Wie, wat, waar? - Op welke schaal doen de oorzaken, waardoor het ijs en de sneeuw op de noordpool smelten, zich voor? (lokaal, regionaal of mondiaal)

Transcriptie

1 Werken met de Wie-Wat-Waar-Schijf Opdracht 1 Tabel Wie, wat, waar? Opdracht 2 A. Lees de tekst 1 De Noordpool smelt door het versterkte broeikaseffect. B. Beantwoord de vragen over de tekst. Ze helpen je de tekst beter te begrijpen. - Wat zijn de twee oorzaken van het smelten van het zeeijs in het Noordpoolgebied? - Op welke schaal doen de oorzaken, waardoor het ijs en de sneeuw op de noordpool smelten, zich voor? (lokaal, regionaal of mondiaal) - Wat gebeurt er wanneer het landijs van de Zuidpool zou smelten? - Waarom stijgt het zeewater nauwelijks of niet door het smelten van zeeijs, maar wel door het smelten van landijs?

2 Mens en Omgeving Opdracht 3 A. Tabel 2 Mens en Omgeving Mens en Omgeving Klimaatverandering en het versterkte broeikaseffect De vragen Eerste vraag: Tweede vraag: Derde vraag: Vierde vraag: De antwoorden

3 Mens en Tijd Opdracht 4 A. Tabel 3 Mens en Tijd Mens en Tijd Klimaatverandering en het versterkte broeikaseffect De vragen Eerste vraag: Tweede vraag: Derde vraag: De antwoorden

4 Mens en Economie Opdracht 5 A. Wat zijn belangen? Wat is welvaart? Wat is welzijn? Wat wordt bedoeld met de economie of de markt?

5 B. tabel 4 Mens en Economie Mens en Economie Klimaatverandering en het versterkte broeikaseffect Welke belangen hebben de verschillende groepen? Welke gevolgen heeft het wetsvoorstel voor de welvaart en welzijn van mensen? Op welke wijze speelt de economie of de markt een rol? Welk(e) belang(en) heeft de minister? Welk(e) belang(en) hebben de producenten? Welk(e) belang(en) hebben de consumenten? Welk(e) belang(en) hebben alle mensen? Is er nog een groep die een belang heeft? Welke belangen zijn dat?

6 Mens en Politiek Opdracht 6 A. Tabel 5 Wat is de juiste volgorde? Zet het in de rechter kolom. 1. De nieuwe wet wordt gepubliceerd in de Staats Courant. (Zo is iedereen op de hoogte van de nieuwe wet.) 2. De Tweede Kamerleden bespreken het wetsvoorstel met de minister. Hoe komt een wet tot stand? 3. De Eerste Kamerleden bespreken het wetsvoorstel met de minister. 4. De minister bespreekt het wetsvoorstel in de Ministerraad. 5. De Koningin ondertekent de nieuwe wet. 6. De Tweede Kamer stemt over het wetsvoorstel. (De meerderheid is voor de wet) 7. De Raad van State geeft advies over het wetsvoorstel. 8. De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel. (De meerderheid is voor de wet) 9. Een wetsvoorstel wordt op het ministerie door de ambtenaren en de minister voorbereid.

7 C. Tabel 6 Omcirkel het juiste antwoord. 1 = De overheid zorgt voor wetgeving. 2 = De overheid voert de wet uit. 3 = De overheid is hier (nog) niet bij betrokken. Scholier heeft door bijbaan te weinig tijd voor huiswerk 1, 2 of 3 Tweede Kamer wil hoge kosten mobiel bellen aanpakken 1, 2 of 3 De politie treedt hard op tegen drugsoverlast 1, 2 of 3 Gemeente wil naast hondenbelasting ook kattenbelasting 1, 2 of 3 Nederlander leent steeds vaker om vakantie te kunnen betalen 1, 2 of 3

8 D. tabel 7 Mens en Politiek Mens en Politiek Klimaatverandering en het versterkte broeikaseffect Wat zegt de wet hierover? Hoe is de overheid hierbij betrokken? Wie nemen de besluiten? Hoe kunnen de verschillende groepen invloed uitoefenen op de politiek? Op dit moment zijn er verschillende milieuwetten. De politiek vindt het milieu belangrijk. De nieuwe milieuwet op luxe-artikelen is er nog niet, maar ook die moet er voor zorgen dat het milieu verbetert. Met het extra geld kan de minister investeren in het milieu. Heb jij nog een aanvulling?

9 Mens en Cultuur Opdracht 7 A. Tabel 8. Verbind de uitspraak of het woord met het juiste begrip door een lijn te trekken. Ik vind hem onaardig Verboden te roken Paaseieren zoeken Wat een leuk verhaal. Vriendschap Jeetje, wat is dat water koud Verjaardag vieren Geluk Traditie Waarde Norm Mening

10 B. Tabel 9 Mens en Cultuur Klimaatverandering en het versterkte broeikaseffect Wie zijn er bij betrokken? Welke tradities hebben zij? Welke waarden vinden zij belangrijk? Welke normen vinden zij belangrijk? Welke mening hebben zij? De politiek (minister) De consumenten De producenten De burgers (inwoners) Welke traditie heeft de producent uit de reclamefolder? Wat vindt de minister belangrijk? Wat vinden consumentenbelangrijk? Wat vinden producenten belangrijk? Wat vindt de minister belangrijk? Wat vinden consumenten belangrijk? Wat vinden producenten belangrijk? De minister zegt? De consumenten zeggen? Wat vinden producenten belangrijk?

11 Persoonlijke mening Opdracht 8 A. Tabel 10 Mens en Cultuur Persoonlijke mening Klimaatverandering en het versterkte broeikaseffect Heb je zelf met het onderwerp te maken? Wat vind jij belangrijk? Hoe kan het volgens jouw worden opgelost? Wat kan jij er zelf aan doen?

12 B. Tot slot. Je hebt nu veel informatie verzameld over het milieu. We zijn begonnen met het wetsvoorstel van de milieuminister. Zij wil een extra milieubelasting van 1% op luxe-artikelen zoals auto s, scooters en telefoons invoeren. Wat vind jij hier van? ***