Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp: ontwerp-omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Aan Boomkwekerij Morren t.a.v. de heer G. Morren Diepesteeg PD Elburg Uw brief van: Uw kenmerk: Inlichtingen: E. Nijboer Ons kenmerk: Doorkiesnr: Bijlagen: Datum: 29 april 2013 Onderwerp: ontwerp-omgevingsvergunning Geachte heer Morren, Bijgaand treft u de ontwerp-omgevingsvergunning aan voor het bouwen van een schuur met overkappingen en een tweede bedrijfswoning met garage en kantoor op het perceel Diepesteeg 1A, Elburg. (registratienummer: ). Gelet op het bepaalde in paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ligt dit ontwerpbesluit vanaf 1 mei 2013 gedurende zes weken ter inzage. Gedurende deze periode is het voor een ieder mogelijk om zienswijzen tegen dit ontwerpbesluit in te brengen. Na afloop van de voornoemde termijn zal zo spoedig mogelijk een besluit op uw aanvraag worden genomen. Dit ontwerpbesluit geeft u geen recht om de aangevraagde werkzaamheden uit te voeren. Wij vertrouwen erop u hiermee voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd. Namens burgemeester en wethouders van Elburg, Beleidsmedewerker vergunningverlening, B. Westra

2 Ontwerp Omgevingsvergunning Aanvraagnummer: Besluit Op 12 september 2013 hebben wij van Boomkwekerij Morren, t.a.v. de heer G. Morren, Diepesteeg 1, 8081 PD Elburg een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen. Na afloop van de termijn waarin de ontwerpbeschikking ter inzage heeft gelegen zijn wij voornemens om een omgevingsvergunning te verlenen voor het: Bouwen van een schuur met overkappingen en een tweede bedrijfswoning met garage en kantoor op het perceel Diepesteeg 1A, Elburg, kadastraal bekend gemeente Elburg, sectie B, nummers 2283 en 2458 Voor de activiteit(en): Bouwen Planologisch afwijkend gebruik Tussen 1 mei 2013 en 12 juni 2013 ligt een ontwerp van deze beschikking ter inzage en worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Procedure Op grond van artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden om zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te bouwen, tenzij de bouwactiviteit vergunningsvrij is op grond van het gestelde in het Besluit omgevingsrecht (Bor). De door u aangevraagde bouwactiviteit betreft het bouwen van een schuur met overkappingen, een tweede bedrijfswoning met garage en een kantoor. Daar deze activiteit in het Bor niet als vergunningsvrij staat vermeld, is een omgevingsvergunning vereist voor de activiteit Bouwen. Daar het bouwwerk tevens in strijd is met de bepalingen van het bestemmingsplan, is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder c Wabo ook een omgevingsvergunning vereist voor de activiteit planologisch afwijkend gebruik. De strijdigheid met het bestemmingsplan kan worden opgeheven door middel van het doorlopen van de procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3, Wabo. Op grond van artikel 3.10 Wabo is bij het doorlopen van deze procedure, de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. Volgens artikel 3.10 Wabo dient de procedure genoemd in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te worden gevolgd, hetgeen - onder andere inhoudt dat een ontwerpvergunning gedurende zes weken ter inzage moet worden gelegd. Gedurende deze termijn kan een ieder zienswijzen tegen het voorgenomen besluit inbrengen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.5, lid 3, Bor heeft de gemeenteraad op 31 januari 2011 besloten een lijst met categorieën vast te stellen, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) van de raad is vereist. Het onderhavige project komt niet voor op die lijst waardoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist. Gelijktijdig met de tervisielegging van het ontwerpbesluit, zal de aanvraag voor de noodzakelijke verklaring aan de gemeenteraad worden voorgelegd. De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in 3.1 en 3.2 Wabo.

3 Voorts is de aanvraag getoetst aan de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Gebleken is dat de aanvraag voldoet aan de eisen van de Mor. Overwegingen Planologisch Op het perceel waarop de bouwactiviteit zal worden uitgevoerd is het bestemmingsplan Buitengebied Elburg van toepassing. Volgens dit bestemmingsplan rust er op het perceel de bestemming agrarisch gebied met landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarde. Het perceel beschikt daarbij over een bouwvlak. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan, omdat gebouwen en bouwwerken alleen binnen de bouwvlakken mogen worden gebouwd. De uitbreidingen A, B en D zoals op de situatietekening aangegeven vallen allen geheel buiten het bouwvlak. Verder is er ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan terwijl het bouwplan voorziet in een tweede bedrijfswoning. Daarnaast is er voor wat betreft één zijde van de schuur nog sprake van een overschrijding van de maximaal toelaatbare goothoogte. Het bouwplan is dus in strijd met het geldende bestemmingsplan. In geval van strijd dient te worden beoordeeld of een omgevingsvergunning kan worden verleend op grond van artikel 2.1, lid 1, onder c, Wabo. Dit artikel stelt dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met een bestemmingsplan. Dit verbod kan echter op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, Wabo op de volgende wijzen worden opgeheven: 1. met toepassing van de in het bestemmingsplan of beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking; 2. in de bij algemene maatregel van bestuur (= Bor) aangewezen gevallen, of 3. indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Hier is sprake van een onder 3 genoemde situatie, omdat het niet mogelijk is de strijd met het bestemmingsplan op te heffen door middel van het doorlopen van een procedure genoemd onder 1 of 2. Volgens het genoemde onder 3 kan vergunning worden verleend, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Voor het gebied waarin deze locatie is gelegen is een herziening van het bestemmingsplan in voorbereiding. Het ontwerp hiervan heeft inmiddels ter inzage gelegen. De aanvraag is getoetst aan deze toekomstige planologische voorschriften. Geconsateerd is dat het bouwplan ook hiermee in strijd is. Ook op grond van het toekomstige bestemmingsplan is maximaal één bedrijfswoning toegestaan. Het bouwplan voorziet in een tweede woning. Verder is sprake van een overschrijding van zowel de goot- als ook de bouwhoogte. Voor de hiervoor genoemde strijdigheden met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan zijn in die toekomstige voorschriften afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Er zou daarom nog steeds sprake kunnen zijn van een goede ruimtelijke ordening als de strijdigheden binnen de criteria van die binnenplanse afwijkingsmogelijkheden zouden vallen. Voor wat betreft de overschrijding van de goot- en bouwhoogte is dat geen probleem, maar de criteria voor het toestaan van een tweede bedrijfswoning zijn stringenter. In het kader van een goede afweging is het opgestelde bedrijfsplan in eerste instantie voor advies voorgelegd aan de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen (SAAB). Op 16 juli 2012 heeft SAAB binnen de vooroverlegprocedure advies uitgebracht. SAAB adviseert geen medewerking te verlenen aan de tweede bedrijfswoning, omdat er in de onderhavige bedrijfssituatie aan de Diepesteeg 1 vanuit landbouwkundig oogpunt geen noodzaak voor een tweede bedrijfswoning bestaat. Vervolgens is binnen de aanvraagprocedure een second opinion opgevraagd bij LTO

4 Noord advies (LTO). LTO geeft in haar advies aan dat er op basis van de opdrachtformulering geen noodzaak bestaat om een tweede bedrijfswoning toe te staan, in die zin dat er geen sprake is van een toezicht vereisende situatie dat het wonen van twee volwaardige arbeidskr achten ter plaatse van het bedrijf noodzakelijk is. In maart 2013 is aan LTO Noord een aanvullende opdracht verstrekt waarbij is aangegeven dat de stringente toetscriteria zoals opgenomen in het bestemmingsplan wat betreft het 2 e toezichtscriterium bij de aanvullende advisering en de interpretatie meer als een leidraad moeten worden gezien. Op basis van die opdracht geeft LTO Noord aan van mening te zijn dat er een landbouwkundige noodzaak bestaat om op het bedrijf aan de Diepesteeg 1 te Elburg een tweede bedrijfswoning toe te staan. Om het toekomstige bestemmingsplan Buitengebied als ruimtelijke onderbouwing te kunnen gebruiken worden de regels en/of de toelichting, die in dat bestemmingsplan betrekking hebben op het toestaan van een tweede bedrijfswoning, bij de vaststelling aangepast in die zin, dat de agrarische noodzaak van een 2 e bedrijfswoning (inclusief het noodzakelijke toezicht) moet zijn aangetoond. Ook in het toekomstige bestemmingsplan moet het in vergelijkbare gevallen mogelijk worden een tweede bedrijfswoning toe te staan. Wij hebben het voldoen aan het toekomstige bestemmingsplan aangemerkt als het niet strijdig zijn met een goede ruimtelijke ordening. Als ruimtelijke onderbouwng kan worden verwezen naar het toekomstige bestemmingsplan Buitengebied. Bouwbesluit Op basis van de overgelegde gegevens is het aannemelijk dat het plan voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit Bouwverordening Op basis van de overgelegde gegevens is het aannemelijk dat het plan voldoet aan de voorschriften die zijn gegeven bij de Bouwverordening 2010 van de gemeente Elburg. Welstand Op 11 december 2012 heeft de welstandscommissie een positief advies uitgebracht waarbij aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan. Die voorwaarden zijn op de tekeningen verwerkt en worden op 2 mei 2013 voor een definitief positief advies aan de welstandscommissie voorgelegd. Aanwijzing Rijk of provincie Het bouwplan is niet in strijd met een aanwijzing van het Rijk of de Provincie Gelderland. Exploitatieplan Het bouwplan is niet in strijd met een exploitatieplan. Besluit burgemeester en wethouders Op 23 april 2013 hebben burgemeester en wethouders besloten de procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3, Wabo te doorlopen. Voorwaarden 1. Tenminste twee dagen voor het begin en het einde van de bouwwerkzaamheden dienen wij hiervan in kennis te worden gesteld. Dit kan worden gedaan door middel van de bijgevoegde kaartjes of per (gemeente@elburg.nl). Wanneer op voornoemde wijze het begin en het einde van de bouwwerkzaamheden aan ons worden gemeld, wordt op ieder van de respectieve momenten 25,00 aan borg teruggegeven (het bedrag van 50,00 aan borg is opgenomen in het legesbedrag: zie legesnota);

5 2. Tenminste drie weken voor de aanvang van de werkzaamheden moeten constructietekeningen en -berekeningen waaraan tijdens de vergunningprocedure nog geen goedkeuring is gegevens, alsnog ter controle aan de afdeling Bouwen en Milieu worden voorgelegd; 3. Een eventuele ontsluitingsweg door het landelijk gebied in de richting van de Zuiderzeestraatweg West maakt geen onderdeel uit van deze vergunning. Voor een dergelijke ontsluiting is een zgn. aanlegvergunning nodig welke in deze aanvraag niet is meegenome n. Op de tekeningen behorende bij dit besluit staat de ontsluitingsweg niet aangegeven. Van de vergunning onderdeel uitmakende gewaarmerkte documenten en bijlagen 1. Aanvraagformulier 2. Bouwtekeningen 3. Bouwbesluitberekeningen 4. Foto s 5. Situatietekening Inwerkingtreding Op grond van artikel 6.1, lid 2, onder a Wabo treedt de vergunning pas in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn (= zes weken) voor het indienen van een bezwaarschrift. Leges Voor de behandeling van de aanvraag om omgevingsvergunning is de aanvrager op grond van onze legesverordening leges verschuldigd. De legesnota zal apart worden toegezonden. De leges zijn conform hoofdstuk 5 en 6 van de legesverordening 2012 van de gemeente Elburg opgelegd. Deze verordening kunt u inzien op Elburg, Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Elburg, de beleidsmedewerker Vergunningverlening, B. Westra. Rechtsmiddelen Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden die tijdig zienswijzen hebben ingediend tegen dit besluit een beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag van terinzagelegging bij de rechtbank Zutphen, Postbus 205, 7200 AE Zutphen. Door het aantekenen van beroep wordt het besluit niet geschorst. Hiertoe dient een verzoek om voorlopige voorziening te worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen. Voor het indienen van een beroepschrift of een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.