweest. De adviseur van de heer Van Straalen zal zich hier komende periode over beraden. Namens het college, Hans Démoed

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38 NTWERP MGEVINGSVERGUNNING VR DE ACTIVITEITEN BUWEN, AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN EN MILIEUBEWUST HANDELEN Kenmerk: W Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen de op 10 december 2014 ingekomen aanvraag van Van Stralen B.V., Heimansbuurt 10, 2401 LV te Alphen aan den Rijn, voor een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, afwijken van het bestemmingsplan en milieubewust handelen, ten behoeve van het uitbreiden van een bestaande veehouderij op de locatie A. de Graaflaan 31, 2481 KL te Woubrugge (kadastraal bekend Woubrugge, sectie B, nummers 3426 en 4798); gelet op het bepaalde in - artikel 2.1, eerste lid, sub a en artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (activiteit bouwen); - artikel 2.1, eerste lid, sub c, artikel 2.12, eerste lid, sub a, sublid 1 en sublid 3 Wabo (activiteit afwijken); - in artikel 2.1, eerste lid, sub e 1 en 3 en artikel 2.14 Wabo (activiteit milieubewust handelen); - de artikelen 12, 16 en 35 van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude; - artikel 3, tweede lid, sub b en artikel 4, eerste lid, sub a van de Wet geurhinder en veehouderij; - artikel 5, sub a van de Verordening geurhinder en veehouderij Kaag en Braassem 2012 (Geurverordening) en onderdeel D14 van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage 1994; overwegende ten aanzien van de termijnstelling: dat op grond van het bepaalde in artikel 3.10, eerste lid, sub a en c Wabo de uniforme uitgebreide voorbereidingsprocedure ex afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is; overwegende ten aanzien van de activiteit bouwen: dat vergunning is gevraagd voor het uitbreiden van een bestaande veehouderij middels het bouwen van een rundveestal en diverse sleufsilo s; dat hierop de bestemming Agrarische doeleinden, grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude van toepassing is; zaaknummer: W pagina 1 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

39 dat er strijd met de doeleindenomschrijving aangezien het ontbreken van weidegang niet strookt met de term grondgebondenheid; dat alleen bedrijfsgebouwen mogen worden gebouwd binnen een bouwvlak en dat de gebouwen aan diverse criteria ten aanzien van maatvoering en situering zijn onderworpen; dat het melkgebouw en de rundveestal op diverse plaatsen niet voldoen aan de voorgeschreven goot- en bouwhoogte; dat voorts een deel van de rundveestal en een deel van de sleufsilo s worden gebouwd buiten het bouwvlak; dat de aanvraag op deze punten ingevolge het bepaalde in artikel 2.10, tweede lid Wabo dan ook moet worden gezien als een aanvraag voor de activiteit afwijken van de regels van het bestemmingsplan, waarvoor wordt verwezen naar de overwegingen bij die activiteit; dat overigens aan de bouw van de diverse bouwwerken kan worden meegewerkt omdat wordt voldaan aan de voorschriften van de Bouwverordening en het Bouwbesluit; overwegende ten aanzien van de activiteit afwijken van het bestemmingsplan: dat in de genoemde strijdigheid voor wat betreft de goot- en bouwhoogte kan worden voorzien door toepassing van artikel 2.12, eerste lid, sub a, sublid 1 jo. artikel 12, eerste lid, sub a van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude: Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen in het plan voor afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; dat de goothoogte van het melkgebouw 6 m mag bedragen en het plan voorziet in een hoogte van 6,42 m en dat de goot- en bouwhoogte van de rundveestal 6 m resp. 12 m mogen bedragen en het plan voorziet in hoogten van 6,6 m en 12,7 m, zodat alle maten binnen de toegestane bandbreedte van 10% blijven en gebruik gemaakt kan worden van de bovengenoemde binnenplanse afwijkingsmogelijkheid van de Wabo resp. van het bestemmingsplan; dat de benodigde afwijking tevens is getoetst aan het gemeentelijke Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening, voor wat betreft het gestelde in hoofdstuk 4, Binnenplanse afwijkingen, Beleidsregel 2 Algemene binnenplanse afwijkingsmogelijkheden: in geval van een algemene binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt een omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken verleend indien voldaan wordt aan de in het bestemmingsplan omschreven randvoorwaarden en er sprake is van een zaaknummer: W pagina 2 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

40 zorgvuldige ruimtelijke afweging; uitzondering: algemene afwijkingsbevoegdheden over maatvoering worden niet gebruik voor het uitbreiden van een bouwwerk enkel ten behoeve van het gebruiksgenot; dit geldt ook voor nieuw op te richten bouwwerken; deze uitzondering geldt niet voor maatschappelijke functies; dat de onderhavige overschrijding van de goot- en bouwhoogte niet valt onder de genoemde uitzondering en derhalve niet past binnen het Afwijkingenbeleid; dat het in een dergelijk geval gebruikelijk is te bezien of toepassing gegeven kan worden aan Beleidsregel 19 Hardheidsbepaling: Bijzondere omstandigheden kunnen een andere beoordeling eisen zoals in dit beleid bepaald, met dien verstande dat aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan: 1. er is sprake van een bijzondere omstandigheid; 2. er bestaan geen redelijke alternatieven om in het plan te voorzien; 3. geen medewerking leidt tot onevenredig nadeel voor de betrokkene; 4. de ruimtelijke consequenties van de planvorming blijft beperkt; 5. van de planvorming gaat geen (ongewenste) precedentwerking uit; dat hierover het volgende is opgemerkt: in eerste instantie waren goot en nok nog hoger; aanvrager is toen verzocht beide hoogten terug te brengen tot maximaal 10% overschrijding van de toegestane maten; hierbij is uitgegaan van de toepassing van de algemene binnenplanse 10%-regeling, aangezien de recente bestuurlijke lijn is dat ook ten dienste van de bedrijfsvoering hiervan gebruik gemaakt kan worden; het enige alternatief zou lager bouwen zijn, maar zowel bedrijfseconomisch gezien als vanuit het perspectief van dierenwelzijn is dit geen redelijk alternatief; aangezien het hier agrarische bebouwing betreft waarvan de goothoogte 6 m en de bouwhoogte 12m mag bedragen, zijn de ruimtelijke consequenties beperkt als deze hoogten op enkele plaatsen worden overschreden met maximaal 10%; om die reden is er ook geen sprake van een ongewenste precedentwerking; tenslotte wordt voor de zorgvuldige ruimtelijke afweging verwezen naar de bij het advies gevoegde haalbaarheidscheck; voorts overwegende: dat de aanvraag voor wat betreft het ontbreken van weidegang en het bouwen buiten het bouwvlak een geval betreft als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo; dat is gebleken dat de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat er sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, sub a, sublid 3 van de Wabo; dat de aanvraag ook voor deze strijdigheid is getoetst aan het gemeentelijke Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening; zaaknummer: W pagina 3 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

41 dat daaruit is gebleken dat de aanvraag om omgevingsvergunning voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden voor wat betreft Beleidsregel 17: verige initiatieven (bv. gebruiksverandering van gronden of ontwikkelingen in het buitengebied); dat dergelijke initiatieven moeten: a) voldoen aan het kwalitatieve beoordelingskader uit hoofdstuk 3 van de voorliggende Nota (een goede ruimtelijke ordening); b) voorafgegaan worden door een gezamenlijk ontwerptraject van aanvrager en gemeente, de aanvrager dient hiertoe een principeverzoek in; c) locatiespecifiek gemotiveerd worden; dat hieromtrent het volgende wordt opgemerkt: ad a) om na te kunnen gaan of hieraan wordt voldaan is het verzoek getoetst aan de checklist zoals opgenomen in genoemd Hoofdstuk 3, de haalbaarheid; de daarin genoemde onderdelen zijn genoemd en becommentarieerd in de bij het advies gevoegde haalbaarheidscheck; de goede ruimtelijke ordening blijkt voorts uit de reeds aangeleverde Ruimtelijke onderbouwing Wabo Projectbesluit A. de Graaflaan 31 te Woubrugge van 23 juni 2015; ad b) gezien de voorgeschiedenis van deze aanvraag mag gevoeglijk worden gesteld dat aan deze eis wordt voldaan; ad c) ook de locatiemotivatie komt tot uiting in de genoemde ruimtelijke onderbouwing; voorts overwegende, dat het vooroverleg zoals bedoeld in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is gevoerd en dat de resultaten hiervan zijn verwerkt in de meergenoemde ruimtelijke onderbouwing, die is gevoegd bij en onderdeel uitmaakt van deze omgevingsvergunning; dat een en ander tot de conclusie heeft geleid dat de aanvraag past binnen het genoemde Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening; dat de gemeenteraad heeft aangegeven te kunnen instemmen met het onderhavige plan; overwegende ten aanzien van de activiteit milieubewust handelen: dat de aanvraag het oprichten en in werking hebben van een inrichting betreft, i.c. het bouwen van een emissiearme stal voor 450 melkkoeien; in totaal worden 450 melkkoeien, 88 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar en 11 vleeskalveren tot 8 maanden gehouden; dat het noodzakelijk is gebleken om ten gevolge van de onderhavige aanvraag diverse voorschriften op te nemen; zaaknummer: W pagina 4 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

42 dat de nadelige gevolgen van de inrichting voor het milieu kunnen worden voorkomen c.q. in voldoende mate beperkt door het stellen van de bij deze beschikking behorende voorschriften en onder de condities zoals vermeld in deze beschikking; gelet op de in het Aanhangsel bij deze vergunning Procedure aspecten milieubewust handelen en de Considerans activiteit milieubewust handelen opgenomen overwegingen; overwegende ten aanzien van de geurhinder: dat op grond van het bepaalde in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) en de Geurverordening (Gv) het bedrijf van aanvrager is gelegen buiten de bebouwde kom; dat op grond van artikel 3, tweede lid, sub 2 en artikel 4, eerste lid, sub a van de Wgv de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom ten minste 50 m moet zijn; dat de werkelijke afstand tot het meest nabijgelegen geurgevoelige objecten na voltooiing van het project ca. 33 m en 46 m zal zijn; dat op grond van artikel 5, sub a van de Gv de in de Wvg genoemde afstand mag worden verkleind indien de uitbreiding van een bestaande veehouderij wordt belemmerd door een bestaand geurgevoelig object, mits de afstand tussen de veehouderij en het geurgevoelig object niet kleiner wordt; dat in een dergelijk geval de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf tot het geurgevoelig object ten minste 25 m moet zijn; dat de voornoemde afstand van 33 m en 46 m aanwezig is bij een al bestaande en te handhaven stal; dat als zodanig het bepaalde in artikel 5, sub a van de Gv toepasbaar is; overwegende ten aanzien van het Besluit milieueffectrapportage: dat de aanvrager op 22 juli 2014 is een aanmeldnotitie milieueffectrapportage heeft ingediend (dossier W ); dat hun college op 9 september 2014 heeft besloten dat geen milieueffectrapportage behoeft te worden opgesteld; dat het voornoemde besluit op 17 september 2014 is gepubliceerd in de Staatscourant; ten slotte overwegende, zaaknummer: W pagina 5 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

43 dat het ontwerpbesluit voor een ieder ter inzage heeft gelegen van.. t/m. 2016; dat gedurende deze periode geen/wel zienswijzen kenbaar zijn gemaakt; dat er geen redenen zijn om in het besluit veranderingen aan te brengen ten opzichte van het ontwerpbesluit; B E S L U I T E N : 1. omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van het bovengenoemde project, behoudens rechten van derden, overeenkomstig het gestelde in het bij de vergunning behorende Aanhangsel, met inachtneming van de algemene bepalingen van het Bouwbesluit en de hierbij behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlagen; 2. aan deze omgevingsvergunning de voorschriften te verbinden zoals opgenomen in het bij de vergunning behorende Aanhangsel; 3. toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 5, sub a van de Verordening geurhinder en veehouderij Kaag en Braassem 2012 en toe te staan dat de afstand van de veehouderij tot een nabijgelegen geurgevoelig object wordt verkleind tot minimaal 25 m; 4. de volgende documenten als gewaarmerkte stukken met het besluit mee te sturen: met stempeldatum ontvangst d.d. 10 december 2014: aanvraagformulier met stempeldatum ontvangst d.d. 5 februari 2015: rapportage risicobenadering brandveiligheid ( ) onderzoeksrapport rook- en warmte afvoer ( ) met stempeldatum ontvangst d.d. 24 april 2015: activiteit milieu A en E (aanvulling) ( ) tekening situatie en maatvoering S-02 ( ) met stempeldatum ontvangst d.d. 2 juni 2015: tekening plattegrond B-01 ( ) tekening kelderplan en details B-02 ( ) tekening gevels en doorsneden B-03 ( ) milieutekening M-01 ( ) machtiging ( ) brief aanvulling ( ) gecombineerde opgaven 2014 (opgave gewaspercelen) ( ) met stempeldatum ontvangst d.d. 16 september 2015: ruimtelijke onderbouwing, versie 1.1b ( ); rapportage luchtkwaliteit ( ) zaaknummer: W pagina 6 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

44 5. de onder 1. bedoelde omgevingsvergunning als bijlage op te nemen bij het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude. Buiten de eventueel hierboven expliciet genoemde voorwaarden zijn er nog diverse (algemene) regels die in acht genomen moeten worden. ok zijn er verschillende aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet houden. Hiervoor wordt verwezen naar de bijgevoegde folder mgevingsvergunning - algemene bepalingen en voorwaarden. Burgemeester en wethouders kunnen bij gegronde redenen besluiten deze vergunning in te trekken. De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Roelofarendsveen,. Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, namens hen, manager Ruimtelijke ntwikkeling, Samenleving en Belastingen drs. J.J. Démoed. Datum van verzending: Bouwkosten: ,00 Legeskosten: ,00 zaaknummer: W pagina 7 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

45 Beroep instellen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders. Belanghebbenden worden gewezen op de mogelijkheden die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt om beroep in te stellen. Belanghebbenden kunnen hiertoe, binnen zes weken na de datum van ter inzagelegging, bij de administratieve rechter een gemotiveerd beroepschrift indienen (Rechtbank s-gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag). Het beroepschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten: - naam en adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en zo mogelijk de datum en het kenmerk van het besluit; - een motivering. Een beroepschrift schort de werking van dit besluit niet op. De Awb voorziet wel, bij een spoedeisend belang, in de mogelijkheid van schorsing of een andere soortgelijke voorziening. Hiertoe kunnen belanghebbenden een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter te Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Een kopie van het bij de administratieve rechter ingediende beroepschrift moet in ieder geval meegestuurd worden. Voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. ver de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit betaald moet worden krijgt belanghebbende na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de rechtbank. zaaknummer: W pagina 8 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

46 AANHANGSEL BIJ MGEVINGSVERGUNNING W Inhoudsopgave 1. Procedurele aspecten activiteit milieubewust handelen Voorschriften activiteit milieubewust handelen 2.1 Algemeen Het houden van dieren Bodem Energie Water Afval Geluid en trillingen Considerans activiteit milieubewust handelen 3.1 mschrijving van de inrichting Locatiegegevens Huidige vergunningen en meldingen Van toepassing zijnde beleid, regels en afspraken Bij de beslissing betrokken aspecten Milieucompartimenten Conclusie Toetsingsdocumenten activiteit milieubewust handelen Begrippenlijst activiteit milieubewust handelen Voorschriften activiteit bouwen 47 Bijlage I Besluit op aanmeldingsnotitie milieueffectrapportage 48 zaaknummer: W pagina 9 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

47 1. PRCEDURELE ASPECTEN ACTIVITEIT MILIEUBEWUST HANDELEN Gegevens aanvrager p 10 december 2014 heeft adviesbureau Farmconsult een aanvraag ingediend namens Van Stralen B.V. voor een vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), ook wel omgevingsvergunning. Het L-nummer van de aanvraag betreft De aanvraag heeft o.a. betrekking op het oprichten en in werking hebben van een inrichting of het veranderen daarvan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, juncto artikel 1.1, eerste lid en derde lid van de Wabo. Er wordt een vergunning aangevraagd voor de bouw van een nieuwe emissiearme rundveestal. Deze rundveestal biedt plaats aan 450 volwassen melkkoeien. Er is sprake van een bestaande melkrundveehouderij die vanwege de dieraantallen tot nu toe onder het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit) viel. Door de toename van het aantal te houden melkkoeien tot boven de 200 wordt het bedrijf vergunningsplichtig en moet een oprichtingsvergunning worden aangevraagd. Bevoegd gezag p de inrichting zijn de volgende categorieën uit bijlage 1, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing: electro- en verbrandingsmotorisch vermogen opslag van brandbare vloeistoffen opslag dierlijke mest , onder h: het houden van meer dan 200 stuks melkrundvee, behorend tot de diercategorie A.1 en A.2, genoemd in de regeling op grond van artikel 1 van de Wet ammoniak en veehouderij, waarbij het aantal stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar niet wordt meegeteld , onder i: het houden van meer dan 340 stuks vrouwelijk jongvee, behorend tot de diercategorie A.3, genoemd in de regeling op grond van artikel 1 van de Wet ammoniak en veehouderij, of indien het totaal aantal gehouden stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar en overig melkvee meer dan 340 stuks bedraagt. Gelet op het bepaalde in artikel 2.4 van de Wabo juncto hoofdstuk 3 van het Bor en de daarbij horende bijlage is het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Volledigheid aanvraag Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden aangeleverd om tot een volledige aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). zaaknummer: W pagina 10 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

48 Na ontvangst van de aanvraag is aan de hand van de Mor getoetst op volledigheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. De aanvullende gegevens zijn ontvangen op 24 april Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met 79 dagen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag inclusief de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook volledig en in behandeling genomen. Milieu-effectrapportage (Mer) Er sprake van het in werking hebben van een inrichting bestemd voor 450 melkkoeien. Het houden van melkrundvee is genoemd in onderdeel D.14 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage Bij het houden van meer dan 200 melkkoeien moet op grond hiervan beoordeeld worden of een milieu-effectrapport moet worden opgesteld. p 22 juli 2014 is een aanmeldnotitie Mer-beoordeling ingediend. Deze is beoordeeld en het besluit van 9 september 2014 is op 17 september 2014 gepubliceerd in de Staatscourant. De conclusie is dat er geen milieueffectrapportage hoeft te worden opgesteld. Het besluit is als Bijlage I in het Aanhangsel bij deze aanvraag om omgevingsvergunning opgenomen. Adviezen Er zijn in dit geval geen wettelijke adviseurs, als bedoeld in artikel 2.26 Wabo, aangewezen. Procedure en coördinatie Procedure De aanvraag betreft een oprichtingsvergunning. Voor de voorbereiding van de beschikking is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en paragraaf 3.3 van de Wabo gevolgd. De ontwerpbeschikking ligt, gelet op artikel 3:11, eerste en vierde lid van de Awb, gedurende zes weken ter inzage, vanaf de eerste dag na publicatie. Coördinatie Afvalwater afkomstig van de inrichting wordt geloosd op de gemeentelijke riolering. Hiervoor is geen Watervergunning nodig, als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet. Er is daarom geen sprake van afstemming van de omgevingsvergunning en een vergunning op grond van de Waterwet. Verklaring van geen bedenkingen In de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw)is opgenomen dat deze wet aanhaakt bij de Wabo wanneer een activiteit plaatsvindt in of in de nabijheid van een Natura gebied en/of beschermde natuurmonument en deze activiteit de kwaliteit van de zaaknummer: W pagina 11 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

49 habitats en de habitats van soorten verslechtert. Wanneer het aanhaken van toepassing is, moet het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning de aanvraag doorsturen naar het bevoegd gezag voor de Nbw (Gedeputeerde Staten van de provincie) met het verzoek om een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) af te geven. De aanvrager van de omgevingsvergunning is zelf verantwoordelijk om vooraf na te gaan of een activiteit invloed heeft op Natura 2000-gebieden en/of beschermde natuurmonumenten. Het vragen van een vvgb is niet nodig (aanhaken is niet van toepassing) wanneer al toestemming op basis van de Nbw is verkregen (Nbw-vergunning is verleend) of gevraagd voorafgaand aan het tijdstip waarop de aanvraag voor een omgevingsvergunning is aangevraagd. Voor het voorgenomen project is op 11 augustus 2014 een Nbw-vergunning verleend. De Nbw haakt in dit geval niet aan bij de Wabo. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is niet van toepassing. verige regels Naast de verplichtingen uit deze vergunning geldt een aantal verplichtingen op grond van andere regels. Benadrukt wordt, dat het bij het in werking treden van deze beschikking, hiermee niet tevens is voldaan aan bepalingen die in andere wetten, vorderingen enz. zijn gesteld, dan wel op grond daarvan kunnen worden voorgeschreven. Algemeen In artikel 2.25, lid 2 van de Wabo is opgenomen dat indien de vergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder, deze dit ten minste een maand voordien aan het bevoegd gezag moet melden. Het bevoegd gezag kan de vergunning geheel of gedeeltelijk intrekken in de gevallen, zoals genoemd in artikel 2.33, lid 2 van de Wabo. zaaknummer: W pagina 12 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

50 2. VRSCHRIFTEN ACTIVITEIT MILIEUBEWUST HANDELEN De volgende voorschriften zijn van toepassing. 2.1 Algemeen Degene die de inrichting drijft en weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat door het in werking zijn dan wel het al dan niet tijdelijk buiten werking stellen van de inrichting nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of kunnen ontstaan, die niet of onvoldoende worden voorkomen of beperkt door naleving van de bij of krachtens deze vergunning gestelde regels, voorkomt die gevolgen of beperkt die voor zover voorkomen niet mogelijk is en voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd De vergunninghouder is verplicht de in de inrichting werkzame personen te instrueren over de voor hen van toepassing zijnde voorschriften van deze vergunning De gehele inrichting, inclusief het buitenterrein, moet schoon en ordelijk worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren De in de inrichting aangebrachte of gebruikte verlichting en de uit te voeren werkzaamheden moeten zodanig zijn afgeschermd, dat geen directe lichtstraling op gevoelige objecten plaatsvindt die buiten de inrichting gelegen zijn Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbehandelingsinstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting De op een afvoerleiding bestemd voor de afvoer van lucht, gassen of dampen aangebrachte regenkap, moet zodanig zijn geconstrueerd dat de luchtstroom naar boven blijft gericht Er moet een milieulogboek worden bijgehouden, waarin vanaf het in werking treden van de beschikking ten minste de volgende zaken worden opgenomen; - deze beschikking, alsmede overige relevante (milieu)vergunningen; De volgende documenten moeten gedurende vijf kalenderjaren na dagtekening worden bewaard in het milieulogboek: - de resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven keuringen en/of metingen en registraties; - de resultaten van de in deze vergunning voorgeschreven onderzoeken; zaaknummer: W pagina 13 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

51 - de bevindingen van alle inspecties die met betrekking tot de zorg voor het milieu van belang zijn; - alle van belang zijnde gegevens (zoals datum, tijdstip, tijdsduur, aard, hoeveelheid, oorzaak, plaats en windrichting) van voorgevallen incidenten die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van de genomen maatregelen; - de registratie van bedrijfsafvalstoffen; - de registratie van gevaarlijke afvalstoffen; - de registratie van de lozing van afvalwater op de bodem; geregistreerd moet worden de aard en de hoeveelheid van het afvalwater, de kadastrale ligging van het perceel en een situatieschets waar is geloosd, de oppervlakte waarover het afvalwater gelijkmatig is verspreid en de wijze waarop het afvalwater is geloosd; - het logboek van de stookinstallatie; - de registratie van diertelgegevens Het milieulogboek moet te allen tijde beschikbaar zijn voor inzage door een door het bevoegd gezag aangewezen toezichthoudend ambtenaar. 2.2 Het houden van dieren In de inrichting mogen ten hoogste de volgende aantallen dieren aanwezig zijn: Stal Diercategorie/ Rav code Aantal dieren 1 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar/ A Vleeskalveren tot 8 maanden / A Melkkoeien / A1.18 (BWL V2) Het aantal aanwezige dieren per diersoort wordt ten minste één keer per maand geregistreerd en opgenomen in het in voorschrift genoemde milieulogboek, waarbij de perioden tussen de registraties van een vergelijkbare tijdsduur zijn Dierlijk afval mag niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Het afval moet zo spoedig mogelijk uit de inrichting worden verwijderd. Het bewaren van dierlijk afval, in afwachting van afvoer naar een destructiebedrijf, moet zodanig geschieden dat geen geurhinder optreedt, het aantrekken van ongedierte wordt voorkomen en geen vermenging met ander afval of materiaal optreedt. Verder mag het dierlijk afval geen visuele hinder veroorzaken. 2.3 Bodem / Bodemonderzoek Ter plaatse van de opslag van en werkzaamheden met bodembedreigende stoffen moeten bodembeschermende voorzieningen en bodembeschermende maatregelen worden getroffen waarmee een verwaarloosbaar bodemrisico wordt gerealiseerd. zaaknummer: W pagina 14 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

52 Stoffen moeten zodanig worden bewaard en worden gebruikt dat geen verontreiniging van de bodem optreedt Werknemers of medewerkers die bij hun werkzaamheden te maken hebben met bodembedreigende activiteiten moeten worden voorgelicht door middel van een werkinstructie, waarin de navolgende aspecten behandeld worden: a. hoe bodembedreigende stoffen opgeslagen moeten worden; b. omgang met morsingen van gevaarlijke vloeistoffen; c. waar de aanwezige absorptiematerialen binnen uw bedrijf aanwezig zijn; d. wat te doen bij een bodemcalamiteit (grote morsingen); e. controle en inspecties van bodembeschermende voorzieningen (bijvoorbeeld lekbakken); f. schoonhouden van bodembeschermende voorzieningen Indien bij het bevoegd gezag het vermoeden bestaat dat verontreinigingen zijn ontstaan of dat calamiteiten hebben plaatsgevonden, kan het bevoegd gezag degene die de inrichting drijft verzoeken een bodemonderzoek uit te (laten) voeren Bij beëindiging van de inrichting of na beëindiging van het opslaan van vloeibare brandstof of afgewerkte olie moet een eindsituatieonderzoek worden verricht dat zich uitsluitend richt op de bodembedreigende stoffen die door de werkzaamheden ter plaatse een bedreiging voor de bodemkwaliteit vormden en op de plaatsen waar bodembedreigende activiteiten plaats vinden dan wel hebben plaatsgevonden. Dit onderzoek moet conform de NEN 5740 worden uitgevoerd Indien uit het onderzoek, bedoeld in artikel , blijkt dat de bodem als gevolg van de activiteiten in de inrichting is aangetast of verontreinigd, draagt degene die de inrichting drijft er zorg voor dat binnen zes maanden na toezending van dat rapport aan het bevoegd gezag de bodemkwaliteit is hersteld tot: a) de situatie bij oprichting of verandering van de inrichting voor zover die situatie is vastgelegd in een rapport; b) de achtergrondwaarden als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit indien er geen rapport als bedoeld in onderdeel a beschikbaar is. Herstel vindt plaats voor zover dat met de beste beschikbare technieken redelijkerwijs haalbaar is De voorschriften tot en met blijven van kracht tot 2 jaar nadat de vergunning haar gelding heeft verloren. 2.4 Energie zaaknummer: W pagina 15 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

53 Als het jaarlijkse energieverbruik in de inrichting hoger is dan kwh aan elektriciteit of m³ aardgasequivalenten aan brandstoffen dan moeten alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder worden uitgevoerd Er moet doelmatig gebruik worden gemaakt van energie en grondstoffen binnen de inrichting m inzicht te krijgen in het water-, aardgas- en elektriciteitsverbruik en de variatie daarin om daarmee onnodig verbruik te voorkomen, moet in de inrichting een jaarlijkse registratie worden bijgehouden van: - het waterverbruik in m3; - het aardgasverbruik (of andere brandstoffen) in m3; - het elektriciteitsverbruik in kwh. De voornoemde registraties moeten worden opgenomen in het in voorschrift bedoelde milieulogboek Bij renovatie of vervanging moet de vergunninghouder in elk geval de voorzieningen en/of technieken toepassen die voldoen aan het principe beste beschikbare technieken (BBT) Indien het vermoeden bestaat dat niet aan voorschrift wordt voldaan, dan kan het bevoegde gezag vragen om een onderzoek uit te voeren om na te gaan of alle rendabele maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder zijn toegepast. Een dergelijk onderzoek zal alleen worden gevraagd als: - het jaarlijks energiegebruik hoger is dan kwh aan elektriciteit en/of m³ aardgasequivalenten aan brandstoffen en - sprake is van nieuwe technieken en/of - het aannemelijk is dat niet alle rendabele maatregelen zijn genomen. 2.5 Water Lekverliezen van water en inefficiënt watergebruik als gevolg van niet optimaal gebruik van apparatuur moet worden voorkomen m het waterverbruik te beperken moet, tenzij dit om technische of organisatorische redenen niet mogelijk is, gebruik worden gemaakt van een hogedrukreiniger Waterverbruikende apparatuur moet zoveel mogelijk waterbesparend zijn uitgevoerd De drinkwaterinstallatie voor het vee moet regelmatig goed worden afgesteld en zodanig worden onderhouden dat verspilling van water wordt voorkomen; het systeem moet minimaal eenmaal per kwartaal worden nagelopen op lekkages. Als een lekkage wordt geconstateerd moet deze onmiddellijk worden gerepareerd. zaaknummer: W pagina 16 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

54 Binnen de inrichting dient voor schoonmaakdoeleinden zo min mogelijk drinkof grondwater te worden gebruikt. 2.6 Afval Het bewaren en het afvoeren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden. Geur afkomstig van afvalstoffen mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden Het bewaren en afvoeren van afvalstoffen moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden Het in de inrichting vrijkomende bedrijfsafval moet worden bewaard in doelmatige, goed gesloten afvalcontainers Gevaarlijke afvalstoffen moeten, in afwachting van vervoer uit de inrichting, gescheiden naar soort worden bewaard in een goed gesloten doelmatige verpakking. In de inrichting ontstane gevaarlijke afvalstoffen mogen niet met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere stoffen worden vermengd of gemengd Gebruikte poetsdoeken, absorptiematerialen en overige gevaarlijke afvalstoffen, die vrijkomen bij onderhoudswerkzaamheden en bij het verwijderen van gemorste oliën, moeten worden bewaard in vloeistofdichte en afgesloten emballage die bestand is tegen inwerking van de betreffende afvalstoffen De in de inrichting vrijkomende afvalstoffen moeten met het oog op hergebruik zoveel mogelijk naar soort worden gescheiden, verzameld, bewaard en afgevoerd. Dit geldt in ieder geval voor de volgende afvalstoffen: - papier en karton; - glas; - GFT-afval; - groenafval; - metalen inclusief blik en aluminium; - hout; - textiel; - aardewerk, puin en beton; - polyetheen c.q. polyethyleen (o.a. landbouwfolie); - elektrische en elektronische apparatuur; - organisch afval; - overige bedrijfsafvalstoffen. zaaknummer: W pagina 17 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

55 Hiervan mag worden afgeweken als onvoldoende afzetmogelijkheden voorhanden zijn ofwel als afvoer alleen mogelijk is tegen onevenredig hoge kosten. Een en ander is ter beoordeling van het bevoegd gezag De vergunninghouder is verplicht voor de in voorschrift genoemde stromen binnen de inrichting een structuur van inzamelmiddelen in te richten waarmee een optimaal scheidingsresultaat kan worden behaald Grond- en hulpstoffen die, om welke reden dan ook, niet meer in de inrichting worden toegepast moeten zo spoedig mogelijk uit de inrichting worden verwijderd. Voor verwijdering van deze stoffen moet worden onderzocht of nuttige toepassing van deze stoffen elders nog mogelijk is Afvalstoffen mogen niet worden verbrand De voorschriften tot en met blijven van kracht tot 2 jaar nadat de vergunning haar gelding heeft verloren. 2.7 Geluid en trillingen Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en de in de inrichting verrichte werk zaamheden en plaatsvindende activiteiten mag op de in tabel 1 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden: Tabel 1: Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT in db(a) p de gevel van de woningen Vrouwgeestweg 71, Vrouwgeestweg 104, Vrouwgeestweg 106 en A. de Graaflaan 28 p de gevel van de woningen A. de Graaflaan 27 en Heimansbuurt 10 dagperiode ( ) avondperiode ( ) Nachtperiode ( ) nverminderd het gestelde in voorschrift mag het maximale geluidsniveau (LAmax), voor zover deze een gevolg is van de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvinden activiteiten, gemeten in de meterstand Fast op de in tabel 2 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden: Tabel 2: Maximale geluidniveau LAmax in db(a) zaaknummer: W pagina 18 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

56 Beoordelingspunt p de gevel van de woningen Vrouwgeestweg 71, Vrouwgeestweg 104, Vrouwgeestweg 106 en A. de Graaflaan 28 p de gevel van de woningen A. de Graaflaan 27 en Heimansbuurt 10 dagperiode ( ) avondperiode ( ) Nachtperiode ( ) Voorschrift is niet van toepassing voor het verwijderen van drijfmest voor maximaal 12 keer per jaar, voor zover dit plaatsvindt tussen uur en uur. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) ter plaatse van de woning Vrouwgeestweg 71 bedraagt in dat geval niet meer dan 50 db(a); ter plaatste van de woning Heimansbuurt 10 bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau niet meer dan 41 db(a) Voorschriften en zijn niet van toepassing op de aanvoer van ruwvoer (inkuilen). Deze aanvoer mag maximaal tien keer per jaar plaatsvinden, uitsluitend tussen uur en uur Indien controle op of berekening van de in tabel 1 en 2 vastgelegde geluidniveaus plaatsvindt, moet dit gebeuren overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, uitgave 1999; ook de beoordeling van de meet- en rekenresultaten moet overeenkomstig deze handleiding plaatsvinden Gedurende laad- en losactiviteiten en wachttijden mag de motor van een (motor)voertuig, voor zover niet noodzakelijk bij de verlading, niet in werking zijn. zaaknummer: W pagina 19 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

57 3. CNSIDERANS ACTIVITEIT MILIEUBEWUST HANDELEN 3.1 mschrijving van de inrichting De inrichting betreft een melkrundveehouderij. De vergunde activiteiten zijn genoemd in bijlage 1, onderdeel C, categorie 8, lid 3, sub h en i van het Bor. Dit betreft het houden van meer dan 200 stuks melkrundvee die behoren tot diercategorie A.1. (sub h) en het houden van meer dan 340 stuks rundvee inclusief vrouwelijk jongvee (sub i). Hierdoor wordt de inrichting op basis van artikel 2.1, lid 2 van het Bor vergunningplichtig in de zin van de Wabo en aangemerkt als een inrichting type C als bedoeld in artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit. Dit houdt in dat naast de vergunningplicht ook bepaalde onderdelen van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Vanaf 1 januari 2013 is de Europese richtlijn industriële emissies (RIE) in de Nederlandse milieuwetgeving geïmplementeerd (richtlijn 2010/75/EU, PbEU L334). De RIE geeft milieueisen voor de installaties die genoemd staan in de bij de richtlijn horende bijlage I. Wanneer een installatie daar genoemd is, spreken we van een IPPC-installatie. Binnen de inrichting waar deze beschikking betrekking op heeft, bevinden zich geen IPPC-installaties. 3.2 Locatiegegevens De inrichting is gelegen aan A. de Graaflaan 31 in Woubrugge. Het betreft een landelijk gebied met agrarische bedrijvigheid en enkele woningen. De dichtstbij gelegen woning ligt op een afstand van circa 33 meter vanaf de bestaande stal. De inrichting ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied of een stiltegebied. Er zijn met betrekking tot de locatie en de omgeving van de locatie in de toekomst geen significante wijzigingen te verwachten. 3.3 Huidige vergunningen en meldingen Het bedrijf valt in de bestaande situatie onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. 3.4 Van toepassing zijnde beleid, regels en afspraken Lokaal beleid In de gemeente Kaag en Braassem is een Geurverordening van kracht. De op grond van de Wet geurhinder en veehouderij vastgestelde afstandseisen voor afstandsdieren (zoals paarden en rundvee) zijn gehalveerd. In het buitengebied van de gemeente zijn de afstanden alleen gehalveerd indien een bestaande veehouderij wordt belemmerd door een geurgevoelig object indien de afstand minimaal 25 meter bedraagt en de afstand vanaf het emissiepunt niet afneemt Beste beschikbare technieken Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de zaaknummer: W pagina 20 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

58 nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende BBT worden toegepast. Bij het bepalen van BBT rekening moet rekening worden gehouden met en bij ministeriele regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT (Mor bijlage 1). Daarnaast kunnen BBT-conclusies van toepassing zijn. BBT-conclusies is een document met de conclusies over beste beschikbare technieken, vastgesteld overeenkomstig artikel 13, vijfde en zevende lid van de Richtlijn industriële emissies (definitie in artikel 1.1 eerste lid van het Bor). BBT-conclusies worden door de Europese commissie vastgesteld en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (een uitvoeringsbesluit van de Europese commissie dat gericht is tot de lidstaten). Zij worden daarom niet meer apart worden aangewezen in de Regeling omgevingsrecht (Mor). Relevante BBT-documenten p de activiteiten van deze inrichting zijn de volgende BBT-documenten van toepassing: - PGS 15: pslag van verpakte gevaarlijke stoffen; - PGS 30: Vloeibare brandstoffen - bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties Activiteitenbesluit Voor de inrichtingen type C geldt dat op een deel van hun activiteiten het Activiteitenbesluit van toepassing is. Naast de regels gesteld in deze beschikking zijn de volgende afdelingen en/of paragrafen van hoofdstuk 2 en 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing op de inrichting: Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening; Het in werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie; Afleveren van vloeibare brandstof en gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer of afleveren van vloeibare brandstof aan spoorvoertuigen; Het uitwendig wassen en stallen van motorvoertuigen of werktuigen of spoorvoertuigen; pslaan en overslaan van goederen; pslaan van agrarische bedrijfsstoffen; pslaan van drijfmest en digestaat; pslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse opslagtank; zaaknummer: W pagina 21 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

59 Houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven. Hoofdstuk 1, afdelingen 2.1 t/m 2.4 en hoofdstuk 6 van het Activiteitenbesluit zijn ook van toepassing op de eerder genoemde deelactiviteiten. Aan deze beschikking zijn voor deze activiteiten geen (aanvullende) voorschriften gesteld verige regels Naast de verplichtingen uit deze vergunning geldt een aantal verplichtingen op grond van andere regels (niet uitputtend): - ten aanzien van de ongewone voorvallen binnen de inrichting en de naar aanleiding daarvan uit te voeren maatregelen is hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer (Wm) van toepassing. - het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor zover het de opslag van bestrijdingsmiddelen tot 400 kilogram betreft. De in de inrichting aanwezige koelinstallaties moeten voor wat betreft het gebruik van koelmiddelen voldoen aan het gestelde in het Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer, alsmede ten aanzien van lekdichtheid aan het gestelde in de Europese verordening 1005/2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen. Hierin zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot onder andere het keuren van koelinstallaties, het voorkomen van en het omgaan met lekkages. Daarom zijn in deze vergunning geen voorschriften opgenomen met betrekking tot dit aspect. 3.5 Bij de beslissing betrokken aspecten Toetsingskader De aanvraag heeft betrekking op het oprichten van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo (oprichtingsvergunning). Voor deze inrichting gelden algemene regels uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriële regeling (Activiteitenregeling). Voor een aantal onderwerpen waarop de aanvraag betrekking heeft, blijft het nodig om ze in een vergunningprocedure te toetsen en daaraan mogelijk specifieke voorschriften te verbinden. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het toetsingskader voor het onderdeel milieu. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden Toetsing Bij onze beslissing op de aanvraag hebben wij: - de aspecten genoemd in artikel 2.14, lid 1 onder a van de Wabo betrokken; - met de aspecten genoemd in artikel 2.14, lid 1 onder b van de Wabo rekening gehouden; - de aspecten genoemd in artikel 2.14, lid 1 onder c van de Wabo in acht genomen zaaknummer: W pagina 22 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

60 Hieronder gaan wij eerst in op de betrokken aspecten. Voor wat betreft de aspecten waarmee wij rekening hebben gehouden en die wij in acht hebben genomen, verwijzen wij naar de bespreking van de afzonderlijke milieucompartimenten. Gelet op artikel 2.14, lid 1 onder a van de Wabo hebben wij de volgende aspecten betrokken bij de beslissing op de aanvraag: 1. de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; 2. de gevolgen voor het milieu, mede in hun onderlinge samenhang bezien, die de inrichting kan veroorzaken, mede gezien de technische kenmerken en de geografische ligging daarvan; 3. de met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting zal zijn of is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu; 4. de ingebrachte zienswijzen; 5. de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen, of zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen; 6. het systeem van met elkaar samenhangende technische, administratieve en organisatorische maatregelen om de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt, te monitoren, te beheersen en, voor zover het nadelige gevolgen betreft, te verminderen, dat degene die de inrichting drijft, met betrekking tot de inrichting toepast, alsmede het milieubeleid dat hij met betrekking tot de inrichting voert. 3.6 Milieucompartimenten In verband met de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, merken wij het volgende op: Agrarisch Aangevraagde dieraantallen Het aantal dieren waarvoor vergunning wordt gevraagd, de ammoniakemissie (kg NH3 per jaar), de geuremissie (ue/s) en de fijnstofemissie (gram PM10 per jaar) zijn in onderstaande tabel weergegeven. Het maximale aantal te houden dieren is gelijk aan het aantal dierplaatsen. Aangevraagde dieraantallen Stal Diercategorie / RAV code 1 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar/ A3.100 Aantal dieren Ammoniakemissie Geuremissie Fijnstofemissie Totaal ammoniak Totaal geur Ammoniakemissiefactor Geuremissiefactor Fijnstofemissiefactor Totaal fijnstof 88 4,4 387,2 0,0 0, ,0 zaaknummer: W pagina 23 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

61 1 Vleeskalveren tot 8 maanden / A ,5 38,5 35,6 391, ,0 5 Melkkoeien / A1.18 (BWL v2) 450 9, ,0 0,0 0, ,0 Totaal 4.880,7 391, Beste Beschikbare Technieken Algemeen In dit hoofdstuk is het toepassen van de Beste Beschikbare Technieken (BBT) in de dierenverblijven uitgewerkt. Het gaat dan om de toepassing van huisvestingssystemen die de emissies verminderen. ok voor andere onderdelen van de aanvraag is het toepassen van de BBT relevant. Dit is nader uitgewerkt bij de betreffende toetsingsonderdelen. Toetsingskader Voor zover het de toepassing van de BBT in de dierenverblijven betreft is de aanvraag getoetst aan: - het Besluit emissiearme huisvesting; - de Wabo (onder andere artikel 2.14, vijfde lid). Toetsing Voor diercategorieën waarvoor het redelijk is om emissie-eisen te stellen zijn maximale emissiewaarden opgenomen in het Besluit emissiearme huisvesting. De maximale emissiewaarden in het Besluit zijn gebaseerd op de BBT. De eisen in het Besluit emissiearme huisvesting zijn tot stand gekomen door rekening te houden met gegevens die het bevoegd gezag op grond van artikel 9.2 van het Mor ook bij het vaststellen van BBT moet betrekken. Bij een huisvestingsysteem dat voldoet aan de daaraan in het Besluit emissiearme huisvesting gestelde eisen kan ervan worden uitgegaan dat dit huisvestingsysteem BBT is. Wanneer in bijlage 1 bij het Besluit emissiearme huisvesting geen maximale emissiewaarde is opgenomen moet het huisvestingssysteem voor die diercategorie worden aangemerkt als de BBT. In onderstaande tabel is per stal de maximale emissiewaarde naast de emissiefactor van het aangevraagde huisvestingssysteem gezet. zaaknummer: W pagina 24 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

62 Emissiefactor op basis van bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en maximale emissiewaarde op basis van bijlage 1 van het Besluit emissiearme huisvesting. Stal Diercategorie / Rav code Aantal dieren Emissiefactor (kg NH 3 per dierplaats per jaar) Maximale emissiewaarde (kg NH 3 per dierplaats per jaar) 5 Melkkoeien/ A1.18 (BWL v2) 450 9,9 11,0 De emissiefactor van het stalsysteem voor melkkoeien is lager dan de vereiste maximale emissiewaarde uit kolom B van bijlage 1 van het Besluit emissiearme huisvesting. Voor de diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar en vleeskalveren tot 8 maanden gelden geen maximale emissiewaarden. Alle aanwezige stalsystemen voldoen aan de eis van het toepassen van de BBT. Conclusie BBT De dierenverblijven voldoen tenminste aan de reguliere eisen van het Besluit emissiearme huisvesting. Dit vormt daardoor geen reden voor het weigeren van de gevraagde vergunning Geurhinder uit dierenverblijven Algemeen De inrichting ligt in het buitengebied aan de rand van Woubrugge in de gemeente Kaag en Braassem. De dichtstbijzijnde woning is gelegen op circa 33 meter vanaf de gevel van de dichtstbijzijnde stal (stal 4). De dichtstbijzijnde woningen worden geclassificeerd als woningen buiten de bebouwde kom. Toetsingskader De aanvraag is getoetst aan: - de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv); - de Geurverordening van de gemeente Kaag en Braassem; - de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv). Toetsing geurhinder De geurhinder, die afkomstig is van de inrichting, is getoetst aan de normen voor de geurbelasting en de afstandseisen uit de Wgv. De geuremissiefactoren voor het bepalen van de geuruitstoot zijn overgenomen uit bijlage 1 van de Rgv. Binnen de inrichting worden dieren van diercategorieën gehouden waarvoor wel (vleeskalveren) en geen geuremissiefactoren (vrouwelijk jongvee en melkkoeien) zijn vastgesteld. zaaknummer: W pagina 25 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

63 Beoordeling dieren zonder geuremissiefactoren In bijlage 1 van de Rgv zijn voor melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar geen geuremissiefactoren opgenomen. In de gemeente Kaag en Braassem is een Geurverordening van kracht. Voor de afstanden gemeten vanaf een emissiepunt van een stal gelden afwijkende afstandseisen ten opzichte van de Wgv. p grond van de Geurverordening gelden de volgende minimale afstanden in afwijking van de Wgv: - minimaal 50 meter tot geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom (art. 4). - minimaal 25 meter tot geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom (art 5, lid a)*. ok moet op grond van artikel 5 van de Wgv een afstand tussen het geurgevoelige object en de gevel van het dierenverblijf worden aangehouden. Deze afstand bedraagt ten minste 50 meter voor objecten binnen de bebouwde kom en ten minste 25 meter voor objecten buiten de bebouwde kom. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de geurgevoelige objecten in de directe omgeving van het bedrijf. Per object is daarbij zowel de werkelijke afstand, als de minimaal vereiste afstand aangegeven. Het gaat hierbij enerzijds om de afstand tussen de buitenzijde van een geurgevoelig object en het dichtstbijzijnde emissiepunt van het betreffende gedeelte van de inrichting. Anderzijds gaat het om de afstand tussen de buitenzijde van een geurgevoelig object en de dichtstbijzijnde buitenzijde van een dierenverblijf (stal) van het betreffende gedeelte van de inrichting. Afstandseisen en werkelijke afstanden tussen dierverblijf en geurgevoelig object Adres geurgevoelig object Cat. object Gemeten tot emissiepunt Werk. Afstand (m) Ver. Afstand (m) Punt Gemeten tot buitenzijde Werk. Afstand (m) Ver. Afstand (m) A. de Graaflaan 28 Buiten Stal Stal 1 Vrouwgeestweg 71 Vrouwgeestweg 106 Punt Buiten Stal Stal 1 Binnen Stal Stal 1 Legenda: Cat. object: categorie indeling van het betreffende object, binnen is binnen bebouwde kom en buiten is buiten bebouwde kom. Werk. afst. (m): werkelijke afstand tussen geurgevoelig object en inrichting, gemeten in meters. zaaknummer: W pagina 26 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

64 Ver. afst. (m): Punt: vereiste minimale afstand tussen geurgevoelig object en inrichting, gemeten in meters. bepalend punt van de inrichting, betreft het emissiepunt of de buitenzijde van het dierenverblijf. * Artikel 5, lid a van de Geurverordening geldt alleen als de uitbreiding van een bestaande veehouderij wordt belemmerd door een bestaand geurgevoelig object én de afstand niet afneemt. In de overige gevallen geldt de minimale afstand van 50 meter conform artikel 4, eerste lid onder b van de Wgv. Voor Vrouwgeestweg 71 en A. de Graaflaan 28 wordt getoetst aan artikel 5, lid a van de Geurverordening. Beoordeling dieren met geuremissiefactoren De diercategorie vleeskalveren tot 8 maanden heeft op grond van de regeling geurhinder en veehouderij wel een geuremissiefactor. p grond van artikel 3, lid 1, sub c en d van de Wgv geldt een geurnorm van 2,0 UE E/ m3 (binnen de bebouwde kom, buiten een concentratiegebied) en 8,0 UE / m3 lucht (buiten de bebouwde kom, buiten een concentratiegebied). Met het rekenmodel V-stacks vergunning moet worden berekend of aan de geurnorm kan worden voldaan. Bij de aanvraag is een V- Stacks berekening gevoegd. De omgevingsdienst heeft een herberekening gemaakt vanwege het ontbreken in de berekening van de woning A. de Graaflaan 28. Daarnaast moet op grond van artikel 5 van de Wgv een afstand tussen het geurgevoelige object en de gevel van het dierenverblijf worden aangehouden. Deze afstand bedraagt ten minste 50 meter voor objecten binnen de bebouwde kom en ten minste 25 meter voor objecten buiten de bebouwde kom. In onderstaande tabel zijn de geurnormen en de geuremissie alsmede de afstandseisen en de werkelijke afstanden inzichtelijk gemaakt. Geurnormen en werkelijke geuremissie en afstandseisen en werkelijke afstanden Adres geurgevoelig object Cat. object Geurbelasting (U E /m³) Werkelijk Norm Werk. afst. (m) Gemeten tot buitenzijde Ver. afst. (m) A. de Graaflaan 28 Buiten 0,9 8, Stal 1 Vrouwgeestweg 71 Buiten 0,4 8, Stal 1 Vrouwgeestweg 106 Binnen 0,2 2, Stal 1 Punt Legenda: Cat. object: Werkelijk: Norm: categorie indeling van het betreffende object, binnen is binnen bebouwde kom en buiten is buiten bebouwde kom. berekende geurbelasting met 'V-Stacks vergunning'; norm geurbelasting op basis van de Wgv; Werk. afst. (m): werkelijke afstand tussen geurgevoelig object en inrichting, gemeten in meters; zaaknummer: W pagina 27 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

65 Ver. afst. (m): Punt: vereiste afstand tussen geurgevoelig object en inrichting, gemeten in meters; bepalend punt van de inrichting, betreft de buitenzijde van het dierenverblijf. Conclusie geurhinder dierenverblijven Vergelijking van deze afstanden en geurbelasting toont aan dat wordt voldaan aan de normen voor afstand en geurbelasting van de Geurverordening en Wet geurhinder en veehouderij Ammoniakemissie uit dierenverblijven Toetsingskader Voor zover het de ammoniakemissie uit dierenverblijven betreft is de aanvraag getoetst aan: - de Wet ammoniak en veehouderij (Wav); - de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Toetsing De dierenverblijven van onderhavige inrichting liggen niet binnen een zone van 250 meter van een zeer kwetsbaar gebied. Voor deze inrichting geldt geen beperking met betrekking tot het ammoniakplafond, voor zover dit de emissie van ammoniak uit dierenverblijven en de invloed daarvan op zeer kwetsbare gebieden betreft. Conclusie ammoniakemissie dierenverblijven De ammoniakemissie uit de dierenverblijven vormt geen reden voor het weigeren van de gevraagde vergunning Luchtkwaliteit p 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd waarbij aan hoofdstuk 5 de paragraaf Luchtkwaliteitseisen is toegevoegd. De aanvraag voor de vergunning moet worden getoetst aan dit onderdeel van de Wet milieubeheer. Het doel van de wet is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Daartoe zijn in de wet grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide, benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel, benzo(a)pyreen opgenomen. In de praktijk blijkt dat alleen de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide worden overschreden. In de Wet milieubeheer is voor fijn stof een grenswaarde van 40 μg/m3 voor de jaargemiddelde concentratie opgenomen. ok is een grenswaarde voor de 24- uursgemiddelde concentratie van 50 µg/m3 opgenomen. Deze grenswaarde mag maximaal 35 dagen per jaar worden overschreden. Daarnaast is voor stikstofdioxide een grenswaarde van 40 μg/m3 voor de jaargemiddelde concentratie opgenomen. ok is een grenswaarde voor het uurgemiddelde concentratie van 200 µg/m3 opgenomen. Deze grenswaarde mag maximaal 18 dagen per jaar worden overschreden. zaaknummer: W pagina 28 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

66 Deze normen zijn op basis van gezondheidskundige aspecten bepaald, maar ook onder de norm kunnen gezondheidseffecten optreden, zij het vooral bij mensen die er gevoelig voor zijn, zoals kinderen en ouderen. Bij concentraties onder de 40 μg/m3 neemt de kans op effecten wel geleidelijk af. De belangrijkste bronnen van fijn stof bij veehouderijen zijn het dier, het voer, de uitwerpselen en het strooisel. p grond van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (art. 66 en 67) moet voor de berekening van concentraties van fijn stof gebruik worden gemaakt van de emissiefactoren die door de minister van VRM zijn vastgesteld. De emissiefactoren fijn stof voor de veehouderij zijn gepubliceerd op de website van het ministerie van VRM. De emissiefactoren zijn per diercategorie en huisvestingssysteem weergegeven. ver het algemeen zijn veehouderijen geen grote bron van N2. Er wordt daarom alleen gekeken naar fijn stof. m te bepalen welke bijdrage de veehouderij levert aan concentraties van zwevende deeltjes (fijn stof) en stikstofdioxide, moet de immissie (concentratie op leefniveau) bepaald worden. De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 schrijft voor dat voor berekeningen rond inrichtingen (puntbronnen) in beginsel standaardrekenmethode 3 van toepassing is. Dit houdt in dat het Nieuw Nationaal Model (NNM) moet worden toegepast. Voor de berekening van de emissie van veehouderijen is het programma ISL3a beschikbaar gesteld. Deze implementatie is ook gebaseerd op het NNM en is specifiek bedoeld voor eenvoudige situaties. p grond van Artikel 74 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit worden concentraties vastgesteld vanaf de grens van het terrein van de betreffende inrichting. p 19 december 2008 is een wijziging van deze regeling in werking getreden. Met deze wijziging werd het toepasbaarheidbeginsel' geïntroduceerd. Dit beginsel geeft aan op welke plaatsen de luchtkwaliteitseisen toegepast moeten worden. Dit wil zeggen dat: - Geen beoordeling van de luchtkwaliteit plaatsvindt op plaatsen waar het publiek geen toegang heeft en waar geen bewoning is. - Geen beoordeling van de luchtkwaliteit plaatsvindt op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen (hier gelden de ARB regels). Dit omvat mede de (eigen) bedrijfswoning. Uitzondering: publiek toegankelijke plaatsen; deze worden wél beoordeeld (hierbij speelt het zogenaamde blootstellingscriterium een rol). Toetsing vindt plaats vanaf de grens van de inrichting of bedrijfsterrein. - Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op de rijbaan van wegen, en op de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang hebben tot de middenberm. Bij de aanvraag is een fijn stof berekening van de aangevraagde situatie gevoegd. De berekeningen hebben plaatsgevonden met het programma ISL3a. Deze fijn stof berekening maakt onderdeel uit van de aanvraag. Uit de berekeningen volgt dat de jaargemiddelde concentratie voor fijn stof van 40 µg/m3 niet worden overschreden. zaaknummer: W pagina 29 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

67 Voor fijn stof is het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uursgemiddelde concentratie minder dan 35 per jaar. Er wordt voldaan aan de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen. Hierdoor zijn er voor de aangevraagde activiteiten geen belemmeringen met betrekking tot de luchtkwaliteit Bodem Bodembeschermingsbeleid Het preventieve bodembeschermingsbeleid, uitgewerkt in de Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB) heeft als uitgangspunt dat onder reguliere bedrijfscondities preventieve bodembeschermende maatregelen en voorzieningen moeten zijn getroffen die in combinatie leiden tot een verwaarloosbaar risico. Het bodemrisico wordt vastgesteld op basis van een bodemrisicoanalyse conform de BodemRisicoCheckList (BRCL) van de NRB. De NRB kent geen verdergaande vorm van preventieve bodembescherming dan het verwaarloosbaar bodemrisico. Dit kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Globaal is de NRB-aanpak samen te vatten als 'vloeistofdichte vloeren met een minimum aan gedragsvoorschriften', of 'kerende vloeren en/of lekbakken met een zwaar accent op de daarop toegesneden gedragsvoorschriften'. De vloeistofdichtheid van vloeren moet worden beoordeeld en goedgekeurd door een deskundige inspecteur, als bedoeld in PBV/CUR- Aanbeveling 44. De deskundige inspecteur of de rechtspersoon waarbij hij werkzaam is, moet daartoe gecertificeerd zijn door een door de Raad voor de Accreditatie erkende certificeringsinstelling. Het preventieve bodembeschermingsbeleid gaat er vanuit dat (zelfs) een verwaarloosbaar bodemrisico nooit volledig uitsluit dat onverhoopt een belasting van de bodem optreedt. m die reden blijft bodembelastingonderzoek noodzakelijk. Zulk onderzoek is gericht op de feitelijk aanwezige installaties en de gebezigde stoffen en beperkt zich tot het vastleggen van de nulsituatie bodemkwaliteit voorafgaand aan, of zo spoedig mogelijk na, de start van de betreffende activiteit(en) en een vergelijkbaar eind- en (eventueel) tussensituatie bodemonderzoek om aantasting van de bodemkwaliteit aan te kunnen tonen. Ten behoeve van de diverse opslagen van gevaarlijke stoffen en afvalstoffen zijn de volgende maatregelen en voorzieningen getroffen: pslag van drijfmest De geproduceerde drijfmest wordt opgeslagen in mestkelders onder de stallen. Deze hebben een opslagcapaciteit van m3. De vloeren en de wanden zijn mestdicht uitgevoerd. pslag van vaste mest zaaknummer: W pagina 30 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

68 pslag van vaste mest vindt plaats op een vloeistofkerende vloer die afwaterend naar een afvoerpunt is aangelegd. Deze afvoer is aangesloten op een mestdichte opslagvoorziening. pslag van reinigings- en ontsmettingsmiddelen in emballage Reinigings- en ontsmettingsmiddelen (265 liter) worden boven een lekbak opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagkast. pslag van bestrijdingsmiddelen in emballage Bestrijdingsmiddelen (werkvoorraad) worden boven een lekbak opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagkast of -ruimte. Uit de aanvraag blijkt dat deze voldoet aan de zorgplichtbepalingen gesteld in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. pslag van diergeneesmiddelen Diergeneesmiddelen (werkvoorraad) worden in de originele verpakking opgeslagen in een afsluitbare koelkast. pslag dieselolie De dieselolie wordt opgeslagen in een bovengrondse tank die is geplaatst in een vloeistofdichte lekbak. De tank heeft een opslagcapaciteit van liter en is uitgevoerd conform de bepalingen van de PGS 30. Ter plaatse van het afleverpunt is de vloer vloeistofkerend uitgevoerd, waarmee gedurende bepaalde tijd het doordringen van gemorst product in de bodem wordt verhinderd. Gemorst product moet met behulp van absorptiemateriaal zo spoedig mogelijk worden verwijderd. In de nabijheid van het afleverpunt zal daarvoor absorptiemateriaal in voorraad worden gehouden. pslag van minerale oliën Smeer-, hydraulische en afgewerkte olie (400 liter) wordt in een vloeistofdicht vat boven een vloeistofdichte lekbak opgeslagen. pslag van kadavers Kadavers worden opgeslagen op de vloeistofdichte kadaverplaat of in een vloeistofdichte kadaverton. De opslag van kadavers voldoet aan de Regeling dierlijke producten Spoelplaats Het spoelwater bestaat naast reinigings- en/of ontsmettingsmiddel alleen uit mest, zand en zaagselresten. De spoelplaats is voorzien van een vloeistofdichte vloer met afvoerput naar de mestkelder. pslag kuilvoer in sleufsilo s / opslag van niet-verpompbare bijvoedermiddelen De kuilvoeropslag / opslag voor niet-verpompbare bijvoedermiddelen (perspulp) is voorzien van een vloeistofkerende vloer die afwatert naar een afvoerpunt. Het percolaat en vervuild hemel- en reinigingswater wordt opgevangen in een mestdichte zaaknummer: W pagina 31 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

69 opvangput. De inhoud van de opvangput wordt periodiek overgepompt naar de mestkelder om samen met de drijfmest conform de meststoffenwet uitgereden te worden. De bestaande sleufsilo s die op 1 januari 2013 aanwezig waren moeten vanaf 1 januari 2027 voldoen aan artikel 3.65, vijfde lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer (o.a. opvangen percolaat). De meeste voorschriften ten behoeve van voornoemde bodembedreigende activiteiten zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit en bijbehorende regeling. Voor de opslag van gevaarlijke stoffen in verpakking (zoals reinigings- en ontsmettingsmiddelen) geldt hoofdstuk 4 van het Activiteitenbesluit. De voorschriften uit hoofdstuk 4 gelden echter niet voor type C inrichtingen. Daarom worden voor dit type opslag voorschriften opgenomen in deze vergunning. Na beëindiging van de opslag van olie en diesel moet de eindsituatie bodemkwaliteit worden onderzocht om vast te stellen of ondanks de getroffen voorzieningen en maatregelen bodembelasting is opgetreden en herstel van de bodemkwaliteit nodig is. De resultaten van het bodemonderzoek moeten binnen twee maanden na het uitvoeren van het onderzoek worden overlegd aan het bevoegd gezag Bodemonderzoeken Gelet op het feit dat binnen de inrichting slechts een beperkte hoeveelheid bodembedreigende stoffen aanwezig is en/of omdat deze reeds in de vigerende situatie aanwezig zijn wordt het uitvoeren van een nulsituatie- bodemonderzoek niet noodzakelijk geacht. Voor het realiseren van de nieuwe stal is geen nulsituatiebodemonderzoek vereist op grond van artikel 3.66, derde lid van de Activiteitenregeling Voorschriften In het belang van de bescherming van de bodem zijn in deze beschikking, voorschriften opgenomen om verontreiniging van de bodem te voorkomen. De in dit kader gestelde voorschriften zijn gesteld op grond van artikel 2.22 van de Wabo en blijft ingevolge artikel 5.9 onder c van het Bor daarom van kracht nadat de onderhavige vergunning vervalt of wordt ingetrokken. Gelet op de omvang van het bedrijf is gekozen om voor het aspect bodembescherming specifieke middelvoorschriften op te nemen waarmee een verwaarloosbaar risico wordt gerealiseerd. Het uitvoeren van deze combinatie van maatregelen en voorzieningen wordt in deze beschikking verplicht gesteld Energie Het bevoegd gezag moet bij een beschikking op een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor milieu de zorg voor een zuinig gebruik van energie in ogenschouw nemen. In het belang van de bescherming voor het milieu moeten voorschriften aan de vergunning verbonden worden gericht op een zuinig gebruik van energie. Volgens de Circulaire Energie in de milieuvergunning en landelijke regels zaaknummer: W pagina 32 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

70 kunnen bij een verbruik van meer dan kwh elektriciteit en/of meer dan m3 aardgas in de vergunning extra maatregelen worden voorgeschreven. In een brief van de Minister van VRM (thans: I en M) met kenmerk DGM/SB , is verzocht om bij het opleggen van energievoorschriften in milieuvergunningen aan te sluiten bij de uitgangspunten van het Activiteitenbesluit. In het Activiteitenbesluit is gesteld dat bedrijven met een verbruik boven kwh of m3 aardgasequivalenten aan brandstoffen alle rendabele maatregelen moeten treffen. Een rendabele maatregel heeft een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Verder is in het Activiteitenbesluit aangegeven dat bij een verbruik van meer dan kwh aan elektriciteit en/of m3 aardgasequivalenten aan brandstoffen het bevoegd gezag degene die de inrichting drijft, kan verplichten een energieonderzoek te verrichten of te laten verrichten. Het jaarlijkse (geschat) gebruik van Van Stralen B.V. bedraagt kwh en m³ aardgas. Het energieverbruik van het bedrijf ligt boven de grens die gehanteerd wordt in het Activiteitenbesluit. p dit moment zijn rendabele energiebesparingsmaatregelen beschreven in diverse energie-informatiebladen van infomil ( onder energiebesparing en winst). Bij de aanvraag is een energiechecklist gevoegd. In de inrichting worden in de toekomstige situatie onder andere de volgende energiebesparende maatregelen toegepast: - Voorkoelen melktank. - Warmte terugwinning melktank. - Natuurlijke daglicht intreding. - Toepassen van HF-TL lampen met spiegeloptiek armatuur. - Toepassen van schakelklok en schemerschakelaar voor buiten- en terreinverlichting. - Toepassen van spaarlampen. In deze beschikking zijn de volgende voorschriften opgenomen: - een voorschrift waarin aangegeven is dat er doelmatig gebruik moet worden gemaakt van energie en grondstoffen; - een voorschrift waarin aangegeven is dat het bedrijf alle rendabele maatregelen moet treffen; - een voorschrift waarin vastgelegd is dat de jaarrekening moet worden bewaard. - een voorschrift waarin is opgenomen dat de mgevingsdienst, onder bepaalde voorwaarden, kan vragen om een (energie)onderzoek uit te voeren om na te gaan of alle rendabele maatregelen zijn genomen. Voor het uitvoeren van het onderzoek zaaknummer: W pagina 33 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

71 kan, indien van toepassing, gebruik worden gemaakt van de diverse energieinformatiebladen van infomil ( Verder staat het degene die de inrichting drijft vrij andere rendabele maatregelen te nemen die een langere terugverdientijd hebben Water Voor waterbesparing is geen algemene norm neergelegd in een circulaire of richtlijn. De gemeente heeft als beleid dat boven een verbruik van m3 water per jaar de mogelijkheden van waterbesparing nader onderzocht moeten worden. Van Stralen B.V. komt met een waterverbruik van m3 boven deze norm. Circa m3 betreft drinkwater voor het vee. Een onderzoekverplichting is daarom niet redelijk. Uit de aanvraag blijkt verder dat de drinkwaterinstallatie regelmatig wordt gecontroleerd op lekkage. In de vergunning zijn voorschriften opgenomen voor het besparen van water. Daarnaast is er een registratievoorschrift opgenomen en een voorschrift waarin aangegeven wordt dat bij de aanschaf van machines en/of installaties en/of gebouwdelen waterbesparende maatregelen met een terugverdientijd tot en met vijf jaar uitgevoerd moeten worden Verkeer en vervoer Het landelijke beleid ten aanzien van verkeer is gericht op de beperking van de uitstoot van stoffen, de verbetering van de bereikbaarheid van inrichtingen en de beperking van ruimtebeslag. Vervoersmanagement is vooral van belang bij inrichtingen waar veel mensen werken, waar veel bezoekers komen of waar grote stromen goederen vervoerd worden. De gemeente heeft als beleid dat bij: werknemers en/of - meer dan 500 bezoekers per dag - en/of meer dan 2 miljoen transportkilometers per jaar voor verladers of uitbesteed vervoer en/of - meer dan 1 miljoen transportkilometers per jaar voor eigen vervoerders, onderzocht moet worden of het aantal vervoersbewegingen beperkt kan worden. Van Stralen B.V. blijft met het aantal werknemers, het aantal bezoekers en het aantal transportkilometers onder deze norm. In deze situatie is het daarom niet redelijk om voorschriften met betrekking tot vervoersmanagement in de vergunning op te nemen Afval Algemeen zaaknummer: W pagina 34 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

72 Het Nederlandse afvalbeleid is verankerd in hoofdstuk 10.2 van de Wm. p 24 december 2009 is het tweede Landelijk afvalbeheerplan (LAP-2) van kracht geworden. LAP-2 is het resultaat van de evaluatie van het eerste LAP ( ) met onder andere extra aandacht voor ketenbeleid. LAP-2 kent een looptijd van 2009 tot Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag is rekening gehouden met de mogelijkheden van afvalpreventie en afvalscheiding bij het bedrijf Preventie In hoofdstuk 13 van het LAP is het beleid uitgewerkt voor afvalpreventie. Preventie van afval is een van de hoofddoelstellingen van het afvalstoffenbeleid. p welke wijze wij invulling geven aan preventie is beschreven in de handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven (Infomil 2005). Uitgangspunt voor alle bedrijven is dat het ontstaan van afval zoveel mogelijk moet worden voorkomen of beperkt. De totale hoeveelheid afval die binnen de inrichting vrijkomt bedraagt circa 7,5 ton, circa 0,3 ton daarvan is gevaarlijk afval. De handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven (Infomil, 2005) hanteert ondergrenzen die de relevantie van afvalpreventie bepalen. Hierin wordt gesteld dat afvalpreventie relevant is wanneer er jaarlijks meer dan 25 ton (niet gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt. De totale hoeveelheid gevaarlijk en/of niet gevaarlijk afval ligt beneden de gehanteerde ondergrenzen. Wij hebben daarom in deze vergunning verder geen aandacht besteed aan de preventie van afvalstoffen Afvalscheiding Daarnaast heeft de gemeente als beleid dat, mits er afvalstoffen vrijkomen, er altijd voorschriften over afvalscheiding opgenomen worden. In hoofdstuk 10 van de Wm is opgenomen waaraan de afgifte van afvalstoffen moet voldoen. Afvalscheiding betreft het scheiden, gescheiden houden en gescheiden afgeven van afval dat zowel integraal als gescheiden vrijkomt. Het LAP-2 beschrijft bij welke hoeveelheden afvalstoffen ervan wordt uitgegaan dat er geen fysieke, financiële of organisatorische belemmeringen zijn om tot afvalscheiding over te gaan. Daarbij stelt het plan dat bij gevaarlijk afval de specifieke eindverwerking de reden is om tot afvalscheiding over te gaan. Afgifte van (gevaarlijk) afval mag alleen geschieden aan erkende vervoerders/verwerkers van afval. Afvalscheiding is niet verplicht in het geval de kosten per ton voor de gescheiden inzameling en afvoer van de betreffende afvalstof meer dan 45 euro hoger liggen dan de kosten per ton voor de inzameling en afvoer van het ongescheiden (rest)afval. Het bedrijf moet zelf aan het bevoegd gezag aantonen wanneer het voor hen niet redelijk is om bepaalde afvalstoffen te scheiden Geluid en trillingen Algemeen zaaknummer: W pagina 35 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

73 De inrichting ligt aan de A. de Graaflaan 31, Woubrugge in het buitengebied van de gemeente Kaag en Braassem. De dichtstbijgelegen woning van een derde bevindt zich op een afstand van circa 33 meter ten oosten van de inrichting (A. de Graaflaan 28)). p een afstand van circa 46 meter ligt de woning Vrouwgeestweg 71. De inrichting is een type C inrichting en is daarmee vergunningplichtig Toetsingskader Voor een vergunning op grond van de Wet milieubeheer dienen de geluidnormen conform het gestelde in de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening van 1998 (hierna: de Handreiking), vastgesteld te worden. De gemeente Kaag en Braasem heeft geen geluidnota vastgesteld. Hierdoor is hoofdstuk 4 uit de Handreiking voor deze vergunning van toepassing. Volgens hoofdstuk 4 dient bij vergunningverlening voor bestaande inrichtingen voor het bepalen van de toelaatbare geluidniveaus, eerst getoetst te worden aan de in tabel 4 opgenomen richtwaarden. Deze richtwaarden gelden voor verschillende typen woonomgevingen. De omgeving is deels te karakteriseren als een rustige woonwijk en deels als een landelijke omgeving. Voor deze gebiedstypen zijn in tabel 4 richtwaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT van respectievelijk 45 db(a) en 40 db(a) etmaalwaarde opgenomen. Indien uit toetsing van de aanvraag blijkt dat de inrichting niet kan voldoen aan de richtwaarden, kan op basis van het referentieniveau van het omgevingsgeluid gemotiveerd afgeweken worden van deze richtwaarden. Verder stelt de Handreiking dat gestreefd dient te worden naar het voorkomen van maximale geluidniveaus die meer dan 10 db boven het aanwezige langtijdgemiddeld beoordelingsniveau uitkomen. In de Handreiking wordt als grenswaarde voor het maximale geluidniveau 70, 65, 60 db(a) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode aangehouden. De omgeving is niet in de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland opgenomen als milieubeschermingsgebied voor stilte. Bij de normstelling hoeft hier geen rekening mee gehouden te worden. mdat hier sprake is van een agrarisch bedrijf in een agrarische omgeving is voor de indeling van de dag-, avond- en nachtperiode aangesloten bij de systematiek uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. De dagperiode loopt van uur tot uur, de nachtperiode van uur tot uur en de nachtperiode loopt van uur tot uur Beoordeling aanvraag Bij de aanvraag is een geluidrapport van De Roever mgevingsadvies met rapportnummer /C03/SB van 28 februari 2014 gevoegd. Dit rapport maakt onderdeel uit van de aanvraag en is voor de omgevingsvergunning beoordeeld. zaaknummer: W pagina 36 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

74 De inrichting is van maandag tot en met zondag in bedrijf. De belangrijkste geluidbronnen zijn verschillende stationaire bronnen (zoals een koelmotor en pompen) en mobiele bronnen, zoals transportbewegingen en laad- en losactiviteiten van vrachtwagens en tractoren op het buitenterrein van de inrichting. In hoofdstuk 3 van het geluidrapport zijn de verschillende bedrijfsactiviteiten beschreven. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de representatieve bedrijfssituatie, de incidentele bedrijfssituatie en regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie. Representatieve bedrijfssituatie De representatieve bedrijfssituatie is de situatie onder normale omstandigheden. In het geluidrapport is uitgegaan van de maximale werksituatie die vaker dan twaalf keer per jaar voorkomt. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT Het bedrijf is al vele jaren op deze locatie is gevestigd. De omliggende woningen ten oosten van de inrichting zijn de woningen Vrouwgeestweg 71, Vrouwgeestweg 104, Vrouwgeestweg 106 en A. de Graaflaan 28. Deze woningen bevinden zich in een rustige woonwijk. p basis van tabel 4 uit de Handreiking is de richtwaarde voor de woonomgeving in een rustige woonwijk 45 db(a) etmaalwaarde. In het landelijke gebied zijn de woningen A. de Graaflaan 27 (ten noorden) en Heimansbuurt 10 (ten zuidoosten) maatgevend. De richtwaarde op basis van de Handreiking voor deze woonomgeving bedraagt 40 db(a). Uit het geluidrapport blijkt dat de inrichting kan voldoen aan de richtwaarden uit de Handreiking. De berekende geluidbelasting: - ter plaatse van de woning Vrouwgeestweg 71 bedraagt 45 db(a) in de dagperiode, 38 db(a) in de avondperiode en 14 db(a) in de nachtperiode. - ter plaatse van de woning Vrouwgeestweg 104 bedraagt de geluidbelasting 39 db(a) in de dagperiode, 33 db(a) in de avondperiode en 14 db(a) in de nachtperiode. - ter plaatse van de woning Vrouwgeestweg 106 bedraagt de geluidbelasting 40 db(a) in de dagperiode, 34 db(a) in de avondperiode en 24 db(a) in de nachtperiode. - ter plaatse van de woning A. de Graaflaan 28 bedraagt de geluidbelasting 42 db(a) in de dagperiode, 37 db(a) in de avondperiode en 24 db(a) in de nachtperiode. Voor de woning A. de Graaflaan 27 in het landelijke gebied bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de dag-, avond- en nachtperiode respectievelijk 33 db(a), 33 db(a) en 27 db(a). Ter plaatse van de woning Heimansbuurt 10 bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau 37 db(a) in de dagperiode, 31 db(a) in de avondperiode en 22 db(a) in de nachtperiode. zaaknummer: W pagina 37 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

75 In de geluidvoorschriften is voor genoemde woningen in de rustige woonwijk (ten oosten van de inrichting) en voor genoemde woningen van derden in het landelijk gebied (ten noorden en zuidoosten van de inrichting) een geluidnorm voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau opgenomen. Maximale geluidniveau LAmax Naast de normen voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau zijn in de vergunning ook normen voor het maximale geluidniveau opgenomen. In de Handreiking is aangegeven dat gestreefd dient te worden naar het voorkomen van maximale geluidniveaus die meer dan 10 db boven het aanwezige langtijdgemiddeld beoordelingsniveau uitkomen. In de Handreiking wordt als grenswaarde voor het maximale geluidniveau 70, 65, 60 db(a) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode aangehouden. Volgens het geluidrapport bedraagt het maximale geluidniveau in de dag, avond- en nachtperiode ten hoogste 70 db(a), 64 db(a) en 29 db(a). Hiermee wordt niet voldaan aan de richtwaarde van de Handreiking. Wel wordt voldaan aan de grenswaarden van de Handreiking. De maximale geluidniveaus worden in de dag- en avondperiode veroorzaakt door vragenwagens en in de nachtperiode door de pomp van de melkmachine. Regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie In het geluidsonderzoek is aangegeven dat met enige regelmaat, maar minder dan 52 keer per jaar, drijfmest met behulp van een tractor en een mestpomp uit twee pompputten wordt verwijderd. Het verwijderen van drijfmest vindt uitsluitend in de dagperiode plaats. Als gevolg van de activiteiten wordt de richtwaarde van 45 db(a) voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) in de dagperiode met ten hoogste 4 db(a) overschreden. De richtwaarde van 40 db(a) wordt met ten hoogste 1 db(a) overschreden. De grenswaarde voor het maximale geluidniveau (LAmax) wordt niet overschreden. Het verwijderen van drijfmest is een noodzakelijke activiteit voor de bedrijfsvoering. De rijroute van de tractor is redelijkerwijs niet te wijzigen, aangezien dit de enige toegangsroute is naar de pomputten van inrichting. De woning Vrouwgeestweg 71 bevindt zich recht tegenover de oprit van de inrichting. Het treffen van maatregelen, zoals het plaatsen van een geluidsscherm is hierdoor niet mogelijk. Gelet op bovenstaande zijn voor het verwijderen van drijfmest in de dagperiode in de geluidsvoorschriften hogere geluidnormen opgenomen voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. De hogere geluidsnormen gelden voor maximaal 12 keer per jaar. zaaknummer: W pagina 38 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

76 Ter plaatse van de woning Vrouwgeestweg 71 bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege alle activiteiten in de inrichting niet meer dan 50 db(a). Ter plaatse van de woning Heimansbuurt 10 bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau niet meer dan 41 db(a). Incidentele bedrijfssituatie Gedurende 10 keer per jaar vindt de aanvoer van ruwvoer (inkuilen) plaats. De aanvoer vindt plaats in de dagperiode, maar kan tot uur uitlopen. Uit het geluidrapport blijkt dat de richtwaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau tijdens de incidentele bedrijfssituatie worden overschreden met maximaal 3 db(a) in de dagperiode en maximaal 7 db(a) in de avondperiode. De grenswaarde voor het maximale geluidniveau wordt eveneens overschreden met maximaal 5 db(a) in de avondperiode. De overschrijdingen worden veroorzaakt door tractor- en laadschopbewegingen. Gezien het incidentele karakter van de activiteiten, zijn de overschrijdingen van de richt- en grenswaarde acceptabel. p grond van de Handreiking kan voor de activiteiten in de incidentele bedrijfssituatie een ontheffing van de geluidsnormen worden verleend. Voor deze activiteiten geldt dat die maximaal 10 keer per jaar plaatsvinden. Indirecte hinder De circulaire van de minister van VRM van 29 februari 1996, inzake Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer is van toepassing op geluidhinder als gevolg van verkeersbewegingen op de openbare weg. Voor het verkeer van en naar de inrichting geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) en een maximale grenswaarde van 65 db(a) etmaalwaarde op de gevels van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen. In het geluidrapport is de geluidbelasting vanwege indirecte hinder berekend. De geluidbelasting bedraagt 48 db(a). Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde voor indirecte hinder van de Circulaire. Er is geen reden om nadere voorwaarden door het beperken van de indirecte hinder aan de vergunning te verbinden Externe veiligheid Het bedrijf overschrijdt met de activiteiten en opgeslagen toegepaste gevaarlijke stoffen niet de grenzen uit het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beheersen van risico s bij industriële activiteiten en het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving. Het betreft risico s die verbonden zijn aan activiteiten die brand of explosies kunnen veroorzaken zaaknummer: W pagina 39 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

77 en aan activiteiten die bij brand gevaarlijk kunnen zijn of schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Voor gevaarlijke installaties en activiteiten zijn richtlijnen (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) opgesteld, waarin technische en organisatorische maatregelen zijn opgenomen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. PGS nummers 7, 9, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 22, 23, 24, 28, 29 en 30 zijn opgenomen in bijlage 1 bij de Mor. p grond van deze regeling moet met deze documenten rekening worden gehouden, voor zover deze documenten betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Aan de hand van de activiteiten die genoemd zijn in de vergunningaanvraag, is vastgesteld dat de volgende PGS- richtlijnen van toepassing zijn op deze inrichting: - De richtlijn PGS 15. Vanwege het opslaan van smeer-, hydraulische en afgewerkte olie (in vaten, maximaal 400 liter). - De richtlijn PGS 30. Vanwege het binnen de inrichting opslaan van diesel in een bovengrondse tank van liter. In deze beschikking zijn voor deze aspecten geen voorschriften opgenomen omdat het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing is. 3.7 Conclusie Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem concludeert dat de nadelige gevolgen van de inrichting voor het milieu, krachtens artikel 2.14 van de Wabo, kunnen worden voorkomen, c.q. in voldoende mate beperkt door het stellen van de bij deze beschikking behorende voorschriften en onder de condities zoals vermeld in deze beschikking. zaaknummer: W pagina 40 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

78 4. TETSINGSDCUMENTEN ACTIVITEIT MILIEUBEWUST HANDELEN De volgende toetsingsdocumenten zijn bij de inhoudelijke beoordeling betrokken: - PGS 15: pslag van verpakte gevaarlijke stoffen - PGS 30: Vloeibare brandstoffen - bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties. zaaknummer: W pagina 41 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

79 5. BEGRIPPENLIJST ACTIVITEIT MILIEUBEWUST HANDELEN Activiteitenbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer. Agrarische activiteiten Geheel van activiteiten dat betrekking heeft op gewassen of landbouwhuisdieren voor zover deze geteeld of gekweekt onderscheidenlijk gefokt, gemest, gehouden of verhandeld worden, daaronder mede begrepen agrarisch gemechaniseerd loonwerk zoals het uitvoeren van cultuurtechnische werken, mestdistributie, grondverzet of soortgelijke dienstverlening. Agrarische bedrijfsstoffen Dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn, kuilvoer, bijvoedermiddelen die niet verpompbaar zijn, gebruikt substraatmateriaal van plantaardige oorsprong en restmateriaal afkomstig van de teelt van gewassen, voor zover geen sprake is van inerte goederen. Ammoniakemissie Emissie van ammoniak, uitgedrukt in kilogram NH3 per jaar. Bevoegd gezag Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het geven van een beschikking of het nemen van een ander besluit. Bodembedreigende activiteit Bedrijfsmatige activiteit die gepaard gaat met het gebruik, de productie of de emissie van een bodembedreigende stof. Bor Besluit omgevingsrecht BRCL BodemRisicoCheckList Concentratiegebied Concentratiegebied als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij. Diercategorie Diercategorie als bedoeld in de regeling op grond van artikel 1 van de Wet ammoniak en veehouderij. Dieren met geuremissiefactor Dieren waarvoor een geuremissiefactor is vastgesteld op grond van artikel 10 van de Wet geurhinder en veehouderij. zaaknummer: W pagina 42 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

80 Dieren zonder geuremissiefactor Dieren waarvoor geen emissiefactor is vastgesteld op grond van artikel 10 van de Wet geurhinder en veehouderij. Dierenverblijf Al dan niet overdekte ruimte waarbinnen landbouwhuisdieren worden gehouden. Dierlijke meststoffen Dierlijke meststoffen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Meststoffenwet. Dierplaats Dierplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ammoniak en veehouderij. Digestaat Stabiel restproduct dat overblijft na het vergisten van ten minste 50% dierlijke uitwerpselen met als nevenbestanddeel uitsluitend producten die krachtens artikel 5 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet zijn aangewezen. Drijfmest Dierlijke meststoffen die verpompbaar zijn. Grote stookinstallatie Stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer, ongeacht het toegepaste brandstoftype. Huisvestingssysteem Gedeelte van een dierenverblijf waarin landbouwhuisdieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden. IPPC Integrated Pollution Prevention and Control. LAP Landelijk afvalbeheerplan Maximale emissiewaarde Maximale emissiewaarde als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ammoniak en veehouderij. Melkrundvee Melkrundvee als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ammoniak en veehouderij. Mestbassin zaaknummer: W pagina 43 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

81 Voorziening voor het opslaan van drijfmest, niet zijnde een opslagtank of verpakking. Mestdicht Een zeer beperkte en acceptabele hoeveelheid mest als vloeistof doorlatend naar de bodem. Mestkelder ndergronds mestbassin, voorzien van een afdekking die als vloer kan fungeren en onderdeel is van een dierenverblijf of van een voormalig dierenverblijf. Ministeriële regeling Activiteitenregeling milieubeheer. Mor Regeling omgevingsrecht. Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) Wet van 25 mei 1998, houdende nieuwe regelen ter bescherming van natuur en landschap (Natuurbeschermingswet 1998) NRB Nederlandse richtlijn bodembescherming NNM Nieuw Nationaal Model mgevingsdienst Het dagelijks bestuur van de mgevingsdienst West-Holland. Postadres: Postbus 159, 2300 AD Leiden. Bezoekadres: Schipholweg 128 te Leiden. Tel. (071) , telefax (071) PGS 15 Richtlijn PGS 15, getiteld pslag van verpakte gevaarlijke stoffen, zoals gepubliceerd op PGS 15:2011 versie 1.1 (december 2012). PGS 30 Richtlijn PGS 30, getiteld Vloeibare brandstoffen bovengrondse tankinstallaties en afleverinstallaties, zoals gepubliceerd op PGS 30: 2011 versie 1.0 (december 2011). Rav Regeling ammoniak en veehouderij. zaaknummer: W pagina 44 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

82 RGV Regeling geurhinder en veehouderij. Stookinstallatie Technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd ten einde de aldus opgewekte warmte te gebruiken. Veehouderij Inrichting voor het kweken, fokken, mesten, houden of verhandelen van landbouwhuisdieren. Vloeibaar bijvoedermiddel Bijvoedermiddel dat verpompbaar is en dat is aan te merken als «inerte goederen» als bedoeld in dit artikel. Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht WAV Wet ammoniak en veehouderij. WGV Wet geurhinder en veehouderij. Wm Wet milieubeheer. Woning Gebouw of gedeelte van een gebouw waar bewoning is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet. Zeer kwetsbaar gebied (WAV-GEBIED) Zeer kwetsbaar gebied in de zin van de Wet ammoniak en veehouderij. Adressen Kenniscentrum InfoMil Postbus 93144, 2509 AC Den Haag Fax: zaaknummer: W pagina 45 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

83 PGS De PGS-richtlijnen (incl. errata) zijn te vinden op: zaaknummer: W pagina 46 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

84 6. VRSCHRIFTEN ACTIVITEIT BUWEN 6.1 Het uitzetten (peilhoogte en locatie) moet plaatsvinden in overleg met het toezichthouders VTH. 6.2 Het hemelwater moet worden afgevoerd naar open water. 6.3 Het vuilwaterriool moet worden aangesloten op het gemeenteriool. De aanlevering moet op de perceelgrens plaats vinden. Alleen huishoudelijk afvalwater mag worden geloosd. 6.4 Voor aanvang van de bouwwerkzaamheden moet de vergunninghouder in het bezit te zijn van goedgekeurde statische berekening en/of tekening. Voor meer informatie wordt verwezen naar de folder mgevingsvergunning - algemene bepalingen en voorwaarden. 6.5 In de technische ruimte moet, overeenkomstig hetgeen is opgenomen in de rapportage risicobenadering brandveiligheid (projectnr , versie 01 van 28 januari 2015), een rookmelder worden aangebracht. 6.6 Werkzaamheden met (mogelijk) verontreinigde grond moeten plaatsvinden volgens wettelijke regels. Deze zijn opgenomen in de Wet milieubeheer, de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) en het Besluit bodemkwaliteit. 6.7 Richtlijnen voor veiligheid zijn vastgelegd in CRW-publicatie 132: Werken in en met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water. 6.8 Het voornemen om meer dan 50m 3 grond af te graven en/of meer dan 1.000m³ grondwater te onttrekken moet de initiatiefnemer melden bij de mgevingsdienst West-Holland via het meldingsformulier Bodemverontreiniging. 6.9 Het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand valt onder de Waterwet en moet gemeld worden bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het lozen van bemalingwater valt onder het Besluit lozen buiten inrichtingen. Meer informatie over de wijze van lozing en de meldingsplicht is te vinden op Voor het toepassen van niet schone grond en/of meer dan 50m³ schone grond moet een melding worden gedaan via zaaknummer: W pagina 47 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

85 BIJLAGE I Besluit op aanmeldingsnotitie milieueffectrapportage zaaknummer: W pagina 48 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

86 zaaknummer: W pagina 49 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

87 zaaknummer: W pagina 50 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

88 zaaknummer: W pagina 51 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

89 zaaknummer: W pagina 52 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

90 zaaknummer: W pagina 53 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

91 zaaknummer: W pagina 54 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

92 zaaknummer: W pagina 55 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

93 zaaknummer: W pagina 56 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

94 zaaknummer: W pagina 57 van 57 adres: A. de Graaflaan 31 te Woubrugge

95 AANVRAAG MGEVINGSVERGUNNING BUITENPLANS AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED (ARTIKEL 2.12, LID 1 NDER A, SUB 3 - WAB-PRJECTBESLUIT) INITIATIEFNEMER Van Stralen B.V. Heimansbuurt LV Alphen a/d Rijn LCATIE BEDRIJF A. de Graaflaan KL Woubrugge 1

96 2

97 RUIMTELIJKE NDERBUWING WAB PRJECTBESLUIT (ARTIKEL 2.12, LID 1 NDER A, SUB 3) Initiatieflocatie: A. de Graaflaan KL Woubrugge Initiatiefnemer: Van Stralen B.V. Heimansbuurt LV Alphen a/d Rijn Adviseur/contact: FarmConsult Sluisstraat GA Delden farmconsult@forfarmers.eu Projectleider Frans Heslenfeld tel frans.heslenfeld@forfarmers.eu psteller Marieke van Beers-Uijen tel marieke.vanbeers@forfarmers.eu Datum: 23 juni 2015 Versie: 1.1b 3

98 4

99 INHUDSPGAVE INHUDSPGAVE... 5 HFDSTUK 1 INLEIDING... 7 HFDSTUK 2 PLANMSCHRIJVING GEGEVENS INITIATIEFNEMER LIGGING VAN DE LCATIE BESTAANDE SITUATIE MSCHRIJVING GEWENSTE NTWIKKELING HFDSTUK 3 PLANLGISCH TETSINGSKADER RIJKSBELEID Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Besluit algemene regels ruimtelijke ordening PRVINCIAAL BELEID Visie ruimte en mobiliteit Verordening ruimte Conclusie: GEMEENTELIJKE BELEID REGINALE StructuurvisiE 2020 HLLAND RIJNLAND Bestemmingsplan Buitengebied Jacobscoude EFFECTEN NTWIKKELING AGRARISCH ADVIES HFDSTUK 4 RUIMTELIJKE ASPECTEN NATUUR: GEBIEDSBESCHERMING Natura WAV-gebieden verige natuurgebieden FLRA- EN FAUNA: SRTENBESCHERMING BEELDKWALITEITSPARAGRAAF ARCHELGIE EN CULTUURHISTRIE PARKEREN EN NTSLUITING HFDSTUK 5 MILIEUASPECTEN DE M.E.R.-PLICHT BDEM EXTERNE VEILIGHEID GELUIDHINDER GEUR LUCHTKWALITEIT WATER GEZNDHEID

100 5.9 KABELS EN LEIDINGEN HFDSTUK 6 UITVERBAARHEID MAATSCHAPPELIJKE UITVERBAARHEID ECNMISCHE UITVERBAARHEID HFDSTUK 7 CNCLUSIE BIJLAGEN BIJLAGE 1 SITUATIESCHETS BESTAANDE EN GEWENSTE SITUATIE VRZIEN VAN HET BESLUITGEBIED BIJLAGE 2 BESLUIT A-MER BIJLAGE 3 BESCHIKKING NBW-VERGUNNING BIJLAGE 4 QUICKSCAN FLRA- EN FAUNA BIJLAGE 5 VERKENNEND BDEMNDERZEK BIJLAGE 6 AKESTISCH NDERZELK BIJLAGE 7 GEURBEREKENING (V-STACKS VERGUNNING) BIJLAGE 8 LUCHTKWALITEITSNDERZEK BIJLAGE 9 WATER, NTHEFFING KEUR

101 HFDSTUK 1 INLEIDING Algemeen Wabo-projectbesluit Toelichting procedure Geen plan-mer-plicht Geen passende beoordeling indien Nbwvergunning is verleend. Leeswijzer Van Stralen B.V., vertegenwoordigd in persoon door de heer A. van Stralen, is voornemens om de melkveehouderij op de locatie A. de Graaflaan 31 in Woubrugge uit te breiden. Het bedrijf wil uitbreiden naar circa 450 melkkoeien en 99 stuks jongvee (wv 11 stierkalveren). Het huidige bebouwing is te beperkt van omvang om ruimte te bieden aan de gewenste ontwikkeling. De schapen worden in het voornemen niet meer gehouden. De oude ligboxenstal wordt gebruikt voor het huisvesten van het jongvee. De locatie ligt in het Bestemmingsplan Buitengebied 2008 Jacobswoude van de gemeente Kaag en Braassem. Het plangebied is bestemd voor Agrarische doeleinden en heeft de subbestemming grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw. Aan de locatie is agrarisch bouwvlak van 1,55 hectare toegekend. Een deel van voorgenomen bouwplan, te weten 2400 m2 van de nieuwe rundveestal en drie sleufsilo s en een kleine gedeelte van een vierde sleufsilo met een oppervlak van 2000 m2, passen niet binnen dit bouwvlak. Dit gedeelt past wel binnen een fictief bouwvlak van 2 hectare. Afwijken van het bestemmingsplan is mogelijk via 2.12 lid 1 sub a onder onder 3 Wabo, ofwel via een Wabo-projectbesluit. Een Wabo-projectbesluit vindt zijn basis in art lid 1 sub a onder 3 Wabo. Door een Wabo-projectbesluit te gebruiken kan van een geldend bestemmingsplan worden afgeweken, dit onder andere met het doel om de vergunningverlening te kunnen bespoedigen. Dit kan alleen als de aanvraag getuigt van goede ruimtelijke ordening en is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Als de aanvraag 'van goede ruimtelijke ordening getuigt' moet in beginsel de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) afgeven. De procedure Voor een WAB-projectbesluit geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. De beslistermijn is daarbij 26 weken. Deze termijn kan eenmalig met 6 weken worden verlengd. Bij deze procedure kan de vergunning niet van rechtswege worden verleend. In de uitgebreide voorbereidingsprocedure worden belanghebbenden gedurende 6 weken in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen alvorens de gemeente een besluit neemt. Tegen dit besluit is beroep bij de rechtbank (binnen 6 weken na publicatie) en hoger beroep bij de Raad van State mogelijk. De omgevingsvergunning is niet plan-mer-plichtig ex artikel 7.2 Wm. Gelet op de mogelijkheid om de ammoniakemissie in de aangevraagde situatuatie per saldo niet toe te laten nemen ten opzichte van de vergunde situatie, wordt de in dit plan voorziene activiteit voor wat betreft de ammoniakemissie op grond van artikel 19kd Natuurbeschermingswet 1998 niet als significant beoordeeld in de zin van artikel 19j, tweede lid van dezelfde wet. Er is derhalve geen passende beoordeling nodig voor wat betreft de effecten van de stikstofdepositie van de voorgenomen uitbreiding op de stikstofgevoelige habitats in de Natura 2000-gebieden in de omgeving. p 11 augustus 2014 is een Natuurbeschermingswetvergunning verleend. In deze ruimtelijke onderbouwing worden de ruimtelijke consequenties van het plan in beeld gebracht. Daarbij worden de volgende deelaspecten beschreven: 7

102 in hoofdstuk 2 komt de aanleiding van het plan en de huidige en gewenste situatie aan bod; hoofdstuk 3 gaat in op het vigerende ruimtelijke beleid van het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Kaag en Braasem; in hoofdstuk 4 worden de ruimtelijke aspecten van de voorgenomen uitbreiding beschreven, waaronder de gevolgen voor natuur, landschap, cultuur/archeologie en verkeer; hoofdstuk 5 behandelt de milieuaspecten van de voorgenomen uitbreiding, onder andere met betrekking tot de gevolgen voor bodem, geluid, geur, luchtkwaliteit en water; in hoofdstuk 6 staan de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid centraal; tot besluit geven we in hoofdstuk 7 een beknopte conclusie en samenvatting van deze ruimtelijke onderbouwing. 8

103 HFDSTUK 2 PLANMSCHRIJVING 2.1 GEGEVENS INITIATIEFNEMER Naam: Van Stralen B.V. Inrichtingsadres: Heimansbuurt 10 Postcode en plaats: 2401 LV Alphen aan de Rijn Locatie bedrijf: A. de Graaflaan KL Woubrugge Tel: Kadastraal bekend: astralen@xs4all.nl sectie B Nummer: 3310 en 3311 Kadastrale gemeente Kaag en Braasem 2.2 LIGGING VAN DE LCATIE Het plangebied ligt aan de A. Graaflaan ten zuiden van de kern Woubrugge. Aan de zuidzijde grenst het plangebied aan de gemeentegrens van Alphen aan den Rijn. m het plangebied heen liggen agrarische gronden. plangebied is voor een deel gelegen in de Polder udendijk. Het zuidelijk deel van het plangebied is gelegen in de Vrouwgeestpolder. Net ten noorden van het plangebied ligt een bouwperceel met twee burgerwoningen. In de hoek Kerkweg/A. de Graaflaan, ten noorden van het plangebied, ligt een glastuinbouwbedrijf. De kassen van dit bedrijf liggen diep het agrarisch gebied in en grenzen aan de udendijkseweg. Het plangebied zoals aangegeven in onderstaande figuren geeft een beeld van het bouwvlak in de nieuwe situatie, dus het oude bouwvlak inclusief de uitbreiding met in totaliteit een oppervlak van 2 hectare. Er zijn geen beschermde dorpsgezichten en ook geen (gemeentelijke) monumenten. De dichtstbijzinde molen is de molen aan de Heimanswetering. Gelet op de afstand van ruim 400 meter ligt de locatie niet binnen de straal van deze molenbiotoop. Algemeen Figuur 2.1: Topografische ligging bedrijfslocatie, incl. voorgenomen uitbreiding 9

104 Figuur 2.2: Bedrijfslocatie, omlijning beoogde ontwikkeling 2.3 BESTAANDE SITUATIE Aan de A. de Graaflaan 31 in Woubrugge is een melkveehouderij gevestigd. Het bedrijf beschikt over meer dan 170 ha grasland en bouwland. De huiskavel achter de stal heeft een grootte van 30 ha, deze grond ligt vrijwel aaneengesloten achter de stal, de achterste percelen liggen aan de overkant van een kleine polderweg. Momenteel worden er ca 125 melkkoeien gemolken en wordt gedurende de zomer beperkt beweiding toegepast. Tabel 2.1: Vigerende vergunning Vigerende vergunning van : 160 melkkoeien 110 stuks jongvee < 2 jaar 100 schapen 10

105 Het huidige bouwblok heeft een omvang van circa 1,55 hectare. In bijlage 1 is deze situatieschets op schaal opgenomen. Figuur: 2.3 bestaande situatie 2.4 MSCHRIJVING GEWENSTE NTWIKKELING Het voornemen betreft uitbreiding van de bestaande melkrundveehouderij naar 450 melkkoeien (permanent opstallen) op een emissiearm stalsysteem (BWL v1), 88 stuks vrouwelijk jongvee < 2 jaar en 11 vleesstierkalveren tot ca. 8 maanden. De schapen worden in het voornemen niet meer gehouden. De oude ligboxenstal wordt gebruikt voor het huisvesten van het jongvee. De koeien worden gemolken in een 50-stands carrousel melkstal met wachtruimte en een melklokaal op de kop in het verlengde van de ligboxenstal bouwen. Voorzieningen moeten worden aangelegd voor het reinigen van het zand dat in de ligboxen in de stallen worden gebruikt. Hoofddoel Nevendoelen Voorgenomen bedrijfsontwikkeling heeft tot doel het realiseren van een melkveebedrijf welke past in een moderne opzet van een melkveehouderij met voldoende bedrijfseconomisch perspectief. In 2015 vervalt het systeem van melkquotum. m de continuïteit richting de toekomst te waarborgen is schaalvergroting noodzakelijk. Voorgenomen bedrijfsomvang is een bedrijfseconomische eenheid die op een verantwoorde wijze lastenverzwaring van investeringen in milieu en dierwelzijn beoogt. Vanuit gezondheidsoogpunt kan een betere opfok gegarandeerd worden. Het nevendoel is een hoge gezondheidsstatus van het bedrijf. m te kunnen produceren tegen een lagere kostprijs met behoud van kwaliteit van het eindproduct zijn gezonde dieren noodzakelijk. Koe-comfort en een goede verzorging staat dan ook voorop bij dit bedrijf, daarom is gekozen voor zandligboxen en de zogenaamde Welzijnsvloer W5 HCL BWL , met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met een gierafvoerbuis. Een goede gezondheid is een belangrijk aspect voor het welzijn. Wanneer het jongvee apart van het melkvee wordt gehuisvest heeft dit duidelijk invloed op de gezondheid van deze leeftijdsgroep. p deze manier wordt de insleep van ziektekiemen beperkt wat resulteert in een zeer laag gebruik van antibiotica. De inrichting beschikt over meerdere inritten, waardoor het principe van schone-vuile weg gehanteerd kan worden. De voorgenomen uitbreidingslocatie (zie kader in figuur 2.1 b en c) is op dit moment in gebruik als grasland. 11

106 Tabel 2.2: Bedrijfsontwikkelingsplan voornemen / aanvraag In bijlage 1 is een situatieschets van de gewenste situatie op schaal opgenomen. Een deel van de nieuwe rundveestal van 2400 m2 valt buiten het bouwvlak en drie sleufsilo s en een kleine gedeelte van een vierde sleufsilo (gezamenlijk 2000 m2) vallen buiten het bouwvlak van 1,55 hectare. Dit gedeelt past binnen een fictief bouwvlak van 2 hectare. Figuur 2.4: Gewenste situatie p 22 juli 2014 is ter beoordeling een Aanmeldnotitie MER ingediend bij de gemeente Kaag en Braassem. p 16 september 2014 heeft het College van B&W van de gemeente Kaag en Braassem besloten dat voor de aanvraag om een omgevingsvergunning geen milieueffectrapport (MER) hoeft te 12

107 worden opgesteld (zie bijlage 2, Besluit A-Mer). Gelijktijdig met deze aanvraag wordt een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (artikel 2, lid 1 onder e van de Wabo) aangevraagd. De nieuwe rundveestal bestaat uit 3-kappen, hierin zijn ligboxen, looppaden en voerpaden aanwezig. Daaraan vast is het melkgebouw gekoppeld, met een aantal boxen, 50-stands carrousel melkstal met een wachtruimte. Door het verspringing van de hoogte doet het geheel compact aan. Door meerde kappen en voldoende hoogte wordt voldoende verse luchtinlaat gegarandeerd. Het grootste gedeelte heeft een nokhoogte van 12,47 m en een goothoogte van 6,60 meter. De zijkanten hebben een goothoogte van 4,60 meter en een nokhoogte van 8,04 meter. Het melkgebouw heeft een nokhoogte van 9,20 meter. Figuur 2.5: Voor, zij en achter aanzichten van de nieuwe rundveestal 13

108 HFDSTUK 3 PLANLGISCH TETSINGSKADER 3.1 RIJKSBELEID In dit hoofdstuk wordt het ruimtelijk beleid beschreven dat relevant is voor de voorgenomen ontwikkeling. We gaan in op hoe de ontwikkeling zich verhoudt tot het ruimtelijk beleid van achtereenvolgens de landelijke overheid, de provincie en de gemeente. Bij het ruimtelijk beleid op Rijksniveau onderscheiden we de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) STRUCTUURVISIE INFRASTRUCTUUR EN RUIMTE De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is vastgesteld op 13 maart De Structuurvisie is de opvolger van onder meer de voormalige Nota Ruimte. In de SVIR legt het Rijk de ambities voor Nederland in Daarbij streeft het Rijk naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Dit betekent onder andere dat het Rijk een aantrekkelijk vestigingsklimaat wil ontwikkelen, waarbij de concurrentiekracht voor internationale bedrijven en een economische ontwikkeling wordt versterkt. Naast deze ambities voor de lange termijn kiest het Rijk tevens voor drie concrete doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028), te weten: het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Hierbij maakt het Rijk gebruik van verschillende nationale belangen, waarvoor zij verantwoordelijk is en resultaten wil boeken. Conclusie: onderhavig plan heeft echter geen invloed op de beschreven doelen die het Rijk nastreeft. De beoogde ontwikkeling heeft een te kleinschalig karakter om hier effect op te hebben BESLUIT ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE RDENING m de nationale belangen uit de SVIR juridisch te borgen, heeft het Rijk het Barro vastgesteld. Het Barro bevat algemene planologische regels van het Rijk met betrekking tot de inhoud van onder andere bestemmingsplannen, zodat de nationale belangen beschermd worden. Conclusie: op de onderhavige planvorming zijn geen regels uit het Barro van toepassing. 14

109 3.2 PRVINCIAAL BELEID Voor wat betreft het provinciaal ruimtelijk beleid zijn met name de Visie Ruimte en mobiliteit en de Verordening Ruimte 2014 van belang. Zij komen hieronder aanbod, waarbij beoordeeld wordt of het plan daarmee in overeenstemming is VISIE RUIMTE EN MBILITEIT Figuur 3.1 Visie ruimte en mobiliteit p 9 juli 2014 is door Provinciale Staten van Zuid-Holland de Visie Ruimte en Mobiliteit vastgesteld. Internationaal staan de veenweidepolders bekend als unieke en karakteristiek Nederlandse landschappen. De veenweidegebieden in het Hollands Plassengebied zijn over het algemeen gaaf, waardoor de ontstaansgeschiedenis goed af te lezen is. Het zijn waterrijke veenweiden doorsneden met fijnmazige slotenpatronen, weidse vergezichten en (landscheidings)kades, dijken en weteringen. De structuur in de veengebieden is sterk bepaald door veenstromen, de op enige afstand daarvan aangelegde weteringen en het tijdstip en de wijze van ontginnen. Het samenhanged systeem van watergangen is nog steeds een belangrijke karakteristiek van het gebied. In het Hollands Plassengebied is grofweg een tweedeling te zien tussen veenweidegebieden en droogmakerijen. De veenweidegebieden liggen hoger dan de droogmakerijen en kennen een grote functiemenging. In deze gebieden bevinden zich graslanden voor de melkveehouderij, oude lintdorpen, (glastuinbouw)bedrijven, natuurgebieden en relatief veel opgaand groen in vergelijking met de droogmakerijen. De droogmakerijen hebben een grootschalig, rechthoekig en agrarisch karakter met melkveehouderij en akkerbouw. De overgang tussen veenweide en droogmakerij is veelal abrupt door het grote hoogteverschil. Doel is de kernkwaliteiten behouden en versterken. Droogmakerij met restveen in de ondergrond 15

110 De provincie wil in een aantal gebieden specifieke waarden in stand houden omdat ze landschappelijk, ecologisch of qua gebruikswaarde bijzonder en kwetsbaar zijn. Hieronder vallen onder andere belangrijke weidevogelgebieden, gelegen buiten de ecologische hoofdstructuur, vanwege de specifieke maatschappelijke verantwoordelijkheid voor deze karakteristieke en kwetsbare vogels. De instandhouding van deze waarden vraagt om toegespitste vormen van bescherming en ontwikkeling. Ruimtelijke ontwikkelingen in deze gebieden zijn mogelijk, maar met inachtneming van de specifieke waarden naast de generieke bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. De bescherming van de belangrijke weidevogelgebieden brengt geen beperkingen met zich mee voor ontwikkelingen binnen het huidige agrarische grondgebruik. ntwikkelingen zoals intensivering van het graslandgebruik, de aanleg van kavelpaden, slootdempingen, ruwvoederteelt en de uitbreiding van boerderijen, blijven dus mogelijk VERRDENING RUIMTE 2014 In de Verordening Ruimte 2014 (Prov. Blad 2014, nr. 1490) geeft de provincie regels voor de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen. Het uitgangspunt is om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren (binnen de bebouwingscontouren). De open ruimte buiten de stedelijke gebieden (buiten de bebouwingscontouren) wordt behouden voor landbouw /glastuinbouw, natuur en recreatie. p kaart 1 Bebouwingscontouren (artikel 2 en 3) uit de Verordening Ruimte ligt het projectgebied buiten de bebouwingscontouren. In de Verordening Ruimte zijn geen specifieke regels opgenomen voor het Stadsen dorpsgebied binnen de contouren. p kaart 4 ligt het project in het Nationaal landschap Groen Hart (artikel 2, 3, 4, 6 en 15) en het Provinciaal landschap Hollands Plassengebied 9 (artikel 4). De ontwikkelingen moeten de kernkwaliteiten behouden en versterken. Figuur 3.2: Uitsnede kaart 7 VR2014 p grond van kaart 7 Beschermingscategoriën ruimtelijk gebruik is de locatie niet nader aangeduid. p basis van kaart 9 cultuureel erfgoed ligt het plangebied niet in een zone van een molenbiotoop. Artikel Ruimtelijke kwaliteit Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit: de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de aard en schaal van het gebied en voldoet aan de richtpunten van de kwaliteitskaart (inpassen); als de ruimtelijke ontwikkeling qua aard of schaal niet past binnen het gebied (aanpassen), wordt deze uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft door: zorgvuldige inbedding van de ontwikkeling in de omgeving, rekening houdend met de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart, en het zo nodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen zoals bedoeld in het derde lid; 16

111 als de ruimtelijke ontwikkeling qua aard en schaal niet past binnen het gebied (transformeren), wordt deze uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe ontwikkeling is gewaarborgd door: een integraal ontwerp, waarin behalve aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied ook aandacht is besteed aan de overgang naar de omgeving en de fasering in ruimte en tijd, alsmede rekening is gehouden met de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart, en het zo nodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen zoals bedoeld in het derde lid. Lid 3 Aanvullende ruimtelijke maatregelen De aanvullende ruimtelijke maatregelen kunnen bestaan uit (een combinatie van): toevoegen of herstellen van kenmerkende landschapselementen; andere maatregelen waardoor de ruimtelijke kwaliteit verbetert. De onder a genoemde maatregelen worden in beginsel getroffen binnen hetzelfde plangebied als de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling, tenzij kan worden gemotiveerd dat dat niet mogelijk is. In dat geval kunnen ook ruimtelijke maatregelen elders in de motivering inzake ruimtelijke kwaliteit worden betrokken. In afwijking van sub b kan het bevoegd gezag in plaats van het treffen van ruimtelijke maatregelen een (gedeeltelijke) financiële compensatie verlangen door middel van een storting in een kwaliteitsfonds, dat is ingesteld op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde regeling voor kwaliteitsfondsen, mits de daadwerkelijke uitvoering van de compenserende ruimtelijke kwaliteitsmaatregelen afdoende is verzekerd. Artikel Agrarische bedrijven De provincie houdt de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het gangbare agrarisch bedrijf begrensd op 2 hectare voor een agrarisch bouwblok, zowel in de intensieve veehouderij als in de melkveehouderij. Een bestemmingsplan voor agrarische gronden voldoet aan de volgende voorwaarden: nieuwe agrarische bebouwing, uitgezonderd kassen en bouwperceel van maximaal 2 hectare; nieuwe agrarische bebouwing is alleen mogelijk als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven; CNCLUSIE: Met het ontwerp van de stal is rekening gehouden met de kwaliteit van het ruimtelijk gebied. Door te werken met drie kappen en verschillende hoogte doet de stal compact aan. Verder sluit het bouwplan zo dicht mogelijk aan op de bestaande bebouwing zodat de rest van het gebied open blijft. Voorgenomen bouwplan past binnen een fictief bouwvlak van 2 hectare. Voorgenomen plan is noodzalijk en daarmee doelmatig (zie 3.5). Tevens is er geen strijdigheid met de Verordening Ruimte 2014 omdat onderhavige aanvraag geen intensieve veehouderij is. De diersoort rundvee is afhankelijk van grond als productiemiddel. Het project is in overeenstemming met de regels uit de visie en de Verordening Ruimte. 3.3 GEMEENTELIJKE BELEID Bij de beschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk beleid wordt ingegaan op de regionale structuurvisie 2020 Holland Rijnland en de Maatschappelijke ruimtelijke structuurvisie Kaag en Braasem en op het geldende bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude, REGINALE STRUCTUURVISIE 2020 HLLAND RIJNLAND Voor het wonen in het veenweide- en plassengebied stelt de regionale structuurvisie dat er meer aandacht moet komen voor wonen. 17

112 Maatschappelijk ruimtelijke structuurvisie Kaag en Braassem De Maatschappelijk ruimtelijke structuurvisie (MRSV) van de gemeente Kaag en Braassem dient als beleidskader voor ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. De MRSV loopt tot In de MRSV wordt, naast de kaders voor het ruimtelijk besluit, de samenleving als geheel centraal gesteld. De koers is behoud door ontwikkeling. Landschapsontwikkelingsvisie (LP) Rijn- en Veenstreek Via markante hoogteverschillen gaan de veenweidegronden over in laag gelegen droogmakerijken. Dit zijn robuuste landbouwgebieden met een grote omvang en een rationele verkaveling. Boerderiijen liggen hier of wel Figuur 3.3: aan de rand of als groene eileanden in de polder. De provinciale en lokale uitsnede wegen vormen een duidelijk ontsluitingsraamwerk in deze polders. Landschapsontwikkelingsvisie (LP) Rijn- en Veenstreek januari 2009 Voorliggend plangebied is aangeduid als landschap Droogmakerij BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED JACBSCUDE De locatie valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude en grenst aan het bestemmingsplan Kernen Woubrugge en Hoogmade en het bestemmingsplan Buitengebied Alphen-Noord. p 6 maart 2008 is het bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude' vastgesteld. Het plangebied omvat het hele buitengebied van de voormalige gemeente Jacobswoude. Bestemmingsplan Buitengebied 2008 p de locatie is het Bestemmingsplan Buitengebied 2008 (van de gemeente Jacobswoude) van kracht. Het plangebied is bestemd voor Agrarische doeleinden (A) en heeft de subbestemming Ava, grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw, met de nadere aanwijzing bouwvlak (b). Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. Per bouwvlak is bebouwing ten dienste van een bedrijf toegestaan. Voor bedrijfsgebouwen en overkappingen geldt een maximale goothoogte van 6 meter en een maximale bouwhoogte van 12 meter. Een afstand van tenminste 2 meter tot de zijdelingse perceelsgrens moet worden aangehouden. In artikel 12 is een algemene vrijstellingsbevoegdheid voor geringe afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10 % opgenomen. 18

113 Figuur 3.3: Verbeelding plangebied Artikel 16, lid 1 onder b Agrarische doeleinden (A) De gronden op de plankaart zijn aangewezen voor Agrarische doeleinden (A), ter plaatse van subbestemming Ava: bestemd voor grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw. Voor het punt grondgebondenheid kunnen Burgemeester en wethouders medewerking aan het plan verlenen onder toepassing van een uitgebreide planologische afwijking ex art.ikel 2.12, eerste lid, sub a, sublid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dit temeer omdat onderhavige plan, een veehouderij zonder weidegang, niet binnen de definitie van intensieve veehouderij valt. p het punt van weidegang wordt dan afgeweken voor wat betreft het gebruik. De term grondgebondenheid komt voor uit de kringloopgedachte; het houden van vee in relatie met het gebruik van grond. Het houden van van (melk)rundvee kan, ook zonder weidegang, als grondgebonden beschouwd worden waarbij invulling wordt gegeven aan deze achterliggende gedachte. Hiervoor zijn de volgende redenen in de basis aanwezig: de diersoort runderen betreft herkauwers, dieren die in het rantsoen voor ca % ruwvoer nodig hebben. De mest dient conform de meststoffenwet uitgereden te worden. In deze wet zijn bepalingen opgenomen van het maximale gebruik van organische mest per ha grond. Dit waarborgt dat de kringloopgedachte op dit punt geschonden wordt; grond wordt niet over-bemest. Deze kringloopgedachte kan uitgevoerd worden in samen- spraak en hang met en tussen meerdere bedrijven; in onderhavige situatie beschikt het bedrijf zelf over voldoende grond om hier invulling aan te geven. Inmiddels hebben diverse beleidmakers en inmiddels ook juristen het onderwerp grondgebondenheid op de agenda gehad of staan. Daarbij wordt, aanvullend op bovenstaande, ook van belang geacht op welke afstand van het bedrijf de beschikbare grond ligt. Er is jurisprudentie over 66% binnen 10 km en 80% binnen 15 km. m meer kwantitatief de grondgebondenheid te benaderen vanuit deze inzichten wordt gewezen op de volgende constatering en berekening: nderhavig bedrijf beschikt over ruim 138,57 ha grond binnen een straal van 15 km Daarvan is 69,42 ha grasland en 69,15 ha is als maisland in te zetten. In de bijlage is de gecombineerde opgave 2014 toegevoegd. Daarin is te zien dat 19

114 het bedrijf, op 2 nummers en namen (Vredebest bv en van Stralen bv) over deze 138,57 ha grond beschikt. In onderstaande tabellen is de ruwvoer voerbehoefte en ruwvoerproductie uitgewerkt. tabel 1. Voerbehoefte melkveebedrijf 71 % 15 km voerbehoefte in droge stof per dag totaal totaal per koe bedrijf bedrijf per dag per dag jaar gemiddeldkg ds uit kg ds uit ton ds uit aandeel p2o5 aantal ruwvoer ruwvoer ruwvoer mais mais gras totaal Melkgevende koeien % Droogstaande koeien % jongvee en fokstier % ton droge stof tabel 2. productie ruwvoer productie in tonnen ds P25 per ha ha gram/kg d totaal Mais 17 69,2 1175,55 4, kg Gras 13 69,4 902,46 9, kg gemiddeld 138, ,01 ton ds kg ds: 82,24% P25: 88,00% In bovenstaande tabellen is te zien dat de dekking van ruwvoerproductie op ds basis uitkomt op ruim 82% en op fosfaatbasis zelfs op 88 %. Verder valt nog op te merken dat de gronden duurzaam aan het bedrijf ter beschikking staan en blijven. Hierbij is ook de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 april 2015, zaaknummer /2/R1 te betrekken, waarbij de rechter dat een melkrundveebedrijf voorshands grondgebonden is, nu de veehouderij stelt dat de veestapel geleidelijk zal worden uitgebreid naar het vergunde aantal dieren en dat ook het daarvoor benodigde grondareaal geleidelijk zal worden uitgebreid. Burgemeester en wethouders zijn in beginsel bevoegd om via de wijzigingsbevoegdheid die opgenomen is in het bestemmingsplan om het bouwvlak met maximaal 50% te vergroten tot een maximum van 2 ha. Voorgenomen bouwplan voldoet met uitzondering van gebouw 4 en het middengedeelte van gebouw 5 aan de maximale goothoogte van 6 meter en voor alleen het middengedeelte van gebouw 5 aan een maximale bouwhoogte van 12 meter. Door gebruik te maken van de algemene vrijstellingsbevoegdheid (artikel 12) voor geringe afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10 % opgenomen kan een 20

115 3.3.3 CNCLUSIE: nokhoogte van 12,74 meter en een goothoogte van 6,60 meter (gebouw 5), resp 6,42 meter (gebouw 4) worden toegestaan. Door het plan met meerde kappen en gebruikmaking van de afwijkingsbevoegdheid wordt voldoende volume en verse luchtinlaat gegarandeerd. Voorgenomen uitbreiding blijft binnen een fictief bouwvlak van 2 hectare. nderhavig plan voldoet aan de regels van het bestemmingsplan met gebruikmaking van de algemene vrijstellingsbevoegdheid voor wat betreft diverse hoogtes en de uitgebreide vrijstellingsbevoegdheid ten aanzien van de weidegang; voor wat betreft het aspect de grondgebondenheid wordt weliswaar afgeweken van weidegang, maar er is aangetoond dat het bedrijf over voldoende grond beschikt om de grondgebondenheid en daarmee de kringloopgedachte voor de beoogde situatie een goede invulling te geven. 3.4 EFFECTEN NTWIKKELING Uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten dienen te worden beoordeeld op de mogelijke effecten op het landschap, de verkeersafwikkeling, flora en fauna, archeologie, waterberging en de milieuhygiënische inpasbaarheid. De resultaten van de beoordeling van deze effecten zijn opgenomen in hoofdstukken 4 en AGRARISCH ADVIES Door het adviesbureau Clevin (de agrarisch deskundige) is een advies uitgebracht omtrent de noodzaak van de uitbreiding voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of ontwikkeling. In het advies staat het volgende: de huidige ligboxenstal is te klein voor het aantal stuks melkvee, deze stal is verouderd en te laag voor hoogproductieve koeien; de keuze om een zandbed toe te passen in de huidige bedrijfsvoering is inefficiënt; het stallen van jongvee op afstand aan de Boddens Hosangweg is niet doelmatig. Gezien bovenstaande punten is een nieuwe moderne huisvesting en concentratie van de veestapel op een locatie voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk. Hoewel een dergelijke uibreiding fors genoemd kan worden, past dit volgens het agrarisch advies in de structuurontwikkeling van het bedrijf. De vergroting acht zij, gelet op de plannen voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of ontwikkeling, noodzakelijk. 21

116 HFDSTUK 4 RUIMTELIJKE ASPECTEN In dit hoofdstuk worden de ruimtelijke aspecten van het plan beschreven, waaronder de gevolgen voor natuur, flora en fauna, landschap, cultuur/archeologie en verkeer. 4.1 NATUUR: GEBIEDSBESCHERMING De bescherming van de natuur in Nederland vindt plaats door Europese en nationale wetgeving. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen soortenbescherming en gebiedsbescherming. Deze staan los van elkaar en hebben ieder hun eigen werking. In deze paragraaf gaan we in op de gebiedsbescherming. De soortenbescherming komt in de volgende paragraaf aan bod. Bij de beschrijving van de ter plaatse geldende gebiedsbescherming gaan we in op de Natura 2000-gebieden, de Ecologische Hoofdstructuur (hierna: EHS) en de zeer kwetsbare gebieden op grond van de Wet ammoniak en veehouderij (hierna: Wav) NATURA 2000 Figuur 4.1: Ligging Natura gebieden De Natuurbeschermingswetgebieden bestaan uit Natura 2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden) en Beschermde Natuurmonumenten. De locatie is niet gelegen binnen een afstand van 3 km van een Natura gebied. Het dichtstbijgelegen Natura-2000 gebied is het gebied De Wilck en ligt op circa 7,2 km van de locatie. In dit gebied bevinden zich echter geen N-gevoelige habitats. Het gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck ligt op ca. 9,1 km afstand. Het gebied Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein is tevens aangewezen als Wetland en ligt op ca. 13 km afstand. verige Natura 2000-gebieden liggen op meer dan 10 km afstand. p circa 2 km en 7 km afstand liggen de Beschermde Natuurmonumenten everlanden Braassemermeer en Geerpolderplas, zie figuur

117 Figuur 4.2: Ligging Beschermde Natuurmonumenten BN Geerpolderplas BN everlanden Braassemermeer Initiatieflocatie Indirecte gevolgen die vanuit de veehouderij kunnen worden veroorzaakt, houden verband met verzuring en/of vermesting. Voor overige effecten als verstoring of verdroging liggen de gebieden op te grote afstand. p 11 augustus 2014 een een vergunning ex artikel 19d, eerste lid, Natuurbeschermingswet 1998 verleend. Deze beschikking is opgenomen in bijlage 3. m te voorkomen dat het voornemen leidt tot significant nadelige effecten op beschermde natuurgebieden wordt als mitigerende maatregel externe saldering toegepast, door ammoniakrechten van andere locaties te verplaatsen naar de initiatieflocatie. De saldogevende locaties zijn Boddens Hosangweg 83 in Woubrugge en Nieuwveenseweg 101 in Ter Aar. Saldering ammoniakemissie Geen passende beoordeling noodzakelijk Artikel 19kd, eerste lid, sub b van de Natuurbeschermingswet 1998 bepaalt dat onder significante gevolgen als bedoeld in artikel 19j, tweede lid niet worden verstaan de in een plan voorziene activiteiten, waarbij de te veroorzaken stikstofdepositie op voor stikstofgevoelige habitats in een Natura 2000-gebied per saldo niet zal toenemen. Gelet op de mogelijkheid om de ammoniakemissie in de aangevraagde situatuatie per saldo niet toe te laten nemen ten opzichte van de vergunde situatie, wordt de in dit plan voorziene activiteit voor wat betreft de ammoniakemissie op grond van artikel 19kd Natuurbeschermingswet 1998 niet als significant beoordeeld in de zin van artikel 19j, tweede lid van dezelfde wet. Er is derhalve geen passende beoordeling nodig voor wat betreft de effecten van de stikstofdepositie van de voorgenomen uitbreiding op de stikstofgevoelige habitats in de Natura 2000-gebieden in de omgeving. Een Wro-projectbesluit wordt gezien artikel 19j lid 6 van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw) niet kwalificeert als een plan als bedoeld in artikel 19j Nbw. Immers, de wetgever heeft het zesde lid van artikel 19j Nbw opgenomen om projectbesluiten gelijk te schakelen met 23

118 4.1.2 WAV-GEBIEDEN plannen (Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 13). Gelet hierop zou ook de c-vergunning, als opvolger van het Wro-projectbesluit, niet aangemerkt moeten worden als een plan. Deze uitleg moet nog wel door de Raad van State worden bevestigd. Gezien het feit dat voor onderhavige inrichting op 11 augustus 2014 een Nbw 1998 vergunning is verleend, en exact overeenkomt met de ammoniakemissie en depositie waarop dit Wabo-projectbesluit toeziet, kan deze vigerende Nbw 1998 vergunning als referentiesituatie worden gezien en is er geen passende beoordeling nodig. Naast ammoniakemissie kunnen andere activiteiten eveneens significant negatieve effecten hebben op de instandhoudingsdoelstelling van Natura 2000-gebieden in de omgeving van het plangebied. Aangezien de voorgenomen uitbreiding niet leidt tot een significante toename van storingsfactoren op het gebied van bijvoorbeeld verstoring door trilling of licht, kan een passende beoordeling in zijn geheel achterwege blijven. De Wav vormt een onderdeel van de ammoniakregelgeving voor dierenverblijven van veehouderijen. Deze wet beschermt onder andere zeer kwetsbare gebieden tegen de uitstoot van ammoniak van veehouderijen. Rondom deze gebieden is een zone van 250 m aangewezen om als buffer te dienen tegen mogelijk schadelijke ontwikkelingen. Deze geldt voor vergunningplichtige bedrijven (die een omgevings-vergunning milieu nodig hebben). Figuur: 4.3 Ligging EHS gebied in omgeving p grond van artikel 2 van de Wav wijst de provincie de gebieden aan die als zeer kwetsbaar gebied worden aangemerkt. Het betreft alleen de voor verzuring gevoelige gebieden, of delen daarvan, die altijd zijn gelegen in de ecologische hoofdstructuur. Provincie Zuid-Holland heeft geen kaart opgesteld met daarop de WAV-gebieden. Aangezien de planlocatie niet in, of binnen 250 m van de EHS gebieden is gelegen, is er van een beperking op basis van de Wet Ammoniakl en Veehouderij geen sprake. In onderstaande figuur is de ligging en afstand van de planlocatie t.o.v. de EHS in de omgeving weergegeven. Conclusie: De locatie is niet gelegen in een zeer kwetsbaar natuur gebied (Wav-gebied) of een zone van 250 meter daaromheen VERIGE NATUURGEBIEDEN EHS De EHS is een samenhangend geheel van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten, bestaande uit de meest waardevolle natuuren bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en 24

119 dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat de natuurgebieden hun waarde verliezen. De locatie is niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of een voor verzuring gevoelig gebied (v.v.g.g.). De EHS ligt op ca meter afstand (everlanden Braassemermeer). Verder is de locatie niet gelegen in de strategische reservering natuur. De locatie ligt aan de rand van een belangrijke weidevogelgebied, zie figuur 4.4. Figuur 4.4: Ligging belangrijk weidevogelgebied, Visie op Zuid-Holland 2013 Conclusie: het plan leidt niet tot aantasting of doorkruising van een EHSgebied. 4.2 FLRA- EN FAUNA: SRTENBESCHERMING De Flora- en faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. In de Flora- en faunawet zijn EU-richtlijnen voor de bescherming van soorten opgenomen (Habitatrichtijn, Vogelrichtlijn) en het internationale CITES-verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is nee, tenzij. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Ten behoeve van het voornemen is in maart 2014 een Quickscan flora- en faunawet uitgevoerd. De rapportage is bijgevoegd als bijlage 4. Uit de omgeving van het plangebied (afstand 0-1 km) zijn enkele beschermde soorten bekend. Gezien de inrichting en het gebruik van het plangebied heeft het plangebied geen of slechts een zeer beperkte functie als leefgebied voor deze beschermde soorten. Voor zwaarder beschermde soorten is het plangebied ongeschikt als leefgebied, met uitzondering van broedvogels (waaronder weidevogels). Het plangebied is gelegen in een provinciaal belangrijk weidevogelgebied, zie figuur 4.4. Dit betekent dat rekening gehouden dient te worden met bescherming van (in gebruik zijnde) nesten tijdens de broedperiode. Alle broedende vogels zijn strikt beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Als richtlijn kan voor het plangebied een broedperiode aangehouden worden van 15 maart tot en met 15 augustus. 25

120 Beschermde plantensoorten ontbreken op de projectlocatie en zijn uit te sluiten op grond van het aangetroffen biotoop. Zie voor de uitgebreide bevindingen van het onderzoek de rapportage van de Quickscan Flora- en Fauna in bijlage 4. Uit het flora- en faunaonderzoek in bijlage 4 blijkt dat voor het voornemen een vrijstelling / ontheffing op basis van de Flora- en Faunawet niet vereist is. Wel moeten mogelijk verstorende werkzaamheden buiten de broedperiode uitgevoerd worden. Met het voornemen worden de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet niet overtreden, mits broedende vogels niet verstoord worden. In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Dit houdt in dat voorafgaand aan de ingreep alle maatregelen dienen te worden getroffen om nadelige gevolgen op flora en fauna voor zover mogelijk te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Deze zorgplicht geldt altijd, ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. Belangrijk weidevogelgebied, Visie op Zuid-Holland In de Visie op Zuid-Holland (2013) staat beschreven dat het compensatiebeginsel (inclusief het bijbehorende 'nee-tenzij-beleid') ten aanzien van oa. de belangrijke weidevogelgebieden niet van toepassing is op ontwikkelingen binnen het huidige agrarische grondgebruik. Bij deze ontwikkelingen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan slootdempingen, de uitbreiding van boerderijen of de nieuwbouw van boerderijen in belangrijke weidevogelgebieden. De percelen zijn bestemd voor agrarische doeleinden met als subbestemming grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondsteelt. In het voornemen is dus sprake van uitbreiding binnen bestaand agrarisch grondgebruik en daarmee hoeft de provinciale beleidsregel 'Compensatie Natuur, en Landschap Zuid-Holland (2013) niet toegepast te worden. Conclusie: gelet op het bestaande gebruik van de planlocatie als grasland is geen nader onderzoek vereist en hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden. 26

121 4.3 BEELDKWALITEITSPARAGRAAF Een bestemmingsplan dat een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt bevat een motivering, bij voorkeur vervat in een beeldkwaliteitsparagraaf of -plan, waaruit blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit ten minste gelijk blijft. Dit is nodig als het gaat om een ontwikkeling waarbij de richtpunten van de kwaliteitskaart in het geding zijn, of als het gaat om een ontwikkeling die is gelegen op gronden binnen een beschermingscategorie. In deze situatie gaat het om de aanvraag voor een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan, evengoed dient dit aspect nader gemotiveerd te worden. Compensatiebeginsel natuur, recreatie en landschap Het compensatiebeleid is vastgelegd in de beleidsregel Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland (2013). Voor weidevogelgebieden geldt geen aanvullend compensatiebeleid. De bescherming van de belangrijke weidevogelgebieden brengt geen beperkingen met zich mee voor ontwikkelingen binnen het huidige agrarische grondgebruik. ntwikkelingen zoals intensivering van het graslandgebruik, de aanleg van kavelpaden, slootdempingen, ruwvoederteelt en de uitbreiding van boerderijen, blijven dus mogelijk. De inrichting is gelegen in het Nationaal Landschap het Groene Hart en in het provinciaal landschap Het Hollands Plassengebied. De landschappelijke zonering ter plaatse van de initiatieflocatie is aangemerkt als droogmakerijen met minder (zoete) kwel. Droogmakerijen zijn verbonden aan de waterhuishouding. De hoeveelheid opkwellend grondwater en de kwaliteit ervan, brak of zoet, zijn bepalend voor de ontwikkelingsrichting en de urgentie van eventuele maatregelen. In het landschapstype droogmakerijen is en blijft de landbouw de belangrijkste vorm van ruimtegebruik. De grondgebonden veehouderij kan zich ontwikkelen, zolang het de realisatie van een duurzame waterhuishouding niet bemoeilijkt (zie 5.7). Binnen de aangewezen zone belangrijke weidevogelgebieden is de weidevogelkwaliteit het meest geconcentreerd. Bij nieuwe ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met de belangen van de weidevogels; niet te veel opgaande beplanting, geen verdichting van bebouwing, geen onrust in het broedseizoen, een aangepast agrarisch beheer, een niet te grote drooglegging. Binnen het plangebied zijn geen beschermde landschapselementen gelegen. ok is het plangebied niet gelegen in een zone van behouden van markante dorpssilhouetten met kerktorens of een zone voor behoud van karakteristieke molens en molenbiotopen. Voor molens buiten bestaand stads- en dorpsgebied is de zogenaamde 1:100 regel van toepassing. Voor molen binnen bestaand stads- en dorpsgebied is de zogenaamde 1:30 regel van toepassing. Hier wordt ruimschoots aan voldaan. De locatie is volgens het bestemmingsplan Buitengebied Jacobswoude gelegen binnen de gebiedsbestemming Agrarisch gebied met waardevolle openheid (A). Nieuwe ontwikkelingen binnen dit gebied moeten worden beoordeeld op het effect op de openheid en kleine landschapselementen. Een vergroting van het bebouwd oppervlak kan de waardevolle openheid van het gebied aantasten. Het bedrijf is gelegen in een bebouwingslint vanuit de kern Woubrugge en niet in het open agrarisch gebied. Daarnaast ligt ten noorden van het perceel een groot kassencomplex waardoor de beleving van de openheid vanuit de kern al minimaal is. 27

122 Figuur 4.4: Uitsnede Landschapsontwikkelingsvisie (LP) Rijn- en Veenstreek 9 januari 2009 Conclusie De aantasting van de openheid en het landschap is marginaal mede gelet op de ligging in de nabijheid van kassen de aansluiting op bebouwd gebied. Aangezien de uitbreiding noodzakelijk is voor een duurzame bedrijfsvoering van de melkveehouderij kan medewerking worden verleend aan de uitbreiding. 4.4 ARCHELGIE EN CULTUURHISTRIE p 16 januari 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Nederlandse parlement heeft dit verdrag in 1998 goedgekeurd. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. p basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn. Is de verwachting dat er archeologisch waardevolle zaken aanwezig kunnen zijn, dan is vooronderzoek nodig. 28

123 Figuur 4.5: Uitsnede Archeologische waarden kaart Volgens de gemeentelijke archelogische beleidsadvieskaart (aangepast in 2013) geldt voor de initiatieflocatie een lage archeologische verwachtingswaarde. Er geldt dus geen onderzoeksplicht. Wel geldt altijd een meldingsplicht volgens de Monumentenwet PARKEREN EN NTSLUITING p de locatie A. de Graaflaan 31 zal een ligboxenstal, melkgebouw met een aantal boxen, een carrouselmelkstal en wachtruimte en een viertal sleufsilo s gerealiseerd worden. De A. de Graaflaan is een rustige, smalle weg, bestaande uit één rijstrook. De laan heeft een lage verkeersintensiteit. In deze straat zijn enkele agrarische bedrijven gesitueerd, afgewisseld door burgerwoningen. Het aantal transportbewegingen van en naar een melkveehouderij is op een representatieve dag beperkt en gaan op in het heersende verkeersbeeld. De inrichting beschikt over meerdere inritten en heeft voldoende keermogelijkheden op het erf, zodat eenvoudig de inrichting op- en af gereden kan worden. p het erf is tevens voldoende parkeermogelijkheid. ntsluiting gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer De locatie wordt ontsloten door de A. de Graaflaan. Deze weg geeft in noordelijke richting verbinding met de N446 (Leiderdorp-Ter Aar). De A. de Graaflaan geeft in zuidelijke richting verbinding naar Alphen aan den Rijn. De A. de Graaflaan is gecategoriseerd als erftoegangsweg buiten de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 60 km/h. Voor het langzaam verkeer wordt de locatie ontsloten via dezelfde wegen als het autoverkeer. Het verkeer wordt hierbij gemengd afgewikkeld conform de inrichting volgens Duurzaam Veilig. 29

124 Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling Uit de bedrijfsgegevens welke gehanteerd zijn in het akoestisch onderzoek, waarbij de geluidssituatie van de agrarische inrichting in beeld is gebracht, blijkt dat het aantal verkeersbewegingen 36 mvt/etmaal bedraagt. Dit verkeer bestaat uit personenauto s, bestelbussen en vrachtwagens die van en naar de locatie rijden. Maximaal 6 keer per jaar zullen tevens tractoren van en naar de lcoatie rijden voor het lossen van ruwvoer en het laden van driijfmest. p deze dagen zal het aantal verkeersbewegingen van en naar de locatie hoger zijin. Het betreft hier een incidentele pieksituatie. p de A. de Graaflaan zijn geen verkeersintensiteiten bekend. De verkeersintensiteit is dan ook gebaseerd op een inschatting op basis van het aantal woningen in de omgeving. Aangenomen kan worden dat de verkeersintensiteit niet meer dan mvt/werkdagetmaal zal bedragen. Inclusief het gemiddelde aantal verkeersbewegingen bedraagt de intensiteit circa mvt/etmaal. De A. de Graaflaan is gecategoriseerd als erftoegangsweg. p dergelijke wegen is een verkeersintensiteit van tot mvt/etmaal aanvaardbaar. De intensiteit van circa mvt/etmaal ligt ver onder de maximaal aanvaardbae intensiteit zodat het verkeer op een vlotte en veilige manier afgewikkeld kan worden. Parkeren Uitgangspunt van de gemeente Kaag en Braassem is dat elke initiatiefnemer van bouwplannen zorgdraagt voor zijn eigen parkeeroplossing en dat een nieuw bouwinitiatief geen parkeerproblemen in de omgeving mag veroorzaken. Binnen de inrichting is voldoende parkeergelegenheid aanwezig voor bezoekers en medewerkers. In het geval waarin meerdere vrachtwagens tegelijkertijd het bedrijf aandoen, is er binnen het bouwvlak ruimte om deze te herbergen. Er is voldoende erfverharding aanwezig in de beoogde situatie om meerdere vrachtwagens elkaar te laten passeren. Conclusie: de bereikbaarheid voor zowel het gemotoriseerd verkeer als het langzaam verkeer is goed. ok de verkeersveiligheid rond de locatie is voldoende gewaarborgd. De weg is voldoende ingericht om een verkeersveilige en adequate afwikkeling van het verkeer mogelijk te maken en wordt goed ontsloten. Het plangebied beschikt over voldoende parkeergelegenheid. 30

125 HFDSTUK 5 MILIEUASPECTEN In dit hoofdstuk worden de milieuaspecten van het plan behandeld. We gaan nader in op de gevolgen voor (achtereenvolgens) bodem, externe veiligheid, geluid, geur, luchtkwaliteit, water en gezondheid. Aan het eind wordt de beoordeling in het kader van de milieueffectrapportage besproken. 5.1 DE M.E.R.-PLICHT In de bijlage bij het Besluit Milieueffectrapportage zijn in onderdeel C onder 14 de criteria genoemd wanneer een bedrijf een MER moet op stellen voor een varkens- of pluimveehouderij. Voor melkrundvee geldt geen rechtstreekse mer-plicht. M.e.r.-beoordelingsplicht In de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage zijn in onderdeel D onder 14 de criteria genoemd wanneer een bedrijf een Aanmeldnotitie MER moet op stellen voor een veehouderij. Hier worden genoemd de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op meer dan: stuks melk-, kalf- of zoogkoeien ouder dan 2 jaar (Rav cat. A.1 en A.2), stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (Rav cat. A 3), stuks melk-, kalf- en zoogkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (Rav cat. A 1, A 2 en A 3), De aangevraagde situatie overschrijdt de drempelwaarde van 200 melkkoeien. p de aangevraagde situatie is een mer-beoordelingsplicht van toepassing. p 22 juli 2014 is ter beoordeling een Aanmeldnotitie MER ingediend bij de gemeente Kaag en Braassem. p 16 september 2014 heeft het College van B&W van de gemeente Kaag en Braassem besloten dat voor de aanvraag om een omgevingsvergunning geen milieueffectrapport (MER) hoeft te worden opgesteld. In bijlage 2j is het besluit op de Aanmeldnotitie MER opgenomen. Geen plan-mer-plicht De omgevingsvergunning, afwijken van het bestemmingsplan op basis van art lid 1 sub a onder 3 Wabo (kortweg; Wabo-projectbesluit) is niet plan-mer-plichtig ex artikel 7.2 Wm. 5.2 BDEM Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem. Een bodemonderzoek moet worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak. In een bestemmingsplan moet rekening gehouden worden met de bodemkwaliteit ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of opstellen van een bestemmingsplan. 31

126 nderzoek en conclusies Voor de locatie A. de Graaflaan 31 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 5). In dit rapport is aangegeven dat de hypotese dat de onderzoekslocatie een overdachte locatie is, moet worden verworpen vanwege overschrijdingen van de achtergrondwaarden (kwik, lood en molybdeen in de grond) en de streefwaarde (molybdeen in grondwater). De aangetoonde stoffen in de boedem op het perceel zijn echter dermate gering, dat nader bodemonderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel conform het gestelde in de Wet bodembescherming niet noodzakelijk is. Het onderzoek heeft geen betrekking op het nieuwbouwgedeelte op het kadastrale perceel Voor de verdere uitwerking van het plan is het niet noodzakelijk dit aan te leveren. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning dient een beperkt verkennend bodemonderzoek te zijn uitgevoerd. Het onderzoek kan zich richten op het vaststellen van de chemische kwaliteit van de bovengrond. Het deel van het plangebied waar nieuwe bebouwing wordt opgericht, is op dit moment in gebruik als grasland. In het verleden zijn geen verontreinigende activiteiten verricht op deze grond. Bodemloket Figuur 5.4: Uitsnede Bodemloket planlocatie (Bron: Bodemloket) Door zowel overheid als bedrijfsleven is de afgelopen jaren veel gedaan om de bodemkwaliteit in kaart te brengen of te verbeteren. Via het Bodemloket kan inzicht verkregen worden in de bij de overheid bekende gegevens. ok is na te gaan waar vroeger (bedrijfs)activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen omdat ze de bodemkwaliteit beïnvloed kunnen hebben. Voor de planlocatie volgt uit het Bodemloket (zie onderstaande figuur) dat er geen nadere aandachtspunten zijn voor de bodemkwaliteit. mdat met de bodemkwaliteitskaart en het Bodemloket een goed beeld is verkregen van de bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied, bestaat er geen verplichting tot het uitvoeren van een bodemonderzoek. Temeer, omdat er in het verleden geen verontreinigende activiteiten hebben plaatsgevonden op de planlocatie. 32

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Overzicht openstaande toezeggingen TOEZEGGINGENLIJST (raad / forum) 133. 17-06-2013 Toezegging Stand van zaken Nota Vereveningsfondsen Het college zal jaarlijks een evaluatie doen naar de toe- of afname

Nadere informatie

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan

TOEZEGGINGENLIJST. Overzicht openstaande toezeggingen. Nr. (raad / forum) (raad) Toezegging Stand van zaken Afgedaan Overzicht openstaande toezeggingen TOEZEGGINGENLIJST ( / forum) 133. 17-06-2013 () Toezegging Stand van zaken Nota Vereveningsfondsen Het college zal jaarlijks een evaluatie doen naar de toe- of afname

Nadere informatie

Een uitgebreid audioverslag is te raadplegen via het Raadsinformatiesysteem

Een uitgebreid audioverslag is te raadplegen via het Raadsinformatiesysteem BESLUITENLIJST Politiek Forum 21 september 2015 Aanwezig: Dhr. B.M. Brambach (PRO) Mw. L.C. van Klink (PRO) Dhr. H.S. van der Star (PRO) Dhr. G.C.P. van Emmerik (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Mw. H.H.T.

Nadere informatie

Agenda raadsavond 14 december 2015

Agenda raadsavond 14 december 2015 Agenda raadsavond 14 december 2015 20:00 uur Raadzaal Politiek forum 1) Opening; 2) Vaststelling van de agenda; 3) Besluitenlijst politiek forum 23 november 2015; 4) Terugkoppeling regiozaken; 5) Spreekrecht

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling. Raadsvoorstel no. R2015.0011 Agendapunt no. 13 Onderwerp Verklaring van geen bedenkingen Stierop 3 Uitgeest, 14 april 2015 Aan de gemeenteraad Aanleiding Op 2 juli 2014 is er een aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

Raadsvergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 7. Commissie : Ruimte

Raadsvergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 7. Commissie : Ruimte Zaaknummer : 163027 Raadsvergadering : 17 mei 2016 agendapunt : 7. Commissie : Ruimte Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen Borculoseweg 51 Eibergen (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 o,

Nadere informatie

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING

ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING ONTWERP BESCHIKKING OMGEVINGS(DEEL-)VERGUNNING Burgemeester en wethouders van Zoetermeer; gezien de aanvraag ingekomen d.d. : 17 juni 2015; dossiernummer : WB20150279; van : Vastgoedbedrijf Gemeente Zoetermeer,

Nadere informatie

Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp: ontwerp-omgevingsvergunning

Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp: ontwerp-omgevingsvergunning Aan Boomkwekerij Morren t.a.v. de heer G. Morren Diepesteeg 1 8081 PD Elburg Uw brief van: Uw kenmerk: Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: 0525-688 660 Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp:

Nadere informatie

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 01-10-2013 Openbaar Onderwerp : Vaststelling wijzigingsplan tweede dienstwoning Kanaaldijk 24 in Spijkerboor Portefeuillehouder(s) : R.P. Hendriks

Nadere informatie

De heer J.B. uit den Boogaard, wethouder. B&W-vergadering van 11 juni 2013 OPENING VERSLAG VERGADERING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN 03 JUNI 2013

De heer J.B. uit den Boogaard, wethouder. B&W-vergadering van 11 juni 2013 OPENING VERSLAG VERGADERING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN 03 JUNI 2013 datum plaats aanwezig 11 juni 2013, Roelofarendsveen Roelofarendsveen de heer A.G.M. Kea, wethouder de heer F.M Schoonderwoerd, wethouder Mevrouw M.E. Spreij, gemeentesecretaris de heer A.J.M. van Velzen,

Nadere informatie

Agenda Raadsavond. 22 september uur. Raadswerkgroep regio. Schorsing. Besluitvorming raad. 20:00 uur. Schorsing. 20:30 uur* Politiek forum

Agenda Raadsavond. 22 september uur. Raadswerkgroep regio. Schorsing. Besluitvorming raad. 20:00 uur. Schorsing. 20:30 uur* Politiek forum Agenda Raadsavond 22 september 2014 19.00 uur Raadzaal Raadswerkgroep regio Agenda en stukken volgen later Voorzitter: A.J.M. van Velzen Schorsing 20:00 uur Raadzaal Besluitvorming raad 1) Opening; 2)

Nadere informatie

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast.

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast. Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 13443 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Aan de raad, 1. Beslispunten De gemeenteraad

Nadere informatie

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk Aan dhr. A.D. Scholma Dr. M. Noordewierstraat 16 9953 SJ BAFLO Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november 2016 16-0254/cor Z1675143 Wiebe Jan Dijk D 0512 581234 w.dijk@smallingerland.nl Onderwerp

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 13443 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Aan de raad, 1. Beslispunten De gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsvergadering. 8 maart

Raadsvergadering. 8 maart RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 8 maart 2018 18-017 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Odijk, Zeisterweg 103' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Odijk, Zeisterweg 103 Gevraagde

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578 OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W12/003578 Aanvraag Op 30 maart 2012 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het oprichten van een woning (vervangende bouw), kadastraal bekend gemeente

Nadere informatie

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen Burgemeester en wethouders hebben op 17 april 2013 van de heer A.W.A. Bongers, Sint

Nadere informatie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Versie: vastgesteld Gemeente Landsmeer, januari 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding...

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad: 1109689 Datum: Behandeld door: 26 februari 2014 M.C. Deinum Afdeling / Team: RO / ROB Onderwerp: Gecoördineerde vaststelling

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014 Raadsvoorstel Burgemeester en wethouders Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014 Onderwerp : Aanvraag om omgevingsvergunning voor de huisvesting van arbeidsmigranten in het

Nadere informatie

AAN DE RAAD. De voorgestelde bouwmassa past in het straatbeeld en is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

AAN DE RAAD. De voorgestelde bouwmassa past in het straatbeeld en is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 7. Voorstel tot afgifte van een verklaring van geen bedenkingen voor de bouw van vier rijtjeswoningen aan de Mechteldshof in Dinxperlo AAN DE RAAD Samenvatting 7.Er is een

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1142109 Datum: 19 augustus 2014 Behandeld door: M.C. Deinum Afdeling / Team: RO / ROB Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen project Solar Campus

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Documentnummer Ontvangstdatum Documentdatum Kennisgeving aanvraag Ons Streekblad d.d. Z-2012-072 18 april 2012 15 mei 2012 26 april 2012 A a n v r a a g Aanvrager

Nadere informatie

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal College Onderwerp: V200900525 Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal Samenvatting: Inleiding: Op 17 november 2008 heeft de heer Staak een bouwaanvraag

Nadere informatie

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders *2017053151* Burgemeester & Wethouders De leden van de gemeenteraad Zaanstad Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Postbus 2000 1500 GA Zaandam Telefoon 14 075 www.zaanstad.nl PORTEFEUILLEHOUDER 09-01-2018

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz RAADSVOORSTEL ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz Portefeuillehouder Dhr. S. Jansen Ronde Tafel 24 januari 2017 Opsteller Mevrouw Y.W.E.P Kerkhof Debat 07 februari 2017 Zaak/stuknummer

Nadere informatie

Weigeren ontwerpverklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde

Weigeren ontwerpverklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde Raadsvoorstel Onderwerp: Datum voorstel: 18 juli 2017 Vergaderdatum: 18 juli 2017 Registratienr.: 046-2017 Agendapunt nr.: 3 Weigeren ontwerpverklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij:

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij: TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS ARNHEM Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: 0316-291663 Ons kenmerk: 20150205/15uit04866 Behorend bij: Uw kenmerk: Uw brief van: Bijlage(n): Onderwerp: Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk

Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk ONTWERPBESLUIT Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk Burgemeester en wethouders hebben op 17

Nadere informatie

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project-

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project- 31 mei 2012 B. Bartelds 2011-0175 (0595)421073 23 juli 2011 Project- Diversen omgevingsvergunning (naam) (adres) (naam), Burgemeester en wethouders hebben op 23 juli 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

W.S. van DamYes. De heer W.S. van Dam Beijerscheweg NH STOLWIJK. Uitgaand Aanvraag omgevingsvergunning ontvangen. Omgevingsvergunning

W.S. van DamYes. De heer W.S. van Dam Beijerscheweg NH STOLWIJK. Uitgaand Aanvraag omgevingsvergunning ontvangen. Omgevingsvergunning De heer W.S. van Dam Beijerscheweg 46 2821 NH STOLWIJK W.S. van DamYes *16-0009038* 16-0009038 Uitgaand Aanvraag omgevingsvergunning ontvangen LOCATIE: Stolwijk DOCUMENTNUMMER: 16-0009038 BEHANDELD DOOR:

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning UV

ONTWERP Omgevingsvergunning UV ONTWERP Omgevingsvergunning UV 42868. Burgemeester en Wethouders hebben op 6 maart 2018 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van het gebruik van een loods. De aanvraag

Nadere informatie

BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 14 maart 2011

BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 14 maart 2011 BESLUITENLIJST vergadering van de gemeenteraad gehouden op 14 maart 2011 Aanwezig: Dhr. J. Nicolai (SvKB) Mw. M.J. Spaargaren (SvKB) Dhr. H.S. van Rijn (SvKB) Mw. P.C. van der Wereld (SvkB) Dhr. H.J.A.

Nadere informatie

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt TEAM BOUWEN EN MILIEU ons kenmerk 1273564 behandeld door mevrouw SGM Jacobs doorkiesnummer +31 77 3596828 besluitdatum XX-XX-XXXX onderwerp ontwerpbesluit Ontwerp omgevingsvergunning Op 23 januari 2018

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum 1601167 V2014/685 26 november 2015

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum 1601167 V2014/685 26 november 2015 De heer J.J.M. Zuijdervliet Cassiopeiadreef 16 2401 HK ALPHEN AAN DEN RIJN Stadhuisplein 1 Postbus 13 2400 AA Alphen aan den Rijn Telefoon: 14 0172 E-mail: gemeente@alphenaandenrijn.nl Website: www.alphenaandenrijn.nl

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Registratienummer: 00533567 Op voorstel B&W d.d.: 23 december 2014 Datum vergadering: 10 maart 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad: Verklaring

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen Burgemeester en wethouders hebben op 17 april 2013 van de heer A.W.A. Bongers, Sint

Nadere informatie

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders, Emphasis T.a.v. de heer P.J.A. Engelvaart Eendekooi 19 5151 RL Drunen Uw brief -- Ons kenmerk Z-HZ-WABO-2014-0611/PZ3 Nadere informatie Servicelijn 14 0164, servicelijn@woensdrecht.nl Onderwerp bij een

Nadere informatie

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman,

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman, Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman Postbus 94370 1090 GT AMSTERDAM Datum : Uw kenmerk : Ons kenmerk : WABO-2012-0023 2012006989 Behandeld door : R.P. Perquin E-mail

Nadere informatie

O Pagina 1 van 5

O Pagina 1 van 5 Definitief besluit omgevingsvergunning 2 e fase voor de activiteiten het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen en het ambtshalve wijzigen van de omgevingsvergunning 1 e fase voor

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders, Mevrouw D. de Kock Mutsestraat 6 4641 SJ OSSENDRECHT Uw brief -- Ons kenmerk Z-HZ-WABO-2013-0504/PZ3 Nadere informatie Servicelijn 14 0164, servicelijn@woensdrecht.nl Onderwerp bij Mutsestraat 6 Datum

Nadere informatie

Postadres Bezoekadres Besluit Overwegingen

Postadres Bezoekadres Besluit Overwegingen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Tav: dhr. J. Schaminee Bevelandseweg 1 1703 AZ Heerhugowaard Postadres Postbus 200 1790 AE Den Burg Bezoekadres Emmalaan 15 1791 AT Den Burg T 14 0222 F 0222

Nadere informatie

K. Kingma Mr. De Jongwei 42 9219 VN DE TIKE. Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september 2015 14-0642/cor Z1170214 Alexander van der Veen

K. Kingma Mr. De Jongwei 42 9219 VN DE TIKE. Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september 2015 14-0642/cor Z1170214 Alexander van der Veen Aan K. Kingma Mr. De Jongwei 42 9219 VN DE TIKE Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september 2015 14-0642/cor Z1170214 Alexander van der Veen D1465184 0512 581234 al.van.der.veen@smallingerland.nl

Nadere informatie

E.G.M. van den Boom / september 2017

E.G.M. van den Boom / september 2017 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.2 E.G.M. van den Boom 3665 Evelien.van.den.Boom@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 246333/254627 11 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.18.1594 *B.18.1594* Landgraaf, 11 september 2018 ONDERWERP: Ontwerp verklaring van geen bedenkingen voor een zonnepark in Abdissenbosch

Nadere informatie

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016. Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning

Ontwerp omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING ons kenmerk 1043253 behandeld door de heer T van Straaten doorkiesnummer +31 77 3599588 besluitdatum XX-XX-XXXX onderwerp Ontwerp besluit omgevingsvergunning Ontwerp omgevingsvergunning

Nadere informatie

weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde

weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde Raadsvoorstel Onderwerp: Datum voorstel: 20 februari 2018 Vergaderdatum: 27 februari 2018 Registratienr.: 008-2018 Agendapunt 7 weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik' RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 01-11-2018 18-088 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist VOORBLAD RAADSVOORSTEL 12RAAD0116 Ronde Tafel : N.v.t. Debat : N.v.t. Raadsvergadering : 04 december 2012 Gewijzigd voorstel : - Portefeuillehouder : Jacqueline Verbeek Organisatieonderdeel : Publiek &

Nadere informatie

Pagina 1 van 6 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/005105/9510. Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 25 augustus 2014 Onderwerp: herontwikkeling

Pagina 1 van 6 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/005105/9510. Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 25 augustus 2014 Onderwerp: herontwikkeling Pagina 1 van 6 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 25 augustus 2014 Onderwerp: herontwikkeling Aan de raad. Hoogmadeseweg 60A Besluit categorie vvgb 09-2014 Beslispunten *Z001D11AA5 5* 1.

Nadere informatie

Oldehoofsterkerkhof 2 Postbus 21000 8900 JA Leeuwarden Telefoon 14058 www.leeuwarden.nl E-mail gemeente@leeuwarden.nl Uitvoering: archief via BAG beheerder afschrift : aanvrager kopie : team Toezicht en

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605)

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605) OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605) Aanvraag Op 16 mei 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen/verplaatsen van lichtmasten, het kappen van 2 tweestamberken en

Nadere informatie

Publicatie ontwerpbeschikking uitgebreide procedure

Publicatie ontwerpbeschikking uitgebreide procedure Publicatie ontwerpbeschikking uitgebreide procedure Kennisgeving ontwerpbeschikking Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Uitgebreide voorbereidingsprocedure Burgemeester en wethouders van Smallingerland

Nadere informatie

Agendapunt: 19 No. 59/'11. Dokkum, 7 juni 2011

Agendapunt: 19 No. 59/'11. Dokkum, 7 juni 2011 Agendapunt: 19 No. 59/'11 Dokkum, 7 juni 2011 ONDERWERP: de bouw van een akkerbouwloods aan de Seepmawei 4 te Ternaard en de bouw van een akkerbouwloods in het algemeen met een goothoogte tot maximaal

Nadere informatie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in

Nadere informatie

Agenda raadsavond 12 oktober 2015

Agenda raadsavond 12 oktober 2015 Agenda raadsavond 12 oktober 2015 20:00 uur Raadzaal Besluitvorming raad 1) Opening; 2) Vaststelling van de agenda; 3) Besluitenlijst 21 september 2015 en toezeggingenlijst; 4) Lijst van ingekomen stukken;

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens Titel Nummer 11/55 Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan Datum 11 juli 2011 Programma Fase Onderwerp Leefomgeving Weigeren verklaring van geen bedenkingen verbouwen bedrijfsopslagruimte tot woning op

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Concept-omgevingsvergunning voor het wijzigen van de kavelindeling op het perceel Kadijkweg tegenover 39 in Andijk

Concept-omgevingsvergunning voor het wijzigen van de kavelindeling op het perceel Kadijkweg tegenover 39 in Andijk Omgevingsvergunning Voor het wijzigen van de kavelindeling op het perceel Kadijkweg tegenover 39 in Andijk Inhoudsopgave 1. FEITEN 2. WETTELIJK KADER 3. VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN 4. INGEKOMEN REACTIES

Nadere informatie

Pagina 1 van 6 Versie Nr. 2 Definitief Registratienr.: 2012I02088

Pagina 1 van 6 Versie Nr. 2 Definitief Registratienr.: 2012I02088 Pagina 1 van 6 Versie Nr. 2 Definitief Afdeling: Beleid Leiderdorp, 3-01-2013 Onderwerp: RVS Transformatie naar wonen Elisabethhof 1 ( Astellas) Aan de raad. Beslispunten 1. Akkoord te gaan met transformatie

Nadere informatie

Beschikking omgevingsvergunning uitgebreide procedure

Beschikking omgevingsvergunning uitgebreide procedure Beschikking omgevingsvergunning uitgebreide procedure Burgemeester en wethouders hebben op 22 november 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Van den Hoogenbouw b.v. voor het project:

Nadere informatie

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. * Besluitenlijst raadsvergadering van 30 maart 2017. De heer G. Polinder, raadslid namens de SGP-fractie, is afwezig. Nr. ONDERWERP BESLISSING/TOEZEGGINGEN 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering.

Nadere informatie

Besluit Wij besluiten de omgevingsvergunning te verlenen. Voor de motivering verwijzen wij naar het hiervoor vermelde onderdeel.

Besluit Wij besluiten de omgevingsvergunning te verlenen. Voor de motivering verwijzen wij naar het hiervoor vermelde onderdeel. OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING ons kenmerk 910257 behandeld door de heer N Bel Hadj doorkiesnummer +31 77 3596514 besluitdatum XX-XX-XXXX onderwerp ontwerpbesluit Ontwerp omgevingsvergunning Op 2 februari

Nadere informatie

Publiek. - Bouwen (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) - Strijdig gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo).

Publiek. - Bouwen (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) - Strijdig gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo). Publiek O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (ontwerpbeschikking) Burgemeester en Wethouders hebben op 15 maart 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor strijdigheid bestemmingsplan

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: De heer E.F. Schneider

Nadere informatie

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen Zaaknummer: 822352 Vergunninghouder: Maatschap Kloosterman Projectomschrijving: het ontwikkelen van een zonnepanelenpark op het perceel Middenraai 22 te NIEUWEROORD, kadastraal bekend gemeente Westerbork,

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEITEN: BOUWEN EN AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN

OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEITEN: BOUWEN EN AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEITEN: BOUWEN EN AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN Kenmerk: W20110246 Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen de op 14 december 2011

Nadere informatie

Dit besluit is voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Dit besluit is voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Pagina 1 van 6 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiderdorp Aanhef Van de heer B.D. Borreman, wonende Poortwacht 28 te Leiderdorp, is op 10 november 2014 een verzoek ontvangen waarbij om een eerste

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

O P E N B A A R. Advies:

O P E N B A A R. Advies: O P E N B A A R VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: A. Barelds Tel nr: 8494 Nummer: 16A.00286 Datum: 21 maart 2016 Team: Ruimte Tekenstukken: Nee Bijlagen: 1 Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.):

Nadere informatie

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2015-53 Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith - 2013'. Dienst/afdeling SRO De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden:

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden: Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 23 december 2016 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen van Jawelbouw BV voor het project het bouwen van acht woningen in bouwplan De Bamere

Nadere informatie

ONTWERPOMGEVINGSVERGUNNING EERSTE FASE ERF KORTLAND 42

ONTWERPOMGEVINGSVERGUNNING EERSTE FASE ERF KORTLAND 42 ONTWERPOMGEVINGSVERGUNNING EERSTE FASE ERF KORTLAND 42 Kennisgeving Burgemeester en wethouders van Alblasserdam maken bekend dat zij voornemens zijn een omgevingsvergunning eerste fase (ex. artikel 2.5

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning

Ontwerp omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING ons kenmerk 941097 behandeld door de heer N Bel Hadj doorkiesnummer +31 77 3596514 besluitdatum onderwerp ontwerpbesluit Ontwerp omgevingsvergunning Op 6 april 2016 hebben

Nadere informatie

Oldehoofsterkerkhof 2 Postbus 21000 8900 JA Leeuwarden Telefoon 14058 www.leeuwarden.nl E-mail gemeente@leeuwarden.nl Uitvoering: archief via BAG beheerder afschrift : aanvrager kopie : team Toezicht en

Nadere informatie

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 11 december 2015 15-0348/cor Z1442943 Alexander van der Veen 0512 581234 al.van.der.veen@smallingerland.

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 11 december 2015 15-0348/cor Z1442943 Alexander van der Veen 0512 581234 al.van.der.veen@smallingerland. Aan dhr. J. Brander Skoalleane 27 9247 CS URETERP Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 11 december 2015 15-0348/cor Z1442943 Alexander van der Veen D 0512 581234 al.van.der.veen@smallingerland.nl

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Kenmerk: HZ_WABO

Omgevingsvergunning. Kenmerk: HZ_WABO Omgevingsvergunning Kenmerk: HZ_WABO-18-0550 Burgemeester en wethouders van gemeente Gooise Meren hebben op 6 april 2018 van Livingstone Tree C.V. de heer H. Wilkes een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.19.0116 *B.19.0116* Landgraaf, 17 januari 2019 ONDERWERP: Ontwerp verklaring van geen bedenkingen aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

Op grond van art. 60 van het reglement van orde kunnen raadsleden gebruik maken van het vragen-half-uur.

Op grond van art. 60 van het reglement van orde kunnen raadsleden gebruik maken van het vragen-half-uur. Vergadering Gemeenteraad 19-06-2008 Plaats: Nieuwveen Tijd: 16:00 Voorzitter: Frans Buijserd 0 BESLUITVORMENDE RAADSVERGADERING 19 JUNI 2008 1 Opening 2 Vaststellen agenda Agendapunten 7, 10 en 12 worden

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan "Delden-Noord, herziening Peperkampweg"

Vaststelling bestemmingsplan Delden-Noord, herziening Peperkampweg Aan de raad, Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan "Delden-Noord, herziening Peperkampweg" Voorstel: 1. Geen exploitatieplan vaststellen 2. De zienswijzen zoals omschreven en afgewogen in de "Zienswijzennotitie

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358 OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358 Aanvraag Op 29 februari 2012 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het oprichten van 28 woningen, kadastraal bekend gemeente

Nadere informatie

voorstel raad en raadsbesluit Programma

voorstel raad en raadsbesluit Programma voorstel raad en raadsbesluit Programma GEMEENTE LANDGRAAF PROGRAMMA 2. Ruimte en Herstructurering Organisatieonderdeel: Ruimtelijke Ontwikkeling en Grondzaken Documentnummer Landgraaf, Verantwoordelijke

Nadere informatie

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Mevr. S.D. van der Veen voor het oprichten van een kleinschalige koffie- en theeschenkerij met kleine kaart en tevens verkoop van meubelen, curiosa, planten en

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde.

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde. Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV10.0167 Roden, 11 mei 2010 Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 193184 Datum : 17 november 2015 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel) Omgevingsvergunning

Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel) Omgevingsvergunning TenneT TSO B.V. Dhr. K. Bakker Postbus 718 6800 AS ARNHEM Uw kenmerk: Verzenddatum: Ons kenmerk: W-2014-0505 Poststuknummer: 14uit36708 Onderwerp: Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel)

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00079369 Burgemeester en wethouders hebben op 30 juni 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 14 woningen op

Nadere informatie

Publiek. - Bouwen (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) - Strijdig gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo).

Publiek. - Bouwen (Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo) - Strijdig gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo). Publiek O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (ontwerpbeschikking) Burgemeester en Wethouders hebben op 7 juni 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor de uitbreiding van een kattenopvang.

Nadere informatie

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo);

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo); Van Wijnen Projectontwikkeling West B.V. t.a.v. mevrouw C.N.M. Toussaint Postbus 764 3300 AT DORDRECHT uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 1344385 datum onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

Ontwerp-omgevingsvergunning Eekhoornstraat 11 te Donderen

Ontwerp-omgevingsvergunning Eekhoornstraat 11 te Donderen Ontwerp-omgevingsvergunning Eekhoornstraat 11 te Donderen Burgemeester en wethouders van Tynaarlo zijn voornemens een omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een woning op het perceel Eekhoornstraat

Nadere informatie