Een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners"

Transcriptie

1 Een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners Een onderzoek naar de toegevoegde waarde van een generieke zorgplicht in de Wet op het financieel toezicht D.I. Frans april

2 Een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners Een onderzoek naar de toegevoegde waarde van een generieke zorgplicht in de Wet op het financieel toezicht D.I. Frans april 2015 Begeleiders: dhr. mr. K.W.H. Broekhuizen en dhr. mr. A.A. Pasaribu 2

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING PRIVAATRECHTELIJKE ZORGPLICHTEN INLEIDING ALGEMENE ZORGPLICHT BIJZONDERE ZORGPLICHT DEELCONCLUSIE PUBLIEKRECHTELIJKE ZORGPLICHTEN IN DE WFT INLEIDING ZORGVULDIGE DIENSTVERLENING INFORMATIEVERSTREKKING ONDERZOEKS- EN WAARSCHUWINGSPLICHT DEELCONCLUSIE EEN GENERIEKE ZORGPLICHT IN DE WFT INLEIDING HET WETSVOORSTEL DE WETTELIJKE VERANKERING VAN DE GENERIEKE ZORGPLICHT HANDHAVING VAN DE GENERIEKE ZORGPLICHT DEELCONCLUSIE DE (ON)WENSELIJKHEID VAN DE GENERIEKE ZORGPLICHT INLEIDING INFORMATIEASYMMETRIE EN EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID CONSUMENT EEN OPEN NORM TOEGEVOEGDE WAARDE VERGAANDE CENTRALISATIE VAN MACHT DEELCONCLUSIE CONCLUSIE LITERATUURLIJST

4 1. Inleiding Sinds mijn bachelor ben ik werkzaam als buitengriffier bij het gerechtshof van Amsterdam waar ik de eerste maanden voornamelijk werkzaamheden heb verricht voor het team dat zich bezighoudt met het aansprakelijkheidsrecht, ondernemingsrecht en financieel recht. Het is mij toen opgevallen dat er vrij veel zaken aanhangig waren die betrekking hadden op de zorgplicht van financiële dienstverleners. Ik heb mij regelmatig afgevraagd of deze zorgplicht niet erg ver gaat en of de consument wellicht te veel beschermd wordt. Een financiële dienstverlener is volgens de definitie in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) degene die een ander financieel product dan een financieel instrument aanbiedt, daarover adviseert of die bemiddelt of optreedt als (onder)gevolmachtigd agent. In het algemeen taalgebruik wordt doorgaans een bredere betekenis aan het begrip financiële dienstverlener toegekend; een beleggingsonderneming wordt bijvoorbeeld vaak aangeduid als financiële dienstverlener, hoewel zij geen financiële dienstverlener in de zin van de Wft is. In deze scriptie zal ik het begrip financiële dienstverlener uitsluitend in de zin van artikel 1:1 Wft gebruiken. Wanneer ik het in deze scriptie over het bredere begrip heb, zal ik de term financiële onderneming gebruiken. Als gekeken wordt naar de verhouding tussen een financiële dienstverlener en een consument, dan is deze vaak ongelijkwaardig. De financiële dienstverlener beschikt in beginsel over meer kennis met betrekking tot de financiële producten en diensten die hij aanbiedt, en is over het algemeen deskundiger dan de consument. Deze ongelijkwaardige verhouding wordt deels gecompenseerd door wet- en regelgeving. Er rusten namelijk zowel vanuit het privaatrecht als vanuit het publiekrecht zorgplichten op financiële dienstverleners waarmee getracht wordt de consument te beschermen. Inhoudelijk verschillen deze zorgplichten niet veel van elkaar. 1 Het is de wijze van handhaving die de privaatrechtelijke zorgplichten van de publiekrechtelijke zorgplichten onderscheidt. 2 Sinds 1 januari 2014 is er een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners opgenomen in artikel 4:24a Wft. Ik vraag mij af wat de toegevoegde waarde is van deze nieuwe bepaling en of er niet al genoeg in de wet geregeld is. Dit heeft geleid tot de volgende probleemstelling: Heeft de wettelijke verankering van een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners in de Wft een toegevoegde waarde? Om tot een antwoord op de probleemstelling te komen heb ik parlementaire stukken bestudeerd en literatuur- en jurisprudentieonderzoek gedaan. Alvorens een uitspraak te kunnen doen over de toegevoegde waarde van de generieke zorgplicht, lijkt het mij van belang eerst kennis te nemen van de geldende wetgeving en jurisprudentie vóór de invoering daarvan. Daarom is de opbouw van deze scriptie als volgt. 1 De algemene norm die zorgvuldig gedrag voorschrijft in het bijzonder. 2 Broekhuizen en Du Perron 2013, p

5 Ik zal eerst beknopt de reeds bestaande relevante wetgeving en jurisprudentie vóór de inwerkingtreding van artikel 4:24a Wft op het terrein van de zorgplicht behandelen. Gelet op het feit dat de generieke zorgplicht jegens consumenten in acht genomen dient te worden, beperk ik mij in deze scriptie tot de zorgplicht jegens consumenten en laat ik de zorgplicht jegens professionele cliënten buiten beschouwing. In hoofdstuk 2 zal ik een beknopt overzicht geven van de privaatrechtelijke zorgplichten die op een financiële dienstverlener rusten. Zowel de zorgplichten die opgenomen zijn in het Burgerlijk Wetboek als de bijzondere zorgplicht die door de Hoge Raad is aangenomen komen in dit hoofdstuk aan bod. Daarna zal ik in hoofdstuk 3 een beknopt overzicht geven van de publiekrechtelijke zorgplichten die voor financiële dienstverleners uit hoofde van de Wft golden vóór de invoering van de generieke zorgplicht. In hoofdstuk 4 staat de generieke zorgplicht centraal. In dit hoofdstuk zal worden gekeken naar de achtergrond van de generieke zorgplicht en naar de wijze waarop deze gehandhaafd wordt. Daarna volgt in hoofdstuk 5 een bespreking van de wenselijkheid van de generieke zorgplicht, waarbij zowel argumenten voor als argumenten tegen de generieke zorgplicht aan bod komen. Tot slot zal in hoofdstuk 6 een antwoord op de probleemstelling worden gegeven. 5

6 2. Privaatrechtelijke zorgplichten 2.1 Inleiding Vanuit het privaatrecht rusten er vele zorgplichten op financiële ondernemingen. Er zijn in de rechtspraak veel arresten gewezen waarin bijvoorbeeld wordt aangenomen dat er een informatie-, onderzoeks- en waarschuwingsplicht op financiële ondernemingen kan rusten. 3 Het privaatrecht kent een algemene en een bijzondere zorgplicht. In dit hoofdstuk zal nader op de inhoud van deze zorgplichten worden ingegaan. Ik zal niet in detail uiteenzetten wat de privaatrechtelijke zorgplicht behelst, maar ik beperk mij tot het bespreken van de belangrijkste grondslagen en uitgangspunten daarvan. 2.2 Algemene zorgplicht Een zorgplicht kan worden gedefinieerd als een plicht tot handelen of nalaten ten behoeve van één of meer concrete belangen van een persoon of object. 4 Indien er sprake is van een contractuele verhouding tussen een financiële dienstverlener en een consument zal de zorgplicht doorgaans berusten op de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 en 6:248 BW) en voor zover van toepassing de zorg van een goed opdrachtnemer (art. 7:401 BW). Contractuele zorgplicht De relatie tussen een financiële dienstverlener en zijn cliënt heeft in veel gevallen het karakter van een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 BW. In het Burgerlijk Wetboek is er een algemene zorgplicht opgenomen die geldt ten aanzien van de overeenkomst van opdracht. Een opdrachtnemer dient ingevolge artikel 7:401 BW de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen bij zijn werkzaamheden. Het begrip goed opdrachtnemer is een open norm die door de wetgever niet nader gespecificeerd wordt, omdat de invulling van deze algemene zorgplicht afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Uit een reeks arresten van de Hoge Raad blijkt dat de algemene zorgplicht voor een financiële dienstverlener in ieder geval betekent dat de mate van zorg waarmee hij handelt ten opzichte van zijn cliënt, ten minste gelijk moet zijn aan de mate van zorg die zijn redelijk handelend, redelijk bekwaam vakgenoot in dezelfde situatie in acht zou nemen. 5 Hoe deskundiger de financiële dienstverlener, des te meer eisen gesteld mogen worden aan de kwaliteit van zijn dienstverlening. 6 Indien de financiële dienstverlener tekortschiet in de nakoming van de zorgplicht die volgt uit artikel 7:401 BW, levert dit in beginsel wanprestatie op en kan hij aansprakelijk worden gehouden. 7 Naast de algemene zorgplicht ex artikel 7:401 BW, kan er ten aanzien van banken ook op grond van artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden een zorgplicht rusten. Indien een bank een overeenkomst heeft gesloten waarop de Algemene 3 Van Dijk en Van der Woude 2009, p Tjong Tjin Tai 2007, p Zie bijvoorbeeld HR 9 juni 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6159, NJ 2000/ Asser/Tjong Tjin Tai 7-IV 2014/94. 7 Asser/Tjong Tjin Tai 7-IV 2014/197. 6

7 Bankvoorwaarden van toepassing zijn, zal de bank immers de volgende bepaling moeten naleven: De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt. Geen van de bepalingen van deze algemene bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen. 8 Buitencontractuele zorgplicht Het bestaan van een overeenkomst is echter geen vereiste voor het aannemen van een zorgplicht. Buiten een contractuele verhouding kan hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (art. 6:162 lid 2 BW) een grondslag voor de zorgplicht van een financiële dienstverlener zijn. Sinds het arrest Baris/Riezenkamp is het algemeen aanvaard dat partijen in de precontractuele fase in een door de goede trouw beheerste rechtsverhouding tot elkaar komen te staan. Hierdoor moeten partijen hun gedrag mede laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij. 9 Een financiële dienstverlener dient derhalve reeds vóór het ontstaan van een contractuele verhouding rekening te houden met de belangen van zijn cliënt. 2.3 Bijzondere zorgplicht De bijzondere zorgplicht is gebaseerd op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid en heeft als doel de cliënt te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. De reikwijdte van de bijzondere zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval en wordt kortweg bepaald door de volgende drie inhoudelijke criteria: (i) deskundigheid en ervaring van de cliënt, (ii) inkomens- en vermogenspositie van de cliënt en (iii) de complexiteit van het product. Gelet op deze drie criteria ga ik er in deze scriptie van uit dat de bijzondere zorgplicht ook voor een financiële dienstverlener geldt. 10 De bijzondere zorgplicht heeft zich in de rechtspraak aanvankelijk ten aanzien van banken ontwikkeld en is door de Hoge Raad voor het eerst erkend in het arrest Rabobank/Everaars, dat betrekking had op de optiehandel. 11 De Hoge Raad heeft in dit arrest het volgende overwogen: Gelet op de mogelijk zeer grote risico's die de cliënt-belegger bij de handel in opties kan lopen, is de Bank als bij uitstek professioneel en deskundig op dit terrein hier jegens particuliere, niet professionele cliënten tot een bijzondere zorgplicht gehouden. Het Hof heeft deze zorgplicht kennelijk afgeleid uit hetgeen de eisen van redelijkheid en billijkheid naar de aard van de contractuele verhouding met cliënten als de onderhavige meebrengen( ) 8 Artikel 2 Algemene Bankvoorwaarden. 9 HR 15 november 1985, ECLI:NL:HR:1957:AG2023, NJ 1958/67, (Baris/Riezenkamp). 10 Zie ook HR 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1725, NJ 2014/176; HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:679, NJ 2014/266; Rb. Midden-Nederland 30 juli 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:3030, NJF 2014/ Van Dijk en Van der Woude 2009, p. 77 en 78; HR 23 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7238, NJ 1998,192, (Rabobank/Everaars). 7

8 Voorts heeft het Hof kennelijk en terecht mede betekenis toegekend aan het feit dat het hier gaat om een zorgplicht die naar zijn aard tot strekking heeft de cliënt te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht( ) De zorg die een bank ingevolge dit arrest jegens haar cliënt in acht dient te nemen gaat verder dan de zorg die contractspartijen normaliter in acht dienen te nemen, maar dit betekent niet dat een cliënt onbegrensd beschermd wordt. 12 Op het moment dat een bank verplicht is schade aan een cliënt te vergoeden, kan de hoogte van de vergoedingsplicht via artikel 6:101 BW namelijk verminderd worden indien de schade mede het gevolg is van omstandigheden die aan de cliënt kunnen worden toegerekend. 13 In de afgelopen jaren heeft de bijzondere zorgplicht zich steeds verder ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is het arrest MeesPierson/Ten Bos. 14 In het arrest Rabobank/Everaars 15 ziet de bijzondere zorgplicht enkel op cliënten waar de bank een contractuele verhouding mee heeft, maar in het arrest MeesPierson/Ten Bos wordt er vanwege de maatschappelijke functie van banken ook een bijzondere zorgplicht aangenomen jegens derden. 16 Een ander voorbeeld van de ontwikkeling van de bijzondere zorgplicht zijn de effectenlease-arresten, waarin de bijzondere zorgplicht nader is ingevuld door de Hoge Raad. 17. Aanvankelijk had de bijzondere zorgplicht enkel betrekking op de optiehandel, maar uit de effectenlease-arresten volgt dat de bijzondere zorgplicht ook voor aanbieders van effectenlease-producten geldt. 18 De Hoge Raad oordeelde hier onder meer dat het hof terecht als uitgangspunt had genomen dat op de bank als professionele dienstverlener op het terrein van beleggingen in effecten en aanverwante financiële diensten jegens particuliere beleggers met wie zij een overeenkomst zal aangaan een bijzondere zorgplicht rust. 19 Uit voornoemde arresten kan tevens een waarschuwingsplicht en een onderzoeksplicht worden afgeleid. Zo oordeelde de Hoge Raad bijvoorbeeld in het arrest De Treek/Dexia dat er op Dexia de verplichting rustte De Treek indringend te waarschuwen voor het aan een product verbonden specifieke risico van een restschuld dat bij tussentijdse beëindiging 12 Van Baalen 2006, p. 74; Van Boom en Lindenbergh 2010, p In het arrest Rabobank/Everaars heeft de Hoge Raad weliswaar overwogen dat fouten van de cliënt die uit die lichtvaardigheid of dat gebrek aan inzicht voortvloeien, in beginsel minder zwaar wegen dan fouten aan de zijde van de Bank. HR 23 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7238, NJ 1998,192, (Rabobank/Everaars), r.o HR 9 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2536, NJ 1999,285, (MeesPierson/Ten Bos). 15 HR 23 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7238, NJ 1998,192, (Rabobank/Everaars). 16 HR 9 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2536, NJ 1999,285, (MeesPierson/Ten Bos). Zie ook HR 23 december 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3713, NJ 2006, 289, (Safe Haven). 17 HR 5 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2815, NJ 2012/182, (De Treek/Dexia); ECLI:NL:HR:2009:BH2811, NJ 2012/183, (Levob/Bolle); en ECLI:NL:HR:2009:BH2822, NJ 2012/184, (Stichting Gedupeerden Spaarconstructie/Aegon). 18 De bijzondere zorgplicht heeft zich de afgelopen jaren ook ten aanzien van andere financiële ondernemingen ontwikkeld. Zie bijvoorbeeld het arrest Fortis/Bourgonje en de noot van Tjing Tjon Tai, waarin hij opmerkt dat de bijzondere zorgplicht op het gehele terrein van financiële dienstverlening geldt. HR 24 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1799, NJ 2011/251, (Fortis/Bourgonje). 19 HR 5 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2811, NJ 2012/183, (Levob/Bolle), r.o

9 van de overeenkomst kan optreden. 20 Ook oordeelde de Hoge Raad dat de op Dexia rustende bijzondere zorgplicht meebrengt dat zij onderzoek had moeten doen naar de inkomens- en vermogenspositie van De Treek om vervolgens te kunnen beoordelen of De Treek over voldoende bestedingsruimte beschikte om aan zijn betalingsverplichtingen uit de overeenkomst te voldoen. Dit kan in bepaalde gevallen zelfs tot gevolg hebben dat een financiële onderneming een belegger dient te adviseren van een overeenkomst af te zien. 21 Het laatste wat ik wil opmerken over de ontwikkeling van de bijzondere zorgplicht is dat deze niet langer beperkt is tot particuliere, niet professionele cliënten. Hoewel de Hoge Raad in het arrest Rabobank/Everaars 22 oordeelde dat de bijzondere zorgplicht beperkt is tot particuliere cliënten, heeft het gerechtshof 's-hertogenbosch onlangs een arrest gewezen waaruit volgt dat de bijzondere zorgplicht ook ten aanzien van MKBondernemingen kan gelden Deelconclusie In dit hoofdstuk heb ik geprobeerd een beknopt overzicht te geven van de privaatrechtelijke zorgplichten die er op een financiële dienstverlener rusten. Zowel in de precontractuele fase als in de contractuele fase spelen de privaatrechtelijke zorgplichten een rol. De contractuele verhouding tussen een financiële dienstverlener en zijn cliënt wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 en 6:248 BW). In het geval er sprake is van een opdrachtovereenkomst tussen een financiële dienstverlener en zijn cliënt, vindt de algemene zorgplicht haar grondslag tevens in artikel 7:401 BW. De financiële dienstverlener dient op grond van dit artikel de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. Een financiële dienstverlener heeft een zorgplicht jegens zijn cliënten, maar ook jegens derden. De zorgplicht jegens derden berust op de maatschappelijke betamelijkheid (art. 6:162 lid 2 BW). Naast de algemene zorgplicht is er in de rechtspraak ook een bijzondere zorgplicht voor financiële ondernemingen aangenomen die ertoe strekt de particuliere belegger 24 te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. Zoals ik eerder in dit hoofdstuk heb opgemerkt, ga ik er in deze scriptie van uit dat de bijzondere zorgplicht ook voor de financiële dienstverlener geldt. 25 Deze bijzondere zorgplicht vloeit volgens de Hoge Raad voort uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid en verplicht een financiële dienstverlener ook de nodige zorg in acht te nemen jegens potentiele cliënten. De reikwijdte van de bijzondere zorgplicht wordt bepaald door drie inhoudelijke criteria: de deskundigheid en ervaring van de cliënt, inkomens- en vermogenspositie van de cliënt en de complexiteit van het product. 20 HR 5 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2815, NJ 2012/182, (De Treek/Dexia), r.o HR 5 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2815, NJ 2012/182, (De Treek/Dexia), r.o HR 23 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7238, NJ 1998,192, (Rabobank/Everaars). 23 Hof s-hertogenbosch 15 april 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1052, NJF 2014/ Of een MKB-onderneming, zie paragraaf Zie paragraaf

10 3. Publiekrechtelijke zorgplichten in de Wft 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de publiekrechtelijke zorgplichten centraal. Ook voor de publiekrechtelijke zorgplicht geldt dat ik in deze scriptie niet in detail uiteen zal zetten wat deze zorgplicht behelst en mij beperk tot het bespreken van enkele voorbeelden ervan. Zoals reeds opgemerkt in hoofdstuk 1, golden er vóór de invoering van artikel 4:24a Wft naast de privaatrechtelijke zorgplichten ook publiekrechtelijke zorgplichten voor een financiële dienstverlener. Het merendeel van de publiekrechtelijke zorgplichten die een financiële dienstverlener in acht dient te nemen is opgenomen in de Wft. De Wft is op 1 januari 2007 in werking getreden en bevat vele regels op het gebied van het financieel toezicht. DNB en de AFM vervullen een belangrijke rol in het toezicht op de naleving van deze regels. DNB en de AFM houden toezicht op de financiële markten en de partijen die daarop actief zijn. Nederland kent een functioneel toezichtmodel waarin twee soorten toezicht worden onderscheiden: prudentieel toezicht en gedragstoezicht. DNB is verantwoordelijk voor het prudentieel toezicht dat zich richt op de soliditeit van financiële ondernemingen en de stabiliteit van de financiële sector. De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht. 26 Het gedragstoezicht is gericht op ordelijke en transparante financiële marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten. 27 Het gedragstoezicht door de AFM is relevant voor de beantwoording van de probleemstelling en staat in dit hoofdstuk centraal. 3.2 Zorgvuldige dienstverlening De contractuele verhouding tussen een financiële dienstverlener en zijn cliënt wordt van oudsher door het verbintenissenrecht met name het contractenrecht beheerst, maar het publiekrecht heeft ook steeds meer betekenis op dit terrein gekregen. 28 Hoewel bepaalde normen reeds in het privaatrecht terug te vinden zijn, heeft de wetgever er toch voor gekozen deze normen ook op te nemen in de Wft. De wetgever was van mening dat de privaatrechtelijke normen niet altijd even duidelijk waren en hij vond dat de effectiviteit van het privaatrecht soms tekortschoot. 29 Tegenwoordig zijn er veel publiekrechtelijke gedragsnormen waar een financiële dienstverlener zich aan dient te houden. De AFM houdt toezicht op de naleving van deze gedragsnormen en beoogt door middel van leidraden de zorgvuldige dienstverlening te bevorderen. In deze leidraden worden de gedragsnormen nader ingevuld en voorbeelden gegeven van wat zorgvuldige dienstverlening inhoudt. 30 Het publiekrecht biedt vergaande mogelijkheden om naleving van de gedragsnormen af te 26 Artikel 1:24 Wft en 1:25 Wft. Zie ook Silverentand 2013, p Artikel 1:25 Wft. 28 Cherednychenko 2012, p. 223 en Kamerstukken II 2005/06, , nr. 19, p. 317; Zie ook Van Dijk en Van der Woude 2009, p Cherednychenko 2012, p

11 dwingen. Zo kan de AFM wanneer een gedragsnorm ernstig overtreden wordt een financiële dienstverlener bijvoorbeeld beboeten of zelfs de toegang tot de markt ontzeggen. 31 In afdeling van de Wft Zorgvuldige dienstverlening is het merendeel van de publiekrechtelijke gedragsnormen te vinden. De belangrijkste gedragsnormen die gelden voor een financiële dienstverlener worden hierna achtereenvolgens behandeld. 3.3 Informatieverstrekking In artikel 4:19 Wft worden eisen gesteld aan de informatie die een financiële dienstverlener aan (potentiële) cliënten verstrekt. Ten eerste dient een financiële dienstverlener op grond van het eerste lid van artikel 4:19 Wft er zorg voor te dragen dat de informatie die hij verstrekt of beschikbaar stelt met betrekking tot een financieel product, een financiële dienst of nevendienst geen afbreuk doet aan de informatie die ingevolge de Wft verstrekt moet worden. Deze bepaling heeft betrekking op alle informatie die een financiële dienstverlener verstrekt of beschikbaar stelt, dus zowel verplichte als onverplichte informatie. Bij het laatste kan gedacht worden aan reclame-uitingen. 32 Ten tweede dient de verstrekte of beschikbaar gestelde informatie dus zowel verplichte als onverplichte informatie op grond van het tweede lid van artikel 4:19 Wft correct, duidelijk en niet misleidend te zijn. In de bepaling zelf wordt geen nadere uitleg gegeven over wat er onder deze begrippen moet worden verstaan. Wel heeft de AFM in de Beleidsregel Informatieverstrekking 33 de begrippen correct, duidelijk en niet misleidend nader uitgewerkt. Bij de beoordeling of informatie correct is wordt door de AFM gekeken of de informatie inhoudelijk juist is, de consument krijgt wat hem wordt verteld en of er geen tegenstrijdigheden in de informatie zitten. Uit de beleidsregel van de AFM volgt ook dat de informatie in ieder geval vindbaar, begrijpelijk en evenwichtig moet zijn om niet als onduidelijk of misleidend te worden aangemerkt. Informatie is evenwichtig als het de relevante voor- en nadelen, alsmede de risico s van het financieel product bevat. 34 Wat betreft de begrijpelijkheid van de informatie mag een financiële dienstverlener de gemiddelde consument als uitgangspunt nemen waarbij de complexiteit van het financieel product of de financiële dienst ook een rol speelt. Naarmate het financieel product of de financiële dienst complex of risicovoller wordt, mag van de consument minder kennis en inzicht verwacht worden en moet de informatie daarop toegesneden zijn. 35 Tot slot dient een financiële dienstverlener op grond van het derde lid van artikel 4:19 Wft er zorg voor te dragen dat het commerciële oogmerk van de verstrekte of beschikbaar gestelde informatie als zodanig herkenbaar is. In artikel 4:20 Wft is onder meer bepaald dat een financiële dienstverlener voorafgaand aan het verlenen van zijn diensten de cliënt informatie verstrekt, voor zover dit nodig is voor een adequate beoordeling van het financieel product of de financiële dienst. Hierbij zullen ten minste gegevens verstrekt moeten worden over het financieel product, de dienstverlening, de overeenkomst en de betrokken 31 Kamerstukken II 2005/06, 29708, nr. 19, p Kamerstukken II 2005/06, 29708, nr. 19, p Beleidsregel Informatieverstrekking, p Beleidsregel Informatieverstrekking, p Kamerstukken II 2005/06, 29708, nr. 19, p

12 financiële dienstverlener. Ook hier speelt de complexiteit van het financieel product of de financiële dienst weer een rol. 36 Gedurende de looptijd van de overeenkomst is een financiële dienstverlener ingevolge het derde lid van artikel 4:20 Wft verplicht zijn cliënt tijdig 37 te informeren over wezenlijke wijzigingen in de informatie die reeds verstrekt is, voor zover deze wijzigingen relevant zijn voor de cliënt. In paragraaf van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen zijn eveneens enkele bepalingen opgenomen over de informatieplichten van een financiële dienstverlener gedurende de looptijd van een overeenkomst Onderzoeks- en waarschuwingsplicht Naast de plicht tot het verstrekken van informatie rust er ook een plicht tot het inwinnen van informatie op een financiële dienstverlener. Indien er sprake is van een adviesrelatie dan is het ken-uw-cliënt-principe van toepassing. Het ken-uw-cliëntprincipe houdt in dat een financiële dienstverlener in het belang van zijn cliënt informatie dient in te winnen over zijn financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid, voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor zijn advies. Het ken-uw-cliënt-principe waarborgt dat het advies kan worden afgestemd op de individuele behoeften en kenmerken van de cliënt. Het advies dient vervolgens mede gebaseerd te zijn op de verkregen informatie. 39 Bij dienstverlening zonder advies, ook wel execution only-dienstverlening genoemd, dient een financiële dienstverlener de kennis en ervaring van zijn cliënt te toetsen en vervolgens op basis van de verkregen informatie te beoordelen of de financiële dienst of het financieel product passend is voor de cliënt. 40 De verplichting tot het afnemen van een kennis- en ervaringstoets 41 geldt ten aanzien van betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecaire kredieten en individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. 42 De financiële dienstverlener dient in ieder geval informatie in te winnen over: De financiële producten waarmee de cliënt bekend is; Het inzicht van de cliënt in de eigenschappen en risico s van het betreffende financieel product of de financiële dienst; De mate waarin de cliënt inzicht heeft in zijn eigen financiële situatie; De behoefte van de cliënt aan advies over het betreffende financieel product Kamerstukken II 2005/06, 29708, nr. 19, p Op een zodanig moment dat de cliënt een reële mogelijkheid wordt geboden om naar aanleiding van de te ontvangen informatie eventueel actie te ondernemen; Kamerstukken II 2005/06, 29708, nr. 19, p Artikel 69-71a BGfo Wft. 39 Artikel 4:23 Wft. 40 Artikel 4:24 lid 1 Wft. 41 Dit wordt ook wel het financieel rijbewijs genoemd. 42 Of bij een ministeriele regeling aan te wijzen ander financieel product, artikel 80e BGfo. 43 Silverentand 2013, p

13 Indien de financiële dienstverlener van mening is dat de financiële dienst of het financieel product niet passend is voor de cliënt, dient hij de cliënt hiervoor te waarschuwen, maar mag het product wel worden aangeboden. 44 Als de cliënt onvoldoende of geen informatie verstrekt, dient de financiële dienstverlener de cliënt te waarschuwen dat hij als gevolg daarvan niet in staat zal zijn te beoordelen of de financiële dienst of het financieel product passend is. 45 Ook dient de financiële dienstverlener de cliënt er dan op te wijzen dat het raadzaam is om advies in te winnen. 46 Algemene zorgvuldigheidsnorm Tot slot is in het eerste lid van artikel 4:25 Wft een algemeen voorschrift ten aanzien van zorgvuldige dienstverlening opgenomen: Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid( ) Zoals ik in de inleiding reeds opmerkte verschilt de algemene zorgvuldigheidsnorm inhoudelijk niet van de algemene privaatrechtelijke zorgplichtnorm. 47 In de parlementaire geschiedenis van de Wft is deze algemene zorgvuldigheidsnorm ook nadrukkelijk vermeld: een financiële onderneming dient consumenten en cliënten zorgvuldig te behandelen. 48 Eigenlijk bestaat er dus al een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners in de Wft. Uit de praktijk blijkt echter dat artikel 4:25 niet als generieke zorgplicht wordt erkend, omdat de algemene zorgvuldigheidsnorm niet in de Wft geëxpliciteerd is en nader ingevuld dient te worden bij algemene maatregel van bestuur. 49 Hierdoor wordt dit artikel niet voldoende geschikt geacht om door de AFM te worden ingezet op het moment dat een financiële dienstverlener onzorgvuldig handelt en de AFM anders dan via informele beïnvloeding handhavend wil optreden Deelconclusie In dit hoofdstuk zijn de publiekrechtelijke zorgplichten voor financiële dienstverleners besproken die reeds bestonden voor de invoering van de generieke zorgplicht. De Wft kent een afdeling Zorgvuldige dienstverlening waarin het merendeel van de publiekrechtelijke gedragsnormen is opgenomen. De AFM houdt toezicht op naleving van deze gedragsnormen en kan sancties opleggen wanneer een financiële dienstverlener in strijd met een van de gedragsnormen handelt. 44 Artikel 4:24 lid 2 Wft; Silverentand 2013, p Artikel 4:24 lid 3 Wft. 46 Silverentand 2013, p Zie paragraaf Kamerstukken II 2005/06, nr. 19, p. 515; Broekhuizen en Du Perron 2012, p. 169; Lieverse 2013, p Voor beleggingsondernemingen is de algemene zorgvuldigheidsnorm wél geëxpliciteerd in de Wft. Zie artikel 4:90 Wft. 50 Van Hattum 2012, p

14 De Wft bevat een algemene zorgvuldigheidsnorm die als een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners kan worden gezien. Uit de praktijk blijkt echter dat deze niet altijd als zodanig wordt erkend. Vanuit het publiekrecht rusten er ook andere zorgplichten op een financiële dienstverlener: een informatieplicht, een onderzoeksplicht en een waarschuwingsplicht. De informatieplicht stelt eisen aan de informatie die een financiële dienstverlener aan zijn (potentiele) cliënten verstrekt. Naast het verstrekken van informatie moet een financiële dienstverlener op grond van de onderzoeksplicht ook informatie inwinnen over zijn cliënten. Indien een financiële dienst of financieel product op basis van deze informatie niet passend blijkt te zijn voor de cliënt, rust er een plicht op de financiële dienstverlener zijn cliënt hiervoor te waarschuwen. 14

15 4. Een generieke zorgplicht in de Wft 4.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken zijn de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke zorgplichten beknopt behandeld die reeds bestonden voor de invoering van artikel 4:24a Wft. In dit hoofdstuk wordt de generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners besproken waarbij zal worden ingegaan op het wetsvoorstel en de wettelijke verankering in de Wft. Ook zal aandacht worden besteed aan de wijze waarop de AFM de generieke zorgplicht kan handhaven. 4.2 Het wetsvoorstel De AFM heeft in haar wetgevingsbrief van 10 oktober (hierna: de wetgevingsbrief) aan de minister van Financiën gepleit voor invoering van een generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners in de Wft. Volgens de AFM zou een generieke zorgplicht een goede aanvulling zijn op de regels voor zorgvuldige advisering en de toekomstige bevoegdheden met betrekking tot het productontwikkelingsproces. Deze bepaling zou als vangnetbepaling moeten dienen voor de gevallen die buiten de reikwijdte van voornoemde regels vallen, maar zó schadelijk zijn dat direct ingrijpen gewenst is. In de wetgevingsbrief worden het uitkeringsgedrag bij schadeverzekeringen en uitvaartverzekeringen of de afwikkeling van financiële schadeclaims bij woekerpolissen als voorbeelden genoemd. De toenmalige minister van Financiën heeft als reactie op de wetgevingsbrief de toezegging gedaan de voor- en nadelen van een generieke zorgplicht nader te onderzoeken en in overleg te treden met de AFM. 52 Op 20 september 2012 is vervolgens als resultaat van dit onderzoek het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014 ter consultatie aangeboden. 53 De consultatieversie van de generieke zorgplicht luidde als volgt: Artikel 4:24a: 1. Een financiële dienstverlener neemt op een zorgvuldige wijze de belangen van de consument, cliënt of begunstigde in acht. 2. Een financiële dienstverlener die adviseert, handelt in het belang van de consument, cliënt of begunstigde. 3. In ieder geval onthoudt een financiële dienstverlener zich van handelen of nalaten dat kennelijk nadelige gevolgen voor de consument, cliënt of begunstigde veroorzaakt of kan veroorzaken. 54 Uit de consultatiereacties is gebleken dat financiële consumenten het voorstel steunen. De noodzaak om het klantbelang centraal te stellen wordt door marktpartijen 51 Wetgevingsbrief AFM 2011, 10 oktober 2011, bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr Kamerstukken II 2011/12, , nr. 55, p Zie de consultatietekst voor het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten Idem. 15

16 onderschreven, maar er is wel kritiek geuit op een aantal elementen van de voorgestelde generieke zorgplicht. 55 De generieke zorgplicht zou volgens de marktpartijen een te open karakter hebben en de AFM zou te veel handhavingsbevoegdheden krijgen. 56 In de consultatieversie werd de AFM de bevoegdheid toegekend om bij schending van de generieke zorgplicht een bestuurlijke boete of last onder dwangsom op te leggen. Als gevolg van de consultatiereacties heeft het derde lid het wetsvoorstel dat op de consultatieronde volgde niet gehaald. De volgende bepaling is aan de Tweede Kamer 57 voorgelegd: Artikel 4:24a: 1. Een financiële dienstverlener neemt op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht. 2. Een financiële dienstverlener die adviseert, handelt in het belang van de consument of begunstigde. Na een amendement van de Kamerleden De Vries en Koolmees zijn er nog twee leden aan artikel 4:24a Wft toegevoegd. 58 De Kamerleden waren van mening dat de AFM door dit artikel te veel ruimte zou krijgen om naar eigen inzicht de zorgplicht in te vullen. Volgens de toelichting beoogt dit amendement wettelijk te verankeren dat de AFM uitsluitend kan ingrijpen op grond van schending van de generieke zorgplicht in evident onwenselijke en onvoorziene situaties. 59 Uitgangspunt dient te zijn dat de invulling van de zorgvuldigheidsnorm plaatsvindt bij algemene maatregel van bestuur. De AFM kan alleen handhaven op basis van de generieke zorgplicht als de totstandkoming of wijziging van een algemene maatregel van bestuur niet kan worden afgewacht wegens het ernstige karakter van de schending en de spoedeisendheid van het ingrijpen De wettelijke verankering van de generieke zorgplicht Inmiddels zijn het wetsvoorstel en het amendement aangenomen en is de Wijzigingswet financiële markten 2014 op 1 januari 2014 in werking getreden. De definitieve bepaling die in de Wft is opgenomen luidt als volgt: Artikel 4:24a Wft: 1. Een financiële dienstverlener neemt op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht. 2. Een financiële dienstverlener die adviseert, handelt in het belang van de consument of begunstigde. 3. De Autoriteit Financiële Markten geeft met betrekking tot het eerste en tweede lid slechts toepassing aan artikel 1:75 bij evidente misstanden die het 55 In het volgende hoofdstuk zal ik hier uitgebreider op ingaan. 56 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p.25; Zie ook Reactie op consultatieversie Wijzigingswet financiële markten 2014 van de Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars, 18 oktober Kamerstukken II 2012/13, , nr. 2, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 9 en nr Zie paragraaf 4.4. voor een toelichting van het begrip evidente misstanden. 60 Zie de toelichting van het amendement. Kamerstukken II 2012/13, , nr

17 vertrouwen in de financiële dienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. 4. Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit artikel aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit artikel in de praktijk. De generieke zorgplicht is van toepassing op alle financiële dienstverleners in de zin van artikel 1:1 Wft en geldt jegens een consument (i.e. een niet in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep handelende natuurlijke persoon aan wie een financiële onderneming een financiële dienst verleent 61 ), maar ook jegens een begunstigde. Bij het begrip begunstigde kan gedacht worden aan de gevallen dat een financiële dienstverlener een financiële dienst verleent aan een consument, maar de begunstigde van het betreffende product een derde persoon is (bijvoorbeeld bij een levensverzekering). 62 Het eerste en het tweede lid van artikel 4:24a Wft Artikel 4:24a Wft omvat een algemene en een bijzondere zorgplicht voor financiële dienstverleners. In het eerste lid is de algemene zorgplicht opgenomen dat een financiële dienstverlener op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht dient te nemen. De gerechtvaardigde belangen zijn blijkens de parlementaire geschiedenis de belangen van de consument die door de financiële dienstverlening worden geraakt en wier behartiging in redelijkheid van een financiële dienstverlener kan worden verwacht. Welke belangen een financiële dienstverlener in een concreet geval dient mee te wegen is afhankelijk van de omstandigheden van het geval en de persoonlijke situatie en wensen van de consument of begunstigde. 63 De wetgever heeft bij de formulering van de algemene zorgplicht rekening gehouden met het feit dat een financiële dienstverlener zijn eigen commerciële belangen heeft en daarom niet enkel de belangen van zijn cliënt in acht kan nemen. 64 In het tweede lid is bepaald dat een financiële dienstverlener die adviseert, in het belang van de consument dient te handelen. Voor financiële dienstverleners die adviseren geldt er dus een zwaardere zorgplicht. De achterliggende gedachte hiervan is dat een adviseur door de consument wordt ingehuurd om zijn belangen te behartigen. Bovendien is de consument extra kwetsbaar, omdat de informatiescheefheid in de relatie tussen de adviseur en de consument vaak groter is dan bij andere financiële diensten. 65 Het derde en het vierde lid van artikel 4:24a Wft Het derde lid bevat geen zorgplicht, maar heeft betrekking op de bevoegdheden van de AFM. Als een financiële dienstverlener in strijd met de algemene of bijzondere zorgplicht handelt, kan de AFM ingevolge het derde lid slechts handhavend optreden 61 Zie het begrip consument in artikel 1:1 Wft. 62 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 6, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 6, p In de consultatieversie van artikel 4:24a Wft stond in het eerste lid nog dat een financiële dienstverlener op zorgvuldige wijze de belangen van de consument in acht dient nemen, maar na de consultatieronde is dit gewijzigd in gerechtvaardigde belangen. Zie paragraaf Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p

18 bij evidente misstanden die schadelijke gevolgen (kunnen) hebben voor de consument of begunstigde. 66 Tot slot is in het vierde lid de opdracht aan de minister opgenomen dat hij binnen drie jaar verslag moet uitbrengen over de doeltreffendheid en de effecten van deze bepaling. 4.4 Handhaving van de generieke zorgplicht Op het moment dat de AFM signaleert dat een financiële dienstverlener op onzorgvuldige wijze met de belangen van een cliënt omgaat, dient de AFM eerst een aanwijzing in de zin van artikel 1:75 Wft te geven voordat zij een sanctie kan opleggen. De AFM kan op grond van artikel 1:75 Wft een financiële dienstverlener door middel van een aanwijzing verplichten om binnen een door de AFM gestelde redelijke termijn een bepaalde gedragslijn te volgen die in beginsel inhoudt dat de financiële dienstverlener van een bepaalde met de zorgplicht strijdige handelwijze dient af te zien. Deze aanwijzing wordt niet openbaar gemaakt. 67 Door het geven van een aanwijzing kan de generieke zorgplicht nader worden ingevuld op basis van de specifieke omstandigheden van het geval. Hiermee wordt de bescherming van consumenten en de rechtszekerheid voor financiële dienstverleners bevorderd. 68 Als een financiële dienstverlener een aanwijzing van de AFM niet opvolgt, kan de AFM dit sanctioneren door een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom op te leggen. De handhaving door de AFM neemt eventuele negatieve gevolgen voor de consument door het handelen of nalaten van de financiële dienstverlener niet weg. Een aanwijzing is namelijk gericht op het voorkomen van schadelijk gedrag in de toekomst en niet op het herstellen van verzuimen in het verleden. 69 Indien een consument in aanmerking wil komen voor een schadevergoeding omdat een financiële dienstverlener een zorgplicht heeft geschonden, zal hij zich tot de civiele rechter moeten wenden. Hierbij kan hij de opgelegde sanctie van de AFM eventueel gebruiken ter onderbouwing van zijn vordering. 70 Evidente misstanden De bevoegdheid van de AFM om een aanwijzing te geven, wordt door het derde lid van artikel 4:24a Wft beperkt tot evidente misstanden die het vertrouwen in de financiële dienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. Tijdens de parlementaire behandeling is de vraag: Wat is een evidente misstand? herhaaldelijk gesteld. Ook is de minister gevraagd voorbeelden uit het verleden te noemen waar tijdig optreden van de AFM niet mogelijk was vanwege het ontbreken van specifieke regelgeving. De minister kon slechts één voorbeeld noemen; de DSB-casus. De DSB bank (hierna: de DSB) verleende financiële diensten die kunnen worden verdeeld in bancaire activiteiten en bemiddelingsactiviteiten, in het bijzonder bemiddeling in verzekeringen. De kern van het verdienmodel van de DSB was de combinatie van 66 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p. 29; In paragraaf 4.4 zal nader worden ingegaan op het begrip evidente misstanden. 67 Zie artikel 1:95 t/m 1:101 Wft; Van Angeren 2009, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Cherednychenko 2013, p De Vré 2014, p. 290 en

19 kredietverlening en het bemiddelen in met dat krediet verbonden verzekeringen. 71 Het is een kredietverstrekker toegestaan bij het verstrekken van een krediet te verlangen dat de kredietnemer één of meer verzekeringen afsluit. Indien het voor een kredietnemer niet duidelijk is dat hij de verzekering ook bij of via een andere kredietverstrekker kan afsluiten, dan is er echter sprake van verboden koppelverkoop van koopsomverzekeringen. 72 De kern van de zorgplichtproblemen in de DSB-casus bleek vooral gelegen te zijn in de advisering over en de bemiddeling in deze koopsomverzekeringen en in overkreditering. 73 Van dit voorbeeld kan worden afgevraagd of het ontbreken van specifieke regelgeving daadwerkelijk het probleem was waardoor de AFM niet kon ingrijpen. De AFM kon pas effectief tegen overkreditering optreden, nadat haar handhavingsbevoegdheden bij de inwerkingtreding van de Wet financiële dienstverlening (hierna: de Wfd) op 1 januari 2006 werden verruimd. Daarvoor was dit nog niet mogelijk, omdat de handhavingsbevoegdheden van de AFM onder de Wet op het consumentenkrediet (hierna: Wck) vrij beperkt waren. 74 Ondanks de ruimere handhavingsbevoegdheden die in de Wfd waren toegekend, kon de AFM niet optreden tegen de problemen met betrekking tot de koopsomverzekeringen. Dit kwam niet door het ontbreken van specifieke regelgeving op dit punt, maar door de vrijstelling die gold voor advisering over koopsomverzekeringen. 75 Doordat de minister slechts één voorbeeld heeft gegeven, is het niet helemaal duidelijk wat een evidente misstand precies is. De AFM heeft wel enkele voorbeelden gegeven van gevallen waarbij de generieke zorgplicht een grondslag zou kunnen bieden om in te grijpen: het ontbreken van nazorg door adviseurs waar het evident noodzakelijk is; schadebehandeling door schadeverzekeraars; misstanden bij execution only-dienstverlening; klachtenmanagement bij financiële dienstverleners; optreden bij misstanden als de wetgeving ontoereikend is Deelconclusie In dit hoofdstuk stond de generieke zorgplicht voor financiële dienstverleners centraal. De generieke zorgplicht is terug te vinden in artikel 4:24a Wft en bestaat uit een algemene zorgplicht die voor alle financiële dienstverleners geldt en een bijzondere zorgplicht die enkel van toepassing is op het moment dat een financiële dienstverlener adviseert. Bij schending van de generieke zorgplicht is de AFM bevoegd een aanwijzing aan de financiële dienstverlener te geven. Deze bevoegdheid is beperkt tot evidente misstanden. Indien de financiële dienstverlener de aanwijzing niet opvolgt, kan de AFM een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen. 71 Rapport Commissie Scheltema 2010, p Rapport Commissie Scheltema 2010, p. 148; artikel 33 Wck. 73 Rapport Commissie Scheltema 2010, p Rapport Commissie Scheltema 2010, p Rapport Commissie Scheltema 2010, p. 251 en De Jong 2012, p Zie ook Van Hattum 2012, p. 31 en

20 5. De (on)wenselijkheid van de generieke zorgplicht 5.1 Inleiding Zoals in hoofdstuk 4 is besproken, zijn er vanuit verschillende hoeken vele bezwaren geuit tegen de generieke zorgplicht. 77 In dit hoofdstuk zullen zowel argumenten voor als argumenten tegen de generieke zorgplicht aan bod komen, die ik hier en daar zal voorzien van mijn persoonlijke mening. 5.2 Informatieasymmetrie en eigen verantwoordelijkheid consument In het eerste hoofdstuk van deze scriptie wees ik er al op dat de verhouding tussen een financiële dienstverlener en een consument vaak ongelijkwaardig is, omdat de financiële dienstverlener in beginsel over meer kennis en informatie beschikt dan de consument. 78 Dit wordt ook wel informatiescheefheid of informatieasymmetrie genoemd. Gelet op deze informatieasymmetrie, acht de wetgever het noodzakelijk en wenselijk dat er een generieke zorgplicht in de Wft wordt opgenomen. De consument verkeert in een achtergestelde positie en is niet in staat de financiële dienstverlener te corrigeren, met als gevolg dat de markt in dit opzicht niet optimaal functioneert. 79 De consument kan vaak geen volledig geïnformeerde beslissing nemen over de aanschaf van een financieel product en de eventuele risico s die aan het product verbonden zijn niet inzien. Veel financiële producten zijn complex en hebben een lange looptijd, waardoor het pas na enkele jaren duidelijk wordt of het product aan de doelstelling en behoefte van de consument voldoet. Het verstrekken van informatie om de informatieasymmetrie te verkleinen blijkt veelal onvoldoende. Zelfs als de consument wél over alle informatie beschikt, volgt daar niet per definitie uit dat de consument op rationele wijze een beslissing zal nemen. 80 Er zijn steeds meer aanwijzingen, aldus Broekhuizen, dat (financiële) consumenten irrationeel handelen en onverstandige (financiële) beslissingen nemen, ondanks de aanwezigheid van behapbare en begrijpelijke relevantie informatie. 81 Ik ben van mening dat de generieke zorgplicht ex artikel 4:24a Wft ook inhoudt dat een financiële dienstverlener onder omstandigheden rekening dient te houden met dit irrationele gedrag. Eerder zagen wij in hoofdstuk 2 dat de Hoge Raad ten aanzien van de privaatrechtelijke bijzondere zorgplicht oordeelde dat: de zorgplicht naar zijn aard tot strekking heeft de cliënt te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht Zie paragraaf Zie hoofdstuk 1 voor de inleiding van deze scriptie. 79 Van Hattum 2012, p. 24 en 25; Kamerstukken II 2012/13, 33632, nr. 3, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Broekhuizen 2011, p Zie paragraaf 2.3; HR 23 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7238, NJ 1998,192, (Rabobank/Everaars). 20

21 Een van de bezwaren tegen de generieke zorgplicht is dat het afbreuk zou doen aan de eigen verantwoordelijkheid van de consument. In de Memorie van Toelichting wordt volgens Van der Houwen onterecht als uitgangspunt genomen dat de consument per definitie met informatieasymmetrie geconfronteerd wordt en de verantwoordelijkheid daarvoor bij de financiële dienstverlener dient te liggen. 83 Dit zou in strijd zijn met het beginsel dat er sprake is van gedeelde verantwoordelijkheid tussen de financiële dienstverlener en de consument. 84 De Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) en het Verbond van Verzekeraars delen dit standpunt. De Afdeling merkte in haar advies op dat de generieke zorgplicht een zeer ruim bereik heeft en geen juiste verdeling geeft van verantwoordelijkheid tussen de financiële dienstverlener en de consument. Dit zou, aldus de Afdeling, tot gevolg kunnen hebben dat het verantwoordelijkheidsbesef van de consument afneemt. 85 Daarnaast zou de generieke zorgplicht volgens het Verbond van Verzekeraars een vals gevoel van veiligheid voor de consument creëren, omdat consumenten eerder zullen denken dat het wel goed zit als de AFM niet optreedt. 86 Tijdens de parlementaire behandeling is dit punt eveneens aan de orde geweest en is de regering gevraagd om aan te geven wat de gewenste verhouding is tussen consument, financiële dienstverlener en overheid en in hoeverre een consument beschermd dient te worden tegen het nemen van niet-rationele beslissingen. De reactie hierop was dat de generieke zorgplicht wel een zwaardere verantwoordelijkheid op de financiële dienstverlener legt dan enkel het verstrekken van juiste informatie, maar dat dit geen verplichting inhoudt voor de financiële dienstverlener om in alle gevallen de consument te beschermen voor niet-rationele beslissingen. Het in acht nemen van de belangen van de consument betekent immers niet dat de financiële dienstverlener te allen tijde ervoor verantwoordelijk is dat de consument passende beslissingen neemt. De eigen verantwoordelijkheid van de consument is van groot belang voor het goed functioneren van de markt. De generieke zorgplicht ontslaat de consument daarom ook niet van zijn eigen verantwoordelijkheid om zich te (laten) informeren over de betreffende diensten en de daaraan verbonden kosten en risico s Een open norm Eén van de meest gehoorde bezwaren is dat de generieke zorgplicht een (te) open norm is waardoor het op gespannen voet zou staan met de rechtszekerheid. Omdat dit een van de meest verstrekkende kritiekpunten is, zal ik hier uitgebreider op ingaan. Toen het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014 ter consultatie werd aangeboden is er veel kritiek geweest op het derde lid (van de consultatieversie) van artikel 4:24a Wft, omdat het in strijd zou zijn met het lex certa-beginsel. Wanneer een norm door middel van bestuurlijke sancties wordt gehandhaafd, dient het op grond van het lex certa-beginsel voldoende duidelijk, voorzienbaar en kenbaar te zijn. 88 Uit de consultatiereacties bleek echter dat het voor de marktpartijen niet duidelijk was 83 Anders: Broekhuizen en Du Perron 2013, p Van der Houwen 2012, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 4, p Brief van het Verbond van Verzekeraars naar aanleiding van het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014, 17 juni Kamerstukken II 2012/13, , nr.6, p. 34 en Van der Houwen 2012, p ; Artikel 7 EVRM. 21

De doorlopende zorgplicht: een zorg?! Sjoerd Meijer, 20 maart 2019

De doorlopende zorgplicht: een zorg?! Sjoerd Meijer, 20 maart 2019 De doorlopende zorgplicht: een zorg?! Sjoerd Meijer, 20 maart 2019 De zorgplicht - De zorgplicht: een containerbegrip - Centraal staat het belang van een derde - Zorgplicht valt uiteen in: * Verplichting

Nadere informatie

Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur

Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur Wat is de impact op een vonnis van een rechtbank als het gaat om zorgplicht van de adviseur en zorgplicht van de aanbieder? In hoeverre heeft deze uitspraak

Nadere informatie

kapitaalconserveringsplan in te dienen. Wanneer de onderneming hierbij verzaakt, kan dat wel aanleiding tot handhaving zijn.

kapitaalconserveringsplan in te dienen. Wanneer de onderneming hierbij verzaakt, kan dat wel aanleiding tot handhaving zijn. kapitaalconserveringsplan in te dienen. Wanneer de onderneming hierbij verzaakt, kan dat wel aanleiding tot handhaving zijn. Enkele reacties betroffen opmerkingen op tekstgedeelten die verduidelijkt konden

Nadere informatie

Blijf op de hoogte van de laatste wijzigingen: neem een abonnement op de Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de laatste wijzigingen: neem een abonnement op de Nieuwsbrief een uitgave van Findinet, de portal voor de financiële dienstverlener Branche in Beweging EXTRA update: 16 mei 2013 Algemene zorgplicht in de Wft Blijf op de hoogte van de laatste wijzigingen: neem een

Nadere informatie

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen ACIS Seminar, 25.10.2011 mr. dr. Cees de Jong Welke wijzigingen zijn er op komst? Wijzigingswet financiële markten 2012 Wetsvoorstel (Kamerstukken II 2010/11, 32 781, nr.

Nadere informatie

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt!

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Eric Bot 1 Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Inhoudsopgave Inleiding Beloning / Portefeuillerecht Wie is verantwoordelijkheid voor het advies? Rechtsfiguur van de

Nadere informatie

Datum 31 maart 2017 Betreft Evaluatie van de algemene zorgplicht van financiële dienstverleners (33 632)

Datum 31 maart 2017 Betreft Evaluatie van de algemene zorgplicht van financiële dienstverleners (33 632) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Verzekeringstussenpersoon en levensverzekering

Verzekeringstussenpersoon en levensverzekering Verzekeringstussenpersoon en levensverzekering mr. dr. Cees de Jong Verzekeringstussenpersoon en levensverzekering Wat komt er aan de orde? Ontwikkelingen op juridisch gebied Kenmerken van de huidige bedrijfsvoering

Nadere informatie

De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers. Freddie Stoutmeijer Juli 2015

De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers. Freddie Stoutmeijer Juli 2015 De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers Freddie Stoutmeijer Juli 2015 De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers Freddie Stoutmeijer Juli 2015 A.A. Pasaribu

Nadere informatie

8.1.2a. Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet

8.1.2a. Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet Het opschrift van paragraaf 8.1.2a komt te luiden: 8.1.2a. Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:19, vierde

Nadere informatie

De wenselijkheid van een algemene zorgplicht in de Wft *

De wenselijkheid van een algemene zorgplicht in de Wft * De wenselijkheid van een algemene zorgplicht in de Wft * 1 Inleiding De Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) 1 heeft in haar wetgevingsbrief van 10 oktober 2011 aan de minister van Financiën 2 gepleit

Nadere informatie

Algemene zorgplicht in de Wet op het Financieel toezicht

Algemene zorgplicht in de Wet op het Financieel toezicht Algemene zorgplicht in de Wet op het Financieel toezicht Een onderzoek naar de toegevoegde waarde van een algemene zorgplicht voor financiëledienstverleners Scriptie ter afsluiting van de Masteropleiding

Nadere informatie

Willem Pel. Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen

Willem Pel. Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen Willem Pel Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen Zorgplicht voorafgaand aan advies Zorgplicht achteraf na bemiddeling (nazorg) Juridisch kader BW Wft AFM Rechtspraak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

Zorgplicht en kwaliteit dienstverlening. Ruud van der Mast, introductie compliance

Zorgplicht en kwaliteit dienstverlening. Ruud van der Mast, introductie compliance Zorgplicht en kwaliteit dienstverlening Ruud van der Mast, introductie compliance Programma Wat is zorgplicht Regelgevend kader PARP en KNVB Informatie eisen Execution only en advies Klantbelang centraal

Nadere informatie

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in

Nadere informatie

De (bijzondere) zorgplicht van de hypotheekadviseur / aanbieder. Zorgplicht: wat kan beter?

De (bijzondere) zorgplicht van de hypotheekadviseur / aanbieder. Zorgplicht: wat kan beter? De (bijzondere) zorgplicht van de hypotheekadviseur / aanbieder Zorgplicht: wat kan beter? De wereld van vandaag Veranderingen door de nieuwe hypothekenrichtlijn MCD 21/09/2017 am:hypotheken congres 2017

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken.

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken. INLEIDING All Finance behartigt uw belangen op het gebied van financiële diensten. Dat kunnen schadeverzekeringen zijn of de complexe adviesproducten; kapitaal-, lijfrente-, risico-, arbeidsongeschiktheids-,

Nadere informatie

Datum 24 april 2013 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de column dat Deutsche Bank in strijd handelt met de zorgplicht

Datum 24 april 2013 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de column dat Deutsche Bank in strijd handelt met de zorgplicht > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Master Scriptie. Een generieke zorgplicht voor financiëledienstverleners

Master Scriptie. Een generieke zorgplicht voor financiëledienstverleners Master Scriptie Een generieke zorgplicht voor financiëledienstverleners Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Departement Business Law Master Ondernemingsrecht Scriptiebegeleider / examinator:

Nadere informatie

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies. Belangenconflicten en transparantie (art. 19 IDD)

Amsterdam Centre for Insurance Studies. Belangenconflicten en transparantie (art. 19 IDD) Belangenconflicten en transparantie (art. 19 IDD) Wat ga ik met u bespreken? Art. 19 IDD - inzake: - Gekwalificeerde deelneming - Aard van het advies - Aard van de beloning/beloningsmodel - Informatieverplichtingen

Nadere informatie

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 10 augustus 2017 Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht 2019 Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging voor Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) maken wij gaarne

Nadere informatie

Misstanden bij serviceabonnementen van financiële dienstverleners

Misstanden bij serviceabonnementen van financiële dienstverleners Misstanden bij serviceabonnementen van financiële dienstverleners Kan de AFM optreden tegen misstanden bij serviceabonnementen van financiële dienstverleners op grond van de generieke zorgplicht van artikel

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van de verzekeringstussenpersoon

Aansprakelijkheid van de verzekeringstussenpersoon Aansprakelijkheid van de verzekeringstussenpersoon ACIS-symposium, 2 november 2018 mr. dr. Cees de Jong Onderwerpen die aan bod komen 1. 2. De verzekeringstussenpersoon is opdrachtnemer 3. 4. Impact van

Nadere informatie

De zorgplicht in ontwikkeling

De zorgplicht in ontwikkeling De zorgplicht in ontwikkeling Sjoerd Meijer De zorgplicht is een toverwoord - De zorgplicht is een containerbegrip - Centraal staat het belang van een derde - Zorgplicht valt uiteen in: * Verplichting

Nadere informatie

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 24 september 2015 Betreft Nader rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten Op de voordracht

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Precontractuele informatieverplichtingen voor financiële dienstverleners

Precontractuele informatieverplichtingen voor financiële dienstverleners Precontractuele informatieverplichtingen voor financiële dienstverleners M r. K. L. T i e n s t r a e n m r. A. F. N. v a n d e L a a r * Inleiding Voor financiële dienstverleners gelden uitgebreide eisen

Nadere informatie

Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut

Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut Verwijder deze afbeelding en voeg een nieuwe in. Programma Korte Behandeling van de volgende

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-811 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 maart 2017 Ingediend door : Consumenten Tegen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-373 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 februari 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Onjuiste pensioenopgaven

Onjuiste pensioenopgaven Onjuiste pensioenopgaven Aansprakelijkheid voor pensioenfondsen en de rol van disclaimers Artikel Senior adviseur collectieve pensioenen mr. A.M.Z. Rondas (AZL) Onjuiste pensioenopgaven Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Implementatiebesluit richtlijn betaalrekeningen) Op de voordracht

Nadere informatie

Erasmus Universiteit Rotterdam

Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Law - Sectie Bedrijfseconomie Master Financieel recht Een algemene zorgplicht in de Wet op het financieel toezicht Onderzoek naar de juridische noodzaak

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-222 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 17 april 2018 Ingediend door :

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html

NOTA VAN TOELICHTING https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html NOTA VAN TOELICHTING https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-695.html Algemeen 2. Inhoud van het besluit Ten aanzien van de verschillende inhoudelijke onderwerpen in het onderhavige besluit wordt

Nadere informatie

Workshop gedragstoezicht BES

Workshop gedragstoezicht BES Workshop gedragstoezicht BES Hans Wolters 30 maart 2010 Agenda 1. Taken AFM en inhoud gedragstoezicht 2. Zorgplicht 3. Transparantietoezicht 4. Voorkomen overkreditering 2 1. Taak: wat doet de AFM? De

Nadere informatie

mr GJ. Brugman, advocaat 035/97.058 Behandelaar Onze ref.

mr GJ. Brugman, advocaat 035/97.058 Behandelaar Onze ref. UCX I fcî I 1 L 3 advocatei Parkstraat 107 2514 JH Den Haag Postbus 30457 2500 GL Den Haag Noordnederlands Effektenkantoor T.a.v. de heer E. Berkhoff Rokin 115 1012 KP AMSTERDAM T 070-3760606 F 070-365

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 93 Besluit van 21 februari 2019 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1929 Vragen van het lid

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

1.3 Publiekrechtelijke handhaving van privaatrechtelijk geaarde regels

1.3 Publiekrechtelijke handhaving van privaatrechtelijk geaarde regels Titelpagina Copyright Pagina 1 INLEIDING 1.1 Toezicht in het algemeen belang 1.2 Toezichthouders en privaatrecht 1.3 Publiekrechtelijke handhaving van privaatrechtelijk geaarde regels 1.4 Handhaving van

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-55 d.d. 21 februari 2012 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. J.W.M. Lenting en mr. W.F.C. Baars, leden en mr. P.E. Roodenburg, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-371 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 september 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

De privaatrechtelijke zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon

De privaatrechtelijke zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon De privaatrechtelijke zorgplicht van de verzekeringstussenpersoon ACIS-Symposium, 16 maart 2012 mr. dr. Cees de Jong Wat komt er aan de orde? Wat doet een verzekeringstussenpersoon? Te beschermen belangen

Nadere informatie

Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut

Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut Verwijder deze afbeelding en voeg een nieuwe in. Programma Korte Behandeling van de volgende

Nadere informatie

Conflicterende interpreta.es of onzorgvuldige regelgeving

Conflicterende interpreta.es of onzorgvuldige regelgeving Conflicterende interpreta.es of onzorgvuldige regelgeving mr. dr. Cees de Jong Privaatrechtelijk Van handelsagent naar opdrachtnemer 2 1 Publiekrechtelijk Van bedrijfsregeling naar toezichtregime - Wet

Nadere informatie

BEMIDDELEN VERSUS ADVISEREN VRIJDAG 2 NOVEMBER 2018

BEMIDDELEN VERSUS ADVISEREN VRIJDAG 2 NOVEMBER 2018 BEMIDDELEN VERSUS ADVISEREN VRIJDAG 2 NOVEMBER 2018 INHOUD BEMIDDELEN ADVISEREN OVEREENKOMSTEN VERSCHILLEN DEFINITIE BEMIDDELEN Artikel 1:1, onder bemiddelen, sub d Wft alle werkzaamheden in de uitoefening

Nadere informatie

ESMA Vakbekwaamheidseisen

ESMA Vakbekwaamheidseisen Dit memo geeft praktische tekst en uitleg over de vakbekwaamheidseisen die door ESMA in gevolge MiFID II aan medewerkers van beleggingsondernemingen worden gesteld. Dit memo is bedoeld om op hoofdlijnen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 28 mei 2014)

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 28 mei 2014) AH 2099 2014Z07113 Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 28 mei 2014) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013-2014, nr. 1927 1 Bent u bekend met het artikel Forse claims dreigen

Nadere informatie

Datum 29 april 2011 Ons kenmerk TGFO-DDi Pagina 1 van 6. Betreft

Datum 29 april 2011 Ons kenmerk TGFO-DDi Pagina 1 van 6. Betreft Financiële ondernemingen t.a.v. het Bestuur Datum 29 april 2011 Pagina 1 van 6 Betreft Beheerst Beloningsbeleid Geachte heer, mevrouw, Om ervoor te zorgen dat financiële ondernemingen ook in hun beloningsstructuren

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit financiële markten BES (Wijzigingsbesluit financiële

Nadere informatie

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. bezoekadres Postadres 2500 EA Den Haag aan Postbus 20018 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het associatierecht EEG-Turkije ACVZ/ADV/20 16/010 datum 7juni 2016 06-4684 0910 Mr. D.J.

Nadere informatie

Oordeel OBB 2011 200.2487

Oordeel OBB 2011 200.2487 Oordeel OBB 2011 200.2487 Bij brief met bijlagen d.d. 17 mei 2010 heeft de gemachtigde van Consument bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening een klacht ingediend tegen Aangeslotene. Deze klacht

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

AFM. Waarnemingen. Datum 9 september 2010 Ons kenmerk SBI-MNFr Pagina 2 van 6

AFM. Waarnemingen. Datum 9 september 2010 Ons kenmerk SBI-MNFr Pagina 2 van 6 AFM Ons kenmerk SBI-MNFr- 10041891 Pagina 2 van 6 naar fee-betaling. Het gaat hierbij om dezelfde hoge bedragen die nu rechtstreeks in rekening worden gebracht bij de kiant. Deze praktijk baart de AFM

Nadere informatie

Directie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M

Directie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Directie Financiële Markten De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Onderwerp Wetgevingsoverleg

Nadere informatie

De bijzondere zorgplicht van banken jegens derden: de bank naast financieel dienstverlener ook toezichthouder? MASTERSCRIPTIE

De bijzondere zorgplicht van banken jegens derden: de bank naast financieel dienstverlener ook toezichthouder? MASTERSCRIPTIE 2016 De bijzondere zorgplicht van banken jegens derden: de bank naast financieel dienstverlener ook toezichthouder? MASTERSCRIPTIE M.M. VERSCHUREN ANR: 150057 Scriptiebegeleider: Mevr. Mr. M.I. Zeldenrust

Nadere informatie

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007 ... No.W11.07.0382/IV 's-gravenhage, 7 december 2007 Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 oktober 2007 heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State het voorstel van

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen mr. dr. Cees de Jong Te behandelen onderwerpen Verzekeringsdistributie De verzekeringstussenpersoon

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-684 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 november 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Datum 11 maart 2011 Betreft: Beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders

Datum 11 maart 2011 Betreft: Beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Onder vernummering van artikel 86b tot 86e worden na artikel 86a drie artikelen ingevoegd, luidende:

Onder vernummering van artikel 86b tot 86e worden na artikel 86a drie artikelen ingevoegd, luidende: Onder vernummering van artikel 86b tot 86e worden na artikel 86a drie artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 86b Artikelen 86c is uitsluitend van toepassing op overeenkomsten die zijn aangegaan op of na

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen.

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-007 d.d. 31 januari 2014 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, prof. mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2099 Vragen van het lid

Nadere informatie

Feedbackstatement: afzien van een beleidsregel incident Wft / BGfo

Feedbackstatement: afzien van een beleidsregel incident Wft / BGfo Feedbackstatement: afzien van een beleidsregel incident Wft / BGfo Publicatiedatum: 15 juli 2016 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten.

Nadere informatie

Privaatrechtelijke zorgplichten. ACIS bijeenkomst 24 maart 2011 Eric Tjong Tjin Tai

Privaatrechtelijke zorgplichten. ACIS bijeenkomst 24 maart 2011 Eric Tjong Tjin Tai Privaatrechtelijke zorgplichten ACIS bijeenkomst 24 maart 2011 Eric Tjong Tjin Tai Zorgplichten, wat zijn dat? Zorg in maatschappelijke zin Handelen ten behoeve van belangen (individuele) ander Relatie

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Datum 24 april 2017 Betreft Beantwoording Kamervragen Nijboer over de uitzending van Argos over flitskredieten

Datum 24 april 2017 Betreft Beantwoording Kamervragen Nijboer over de uitzending van Argos over flitskredieten > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

8 De bijzondere zorgplicht van de financiële dienstverlener

8 De bijzondere zorgplicht van de financiële dienstverlener 8 De bijzondere zorgplicht van de financiële dienstverlener Mr. drs. A.C.W. Pijls 1 Inleiding In de hedendaagse samenleving zijn consumenten in toenemende mate aangewezen op de dienstverlening van financiële

Nadere informatie

Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut

Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut Zorgplicht / Kwaliteit Dienstverlening / Klantbelang Centraal Liese-Rixt Bielars Nederlands Compliance Instituut Verwijder deze afbeelding en voeg een nieuwe in. Programma Korte Behandeling van de volgende

Nadere informatie

1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Tros Radar 1) en het bericht AFM: strenger toezicht op hypotheken 2)?

1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Tros Radar 1) en het bericht AFM: strenger toezicht op hypotheken 2)? > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-419 (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 augustus 2016 Ingediend door : Consumenten

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon bij schending van zijn informatieplicht.

De aansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon bij schending van zijn informatieplicht. De aansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon bij schending van zijn informatieplicht. Naam: Mirjam Nieuwenhuizen Studentnummer: 5634385 Begeleider: D.M.A. Gerdes Vakgroep: Verzekeringsrecht Datum:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-141 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland Overzicht van markttoegang regelgeving BANKEN met zetel in Nederland Deel 2 Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Art. 1:1 definities a. een afwikkelonderneming; b. een bank; financiële onderneming

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie van de verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

Een zorgverzekeraar moet ook wijzigingen in een modelovereenkomst (voordat deze ingaan) voorleggen aan de NZa.

Een zorgverzekeraar moet ook wijzigingen in een modelovereenkomst (voordat deze ingaan) voorleggen aan de NZa. BELEIDSREGEL 013 Beleidsregel bestuurlijk rechtsoordeel modelovereenkomsten Op grond van artikel 25 Zorgverzekeringswet (Zvw) moet een verzekeraar die zorgverzekeringen wil aanbieden en uitvoeren, dit

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER STAATSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 STAATSRECHT 2 RECHTSSTAAT 3 CONCORDANTIEBEGINSEL 4 BESTUURLIJKE HANDHAVING ALGEMEEN

Nadere informatie

Klantdossier, kopzorg of een vanzelfsprekendheid. LAC Zuid Maastricht, 5 juni 2018

Klantdossier, kopzorg of een vanzelfsprekendheid. LAC Zuid Maastricht, 5 juni 2018 Klantdossier, kopzorg of een vanzelfsprekendheid LAC Zuid Maastricht, 5 juni 2018 Agenda Even voorstellen Wat is zorgplicht Invulling zorgplicht Insurance Distribution Directive Even voorstellen Even voorstellen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mw. mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mw. mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-064 (mw. mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 maart 2017 Ingediend door :

Nadere informatie

Welkom bij de Lezing: Wegpoetsen van de indianenverhalen over de Wfd/Wft

Welkom bij de Lezing: Wegpoetsen van de indianenverhalen over de Wfd/Wft Welkom bij de Lezing: Wegpoetsen van de indianenverhalen over de Wfd/Wft Verzorgd door: Anita Hol-Bubeck Free-lance assurantiedocent en auteur. Aan de orde komt: Van Wfd naar Wft Deskundigheid Zorgplicht

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

SFT s zijn transacties waarbij effecten als zekerheid worden gebruikt om geld te lenen, of geld als zekerheid wordt gebruik om effecten te lenen.

SFT s zijn transacties waarbij effecten als zekerheid worden gebruikt om geld te lenen, of geld als zekerheid wordt gebruik om effecten te lenen. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende transparantie van effectenfinancieringstransacties

Nadere informatie