10 HAART Informatie mw mr. R. Mulder

Transcriptie

1 Gemeente Breda College van Burgemeester en Wethouders de heer / mevrouw J. Veuger en L. Snelders e.a. Heuvelbrink GR BREDA Correspondentieadres Postbus RH Breda Stadskantoor Claudius Prinsenlaan 10 Telefoon (076) Fax (076) gemeentebreda@breda.nl Vanaf Breda CS: 10 minuten lopen, Buslijnen: 2, 8, 9, 10, 11, 131,401 Uw brief Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift. Datum 10 HAART 2009 Informatie mw mr. R. Mulder Ons kenmerk Bijlagen ja Geachte heer/ mevrouw Veuger en Snelders, Over uw bezwaarschrift, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het besluit tot het verlenen van binnenplanse vrijstelling en reguliere bouwvergunning aan Ontwikkelingscombinatie WonenBreburg & Nederlandse Bouw Unie voor het bouwen van 80 appartementen op het perceel Dirk Hartogstraat ongenummerd, is advies ingewonnen bij de Adviescommissie bezwaarschriften. Deze commissie heeft aan ons advies uitgebracht (bijgevoegd). Besluit Onder verwijzing naar en met overneming van de motivering van genoemd advies van de commissie hebben wij besloten de bezwaren ongegrond te verklaren. Beroep Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, beroep instellen bij de rechtbank, sector bestuursrecht, te Breda. Voor het instellen van beroep is in het algemeen een griffierecht verschuldigd. Hoogachtend, Burgemeester/én wethouders van BVeda,

2 Gemeente Breda Adviescommissie bezwaarschriften Correspondentieadres Postbus RH Breda Adviescommissie bezwaarschriften Stadskantoor Claudius Prinsenlaan 10 Telefoon (076) Fax (076) Vanaf Breda CS: 10 minuten lopen, Buslijnen: 8, 11, 12, 131, Kenmerk: Advies aan het college van burgemeester en wethouders van Breda Bezwaarschrift van: de heer / mevrouw J. Veuger en L. Snelders, A. Marijnissen en R. Kleywegt en A. Mossink. Bestreden besluit: het verlenen van vrijstelling en reguliere bouwvergunning aan Ontwikkelingscombinatie WonenBreburg & Nederlandse Bouw Unie voor het bouwen van 80 appartementen op het perceel Dirk Hartogstraat ong. Bestreden besluit: 7 oktober I. Feiten * Op 19 november 2007 is een verzoek om reguliere bouwvergunning ontvangen van Ontwikkelingscombinatie WonenBreburg & Nederlandse Bouw Unie voor het bouwen van 80 appartementen op het perceel Dirk Hartogstraat ong. Breda. * Op 7 oktober 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda het besluit genomen tot het verlenen van reguliere bouwvergunning en vrijstelling aan de Ontwikkelingscombinatie WonenBreburg & Nederlandse Bouw Unie voor het bouwen van 80 appartementen op het perceel Dirk Hartogstraat ong. * Bij brief van 12 november 2008, aangevuld bij brief van 3 januari 2009, hebben de heer/mevrouw J. Veuger en L. Snelders e.a. hiertegen een bezwaarschrift ingediend. II. Procedure Het bezwaarschrift is, ter voorbereiding van de door het college van burgemeester en wethouders daarop te nemen beslissing, voorgelegd aan de adviescommissie bezwaarschriften (hierna de commissie). De commissie heeft een hoorzitting gehouden op 14 januari Het verslag van de zitting is bijgevoegd. De commissie baseert haar advies op het procesdossier en de overige, bij partijen bekende stukken, alsmede het verhandelde tijdens de hoorzitting. Bezwaren Reclamanten richten hun bezwaren tegen de verleende bouwvergunning en vrijstelling ex artikel 15 WRO van 7 oktober 2008 voor het bouwen van 80 appartementen op het bouwadres Dirk Hartogstraat ong. Het betreft de middelste woontoren 2, de Appel-toren, van het project De Sculpturen dat in totaal 3 woontorens zal gaan beslaan. Voor de overige 2 woontorens zijn ook aparte bouwaanvragen ingediend en in behandeling genomen. Reclamanten richten hun bezwaren ook op de 3 woontorens gezamenlijk omdat zij van mening zijn dat de bouw van toren 2 niet los beoordeeld kan worden van de andere 2 woontorens.

3 Gemeente Breda Gemeente Breda 1 Ons kenmerk PBZ/2007/2382/RB/O Paginanummer 2 van 6 De bezwaren van reclamanten richten zich -samengevat- op het volgende: 1. De verlening van de bouwvergunning is in strijd met artikel 6:18 Awb 2. De verlening van de bouwvergunning is in strijd met artikel van de Bouwverordening 3. De verlening van de bouwvergunning is in strijd met artikel 14 van bestemmingsplan Heuvel/Talmazone 4. Het bouwplan wijkt dermate af van hetgeen in de toelichting van het bestemmingsplan staat vermeld dat het bouwplan strijdig wordt geacht met de uitgangspunten van het bestemmingsplan. Bij opschaling van het aantal woningen is geen rekening gehouden met de hieruit voortvloeiende extra eisen t.a.v. de inrichting van het grondniveau, waaronder: a. een tekort aan parkeervoorzieningen, b. overschrijdingen van het bestemmingsvlak, c. gebrekkige toegankelijkheid en onvoldoende bereikbaarheid van gebouwen. Juridisch kader Woningwet, Algemene wet bestuursrecht, Wet op de ruimtelijke ordening Bestemmingsplan Heuvel/Talmazone, Artikel 16 Algemene Vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de * sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van: a. De bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. [..] Parkeer en stallingsbeleid Breda III. Overwegingen van de commissie Ontvankelijkheid Ingevolge artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Het onderhavige besluit is op 7 oktober 2008 bekend gemaakt door toezending daarvan aan vergunninghouder. Het bezwaarschrift is gedateerd op 12 november 2008 en ontvangen op 14 november 2008 en laatstelijk aangevuld per schrijven van 3 januari 2009, ontvangen 5 januari Het is dan ook ingediend binnen de daarvoor in de wet gestelde termijn van zes weken. Reclamanten voldoen ook aan de overige in de wet gestelde eisen zodat zij in hun bezwaar kunnen worden ontvangen Ten aanzien van de procedurele bezwaren. De commissie stelt vast dat reeds op 23 mei 2008 het college een nagenoeg gelijke bouwvergunning (zonder vrijstelling) heeft verleend voor woontoren 2, zij het op grond van een andere bouwaanvraag d.d. 14 april 2008, voor een toren tot 60 meter hoog. Op verzoek van vergunninghouder is bij besluit van 13 november 2008 deze op 23 mei 2008 verleende bouwvergunning ingetrokken. Het thans bestreden besluit van 7 oktober 2008 tot het verlenen van de bouwvergunning met binnenplanse vrijstelling voor een toren tot 62 meter hoog is genomen op de grond van de (eerder ingediende) bouwaanvraag van 19 november Voor zover reclamanten menen dat de onderhavige bouwvergunning en binnenplanse vrijstelling ten behoeve van woontoren 2 op grond van geldende, meer procedurele wet- en regelgeving niet had mogen worden afgegeven, onder meer omdat het college terzake van een nagenoeg identiek bouwplan reeds eerder een bouwvergunning had afgegeven en deze

4 <M> Gemeente Breda Gemeente Breda 1 Ons kenmerk PBZ/2007/2382/RB/O Paginanummer 3 van 6 nog niet was ingetrokken ten tijde van het verlenen van de onderhavige bouwvergunning met vrijstelling, overweegt de commissie het volgende. De commissie meent dat op hetzelfde bouwperceel tegelijkertijd meerdere bouwaan vragen en bouwvergunningen kunnen worden afgegeven 1. De commissie benadrukt hierbij dat de onderhavige bouwvergunning en binnenplanse vrijstelling is verleend op grond van een aparte, andere bouwaanvraag. Het staat het college op grond van de Awb niet vrij om een bouwaanvraag niet te behandelen, anders dan op grond van het bepaalde in artikel 4:5 Awb. Het wettelijk stelsel verzet zich tegen het niet behandelen van een aanvraag in andere dan de in die bepaling genoemde gevallen. De omstandigheid dat sprake is van aanvragen voor elkaar uitsluitende bouwplannen kan niet worden aangemerkt als een geval als bedoeld in voormeld art. 4:5 Awb. Het college was in dezen dan ook gehouden te beslissen op de onderhavige bouwaanvraag. Indien zich naar het oordeel van het college voor de betreffende bouwplannen geen weigeringsgronden voordoen of indien dit met vrijstelling mogelijk wordt, dan moet c.q. kan het college voor beide bouwplannen in beginsel de bouwvergunningen (+ vrijstelling) verlenen. Dat de aanvrager in een dergelijke situatie dan beschikt over twee bouwvergunningen, waarover hij naar believen kan beschikken, doet hieraan niet af. Evenmin staat, gelet op het voorgaande en hetgeen de vertegenwoordiger van het college ter zitting aanvoerde, de anti-dubbeltelbepaling noch de anti-cumulatiebepaling hieraan in de weg. Overigens is thans, met de intrekking van de bouwvergunning van 23 mei 2008, per intrekkingsbesluit van 13 november 2008, geen sprake meer van meerdere vergunningen ter zake van elkaar uitsluitende bouwplannen. Inhoudelijk Op 19 november 2007 heeft Ontwikkelingscombinatie Wonen Breburg & Nederlandse Bouw Unie v.o.f. (verder: vergunninghoudster) verzocht om een reguliere bouwvergunning voor het oprichten van 80 koopappartementen met een parkeervoorziening op het perceel Dirk Hartogstraat ong. te Breda. Het betreft hier de bouw van Toren 2, de zogenaamde Appel-toren. Toren 2 maakt onderdeel uit van het bouwplan de Sculpturen, welk plan in totaal bestaat uit drie woontorens met parkeervoorzieningen aan de Dirk Hartogstraat te Breda. Voor zover de bezwaren van reclamanten zien op Toren 1 en/of 3, danwei het gehele bouwplan de Sculpturen, kunnen deze bezwaren in deze procedure niet behandeld worden. Zij dienen derhalve buiten beschouwing te worden gelaten. Het perceel Dirk Hartogstraat ong. te Breda is gelegen in het bestemmingsplan "Heuvel/Talmazone". Op het onderhavige perceel rust de bestemming "woongebied (WG), met de nadere aanduiding "gestapeld"(s). Ingevolge artikel 4.1 van de planvoorschriften zijn de op de plankaart voor woongebied aangewezen gronden bestemd voor: a. Woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep; b. Bijgebouwen; Met de daarbij behorende: c. Tuinen, erven en terreinen; d. Woonstraten en paden; e. Nutsvoorzieningen; f. Geluidwerende voorzieningen; g. Groenvoorzieningen; h. Waterlopen en waterpartijen; i. Parkeervoorzieningen, waaronder ondergrondse parkeerkelders; j. Speelvoorzieningen; k. Bouwwwerken, geen gebouwen zijnde. 1 Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State (ABRS) van 28 mei 2003, BR 2003, blz. 892

5 Gemeente Breda Gemeente Breda 1 Ons kenmerk PBZ/2007/2382/RB/O Paginanummer 4 van 6 In artikel (algemene bepalingen) van de planvoorschriften is bepaald dat: a. De locatie bestemd is voor de ontwikkeling tot woongebied; b. Gestapelde woningbouw alleen is toegestaan waar dit op de plankaart nader is aangeduid met WG(s); c. Voor de gronden met de aanduiding WG(s) geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan het percentage dat is aangegeven in de op de plankaart aangegeven matrix; d. In het meest oostelijk gelegen bestemmingsvlak maximaal drie woongebouwen mogen worden gebouwd, waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 20% van het bestemmingsvlak; de woontorens mogen worden gebouwd op de begane grond of op een parkeerlaag; de oppervlakte van de overdekte parkeergelegenheid mag niet meer bedragen dan 40% van het bestemmingsvlak; de overdekte parkeergelegenheid mag worden gerealiseerd tot een hoogte van 4 meter; e. Het bebouwingspercentage per bouwdeel voor de gronden die niet zijn aangeduid met WG(s) mag niet meer bedragen dan 50%; f. Parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gerealiseerd; g. Na realisatie van het woongebied mag het totale aantal woningen niet meer worden uitgebreid; h. Voor wat betreft het bebouwingsbeeld geldt het volgende: Het doorzicht vanuit de wijk Heuvel door de Talmazone richting buitengebied dient behouden te blijven; ^ - De bebouwing dient te worden gerealiseerd in de vorm van geclusterde woningbouw in een parkzone, met aan de oostzijde een aantal hoge oriëntatiepunten. In artikel (bouwen van hoofdgebouwen) van de planvoorschriften is - voorzover relevant - bepaald dat: a. Ten aanzien van de toegestane goot- en bouwhoogte gelden de maxima zoals aangegeven in de op de plankaart aangegeven matrix; b. Woningen mogen uitsluitend in het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; overdekte parkeergelegenheid mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, c.... Vrijstelling overschrijding bouwhoogte Reclamanten stellen zich op het standpunt dat het bouwplan voor woontoren 2 in zoverre niet voldoet aan hetgeen in de toelichting op het bestemmingsplan staat vermeld, dat dit voldoende grond oplevert om de binnenplanse vrijstelling voor de verruiming van de maximale bouwhoogte van 60m naar 62m te weigeren. Wat hier verder ook van moge zijn, de commissie is van oordeel dat - gelet op artikel 10 lid 1 WRO en artikel 12 lid 1 BRO - de toelichting van het bestemmingsplan geen bindende werking heeft en als zodanig geen onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan. Dit is ook vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (vgl. ABRS 20 februari 2008, nr /1 en ABRS 16 februari 2005, nr /1). Daarenboven meent de commissie dat, hoewel reclamanten en het college overwegend tegengestelde standpunten hebben met betrekking tot de omvang en impact van het bouwplan, reclamanten door de verleende vrijstelling voor de 2 meter extra bouwhoogte, mede gelet op de op grond van het toepasselijke bestemmingsplan reeds rechtstreeks mogelijke bouwhoogte van 60 meter, niet dusdanig onevenredig in hun belangen zijn geschaad, dat het college niet op goede gronden deze vrijstelling heeft kunnen verlenen. Bezwaren op dit punt acht de commissie dan ook ongegrond.

6 x< Gemeente Breda Gemeente Breda 1 Ons kenmerk PBZ/2007/2382/RB/O Paginanummer 5 van 6 Parkeernorm Reclamanten stellen zich op het standpunt dat er op het eigen terrein vojgens de geldende parkeernorm onvoldoende parkeervoorzieningen worden gecreëerd en dat daarmee niet wordt voldaan aan het plan voorschrift in artikel 4.2.1, sub f. Naar het inzicht van reclamanten kan niet voldaan worden aan de parkeernorm van 1,2 parkeerplaatsen per woning, mede gelet op de uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 september Het college hanteert een parkeernormenbeleid dat is neergelegd in de "Nota Parkeer- en Stallingsbeleid Breda (verder: parkeernota). Daarin wordt onderscheid gemaakt naar locatie. Het onderhavige perceel behoort tot de "schil". Volgens de parkeernota bestaat er voor een meersgezinswoning, appartementen en dergelijke binnen de schil een parkeerbehoefte van 1,2 parkeerplaats per woning. Uitgaande van een parkeerbehoefte van 1,2 parkeerplaats per woning, zouden er voor de 80 appartementen van Toren 2, 96 parkeerplaatsen op eigen terrein moeten worden gecreëerd. Gelet op de bij het bestreden besluit behorende inrichtingstekening en de hierbij aangegeven parkeerplaatsen rond woontoren 2, wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. Op grond van de bij dit bouwplan behorende inrichtingstekening sluit de commissie overigens niet uit dat met het eventuele vergunnen van de overige twee bouwplannen voor woontorens 1 en 3, mogelijk wel een krapte kan ontstaan qua voorziene parkeerruimte. * Echter, deze mogelijke krapte doet zich (nog) niet voor bij het onderhavige bezwaar, welke is gericht tegen het bouwplan voor woontoren 2. Nu niet is gebleken van een onjuiste dan wel onredelijke toepassing van de parkeernorm c.q. het vastgestelde parkeerbeleid, ziet de commissie geen aanleiding van een andere, hogere parkeernorm uitte gaan. De bezwaren op dit punt acht de commissie dan ook ongegrond. De commissie merkt wellicht ten overvloede nog op dat de vertegenwoordiger van het college ter zitting een gewijzigd inrichtingsplan heeft getoond, dat inmiddels voor het gehele Sculpturenproject, dus alle drie de woontorens, voorziet in voldoende parkeerruimte, te weten voor totaal 248 appartementen, 298 parkeerplaatsen. Zoals gezegd valt dit echter buiten de behandeling van het onderhavige bezwaar betreffende woontoren 2. Overschrijdingen bestemmingsvlak Reclamanten achten een nadere aanduiding van twee op de terreintekening ingetekende vlakken aan de oost- en westzijde van het terrein noodzakelijk alvorens een bouwvergunning af te kunnen geven. Vermoed wordt dat dit uitritten zijn en dat deze gesitueerd zijn buiten het bestemmingsvlak en in de bestemming Groen. De commissie overweegt dat op bedoelde gronden de bestemming "groenvoorziening" rust. Gelet op de bestemmingsomschrijving zijn de gronden onder andere bestemd voor ontsluitingswegen ten behoeve van de woningen, verhardingen en parkeervoorzieningen. Op grond van de voorziene inrichting van het terrein, acht de commissie dan ook niet aannemelijk geworden dat sprake is van een met het bestemmingsplans strijdig gebruik van de gronden. Bereikbaarheid van gebouwen Ingevolge artikel van de Bouwverordening 2007, eerste lid, moet, indien de toegang van een gebouw meer dan 40 meter is verwijderd van een openbare weg, een verbindingsweg tussen die toegang en het openbare wegennet aanwezig zijn, die geschikt is voor verhuisauto's, vuilnisauto's, ziekenauto's, brandweerauto's en het overige te verwachten verkeer, tenzij de aard, de ligging en het gebruik van het gebouw zulks niet vereisen. De minimale breedte van zo'n verbindingsweg dient 4,5 meter te zijn. Gelet op artikel 15 lid b " de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer" van het bestemmingsplan werkt hier bedoelde bepaling van de bouwverordening aanvullend.

7 r/s H ^ icug Gemeente Breda. Ons kenmerk PBZ/2007/2382/RB/O 1 Paginanummer 6 van 6 Reclamanten stellen dat de verbindingswegen tussen de woontorens en de uitrit aan de Dirk Hartogstraat een breedte hebben van 4 meter, terwijl deze op grond van voornoemd artikel van de Bouwverordening 2007, een breedte dienen te hebben van 4,5 meter. De commissie acht niet aannemelijk geworden dat de inrichtingstekening aanleiding geeft te veronderstellen dat bij de uiteindelijke inrichting niet aan bedoeld voorschrift zal worden voldaan. De vertegenwoordiger van het college heeft ter zitting te kennen gegeven dat, indien bij de uitvoering mocht blijken dat niet wordt voldaan aan het vereiste van de minimale breedte van 4,5 meter voorde verbindingswegen, hiertegen handhavend zal worden opgetreden. Conclusie De commissie acht - al hetgeen naar voren is gebracht door reclamanten en het college afwegend - reclamanten niet dusdanig onevenredig in hun belangen geschaad, dat het college de onderhavige bouwvergunning en binnenplanse vrijstelling niet op goede gronden heeft kunnen verlenen. Van een onzorgvuldige belangenafweging bij het verlenen van de vrijstelling is de commissie niet gebleken. IV. Advies Gezien het bovenstaande adviseert de commissie u het volgende besluit te nemen: De bezwaren ongegrond te verklaren. Daarnaast adviseert de commissie u om het bestreden besluit: in stand te laten De Adviesöpfnralssie bezwaarschriften, Voor C. de Kuijer

8 Gemeente Breda VERSLAG van de hoorzitting, gehouden op 14 januari 2009 om 19:30 uur, in het kader van het bezwaarschrift van mevrouw L. Snelders en de heer J. Veuger met betrekking tot het verlenen van een vrijstelling en een reguliere bouwvergunning aan Ontwikkelingscombinatie WonenBreburg & Nederlandse Bouw Unie voor het bouwen van 80 appartementen op het perceel Dirk Hartogstraat. Aanwezig: De heer mr. J. Ch. De Kuijer De heer O. Dijkstra De heer mr. W.M.P.M. Weerdesteijn Mevrouw mr. S.D.C.A. van Nijnatten Mevrouw L. Pleumeekers De heer drs. S.J.C. Hovens Mevrouw L. Snelders De heer J. Veuger De heer R. Verschieren De heer R.A.C. Hommel Voorzitter hoorcommissie Lid hoorcommissie, rapporteur Lid hoorcommissie Secretaris hoorcommissie Notulist Gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders Reclamanten Vergunninghouders toehoorders De voorzitter opent de hoorzitting en stelt de aanwezigen voor. Hij geeft het woord aan de heer Veuger. De heer Veuger zegt dat het proces nu al zeven maanden loopt. Hij hoopt op een snelle uitspraak, vooral over de dubbele procedures die doorlopen zijn. De heer Hovens reageert met behulp van een pleitnota. Deze pleitnota is bijgevoegd als bijlage 1. De heer Dijkstra vraagt welke belangen zijn afgewogen met betrekking tot de verleende vrijstelling. De heer Hovens antwoordt dat de vrijstelling is verleend voor de meters die bovenop de toegestane 60 meter zijn gebouwd. Het gaat hier dus om twee meter, aangezien de woontoren 62 in plaats van 60 meter hoog zal worden. De twee extra meters zijn (bijvoorbeeld qua bezonning) van geringe invloed. De heer Dijkstra zegt dat de parkeernorm 1,2 bedraagt. Hij vraagt of er genoeg parkeerplaatsen gerealiseerd zullen worden. De heer Hovens antwoordt dat op de meest recente inrichtingstekening van de drie woontorens de parkeerplaatsen staan ingetekend. Er worden ten aanzien van het onderhavige bouwplan voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd. De heer Verschieren zegt dat er 248 appartementen gerealiseerd zullen worden met bijbehorend 298 parkeerplaatsen. Hiermee wordt aan de parkeernorm voldaan. De heer Dijkstra vraagt of er sprake is van één ontsluitingsweg. De heer Verschieren antwoordt bevestigend. Verder zullen er ook calamiteitenontsluitingen worden gerealiseerd.

9 De heer Dijkstra vraagt in welk opzicht de nieuwe inrichtingstekening verschilt van de oude tekening. De heer Hovens antwoordt dat er op de oude tekening minder parkeerplaatsen waren ingetekend. Bovendien zijn de wegen tussen de woontorens verbreed. De heer Verschieten zegt dat er groen is opgeofferd om de wegen te verbreden. De heer Veuger zegt dat zeven ingetekende parkeerplaatsen niet op eigen terrein gerealiseerd kunnen worden. De heer Hovens zegt dat er nog naar deze parkeerplaatsen, welke niet op eigen terrein worden gerealiseerd, gekeken dient te worden. Dit vormt geen belemmering voor het onderhavige bouwplan. Mevrouw Snelders zegt dat op zeven van de ingetekende parkeerplakken normaliter busjes geparkeerd staan waar mensen opgehaald worden. De heer Verschieren zegt dat die zeven parkeerplakken dan ergens anders gerealiseerd zullen worden. De heer Hovens zegt dat er ten behoeve van dit project op die plek zeven extra parkeerplekken zijn ingetekend, maar dat er op die plek in de toekomst nog meer parkeerplaatsen gerealiseerd zullen worden. De heer Veuger zegt dat er met 298 minus 7 = 291 parkeerplaatsen niet aan de norm voldaan wordt. De heer De Kuijer zegt dat het in deze zaak gaat over één woontoren. Er zijn genoeg parkeerplaatsen ingetekend ten behoeve van deze ene toren. De parkeerproblemen zullen pas een rol spelen bij bezwaren tegen de derde woontoren. De heer Veuger zegt dat bezwaarmakers het niet eens zijn met de parkeernorm van 1,2. Verder moet er worden aangegeven welke parkeerplaatsen bij welke toren horen. Voor twee torens krijg je te maken met de anticumulatiebepaling. De heer Weerdesteijn zegt dat er volgens de geldende jurisprudentie maar één bouwvergunning mag bestaan. De heer Hovens zegt dat het inderdaad niet wenselijk is als er twee bouwvergunningen bestaan. De afspraak met vergunninghouder was echter zo duidelijk dat er feitelijk maar één bouwvergunning kon bestaan in de toekomst. Mevrouw Snelders zegt dat er nu erg luchtig wordt gedaan over het feit dat er in het verleden sprake was van een dubbele bouwvergunning. De heer Hovens zegt dat er in een periode sprake was van overlap, maar er is altijd een afspraak geweest dat één van de bouwvergunningen ingetrokken zou worden. Op dit moment is er dan ook geen sprake meer van twee bouwvergunningen. De heer Veuger zegt dat hij het vreemd vindt dat er op dit moment een gewijzigd inrichtingsplan is terwijl de bouwvergunning al is afgegeven. De heer Hovens zegt dat de bouwvergunning wordt afgegeven voor het bouwen. De gemeente verwacht dat er aan al de normen voldaan zal worden. Als er toch problemen zouden optreden dan kan er altijd achteraf gehandhaafd worden. De voorzitte/vraagt of er nog opmerkingen zijn. Dit blijkt niet zo te zijn, waarna hij de hoorzittmq

10 Pleitnotitie Bezwaar J.P.C. Veuger e.a.. Verlenen reguliere bouwvergunning en vrijstelling van het bestemmingsplan voor het bouwen van 80 appartementen op het adres Dirk Hartogstraat ong. te Breda. Voorzitter, Bij besluit d.d. 7 oktober 2008 hebben wij een reguliere bouwvergunning en vrijstelling van het bestemmingsplan verleend voor het bouwen van een woontoren aan de Dirk Hartogstraat te Breda, geregistreerd onder nummer 2007/2382/RB/01. Het bouwplan betreft woontoren 2 van het project "Sculptura" welke ziet op de bouw van drie woontorens met in totaal 248 appartementen. Voorgeschiedenis Bij besluit d.d. 23 mei 2008 hebben wij een reguliere bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woontoren met een hoogte van 60 meter op de in geding zijnde locatie. Op 14 oktober 2008 heeft vergunninghouder verzocht deze vergunning in te trekken. Gelet op dit verzoek hebben wij bij besluit d.d. 13 november 2008 de betreffende bouwvergunning (geregistreerd onder nummer 2007/2382/RB/03) ingetrokken. Niet valt in te zien dat artikel 14 van het plan "Heuvel/Talmazone" (anti-dubbeltelbepaling) zich er tegen verzet dat in geval van een verleende bouwvergunning een (gewijzigde) bouwvergunning wordt verleend voor een vergelijkbaar project op dezelfde locatie. Met de bepaling wordt beoogd te voorkomen dat een op grond van het bestemmingsplan vereist onbebouwd terrein bij de beoordeling van een andere bouwplan wederom in beschouwing wordt genomen. Ten behoeve van het in geding zijnde bouwplan geldt een dergelijke vereiste niet. De bepaling is om deze reden dan ook niet van toepassing op het bouwplan Bezwaarden verwijzen voorts naar artikel (anti-cumulatiebepaling) van de Bouwverordening Een beroep op dit artikel - wat daar ook van zij - kan niet slagen nu de betreffende bepaling, gelet op de vergelijkbare regeling in artikel 14 van het bestemmingsplan, uitputtend is geregeld in het bestemmingsplan. Gelet op vaste jurisprudentie komt aan deze bepaling derhalve geen aanvullende werking toe (zie o.a. ABRS, /1, d.d. 17 oktober 2007, r.o ). Ten overvloede wijzen wij u op de ex nunc toetsing in bezwaar. Gelet op de intrekking d.d. 13 november 2008 is op dit moment in ieder geval geen sprake meer van twee bouwvergunningen voor hetzelfde project. Derhalve is om deze reden reeds geen sprake (meer) van strijd met artikel 14 van het bestemmingsplan, voorzover dit artikel, gelet op voornoemde, reeds van toepassing zou zijn.

11 Gemeente Breda Evenmin verzet artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht zich tegen het verlenen van de in geding zijnde vergunning nu, mede gelet op de hoogte van het bouwwerk, sprake is van een gewijzigd bouwplan. Reeds hierom is geen sprake van een besluit als bedoeld in dit artikel welke op de eerdere bezwaarprocedure zou moeten worden betrokken. Het feit dat beide bouwplannen op dezelfde locatie zijn gesitueerd maakt dit niet anders. Bestemmingsplan "Heuvel / Talmazone" Het bouwplan is in strijd met het vigerende bestemmingsplan aangezien de maximale goot- / bouwhoogte van het bouwwerk van 60,0 meter met 2 meter wordt overschreden. Het bouwplan voldoet aan de overige voorschriften die het bestemmingsplan stelt. Wij hebben vrijstelling van het bestemmingsplan verleend voor het overschrijden van de maximale goot- / bouwhoogte. Gelet op de motivering van het besluit valt niet in te zien dat wij de betreffende vrijstelling niet hadden kunnen verlenen, mede daar het aantal appartementen in het bestemmingsplan niet is beperkt en eenzelfde aantal appartementen binnen de werking van het bestemmingsplan zou kunnen worden gerealiseerd (zoals bleek uit de inmiddels ingetrokken bouwvergunning). Parkeren Op grond van de nota "Parkeer- en Stailingsbeleid" dient bij een appartement, gelegen in de 'schil' als bedoeld in deze nota, te worden voorzien in 1,2 parkeerplaatsen per woning. Het bouwplan voorziet in 80 appartementen wat een parkeerbehoefte oproept van 96 parkeerplaatsen. Gelet hierop wordt voldaan aan de geldende parkeernorm. Ook als gekeken wordt naar het gehele project "Sculptura" welke voorziet in totaal 248 appartementen zal, gelet op de gewijzigde inrichtingstekeningen, worden voldaan aan de parkeernorm (298 parkeerplaatsen). Ten overvloede merken wij op dat wij geen aanleiding zien in casu uit te gaan van een andere parkeernorm nu aan de parkeernormen bindende betekenis behoort te worden toegekend. Hetgeen in de toelichting op de norm word gesteld biedt slechts inzicht in de wijze waarop de norm is opgebouwd maar heeft op zichzelf geen bindende betekenis. Als zodanig is er geen aanleiding uit te gaan van een hogere parkeernorm. Overschrijding bestemmingsvlak Bezwaarden stellen dat het bestemmingsvlak aan twee zijden wordt overschreden. De betreffende gronden zijn bestemd als "groenvoorzieningen". Gelet op de bestemmingsomschrijving zijn deze gronden onder andere bestemd voor ontsluitingswegen ten behoeve van woningen, verhardingen en parkeervoorzieningen (zie bijlage). Als zodanig is bij de voorziene inrichting van het terrein geen sprake van een met het bestemmingsplan strijdig gebruik van de gronden.

12 Bereikbaarheid gebouwen Op grond van artikel dient een toegangsweg tot een woongebouw een breedte te hebben van minimaal 4,5 meter. De inrichtingstekeningen geven geen aanleiding te veronderstellen dat bij de uiteindelijke inrichting van het terrein niet aan dit voorschrift wordt voldaan. Ten overvloede merken wij op dat slechts indien bij de uitvoering zou blijken dat niet wordt voldaan aan deze vereiste handhavend zal worden opgetreden in de zin dat een eventueel te smalle toegangsweg alsnog moet worden verbreed. De vraag of hiervan sprake is laat zich echter niet beantwoorden in de onderhavige kwestie, mede nu op voorhand niet aannemelijk is dat niet aan deze vereiste zal worden voldaan. Conclusie De bezwaren geven geen aanleiding op grond waarvan geoordeeld moet worden dat wij de gevraagde bouwvergunning en vrijstelling van het bestemmingsplan niet hadden mogen verlenen. «Wij verzoek u derhalve de bezwaren ongegrond te verklaren. drs. S.J.C. Hovens, 14 januari 2009.