De korpschef van politie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De korpschef van politie"

Transcriptie

1 CGOP GOP 22 december 2014 CGOP ink 1083 De korpschef van politie Gelet op; - het besluit Dienstautobeleid politie van 17 juni 2014 Besluit: Artikel 1: Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Medewerker: 1. de ambtenaar van politie in dienst van de Nationale Politie aan wie een dienstauto als bedoeld in deze Regeling ter beschikking is gesteld; 2. de ambtenaar van politie die op grond van het in het jaar 2013 toegezonden besluit, in houdende het beëindigen van het privégebruik, de dienstauto vrijwillig heeft ingeleverd en daarna in verband met het inleveren van de dienstauto niet in aanmerking is gebracht voor een schadevergoeding 3. de ambtenaar van politie die op grond van het in het jaar 2013 toegezonden besluit, in houdende het beëindigen van het privégebruik, de dienstauto vrijwillig heeft ingeleverd en daarna in verband met het inleveren van de dienstauto in aanmerking is gebracht voor een schadevergoeding zonder finale kwijting. b. Dienstauto: een door of namens het bevoegd gezag aan de medewerker ter beschikking gesteld motorrijtuig voor zakelijk gebruik (waaronder woon-werkverkeer) dat ook met toestemming voor privédoeleinden wordt gebruikt en daardoor aan een fiscale bijtelling onderhevig is; c. Privégebruik: het gebruik van de dienstauto anders dan ten behoeve van dienstreizen en / of woonwerkverkeer; d. Directeur: de directeuren Human Resources Management, Facility Management, Financiën, Operatiën, Informatievoorziening, Korpsstaf, Communicatie en Politiedienstencentrum e. Politiechef: de ambtenaar als bedoeld in artikel 38 Politiewet 2012; f. Organisatie: de rechtspersoon Politie. g. Wezenlijke onderbreking: een onderbreking van het privégebruik van een dienstauto gedurende een aaneengesloten periode van 12 maanden of langer. Artikel 2 : Intrekking regionale korpsregelingen en beëindigen privégebruik 1. De onderdelen van alle regelingen van de voormalige regionale korpsen met betrekking tot dienstauto s, voor zover betrekking hebbende op privégebruik worden per 1 januari 2015 buiten werking gesteld. 2. Voor de medewerker is met ingang van 1 januari 2015 het Dienstautobeleid politie van toepassing en is, behoudens het gestelde in deze overgangsregeling, het niet langer toegestaan nog privé gebruik te maken van het ter beschikking gestelde dienstvoertuig. Artikel 3. Voortzetting privégebruik 1. De medewerker wordt toegestaan tot uiterlijk 1 januari 2016 nog privé gebruik te maken van de dienstauto tenzij gebruik wordt gemaakt van het gestelde in artikel 6 van deze regeling. 2. Voortzetting van het privégebruik vindt plaats onder dezelfde voorwaarden zoals deze golden voor 1 januari Artikel 4: Duur van de overgangsregeling 1. De duur van de overgangsregeling is afhankelijk van het aantal jaren dat zonder wezenlijke onderbreking gebruik is gemaakt van de dienstauto op grond van de navolgende staffel.

2 a. Indien er sprake is van genoten privégebruik zonder wezenlijke onderbreking tot 3 jaar: maximaal 12 maanden gerekend vanaf 1 januari 2015 b. Indien er sprake is van genoten privégebruik zonder wezenlijke onderbreking van 3 tot 10 jaar: maximaal 18 maanden gerekend vanaf 1 januari c. Indien er sprake is van genoten privégebruik zonder wezenlijke onderbreking van 10 jaar tot 20 jaar: maximaal 24 maanden gerekend vanaf 1 januari d. Indien er sprake is van genoten privégebruik zonder wezenlijke onderbreking van 20 jaar of meer: maximaal 30 maanden gerekend vanaf 1 januari Indien sprake is van een wezenlijke onderbreking in het privégebruik dan wordt voor de vaststelling van de duur van de overgangsregeling uitgegaan van de periode van na de onderbreking. 3. De peildatum voor het vaststellen van het aantal jaren privégebruik is 31 december Artikel 5 Financiële tegemoetkoming. 1. De medewerker komt gedurende de voor hem geldende duur van de overgangsregeling in aanmerking voor een financiële bruto tegemoetkoming. 2. De hoogte van deze bruto tegemoetkoming is gelijk aan een aflopend percentage van de maandelijkse bruto fiscale bijtelling van de medewerker in het kalenderjaar 2014 dan wel de laatst geldende bruto fiscale bijtelling bij de medewerker als bedoeld in artikel 1, onderdeel a onder 2 en 3 van deze regeling. 3. Tenzij het gestelde in artikel 6 aan de orde is zijn de aflopende percentages als volgt vastgesteld; a. gedurende het jaar % van de maandelijkse fiscale bijtelling, b. gedurende het jaar % van de maandelijkse fiscale bijtelling c. gedurende het jaar % van de maandelijkse fiscale bijtelling. 4. De financiële tegemoetkoming geldende voor het jaar 2015 komt enkel tot uitbetaling vanaf de maand volgende op die waarin de dienstauto met toepassing van artikel 6 van deze regeling is ingeleverd. 5.. De tegemoetkoming wordt maandelijks bruto uitbetaald via de salarisverwerking. 6. De wettelijk verplichte inhoudingen worden op dit bedrag in mindering gebracht. 7. De tegemoetkoming telt niet mee voor de pensioengrondslag en telt niet mee voor de vakantie- en eindejaarsuitkering. Artikel 6 Vrijwillige inlevering dienstauto 1. De medewerker kan voor 1 april 2015 op vrijwillige basis de dienstauto inleveren waardoor eerder dan 1 januari 2016 het privégebruik wordt beëindigd. 2. Uitsluitend als de dienstauto voorafgaand aan de datum van 1 april 2015 wordt ingeleverd komt de medewerker ook voor de datum van 1 januari 2016 in aanmerking voor de financiële tegemoetkoming. 3. Indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in het vorige lid dan geldt in afwijking van het gestelde in artikel 5, lid 3 de volgende maandelijkse financiële tegemoetkoming voor zover met toepassing van artikel 4 de overgangsperiode nog niet is verstreken; a. gedurende het jaar % van de maandelijkse fiscale bijtelling, b. gedurende het jaar % van de maandelijkse fiscale bijtelling c. gedurende het jaar % van de maandelijkse fiscale bijtelling. 4. Indien de medewerker de dienstauto op grond van het tweede lid van dit artikel inlevert en de beschikking krijgt over een dienstauto voor enkel zakelijk gebruik zoals bedoeld in het Besluit dienstautobeleid politie van 17 juni 2014, dan zijn de eventueel daaruit voortvloeiende fiscale consequenties voor rekening van de werknemer. 5. De medewerker als bedoeld in artikel 1 onderdeel a onder 2 krijgt maandelijks de tegemoetkoming als bedoeld in lid 3 van dit artikel waarbij de duur van de tegemoetkoming wordt vastgesteld overeenkomstig het gestelde in artikel 4 lid 1 van deze regeling. 6. De medewerker als bedoeld in artikel 1 onderdeel a onder 3 krijgt maandelijks de

3 tegemoetkoming als bedoeld in lid 3 van dit artikel waarbij de duur van de tegemoetkoming wordt vastgesteld overeenkomstig het gestelde in artikel 4 lid 1 van deze regeling met dien verstande dat de het bedrag van de schadevergoeding wordt verrekend met de financiële tegemoetkoming. 7. De periode tussen inleveren van de dienstauto door de in het vorige lid bedoelde medewerker en 1 januari 2015 wordt niet aangemerkt als een wezenlijke onderbreking als bedoeld in artikel 4 lid De wettelijk verplichte inhoudingen worden op de uit te keren bedragen in mindering gebracht. 9. De tegemoetkoming telt niet mee voor de pensioengrondslag en telt niet mee voor de vakantie- en eindejaarsuitkering. Artikel 7: Stopzetting overgangsrecht 1. De financiële tegemoetkoming wordt stopgezet; a. nadat voor de medewerker de bepaalde periode als bedoeld in artikel 4. lid 1, is verstreken; b. bij beëindiging van het dienstverband binnen de onder a bedoelde bepaalde periode; c. indien gebruik wordt gemaakt van de in artikel 55aa van het Besluit algemene rechtspositie politie genoemde ontheffing van werkzaamheden met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de ontheffing is aangevangen; d. indien gebruik wordt gemaakt van einde loopbaanverlof op basis van de levensloopregeling ; 2. Voor de medewerker waarvoor zich een situatie als bedoeld in het eerste lid zich al voordeed voor de ingangsdatum van deze regeling geldt dat deze gedurende het jaar 2015 nog privégebruik kan blijven maken van de dienstauto. Daarna dient de dienstauto te worden ingeleverd en komt de medewerker niet verder in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. Artikel 8: Hardheidsclausule 1. Afwijken van de regeling is in bijzondere individuele gevallen mogelijk voor zover strikte toepassing gelet op het belang van de medewerker zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 2. Een afwijking als bedoeld in het eerste lid behoeft in alle gevallen schriftelijk toestemming van de directeur HRM en de directeur FM. Artikel 9: Slotbepalingen 1. Indien op grond van het Dienstautobeleid Politie de medewerker wel in aanmerking komt voor een dienstauto voor enkel zakelijk gebruik dan kan door de verantwoordelijk politiechef of directeur worden bepaald dat de huidige dienstauto dient te worden ingeleverd en een andere dienstauto voor enkel zakelijk gebruik ter beschikking wordt gesteld, echter niet eerder dan 1 januari Artikel 10: Inwerkingtreding Deze overgangsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 Artikel 10: Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling overgangsbeleid bij het beëindigen van het privégebruik dienstauto politie. Aldus vastgesteld te Den Haag.. mr. G.L. Bouman korpschef

4 Toelichting: Algemeen: In augustus 2012 is in overeenstemming met de politievakorganisaties binnen het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken (GOP) het Landelijk arbeidsvoorwaardenbeleid politietop vastgesteld. Onder van dit Arbeidsvoorwaardenbeleid is bepaald dat aan de benoemde functionarissen een dienstauto kon worden verstrekt indien dit voor de uitoefening van de functie een vereiste is. De dienstauto wordt verstrekt ten behoeve van dienstreizen en in bepaalde omstandigheden tevens voor woon-werkverkeer. Privégebruik van de dienstauto werd voor deze groep niet (langer) toegestaan. Tegelijkertijd werden met de politievakorganisaties soortgelijke uitgangspunten vastgesteld ten behoeve van een overkoepelend beleid dat geldt voor iedere politieambtenaar. Deze uitgangspunten zijn; 1. De auto van de dienst is eigendom van het korps die op korps- of dienstniveau aan meerdere personen ter beschikking kan worden gesteld (een zogenaamde poolauto. Auto s van de dienst zijn niet persoonsgebonden, ongeacht of de ambtenaar zelf rijdt of dat de auto bestuurd wordt door een beroepschauffeur; 2. Een auto van de dienst is nadrukkelijk geen arbeidsvoorwaarde en is geen onderdeel van de beloning; 3. De auto van de dienst mag uitsluitend worden gebruikt voor ritten met een zakelijk karakter en indien afgesproken voor woon-werkverkeer. Het zakelijk karakter wordt bepaald aan de hand van het doel en de bestemming van de reis. Privégebruik van een auto van de dienst is niet toegestaan; 4. Het korps is verantwoordelijk voor de aankoop en het beheer van auto s van de dienst. De gebruikers van deze auto s hebben daar geen bemoeienis mee. Op basis van deze uitgangspunten is in overeenstemming met het CGOP het Dienstautobeleid Politie vastgesteld. Dit beleid is in werking getreden per 1 juli 2014 en geldt voor elke politieambtenaar. Hierop is in het GOP één uitzondering gemaakt namelijk voor de groep politieambtenaren die beschikken over een dienstauto waarmee ook privé mocht worden gereden. Voor deze doelgroep werd het Dienstautobeleid Politie nog niet van toepassing verklaard. Dit zou pas geschieden zodra er met de politievakorganisaties overeenstemming was bereikt over het overgangsbeleid bij het niet langer toestaan van privégebruik van de dienstauto. Onderhavige regeling voorziet in het overgangsbeleid. Privégebruik van een dienstauto wordt in veel gevallen aangemerkt als een individuele arbeidsvoorwaarde die een bepaalde financiële waarde vertegenwoordigt. Of er ook daadwerkelijk sprake is van een (al dan niet geclausuleerde) arbeidsvoorwaarde is afhankelijk van de afspraken die van toepassing waren / zijn bij de toekenning van de dienstauto met recht op privégebruik. Voor deze regeling wordt ervan uitgegaan dat er sprake is van het verlies van een secundaire arbeidsvoorwaarde met een financiële waarde. Hierbij komen de belangen van de werknemer in het geding. Deze dienen te worden afgewogen tegen het belang van de organisatie. Het belang van de organisatie. Het afschaffen van de mogelijkheid om dienstauto;s privé te gebruiken betekent een koerswijziging ten opzichte van de staande praktijk, die op goed past bij het huidige tijdsgewricht van bezuinigingen en terugdringen van overheidsuitgaven. Daarnaast is het zo dat zich in de afgelopen jaren meerdere

5 incidenten rond het privégebruik van dienstauto s in de publieke sector hebben voorgedaan. Mede naar aanleiding van de politieke- en media aandacht daarvoor is duidelijk geworden dat het maatschappelijk niet meer aanvaardbaar wordt geacht dat bestuurders en ambtenaren in overheidsdienst een dienstauto ook privé gebruiken. Ook in andere sectoren van de overheid en semi-overheid wordt het privégebruik van dienstauto s aan banden gelegd. Voor zover dit al het geval was zal privégebruik dienstauto ook geen deel meer uitmaken van de beloning. Het belang van de medewerker. De medewerker wordt in zijn belangen geschaad doordat het financiële voordeel van het hebben van een dienstauto waarmee ook privé mag worden gereden vervalt. Ook zal in de meeste gevallen de medewerker privé een auto dienen aan te schaffen. De medewerker is dan ook gebaat bij een overgangsregeling die deze financiële achteruitgang gedeeltelijk compenseert. Met de vaststelling van deze overgangsregeling wordt recht gedaan aan enerzijds het belang van de medewerker en anderzijds het belang van de organisatie. De medewerker wordt gedurende een bepaalde periode financieel tegemoet gekomen en worden nog een andere mogelijkheid geboden snel te kunnen inspelen op de nieuwe situatie. Artikelsgewijs: Artikel 1: In dit artikel zijn de begripsbepalingen nader verwoord teneinde te kunnen vaststellen op welke medewerkers de regeling betrekking heeft. De regeling heeft betrekking op politieambtenaren die privé gebruik maken van de dienstauto blijkend uit een fiscale bijtelling voor het gebruik daarvan. De regeling is niet bedoeld voor politieambtenaren die de beschikking hebben over een dienstauto maar om voor hem/haar moverende redenen eerder hebben afgezien van het privégebruik daarvan. Verder worden onder de regeling gebracht de politieambtenaren die naar aanleiding van het eerdere besluit tot beëindiging privégebruik de dienstauto op vrijwillige basis hebben ingeleverd en daarna niet in aanmerking zijn gebracht voor een schadevergoeding met finale kwijting vanwege het beëindigen van het privégebruik. Artikel 2: Door onderdelen van alle regionale regelingen met betrekking tot privégebruik buiten werking te stellen komt de medewerker wat dat betreft te vallen onder de werkingssfeer van het Dienstautobeleid Politie en is privégebruik vanaf 1 januari 2015 niet langer toegestaan. De uitzondering hierop is het gestelde in de regeling namelijk het gedurende het jaar 2015 nog privégebruik kunnen maken van de dienstauto. Artikel 3: Dit artikel regelt dat de medewerker nog gedurende het jaar 2015 privé gebruik mag maken van de dienstauto onder dezelfde voorwaarden zoals deze golden voor 1 januari Dit houdt in dat als de medewerker nu bijvoorbeeld een eigen bijdrage betaalt dit ook gedurende het jaar 2015 zal plaatsvinden. Gegeven de omstandigheid dat tussen de vaststelling en ingang van dit overgangsbeleid een korte tijdsperiode ligt dient op basis van zorgvuldigheid de medewerker een ruimere periode te worden geboden om te anticiperen op de nieuwe situatie. Een periode van een jaar kan als zorgvuldig worden aangemerkt.

6 Artikel 4: In dit artikel wordt de duur van de overgangsregeling vastgesteld. Hierbij is de periode dat privé gebruik is gemaakt van een dienstauto leidend. Hoe langer dit gebruik heeft plaatsgevonden hoe langer de overgangsregeling duurt. De gekozen staffel van tot 3 jaar, van 3 tot 10 jaar, van 10 tot 20 jaar en 20 jaar of langer kunnen als redelijk en ook houdbaar worden geacht. Ook de aan de staffels verbonden duur van de overgangsperiode, respectievelijk 12 maanden, 18 maanden, 24 maanden en 30 maanden is in juridische zin houdbaar te achten. Opgemerkt wordt dat welke staffel er ook wordt gekozen er blijven zich altijd situaties voordoen waarbij net tegen de grens wordt aangezeten met als gevolg dat een iets te kort gebruik kan leiden tot een kortere overgangstermijn van enkele maanden Het gaat wel om een onafgebroken periode van gebruik. Indien er sprake is van een wezenlijke onderbreking en daarvan is sprake als gedurende een aaneengesloten periode van 12 maanden of langer privégebruik niet heeft plaatsgevonden dan wordt voor de vaststelling van de duur van de overgangsperiode uitgegaan van de periode van na deze wezenlijke onderbreking. Een voorbeeld. Een medewerker heeft gedurende de periode 1 april 1994 tot heden de beschikking gehad over een dienstauto met privégebruik. De medewerker komt dan in aanmerking voor de overgangsregeling welke geldt voor gebruik van 20 jaar of meer. Nu heeft dezelfde medewerker gedurende de periode 1 januari 2004 tot 1 januari 2006 niet de beschikking gehad over een dienstauto waarmee privé mocht worden gereden. Dan wordt de duur van de overgangsperiode berekend vanaf de datum 1 januari Dan komt de medewerker in aanmerking voor de overgangsperiode behorende bij gebruik van 3 tot 10 jaar. Voor een eenduidige berekening is als peildatum 31 december 2014 genomen. Gebruik van na deze datum wordt niet in de berekening meegenomen. Artikel 5: In dit artikel wordt de financiële tegemoetkoming nader uitgewerkt. De tegemoetkoming is gebaseerd op de voor de medewerker geldende fiscale bijtelling op basis van de cataloguswaarde van de dienstauto. De tegemoetkoming heeft een aflopend percentage van deze bijtelling. Gedurende het jaar 2015 is dit 100%, gedurende het jaar 2016 is dit 75% en gedurende het jaar 2017 is dit 50% van de fiscale bijtelling. Door de gebruikte staffel komen in het jaar 2016 en 2017 een aantal medewerkers niet of nog voor een deel van dat jaar in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. Een voorbeeld. Betreft een dienstauto met een cataloguswaarde van ,--, gebruiksduur 60 maanden, fiscale bijtelling 25% en km privé. De kosten voor deze auto (bron autotrack) bedragen op jaarbasis ,--. De medewerker betaalt bij een belastingtarief van 52% ongeveer 4.550,-- per jaar. Dan resteert aan kosten voor deze medewerker een bedrag van 5.944,- per jaar wat neerkomt op 495,-- per maand. 100% tegemoetkoming komt uit op een bedrag van 379,-- per maand, 75% tegemoetkoming van 284,-- per maand en 50% tegemoetkoming op een bedrag van 189,-- per maand.

7 In het aantal km is eveneens inbegrepen de km ten behoeve van het woon-werkverkeer. Deze kunnen in de berekening worden meegenomen. Echter dit is per individuele medewerker verschillend. Gemiddeld mag worden uitgegaan van een vergoeding voor woon-werkverkeer van 95,-- per maand. In dit voorbeeld zijn dan de kosten per maand feitelijk 400,--. Op basis van gegevens van de openbare bron autotrack.nl geeft het volgende overzicht in de kosten van een dienstauto voor de medewerker en de compensatie in deze kosten. Bij de berekening is uitgegaan van een gebruik van 60 maanden en een aantal privé kilometers van Catalogus waarde IB % Bij telling % bruto Privé km minus bijtelling Compensatie ongeveer Per maand ongeveer ,- 42% 20% 4000, ,- 52% 25% 5000, ,- 52% 25% 6250, ,- 52% 25% 8750, ,- 52% 25% 10000,- 2 e jaar 1680, , , ,- 4550, ,- 5200, ,- 5385,- 1680,- 140,- 4465,- 2600,- 216,- 5682,- 3250,- 270,- 5944,- 4550,- 379,- 6380,- 5200,- 433,- Catalogus waarde IB % Bij telling % bruto Privé km minus bijtelling Compensatie 75% ongeveer Per maand ongeveer ,- 42% 20% 4000, ,- 52% 25% 5000, ,- 52% 25% 6250, ,- 52% 25% 8750, ,- 52% 25% 10000,- 1680, , , ,- 4550, ,- 5200, ,- 5385,- 1260,-* 105,- 4465,- 1950,-* 162,- 5682,- 2437,-* 203,- 5944,- 3415,-* 284,- 6380,- 3900,-* 325,-

8 * afhankelijk van het aantal maanden dat nog recht bestaat. Voor categorie tot 10 jaar is dit maxi-maal 6 maanden. Voor de categorie tot 3 jaar is er geen financiële tegemoetkoming in het 2 e jaar. 3 e jaar Catalogus waarde IB % Bij telling % bruto Privé km minus bijtelling Compensatie 50% ongeveer Per maand ongeveer ,- 42% 20% 4000, ,- 52% 25% 5000, ,- 52% 25% 6250, ,- 52% 25% 8750, ,- 52% 25% 10000,- 1680, , , ,- 4550, ,- 5200, ,- 5385,- 840,-* 70,- 4465,- 1300,-* 108,- 5682,- 1625,-* 135,- 5944,- 2275,-* 189,- 6380,- 2600,-* 216,- * afhankelijk van het aantal maanden dat nog recht bestaat. Voor de categorie 20 jaar of langer is dit maximaal 6 maanden. Overige categorieën hebben in net derde jaar geen recht op financiële tegemoetkoming De uitbetaling van de financiële tegemoetkoming geldende voor het jaar 2015 komt niet tot uitbetaling zolang nog privé met de dienstauto wordt gereden. Hiermee wordt het doorrijden met privégebruik en het tegelijkertijd ontvangen van een financiële tegemoetkoming uitgesloten. Om in het jaar 2015 de tegemoetkoming uitbetaald te krijgen dient gebruik te worden gemaakt van de in artikel 6 of artikel 9, lid 2, genoemde mogelijkheden tot eerder inleveren van de dienstauto Artikel 6: Dit artikel biedt de medewerker de mogelijkheid de dienstauto vrijwillig in te leveren voor 1 april De organisatie heeft een belang bij het eerder inleveren van de dienstauto. Er ligt een doelstelling tot vermindering van het aantal dienstauto s maar ook dienen op grond van toepassing van het dienstautobeleid aan medewerkers die nu nog niet de beschikking hebben over een dienstauto een dienstauto ter beschikking te worden gesteld. Door inlevering van dienstauto s kunnen deze weer worden heruitgegeven en hoeven er minder dienstauto s te worden aangekocht. Door een over de looptijd van de overgangsperiode een hogere tegemoetkoming te verstrekken wordt de medewerker beloond voor het eerder inleveren van de dienstauto. De hoogte van de tegemoetkoming na inleveren van de dienstauto voor 1 april 2015 is gedurende de gehele overgangsperiode vastgesteld op 100% van de voor de medewerker geldende fiscale bijtelling.

9 Hierbij geldt wel dat als de medewerker die de dienstauto inlevert voor 1 april 2015 de beschikking krijgt over een (andere) dienstauto voor enkel zakelijk gebruik de eventuele fiscale gevolgen voor diens rekening zijn. Hier wordt speciaal gedoeld op de fiscale bijtelling. Als sprake is van een fiscale bijtelling dan geldt deze voor het gehele kalenderjaar. Enkel als de dienstauto wordt ingeleverd en er daarna geen beschikking meer is over een dienstauto voor enkel zakelijk gebruik dan kan de fiscale bijtelling worden gestopt. In alle andere gevallen, ook als er weer na enkele maanden een dienstauto voor zakelijk gebruik ter beschikking wordt gesteld, is sprake van fiscale bijtelling voor de maanden dat men de beschikking heeft over een dienstauto. Deze fiscale bijtelling is voorafgaande aan de beslissing tot inleveren van de dienstauto te duiden en blijft daardoor voor rekening van de medewerker. Hiervoor wordt de werknemer door de werkgever op geen enkele wijze gecompenseerd. In lid 5 is geregeld dat deze compensatie ook gaat gelden voor de medewerkers die op basis van een in 2013 toegezonden besluit, inhoudende dat het privégebruik zal worden beëindigd, dit privégebruik daadwerkelijk hebben beëindigd en de dienstauto vrijwillig hebben ingeleverd en waarmee in het geheel geen schadevergoeding is overeengekomen in verband met het inleveren van de dienstauto. Door ook deze medewerkers in aanmerking te brengen voor de financiële tegemoetkoming wordt uiting gegeven aan de appreciatie door de organisatie aan het loyale gedrag dat deze medewerkers jegens de organisatie hebben getoond. De duur van de overgangsregeling voor deze medewerkers wordt eveneens bepaald overeenkomstig het gestelde in artikel 4 en daarmee afhankelijk van de duur van het gebruik. Door de periode van inleveren van de dienstauto en 1 januari 2015 niet aan te merken als een wezenlijke onderbreking kan ook voor de bepaling van de gebruiksduur de peildatum 31 december 2014 worden genomen. Lid 6 heeft betrekking op de financiële tegemoetkoming voor de medewerkers die het prive gebruik van de dienstauto op basis van een in 2013 toegezonden besluit, inhoudende dat het privégebruik zal worden beëindigd, daadwerkelijk hebben beëindigd en de dienstauto vrijwillig hebben ingeleverd, in verband waarmee een schadevergoeding zonder finale kwijting is overeengekomen. Lid 6 strekt er toe dat de in de vorige zin bedoelde medewerkers op gelijke wijze worden behandeld als andere medewerkers in de zin van dit besluit, met dien verstande dat voor de in de vorige zin bedoelde medewerkers het bedrag aan schadevergoeding wordt verrekend met de financiële tegemoetkoming. Artikel 7: In dit artikel wordt een opsomming gedaan van de omstandigheden die leiden tot stopzetting van de financiële tegemoetkoming. Het uitgangspunt bij dienstauto s is dat deze meestentijds zijn gekoppeld aan de functie en zijn bestemd voor zakelijk verkeer waaronder woon-werkverkeer met als extra dat er ook privé mee mag worden gereden. Bij de genoemde omstandigheden is geen sprake meer van uitoefening van de functie en zakelijk verkeer zodat de grondslag voor het gebruik van de dienstauto niet langer aanwezig is. De onderdelen a en b spreken voor zich en behoeven geen nadere uitleg. Onderdeel c bepaalt dat de tegemoetkoming vervalt bij gebruikmaking van het gestelde in artikel 55aa van het Besluit algemene rechtspositie politie. Dit betreft de zogenoemde 18 maandenregeling die voorafgaat aan het ontslag al dan niet met voor dit ontslag nog eerst een periode van opname levensloopverlof. Artikel 55aa bepaalt dat gedurende deze periode van vrijstelling van werkzaamheden de medewerker alle aanspraken behoudt. Door de aanspraak op de financiële tegemoetkoming te laten vervallen is de medewerker vooraf er van op de hoogte dat de aanspraak vervalt en niet langer wordt uitgekeerd en er derhalve op dit gebied geen sprake is van een aanspraak als bedoel in artikel 55aa van het Besluit algemene rechtspositie politie

10 Onderdeel d regelt de beëindiging bij einde loopbaanverlof op grond van de levensloopregeling. Dit verlof wordt genoten voorafgaand aan een ontslag. Bij ingaan van dit verlof is duidelijk dat de werknemer niet langer meer werkzaam zal zijn voor de organisatie en in dat geval ook geen sprake meer kan zijn van een dienstauto. In lid 2 is geregeld wat te doen met de medewerkers die bij het ingaan van het overgangsbeleid zich al in een situatie bevonden als bedoeld in artikel 7. Dit betreft degenen die gebruik maken van de 18 maanden regeling of einde loopbaanverlof. Hiervoor is bepaald dat de medewerker nog gedurende het jaar 2015 de dienstauto mag gebruiken en deze per 1 januari 2016 dient in te leveren. Vanaf die datum komt de medewerker verder niet in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. Artikel 8: Dit artikel biedt de mogelijkheid om wanneer toepassing van deze regeling in bijzondere individuele gevallen deze regeling in onvoldoende mate tegemoetkomt aan de belangen van de medewerker van de regeling kan worden afgeweken. Van deze mogelijkheid zal terughoudend gebruik worden gemaakt daar de overgangsregeling op zich voldoende tegemoetkomt aan de belangen van de medewerker. In die gevallen waarbij toch toepassing wordt gegeven aan deze hardheidsclausule is wel altijd toestemming van de directeur HRM en de directeur FM vereist teneinde landelijk gezien een eenduidige toepassing van dit artikel te bewerkstelligen. Artikel 9: Als de medewerker op grond van het Dienstautobeleid Politie in aanmerking komt voor een dienstauto voor enkel zakelijk gebruik dan kan de dienstauto worden ingenomen en daarvoor in de plaats een ander dienstvoertuig ter beschikking worden gesteld echter niet eerder dan 1 januari Hiermee wordt bereikt dat de medewerker het jaar 2015 nog in dezelfde dienstauto privé kan blijven rijden

1. Ik heb een dienstauto waar ik privé mee mag rijden maar daar heb ik om voor mij moverende redenen geen gebruik van gemaakt.

1. Ik heb een dienstauto waar ik privé mee mag rijden maar daar heb ik om voor mij moverende redenen geen gebruik van gemaakt. FAQ s overgangsbeleid privégebruik dienstauto. De lijst met vragen en antwoorden geldt als hulpmiddel je te informeren. De lijst kan regelmatig worden aangevuld / aangepast. De lijst is zo zorgvuldig mogelijk

Nadere informatie

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer Gezien het voorstel van de afdeling Concernadvies van 1 december 2016;

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer Gezien het voorstel van de afdeling Concernadvies van 1 december 2016; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 183215 27 december 2016 Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Roermond, Gezien het

Nadere informatie

IKAP-Regeling rijkspersoneel

IKAP-Regeling rijkspersoneel (Tekst geldend op: 02-02-2015) IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 34c van

Nadere informatie

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten 01-01-2018/MV Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Onderwerp reikwijdte regeling Deze regeling bevat: nadere regels, als bedoeld

Nadere informatie

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Onderwerp reikwijdte regeling Deze regeling bevat: nadere regels, als bedoeld in de CAO

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36823 22 december 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2014, 2014-0000184977,

Nadere informatie

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Schiedam Nr. 211333 30 november 2017 Regeling Generatiepact gemeente Schiedam Burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam; gelet op de CAO gemeenten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

dat het gewenst is de CAR-UWO aan te passen in verband met de invoering van het Individueel KeuzeBudget;

dat het gewenst is de CAR-UWO aan te passen in verband met de invoering van het Individueel KeuzeBudget; De werkgeverscommissie griffie van Krimpen aan den IJssel gelezen de LOG A-brief van: a. 29 juni 2016, onderwerp 1KB regeling (Individueel KeuzeBudget) ; dat het gewenst is de CAR-UWO aan te passen in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68739 21 december 2016 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 7 december 2016, nr. 2015737, houdende

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Regeling vergoeding dienstautogebruik politie. informatie. artikel 17, eerste lid, van het Besluit vergoeding dienstreizen politie

Regeling vergoeding dienstautogebruik politie. informatie. artikel 17, eerste lid, van het Besluit vergoeding dienstreizen politie 25 November 2002 Kenmerk EA2002/97736 Onderdeel directie Politie Inlichtingen M. Scholtz T (070) 426 7524 F (070) 426 7440 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

Fiscale regeling woon- werkverkeer gemeente Oldambt 2010

Fiscale regeling woon- werkverkeer gemeente Oldambt 2010 Fiscale regeling woon- werkverkeer gemeente Oldambt 2010 Doel: Regeling vaststellen betreffende het met fiscaal voordeel uitruilen van vakantie- en/of eindejaarsuitkering tegen een vergoeding woon- werkverkeer.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14515 20 mei 2014 Regeling van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 15 mei 2014, nr. 2014-0000264200, inzake de gratificatie

Nadere informatie

Regeling fiscale uitruil 1KB

Regeling fiscale uitruil 1KB De werkgeverscommissie griffie van Krimpen aan den IJssel besluit:» gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;» gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;» gelet op Wet op de loonbelasting 1964;» gelet op

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

Verordening van 16 oktober 2013, houdende wijziging van de verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden provincie Fryslân 2011,

Verordening van 16 oktober 2013, houdende wijziging van de verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden provincie Fryslân 2011, Verordening van 16 oktober 2013, houdende wijziging van de verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden provincie Fryslân 2011, Provinciale Staten van Fryslân, Besluiten vast te stellen

Nadere informatie

REGLEMENT. Toeslagregeling per

REGLEMENT. Toeslagregeling per REGLEMENT Toeslagregeling per STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL Juni 2007 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: In dit reglement gelden de begrippen als omschreven in de Cao Toeslagregeling.

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit:

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit: directoraat-generaal Veiligheid Personeel & Materieel CONCEPT Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van DGV Politie/Personeel en Materieel, houdende invoering van de Tijdelijke regeling functieonderhoud

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement behandeling bezwaarschriften politie 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Reglement behandeling bezwaarschriften politie 2015 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33372 5 oktober 2015 Reglement behandeling bezwaarschriften politie 2015 De korpschef van politie, in aanmerking nemend

Nadere informatie

MARZ/CVA/U200600334 Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08

MARZ/CVA/U200600334 Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. MARZ (070) 373 8021 onderwerp Ouderschapsverlof Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk MARZ/CVA/U200600334 Lbr. 06/40 CVA/LOGA 06/08 bijlage(n)

Nadere informatie

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB Daar waar de term gemeente wordt gebruikt moet Regio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Artikel 17:1:1:1 Voorwaarden pagina 1 van 3

Artikel 17:1:1:1 Voorwaarden pagina 1 van 3 Artikel 17:1:1:1 Voorwaarden pagina 1 van 3 Hoofdstuk 17 Opleiding en ontwikkeling, regeling gemeente Den Helder Artikel 17:1:1:1 Voorwaarden Het college kan, indien en voor zover het belang van de dienst

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op de artikelen 21 en 48 van het Besluit bezoldiging politie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op de artikelen 21 en 48 van het Besluit bezoldiging politie; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7966 28 mei 2010 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 mei 2010, nr. DCB/CZW/WVOB

Nadere informatie

Nummer: 11.0001183. Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

Nummer: 11.0001183. Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d. Uitvoeringsregeling artikel 6.10 van de CAO sector Ambulancezorg ( vergoeding consignatiediensten ten behoeve van GHOR-taken ) Regionale Ambulancevoorziening Nummer: 11.0001183 Versie: 1.1 Vastgesteld

Nadere informatie

Principe akkoord CAO-MHS voor de periode van t/m

Principe akkoord CAO-MHS voor de periode van t/m Principe akkoord CAO-MHS voor de periode van 01-01-2005 t/m 31-03-2006 1. Looptijd De CAO heeft een looptijd van 15 maanden, van 1 januari 2005 t/m 31 maart 2006. 2. Inkomen Ingaande 1 januari 2005 worden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26779 21 december 2012 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2012, nr. IVV 51458,

Nadere informatie

BEZOLDIGINGSREGELING

BEZOLDIGINGSREGELING BEZOLDIGINGSREGELING Algemene bepaling Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. medewerker De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1onder a van de CAR b. werkgever

Nadere informatie

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Katwijk. Nr. 26215 3 maart 2016 Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3 Burgemeester en wethouders van Katwijk; Stellen vast de volgende beleidsregels ter uitvoering

Nadere informatie

Cafetaria-en salderingsregeling

Cafetaria-en salderingsregeling 1 Cafetaria-en salderingsregeling Cafetaria-en salderingsregeling De cafetariaregeling is een regeling waarbij de medewerker zelf kan bepalen hoe hij zijn /haar loon geniet. De medewerker kan belast loon

Nadere informatie

Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling inzake reiskosten dienstreis BESLUITEN

Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling inzake reiskosten dienstreis BESLUITEN B&W-nr.: 07.0134 d.d. 13-2-2007 Onderwerp Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling inzake reiskosten dienstreis Behoudens advies van de commissie OWZ Vergoeding dienstreis: BESLUITEN 1. Artikel 15:1:22:7 van

Nadere informatie

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 114398 1 december 2015 Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015 De raad van de

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 3332 7 juni 2016 Levensloopregeling provincies na besluit van Gedeputeerde Staten van 19 april 2016 (PZH-2016-542817308) tot vaststelling

Nadere informatie

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn). MODEL ARBEIDSOVEREENKOMST BESTUURDER KINDEROPVANG DE ONDERGETEKENDEN: 1. [NAAM RECHTSPERSOON], gevestigd te [PLAATS], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [NAAM], in zijn/haar hoedanigheid van [FUNCTIE],

Nadere informatie

Vergelijking Verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Staten- en Commissieleden Provincie Flevoland 2003 met de IPO Modelverordening

Vergelijking Verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Staten- en Commissieleden Provincie Flevoland 2003 met de IPO Modelverordening Verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Statenen Commissieleden Provincie Flevolnd 2003 Artikel 1 Begripsbepalingen Alle begrippen komen terug in de modelverordening VOORZIENINGEN VOOR STATENLEDEN Artikel

Nadere informatie

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen Beleidsregels activeringspremies gemeente Best Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR375508_1. Leaseregeling Rotterdam Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder:

CVDR. Nr. CVDR375508_1. Leaseregeling Rotterdam Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR375508_1 3 juli 2018 Leaseregeling Rotterdam 2008 Gemeenteblad 2008 Leaseregeling Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Nadere informatie

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en tegemoetkoming kosten van verhuizing Universiteit Leiden

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en tegemoetkoming kosten van verhuizing Universiteit Leiden Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en tegemoetkoming kosten van verhuizing Universiteit Leiden Regeling van de Universiteit Leiden houdende regels ten aanzien van de tegemoetkoming in

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 4 november 2014 NUMMER PS PS2014BEM16 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Jan Wichers DOORKIESNUMMER 2386 DOCUMENTUMNUMMER 810CEE93 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Gelet op artikel C.22 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

Gelet op artikel C.22 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 12 juli 2016, nr. 805709, tot vaststelling van de Jubileumgratificatieregeling Noord-Holland 2016 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Gelet op artikel

Nadere informatie

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Gewijzigde CAO-artikelen Artikel 1.3 Structuur 1. Voor de bedrijven geldt tevens een bedrijfs-cao waarin nadere

Nadere informatie

Vierde wijzigingsverordening Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden

Vierde wijzigingsverordening Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Besluit 17/12 B Voorgestelde behandeling : PS-vergadering : 22 juni 2012 Onderwerp Vierde wijzigingsverordening Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Provinciale Staten van

Nadere informatie

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017 20 april 2017 Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING 1. Waarom komt er een nieuwe regeling Levensfase-uren (LFU)? In het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2015-2017 is afgesproken dat het wenselijk

Nadere informatie

MARZ/CvA/U200600904 Lbr 06/86

MARZ/CvA/U200600904 Lbr 06/86 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. MARZ/CvA (070) 373 8021 onderwerp Gemeentelijke levensloopregeling Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk MARZ/CvA/U200600904 Lbr 06/86 bijlage(n)

Nadere informatie

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006 Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006 Artikel 1 Vastgesteld bij besluit van het college van bestuur van 7 november 2006, nr. 2006cb0252, zoals laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 3 december

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving *ZD17036648* Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z16-001446 Documentnummer: ZD17036648 Rubriek: Personeel en organisatie Naam regeling: Regeling generatiepact gemeente Zundert 2017-2018 Citeertitel: Regeling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 54a, vierde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 54a, vierde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22401 30 juli 2015 Regeling vergoeding beroepsziekten politie De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel

Nadere informatie

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO. Ouderschapsverlof Het recht op ouderschapsverlof is in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geregeld. De CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening kent een aantal aanvullingen op de wet. Deze zijn

Nadere informatie

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies) CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR343207_8 21 december 2017 Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; Gelet op: - artikel 147 van de Gemeentewet en; - artikel 36 en artikel 8, eerste

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Regeling overlopende personeelskosten scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging 2006

Regeling overlopende personeelskosten scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling overlopende personeelskosten scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging

Nadere informatie

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017)

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017) Onderdeel directie Politie Inlichtingen R.M. van Zwet T (070) 426 6751 F (070) 426 7440 1 van 5 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het KLPD de voorzitter van het

Nadere informatie

Verordening Langdurigheidstoeslag. Gemeenteraad Maatschappelijke zorg en welzijn. Datum ondertekening Bron bekendmaking

Verordening Langdurigheidstoeslag. Gemeenteraad Maatschappelijke zorg en welzijn. Datum ondertekening Bron bekendmaking Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Dalfsen Officiële naam van de regeling Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Dalfsen 2009 Citeertitel Deze versie is

Nadere informatie

(070) 373 8021. Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/08. 17 maart 2008

(070) 373 8021. Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/08. 17 maart 2008 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 uw kenmerk bijlage(n) 18 betreft Wijziging salarisbedragen, ons kenmerk ECCVA/U200800195 eindejaarsuitkering en levensloop Lbr.

Nadere informatie

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2 EA94/U juli 1994

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2 EA94/U juli 1994 Aan SDU Postbus 20014 2500 EA DEN HAAG Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2 EA94/U2037 12 juli 1994 Inlichtingen bij Doorkiesnummer Mw. mr. W. Nieuwenhuizen 070-3027585 Onderwerp. Departementsonderdeel

Nadere informatie

tot vaststelling van de hieronder opgenomen Flankerende voorzieningen fase 2.

tot vaststelling van de hieronder opgenomen Flankerende voorzieningen fase 2. CGOP TCGOP 23 augustus 2016 CGOP ink 1920 Besluit tot vaststelling van Flankerende voorzieningen fase 2 De Korpschef van de Politie Gelet op; artikel 27 eerste lid van de Politiewet 2012; het Hoofdlijnenakkoord

Nadere informatie

H o o f d k a n t o o r

H o o f d k a n t o o r H o o f d k a n t o o r Tweede Akkoord afwijkingen Sociaal Plan Maatvoering voor Maatwerk Partijen: - te Utrecht En - AbvaKabo FNV te Zoetermeer - CNV Publieke Zaak te Den Haag - De Unie te Culemborg -

Nadere informatie

Werktijdenregeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven 2014

Werktijdenregeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven 2014 Het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven besluit: gelet op artikel 160 van de Gemeentewet; gelet op artikel 4:1 van de CAR-UWO en de arbeidstijdenwet; na verkregen instemming

Nadere informatie

CAO á la carte: fiscale regeling woon-/werkverkeer UMCG

CAO á la carte: fiscale regeling woon-/werkverkeer UMCG CAO á la carte: fiscale regeling woon-/werkverkeer UMCG Het principe van de fiscale regeling Het principe van de fiscale regeling is dat de medewerker een bedrag ter hoogte van de fiscale vergoeding woon-werkverkeer

Nadere informatie

Deze toelagen wordt gecontinueerd na invoering van hoofdstuk 3 per 1 januari 2016 en vinden vanaf dat moment hun grondslag in artikel 3:15.

Deze toelagen wordt gecontinueerd na invoering van hoofdstuk 3 per 1 januari 2016 en vinden vanaf dat moment hun grondslag in artikel 3:15. Overgangsrecht en toelichting 1. Garantietoelagen en afbouwtoelagen die uiterlijk op 31 december 2015 zijn ingegaan worden gecontinueerd onder de voorwaarden waaronder ze zijn toegekend. 1a Bestaande garantietoelage

Nadere informatie

gelet op de bereikte overeenstemming met het (bijzonder) Georganiseerd Overleg;

gelet op de bereikte overeenstemming met het (bijzonder) Georganiseerd Overleg; gelet op de bereikte overeenstemming met het (bijzonder) Georganiseerd Overleg; gelet op artikel 6:2:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO); b e s l u i t e n

Nadere informatie

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens: Hoofdstuk 14 Activeringsregeling (per 1 juli 2015) en pensioen A Activeringsregeling Artikel 1 Werkingssfeer 1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Nadere informatie

Regeling uitwisseling arbeidsvoorwaarden gemeente Vught Regeling uitwisseling arbeidsvoorwaarden Gemeente Vught 2015

Regeling uitwisseling arbeidsvoorwaarden gemeente Vught Regeling uitwisseling arbeidsvoorwaarden Gemeente Vught 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Vught. Nr. 31727 14 april 2015 Regeling uitwisseling arbeidsvoorwaarden gemeente Vught 2015 Burgemeester en Wethouders van Vught; Gelet op de CAR/UWO; Gelet

Nadere informatie

Cafetariasysteem. Flexibilisering arbeidsvoorwaarden

Cafetariasysteem. Flexibilisering arbeidsvoorwaarden Cafetariasysteem Flexibilisering arbeidsvoorwaarden Human Resources, juli 2013 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1 CAFETARIASYSTEEM... 2 1.2 DEELNAME... 2 1.3 KEUZEMOMENT EN LOOPTIJD... 2 2. BRONNEN... 3 2.1

Nadere informatie

Regeling Bijzondere gebeurtenissen 2016 B&W besluit van 8 december 2015, gewijzigd 12 december 2017

Regeling Bijzondere gebeurtenissen 2016 B&W besluit van 8 december 2015, gewijzigd 12 december 2017 1. Beleid Bewust belonen is ingevoerd om medewerkers te binden, meer gestructureerd te belonen en waardering te geven aan arbeidsprestaties. Het doel is de beloning beter af te stemmen op de geleverde

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari 2009

NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari 2009 Sector FO Ametisthorst 20 Postbus 91460 2509 EB Den Haag Telefoon (070) 419 19 44 Telefax (070) 419 19 40 E-mail: fo@cmhf.nl Website www.cmhf.nl Rabobank 36.59.34.844 NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari

Nadere informatie

Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof

Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Spijkenisse. Nr. 60059 27 oktober 2014 Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is Sociaal Plan AkzoNobel in Nederland 2014-2016 AkzoNobel en vakorganisaties streven naar het behouden van werkgelegenheid bij reorganisaties. Voor die situaties waar behoud van werkgelegenheid onverhoopt

Nadere informatie

7 Management Beslissingen Die Leiden Tot Een Efficiënt Wagenpark

7 Management Beslissingen Die Leiden Tot Een Efficiënt Wagenpark Met checklist 7 Management Beslissingen Die Leiden Tot Een Efficiënt Wagenpark De snelste weg naar direct besparen op uw autoregeling. Inleiding Ondernemers zoals u rijden en vergoeden heel wat zakelijke

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Verordening kinderopvang op sociaal medische indicatie Haarlemmerliede en Spaarnwoude De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gelezen het voorstel van het college 19 januari ; Gelet op

Nadere informatie

Vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer gemeente Drimmelen. Gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad d.d.

Vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer gemeente Drimmelen. Gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad d.d. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Drimmelen. Nr. 106992 11 november Vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer gemeente Drimmelen Burgemeester en wethouders van Drimmelen; Gelet op de verkregen

Nadere informatie

College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst 2014. Voorzitter/Lid College van Bestuur

College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst 2014. Voorzitter/Lid College van Bestuur College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst 2014 Voorzitter/Lid College van Bestuur 1 DE ONDERGETEKENDEN: 1 De Stichting/Vereniging., statutair gevestigd te.... te dezen vertegenwoordigd

Nadere informatie

Provinciaal Blad. 2013/30 Nummer 1546816. Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Provinciaal Blad. 2013/30 Nummer 1546816. Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2013/30 Nummer 1546816 Aanpassing Regeling Uitruil bruto eindejaarsuitkering voor netto reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Bij besluit d.d. 22 oktober 2013, met

Nadere informatie

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen werkgever; Arbeidsovereenkomst DE ONDERGETEKENDEN: Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever"; en de heer/mevrouw

Nadere informatie

Heeft u interesse in een (aanvullende) reiskostenvergoeding?

Heeft u interesse in een (aanvullende) reiskostenvergoeding? Heeft u interesse in een (aanvullende) reiskostenvergoeding? Beste collega, Weet u dat er een mogelijkheid bestaat om een (aanvullende) reiskostenvergoeding te ontvangen, óók als u niet in aanmerking komt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38689 25 juli 2016 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 juli 2016, nr. DGP/ARBVW 2016-777417, tot

Nadere informatie

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof Bijlage bij B&W-besluit 16 december 2014 (BD 2014-012864) Wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) in verband met het einde van de ouderschapsverlofkorting en het vervallen van

Nadere informatie

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in de Statuten en het Algemeen Reglement

Nadere informatie

Werktijdenregeling provincie Gelderland

Werktijdenregeling provincie Gelderland Werktijdenregeling provincie Gelderland Geldig sinds: 16-2-2006 Wetstechnische informatie Type overheidsorganisatie Naam overheidsorganisatie WWW-adres overheidsorganisatie Type informatie Bestandsformaat

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De vakorganisaties ABVA/KABO en CFO Dienstleiding Belastingdienst Bijlagen: 1. hoorverslag AAC/00.00102 22 september 2000 2. arbitrageverzoek AAC.71 Onderwerp:

Nadere informatie

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Overbetuwe. Nr. 26527 13 mei 2014 Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014 Ons kenmerk: 12BB00004 De burgemeester van de

Nadere informatie

4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is.

4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is. Bijlage bij LOGA-brief TAZ/U201700991 Bijlage 1 CAR teksten A. Aan artikel 9b:1 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd: 4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende

Nadere informatie

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid Onderdeel DGOBR/POI Rijk/PR Inlichtingen Wilmar Hagg T (070) 426 7663 F 1 van 5 Aan Onderwerp De ministers Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar Aantal bijlagen 0 Bezoekadres Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling normen tegemoetkoming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 36 Besluit van 15 januari 2007, houdende wijziging van het Kaderbesluit rechtspositie VO in verband met de formalisering van de CAO sector onderwijs

Nadere informatie

B CAO afspraken persoonlijk budget en extra budget

B CAO afspraken persoonlijk budget en extra budget B CAO afspraken persoonlijk budget en extra budget Looptijd CAO Bij de nadere uitwerking van de vernieuwing van de CAO UMC is ervan uitgegaan dat de eerstkomende CAO een looptijd van drie jaar en twee

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. rv 116 Bestuursdienst BSD/2014.1069 RIS 278107_111120

Gemeente Den Haag. rv 116 Bestuursdienst BSD/2014.1069 RIS 278107_111120 Gemeente Den Haag rv 116 Bestuursdienst BSD/2014.1069 RIS 278107_111120 Voorstel van het college inzake vaststellen Verordening rechtspositie burgemeester 2015 Inleiding De VNG heeft de Modelverordening

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

BELEIDSREGEL BR/CU-5039 BELEIDSREGEL BR/CU-5039 Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

REGELING MOBILITEITSBUDGET WOON-WERKVERKEER DEN HAAG. gelet op artikel 18:1:13, tweede lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag;

REGELING MOBILITEITSBUDGET WOON-WERKVERKEER DEN HAAG. gelet op artikel 18:1:13, tweede lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag; Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/2015.189 RIS 281067 REGELING MOBILITEITSBUDGET WOON-WERKVERKEER DEN HAAG HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op artikel 18:1:13, tweede lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING REGLEMENT WGA-HIAATREGELING STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ GELDEND OP 1 JANUARI 2012 januari 2012 REGLEMENT WGA-HIAATREGELING ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012

Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012 Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012 De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2011; gelet op artikel 147, eerste

Nadere informatie

Regeling uitwisseling brutoloon Kempengemeenten 2015

Regeling uitwisseling brutoloon Kempengemeenten 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eersel. Nr. 94545 20 juli 2016 Regeling uitwisseling brutoloon Kempengemeenten 2015 Burgemeesters en wethouders van de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot, Reusel-De

Nadere informatie

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nieuwegein. Nr. 6527 23 januari 2015 Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel

Nadere informatie

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM Dit besluit is een uitwerking van de onderdelen van de Verordening Wmo gemeente Werkendam. In de tekst wordt deze verordening aangehaald als de Verordening. Het beleid betreffende

Nadere informatie