Pensioenfonds Textielverzorging

Transcriptie

1 Be.Nandeld door Tele'öonnurnmer Kenmerk Datum Blad M. van Voorneburg (055) / juli 2015 Pensioenfonds Textielverzorging Aanvraag wijziging verplichtstelling Ministerie van SoZaWe Directie UAW T.a.v. mevrouw P.L.J. van Delft Postbus LV 's-gravenhage Geachte mevrouw Van Delft, Met bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging verzoekt u met deze brief en bijlagen om een wijziging van zijn bestaande vèrplichtstelling. Partijen bij de CAO Textielverzorging (voorheen CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven) hebben de pensioenrichtleeftijd in de pensioenregeling verhoogd van 65 naar 67 jaar. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt, tevens wat tekstuele wijzigingen door te voeren, waaronder het corrigeren van inmiddels, door wetswijzigingen, achterhaalde verwijzingen en gewijzigde namen van betrokken organisaties. In de bijlagen treft u geen afschrift van de statuten. Deze ondergaan namelijk geen wijziging als gevolg van de wijziging van de verplichtstelling. Verder treft u ook geen getekend exemplaar van de eigen arbeidsvoorwaardenregeling aan. Deze is namelijk niet van toepassing. Ten slotte melden wij u dat de actuaris van het Bedrijfstakpensioenfonds het bestuur heeft laten weten dat de wijziging geen effect heeft op de doorsnee- en kostendekkende premie. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet. Namens Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging CENTRAAL BEHEER_PENSIOENVEFtZEKEFlING.N.V. M. van Voorneburg Secretaris pensioenfondsen Bijlagen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielveriorging Postbus 9150, 7300 HZ Apeldoorn K.V.K. Den Haag nr IBAN ML 81 ABNA Wij ^ijn op werkdagen telefonisch bereikbaar van 8:00 tot 17:30 uur op nr ,

2 Behandeld door M. van Voorneburg Telefoonnummer Kenmerk Datum Blad (055) / maart 2015 O V 6 O Pensioenfonds Textielverzorging Verzoek tot wijziging \ van de verplichtstelling ] Aan Zijne Excellentie Minister van Sociale Zaken en Werkgeiegenheid te 's-gravenhage / Geven met verschuldigde eerbied te kennen - Oe Nederlandse Vereniging van Textielreinigers (Netex), gevestigd te Ophemert; - Federatie Textielbeheer Nederiond (FTN), gevestigd te Ophemert; - De CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht; - De FNV, gevestigd te Utrecht. Wehden zich hierbij tot Uwe Excellentie met het verzoek op grond van artikel 2 van da Wet verplichte deetneming In een bedrijfstakpensioenfonds 2000 om de beschikking Inzake de verplichte deelneming In de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging te wijzigen. Requestranten merken hierbij op: 1. dat zij ten deze domicilie kiezen ten kantore van de verzekeraar/administrateur van het fonds, Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn; 2. dat zij een voldoende representatieve vertegenwoordiging vormen van het georganiseerde bedrijfsleven In de textielverzorging in Nederlend; 3. dat de deetneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging verplicht is gesteld bij beschikking van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid d.d. 23 december 1963, nr , Stcrt nr. 251, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij beschikking nr. UAW/CAV/06/22106 van 30 mei 2006: 4. dat het gewenst is de verpllchtstelling zo spoedig als mogelijk aan te passen. WESHALVE requestranten zioh tot Uwe Excellentie wenden met het verzoek op grond van artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 in de verplichtstelling van het fonds de navolgende tekst als volgt te wijzigen: stichting Pcjstbus 700 Bedrijfstakpensioenfonds Tentielverzorging 7300 HC Ape doorn Wij zijn op werkdagen telefonisch bereikbaar van B;00 tot 1730 uur op nr. 05B

3 Behandeld door Telefoonnummer Kenmerk Datum Blad M. van Voorneburg (055) / maart 2015 O O ] Pensioenfonds * Textielverzorging de deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging verplicht te stellen voor: - de werknemers van 20 tot en met 66 Jaar, die werkzaam zijn in da bedrijfstak Textielverzorging, - met uitzondering van directeuren grootaandeelhouders als bedoeld in artikel 3 Ild 1 van de Pensioenwet; wordende ten deze verstaan onder: a. linnenverhuur- en wasserijbedrijven: de ondernemingen, welke al dan niet in hoofdzaak zich bezighouden met het verzorgen van persoonsgebonden was, hst verhuren eniof het verzorgen van platgoedtextiel, beroeps- en dienstkleding, artikelén voor hand- en toilethygiëne, schoonloopmatten, afdeksystemen voor operatiekamera, medische instrumenten, incontinentiesystemen, poetsdoeken en/of andere voor hergebruik bestemde zeken, alsmede ondernemingen welke zich al dan nlet In hoofdzaak bezighouden met steriliseren van voor hergebruik bestemd textiel en medisch Instrumentarium, alsook ondernemingen dia in concernverbend met bovenomschreven ondernemingen samenwerken en waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het leveren van ondersteunende diensten aan bovenomschreven ondernemingen. Uitgesloten zijn ondernemingen die uitsluitend er op gericht zijn één of meer van voornoemde activiteiten in zelfbediening te laten verrichten; b. de textielrelnigingbedrijven: de ondernemingen) welke textlelgoederen, leder of bont, professioneel- althans met aanwending van de in deze tak van bedrijf gebruikelijke machines verven (inclusief oververven), chemisch reinigen (z.g. stomen), ontvlekken, (op-}persen, strijken, als nieuw opmaken, plisseren, decateren of detacheren; met dien verstande, dat de verplichting niet geldt ten aanzien van de werknemers, die krachtens de Wet verplichte deelneming In een bedrijfstakpensioenfonds 2000 reeds in een ander Bedrijfstakpensioenfonds tot deelneming verplicht zijn. Stichting Postbus 700 Oedrijfstakpensi'jenfoiid.'; Textielverzorging 7300 HC Apeldoorn Wij zijn ap werkdagen telefonisch bereikbaar van 8:00 tot 17:30 uur op nr ,

4 Behandeld door Telefoonnummer Kenmerk Oatum Blad M. van Voorneburg (056) / maart 2015 O O I Pensioenfonds ' Textielverzorging 't Welk doende, Nederlandse Vereniging van Textielreinigers (Netex) CNyj/akniensan ^'''^'i^'ig Postbus 700 Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging 7300 HC Apeldoorn Wij zijn op werkdagen telefonisch bereikbaar van 8:00 tot 17:30 uur op nr,

5 Behandeld door Telefoonnummer Kenmerk Oatum Blad M. van Voorneburg (055) / maart 2016 O f O O Pensioenfonds y' Textielverzorging Partijen btj de CAO Textielverzorging (voorheen CAO voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven) hebben de pensioenrichtleeftiid in de pensioenregeling verhoogd van 65 naar 67 Jaar. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt, tevens wat tekstuele wijzigingen door te voeren, waaronder hst corrigeren van inmiddels, door wetswijzigingen, achterhaalde verwijzingen en gewijzigde namen van betrokken organisaties. stichting Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging Postbus 700 Wij zijn op werkdagen telefonisch bereikbaar 7300 HC Apeldoorn van 8:00 tot 17:30 uur op nr. 05S nl

6 Ministerie van Sociaie Zaken en Werkgelegenheid FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2, onderdeel h, artikel 3, onderdeel f, artikel 4, eerste lid, onderdeel d van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000) Bij een aanvraag om verplichtsteiiing dienen de representativiteitsgegevens, de gebruii<te bronnen en de gehanteerde onderzoel<smethodiel< te worden opgegeven. Deze opgave l<an worden ingediend aan de hand van dit formulier. Gebruil<making van dit formulier is vereist bij een percentage representativiteit onder de 60% en ingeval beargumenteerde zienswijzen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven. INHOUD 1 REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Werkgeversgegevens O Direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden werkgevers O Werkgevers gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer Gegevens werkzame personen O Direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden werkzame personen O Werkzame personen gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer TOELICHTING Gehanteerde onderzoeksmethode Gebruikte bronnen Wijze van meting Relatie tot de werkingssfeer Actualiteit van de cijfers Ministerie van Sociale Zal<en en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwétgeving De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp Pagina I van 12

7 REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Het verplichtstellen van de deelname in een bedrijfstakpensioenfonds (bpf) vereist dat, naar het oordeel van de minister, het georganiseerde bedrijfsleven dat de aanvraag om (wijziging/intrekking van de) vèrplichtstelling indient een belangrijke meerderheid van de in de betreffende bedrijfstak(ken) werkzame personen vertegenwoordigt. Het meerderheidsvereiste wordt aan de hand van de representativiteitsgegevens bepaald. De mate van representativiteit wordt ais volgt berekend: het aantal werknemers in de betreffende bedrijfstak(ken) in dienst van werkgevers direct betrokken bij het bpf (indien van toepassing incl. personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak) (teller), gedeeld door: het totale aantal werknemers in de betreffende bedrijfstak(ken) in dienst van werkgevers vallend onder de werkingssfeer (indien van toepassing incl. personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak) (noemer). De in de verplichtstelling van het bpf gedefinieerde werkingssfeer dient als uitgangspunt voor het bepalen van de aantallen personen in zowel de teller als de noemer. Tot het aantal personen kunnen naast werknemers ook zelfstandigen worden gerekend, indien in de werkingssfeer bepaald is dat deze ook op hen van toepassing is. Zelfstandigen dienen in voorkomend geval in de totaaltelling te worden meegenomen. Daarenboven dient in voorkomend geval in de representativiteitsopgave apart melding te worden gemaakt van de aantallen van deze specifieke groep, en van de betrouwbaarheid van de gebruikte bronnen. Wanneer het bij de aanvraag slechts om een deel van de werkingssfeer gaat of om één of meer van de bedrijfstakken in het geval van een bpf dat volgens de opgave van partijen meerdere afgebakende bedrijfstakken omvat, dan dient de representativiteitsopgave betrekking te hebben op de werkingssfeer van het deel van de bedrijfstak of de bedrijfstak(ken) waarop de aanvraag zich richt. In het geval van meerdere bedrijfstakken impliceert dit dat voor elke afzonderlijke bedrijfstak waarop de aanvraag betrekking heeft separaat de vereiste representativiteitsopgave dient te worden gegeven. Gezien de verstrekkende consequenties van het verplichtstellen van de deelname in een bpf is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van: reproduceerbaarheid validiteit interne consistentie onderzoekstechnische kwaliteit, en actualiteit Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan wel het Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren. Hét begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd was. Is het te meten begrip, werkzame personen, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn vervolgens de werkzame personen ook conform de operationalisering gemeten. Voor het begrip werkzame personen bijvoorbeeld speelt dan de werkingssfeer een rol en of op een juiste wijze is gecorrigeerd voor werkzame personen die in de werkingssfeer worden uitgesloten. Pagina 2 van 12

8 Bij de interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcijfers (gemeten over een periode) worden gebruikt. De definitie van werkzame personen moet in beide gelijk zijn. En ook de peildatum ofde peilperiode moeten in telleren noemer vergelijkbaar zijn. Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wordt nagegaan of voldaan is aan de vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de gebruikte weging, gehanteerde analyses en uitgevoerde berekeningen. De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder zijn dan één jaar, te rekenen vanaf de indiening van de aanvraag. Om te kunnen beoordelen of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden gegeven op de verstrekte werkgeversgegevens en gegevens over het aantal werkzame personen. Pagina 3 van 12

9 WERKGEVERSGEGEVENS Direct aan het bpf gebonden werkgevers Hoeveel werkgevers vallen direct onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf^? 151 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 27 februari 2015 Werkgevers gebonden door de werkingssfeer van de verplichtstelling Wat is het totale aantal werkgevers dat valt onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf? 320 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 5 maart 2015 De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkgevers dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van het bpf valt moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Een werkgever valt direct onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf als hij lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij de aanvraag om verplichtstelling. Pagina 4 van 12

10 Bestaande bronnen/bestanden Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraag 1 en 2 opgegeven aantallen een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) s de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) Het totaal aantal werkgevers is gebaseerd op basis van het aantal geregistreerde bedrijven bij BPF Textielverzorging.. De administratie is gevestigd bij Centraal Beheer Achmea te Leeuwarden. Per 5 maart 2015 zijn 320 bedrijven aangesloten. BPF registreert de ondernemingen in de branche. Nieuwe ondernemingen kunnen zichzelf aanmelden via de website van het pensioenfonds. Daarnaast ontvangt het pensioenfonds zogenaamde release informatie van de Kamer van Koophandel. Hierin staat welke ondernemingen zijn opgehouden te bestaan of in staat van faillissement verkeren. Vanuit deze informatie checkt het pensioenfonds de voor haar relevante informatie bij betrokkenen ten einde ondernemingen afte melden die niet langer actief zijn in de branche. Daarnaast melden werkgevers ook zelf dat zij ophouden te bestaan, of dat een bedrijf wordt overgenomen. Tevens vindt iedere twee jaar een Kamer van Koophandel actie plaats. Daarbij wordt een bestand vanuit de Kamer van Koophandel opgevraagd. Op branche-code wordt getoetst (schriftelijk) of een werkgever valt onder de verplichtstelling van Stichting bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging. Aan de hand van de reacties worden werkgevers wel of niet geregistreerd. Het aantal bij de betrokken werkgeversorganisaties aangesloten werkgevers blijkt uit de ledenlijst van FTN en Netex. Op 27 februari 2015 hadden FTN en Netex gezamenlijk 151 leden. Het aantal direct gebonden werkgevers wordt aan de hand van de ledenadministratie van FTN en Netex bepaald. Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden. Geef onderstaand een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van 'matching' van de bestanden (ad. 1) nvt Pagina 5 van 12

11 De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer, Geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) nvt Onderzoek Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1) nvt Extrapolatie Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) nvt Peildatum Er zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) Overig nvt Overige opmerkingen nvt Pagina 6 van 12

12 GEGEVENS WERKZAME PERSONEN Direct aan het bpf gebonden werknemers^ Hoeveel werknemers worden direct aan het bpf gebonden (in voorkomend geval inclusief personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak(ken)zoals zzp-ers)? 6508 In voorkomend geval: het aantal personen dat in een andere hoedanigheid werkzaam is in de bedrijfstak(ken) en direct aan het bpf gebonden is? nvt Geefaan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 5 maart 2015 Werknemers gebonden door de verplichtstelling Wat is het totale aantal werknemers dat valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling (in voorkomend geval inclusief personen die in eén andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak(ken) zoals zzp-ers)? 7596 In voorkomend geval: het aantal personen dat in een andere hoedanigheid werkzaam is in de bedrijfstak(ken) en waarop de verplichtstellingsaanvraag betrekking heeft? nvt Geefaan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 5 maart 2015 De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkzame personen, dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een ' ' is opgenomen te Een werknemer valt direct onder de werkingssfeer van het bpf als hij werkzaam is bij een werkgever die lid is van een werkgeversorganisatie betrokken blj het bpf. Pagina 7 van 12

13 worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek, en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Bestaande bronnen/bestanden Voor het uitgevoerde onderzoek, geef een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad. 3) Ook hier is gebruik gemaakt van de eigen administratie van BPF. Centraal Beheer Achmea Leeuwarden administreert het aantal werknemers in dienst van de ondernemingen in de branche. Aan de hand van de administratie van Centraal Beheer Achmea wordt bekeken hoeveel werknemers er in dienst zijn van de ondernemingen die lid zijn van FTN en Netex. Het aantal werknemers wordt geregistreerd op basis van opgave van de werkgever. Werkgevers hebben op grond van het reglement de verplichting opgaaf te doen van het aantal werknemers dat bij hen in dienst is. Ook zijn er werknemers die zich melden bij het pensioenfonds. Indien een werknemer zich bij het pensioenfonds aanmeldt die niet bekend is wordt er navraag gedaan blj de betreffende werkgever. Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van matching van bestanden (ad. 1) nvt Sluiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van: Pagina 8 van 12

14 de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) nvt Onderzoek Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 ) nvt Extrapolatie Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn, geëxtrapoleerd, geef een beschrijving van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) nvt Peildatum Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) nvt Overig Overige opmerkingen nvt Pagina 9 van 12

15 TOELICHTING De door partijen bij een aanvraag tot (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling van de deelname in een bpf aangeleverde representativiteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria, te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten: 1. De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd a. populatieonderzoek b. steekproefonderzoek c. extrapolatie 2. De gebruikte bronnen voor het onderzoek a. uitgevoerde correcties 3. De wijze van meting a. aard van de gegevens 4. De relatie tot de werkingssfeer van de verplichtstelling a. uitgesloten werkzame personen b. vrijwillige aansluiting c. vrijgestelden d. deelnameleeftijd 5. De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben ad 1 Gehanteerde onderzoel<smetliode Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik gemaakt van populatiebestanden, zowel voor werkgeversaantallen als aantallen werkzame personen. Indien geen populatiegegevens beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de representativiteit, verzamelde aanvullende informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen. Aandachtspunten: Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode. Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden. De manier waarop de steekproef is getrokken (waaronder het gebruikte steekproefkader). De respons van de steekproef. De representativiteit van het steekproefonderzoek. Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie; Het gebruik van aanvullende informatie. De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties zijn uitgevoerd. Het is niet zorgvuldig om het aantal werkzame personen van nietresponderende bedrijven op nul te schatten. Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het bestand, waarin de gegevens van de bij het bpf betrokken werkgevers zijn opgenomen, te matchen met het bestand waarin de totale aantallen werkgevers en werkzame personen zijn opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Pagina 10 van 12

16 Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv verzoeken 2008). ad 2 Gebruikte bronnen Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten van de gebruikte bronnen. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niet alle bronnen even volledig gegeven de werkingssfeer van de verplichtstelling. Inherent hieraan is het gebruik van meerdere bronnen. Van belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningen goed worden beschreven. Aandachtspunten: Het is aan te bevelen zo min mogelijk bronnen te gebruiken. Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruikt, dan vereist dit een toelichting op onderlinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig is voor dubbeltellingen, uitgesloten groepen werkzame personen en verschillen in meetmomenten. Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzoek is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer. Ten aanzien van de gebruikte bronneri wordt aandacht gevraagd voor de vrijwillig aangesloten werkgevers, (gedeeltelijk) vrijgestelde werkgevers en de actualiteit van de gegevens. ad 3 Wijze van meting Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in aantallen personen. Andere meeteenheden worden in principe afgeraden. Andere maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van het aantal personen zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan wel aannemelijk te maken dat de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal personen zodat geen sprake is van een systematische, eenzijdige vertekening van de representativiteitsgegevens. In geval van fte als meeteenheid moet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van bij het bpf betrokken werkgevers ten opzichte van door de verplichtstelling gebonden werkgevers vergelijkbaar is. Dit betreft de eis van interne consistentie. Teller en noemer moeten in dezelfde eenheid worden uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zijn. Aandachtspunten: De wijze van meting moet dezelfde zijn voor teller en noemer. De eenheid moet gelijk zijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcijfers zijn. De gegevens moeten zijn uitgedrukt in dezelfde eenheid. In de teller aantallen personen dan ook in de noemer aantallen personen gebruiken. Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen personen vereist een gedegen toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal werkzame personen. ad 4 Relatie tot de werl<ingsfeer De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf. In de werkingssfeer uitgesloten categorieën werkzame personen moeten dan ook in de tellingen voor de representativiteitsopgave buiten beschouwing worden gelaten. Het is van belang dat daadwerkelijk gémeten wordt wat beoogd was. Het gaat hier om de validiteit van de gegevens. Aandachtspunten: Pagina 11 van 12

17 Aandacht voor vrijwillig aangesloten werkgevers die in de representativiteitsopgave niet mogen worden meegenomen. De bronnen mogen niet vervijild zijn met werkzame personen die niet onder de werkingssfeer vallen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld hoger personeel. In de tellingen moeten van de verplichte deelname in het bpf vrijgestelde werkgevers en hun werknemers wel worden meegerekend. Bestanden dienen -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongeren die niet onder de werkingssfeer van de verplichtstelling vallen vanwege een ondergrens in de deelnameteeftijd. ad 5 Actualiteit van de cijfers Voor de representativiteitsopgave dient de datum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben te worden vermeld. Als regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van actualiteit, in beginsel niet ouder dan één jaar mogen zijn gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit elkaar moeten liggen, omdat anders de interne consistentie van de representativiteitsopgave in het geding is. Als uitgangspunt hierbij geldt dat de peildata niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen. In geval de peildata te ver in het verleden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche worden geactualiseerd, oftewel geëxtrapoleerd. De marktontwikkelingen in het verieden vormen de basis om de huidige waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen. Het is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie is gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grote-kleine bedrijven. Aandachtspunten: De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling bij de vraag over actualiteit). Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de gegevens voor de representativiteitsopgave zijn geactualiseerd dient aangegeven te worden welke bronnen gebruikt zijn en op welke wijze voor onderlinge afwijkingen tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg over de wijze van extrapoleren is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avvverzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv verzoeken 2008 ). De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben. Pagina 12 van 12

18 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS TEXTIELVERZORGING VERPLICHTSTELLING

19 RAPPORTAGEFORMULIER WET Bpf 2000 Naam pensioenfonds St. Bedrijfstakpensioenfonds Textielverzorging Aanvraag (soort)/ Periodieke rèp.toets Per. Rep.Toets Intervisiedatum 26 oktober 2011 Behandelaar EvR Leden intervisie: Voorbereiding Duur intervisie Elvira Wieland Opmerkingen afdelingshoofd/directeur PROCEDUREEL 1. Voorconsultatie/natraject: 2. Zienswijzen: * StvdA voor reactie: 3. Periodieke representativiteitstoets: Reactie is te laat binnengekomen. Verzoek Min. om rep gegevens op te leveren dateert van 31 maart Er is uitstel gevraagd maar definitieve reactie is uiteindelijk pas op 14 september per mail binnengekomen. Reactie roept de nodige vragen op. Rep. formulier lijkt niet zorgvuldig te zijn ingevuld. '^Publicatie staatscourant bij niet voldoen aan 5-jaarstoets: INHOUDELIJK 1. Werkingssfeer * Werknemers/zelfstandigen: * Internationalisering (buitenlandse wgs/wns): * Afbakening werkingssfeer (niet dmv cao): 2. Represent *Meerdere bedrijfstakken: nvt 1. aantal wns in dienst van georg. verzoekende wgs 2. totaal aantal wns gebonden door werkingssfeer 3. rep.perc. 4. peildatum ,99% (1.) en (2.) 3. Zienswijzen * Inzake (vermeende) overlap * Tegen de representativiteit 4. Overig:

20 Utc Marco van Voorneburg Tel. In gesprek Um Marco van Voorneburg met verzoek contact met mij op te nemen.

21 maart 2015 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS TEXTIELVERZORGING

22 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN ArtikeM.1 Bearipsbeoalinaen In dit pensioenreglement wordt verstaan onder a. Fonds: de "Stichting Bedrijfstalqiensioenfonds Textielverzorging". b. Bestuur: liet bestuur van het fonds. c. Statuten: de statuten van het fonds. d. Aangesloten werkgever is de werkgever, die: - werkzaam is in de bedrijfstak van de Textielverzorging en krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 verplicht is tot naleving van wat is bepaald in of krachtens de statuten en het pensioenreglement bepaalde; - onder de werkingssfeer van het fonds valt, maar niet onder de verplichtstelling als hiervoor bedoeld, maar die op een andere wijze verplicht is tot aansluiting bij het fonds, dan wel zich bij het fonds heeft aangesloten door het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst met het fonds, of die nlet onder de werkingssfeer van het fonds valt, maar die zich op vrijwillige basis bij het fonds heeft aangesloten door het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst met het fonds. e. Werknemer: degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is van de aangesloten werkgever, met uitzondering van degene die directeur-grootaandeelhouder Is In de zin van de Pensloenwet; f. Pensioenovereenkomst: hetgeen tussen de aangesloten werkgever en de werknemer Is overeengekomen betreffende pensioen. g. Deelnemer: de (gewezen) werknemer die volgens de bepalingen van artikel 1.2 van dit reglement als zodanig Is te beschouwen en die op grond van een pensioenovereenkomst pensioenaanspraken venaferfl jegens het fonds. h. Gewezen deelnemer: de gewezen werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het fonds. i. Beëindiging van de deelneming: maan 2015

23 het beëindigen van de pensioenvenverving op basis van de pensioenovereenkomst anders dan door het overlijden van de deelnemer of het ingaan van het levenslang ouderdomspensioen. j. Pensioengerechtigde: degene voor wie op grond van dit pensioenreglement het pensioen is ingegaan; k. Gepensioneerde: degene voor wie het levenslange ouderdomspensioen Is ingegaan. I. Partner -de echtgeno(o)t(e) van de (gewezen) deelnemer of de gepensioneerde; -de vrouw of man met wie de (gewezen) deelnemer ofde gepensioneerde een partnerrelatie heeft die is geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand; -de ongehuwde vrouw of man, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer ofde gepensioneerde een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voert van ten minste één jaar en die voldoet aan de voonvaarden nabestaandenpensioen, zoals deze als bijlage 2 aan dit reglement zijn toegevoegd m. Partnen'elatie: de relatie van de deelnemer met zijn of haar partner n. Ex-partner: -de vrouw of man van wie het huwelijk met de (gewezen) deelnemer of de gepensioneerde is beëindigd door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed; -de vrouw of man van wie de registratie van de partnerrelatie met de (gewezen) deelnemer of de gepensioneerde In de registers van de burgerlijke stand is beëindigd anders dan door de dood of vermissing of door het aangaan van een huwelijk met de partner - de vrouw of man van wie de duurzame gemeenschappelijke huishouding anders dan door overiijden of vermissing of het aangaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap met de partner is beëindigd. O. Kind: het kind dat in familierechtelijke betrekking staat tot de (ex-) werknemer evenals stiefkinderen die door de (ex-) werknemer als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed; p. jaarsalaris: 12 maal het met de deelnemer overeengekomen vaste bruto maandsalaris (Inclusief spaarloon en levensloopbijdrage), vermeerderd met de vakantietoeslag en de stmcturele eindejaarsuitkering. Gratificaties, tantièmes, vergoeding voor ovenverk en andere door de aangesloten werkgever nader aan te geven emolumenten, blijven buiten beschouwing. Voor een parttimer wordt dit bedrag ven/olgens hen-ekend naar een fulltime salaris door deling door de parttime-factor q. Maximale pensioengevende salaris: IHet jaarsalaris is aan een maximum verbonden, dat jaarlijks wordt aangepast aan de ontwikkeling van de Algemene Ouderdomswet. Op 1 januari 2015 is dit bedrag vastgesteld op r. Franchise: De franchise wordt voor elk kalenderjaar door het bestuur vastgesteld en bedraagt ten minste het fiscaal minimum zoals genoemd in artikel 18a, achtste lid. onderdeel a. van de Wet op de loonbelasting De franchise wordt daarbij steeds op een veelvoud van één euro naar be maart 2015

24 neden afgerond. De franchise is per 1 januari ,-. Het bedrag van de franchise wordt jaarlijks per 1 januari, voor zover het bestuur niet anders beslist, aangepast aan de ontwikkeling van de Algemene Ouderdomswet. s. Parttime-factor de factor die ontstaat door het werkelijk met de parttimer overeengekomen aantal arbeidsuren per week te delen door het normale bij de aangesloten werkgever geldende aantal arbeidsuren per week. t. Loonindex: Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van hetjaar daarvoor. Deze index wordt gebaseerd op de in de CAO Textielverzorging vastgelegde algemene loonontwikkelingen. u. Pensioenrichtdatum: de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 67 jaar wordt. V. Pensioendatum: de pensioenrichtdatum dan wel de aangegeven eerdere of latere datum van pensionering zoals bedoeld in artikel 4.3. w. Wet Pensioenverevening: de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. x. Verzekeraar Achmea Pensioen- en Levensverzekering N.V., gevestigd te Apeldoom. y. eerste dag van ziekte: de eerste dag waarop de werknemer wegens ziekte niet heeft gewerkt of het werken tijdens de weri(tijd heeft gestaakt. Hierbij geldt dat, Indien periodes van arbeidsongeschiktheid elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen, deze als één periode worden beschouwd; z. AOW Algemene Ouderdomswet; aa. WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; bb. WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvenmogen; cc. Arbeidsongesdiiktheid de ongeschiktheid tot het venichten van arbeid, welke geacht wordt aanwezig te zijn, indien en zolang de wericnemer recht heeft op een uitkering krachtens de WlA ofde WAO; dd. Arbo-dienst een volledig gecertificeerde en door de verzekeraar geaccepteerde Arbo-dienst zoals bedoeld in de arbeidsomstandighedenwet, dan wel een gecertificeerde bedrijfsarts; ee. UWV het uitvoeringsinstituut wericnemersverzekeringen; maart2015 -j-j^ ^

25 ff. Verzekeringsvoorwaarden: de aigemene voonvaarden en de overige van toepassing zijnde voorwaarden van de verzekeraar maart 2015

26 Artikel 1.2 Deeinemerschap 1. Deelnemers In de zin van dit reglement zijn de werknemers die verplicht zijn tot deelneming aan het fonds op grond van artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en die de 20-jarige leeftijd hebben bereikt; of werknemers die in dienst zijn bij een werkgever, die zijn pensioenregeling vrijwillig heetl ondergebracht bij het fonds. Tenzij Uitdrukkelijk anders Is vennnekl wordt in deze regeling onder deelneming, deelnemerschap of deelnemingsperiode verstaan deelneming, deelnemerschap of deelnemingsperiode gelegen na 31 december Het deelnemerschap gaat in op de dag dat de wericnemer aan de hien/oor genoemde voorwaarden voldoel 2. Het deelnemerschap eindigt op de dag: a. direct voorafgaande aan de pensioenrichtdatum dan wel de pensioendatum indien het dienstverisand eerder, dan wel later dan de pensioenrichtdatum vvordt beëindigd; b. van overiijden van de deelnemer voor de pensioendatum; c. waarop het dienstvertiand beëindigd wordt, tenzij de deelneming wordt voortgezet krachtens het derde lid; d. waarop de voortzetting van de deelneming wordt beëindigd. 3. De wericnemer, die geen wericzaamheden meer venicht binnen de bedrijfstak van de textielverzorging kan in bepaalde situaties het deeinemerschap voortzetten. Deze situaties zijn: a. arbeidsongeschiktheid (ingevolge hoofdstuk 8 van de regeling): en b. vrijwillige voortzetting (ingevolge artikel 6.2 van de regeling). Artikell.3 Pensioenaanspraken 1. Mits aan de specifieke voonvaarden wordt voldaan venverfl de deelnemer op grond van de pensioenovereenkomst aanspraken op: a. Levenslang ouderdomspensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemer; b. Levensiang partnerpensioen ten behoeve van de partner van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde; c. bijzonder partnerpensioen ten behoeve van de ex-partner van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde; d. wezenpensioen ten behoeve van: - de kinderen beneden de 18^arige leeflijd van de (gewezen) deelnemer, die tot deze deelnemer In familierechtelijke betrekking staan; - de stief- en pleegkinderen beneden de 18-jarige leeftijd van de (gewezen) deelnemer, die ten tijde van zijn overiijden door hem worden verzorgd en opgevoed. De pensioenovereenkomst betreft een uitkeringsovereenkomst. Alle pensioenuitkeringen worden gedaan In euro's maart 2015

27 2. De wericnemer, die nog niet voldoet aan de in artikel 1.2, gestelde voonvaarde, heeft voor zijn partner en/of kinderen aanspraak op een levenslang partnerpensioen en/of wezenpensioen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. 3. De (gewezen) deelnemer heeft het recht om (een gedeelte van) zijn aanspraken op levenslang partnerpensioen uit te ruilen tegen extra aanspraken op levenslang ouderdomspensioen. Deze uitruil van pensioen staat verder beschreven in hoofdstuk 4 van dit reglement. 4. De (gewezen) deelnemer heeft het recht om (een gedeelte van) zijn aanspraken op levenslang ouderdomspensioen uit te ruilen tegen extra aanspraken op levenslang partnerpensioen. Deze uitruil van pensioen staat verder beschreven in hoofdstuk 5 van dit reglement. 5. Voor de vaststelling van aanspraken over een boekjaar blijven, tenzij het bestuur in een bijzonder geval anders beslist, buiten beschouwing gegevens die aan het fonds worden verstrekt na het verstrijken van een periode van driejaren na afloop van dat boekjaar Artikell.4 Aanspraken bii wertcen In deeltl d 1. Voor de deelnemer die in deeltijd wertct worden de aanspraken vastgesteld met toepassing van een (gewogen) parttime-factor. 2. De parttime-factor vvordt voor de eerste maai vastgesteld als het in het eerste lid bepaalde voor het eerst van toepassing is. Zij wordt opnieuw vastgesteld bij iedere wijziging van het overeengekomen aantal arbeidsuren ten opzichte van hel normale bij de aangesloten wericgever geldende aantal arbeidsuren per week. Artikel 1.5 Oproepkrachten 1. Onder een oproepkracht wordt een deelnemer verstaan met wie de aangesloten wericgever is overeengekomen dat deze deelnemer op afroep beschikbaar is voor het verrichten van wericzaamheden. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 van dit regiement wordt onder het Jaarsalaris van de oproepkracht begrepen het uurioon, exclusief vakantietoeslag en structurele eind^aarsuitkering, vemfienigvuldigd met het aantal uren dat een voltijder In enig kalenderjaar bij de aangesloten wericgever in dienstbetrekking werkzaam is, venneerderd met de vakantietoeslag en stmcturele eindejaarsuitkering. Onder voltijder wordl verstaan een werknemer die het aanlal uren per week werkt, dat bij de aangesloten wericgever hoort bij een voltijd werkweek voor de desbetreffende categorie werknemers. 3. Voor de oproepkracht vindt vaststelling van de pensioenaanspraken op de volgende wijze plaats: a. bij aanvang van de deelname en vervolgens jaarlijks worden de pensioenaanspraken vastgesteld op basis van het door de aangesloten werkgever aan hel fonds doorgegeven in enig kalenderjaar te venvachlen parttime-factor en het jaarsalaris; b. In afwijking van het bepaalde onder a worden gedurende het kalenderjaar gewijzigde pensioenaanspraken vastgesteld indien de te venvachten parttime-factor niet meer aansluit op de wericelijke parttime-factor in dat jaar nadat de aangesloten wericgever een gewijzigde te verwachten parttime-factor aan het fonds heeft opgegeven; maart 2015 tk

28 bij overiijden of bij artieidsongescliiktheid van de.oproepkracht vindt een uitkering plaats respectievelijk wordt premievrijsteliing verieend op basis van de onder a. en b. vastgestelde pensioenaanspraken; jaariijks aditeraf vindt hen'ekening plaats van de in hel voorafgaande kalenderjaar opgebouwde pensioenaanspraken op basis van de wericelijk gewerkte uren en het jaarsalaris. Bij uitdiensttreding gedurende enig kalenderjaar vindt herrekening plaats op basis van de in dat jaar werkelijk geweriete uren en het jaarsalaris. Artikel 1.6 Bewijzen van verzekering 1. Deelnemers worden bij toetreding tot de regeling schriftelijk op de hoogie gesteld van de Inhoud van de geldende statuten en reglementen, alsmede jaarlijks van de wijzigingen daarin. Het fonds stelt op verzoek belanghebbenden in staat kennis te nemen van de geldende statuten en reglementen. 2. Jaarlijks verstrekt het fonds aan de deelnemer een opgave van de hoogie van de opgebouwde en te bereiken reglementaire pensioenen en een opgave van de aan het desbetreffende of voorafgaande kalenderjaar loe le rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. 3. In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid wordl aan de gewezen deelnemer op verzoek een opgave van de opbouwde aanspraken binnen drie maanden verstrekt. Hetfonds kan een vergoeding vragen van de aan de opgave vertionden kosten. 4. Aan de deelnemer, voor wie vóór het bereiken van de pensioenrichtdatum de premiebetaling wordt beëindigd, wordt een opgave gezonden van de door hem overeenkomstig artikel 6.1 verworven aanspraken. 5. De betrokken deelnemer dient eventuele bezwaren legen deze opgave bij het fonds in te dienen binnen drie maanden na verzending van de opgave. 6. De ex-partner ontvangt eenmalig een opgave van de voor hem of haar verzekerde pensioenen. 7. De aangesloten werkgever, de (gewezen) deelnemer en de pensioengerechtigde zijn verplicht tijdig alle stukken over te leggen die hel fonds voor de uitvoering van de statuten en hel reglement nodig acht. De aangesloten werkgever, de (gewezen) deelnemer en de pensioengerechtigde dienen elke hen bekende onjuistheid of onvolledigheid in de pensloenopgaven, jaaropgaven, premienota's en con-espondentie van hel fonds, zo spoedig mogelijk aan het fonds door te geven. Aan deze verplichtingen moet worden voldaan binnen de door het bestuur vastgestelde termijnen, In hel algemeen geldl als termijn 1 maand, ingaand op de dalum waarop een wijziging van de pensioen- of premlebepalende gegevens ter kennis ls gebracht of heeft plaatsgevonden. Bij hel niet voldoen aan de verplichtingen is het fonds bevoegd de benodigde gegevens naar eigen inzicht vast te stellen. Artikel 1.7 tk Opgave prepensioenaanspraken maart 2015

29 Het fonds verstrekt, binnen een jaar na inwericingtreding van het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004, eenmalig aan de deelnemers, en aan de gewezen deelnemers eenmalig op verzoek, een opgave van de premievrije waarde op 1 januari 2006 van de op basis van pensioenreglement II opgebouwde aanspraken op prepensioen van de (gewezen) deelnemer. De opgave als bedoeld in het vorige lid beval tevens: de aflcoopsom voor de siluatie waarin de, in lid 1 bedoelde, premievrije waarde wordt aangewend ten behoeve van een levensloopregeling als bedoeid in artikei 19g, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, van de (gewezen) deelnemer. De afkoopsom zoais bedoeld in lid 2 van dil artikel kan niet vvorden aangewend ten behoeve van de wettelijke levensloopregeling. Artikel deelneminQSiarenpensioen 1. Het fonds administreert de deelnemingsjaren van de deelnemers. Onder deelnemingsjaren wordt in dit vertiand verstaan: perioden als bedoeld in artikel loab van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting Op verzoek van de (gewezen) deelnemer verstrekt het fonds binnen drie maanden een opgave van de geadministreerde deelnemingsjaren en alle schriftelijke bewijzen waarmee kan worden aangetoond dat de perioden, voorafgaand aan een vóór 1 Januart 2005 gedane waardeoverdracht naar het fonds, als deelnemingsjaren kunnen worden aangemerict. In geval van waardeoverdracht als bedoeld in artikel 11J2 van dil pensioenreglement verstrekt het fonds deze opgave aan de Instelling waar de aanspraken op pensioen worden venvorven. 3. De opgave als bedoeld in het vorige iid bevat tevens een zo nauwkeurig mogelijke opgave van: a. de perioden waarin de geadministreerde deelnemingsjaren zijn opgebouwd; en b. de deeltijdfactor per geadministreerd deeinemingsjaar. 4. Het fonds kan een vergoeding vragen voor de aan de verstrekking van de opgave verbonden kosten. Artikel 1.9 Wetteliike bepalingen 1. Een aanspraak op pensioen kan niet bij overeenkomst lussen de (gewezen) deelnemer en de aangesloten werkgever, hel fonds of de verzekeraar worden verminderd zonder schriftelijke toestemming van de partner Dil geldt niet als de vennindering hel gevolg Is van een wettelijke bepaling. Eik beding strijdig met dll lid is nietig. 2. Pensioenen en aanspraken kunnen nlet worden afgekocht, prijsgegeven of vervreemd, dan wei feitelijk offermeel voonverp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachlens de Pensioenwet. 3. Bij de vaststelling van pensioenen en aanspraken worden de in de Wet op de loonbelasting 1964 aangegeven maxima en begrenzingen mee in aanmericing genomen. 4. De blj de uitvoering van dll reglement gebruikte actuariële tabellen zijn gebaseerd op algemeen aanvaarde actuariële grondslagen maart 2015,. 8