Editoriaal. Intercommunales. Inhoud. Intercommunale sector 3. Energiesector 7. Waterbeheer 19. Afvalbeheer 29. Economische expansie 37

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Editoriaal. Intercommunales. Inhoud. Intercommunale sector 3. Energiesector 7. Waterbeheer 19. Afvalbeheer 29. Economische expansie 37"

Transcriptie

1 2007 Mei Inhoud Intercommunales PUBLIC FINANCE Intercommunale sector 3 Een sleutelrol in het lokale leven 3 Een sector in het brandpunt van de belangstelling 4 Kader van de analyse 5 Energiesector 7 Context en belangrijkste actoren 7 Financiële analyse van de intercommunales van de sector 10 Waterbeheer 19 Context en belangrijkste actoren 19 Financiële analyse van de intercommunales van de sector 21 Afvalbeheer 29 Context en belangrijkste actoren 29 Financiële analyse van de intercommunales van de sector 30 Economische expansie 37 Context en belangrijkste actoren 37 Financiële analyse van de intercommunales van de sector 37 Medisch-sociale sector 43 Context en belangrijkste actoren 43 Financiële analyse van de intercommunales van de sector 44 Op het kruispunt van vele wegen De intercommunales vormen een efficiënt instrument om de opdrachten van openbare dienstverlening te vervullen die de gemeenten hen opdraagt. Ze werken immers volgens een economische logica, passen zich in in industriële processen en moeten in hun werking de directe behoeften van de aangesloten gemeenten opnemen. Bij de aanvang van de nieuwe bestuursperiode staan de gemeenten voor grote uitdagingen, zoals die in verband met de financiële stromen 1. De intercommunales moeten daarnaast ook rekening houden met de Europese, federale en gewestelijke overheden en staan voor nieuwe uitdagingen op het vlak van duurzame ontwikkeling, de concentratie en specialisatie van activiteiten, de liberalisering van de markten en de geleidelijke internationalisering van sommige sectoren, zoals die van de energie. Deze overheden treden onder meer op om het regelgevend kader van de energiemarkt vast te leggen, activiteiten te ondersteunen zoals de ziekenhuissector, een preventief afvalbeleid te voeren en voldoende grote nutsvoorzieningen voor water- en afvalbeheer te ontwikkelen. De intercommunales werken ook samen met de privésector, hetzij via partnerships, hetzij als onderaannemer in een context van technologische knowhow of van industriële vereisten. Ten slotte staan de intercommunales ook in contact met de meeste inwoners en ondernemingen van ons land om tegemoet te komen aan essentiële behoeften, zoals die voor energie- en watervoorziening, kabeltelevisie, afvalbeheer, gezondheidszorg enz. 1 Zie De financiële uitdagingen van de nieuwe gemeentebesturen fiche 8, beschikbaar op het intranet van de lokale besturen PubliLink of de website van Dexia Bank (rubriek Professioneel Public Finance Publicaties). Editoriaal

2 2 Een sector in het brandpunt van de belangstelling Door het regelgevend kader en de technologische omgeving waarin de intercommunales evolueren, verminderen ze geleidelijk aan in aantal maar neemt de specialisatie toe. Duurzame ontwikkeling, de energie- en watervoorziening, de afvalpreventie en -verwerking en de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg zijn stuk voor stuk onderwerpen waaraan op het Europese niveau vorm wordt gegeven, maar die onmiddellijke gevolgen hebben voor de lokale besturen. Deze laatste hebben zich via efficiënte intergemeentelijke structuren georganiseerd om de talrijke uitdagingen aan te gaan. Hierbij moeten de financiële middelen, namelijk de ontvangsten en uitgaven, op elkaar worden afgestemd. De liberalisering van de energiemarkt op Europees vlak betekent dat de intercommunales zich tot uitsluitend distributiespeler in een gereguleerde markt moeten omschakelen. In die context en in het kader van de uitdagingen van de nieuwe gemeentebesturen leek het ons als bankier van de lokale overheid interessant om deze sector vanuit financieel oogpunt te belichten. Een niet te verwaarlozen financieel gewicht maar een financiële situatie met contrasten Op 31 december 2005 lieten de intercommunales samen een balanstotaal optekenen van 29,3 miljard EUR en een resultaat van 2,0 miljard EUR. De intercommunales voor energie, de medischsociale intercommunales, die voor waterbeheer, economische expansie en afvalbeheer vertegenwoordigen samen ongeveer 83,7 % van het totaal actief van de intercommunales. Kort samengevat is er het doorslaggevend gewicht en de kwaliteit van de financiële ratio s van de energieen financieringsintercommunales, die na de liberalisering van de energiemarkt geleidelijk aan minder rendabel werden, maar in 2005 uitzonderlijke opbrengsten realiseerden, zoals met het openbaar bod tot aankoop van de Electrabel-aandelen door Suez. In de sector van het waterbeheer wordt de uitvoering van het integrale beheer verdergezet. De rentabiliteit van deze sector en de medisch-sociale sector blijft zwak. Deze laatste sector kon rekenen op de financiële steun van de federale overheid en de gewesten om het structureel tekort weg te werken. De intercommunale sector voor het afvalbeheer en die van de economische expansie vertonen goede rentabiliteitsratio s. Afgezien van de watersector hebben de sectoren goede liquiditeitsratio s. De financiële onafhankelijkheid is uitgesproken in de sectoren energie, waterbeheer en economische expansie. Ze ontbreekt echter in de medisch-sociale sector en de afvalsector. Deze twee sectoren vertonen logischerwijze de grootste langetermijnschuld en veruit de zwakste graad van zelffinanciering samen met de watersector. De energiesector heeft de hoogste cashflow uitgedrukt ten opzichte van het vreemd vermogen. Onze financiële analyse vestigt eveneens de aandacht op de regionale en lokale verschillen binnen de activiteitssectoren. Distributie van elektriciteit en gas Medisch-sociale sector Waterbeheer Economische expansie Afvalbeheer Aantal geanalyseerde intercommunales actief (miljoen EUR) Resultaat van het boekjaar (miljoen EUR) Liquiditeit (in %) Current ratio Acid test 1,4 0,9 1,3 1,3 1,0 0,9 2,8 1,9 1,8 1,7 Solvabiliteit (in %) Financiële onafhankelijkheid Langetermijnschuldratio Zelffinancieringsgraad Cashflow/vreemd vermogen 66,2 % 26,2 % 12,5 % 23,7 % 33,0 % 91,3 % 5,7 % 8,8 % 55,2 % 48,5 % 9,4 % 9,5 % 50,7 % 60,4 % 24,4 % 5,8 % 37,9 % 109,7 % 11,4 % 14,9 % Rentabiliteit (in %) Rentabiliteit van het eigen vermogen Operationele rentabiliteit 7,8 % 14,2 % 3,0 % 0,6 % 2,3 % 2,6 % 2,6 % 6,2 % 7,8 % 4,4 %

3 3 Intercommunale sector Een intercommunale is een vereniging van minstens twee gemeenten. Wanneer de vennoten enkel publiekrechtelijke personen zijn (gemeenten, provincies, gewesten, intercommunales enz.), spreekt men van een zuivere intercommunale. Gaat het ook om privaatrechtelijke personen, dan is er sprake van een gemengde intercommunale. Om het kader van een vereniging van gemeenten echter te behouden, beschikken de gemeenten altijd over de meerderheid van de stemmen. Intercommunale samenwerking is niet nieuw. Ze bestond al zowat een eeuw geleden om aan bepaalde basisbehoeften het hoofd te bieden, bijvoorbeeld waterdistributie (wet van 18 augustus 1907). De intercommunales zijn zich echter pas goed gaan ontwikkelen vanaf de jaren 50, tegelijk met de belangrijke groei van de Belgische economie. De oprichting van intercommunales biedt gemeenten de mogelijkheid om hun middelen in eenzelfde entiteit te concentreren met het oog op een grotere efficiëntie bij de toewijzing van de financiële middelen voor de uitvoering van de opdrachten. Afhankelijk van het betrokken domein waarop en van het gebied waar geografisch bekeken de intercommunale actief is, kunnen de omvang en de financiële middelen erg verschillen. 1. Een sleutelrol in het lokale leven Vandaag zijn de intercommunales bij zeer actuele thema s betrokken, zoals het energiebeheer in een Europese context van liberalisering, het beheer van water en waterkwaliteit, het voorkomen en verwerken van afval en de economische expansie. Ze verlenen ook diensten op het vlak van teledistributie, financieel beheer en informatica. Het beheer van natuurparken, slachthuizen, zwembaden, muziekcentra, crematoria enz. bewijst hoe uiteenlopend hun opdrachten kunnen zijn. Juridisch gezien is een intercommunale een publiekrechtelijk rechtspersoon, die de vorm kan aannemen van een naamloze vennootschap (nv), een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) of een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Voor de regionalisering werd het wettelijk kader voor de intercommunales vastgelegd door de federale wet van 22 december Institutionele hervormingen hebben geleid tot een bevoegdheidsoverdracht van de intercommunale naar de gewesten. In werd de federale wet vervangen door het decreet van 6 juli 2001, dat een herziening inhoudt van de verschillende structuren die een intercommunale kan aannemen. Als de intercommunale geen rechtspersoonlijkheid heeft, gaat het om een interlokale vereniging. Als ze rechtspersoonlijkheid bezit, kan het gaan om een samenwerkingsstructuur in de vorm van: een projectvereniging, die tot doel heeft een welbepaald project te plannen, te verwezenlijken en te controleren; een dienstverlenende vereniging, die de deelnemende gemeenten een welomlijnde dienst verleent in het kader van een of meer activiteitsdomeinen; een opdrachthoudende vereniging, waaraan de deelnemende gemeenten in tegenstelling tot de twee andere vormen het beheer toevertrouwen om een opdracht te realiseren op een of meer activiteitsdomeinen. In werd deze materie geregeld door het decreet van 5 december 1996, dat gewijzigd werd door het decreet van 19 juli Het decreet van 2006 voegt nieuwe formules toe voor een lichtere samenwerkingsstructuur; samenwerking is mogelijk onder een vorm zonder rechtspersoonlijkheid of onder de vorm van een projectvereniging met rechtspersoonlijkheid. Daarenboven stelde de Waalse minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken een oriëntatienota op, goedgekeurd door de Waalse regering op 28 april 2005, waarin een rationalisatie van de sector wordt nagestreefd door het ontwikkelen van synergieën tussen de bestaande intercommunales.

4 4 Intercommunale sector Tabel 1 Sectorale uitsplitsing van het totaal actief en van het resultaat van het boekjaar van de intercommunales 2005 (in % van het totaal) Activiteitssector Energie Waterbeheer Financiering Economische expansie Medisch-sociale sector Afvalbeheer Diversen Intercommunale sector In miljoen EUR actief 58,3 % 12,0 % 12,0 % 6,4 % 5,6 % 4,1 % 1,7 % 100 % Resultaat van het boekjaar 43,3 % 1,6 % 51,0 % 1,2 % 0,8 % 1,7 % 0,4 % 100 % In Brussel is er geen specifieke ordonnantie en is de federale wet van 1986 nog steeds van toepassing. Op 31 december 2005 beliep het balanstotaal van de 225 Belgische intercommunales 29,3 miljard EUR, een stijging van 2,1 miljard EUR tegenover 2004, met een overwicht van de energiesector, die 58,3 % vertegenwoordigt (tabel 1). De financieringsintercommunales dragen voor 12 % bij tot het balanstotaal, maar hun activiteit leunt in hoofdzaak aan bij de energiesector. De intercommunales die actief zijn in waterbeheer hebben eenzelfde economisch gewicht als de financieringsintercommunales. Daarna volgen de intercommunales voor economische expansie en die uit de medisch-sociale sector, die respectievelijk 6,4 % en 5,6 % van het actief vertegenwoordigen. De intercommunales voor afvalbeheer en die uit de sector diversen ten slotte, hebben elk een aandeel dat kleiner is dan 5 %. Tot de factoren die in 2005 de evolutie van het balanstotaal wellicht hebben beïnvloed, behoren: de daling van het aantal intercommunales, wat een impact kan hebben op de balansrubrieken aan zowel de actief- als de passiefzijde; de liberalisering van de energiemarkt en de tariefregulering die gedeeltelijk van toepassing is op de intercommunales voor het vervoer en de distributie van energie. Voor het boekjaar 2005 bedraagt het resultaat van de sector 2,0 miljard EUR, een stijging van 64 % tegenover Bij de beoordeling van dit resultaat moeten we rekening houden met enkele uitzonderlijke gebeurtenissen: het OBA van Suez op de Electrabel-aandelen, waardoor de intercommunales die deze aandelen beza- ten uitzonderlijke meerwaarden konden opstrijken voor het boekjaar Dit is een van de factoren die het resultaat van de financieringsintercommunales, dat meer dan de helft (51 %) levert van het totale resultaat, beïnvloedden. De bijdrage aan het resultaat van het boekjaar wordt gecompenseerd door een daling van de financiële vaste activa met 14,5 % tussen 2004 en Deze daling bleef echter beperkt dankzij participaties van een aantal intercommunales in andere belangrijke ondernemingen. het aandeel van de energiesector zonder de financieringsintercommunales vertegenwoordigt met 43,3 % de tweede belangrijkste rubriek. Een andere positieve impact op het resultaat heeft te maken met de liberalisering van de energiesector en de meerwaarden die een aantal intercommunales noteerden als gevolg van de overdracht van activa voor activiteiten die niet tot de activiteit van de distributienetbeheerder (DNB- cf. infra) behoren. De andere sectoren leveren elk resultaten van minder dan 2 % en er zijn geen sectoren met een deficit. 2. Een sector in het brandpunt van de belangstelling Naast de intercommunales zelf, is er een geleidelijke toename van andere spelers uit de privé- en publieke sector. Door de liberalisering van de energiemarkt spitst de rol van de intercommunales zich uitsluitend toe op de activiteit van distributienetbeheerder (cf. infra). Tegelijkertijd verschijnen er nieuwe leveranciers op de markt (vooral privéspelers) en ontstaat er een geleidelijke internationalisering door de Europese uitdagingen op het gebied van energie, die even-

5 Intercommunale sector 5 eens een invloed op de inkomsten van de gemeenten kunnen hebben 1. In het kader van de ingrijpende veranderingen in de energiesector, hebben verscheidene intercommunales maatregelen genomen om hun inkomsten veilig te stellen, meer bepaald via participaties in belangrijke energiebedrijven. In de sector van het waterbeheer nemen de gewestelijke spelers het leeuwendeel van de activiteit voor hun rekening met een balanstotaal dat in 2005 bijna dubbel zo groot is als dat van de intercommunale sector. In de hierboven beschreven context en in het kader van de verdere institutionele hervormingen, werden de fusies en overnames die reeds sinds verscheidene jaren aan de gang waren, in 2005 voortgezet. Dit veroorzaakt horizontaal bekeken een beweging door de afname van het aantal intercommunales en ook verticaal door de specialisatie van de intercommunales. Het aantal intercommunales met meerdere activiteiten daalt. 3. Kader van de analyse De financiële analyse van de intercommunales is gebaseerd op de jaarrekeningen van het boekjaar 2005 en in mindere mate op die van de vorige jaren. De analyse wordt uitgevoerd voor vijf sectoren, die samen 83,7% van de totale activa van de intercommunales vertegenwoordigen, nl.: de energiesector (zonder de financieringsintercommunales die met deze sector verbonden zijn en zonder de intercommunales die enkel actief zijn op vlak van kabeltelevisie), waterbeheer, economische expansie, afvalbeheer, de medisch-sociale sector. De jaarrekeningen werden samengevoegd per sector. De intercommunales indelen per activiteitssector is niet altijd eenvoudig, aangezien sommige intercommunales (vaak voor economische expansie) meerdere activiteitsdomeinen hebben. Wanneer deze intercommunales jaarrekeningen per activiteitssector publiceren, dan hebben we die ook gebruikt. De intercommunales voor economische expansie die actief zijn in meerdere sectoren en geen sectorale uitsplitsing van hun jaarrekeningen publiceren, werden ondergebracht bij de sector economische expansie. Bovendien moet worden benadrukt dat binnen eenzelfde activiteitssector de aggregatie van cijfers zeer verschillende individuele situaties kan verbergen. Men moet dus zeer voorzichtig blijven bij de interpretatie van de resultaten. Ten slotte worden de samengevoegde totalen van de sector eveneens voorgesteld per gewest. Bij de intercommunales die actief zijn op het grondgebied van verschillende gewesten, werd het criterium van de maatschappelijke zetel toegepast. De analyse van de financiële situatie van de intercommunales gebeurt via een klassieke financiële analyse van de geaggregeerde jaarrekeningen, gebaseerd op de techniek van de ratio s (zie kaderartikel). De analyse wordt voor elke sector telkens voorafgegaan door een korte voorstelling van de context waarin de intercommunales evolueren. Dat laat toe specifieke kenmerken van de financiële structuur van de intercommunales van de betrokken sector beter te begrijpen. 1 Zie De financiële uitdagingen voor de nieuwe gemeentebesturen fiche 8, beschikbaar op het intranet van de lokale besturen, PubliLink of op de site van Dexia Bank (rubriek Professioneel Public Finance Publicaties). Definitie van de gebruikte ratio s Voor elke sector werden de verschillende rubrieken van de balans en de resultatenrekening eerst samengevoegd. Vervolgens werden de ratio s berekend op basis van de totale bedragen. De ratio s werden als volgt bepaald: Liquiditeit Current ratio Deze ratio is de verhouding tussen de vlottende activa zonder de vorderingen op meer dan één jaar, en de kortlopende passiva. Hoe meer de ratio boven 1 ligt, hoe groter de liquiditeit is. Vlottende activa (29/58) - Vorderingen op meer dan één jaar (29) Current ratio = Schulden op ten hoogste één jaar (42/48) + Overlopende rekeningen (492/3)

6 6 Intercommunale sector Acid test Deze ratio is een nauwkeurigere manier om de liquiditeit te meten. Hij elimineert in de current ratio de minder liquide elementen. Hoe verder de ratio boven 1 ligt, hoe groter de liquiditeit. Acid test = Vorderingen op ten hoogste één jaar (40/41) + Geldbeleggingen (50/53) + Liquide middelen (54/58) Schulden op ten hoogste één jaar (42/48) Solvabiliteit Financiële onafhankelijkheid Deze ratio bepaalt het aandeel van het eigen vermogen in de totale middelen die ter beschikking van de intercommunale worden gesteld. Een ratio van meer dan 50 % betekent dat de schulden met eigen middelen worden gedekt. Hoe hoger de ratio, hoe zwakker de schuld. Eigen vermogen (10/15) Financiële onafhankelijkheid = *100 passief (10/49) Langetermijnschuldratio Deze ratio wordt bepaald als de verhouding tussen enerzijds de voorzieningen, de uitgestelde belastingen en de schulden op meer dan één jaar en anderzijds het eigen vermogen. Hij geeft aan in welke mate de langetermijnschulden met eigen middelen worden gedekt. Een ratio die kleiner is dan 10, betekent dat de totale langetermijnschuld gedekt wordt met eigen kapitaal. Hoe kleiner deze ratio, hoe beter de solvabiliteit. Voorzieningen en uitgestelde belastingen (16) + Schulden op meer dan één jaar (17) Langetermijnschuldratio = *100 Eigen vermogen (10/15) Zelffinancieringsgraad Deze ratio is een gecumuleerde indicator van de vroegere rentabiliteit van de intercommunale en van haar dividendbeleid. Hij bepaalt het aandeel van de reserves en van de (het) overgedragen winst (verlies) in het totaal passief. Reserves (13) + Overgedragen winst (verlies) (140) Zelffinancieringsgraad = *100 passief (10/49) Cashflow op vreemd vermogen Deze ratio meet het gedeelte van de schulden dat zou kunnen worden terugbetaald met de cashflow van het boekjaar. Een hoge dekkingsgraad geeft aan dat de intercommunale in staat zou zijn een extra schuldenlast te dragen of dat ze over een veiligheidsmarge beschikt bij een eventuele verslechtering van de cashflow. Cashflow Cashflow (70/ / /7-9125) = *100 Vreemd vermogen Voorzieningen en uitgestelde belastingen (16) + Schulden (17/49) Rentabiliteit Rentabiliteit van het eigen vermogen Resultaat van het boekjaar (70/67) Rentabiliteit van het eigen vermogen = *100 Eigen vermogen (10/15) Operationele rentabiliteit Deze ratio meet het bedrijfsresultaat ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Bedrijfsresultaat (70/64) Operationele rentabiliteit = *100 Bedrijfsopbrengsten (70/74)

7 7 De energiesector 1. Context en belangrijkste actoren 1.1. Regelgevend kader en implicaties De gemeenten hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de organisatie van de energievoorziening (elektriciteit en gas) voor de bevolking. Het complexe karakter van de gebruikte technologie in combinatie met de massale investeringen die noodzakelijk zijn voor het vervoer en de distributie van energie hebben de gemeenten ertoe gebracht middelen samen te brengen in intercommunales. Afhankelijk van de situatie deden een aantal intercommunales een beroep op privépartners die over de nodige technologische knowhow beschikten over sommige aspecten van energiebeheer. De sector bestaat dus uit zogenaamde zuivere en gemengde intercommunales. Door de oprichting van deze intercommunales kwam voor de deelnemende gemeenten een aanzienlijke dividendenstroom op gang in ruil voor de inbreng van het gebruik van het wegennet (voor elektrische kabels en gasleidingen) en van hun monopolie op de cliënten (de zgn. immateriële dividenden in de gemengde intercommunales). In de loop van de jaren 90 bracht de Europese Unie de vrijmaking van de sector op gang. Verscheidene Europese richtlijnen (waaronder de meest recente, richtlijn 2003/54/EG 1 voor elektriciteit en richtlijn 2003/55/EG 2 voor gas) bepalen de principes van de vrijmaking van de energiemarkt in de lidstaten. Een van de grote principes van deze richtlijnen is de scheiding 3 tussen het beheer van het vervoer- en distributienet (dat een natuurlijk monopolie blijft) en de overige activiteiten, die aan concurrentie blootstaan, namelijk de productie en de levering. De richtlijnen bepalen dat de elektriciteits- en gasmarkt tegen uiterlijk 1 juli 2007 voor alle consumenten volledig vrij moet zijn. In België werden de Europese richtlijnen omgezet in zowel federale als in regionale wetgeving. Op federaal niveau gaat het om de wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 voor de elektriciteits- en gasmarkt. Op regionaal niveau gaat het om de decreten van 17 juli 2000 (elektriciteit) en van 6 juli 2001 (gas) die de energiemarkt in regelen. In is er de reglementering door de decreten van 12 april 2001 (elektriciteit) en 19 december 2002 (gas). In Brussel is de 1 Die richtlijn 96/92/EG afschaft. 2 Die richtlijn 98/30/EG afschaft. 3 De scheiding is boekhoudkundig, functioneel en juridisch. Tijdschema van de vrijmaking van de energiemarkt per gewest Tabel 1 Gewest Cliënten Vrijmaking elektriciteit Vrijmaking gas Allemaal Grote ondernemingen (jaarlijks verbruik per site > 10 GWh) (jaarlijks verbruik per site > 12 GWh) Professionele cliënten (professioneel verbruik) Allemaal Brussel Grote ondernemingen (jaarlijks verbruik per site > 10 GWh) Professionele cliënten (professioneel verbruik) (professioneel verbruik) Allemaal

8 8 De energiesector reglementering gebaseerd op de ordonnantie van 19 juli 2001 voor elektriciteit en van 1 april 2004 voor gas. De vrijmaking gebeurde geleidelijk; het tijdschema en het tempo verschillen van gewest tot gewest (tabel 1) Voornaamste actoren in een vrijgemaakte markt De vrijmaking bracht een diepgaande hervorming van de sector mee en wijzigde de rol van de bestaande marktspelers. Ook betraden nieuwe spelers de markt (schema 1). De energieproductie De producenten kunnen Belgisch of buitenlands zijn en behoren tot de publieke of de privésector. Zij zijn onderworpen aan dezelfde reglementering die federaal is, met uitzondering van de alternatieve energiebronnen, die afhangen van het regionaal niveau. Momenteel is de productie van elektriciteit nationaal en wordt zij gedomineerd door de historische nationale spelers Electrabel (91 %) en SPE (6,5 %). Gas daarentegen wordt niet hier geproduceerd maar wel ingevoerd via de terminal in Zeebrugge. Distrigaz zorgt nationaal voor de doorvoer van gas 4. Fluxys beheert de opslaginstallaties en de LNG-terminal 5 van Zeebrugge. De sector is om diverse redenen in volle verandering, met name: De vrijmaking van de markt vindt parallel plaats in alle Europese landen en leidt tot synergieën en nieuwe mogelijkheden voor de nationale en internationale producenten. Dat komt concreet tot uiting in de concentratie van activiteiten in grote internationale groepen in de productiesector. In België is de groep Suez voor 98,6 % aandeelhouder van Electrabel en voor 57,2 % van Distrigaz en van Fluxys 6. 4 De transit van aardgas van grens tot grens biedt een mogelijkheid tot het onderling met elkaar verbinden van de Europese markten en zorgt voor een gewaarborgde bevoorrading. 5 Liquefied natural gas. 6 Suez, Beheersverslag Schema 1 Voornaamste actoren van de elektriciteits- en gasmarkt na de volledige vrijmaking Marktregulatoren: CREG (federaal), VREG CWaPE BIM (regionaal) Leverancier Contract voor verkoop of levering Cliënt (gezin, onderneming) Aankoopcontract Contract voor toegang Ondernemingen die meteropname uitvoeren voor de facturatie Aansluiting Productie Distributie Levering Producent, invoer door publieke of privéonderneming Transportnetbeheerder (TNB) Elia - Fluxys Distributienetbeheerder (DNB) Intercommunales Dividenden Belastingen/heffingen Inkomen uit deelname Gemeenten Gewesten Federaties: Inter-regies, Intermixt, Synergrid, Febeg Federale overheid De contracten om de commerciële relatie tot stand te brengen tussen de leverancier en de cliënt De verschillende etappes bij de energielevering De inkomstenstromen naar de gemeenten De reguleringsinstanties van de markt en de federaties De gemeenten en de intercommunales waaraan zij deelnemen

9 De energiesector 9 De milieuproblematiek en de klimaatwijziging, die een onderdeel vormen van de duurzame ontwikkeling 7, zetten aan tot het zoeken naar nieuwe productiemethodes, vooral via hernieuwbare energiebronnen, en zorgen voor het ontstaan van tal van nieuwe spelers en methodes op de markt. Voor elektriciteit zijn verschillende producenten, los van de traditionele energiebronnen, gestart met de productie van hernieuwbare of duurzame energie. Het promoten van deze energiebronnen wordt geregeld door twee richtlijnen van de Europese Commissie (richtlijn 2001/77/CE en richtlijn 2004/8/CE). In België krijgen deze producenten steun via een systeem van groene certificaten. Een erkend producent ontvangt groene certificaten van de regionale reguleringsinstanties (cf. infra) afhankelijk van het uitgespaarde CO 2 -volume per geproduceerde referentie-eenheid. De leveranciers en de netbeheerders moeten elk kwartaal quota van groene certificaten indienen die worden vastgelegd door de reguleringsinstanties. De certificaten kunnen worden verkocht op de markt voor groene certificaten of worden aangewend om regionale steun te verkrijgen of om een minimumtarief te bedingen bij de transportnetbeheerder (TNB). Het transport Het gaat om het transport van elektriciteit via hoogspanningslijnen en van gas via hogedrukleidingen. De federale overheid stelde Elia,een dochter van Elia System Operator (ESO) aan als transportnetbeheerder (TNB) voor elektriciteit en Fluxys als TNB voor gas. Fluxys is eigenaar van het transport- en doorvoernet voor gas en beheert de opslaginstallaties en de LNG-terminal van Zeebrugge. De voornaamste aandeelhouders van Fluxys zijn Suez en Publigaz, met respectievelijk een belang van 57,2 % en 31,2 %. Publigaz beheert de participatie van de overheidsbedrijven die de Brusselse, Vlaamse en Waalse gemeenten vertegenwoordigen in de aardgasmaatschappijen. Elia en Fluxys worden de facto monopolies die worden gereguleerd in hun eigen domein. De transportnetbeheerder (TNB) brengt de elektriciteit of het aardgas tot bij de distributienetbeheerders (DNB) via leidingen met een grote capaciteit. De distributie en de meteropname Het betreft het transport en de distributie naar de gebruiker met laag- en middenspanning voor elektriciteit en met lage en middendruk voor gas. Om een te groot aantal regionale en lokale distributienetwerken tegen te gaan, wordt het lokaal net aangesteld als distributienetbeheerder (DNB).De zuivere en gemengde intercommunales die tot dan toe deze rol vervulden, worden dus aangesteld als DNB. De intercommunales verwerven feitelijke monopolies voor de distributie op lokaal vlak. De opdracht van de DNB bestrijkt volgende domeinen: het tot stand brengen van nieuwe aansluitingen en het wijzigen van de bestaande aansluitingen voor cliënten in hun distributiegebied; het ter beschikking stellen van hun net aan alle leveranciers voor het transport van elektriciteit en gas; de verantwoordelijkheid voor een efficiënte, veilige en betrouwbare werking, het verbeteren, vernieuwen en uitbreiden van het netwerk; het installeren van meters en het opnemen van de meterstanden; de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen (ODV) die wordt opgelegd door de overheid en van toepassing is op de cliënten. De vrijmaking van de markt houdt in dat er meer interactie en onderlinge uitwisseling is tussen de verschillende producenten, leveranciers, cliënten en transportnetwerken, onder meer voor bijstand aan de gebruikers, de installaties en de opgenomen meterstanden. De zuivere intercommunales zorgen zelf voor de technische exploitatie, het onderhoud en de uitbouw van het net, alsook voor het inzamelen van de metergegevens. In is Publiclear verantwoordelijk voor het doorgeven en verwerken van de metergegevens. In hebben bepaalde intercommunales een soortgelijk initiatief genomen met de oprichting van Walclear. In vertrouwden de gemengde intercommunales de exploitatie en de opname van de meterstanden toe aan Eandis, het resultaat van de samenvoeging van de activiteiten van de operatoren Netten, GeDis en Indexis. In zijn de exploitatie en de meteropname in handen van Electrabel. Met de vrijmaking speelt Sibelga de rol van voornaamste DNB voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brussels Network Operations (BNO), een dochter van Sibelga die in 2006 werd opgericht, is belast met de exploitatie van het elektriciteits- en het 7 Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de huidige behoeften zonder het vermogen van de toekomstige generaties om tegemoet te komen aan hún behoeften, in het gedrang te brengen... Uittreksel uit Een toekomst voor ons allemaal, verslag van de Internationale Commissie voor milieu en ontwikkeling van de VN, voorgezeten door mevrouw Gro Harlem Brundtland, 1987.

10 10 De energiesector gasnet. Het opnemen van de meterstanden en de verwerking van de gegevens behoren tot de opdracht van Metrix, een dochter van Sibelga. De energie-intercommunales en dus onrechtstreeks de gemeenten, concentreren zich voortaan op hun activiteit als DNB en oefenen dus niet langer commerciële activiteiten uit van energielevering. Daardoor verliezen zij ook de vergoeding die hieraan verbonden was. Om de situatie van lagere inkomsten op te vangen kunnen de gemeenten echter participaties nemen in de andere activiteiten van de sector, nl. het transport via Elia en Fluxys, of ook in de energieleveranciers die zorgen voor de commerciële activiteit. Bovendien wordt in een systeem toegepast dat in 2004 werd ingevoerd op federaal niveau onder de benaming Elia-bijdrage. Het gaat om een toeslag die wordt aangerekend door de DNB en die daarna wordt herverdeeld over de gemeenten. In geldt sinds 2003 een heffing voor het wegennet voor het innemen van het openbaar domein. In Brussel schrijft een reglement dat dateert van 2004 een heffing voor elektriciteit en gas voor. De levering De leveranciers krijgen een licentie van de bevoegde regionale overheid. Zij kunnen een commerciële relatie ontwikkelen met enerzijds de energieproducent en anderzijds de potentiële 8 cliënt en een beroep doen op de diensten van de DNB. Als voorwaarde om hun commerciële activiteit te kunnen uitvoeren, moeten zij beschikken over alle nodige informatie voor de facturatie aan hun cliënten, nl. de tarieven van de TNB/DNB, de diverse taksen en de verbruiksgegevens. De regulatoren Vier reguleringsinstanties hebben een adviserende rol ten aanzien van de overheid en zien ook toe op de toepassing van de reglementering. Op federaal niveau is dat de Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas (CREG). Er bestaan drie regionale instanties: de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), de Commission Wallonne pour l Énergie (CWaPE) en het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM). De vrijmaking van de markt leidt ook tot concurrentie tussen de leveranciers, voornamelijk via de prijs die wordt aangerekend aan de cliënt. Toch bestaat een deel van deze prijs uit tarieven van de gereguleerde marktspelers, zijnde de TNB en de DNB. Deze tarieven worden gereglementeerd door de CREG, die als overheidsinstantie ter zake bevoegd is. De tarieven moeten worden vastgelegd voor een periode van één jaar, mogen geen onderscheid maken tussen bijvoorbeeld leveranciers, moeten transparant zijn en rekening houden met de zogenaamde redelijke en werkelijke kosten die de TNB/DNB maken bij het uitoefenen van hun gereguleerde activiteiten. De tarieven moeten ook een billijke vergoeding inhouden van het geïnvesteerde kapitaal met het oog op de optimale uitbouw van het netwerk op lange termijn en de structuur van de tarieven moet aanzetten tot een optimale aanwending van de netcapaciteit. De toepassing van deze principes heeft gevolgen voor de balansstructuur van de TNB/ DNB. De evolutie van de (vaste) infrastructuur van het net en die van de operationele kosten zullen een rechtstreekse invloed hebben op de omzet van de beheerder. De federaties Naast de reguleringsinstanties zijn er ook enkele groeperingen van marktspelers die banden hebben met de energiesector: Inter-regies (verenigingen van zuivere intercommunales en regies), Intermixt (vereniging van gemengde intercommunales), Synergrid (federatie van de netbeheerders voor elektriciteit en gas in België), Febeg (federatie van de ondernemingen die een exploitatiezetel hebben in België en actief zijn in de productie, het netbeheer, de meteropname of een commerciële activiteit uitoefenen op het vlak van elektriciteit of gas). 2. Financiële analyse van de intercommunales van de sector 2.1. Intercommunales voor elektriciteits- en gasdistributie Analyse van de sector De analyse heeft hoofdzakelijk betrekking op de intercommunales die actief zijn in de distributie van elektriciteit en van gas, d.w.z. 31 intercommunales, 13 in, 15 in en 3 in Brussel 9. Het gedeelte kabeltelevisie werd uit de cijfers verwijderd. De intercommunale die actief is op beide domeinen publiceert haar jaarrekening immers per activiteit. De financiële gegevens worden geanalyseerd per gewest en per type van intercommunale (gemengd/zuiver) (tabel 2). De vrijmaking van de markt heeft een significante impact op de balansstructuur en de jaarrekening van 8 Elke cliënt heeft het recht van vrije keuze voor de levering van energie en kan een overeenkomst sluiten met een producent, een verdeler of een tussenpersoon van zijn keuze. 9 Sibelgas (sector noord), Sibelga, RDE (Elsene).

11 De energiesector 11 de intercommunales. Deze impact volgt het tijdsschema van de implementatie van de vrijmaking per gewest (cf. tabel 1). In is de vrijmaking effectief voor alle cliënten sinds 2003, terwijl in en in Brussel enkel de professionele cliënten sinds einde 2005 toegang hebben tot de vrijgemaakte markt, en de intercommunales voor alle andere cliënten de rol blijven spelen van energieleverancier. Bovendien werd het landschap van de intercommunales grondig gewijzigd door het nieuwe wettelijke kader per gewest en de bedrijfsherstructureringen. In in de provincie Limburg werd onder meer Interelectra opgesplitst in drie intercommunales: Inter-energa voor energie, Inter-aqua voor water en Inter-media voor kabeltelevisie. De cijfers houden rekening met deze herstructurering. Interelectra blijft evenwel de operationele tak van deze nieuwe structuur. In ging eind 2006 Socolie op in ALE. ElectrHainaut en I.H.G. werden overgenomen door de Intercommunale Pure de Financement du Hainaut (IPFH). De jaarrekening van de twee overgenomen intercommunales werd eind september 2005 afgesloten. Structuur van de activa Eind 2005 vertegenwoordigden de totale activa van de energie-intercommunales (DNB) 16,4 miljard EUR. Uitgesplitst in het gemengde en het zuivere segment geeft dit een aandeel van respectievelijk 76,3 % en 23,7 %. Uit de verdeling per gewest en per type blijkt duidelijk het overwicht van de Vlaamse gemengde intercommunales (tabel 2). Ter vergelijking, de middelen die worden aangewend voor het transport (TNB) zijn ook aanzienlijk. In 2005 noteren de twee economisch belangrijke spelers voor elektriciteit (Elia) en gas (Fluxys) een balanstotaal van 7,6 miljard EUR, met vaste activa die 89 % van het totaal vertegenwoordigen. Het aandeel van de materiële vaste activa bedroeg 44,1 %. Het eigen vermogen vertegenwoordigt 56,7 % van de totale passiva 10. In 2005 bedroegen de vaste activa ongeveer driekwart van de totale activa van de energie-intercommunales (tabel 3). De vaste activa wegen overigens relatief gezien zwaarder door in de balans van de Vlaamse intercommunales. Bij de vaste activa hebben de materiële vaste activa duidelijk een overwicht, zij het in verschillende mate naar gelang van het segment. Ze vertegenwoordigen de waarde van de netten waarvan de intercommunales eigenaar zijn, alsook de waarde van de terreinen, de gebouwen, het meubilair en het materiaal die in mede-eigendom werden verworven. De immateriële vaste activa vertegenwoordigen de waarde van de inbreng van de technische distributie-installaties door de vennoten. Deze rubriek is in feite enkel relevant voor enkele Waalse en Brusselse gemengde intercommunales. In de meeste daarvan zijn de intercommunales immers eigenaar van de distributie-installaties. Ten slotte geeft de indeling volgens segment ook aan dat de financiële vaste activa verhoudingsgewijs belangrijker zijn in de zuivere intercommunales, meer bepaald in. We stippen aan dat de aanzienlijke financiële vaste activa werden ondergebracht in enkele intercommunales met participaties in andere ondernemingen die een link hebben met de energiesector. De financiële vaste activa van de Vlaamse gemengde intercommunales, die 3,1 % van de totale activa vertegenwoordigen, bestaan vooral uit participaties in Telenet die verworven werden bij de verkoop van de kabeltelevisieactiviteit aan Telenet in De vlottende activa belopen 25,4 % van de totale activa. De omvang en de samenstelling ervan variëren naar gelang van het gewest en het segment. 10 Bron: Bel-First - jaarrekening Kenmerken van de geanalyseerde energie-intercommunales 2005 Tabel 2 Gewest Type Aantal actief (miljoen EUR) Aandeel (%) Zuivere ,2 % Gemengde ,1 % Zuivere ,5 % Gemengde ,9 % Brussel Gemengde ,3 %

12 12 De energiesector Tabel 3 Structuur van het actief van de energie-intercommunales 2005 (in % van de totale activa) Zuivere Gemengde Zuivere Gemengde Brussel Gemengde Vaste activa 72,5 % 84,9 % 60,2 % 70,7 % 62,6 % 74,6 % Oprichtingskosten Immateriële vaste activa 0,3 % 0,3 % 4,4 % 10,1 % 2,2 % Materiële vaste activa 65,9 % 81,8 % 44,0 % 66,2 % 52,4 % 68,4 % Financiële vaste activa 6,3 % 3,1 % 15,9 % 0,1 % 0,1 % 4,0 % Vlottende activa 27,5 % 15,1 % 39,8 % 29,3 % 37,4 % 25,4 % Vorderingen op meer dan één jaar 0,1 % 0,4 % 9,7 % 2,4 % 0,5 % 2,0 % Voorraden en bestellingen in uitvoering 4,8 % 0,2 % 1,6 % 0,3 % 0,8 % 1,1 % Vorderingen op ten hoogste één jaar 17,5 % 6,9 % 9,6 % 9,4 % 9,7 % 9,3 % Geldbeleggingen 1,6 % 1,1 % 14,6 % 5,0 % 2,9 % Liquide middelen 1,0 % 0,3 % 0,7 % 0,3 % 0,2 % 0,4 % Overlopende rekeningen 2,5 % 6,2 % 3,6 % 17,1 % 21,2 % 9,7 % Grafiek 1 Evolutie van de structuur van het actief van de energie-intercommunales en van het bedrijfskapitaal per regio (in miljoen EUR) Brussel Vaste activa Vlottende activa Nominaal bedrijfskapitaal Materiële vaste activa De evolutie van de structuur van de activa wordt onderbroken in 2003 als gevolg van de vrijmaking van de energiemarkt die op die datum reeds een feit was in, maar ook als gevolg van de toepassing van het regelgevend kader voor de tarifering en meer bepaald van de berekening van de billijke winstmarge voor het geïnvesteerde kapitaal. De berekening van het geïnvesteerde kapitaal omvat de economische heropbouwwaarde van de gereguleerde materiële vaste activa, waar men het nominaal bedrijfskapitaal aan moet toevoegen of van moet aftrekken 11. Zij vormen de gereguleerde activa (RAB 12 ) 11 Het nominaal bedrijfskapitaal is gelijk aan het verschil tussen de som van de voorraden en de bestellingen in uitvoering, de vorderingen op ten hoogste één jaar en de overlopende rekeningen van het actief, enerzijds, en de som van de schulden op ten hoogste één jaar en de overlopende rekeningen, anderzijds. 12 Regulated asset base.

13 De energiesector 13 die zullen dienen om de tarifering vast te leggen. De eventueel ontvangen toelagen moeten daarvan worden afgetrokken. Er werd op initiatief van de CREG een initiële RAB opgesteld op basis van de activa van 31 december 2001, die pas in 2003 werd geboekt. Deze oefening leidde in bepaalde intercommunales tot een toename van de materiële vaste activa om het verschil tussen de boekhoudwaarde en de economische waarde te compenseren. Vooral dat element zorgde voor de toename van de vaste activa en bijgevolg voor een relatieve daling van het aandeel van de vlottende activa. Elk jaar vindt een herwaardering plaats die wordt gecoördineerd door de CREG. Grafiek 1 toont een positieve evolutie over de periode van de vaste activa en ook van het bedrijfskapitaal in de drie gewesten 13. De methodologie heeft onrechtstreekse gevolgen in die zin dat de balansstructuur een invloed kan hebben op de resultatenrekening van de TNB/DNB. Dat is het geval voor de afschrijvingen op de vaste activa, die de waarde ervan nog meer doen dalen. Sommige TNB/DNB gaan hier evenwel niet mee akkoord, omdat zij vinden dat een afschrijving niet nodig is gezien hun monopolie voor deze activiteit. De toename van het bedrijfskapitaal tussen 2004 en 2005 kan worden verklaard door de stijging van de volgende rubrieken: de voorraden en de bestellingen in uitvoering namen toe met 1,1 % in 2005 tegen 0,7 % in 2004; de vorderingen op ten hoogste 1 jaar met 9,3 % in 2005 tegen 7,2 % in Het aandeel van de overlopende rekeningen steeg met 9,7 % in 2005 tegen 8,9 % in Structuur van het passief De structuur van het passief van de energie-intercommunales vertoont geen grote verschillen tussen de vijf betrokken segmenten (tabel 4). Ze wordt overheerst door het eigen vermogen, dat voor de hele intercommunale sector in ,2 % van de totale passiva vertegenwoordigt. Het verschil tussen de zuivere en de gemengde intercommunales bedraagt 2,2 %. Uit een analyse per regio blijkt dat in het aandeel van het eigen vermogen uitkomt op 71,1 %, in op 62 % en in Brussel op 56,2 %. In het kader van de tarifering die wordt toegepast door de TNB/DNB bepaalt de CREG een vergoedingspercentage voor het eigen vermogen op basis van een solvabiliteitsratio (eigen vermogen/totaal vermogen), dat zo dicht mogelijk bij 33 % ligt. Deze verhouding wordt toegepast op de RAB waardoor de tarifering en dus ook de vergoeding kan worden aangepast. Merk evenwel op dat het deel van het eigen vermogen dat hoger ligt dan de CREG-referentie gedeeltelijk wordt vergoed door toepassing van een formule die gebaseerd is op een referentie van financiële indexen (OLO). Aan passiefzijde bestaat er voor de meeste intercommunales een grote asymmetrie tussen de gereguleerde financieringsstructuur (33/67) en de reële financieringsstructuur. Het aandeel van de herwaarderingsmeerwaarden in de passiva van alle intercommunales is tussen De daling in die werd vastgesteld in 2005 heeft te maken met een technisch effect op de reeksen en het afzonderen van de wateractiviteit van Interelectra. Structuur van het passief van de energie-intercommunales 2005 (in % van de totale passiva) Tabel 4 Zuivere Gemengde Zuivere Gemengde Brussel Gemengde Eigen vermogen 63,3 % 73,3 % 65,5 % 60,3 % 56,2 % 66,2 % Kapitaal 21,4 % 42,1 % 15,5 % 3 40,8 % 33,3 % Uitgiftepremies 5,8 % 0,6 % 0,7 % Herwaarderingsmeerwaarden 8,7 % 23,2 % 15,9 % 26,2 % 6,2 % 19,6 % Reserves 27,3 % 2,6 % 32,8 % 4,1 % 8,4 % 10,1 % Overgedragen winst 5,4 % 1,0 % 0,2 % 2,4 % Kapitaalsubsidies 0,1 % 0,3 % 0,1 % Voorzieningen en uitgestelde belastingen 1,5 % 0,6 % 2,1 % 0,6 % 0,9 % 0,9 % Schulden 35,2 % 26,1 % 32,4 % 39,1 % 42,9 % 32,9 % Schulden op meer dan één jaar 14,7 % 18,0 % 18,0 % 16,0 % 11,4 % 16,4 % Schulden op ten hoogste één jaar 17,2 % 5,9 % 13,1 % 22,1 % 30,4 % 14,6 % Overlopende rekeningen 3,3 % 2,2 % 1,3 % 1,0 % 1,1 % 1,9 %

14 14 De energiesector en 2005 gestegen van 8,1 % tot 19,6 %, met een verdubbeling tussen 2002 en Deze toename is de tegenwaarde voor de herwaarderingen van de materiële vaste activa tegen hun economische heropbouwwaarde aan de actiefzijde. Deze nieuwe waardering leidt voor heel wat intercommunales tot aanzienlijke herwaarderingsmeerwaarden. De schulden van hun kant vertegenwoordigden in ,9 % van het balanstotaal voor de gezamenlijke energie-intercommunales. Het aandeel van de Evolutie en uitsplitsing van het resultaat van het boekjaar van de energieintercommunales (in miljoen EUR) Grafiek Vlaamse Zuivere Zuivere Brussel Gemengde Vlaamse Gemengde Gemengde schulden ligt veel lager dan de CREG-referentie van 67 % in het kader van de tarifering. De schulden op meer dan één jaar zijn in 2005 echter gestegen tot 16,4 % tegen 14,2 % in 2004.Het aandeel van de schulden in bedraagt 28,1 % tegen 36,8 % in en 42,8 % in Brussel. Merk op dat de kortetermijnschulden (14,6 %) in vergelijking met 2004 gedaald zijn met 14,9 %. De kortetermijnschulden spelen een rol in het bedrijfskapitaal. Resultaat van het boekjaar In 2005 kwam voor de energie-intercommunales het resultaat van het boekjaar uit op 845,8 miljoen EUR. Uit de uitsplitsing van het resultaat tussen de verschillende segmenten blijkt dat de Vlaamse gemengde intercommunales met 58,9 % de grootste bijdrage aan het resultaat leveren. De gevolgen van de vrijmaking van de energiemarkt komen duidelijk tot uiting in de evolutie van het resultaat van het boekjaar (grafiek 2). Dat laat tussen 2003 en 2005 een daling optekenen met 35,8 %. De daling van het resultaat van het boekjaar is grotendeels toe te schrijven aan de Vlaamse intercommunales, die sedert 1 juli 2003 geen elektriciteit of gas meer leveren en hun bedrijfsresultaat gevoelig zien krimpen (-55,8 %). In de Waalse en Brusselse intercommunales lijkt de vrijmaking van de markt voor de professionele cliënten die het wensten vanaf 1 juli 2004 geen negatieve gevolgen te hebben gehad voor het resultaat. Volgens de principes van de CREG worden de exploitatie-uitgaven onder de vorm van redelijke kosten opgenomen in de tarieven die de DNB toepast. De bedoeling is enerzijds de verbruikte input te kunnen berekenen (energietransit, aantal aansluitingen, lengte van het net,...) die aan de basis ligt van de output en anderzijds het afschrijvingspercentage van de materiële activa in rekening te brengen evenals de Tabel 5 Structuur van het resultaat van het boekjaar van de energie-intercommunales 2005 (in % van het totaal resultaat) Zuivere Gemengde Zuivere Gemengde Brussel Gemengde Bedrijfsresultaat 35,4 % 110,1 % 71,9 % 108,5 % 101,6 % 84,9 % Financieel resultaat 1,2 % -14,9 % 27,8 % -6,1 % -0,2 % 1,0 % Uitzonderlijk resultaat 63,4 % 10,2 % 0,6 % 0,9 % 16,3 % Belastingen (-) 5,4 % 0,3 % 2,4 % 2,3 % 2,2 % Resultaat van het boekjaar In miljoen EUR

15 De energiesector 15 vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal (eigen en vreemd vermogen) 14. Al deze elementen kunnen immers een impact hebben op de omzet van de intercommunales. De uitsplitsing van het resultaat van het boekjaar toont aan dat het bedrijfsresultaat het sterkst bijdraagt tot het resultaat van het boekjaar (tabel 5), zij het in uiteenlopende mate naar gelang van het segment. In de Waalse zuivere intercommunales noteren wij de hogere bijdrage van het financieel resultaat 15. In de gemengde intercommunales ten slotte, levert het financieel resultaat een positieve bijdrage aan het resultaat van het boekjaar. Financiële ratio s Liquiditeit De liquiditeit van de energie-intercommunales is tamelijk beperkt. Terwijl de current ratio groter is dan 1, geldt dat niet voor de acid test (0,9), de meest nauwkeurige manier om de liquiditeit te meten (tabel 6). Hoe verder de ratio boven 1, hoe groter de liquiditeit. Vooral de Waalse en Brusselse gemengde intercommunales worden gekenmerkt door een zwakke liquiditeit. Dat heeft te maken met de rol van de privépartner, die in 2005 nog belast was met het hele operationele beheer van de intercommunale. De Waalse zuivere intercommunales van hun kant hebben overvloedige liquide middelen De bepaling en de controle van de exploitatie-uitgaven gebeuren via benchmarking gebaseerd op de methode van de Data Envelopment Analysis (DEA), initieel toegepast op de cijfers van Hiermee wordt elke DNB gepositionneerd ten opzichte van een efficiencygrens. 15 Deze bijdrage houdt verband met het groter aandeel van de financiële vaste activa in dit segment. 16 De Waalse zuivere intercommunales hebben een zeer gunstige ratio ten opzichte van de overige segmenten, door de samenloop van twee elementen. Enerzijds hebben hun vlottende activa een relatief hoog gewicht en anderzijds bekleden de kortlopende passiva een relatief minder belangrijke plaats. Liquiditeitsratio s van de energie-intercommunales 2005 Tabel 6 Zuivere Gemengde Zuivere Gemengde Brussel Gemengde Current ratio 1,3 1,8 2,1 1,2 1,2 1,4 Acid test 1,2 1,4 1,9 0,4 0,5 0,9 Evolutie van de current ratio van de energie-intercommunales Grafiek 3 4,0 3,5 3,0 2, ,0 1,5 1,0 0,5 0,0 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3, Vlaamse Zuivere Zuivere Vlaamse Gemengde Gemengde Brussel Gemengde

16 16 De energiesector De liquiditeitsratio s kunnen gevoelig verschillen van intercommunale tot intercommunale. Zo zijn de current ratio en de acid test kleiner dan 1 voor respectievelijk drie en twaalf van de 31 onderzochte intercommunales. Grafiek 3 geeft voor elke intercommunale van de sector de waarde van de current ratio in 2002 en De intercommunales die boven de bissectrice liggen, zijn die waarvan de liquiditeitsratio is verbeterd, wat het geval is voor bijna alle onderzochte intercommunales. Het aantal intercommunales met een ratio van meer dan 1 is duidelijk toegenomen tussen 2002 en Opmerkelijk is de verbetering van de ratio van de gemengde intercommunales in, die zich ver boven de bissectrice bevinden. Zij hebben een lagere schuldenstructuur (cf. tabel 4). Tijdens deze periode zijn de kortlopende schulden aanzienlijk gedaald. De kortetermijnschulden spelen een negatieve rol in het bedrijfskapitaal. Solvabiliteit De vier onderzochte ratio s wijzen op een gunstige solvabiliteit in 2005 (tabel 7). De ratio van de financiële onafhankelijkheid heeft een waarde van meer dan vijftig voor de vijf segmenten. Dit betekent dat de schulden volledig gedekt zijn met eigen middelen. In de Vlaamse gemengde intercommunales vertoont de ratio de hoogste score. De ratio van de langetermijnschuld van zijn kant leert ons dat het deel van de langetermijnschuld voor alle segmenten volledig gedekt wordt met eigen middelen. Gemiddeld vertegenwoordigen de langetermijnschulden 26,2 % van het eigen vermogen, wat neerkomt op een stijging met 4,1 % ten opzichte van Tabel 7 Solvabiliteitsratio s van de energie-intercommunales 2005 Zuivere Gemengde Zuivere Gemengde Brussel Gemengde Financiële onafhankelijkheid 63,3 % 73,3 % 65,5 % 60,3 % 56,2 % 66,2 % Langetermijnschuld 25,5 % 25,3 % 30,7 % 27,5 % 22,0 % 26,2 % Zelffinancieringsgraad 27,4 % 8,0 % 33,8 % 4,1 % 8,5 % 12,5 % Cashflow/vreemd vermogen 4 23,7 % 29,3 % 15,0 % 22,1 % 23,7 % Grafiek 4 Evolutie van de ratio van de langetermijnschuld van de energie-intercommunales % 50 % 40 % % 20 % 10 % 0 % 0 % 10 % 20 % 30 % 40% 50 % 2002 Vlaamse Zuivere Vlaamse Gemengde Brussel Gemengde Zuivere Gemengde

17 De energiesector 17 Evolutie van de cashflow op vreemd vermogen van de energie-intercommunales Grafiek 5 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % Vlaamse Zuivere Vlaamse Gemengde Brussel Gemengde Zuivere Gemengde Voor de zelffinancieringsgraad moet een onderscheid worden gemaakt tussen het zuivere en het gemengde segment. De zuivere intercommunales hebben een hogere ratio. Dat heeft te maken met de structuur van hun eigen vermogen en het bedrag van de reserves dat verhoudingsgewijs hoger ligt bij de zuivere intercommunales dan bij de gemengde intercommunales. De vierde ratio ten slotte, toont aan dat iets minder dan een kwart van de schulden met de cashflow van het boekjaar zouden kunnen worden terugbetaald. Deze verhouding blijkt evenwel lager voor de Waalse gemengde intercommunales. Dezelfde ratio s vertonen geen parallelle ontwikkeling tussen 2002 en De ratio van de financiële onafhankelijkheid laat tijdens deze periode globaal een verbetering zien. Hij kan in verband worden gebracht met de toelichting bij de passiva en met het aandeel van het eigen vermogen. Het grote aandeel van het eigen vermogen houdt met name rekening met de gevolgen van de herwaarderingsmeerwaarden die in 2003 en 2004 werden toegepast. De ratio van de langetermijnschuld verslechtert voor de vijf segmenten. De langetermijnschuld vertoont een stijging. De ratio blijft evenwel gunstig, d.w.z. minder dan 100 %; de meeste intercommunales geven een relatief lage waarde te zien. De zelffinancieringsgraad verslechtert licht tussen 2002 en 2005, behalve voor de Vlaamse zuivere intercommunales en de Brusselse intercommunales. De reserves vertonen immers een lichte daling. De cashflow op vreemd vermogen ten slotte, is aanzienlijk verslechterd voor de Vlaamse gemengde intercommunales (grafiek 5). De vermindering van het resultaat van het boekjaar als gevolg van de vrijmaking van de energiemarkt veroorzaakt een daling van de cashflow. De cashflow geeft over de periode tussen 2004 en 2005 een significante stijging te zien voor de Brusselse intercommunales. Rentabiliteit Ondanks de vrijmaking behouden de energie-intercommunales goede rentabiliteitsratio s (tabel 8). De rentabiliteit van het eigen vermogen is in 2005 het hoogst voor de Vlaamse zuivere intercommunales. Rentabiliteitsratio s van de energie-intercommunales 2005 Tabel 8 Zuivere Gemengde Zuivere Gemengde Brussel Gemengde Rentabiliteit van het eigen vermogen 15,5 % 4,0 % 12,4 % 7,0 % 13,3 % 7,8 % Operationele rentabiliteit 9,9 % 13,7 % 17,2 % 14,2 % 16,3 % 14,2 %

18 18 De energiesector Vanuit het oogpunt van de operationele rentabiliteit scoren de Waalse gemengde intercommunales echter het best. Tussen 2002 en 2005 verslechtert de rentabiliteit van het eigen vermogen continu voor de Vlaamse gemengde intercommunales. Voor de Vlaamse zuivere intercommunales daalt de rentabiliteit in 2003 en 2004 als gevolg van de vrijmaking en in 2005 stijgt ze weer. De Waalse en de Brusselse gemengde intercommunales zien hun rentabiliteit continu afnemen (met uitzondering voor de Waalse gemengde in 2005), terwijl de Waalse zuivere intercommunales een aanzienlijke verbetering laten optekenen. Grafiek 6 Evolutie van de rentabiliteit van het eigen vermogen van de energie-intercommunales % 25 % 20 % 15 % 10 % 5 % 0 % Vlaamse Zuivere Vlaamse Gemengde Brussel Gemengde Zuivere Gemengde

19 19 Waterbeheer 1. Context en belangrijkste actoren De watersector is in volle evolutie. Europese richtlijnen zorgden ervoor dat de sector een integrale drinkwaterprijs instelde die geleidelijk aan alle kosten van het waterverbruik in rekening brengt. De Europese Kaderrichtlijn Water van 22 december 2000 legde een globaal actiekader vast voor het waterbeleid binnen de lidstaten. Om het duurzaam gebruik van de watervoorraden te bevorderen moeten de Europese landen een geïntegreerd waterbeleid voeren voor de hydrografische bekkens. Het uiteindelijke doel is om tegen 2015 een goede kwaliteit te bekomen van het oppervlakte-, kust- en grondwater. Rationeel verbruik staat hierbij centraal. Het tariferingsbeleid moet de verbruiker bewust maken van de kosten van zijn waterverbruik: via de werkelijke drinkwaterprijs kunnen alle kosten in verband met het drinkwatergebruik (winning, behandeling, distributie, opvang en zuivering van het afvalwater) worden teruggewonnen. De invoering van het integraal waterbeleid leidt tot een verdere professionalisering en een toename van het technisch karakter van het metier. De complexiteit van de wetgeving, de opgelegde kwaliteitscontroles en de investeringen die moeten gebeuren om de organisatie af te stemmen op de Europese wetgeving, maken kleine structuren kwetsbaar. Daarom drong een grondige reorganisatie van de sector zich op. Zoals uit de cijfers van 2005 zal blijken kwam in de herschikking van de sector reeds op gang is het jaar waarin de drinkwatermaatschappijen saneringsplicht opgelegd kregen en ze nieuwe activiteiten ontwikkelden voor rioolbeheer en waterzuivering. Specifieke servicelijnen en samenwerkingsverbanden binnen de sector zagen het licht, waarvan twee samenwerkingsverbanden onder de vorm van nieuwe intercommunales. In is het de bedoeling de intercommunale sector voor de productie en/of de distributie van drinkwater op termijn, na een rationalisatie-operatie, tot slechts drie intercommunales te herleiden, naast de regionale SWDE. De eerste fusies en opslorpingen werden voltrokken in In Brussel ten slotte zullen vanaf 2007 na een fusieprocedure nog twee intercommunales verderwerken, samen met een regionale maatschappij voor sanering. In België is het waterbeleid een gewestelijke bevoegdheid. De Europese richtlijn werd omgezet in het Vlaams decreet van 18 juli 2003 en via de bijlage bij het Waalse Gewestdecreet van 3 maart 2005 die de Code de l eau coördineert. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest legt de ordonnantie van 20 oktober 2006 het kader voor het waterbeleid vast. In staat de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in voor het waterbeleid. Haar opdracht omvat in dit kader het meten van de kwaliteit van het oppervlaktewater, rapporteren over de toestand van het milieu en ecologisch en economisch toezien op de uitbouw en het beheer van de waterzuiveringsinfrastructuur. Toen de Vlaamse regering met het decreet van 18 juli 2003 de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) in het leven heeft geroepen, kreeg VMM het voorzitterschap. Deze coördinatiecommissie is belast met de voorbereiding, de planning, de controle en de follow-up van het integraal waterbeleid aangestuurd door de Europese Kaderrichtlijn Water. De drinkwaterproductie en -distributie zijn een zaak van regionaal en lokaal belang en zijn volledig in handen van de publieke sector. In gebeurt de productie en distributie grotendeels door de gewestelijke Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW), een instelling van openbaar nut. Op lokaal vlak zijn er negen intercommunales actief in de drinkwatersector en zes gewone gemeentebedrijven voor water. Voor de waterzuivering en de riolering daarentegen gaf de Vlaamse overheid de naamloze vennootschap Aquafin de decretale bevoegdheid om het gewestelijk programma van bovengemeentelijke riolerings-

20 20 Waterbeheer infrastructuur te realiseren. Op het lokale vlak zijn de gemeenten bevoegd voor afvalwater of concreet, voor het lokale rioleringsnet en de kleinschalige waterzuiveringsinstallaties. In 2005 begon een ingrijpende reorganisatie van de drinkwatersector vorm te krijgen, meer bepaald als gevolg van de nieuwe wetgeving rond de waterzuivering. Het Vlaamse programmadecreet van 24 december 2004 legde de drinkwatermaatschappijen immers saneringsplicht op en maakte de integrale drinkwaterprijs een feit. De drinkwatermaatschappijen zijn voortaan verplicht het water te saneren dat hun abonnees verbruiken en lozen. Om aan de saneringsplicht te voldoen sluiten de maatschappijen een overeenkomst met de instantie die instaat voor het rioolbeheer op het grondgebied van de gemeente, d.i. de gemeente zelf, een drinkwatermaatschappij of een intergemeentelijk samenwerkingsverband. Een aantal drinkwatermaatschappijen creëerde een specifieke servicelijn om de inzameling en zuivering van het afvalwater voor de gemeenten te kunnen uitvoeren, al dan niet met statutaire inbreng door de gemeenten van een gebruiksrecht op de rioolinfrastructuur. De gemeente beslist autonoom aan wie ze de saneringsopdracht toewijst. Bijna de helft van de gemeenten bleef tot nu toe zelf het beheer van de riolering waarnemen, al dan niet met het uitbesteden van deelaspecten aan intercommunales in de waterzuiveringssector. Deze nieuwe ontwikkelingen gaven in de loop van 2005 en 2006 aanleiding tot de oprichting van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen spelers op de watermarkt, twee nieuwe opdrachthoudende intergemeentelijke verenigingen. In de analyse over de cijfers van 2005 kon de jaarrekening van Inter-aqua reeds worden opgenomen, een bezitsintercommunale gelinkt aan Interelectra en ontstaan door de inbreng van de eigendom van gemeentelijke riolering in een opdrachthoudende vereniging. De tweede nieuwe intercommunale Riobra werd pas actief in 2006 en maakt nog geen deel uit van onze analyse. Via de gemeentelijke en de bovengemeentelijke saneringsbijdrage op de eengemaakte drinkwaterfactuur kunnen de drinkwatermaatschappijen voortaan een deel van de kosten recupereren bij de gebruiker. In de analyse zullen we op de resultatenrekening zien dat deze nieuwe opbrengsten (saneringsbijdragen, werkingstoelagen van de overheid) en kosten (facturatie bovengemeentelijke sanering door Aquafin) de totale bedrijfsopbrengsten en -kosten gevoelig doen toenemen ten opzichte van de vorige jaren. In is de Société publique de gestion de l eau (SPGE) belast met de uitvoering van het waterbeleid van de Waalse regering. De Waalse regering heeft met de SPGE een beheerscontract afgesloten voor de bescherming van de waterwinning en voor de sanering, die de opvang, de zuivering, de prioritaire riolering en het afvoeren van overstromingswater omvat. Deze sluit op haar beurt dienstverleningscontracten af met intercommunales die als zuiveringsinstellingen erkend zijn (EZI) 1. De maatschappij Protectis ten slotte, werd opgericht door de voornaamste Waalse producenten en de SPGE om via overleg de werkzaamheden voor de bescherming van de winning uit te voeren. Heel wat actoren zijn betrokken bij de productie en distributie: de Société Wallonne des Eaux (SWDE), d.i. een instelling van openbaar nut, 18 intercommunales 2 en 47 gemeentediensten. In de praktijk zorgen de SWDE en twee intercommunales echter voor 80 % van de productie en distributie. De regionale rationalisatieplannen voor de intercommunale sector, opgesteld in 2006, voorzien een geleidelijke vermindering van het aantal intercommunales voor waterbeheer tot drie, naast de groep rond SWDE-Aquasambre. Deze vier bedrijven samen zouden 93 % van de Waalse bevolking van drinkwater voorzien. De gemeentediensten voor water zouden bij een van de drie intercommunales ondergebracht worden. Eind 2006 was de fusie of opslorping van zes intercommunales al een feit. De cijfers van deze verdwenen intercommunales zitten nog wel verwerkt in de analyse van de jaarrekeningen In Brussel is het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM), opgericht in 1989, het resultaat van het streven naar een rationeel beheer van het milieubeleid. Het controleert onder meer het water en bestrijdt de vervuiling, ontwikkelt het blauwe netwerk 3 en bestudeert de manier waarop de Europese wetgeving wordt omgezet. De Ordonnantie van 20 oktober 2006 richt in het kader van het waterbeleid de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB) op, die tot doel heeft de openbare sanering van het stedelijk afvalwater te verzekeren op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De verschillende kosten verbonden aan de sanering van het stedelijk afvalwater zullen op een transparante wijze worden opgenomen in de drinkwaterprijs. 1 Er zijn momenteel zeven EZI s: AIDE, AIVE, IPALLE, IDELUX, IBW, INA- SEP en IGRETEC. 2 Waaronder twee gewestoverschrijdende intercommunales. 3 Het betreft een programma voor de sanering van de Brusselse rivieren.

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven Lokale financiën Lokale overheidsbedrijven 2014 Inhoud Editoriaal De lokale overheidsbedrijven, een niet te verwaarlozen economische factor 3 De lokale overheidsbedrijven en de Europese, nationale en regionale

Nadere informatie

Lokale overheidsbedrijven

Lokale overheidsbedrijven Mei 2009 Lokale overheidsbedrijven Inhoud De lokale overheidsbedrijven 3 Kenmerken van de lokale overheidsbedrijven 3 Kader van de financiële analyse 4 Financiële analyse van de lokale overheidsbedrijven

Nadere informatie

Lokale overheidsbedrijven

Lokale overheidsbedrijven Mei 2008 Lokale overheidsbedrijven Inhoud Concept en activiteitskader van de lokale overheidsbedrijven in België 3 Het begrip lokaal overheidsbedrijf 3 Een sector in volle ontwikkeling 4 Draagwijdte van

Nadere informatie

Thema-analyse lokale financiën De energiesector

Thema-analyse lokale financiën De energiesector Thema-analyse lokale financiën De energiesector 1. Evoluties in de Belgische energiesector Door de zesde staatshervorming zijn gewesten vanaf 1 juli 2014 bevoegd voor distributienettarieven, naast het

Nadere informatie

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven. Inhoud. Editoriaal. Mei 2011. Lokale overheidsbedrijven op heel wat domeinen

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven. Inhoud. Editoriaal. Mei 2011. Lokale overheidsbedrijven op heel wat domeinen Mei 2011 Lokale financiën Lokale overheidsbedrijven Editoriaal Inhoud Lokale overheidsbedrijven 3 Kenmerken van de lokale overheidsbedrijven 3 Kader van de financiële analyse 3 Financiële analyse van de

Nadere informatie

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven. Editoriaal. Inhoud

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven. Editoriaal. Inhoud Lokale financiën Mei 2012 Lokale overheidsbedrijven Inhoud Lokale overheidsbedrijven 3 Kenmerken van de lokale overheidsbedrijven 3 Kader van de financiële analyse 3 Financiële analyse van de lokale overheidsbedrijven

Nadere informatie

Energiesector. 1. Context en belangrijkste actoren

Energiesector. 1. Context en belangrijkste actoren Energiesector 1. Context en belangrijkste actoren Een aantal opvallende feiten op het vlak van energie 1 waren belangrijk in 2010. Op Europees niveau trad op 3 september 2009 het derde pakket energiewetten

Nadere informatie

uitdaging gemeente De financiële uitdagingen voor de nieuwe gemeentebesturen

uitdaging gemeente De financiële uitdagingen voor de nieuwe gemeentebesturen 2007 Deze studie werd gerealiseerd in december 2006 (met de tot dan beschikbare informatie) door de Researchafdeling van Dexia Bank in samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)

Nadere informatie

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen 2004-2005 van Gimvindus nv

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen 2004-2005 van Gimvindus nv Stuk 37-K (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 8 augustus 2008 VERSLAG van het Rekenhof over de controle van de rekeningen 2004-2005 van Gimvindus nv 4596 REK Stuk 37-K (2007-2008) Nr. 1 2 3 Stuk 37-K (2007-2008)

Nadere informatie

Liberalisering van de energiemarkten. Algemene context. Dag 1:

Liberalisering van de energiemarkten. Algemene context. Dag 1: Liberalisering van de energiemarkten Algemene context Dag 1: Agenda van de opleiding I. Energieprijzen II. Institutionele context van de energie in België III. Organisatie van de elektriciteit- en gasmarkt

Nadere informatie

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN 48 8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN 8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN CONSOLIDEREN Beheren DUIDELIJKHEID DE REKENINGEN VAN PARKING.BRUSSELS Het kapitaal van het Agentschap = 561.500 Het kapitaal van het Agentschap,

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Jaarverslag van de raad van bestuur aan de gewone algemene vergadering

Nadere informatie

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45% FINANCIEEL PLAN opstart 1. PROGNOSE RESULTATENREKENING Cijfers in euro Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 BEDRIJFSOPBRENGSTEN 291.500 327.530 448.381 493.094 542.276 Omzet 290.000 326.000 446.820 491.502

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Jaarverslag van de raad van bestuur aan de gewone algemene vergadering

Nadere informatie

CIRIEC. 29 november 2007. Unbundling in de Sector gas en elektriciteit in België : middel of objectief

CIRIEC. 29 november 2007. Unbundling in de Sector gas en elektriciteit in België : middel of objectief CIRIEC 29 november 2007 Unbundling in de Sector gas en elektriciteit in België : middel of objectief Als we in België over Unbundling en over concurrentie spreken in de sector gas en elektriciteit, denken

Nadere informatie

Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar ooo.

Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar ooo. 17.10.2011 S 738 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2011 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3 Inhoud WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN..........................................

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2013.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2013. 21.10.2013 S 813 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2013 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3 WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN...........................................

Nadere informatie

Totaal NMBS. I. Bedrijfsopbrengsten 2.328,5 88, ,3 359,5

Totaal NMBS. I. Bedrijfsopbrengsten 2.328,5 88, ,3 359,5 Aanpassingen jaarrekening NMBS 2013 Punt 2.3. Resultaten per activiteitensector en Punt 2.4. Balans per activiteitensector van het jaarverslag (p. 10-11) werden aangepast. De aanpassing bestond erin de

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING Nr. 0812.019.662 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... Toel. 20/28 60.411,22 55.375,35 Oprichtingskosten...... Immateriële vaste activa.... Materiële vaste activa... Terreinen en gebouwen...

Nadere informatie

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE... 3 1 EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN...

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE... 3 1 EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN... DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE... 3 1 EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN... 4 2 ENKELE GESCHIEDKUNDIGE STAPPEN... 5 2.1 Belgische ondernemingen... 5

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.254.964.595 1.232.965.536 Immateriële vaste activa (+) 4.172.139 5.133.990 Materiële vaste activa 1.250.765.343

Nadere informatie

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8 Nr. 0862.492.920 VOL 3.1 JAARREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN.. VASTE ACTIVA.. Immateriële vaste activa.. Materiële vaste activa.. Terreinen en gebouwen.. Installaties, machines

Nadere informatie

Investeringen en resultaatverdeling. intercommunales

Investeringen en resultaatverdeling. intercommunales Investeringen en resultaatverdeling van de Belgische intercommunales Analyse Belfius Research Mei Analyse l Mei Investeringen en resultaatverdeling van de Belgische intercommunales Financiële cijfers In

Nadere informatie

Bijzondere jeugdbijstand

Bijzondere jeugdbijstand Bijzondere jeugdbijstand Financiële analyse 2009-2011 21 januari 2013 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail contact@zorginspectie.be web www.zorginspectie.be

Nadere informatie

2009-03-24 DISTRIGAZ SA/NV 0476.201.605. Juridische status : Actief. Juridische vorm : SA/NV RUE DE L'INDUSTRIE 10 1000 - BRUXELLES

2009-03-24 DISTRIGAZ SA/NV 0476.201.605. Juridische status : Actief. Juridische vorm : SA/NV RUE DE L'INDUSTRIE 10 1000 - BRUXELLES DISTRIGAZ SA/NV 0476.201.605 Juridische status : Actief Juridische vorm : SA/NV RUE DE L'INDUSTRIE 10 1000 - BRUXELLES NACE code : 35220 - Distributie van gasvormige brandstoffen via leidingen Het bedrijf

Nadere informatie

De eigen ontvangsten van de gemeenten

De eigen ontvangsten van de gemeenten Fiche 8 De eigen ontvangsten van de gemeenten De uitdaging De eigen middelen genereren gemeenten uit het aanrekenen van diensten die ze leveren, en op die manier vormen ze ontvangsten uit het gemeentelijk

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2016.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2016. RVB 2016.10.17 Nota S-918 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2016 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting

Nadere informatie

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/ LRM Nr. BE 0452.138.972 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 326.978.093 317.434.940 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 159.589 8.214 Materiële vaste activa

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2015.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2015. RvB van 19.10.2015 S-889 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2015 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting

Nadere informatie

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/ Lijninvest Nr. BE 0889.551.267 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 5.201.558 5.046.931 Oprichtingskosten 5.1 20 4.162 Immateriële vaste activa 5.2 21 Materiële vaste activa 5.3 22/27

Nadere informatie

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628. LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, 54 4000 LUIK BTW BE 0846.628.569 RPR Luik Verslag van de raad van bestuur op de gewone algemene vergadering van

Nadere informatie

Participatiemaatschappij Vlaanderen

Participatiemaatschappij Vlaanderen Participatiemaatschappij Vlaanderen Nr. BE 0455.777.660 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 341.917.124 257.063.221 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 411.617

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2012.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2012. 22.10.2012 S 772 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2012 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

De gemeentelijke participaties in de energiesector Jan Leroy, VVSG. Studiedag energie, 26 oktober 2011

De gemeentelijke participaties in de energiesector Jan Leroy, VVSG. Studiedag energie, 26 oktober 2011 De gemeentelijke participaties in de energiesector Jan Leroy, VVSG Studiedag energie, 26 oktober 2011 Inhoud Algemene structuur van de energiesector Productie en invoer Transportnetbeheer Distributienetbeheer

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2014.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2014. 13.10.2014 S 847 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2014 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven

Lokale financiën. Lokale overheidsbedrijven Lokale financiën Lokale overheidsbedrijven 2014 Inhoud Editoriaal De lokale overheidsbedrijven, een niet te verwaarlozen economische factor 3 De lokale overheidsbedrijven en de Europese, nationale en regionale

Nadere informatie

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA)

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA) Bijlage 3. BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA) Nr. VOL 2.1 Balans na winstverdeling ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28...... Oprichtingskosten... 5.1 20...... Immateriële vaste activa... 5.2 21......

Nadere informatie

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 360.410.604 378.684.380 Immateriële vaste activa (+) 6.503.921 3.698.514 Materiële vaste activa 353.843.208 374.922.627

Nadere informatie

Waterwegen en Zeekanaal NV

Waterwegen en Zeekanaal NV Waterwegen en Zeekanaal NV BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 698.313.219 589.654.361 Immateriële vaste activa (+) 1.085.844 304.623 Materiële vaste activa 696.773.973 588.896.336 Terreinen

Nadere informatie

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Duvel Moortgat : courante netto winst +16% 15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse

Nadere informatie

EUR JAARREKENING IN EURO

EUR JAARREKENING IN EURO 40 EUR JAARREKENING IN EURO (2 decimalen)... zijn / zijn niet VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE werd XXX / werd niet * BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-20060228-42 betreffende Het voorstel van uitbreiding van het nachttarief tot het weekend voor netgebruikers die zijn aangesloten op het laagspanningsnet vanaf 1 januari 2007

Nadere informatie

Vlaamse Milieumaatschappij

Vlaamse Milieumaatschappij Vlaamse Milieumaatschappij BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 378.684.380 399.430.157 Immateriële vaste activa (+) 3.698.514 1.721.540 Materiële vaste activa 374.922.627 397.645.230 Terreinen

Nadere informatie

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1 Prudentieel beleid en financiële stabiliteit de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 38 12 Fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire NBB_2013_XX

Nadere informatie

Persbericht Fluxys Belgium

Persbericht Fluxys Belgium Bijlagen Geconsolideerde balans I. Vaste activa 2.392.797 2.463.346 Materiële vaste activa 2.250.659 2.321.123 Immateriële vaste activa 45.246 52.250 Deelnemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 16

Nadere informatie

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek nv

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek nv Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek nv BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 87.030.208 76.438.607 Immateriële vaste activa (+) 31.303.323 20.907.614 Materiële vaste activa 46.687.016

Nadere informatie

Interne jaarrekening - Beknopt verslag (Vennootschap)

Interne jaarrekening - Beknopt verslag (Vennootschap) vrijdag 3 april 2015 09:20 Bedrijf: 1 - VIA VENETO VZW Pagina 1 van 6 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 1.081,00 1.067,87 Oprichtingskosten 20 Immateriële vaste activa (toelichting 5.1.1)

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/58 6.723.285,38 4.508.

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/58 6.723.285,38 4.508. VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 Oprichtingskosten... 5.1 20...... Immateriële vaste activa... 5.2 21 2.089,48 3.556,27 Materiële vaste activa...

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.164.780.320 1.109.967.407 Oprichtingskosten (+) 1.342.246 1.494.226 Immateriële vaste activa (+) 1.949.407 2.703.884

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.673.182.287 1.383.516.053 Immateriële vaste activa (+) 6.581.818 8.060.492 Materiële vaste activa 1.656.072.040

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 30/11/2015 BE 0462.537.075 11 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15679.00182 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: DE LILLE Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres: Kwadenbulk

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360 LIQUIDITEIT 1. Netto bedrijfskapitaal = NBK RATIO: beperkte vlottende activa schulden op korte termijn INTERPRETATIE: in s; vergelijking (1) welke activa binnen 12 maand zullen worden omgezet in beschikbare

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector openbare instelling Adres: vrijhavenstraat Nr: 5 Bus: Postnummer: 8400 Gemeente: Oostende Land:

Nadere informatie

Persbericht Fluxys Belgium 27 maart 2019 Gereglementeerde informatie: resultaten 2018

Persbericht Fluxys Belgium 27 maart 2019 Gereglementeerde informatie: resultaten 2018 6. Bijlagen Geconsolideerde balans I. Vaste activa 2.321.691 2.392.797 Materiële vaste activa 2.181.771 2.250.659 Immateriële vaste activa 39.862 45.246 Deelnemingen waarop vermogensmutatie is toegepast

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2017.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2017. CA 23.10.2017 S-961 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2017 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de

Nadere informatie

Verslag. Waarborgbeheer nv: Controle van de rekeningen 2004-2005. van het Rekenhof. 37-A (2009) Nr. 1 13 juli 2009 (2009) stuk ingediend op

Verslag. Waarborgbeheer nv: Controle van de rekeningen 2004-2005. van het Rekenhof. 37-A (2009) Nr. 1 13 juli 2009 (2009) stuk ingediend op stuk ingediend op 37-A (2009) Nr. 1 13 juli 2009 (2009) Verslag van het Rekenhof Waarborgbeheer nv: Controle van de rekeningen 2004-2005 verzendcode: REK 2 Stuk 37-A (2009) Nr. 1 V l a a m s Pa r l e m

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.173.822.917 1.164.780.320 Oprichtingskosten 1.199.870 1.342.246 Immateriële vaste activa 1.369.555 1.949.407

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.984.388 32.741.818 Immateriële vaste activa (+) 1.437.882 809.387 Materiële vaste activa 25.256.129 25.642.116

Nadere informatie

Agenda VREG VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT P 1

Agenda VREG VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT P 1 Agenda Samenstelling energiefactuur Wat zijn distributienettarieven? Tariefbevoegdheid Tariefmethodologie Vergelijking distributienettarieven Redenen evolutie, landschap netbeheer en transmissienettarieven

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING BE 04.777.660 VOL2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingskosten Immateriële Materiële Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20140912-194) betreffende het verslag van de distributienetbeheerder SIBELGA over de niet-discriminerende praktijken

Nadere informatie

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 340.346,18 538.042,40 Oprichtingskosten... 4.1 20...... Immateriële vaste activa... 4.2 21 244.452,43 441.579,00 Materiële vaste activa...

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 27/10/2015 BE 0471.522.641 10 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15654.00593 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: 'T SMOSKE TIELT Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres:

Nadere informatie

Ratioanalyse 2011. Lotus Bakeries

Ratioanalyse 2011. Lotus Bakeries Ratioanalyse 211 Lotus Bakeries Kerncijfers Eigen vermogen 4.6.774, 39.42.233, 41.138.39, 31.919.68, 27.23.119, 4 4 3 3 2 2 1 1 Berekening: 1/1 Omzet 148.47.79, 138.119.71, 141.838.84, 146.339.94, 123.196.137,

Nadere informatie

Ratioanalyse 2010. Lotus Bakeries

Ratioanalyse 2010. Lotus Bakeries Ratioanalyse 21 Lotus Bakeries Kerncijfers Eigen vermogen 39.42.233, 41.138.39, 31.919.68, 27.23.119, 27.78.737, 4 4 3 3 2 2 1 1 Berekening: 1/1 Omzet 138.119.71, 141.838.84, 146.339.94, 123.196.137, 114.962.163,

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST CARINE COPPENS MIEKE KIMPE Derde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers eerste halfjaar

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

Omzet in jaar 5 Jaaromzet , , , , ,00 Variabele kosten , , , , ,00

Omzet in jaar 5 Jaaromzet , , , , ,00 Variabele kosten , , , , ,00 Financieel plan Naam: Adres: Telefoon: Email: michiel decavel bieststraat, 86, 86 8560 WEVELGEM decavele@hotmail.com Overzicht van de omzet Overzicht totale omzet Jaaromzet 187 500,00 187 500,00 187 500,00

Nadere informatie

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM BROUWERIJ LIEFMANS NV 0400.228.136 Juridische status : Faillissement Juridische vorm : NV Wontergemstraat, 42 8720 - DENTERGEM NACE code : 11050 - Vervaardiging van bier Het bedrijf komt NIET voor op de

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Grindfonds - Fonds gravier Instelling van openbaar nut Adres: Koning Albert II laan Nr: 20 Bus: 8 Postnummer: 1000 Gemeente: Brussel Land: België Rechtspersonenregister

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 32.724.128 32.734.686 Immateriële vaste activa (+) 1.103.982 1.150.385 Materiële vaste activa 27.209.152 25.293.956

Nadere informatie

VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+)

VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+) nv De Scheepvaart BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 267.589.984 227.429.048 Oprichtingskosten (+) 1.204 6.671 Immateriële vaste activa (+) 109.219 125.975 Materiële vaste activa 267.479.561

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 34.132.531 32.724.128 Immateriële vaste activa (+) 1.025.732 1.103.982 Materiële vaste activa 28.706.568 27.209.152

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.741.818 33.212.282 Immateriële vaste activa (+) 809.387 598.375 Materiële vaste activa 25.642.116 26.323.475

Nadere informatie

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Jaarresultaten 2010 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2011. Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Kerncijfers 2010

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP Intern Verzelfstandigd Agentschap met Rechtspersoonlijkheid Adres: Zenithgebouw, Koning Albert II-laan Nr: 37 Bus:

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.734.686 32.984.388 Immateriële vaste activa (+) 1.150.385 1.437.882 Materiële vaste activa 25.293.956 25.256.129

Nadere informatie

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse De compenserende bedragen en exploitatiesubsidies (740) maken deel uit van de Andere bedrijfsopbrengsten (74) en worden in de toelichting gedetailleerd. We

Nadere informatie

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag

Halfjaarlijks financieel verslag In het eerste halfjaar van het boekjaar 2009/2010 realiseerde KBC Ancora een negatief resultaat van 15,3 miljoen euro. Dit resultaat ligt in lijn met het resultaat over dezelfde periode van het vorige

Nadere informatie

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel (OPZ Geel)

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel (OPZ Geel) Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel (OPZ Geel) BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 23.731.281 16.557.840 Oprichtingskosten (+) 8.100 76.181 Immateriële vaste activa (+) 60.221 18.371

Nadere informatie

Deel 2: Financiële jaarrekening

Deel 2: Financiële jaarrekening Deel 2: Financiële jaarrekening Nr. 0407.201.941 VOL-VZW 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingskosten..... Immateriële vaste activa. Materiële vaste activa... Terreinen en gebouwen...

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20150424-204) betreffende het voorontwerp van besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

WELKOM BIENVENUE WELCOME

WELKOM BIENVENUE WELCOME WELKOM BIENVENUE WELCOME Bruno Venanzi Gedelegeerd Bestuurder Lampiris Coop Algemene Vergadering Lampiris Coop 24 juni 2014 1 Overzicht Algemene Vergadering Lampiris Coop 24 juni 2014 2 De windturbine

Nadere informatie

Toelichting Eandis Infrax. Raad van Bestuur VVSG woensdag 3 juni 2015

Toelichting Eandis Infrax. Raad van Bestuur VVSG woensdag 3 juni 2015 Toelichting Eandis Infrax Raad van Bestuur VVSG woensdag 3 juni 2015 Overeenkomst Eandis-Infrax 1. Eenheidstarief elektriciteit en gas in Vlaanderen zonder verplichte fusie DNB s en met behoud twee werkmaatschappijen

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 20 november 2018 met betrekking tot de aanvraag tot toelating van de aanleg van een directe lijn BESL-2018-100 De Vlaamse Regulator

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.300.921.490 1.252.025.212 Oprichtingskosten (+) 0 931.131 Immateriële vaste activa (+) 3.178.727 753.035 Materiële

Nadere informatie

Maha-analyse Algemene ziekenhuizen. Brussel, 10 oktober

Maha-analyse Algemene ziekenhuizen. Brussel, 10 oktober Maha-analyse 2018 Algemene ziekenhuizen Brussel, 10 oktober 1 Scope van de studie Context Analyse Balans en investeringen Liquiditeit Solvabiliteit - Financiële schuldgraad Resultatenrekening Activiteit

Nadere informatie

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 31 maart 2011 Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 1. Inleiding: samenstelling energiefactuur In de verbruiksfactuur van de energieleverancier zijn de kosten van verschillende marktspelers

Nadere informatie

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN 20 31/08/2017 BE 0832.375.509 10 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 17568.00080 VKT 1.1 JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN IDENTIFICATIEGEGEVENS

Nadere informatie

BE (in euros)

BE (in euros) VKT2. 1. BALANS NA WINSTVERDELING A C T I V A VASTE ACTIVA 2/28 8.634.1 7.174.249 I. Oprichtingskosten 2 II. Immateriële vaste activa toel. I, A) 21 III. Materiële vaste activa toel. I, B) 22/27 8.631.91

Nadere informatie

Examenvragen BIBF Uitdieping boekhoudrecht - jaarrekeningenrecht

Examenvragen BIBF Uitdieping boekhoudrecht - jaarrekeningenrecht Examenvragen BIBF Uitdieping boekhoudrecht - jaarrekeningenrecht Vraag 1 Vreemde munten. a) Geef de basisprincipes met betrekking tot de omrekening van vreemde munten. b) De boekhouding wordt gevoerd en

Nadere informatie

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap)

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap) donderdag 21 maart 2019 14:22 Bedrijf: 2 - DE LANDGENOTEN CVBA Pagina 1 van 10 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN (toelichting 6.1) 20 131,89 531,89 200000 - Kost oprichting en kapitaalverhoging

Nadere informatie

eliminatie van wederzijdse vorderingen en schulden

eliminatie van wederzijdse vorderingen en schulden KDT Consolidatie 2 1 Procedure optellen van alle rubrieken (activa, passiva en resultatenrekeningen) van de enkelvoudige jaarrekeningen van de ondernemingen uit de consolidatiekring, alsof de groep van

Nadere informatie

1 Codes I Boekjaar I Vorig boekjaar I

1 Codes I Boekjaar I Vorig boekjaar I VOL 2.1 BALANS NA WNSTVERDELNG ACTVA VASTE ACTVA...... Oprichtingskosten... mmateriële vaste activa... Toel. 5.1 5.2 1 Codes Boekjaar Vorig boekjaar Materiële vaste activa......... Terreinen en gebouwen......

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW)

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.358.350.586 1.262.170.071 Immateriële vaste activa (+) 9.983.612 8.275.185 Materiële vaste activa 1.348.350.351

Nadere informatie