DN /03. (versie B) Veiligheidsgordels. INSTRUCTIE DV/43.12/ (herz. 2)

Transcriptie

1 1/5 INSTRUCTIE DV/43.12/ (herz. 2) 1. Wettelijke basis K.B , art. 30, zoals laatst gewijzigd door het K.B. van Europese Richtlijnen 77/541/EEG van , 81/576/EEG van , 82/319/EEG van , 90/628/EEG van , 96/36/EG van en 2000/3/EG van Europese Richtlijnen 76/115/EEG van , 81/575/EEG van , 82/318/EEG van , 90/629 van en 96/38/EG van Minimumeisen betreffende veiligheidsgordels Personenvervoer Voertuigcategorie Goederenvervoer max. 8+1 Meer dan 8+1 VP SW In dienst gesteld vanaf Zijkant vooraan Naar voor gerichte zitplaatsen Midden vooraan Zijkant achteraan Midden achteraan Naar achter gerichte zitplaatsen 15 juni 68 (1) / / / / 1 januari 75 Ar 4m / / / / 1 januari 84 (3) Ar 4m B B B / 1 januari 87 Ar 4m A B B / OM 1 januari 87 Ar 4m (2) / / / / VC 3,5 ton (4) 1 januari 91 Ar 4m (2) / / / / M1 (5) 31 maart 2003 Ar 4m Ar 4m B B B 1 oktober 2004 Ar 4m Ar 4m Ar 4m Ar 4m B M2 3,5T (klasse B) M2 > 3,5T (klasse B) M3 (klasse III B) N1 31 maart 2003 Ar 4m Ar 4m Ar 4m Ar 4m Br3 31 maart 2003 Br3 Br3 Br3 Br3 Br3 31 maart 2003 Br3 Br3 Br3 Br3 Br3 1 januari 87 Ar 4m (2) / / / / 31 maart 2003 Ar 4m B B B / N2 / N3 31 maart 2003 B B B B / (1) : heupgordels / diagonale gordels / keur NBN of T.P.E. (2) : voor passagier volstaat Ar4 (3) : PVG beginnend met 77 of hoger (4) : VC > 3,5 ton : geen veiligheidsgordels vereist (5) : omvat VP, SW en OM vanaf A : driepuntsgordel (heup- en diagonale gordel uit één stuk) B : tweepuntsgordel (heupgordel) r : uitgerust met een oprolmechanisme

2 2/5 3 : oprolmechanisme met automatische vergrendeling (oprolmechanisme dat de band automatisch aan de gebruiker aanpast) 4 : oprolmechanisme met noodvergrendeling (oprolmechanisme met automatische vergrendeling dat blokkeert bij een grote vertraging van het voertuig) 4m : oprolmechanisme met noodvergrendeling met meervoudige gevoeligheid (oprolmechanisme met noodvergrendeling dat ook blokkeert bij een snelle beweging van de band) Opmerking : Aangezien in de bovenstaande tabel de minimum eisen qua geïnstalleerde veiligheidsgordels aangegeven worden, vindt men hierna een lijst van de type gordels die het aangegeven type mogen vervangen. Aangegeven type gordels B Br3 Br4m A Mogelijke vervangende gordeltypes Br3; Br4m; A; Ar4m; Br4m; Ar4m; Ar4m; Ar4m; Bij deze types kunnen nog bijkomende letters toegevoegd worden, met de volgende betekenis : p : met voorspaninrichting (gordelspanners) e : met energieabsorberende voorziening (krachtbegrenzers) N : met verhoogde aanspreekdrempel (verboden voor M1-voertuigen, zie extra symbool op de rechter figuur hieronder) Zo kunnen gordels Ar4Nm of Aer4m bijvoorbeeld een gordel Br3 vervangen. Volgens de Europese Richtlijn 96/36/EG, mag een gordel van type S (een gordel die geen tweepunts- of driepuntsgordel is, zoals bv. een harnasgordel) geïnstalleerd worden in plaats van een gordel A of B, op voorwaarde dat gehomologeerde verankeringspunten gebruikt worden. In dit geval vervangt de letter S de letter A of B op het goedkeuringsmerk. De figuren hieronder tonen voorbeelden van goedkeuringsmarkeringen : Het additioneel symbool voor de airbag is gereserveerd voor de gordels die, omwille van hun concept, moeten gebruikt worden op een plaats voorzien van een airbag.

3 3/5 3. Uitzonderingen zijn niet verplicht voor : - klapstoelen - in de lengteligging geplaatste zitplaatsen (zijdelings gerichte zitplaatsen) (voorheen voorkomend in voertuigen gebruikt voor personenvervoer, en met M.T.M. > 3500 kg) - zitplaatsen bestemd om enkel te worden gebruikt als het voertuig stilstaat - voertuigen categorieën M2 en M3 die zowel voor stadsgebruik als voor staande passagiers zijn bestemd - Belgisch goedgekeurde voertuigen met een maximumsnelheid 30 km/h - Europees goedgekeurde voertuigen (uitgezonderd landbouwtractoren) met een maximumsnelheid 25 km/h - Europees goedgekeurde landbouwtractoren met een maximumsnelheid 40 km/h - voertuigen met minder dan 4 wielen 4. Belangrijke opmerkingen 4.1. Voertuigen van andere categorieën MOGEN uitgerust zijn met veiligheidsgordels 4.2. Aantal zitplaatsen : enkel het aantal zitplaatsen, uitgerust met een veiligheidsgordel overeenkomstig de minimumeisen gesteld in punt 2, mag op het keuringsbewijs of het identificatieverslag vermeld worden (de stationstoepassing vraagt in de betreffende gevallen automatisch om het aantal zitplaatsen in te geven) Zitplaatsen vóór zijn de bestuurderszitplaats en de passagierszitplaatsen vóór. Een passagierszitplaats vóór is een zitplaats die op dezelfde lijn of vóór de bestuurderszitplaats gelegen is, wanneer deze laatste in zijn meest achteruitgeschoven positie geplaatst is Bij de personenauto's Nissan Prairie (P.V.G. 83/4558) zijn de veiligheidsgordels vooraan oorspronkelijk bevestigd aan de deuren. Dit moet aanvaard worden Wedstrijdvoertuigen categorie 1 moeten voorzien zijn van gehomologeerde veiligheidsgordels (markering, zie punt 5). Wedstrijdvoertuigen categorie 2 (in beperkte mate tot het verkeer toegelaten) daarentegen moeten er geen hebben Elke gordel met oprolmechanisme met noodvergrendeling blokkeert bij een grote vertraging van het voertuig. Daarentegen blokkeren enkel de gordels met een oprolmechanisme met noodvergrendeling met meervoudige gevoeligheid (type 4m) ook bij een snelle beweging van de band. Het is dus normaal dat bepaalde types gordels niet blokkeren in het geval van een snelle beweging van de band. Deze opmerking heeft ook betrekking op Amerikaanse voertuigen.

4 4/5 5. Keuring van de veiligheidsgordels De klant biedt het voertuig aan met alle gordels ingeklikt (ALLE types voertuigen, zie tabel). De controle bestaat uit het nazicht van : de aanwezigheid van de vereiste veiligheidsgordels de verankeringspunten. De verankeringspunten moeten gehomologeerd zijn. de goede werking van het hele systeem van de veiligheidsgordel. Dit wil zeggen dat het kliksysteem gecontroleerd wordt door de gordel los te klikken en het eventueel aanwezige oprolsysteem door te gordel te laten oprollen. de staat van de band enkel tijdens de eerste keuring, de markering : - voor : geen markering noodzakelijk - vanaf : BENOR, e, E of T.P.E. - vanaf : e, E of T.P.E. - voor Amerikaanse voertuigen : SAEJ4C of This belt conforms to the Federal Motor Vehicle Safety Standards (FMVSS). Volgende sancties worden eventueel toegekend : VEILIGHEIDSGORDELS : niet reglementair / werking / beschadigd VEILIGHEIDSGORDELS : slecht bevestigd / beschadigd (2 e vaststelling) / ontbreken / werking (2 e vaststelling) / ontbreken airbag De controle van de frontale airbag is geen systematische controle. Bij veiligheidsgordels die enkel in combinatie met een airbag kunnen gebruikt worden (zie 2), moet echter de sanctie voor het ontbreken van de airbag toegekend worden indien de airbag manifest verwijderd werd. Indien alles goed werkt, begint het verklikkerlampje voor de airbag te branden als het contact aangezet wordt en moet dit lampje uitdoven na enkele seconden. Als het verklikkerlampje blijft branden moet volgende opmerking toegekend worden, om de eventuele slechte werking van de airbag te signaleren : VEILIGHEIDSGORDELS : werking airbag Indien een zetel verwijderd is, moet natuurlijk geen veiligheidsgordel geëist worden (bijvoorbeeld Postvoertuigen met vooraan één zetel). Indien zetels en veiligheidsgordels weggenomen zijn, wordt de volgende sanctie toegekend : AFWEZIGHEID VEILIGHEIDSGORDELS : afwezigheid van veiligheidsgordels toegestaan voor zover de zetels niet teruggeplaatst worden

5 5/5 Bijzonderheid voor M2 en M3 : als het pictogram (witte persoon op blauwe achtergrond) ontbreekt op de zitplaatsen die uitgerust moeten zijn met een veiligheidsgordel (zie tabel), wordt de volgende sanctie toegekend : ZITPLAATSEN : afwezigheid pictogram 6. Inwerkingtreding Deze dienstnota is van toepassing vanaf 2 januari Namens de Minister: De Directeur-generaal, Jean-Paul GAILLY.