Fecale incontinentie: prevalentie en de rol van ruptuur van de anale sfincter bij de partus; literatuurstudie
|
|
- Thomas Geerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 satisfied with the results of the operation. No recurrences were seen during the follow-up period. Conclusion. The results of the surgical technique used were: no recurrences, no more pain or restricted movement in most patients. Other symptoms, such as longitudinal groove in the nail, recurrent discharge of the cyst and cosmetic imperfections, were counteracted successfully. literatuur 1 Hyde JN. Practical treatise on diseases of skin for use of students and practitioners. Philadelphia: Lea s Son and Co; p Sonnex TS. Digital myxoid cysts: a review. Cutis 1986;37: Gross RE. Recurring myxomatous cutaneous cysts of the fingers and toes. Surg Gynec Obstet 1937;65: King ESJ. Mucous cysts of the fingers. Aust N Z J Surg 1951;21: Nishimura M, Kohda H, Takazono I, Tanaka Y. Chemical components of jelly-like matrix in digital mucous cyst. Clin Exp Dermatol 1985;10: Isaacson NH, McCarty D. Recurring myxomatous cutaneous cyst. Surgery 1954;35: Kleinert HE, Kutz JE, Fishman JH, McCraw LH. Etiology and treatment of the so-called mucous cyst of the finger. J Bone Joint Surg Am 1972;54: Newmeyer WL, Kilgore jr ES, Graham 3d WP. Mucous cysts: the dorsal interphalangeal joint ganglion. Plast Reconstr Surg 1974;53: Goldman JA, Goldman L, Jaffe MS, Richfield DF. Digital mucinous pseudocysts. Arthritis Rheum 1977;20: Crawford RJ, Gupta A, Risitano G, Burke FD. Mucous cyst of the distal interphalangeal joint: treatment by simple excision or excision and rotation flap. J Hand Surg (Br) 1990;15: Drape JL, Idy-Peretti I, Goettmann S, Salon A, Abimelec P, Guerin- Surville H, et al. MR imaging of digital mucoid cysts. Radiology 1996;200: Gingrass MK, Brown RE, Zook EG. Treatment of fingernail deformities secondary to ganglions of the distal interphalangeal joint. J Hand Surg (Am) 1995;20: Epstein E. A simple technique for managing digital mucous cysts. Arch Dermatol 1979;115: Bardach HG. Managing digital mucoid cysts by cryosurgery with liquid nitrogen: preliminary report. J Dermatol Surg Oncol 1983; 9: Audebert C. Treatment of mucoid cysts of fingers and toes by injection of sclerosant. Dermatol Clin 1989;7: Dodge LD, Brown RL, Niebauer JJ, McCarroll jr HR. The treatment of mucous cysts: long-term follow-up in sixty-two cases. J Hand Surg (Am) 1984;9: Fritz GR, Stern PJ, Dickey M. Complications following mucous cyst excision. J Hand Surg (Br) 1997;22: Kelley WN, Harris ED, Ruddy S, Sledge CB, editors. Textbook of Rheumatology. 2nd ed. Philadelphia: Saunders; p Huskisson EC, Jones J, Scott PJ. Application of visual-analogue scales to the measurement of functional capacity. Rheumatol Rehabil 1976;15: Jensen MP, Miller L, Fisher LD. Assessment of pain during medical procedures: a comparison of three scales. Clin J Pain 1998;14: Aanvaard op 28 maart 2000 Oorspronkelijke stukken Fecale incontinentie: prevalentie en de rol van ruptuur van de anale sfincter bij de partus; literatuurstudie t.a.m.teunissen en a.l.m.lagro-janssen Katholieke Universiteit, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Sociale Geneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen. Mw.T.A.M.Teunissen en mw.prof.dr.a.l.m.lagro-janssen, huisartsen. Correspondentieadres: mw.t.a.m.teunissen. Samenvatting: zie volgende bladzijde. De laatste jaren is er een toenemende belangstelling voor urine-incontinentie en de behandeling daarvan. Fecale incontinentie daarentegen staat veel meer op de achtergrond. Toch lijkt het een regelmatig voorkomend probleem. In de literatuur wordt gesproken over prevalenties variërend van 2% van de totale bevolking tot 46% in de verpleegtehuizen. 1 2 Fecale incontinentie lijdt tot psychische problemen en sociale isolatie. Bovendien lijkt het erop dat patiënten met deze klachten, mogelijk door schaamte, vaak geen hulp zoeken. Fecale incontinentie gaat ook gepaard met een grote consumptie van incontinentiemateriaal en dit verbruik blijkt verantwoordelijk te zijn voor een groot deel van de medische onkosten. Voor fecale continentie is het goed functioneren van colon, rectum en sfincterapparaat van essentieel belang. 3 Het colon behoort gebonden feces in een traag tempo aan het rectum aan te bieden. Het rectum zorgt voor de tijdelijke opslag. De interne sfincter zorgt voor de afsluiting van het rectum, en distensie van het distale rectumdeel leidt reflectoir tot relaxatie van deze sfincter. 4 De externe sfincter neemt vervolgens de afsluitende functie over. Dit gebeurt ook bij intra-abdominale drukverhogende momenten, zoals hoesten en niezen. Op een geschikt moment kan de externe sfincter willekeurig ontspannen worden. Een stoornis op één van deze gebieden hoeft niet altijd tot incontinentie te leiden, maar reeds een zeer gering falen van de externe sfincter doet dat bijna altijd. 3 Bij ongeveer de helft van de patiënten met fecale incontinentie wordt een slappe, gedenerveerde bekkenbodem gevonden, zonder duidelijke oorzaak. Bij de overige patiënten is er wel een aanwijsbare oorzaak voor het ontstaan van de incontinentie, zoals een ruptuur van de anale sfincter tijdens een partus, neurologische ziekten, aangeboren afwijkingen of iatrogene schade tijdens chirurgische ingrepen. Welke oorzaak hiervan het frequentst voorkomt, is niet bekend. 5 Door middel van een literatuurstudie onderzochten wij de analesfincterruptuur, opgelopen tijdens een vaginale partus, omdat deze een belangrijke oorzaak voor 1318 Ned Tijdschr Geneeskd juli;144(27)
2 samenvatting Doel. Inzicht krijgen in het vóórkomen van fecale incontinentie naar leeftijd en geslacht en de invloed van een analesfincterruptuur opgelopen tijdens een vaginale partus op het ontstaan van fecale incontinentie. Methode. Literatuurstudie met behulp van Medline-bestanden (1966-mei 1998) en artikelen uit Huisarts en Wetenschap ( ) en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde ( ). Resultaten. De prevalentie van fecale incontinentie onder de volwassen bevolking bleek 0,75-2,2% en steeg tot 2,8-9% bij een leeftijd van 65 jaar en ouder. Vanaf de leeftijd van 85 jaar en in verzorgingshuizen was de prevalentie beduidend hoger (tot 16,7%). Er was geen duidelijk verschil in prevalentie per sekse, maar betrouwbaar onderzoek naar deze verdeling op jonge leeftijd ontbrak. Bij vrouwen die een analesfincterruptuur hadden opgelopen tijdens de partus kwam significant vaker fecale incontinentie voor dan bij vrouwen zonder sfincterruptuur. Dit verschil bleef tot 30 jaar post partum aanwezig, maar verdween daarna. Een mogelijke verklaring hiervoor is een persisterend defect in de anale sfincter, ondanks het chirurgisch herstel direct post partum. Ook een vermindering van de innervatie van de sfincter speelt mogelijk een rol. Conclusie. Fecale incontinentie is een vaak voorkomend probleem, met name op oudere leeftijd. Er is geen duidelijk verschil in man-vrouwverdeling. Een analesfincterruptuur opgelopen tijdens een vaginale partus blijkt een risicofactor voor het ontstaan van fecale incontinentie op jongere leeftijd. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een persisterend sfincterdefect gecombineerd met een verminderde innervatie. het ontstaan van fecale incontinentie lijkt te zijn en omdat er op dit gebied mogelijk preventieve maatregelen genomen kunnen worden. De onderzoeksvragen waren: Wat is de prevalentie van fecale incontinentie en in hoeverre varieert deze per leeftijdsgroep en geslacht? Wat is de invloed van een analesfincterruptuur, opgelopen tijdens een vaginale partus, op het ontstaan van fecale incontinentie op de korte en lange termijn? methode In het elektronische databestand van Medline werd literatuur opgespoord over de jaren 1966-mei Wat betreft vraagstelling 1 werd de volgende trefwoordencombinatie gebruikt: fecal incontinence and incidence or prevalence or epidemiology or morbidity, sex differences, female, male, aged, en elderly. Voor vraagstelling 2 luidde de trefwoordencombinatie: fecal incontinence and pregnancy, anal sphincter rupture, obstetrical, puerperal disorders, en labour complications. Alleen de artikelen in het Engels of Nederlands werden geselecteerd. Via het elektronische indexprogramma van Huisarts en Wetenschap ( ) en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde ( ) werd gezocht onder de trefwoorden incontinentia alvi, defecatiestoornissen en fecale incontinentie. Van de op deze wijze gevonden artikelen werden de literatuurlijsten doorgenomen op relevante titels. Onderzoeken waarin de onderzoekspopulatie uitsluitend bestond uit een selecte groep, zoals demente patiënten, patiënten met een totale prolapsus uteri, verpleeghuispatiënten en patiënten die in het ziekenhuis verblijven, werden buiten beschouwing gelaten. Beoordeling van de relevantie van de gevonden artikelen vond plaats aan de hand van de titel en de samenvatting. Vervolgens werden de relevante artikelen getoetst met behulp van een puntensysteem, afgeleid van de schaal van Fletcher et al. en Laupacis et al., ter beoordeling van de kwaliteit (tabel 1). 6 7 Een onderzoek moest tenminste 8 punten scoren om in aanmerking te komen voor selectie. resultaten Prevalentie van fecale incontinentie. Voor het beantwoorden van vraag 1 vonden wij 10 artikelen De prevalentie van fecale incontinentie bij volwassenen in de algemene bevolking varieert van 0,75% 8 tot 2,2%. 1 De variatie was te verklaren door de verschillen in de gebruikte definities. In 1 artikel werd in de definitie geen frequentie van incontinentie genoemd, 1 terwijl in een ander de omschrijving tweemaal per maand of vaker in de definitie was opgenomen. 8 Het onderzoek waarbij ook incontinentie voor flatus werd meegerekend kwam, 1 in tegenstelling tot het andere onderzoek, 8 tot een hogere prevalentie bij vrouwen dan bij mannen. In de algemene bevolking van zelfstandig wonende mensen van 65 jaar en ouder varieerde de prevalentie van 2,8% tot 9% Ook in deze onderzoeken was de variatie te verklaren door de verschillen in de gebruikte definities. De man-vrouwratio was in de meeste onderzoeken niet berekend Sommige onderzoekers vonden een duidelijk hogere prevalentie bij vrouwen. 8 De andere 2 onderzoeken die onderscheid maakten naar TABEL 1. Selectiecriteria voor kwaliteit van onderzoek bij een literatuurstudie naar de prevalentie van fecale incontinentie en de invloed van een analesfincterruptuur opgelopen tijdens een vaginale partus kwaliteitskenmerk 6 7 aantal toegekende punten bij antwoord ja niet (maximum: 12) aangegeven is het aantal uitvallers < 20%? 1 0 is de oorzaak van de uitval aangegeven? 1 0 is er een controlegroep? 1 0 is de controlegroep vergelijkbaar qua zwangerschapsduur? 0,5 0 geboortegewicht van het kind? 0,5 0 schedelomtrek van het kind? 0,5 0 pariteit? 0,5 0 duur van de partus? 0,5 0 hulpgrepen bij de partus? 0,5 0 is de definitie van fecale incontinentie omschreven? is de frequentie aangegeven? 1 0 is de consistentie aangegeven? 1 0 is de ernst van de sfincterruptuur aangegeven? 2 0 zijn de meetinstrumenten aangegeven? tijdstip van meten? 1 0 manier van meten? 1 0 Ned Tijdschr Geneeskd juli;144(27) 1319
3 TABEL 2. Samenhang tussen een ruptuur van de anale sfincter tijdens de partus en het ontstaan van fecale incontinentie, de drukken in de anus en de elektromyografische (EMG-)waarden 1e auteur; soort onderzoek prevalentie van anale drukken (in mmhg)* EMG-waarden (in µv) jaartal en aantal patiënten fecale incontinentie rust aanspannen rust aanspannen Sorensen; prospectief enkele dagen post partum enkele dagen post partum enkele dagen post partum enkele dagen post partum (a) 38 na sfincter- (a) 36% (23% voor feces (a) incont. 35 (a) incont. 55 (a) incont. 36 (a) incont. 110 ruptuur en 13% voor flatus); cont. 42 cont. 65 cont. 37 cont. 130 (b) 24 primiparae (b) en (c) 0% (b) 62 (b) 92 (b) 39 (b) 160 zonder ruptuur na 3 maanden (c) 65 (c) 145 na 3 maanden (c) 16 nulliparae (a) 23%; (b) 0%; na 3 maanden na 3 maanden (a) incont. 50 (a) incont. 180 (c) niet naar gekeken (a) incont. 45 (a) incont. 75 cont. 55 cont. 220 na 12 maanden cont. 60 cont. 95 (b) 72 (b) 300 (a) 13%; (b) 0%; (b) 70 (b) 135 (c) niet naar gekeken na 6-12 maanden na 6-12 maanden (a) incont. 40 (a) incont. 65 cont. 35 cont. 95 Tetzschner; prospectief na 3 maanden enkele dagen post partum enkele dagen post partum enkele dagen post partum (a) 94 na sfincter- (a) 23%; (b) 0% (a) incont. 49 q (a) incont. 75 q (a) incont. 41q (a) incont. 134q ruptuur cont. 50 q cont. 76 q cont. 43q cont. 158q (b) 19 zonder (b) 83 (b) 126 (b) 39q (b) 150q ruptuur na 3 maanden na 3 maanden na 3 maanden (a) incont. 66 (a) incont. 109 (a) incont. 64 (a) incont. 238 cont. 66 cont. 115 cont. 71 cont. 246 (b) 101 (b) 182 (b) 72 (b) 290 Fornell; prospectief na 6 weken 6 maanden post partum 6 maanden post partum (a) 51 na sfincter- (a) 45%; (b) 3% (a) 48 (a) 80 ruptuur na 6 maanden** (b) 49 (b) 110 (b) 31 zonder ruptuur (a) 16% voor feces en 24% voor flatus; (b) 13% voor feces en 32% voor flatus Haadem; retrospectief na 3 maanden (a) 59 na sfincter- (a) 27% voor flatus en ruptuur 15% voor feces; (b) 0% (b) 48 zonder ruptuur na 2-7 jaar (a) 25% voor flatus en 6% voor feces; (b) 0% Haadem; prospectief na 3 maanden enkele dagen post partum enkele dagen post partum (a) 21 na sfincter- (a) 43% voor flatus en (a) 56 (a) 79 ruptuur 5% voor feces; (b) 0% (b) 96 (b) 149 (b) 15 zonder na 3 maanden na 3 maanden ruptuur (a) 89 (a) 132 (b) 125 (b) 211 sekse kwamen slechts tot een minimaal verschil tussen de beide geslachten. De prevalentie van fecale incontinentie nam toe met de leeftijd, met een grote stijging vanaf 85 jaar Vooral in verzorgingshuizen bleek de prevalentie hoog, namelijk 10-16,7% Invloed van een analesfincterruptuur opgelopen tijdens een vaginale partus. Voor het beantwoorden van vraag 2 vonden wij 9 artikelen (tabel 2) Vrouwen die een analesfincterruptuur hadden opgelopen tijdens de partus hadden een significant grotere kans op fecale incontinentie dan vrouwen zonder sfincterruptuur. Dit verschil was enkele dagen post partum 36% versus 0% en daalde geleidelijk tot 13-20% versus 0-3% 9-12 maanden post partum Sommige onderzoekers daarentegen hadden dit verschil het eerste jaar post partum niet aan kunnen tonen. 19 Voor vrouwen met een sfincterruptuur bij de partus steeg op langere termijn de prevalentie van fecale incontinentie weer tot 31% na 2-7 jaar, 70% na 18 jaar en 87% na 30 jaar, waarbij het merendeel van de gevallen werd bepaald door flatusincontinentie Dertig jaar post partum was het verschil in prevalentie tussen vrouwen met en zonder ruptuur niet meer significant. De toename in fecale incontinentie na een analesfincterruptuur hangt mogelijk samen met de invloed die een ruptuur heeft op de anale rust- en aanspanningsdruk en de elektromyografische waarden. De anale rustdruk bleek namelijk, onafhankelijk van het wel of niet ontstaan van een sfincterruptuur bij de partus, enkele dagen post partum significant lager dan de rustdruk na 3 maanden Daarbij was de anale rustdruk na een sfincterruptuur nog eens significant lager dan de rustdruk na een partus zonder sfincterruptuur Dit significante verschil tussen vrouwen met of zonder sfincterruptuur bij de partus was 3 maanden post partum ook nog aanwezig; in 1 artikel echter werd een normalisatie van de rustdruk gevonden na een sfincterruptuur bij vrouwen die géén fecale incontinentie hadden opgelopen, 17 in tegenstelling tot wat andere onderzoekers voor deze categorie patiënten vonden Ned Tijdschr Geneeskd juli;144(27)
4 TABEL 2 (vervolg) 1e auteur; soort onderzoek prevalentie van anale drukken (in mmhg)* EMG-waarden (in µv) jaartal en aantal patiënten fecale incontinentie rust aanspannen rust aanspannen Crawford; retrospectief na 9-12 maanden (a) 35 primiparae (a) 17% voor flatus na sfincter- en 6% voor feces; ruptuur (b) 3% voor flatus en (b) 35 primiparae 0% voor feces zonder ruptuur Haadem; transversaal na 2-7 jaar 2-7 jaar post partum 2-7 jaar post partum (a) 59 na sfincter- (a) 25% voor flatus en (a) 96 (a) 133 ruptuur 6% voor feces; (b) 0% (b) 121 (b) 214 (b) 10 zonder ruptuur Nygaard; retrospectief na 30 jaar (a) 29 na sfincter- hinderlijke flatusincontiruptuur nentie: (a) 59%; (b) 30%; (b) 89 na (c) 15% episiotomie hinderlijke fecale inconzonder ruptuur tinentie: (a) 28%; (c) 33 na sectio (b) 26%; (c) 15% dagelijkse fecale incontinentie: (a) 7%; (b) 18%; (c) 0% Haadem; retrospectief na 18 jaar (a) 41 na sfincter- (a) 21% voor flatus; (b) 1% ruptuur (a) 10% voor soiling ; (b) 38 zonder (b) 0% ruptuur (a) 9% voor gebonden feces; (b) 0% (a) 30% voor vloeibare feces; (b) 1% incont. = incontinente patiënten; cont. = continente patiënten. *Normaal bedraagt de rustdruk mmhg en de druk bij aanspannen mmhg. Normaal bedraagt de EMG-waarde in rust µv en bij aanspannen µv. Significant verschil met (b). Significant verschil met (c). Significant verschil met continente patiënten. qsignificant verschil met de waarden na 3 maanden. **Tijdens een enquête was er wel een significant verschil tussen (a) en (b), maar bij het gesprek met de arts dat op de enquête volgde, kwamen deze significante verschillen niet meer terug; hier zijn de gegevens weergegeven die werden verkregen in het gesprek met de arts. Significant verschil met de waarden na enkele dagen. Op de langere termijn bleef na een sfincterruptuur bij de partus de anale rustdruk verlaagd In 1 artikel kon men dit niet aantonen. 19 Ook de anale aanspanningsdruk was gedurende enkele dagen post partum significant lager dan na 3 maanden, onafhankelijk van de aan- of afwezigheid van een sfincterruptuur. Hier gold eveneens dat de anale aanspanningsdruk bij vrouwen na een sfincterruptuur significant lager was dan bij vrouwen zonder ruptuur Dit significante verschil tussen vrouwen met of zonder sfincterruptuur bleef op langere termijn bestaan ook voor de vrouwen met een sfinc terruptuur, maar zonder fecale incontinentie. Anale elektromyografische waarden in rust en bij aanspanning waren enkele dagen post partum ook significant lager dan de waarden na 3 maanden, onafhankelijk van het wel of niet bestaan van een sfincterruptuur. Drie maanden post partum bleken de elektromyografische waarden bij aanspanning wel significant hoger bij vrouwen zonder ruptuur dan bij vrouwen met een sfincterruptuur. beschouwing De in dit onderzoek gevonden en hier beschreven artikelen waren onderling niet goed vergelijkbaar door het verschil in gehanteerde definities voor fecale incontinentie en analesfincterruptuur en door de verschillende methoden waarmee de anale drukken gemeten werden. Ook waren de patiëntenaantallen per onderzoek klein (zie tabel 2). Een belangrijke conclusie is dat fecale incontinentie ook buiten de verpleegtehuizen een veelvoorkomend probleem is, met name bij ouderen en bij mensen in verzorgingshuizen. Een van de oorzaken hiervan is waarschijnlijk de verlaging van de anale rustdruk zoals die gevonden wordt op oudere leeftijd Een verschil in prevalentie tussen de beide seksen werd niet aangetoond, tenminste niet op oudere leeftijd. Of er ook geen prevalentieverschil is bij jongeren is niet bekend. Vooral op jongere leeftijd zou een hogere prevalentie bij vrouwen verwacht kunnen worden omdat een analesfincterruptuur opgelopen tijdens een partus een belangrijke Ned Tijdschr Geneeskd juli;144(27) 1321
5 risicofactor blijkt te zijn voor het ontstaan van fecale incontinentie in het eerste jaar post partum. Tientallen jaren post partum is dit verschil in fecale incontinentie tussen vrouwen met en vrouwen zonder ruptuur verdwenen. Waarschijnlijk gaan op oudere leeftijd andere mechanismen voor behoud van continentie een belangrijkere rol spelen, zoals sclerosering van de sfincter Sommige onderzoekers toonden bij 95% van de vrouwen met een direct post partum gehechte 3e-4egraadsruptuur (graad 3 is een ruptuur van de sfincter alleen, graad 4 is een totale ruptuur tot in de mucosa van de anus) of een episiotomie, bij anale echografie nog een sfincterdefect aan. 30 Wellicht is dit persisterende defect in de sfincter de oorzaak van de verminderde anale drukken zoals die gevonden werden na een analesfincterruptuur. De vermindering van anale drukken is vervolgens weer een risicofactor voor het ontstaan van fecale incontinentie. Een andere verklaring voor de toename van fecale incontinentie na een analesfincterruptuur is een verminderde innervatie van de sfincter. Voor alle vaginale partussen geldt dat de elektromyografische waarden direct post partum, zowel in rust als bij aanspanning, verlaagd zijn. Dit wordt veroorzaakt door overrekking van de zenuwen. Dit geldt zowel voor vrouwen met als voor vrouwen zonder analesfincterruptuur na een sectio treedt dit niet op Deze elektromyografische waarden zijn weer normaal na 3 maanden, behalve de waarden bij aanspanning na een analesfincterruptuur. Men streeft ernaar om bij vaginale partussen een ruptuur van de anale sfincter, met momenteel een frequentie van 3-20%, te voorkomen. Hiermee zou een groot gedeelte van de fecale incontinentie bij vrouwen op jongere leeftijd verdwijnen. In hoeverre hiermee het ontstaan van fecale incontinentie op de langere termijn beïnvloed zal worden is vooralsnog niet te zeggen. abstract Faecal incontinence: prevalence and the role of anal sphincter rupture during delivery; a study of the literature Objective. To obtain insight regarding the prevalence of faecal incontinence according to age and sex and the influence of an anal sphincter rupture during vaginal delivery on its development. Method. Literature search in Medline (1966-May 1998), Huisarts en Wetenschap ( ) and Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde ( ). Results. The prevalence of faecal incontinence was % of the adult population, increasing to 2.8-9% at the age of 65 years and older. Among people aged 85 years and older and those living in homes for the aged, the prevalence was much higher (up to 16.7%). There was no clear difference between the sexes, but dependable research on sex differences at a younger age did not exist. There was a significantly higher risk of developing faecal incontinence after an intrapartum anal sphincter rupture, compared to women without an anal sphincter rupture. This difference persisted until 30 years postpartum, but disappeared afterwards. A possible explanation is a persistent anal sphincter defect, despite surgical repair immediately postpartum. Decreased innervation of the sphincter may also play a role. Conclusion. Faecal incontinence is a frequent problem, especially in the elderly. There is no clear sex difference in prevalence. In younger women, there is a higher risk of developing faecal incontinence after an anal sphincter rupture during a vaginal delivery. This is probably due to a persistent sphincter defect in combination with decreased innervation of the sphincter. literatuur 1 Nelson R, Norton N, Cautley E, Furner S. Community based prevalence of anal incontinence. JAMA 1995;274: Borrie MJ, Davidson HA. Incontinence in institutions: cost en contributing factors. CMAJ 1992;147: Delemarre JBV, Kruyt RH. Incontinentia alvi. Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137: Jorge JM, Wexner SD. Etiology and management of fecal incontinence. Dis Colon Rectum 1993;36: Kuijpers JH. Stoornissen in de continentie voor faeces. Ned Tijdschr Geneeskd 1986;130: Fletcher RH, Fletcher SW, Wagner EH. Clinical epidemiology. The essentials. Baltimore: Williams and Wilkins; Laupacis A, Wells G, Richardon WS, Tugwell P. User s guides to the medical literature. V. How to use an article about prognosis. Evidence-based medicine working group. JAMA 1994;272: Thomas TM, Egan M, Walgrove A, Meade TW. The prevalence of faecal and double incontinence. Community Med 1984;6: Campbell AJ, Reinken J, McCosh L. Incontinence in the elderly: prevalence and prognosis. Age Ageing 1985;14: Talley NJ, O Keefe EA, Zinsmeister AR, Melton 3d LJ. Prevalence of gastrointestinal symptoms in the elderly: a population based study. Gastroenterology 1992;102: Nakanishi N, Tatara K, Naramura H, Fuijwara H, Takashima Y, Fukuda H. Urinary and fecal incontinence in a community-residing older population in Japan. J Am Geriatr Soc 1997;45: Prosser S, Dobbs F. Case-finding incontinence in the over-75s. Br J Gen Pract 1997;47: Jagger C, Clarke M, Davies RA. The elderly at home: indices of disability. J Epidemiol Community Health 1986;40: Kok ALM, Voorhorst FJ, Burger CW, Houten P van, Kenemans P, Janssens J. Urinary and faecal incontinence in community-residing elderly women. Age Ageing 1992;21: Tobin GW, Brocklehurst JC. Faecal incontinence in residential homes for the elderly: prevalence; aetiology and management. Age Ageing 1986;15: Thomas TM, Ruff C, Karran O, Mellow S, Meade TW. Study of the prevalence and management of patients with faecal incontinence in old people s homes. Community Med 1987;9: Sorensen M, Tetzschner T, Rasmussen OO, Bjarnesen J, Christiansen J. Sphincter rupture in childbirth. Br J Surg 1993;80: Tetzschner T, Sorensen M, Rasmussen OO, Lose G, Christiansen J. Pudendal nerve damage increases the risk of fecal incontinence in women with anal sphincter rupture after childbirth. Acta Obstet Gynecol Scand 1995;74: Fornell EK, Berg G, Hallbook O, Matthiesen LS, Sjodahl R. Clinical consequences of anal sphincter rupture during vaginal delivery. J Am Coll Surg 1996;183: Haadem K, Ohrlander S, Lingman G. Long-term ailments due to anal sphincter rupture caused by delivery a hidden problem. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 1988;27: Haadem K, Dahlstrom JA, Lingman G. Anal sphincter function after delivery: a prospective study in women with sphincter rupture and controls. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 1990;35: Crawford LA, Quint EH, Pearl ML, DeLancey JO. Incontinence following rupture of the anal sphincter during delivery. Obstet Gynecol 1993;82: Haadem K, Dahlstrom JA, Ling L, Ohrlander S. Anal sphincter function after delivery rupture. Obstet Gynecol 1987;70: Nygaard IE, Rao SS, Dawson JD. Anal incontinence after anal sphincter disruption: a 30 years retrospective cohort study. Obstet Gynecol 1997;89: Haadem K, Gudmundsson S. Can women with intrapartum rupture of anal sphincter still suffer after-effects two decades later? Acta Obstet Gynecol Scan 1997;76: Ned Tijdschr Geneeskd juli;144(27)
6 26 Enck P, Kuhlbusch R, Lubke H, Frieling T, Erckenbrecht JF. Age and sex and anorectal manometry in incontinence. Dis Colon Rectum 1989;32: McHugh SM, Diamant NE. Effect of age, gender and parity on anal canal pressures. Contribution of impaired anal sphincter function to fecal incontinence. Dig Dis Sci 1987;32: Haadem K, Dahlstrom JA, Ling L. Anal sphincter competence in healthy women: clinical implications of age and other factors. Obstet Gynecol 1991;78: Klosterhalfen B, Offner F, Topf N, Vogel P, Mittermayer C. Sclerosis of the internal anal sphincter. A process of aging. Dis Colon Rectum 1990;33: Deen KI, Kumar D, Williams JG, Ollif J, Keighley MR. The prevalence of anal sphincter defect in faecal incontinence. A prospective endosonic study. Gut 1993;34: Snooks SJ, Swash M, Henry MM, Setchell M. Risk factors in childbirth causing damage to pelvic floor innervation. Int J Colorectal Dis 1986;1: Cornes H, Bartolo DC, Stirrat GM. Change in anal canal sensation after childbirth. Br J Surg 1991;78:74-7. Aanvaard op 28 maart 2000 Casuïstische mededelingen Twee patiënten met chronische lymfocytose van grote granulaire lymfocyten; benigne of premaligne? j.j.m.l.hoffmann en w.p.m.breed Chronische lymfocytose komt niet erg vaak voor, maar wordt op een hematologische afdeling toch relatief frequent gezien. Men spreekt van chronische lymfocytose wanneer het absolute aantal lymfocyten in bloed gedurende minstens 6 maanden vergroot is (> 4, /l). In veel gevallen wordt een chronische lymfocytose veroorzaakt door aanhoudende stimulatie van het immuunsysteem, bijvoorbeeld bij een virale infectie. Daarnaast kan chronische lymfocytose ook het gevolg zijn van maligne proliferatie van lymfocyten. In meer dan 90% van zulke gevallen is er een kloon van B-lymfocyten. De bekendste vorm van chronische B-celproliferatie is de chronische lymfatische leukemie (CLL). 1 De prognose van CLL varieert van relatief gunstig tot slecht, met een mediane overleving van respectievelijk meer dan 10 jaar tot 6 maanden. 2 3 Andere oorzaken van chronische lymfocytose zijn de verschillende leukemische vormen van het B-cellymfoom en enkele zeldzamere aandoeningen, zoals haarcelleukemie en maligne proliferatie van T-lymfocyten. 3 Van de meeste van deze ziekten is de maligniteitsgraad goed bekend, zodat hiermee rekening gehouden kan worden bij het beoordelen van de prognose en de keuze van eventuele therapie. Dit geldt in veel mindere mate voor de chronische lymfocytose van grote granulaire lymfocyten; dit lichten wij toe aan de hand van de ziektegeschiedenis van twee patiënten met deze bijzondere vorm van lymfocytose. ziektegeschiedenissen Patiënt A was een vrouw van 44 jaar, bij wie op 18-jarige leeftijd een zwelling in de hals was vastgesteld. Het bleek te gaan om een Hodgkin-lymfoom van het lymfocytenarme type, Catharina Ziekenhuis, Postbus 1350, 5602 ZA Eindhoven. Algemeen Klinisch Laboratorium: dr.j.j.m.l.hoffmann, klinisch chemicus. Afd. Inwendige Geneeskunde: dr.w.p.m.breed, internist-hematoloog. Correspondentieadres: dr.j.j.m.l.hoffmann. samenvatting Bij 2 patiënten, vrouwen van 44 en 86 jaar, werd een langdurige lymfocytose van grote granulaire lymfocyten ( large granular lymphocytes ; LGL) aangetroffen. De eerste patiënte was lang tevoren met succes behandeld wegens Hodgkin-lymfoom, de tweede had diabetes mellitus type 2. Immunologische typering liet zien dat de prolifererende cellen natural killer - (NK)-lymfocyten waren. In tegenstelling tot gegevens over proliferatie van B- of T-lymfocyten zijn gegevens over de prognose en behandeling van NK-lymfocytose erg schaars. Uit de literatuur komt naar voren dat er 3 klinische entiteiten zijn waarbij LGL prolifereren: het spectrum loopt van de zeer agressieve NK-LGL-leukemie via de relatief indolente chronische T-LGL-leukemie tot de benigne chronische NK-lymfocytose. Beide patiënten hadden deze laatste vorm. Bij hen verliep de aandoening gunstig: er waren geen klachten respectievelijk 4 en 2 jaar na de diagnose. Bij onbegrepen langdurige lymfocytose dienen de lymfocyten immunologisch getypeerd te worden. Alleen op die manier kan men de juiste diagnose stellen en een uitspraak doen over de prognose en eventuele behandelingsmogelijkheden. stadium IIA. Zoals destijds gebruikelijk was, werd er een stageringssplenectomie verricht, gevolgd door bestraling (mantelveld- plus omgekeerde-y-bestraling, 40 Gy boven het diafragma en 20 Gy daaronder). Hiermee werd een complete remissie bereikt. Drie jaar later kreeg patiënte een recidief in het bestraalde okselgebied. Met hernieuwde bestraling (gemodificeerde Kaplan-bestraling van 20 Gy) en chemotherapie werd opnieuw een complete remissie bereikt. Hematologisch onderzoek toonde in die tijd geen afwijkingen, met name geen lymfocytose (het aantal lymfocyten was steeds < 2, /l). Tien jaar na de eerste bestraling maakte patiënte een herseninfarct en een veneuze trombose in een arm door; zij genas zonder restverschijnselen. Toen zij 40 jaar oud was, werd tijdens een controleonderzoek voor het eerst een lymfocytose gevonden (lymfocytenaantal: 6, /l), waarbij 5, /l (85%) van de lymfocyten het morfologische aspect van grote granulaire lymfocyten hadden (figuur). De lymfocytose werd aanvankelijk geduid als passend bij een virale infectie. Ned Tijdschr Geneeskd juli;144(27) 1323
Gunstige resultaten van chirurgische behandeling van mucoïdcysten aan vingers en duim bij 20 patiënten, Ziekenhuis Leyenburg, Den Haag, 1992/ 99
opgenomen aan de hand waarvan de validiteit van een kosteneffectiviteitsonderzoek kan worden beoordeeld (tabel). 4 Toepassing van dat instrument maakt de kans op misinterpretatie van de gerapporteerde
Nadere informatieStress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch
Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence
Nadere informatieTwee patiënten met chronische lymfocytose van grote granulaire lymfocyten; benigne of premaligne?
26 Enck P, Kuhlbusch R, Lubke H, Frieling T, Erckenbrecht JF. Age and sex and anorectal manometry in incontinence. Dis Colon Rectum 1989;32:1026-30. 27 McHugh SM, Diamant NE. Effect of age, gender and
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieHUISARTS & PRAKTIJK Het beleid bij fecale incontinentie in de huisartspraktijk
Het beleid bij fecale incontinentie in de huisartspraktijk DORETH TEUNISSEN TOINE LAGRO-JANSSEN Teunissen D, Lagro-Janssen T. Het beleid bij fecale incontinentie in de huisartspraktijk. Huisarts Wet 1999;42(10):446-50,454.
Nadere informatieHoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit
Nadere informatieSacrale neurostimulatie voor incontinentie. Week van de urologie Dr. M. Abasbassi
Sacrale neurostimulatie voor incontinentie Week van de urologie Dr. M. Abasbassi 26-09-2018 SNS voor incontinentie Enkele feiten Diagnostiek Alternatieven Sacrale neurostimulatie Conclusie SNS voor incontinentie
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieAdherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Nadere informatiePrevalentie van incontinentie voor urine en ontlasting bij zelfstandig wonende ouderen in Nijmegen, januari 1999-juli 2001*
oorspronkelijke stukken Prevalentie van incontinentie voor urine en ontlasting bij zelfstandig wonende ouderen in Nijmegen, januari 1999-juli 2001* T.A.M.Teunissen, W.J.H.M.van den Bosch, H.J.M.van den
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieDenken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.
0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve
Nadere informatieTesten funktionaliteit kleine bekken Anorectale functietesten. André Smout AMC Amsterdam
Testen funktionaliteit kleine bekken Anorectale functietesten André Smout AMC Amsterdam Disclosures Sponsoring onderzoek Medical Measurement Systems Given Imaging Honorarium Reckitt Benckiser AstraZeneca
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieRunning head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op
Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieCommon Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016
Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences
Nadere informatieOntremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia
Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieHet Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.
Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on
Nadere informatieDr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove. Bekkenfysiotherapeut
Naam Bekkenfysiotherapeut Titel proefschrift/thesis Samenvatting Dr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove Ja Pelvic Floor Function and Disfunction in a general female population Algemeen Het hoofdonderwerp van
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieDe relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,
Nadere informatieDe relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatieDeze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieMichel Wyndaele Uroloog UMC Utrecht. Bijscholingsdag Urotherapie 22 maart 2019
Michel Wyndaele Uroloog UMC Utrecht Bijscholingsdag Urotherapie 22 maart 2019 OPSLAG EVACUATIE *Embryologie *Anatomie *Innervatie *Fysiologie Laterza R., et al. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol, 2011 MainLineHealth.org
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieEBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost
EBM II: Korte casus 1 Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Inleiding tot klinisch denken Titularis: Prof. Dr. Nicole Pouliart Tutor: Chelsey Plas 05/12/2014 Inhoud Casus Differentiaaldiagnoses oesofageale
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieOutcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling
Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling Ellen Stikkelbroeck, Renal Practitioner i.o., VieCuri Venlo Inleiding Introductie CVVH in Venlo Onderzoek
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieDe invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.
De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms
Nadere informatieGeriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian
Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatieThe Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit
The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy on Sociosexuality Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie op Sociosexualiteit Filiz Bozkurt First supervisor: Second supervisor drs. J. Eshuis dr. W. Waterink
Nadere informatieBlasten in perifeer bloed
Man 50 jaar Chronische lymfatische leukemie, RAI stadium 0, zonder criteria van actieve ziekte waarvoor wait and see beleid diep veneuze trombose. 2 dagen later: presentatie op SEH in verband met veel
Nadere informatieEffecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en
Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24307 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Broek, Colette van den Title: Optimisation of colorectal cancer treatment Issue
Nadere informatieDe Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Nadere informatieDANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Nadere informatieOsteonecrosis of the jaw (ONJ)
INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieFarmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic
Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie Critically Appraised Topic Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Nadere informatieDifferences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children
1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-
Nadere informatieValidatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatiePesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Nadere informatieHet executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Nadere informatie25 jaar whiplash in Nederland
25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale
Nadere informatieSociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen
Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147
Nadere informatieCover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for
Nadere informatieEmotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Nadere informatiegedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?
Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieRunning head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety
Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1 The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety De Rol van Gevarieerd Ontbijten en Consciëntieusheid in Angst
Nadere informatieEetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding
Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG (1985-1989 en 1995-2015) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is
Nadere informatieKennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?
Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een
Nadere informatie26 Fecale incontinentie
59-Chirurgie 26 01-06-2005 11:35 Pagina 473 473 26 Fecale incontinentie C.G.M.I. Baeten Een 40-jarige vrouw meldt zich op de polikliniek omdat ze veel problemen heeft met het ophouden van de ontlasting.
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieDe Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatieGrowing old is becoming lonely? Jana D hoedt
Growing old is becoming lonely? Jana D hoedt Introduction Loneliness is a personal, subjective experience. A person experiences this feeling when his social relationships do not match his wishes. It is
Nadere informatieEpidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie
Onderwerp: Epidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie Samenvatting: Soort uitspraak: Datum: 10 juli 2007 Uitgebracht aan: Er is onvoldoende evidence
Nadere informatieBVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk. Dokter de kanker is nu weg wat nu verder?
BVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk Dokter de kanker is nu weg wat nu verder? Disclosure belangen spreker Jan Wind (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieVan het kind en het badwater Over ziekte en seksualiteit. Peter Leusink, huisarts, seksuoloog
+ Van het kind en het badwater Over ziekte en seksualiteit Peter Leusink, huisarts, seksuoloog + Take home Als je ziek bent kun je seksueel gezond zijn Seksuele gezondheid vraagt om aanpassing Aanpassing
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieSocio-economic situation of long-term flexworkers
Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions
Nadere informatievan Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw
De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren
Nadere informatieActive Ageing. Gezondheidsgedrag en self-tracking: Cees van der Schans.
Active Ageing Gezondheidsgedrag en self-tracking: Van gezond opgroeien tot gezond oud worden Cees van der Schans c.p.van.der.schans@pl.hanze.nl www.hanze.nl/transparantezorgverlening http://www.qsinstitute.org/
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatie