VR DOC.1497/4

Transcriptie

1 VR DOC.1497/4 Verslag aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning 1 INLEIDING Op 23 april 2014 werd het decreet betreffende de omgevingsvergunning goedgekeurd in het Vlaams Parlement en vervolgens op 25 april 2014 bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering (Belgisch Staatsblad 23 oktober 2014). Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd op 27 november 2015 goedgekeurd, en gepubliceerd op 23 februari De meeste artikelen van het decreet van 25 april 2014 en het uitvoeringsbesluit treden in werking één jaar na de dag na de datum van de bekendmaking van uitvoeringsbesluit, dus op 23 februari In tussentijd werden er echter regelgevende initiatieven genomen, die een wijziging van het uitvoeringsbesluit noodzaken. Enerzijds voert voorliggend besluit dan ook een aantal technische rechtzettingen door. Hierbij kan gedacht worden aan het aanpassen van verwijzingen, of het mee vermelden van omgevingsvergunning waar thans gesproken wordt over stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning. Anderzijds voert voorliggend besluit ook volgende inhoudelijke elementen in: - de beslissingsbevoegdheid van de gewestelijke omgevingsambtenaar wordt uitgebreid (zie wijziging aan artikel 10 van het Omgevingsvergunningenbesluit); - de termijnen waarbinnen advies moet worden uitgebracht, worden gewijzigd om rekening te kunnen houden met de opmerkingen tijdens openbaar onderzoek (zie wijziging aan o.a. artikel 27 en 67 van het Omgevingsvergunningenbesluit); - een regeling wordt voorzien voor advies van de hulpverleningszone (brandweer) (zie wijziging artikel 30 en 34 van het Omgevingsvergunningenbesluit); - de dossiers die naar de POVC of GOVC voor advies overgemaakt worden, worden gewijzigd, met het oog op een realistische werklast. (zie wijzigingen aan artikel 41 en 42 van het Omgevingsvergunningenbesluit) - de gedeeltelijke omzetting van de project-m.e.r.-richtlijn 2011/92/EU, zoals gewijzigd door Richtlijn 2014/52/EU. 1 / 34

2 Gebruikte afkortingen - DABM: het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, - POVC: de provinciale omgevingsvergunningscommissie, - GOVC: de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie, - Omgevingsvergunningenbesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, - Omgevingsvergunningendecreet: het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, - RvVb: Raad voor Vergunningsbetwistingen, - VCRO: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 2 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Hoofdstuk 1. Algemene bepaling Artikel 1. Dit artikel geeft de Europese Richtlijnen die door voorliggend besluit gedeeltelijk worden omgezet. Hoofdstuk 2. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Artikel 2. In het VLAREM II wordt verkeerdelijk op een aantal plaatsen nog verwezen naar de afdeling, bevoegd voor milieuvergunningen. Dit moet de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning zijn. Deze wijzigingsbepaling betreft volgende bepalingen: - artikel , eerste lid, - artikel , eerste lid, - artikel , 2, - artikel , 2, - artikel , 3, 2, a), - artikel , 1, 4, - artikel , 2, 5, en - artikel , 2. Betrokken artikelen worden afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo ook wordt de afdeling, bevoegd voor milieuvergunningen niet vermeld in het Decreet en het Besluit, maar wel de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Artikel 3. (artikel 1.1.2) De wijzigingen van dit artikel kunnen als volgt worden toegelicht: Punt 1 Bij artikel 165, 15, b), van het Omgevingsvergunningenbesluit werden een aantal algemene definities ingevoegd onder het opschrift Definities gevaarlijke producten in artikel van VLAREM II. Een van die definities is de definitie van een opslagplaats in de bovenvermelde context. 2 / 34

3 Deze definitie moet worden aangepast. Omdat het een wijziging betreft van een wijziging die nog niet in werking is getreden, wordt artikel 165, 15, b), van het Omgevingsvergunningenbesluit opgeheven en wordt het artikel van VLAREM II bij dit artikel (opnieuw) gewijzigd. Dit zijn de redenen voor de wijziging van de definitie van een opslagplaats: 1) de definitie is van toepassing op zowel gevaarlijke producten als brandbare vloeistoffen. Bijgevolg worden de brandbare vloeistoffen vermeld in de definitie; 2) de opslag kan zowel in vaste houders als in verplaatsbare recipiënten en onverpakt zoals bijvoorbeeld in bulk. 3) indelingsrubriek 12.1 wordt afgestemd op indelingsrubriek 31.1 zodat noodstroomgeneratoren niet meer ingedeeld zijn. Voor mobiele noodgroepen is het niet logisch dat deze nog zijn ingedeeld in indelingsrubriek 12.1 terwijl het motorgedeelte niet is ingedeeld (wegens niet stationair) in indelingsrubriek Nochtans gaat de meeste hinder eigenlijk uit van het motorgedeelte. Bovendien zijn deze inrichtingen via artikel van VLAREM II reeds vrijgesteld van de sectorale voorwaarden. Het probleem dat zich evenwel nog stelt is dat noodgeneratoren nog ingedeeld zouden zijn omwille van hun geïntegreerde opslagtank groter dan 1000 liter. In de loop der jaren zijn de geïntegreerde brandstoftanks van mobiele noodstroomgeneratoren groter geworden. Momenteel zijn er al generatoren op de markt met geïntegreerde tanks van o.a l of l. Deze kleinere geïntegreerde brandstoftank kunnen niet zonder meer voldoen aan alle VLAREM-voorwaarden en keuringsverplichtingen die gelden voor vaste houders, maar voldoen wel aan de toepasselijke productnormering, waardoor de hinder en risico s naar de omgeving eerder beperkt zijn. Bijgevolg wordt het inhoudsvermogen van geïntegreerde tanks bij noodstroomgeneratoren die niet als opslagplaats beschouwd worden verhoogd van l tot l. Punt 2 Bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015 werden een aantal wijzigingen doorgevoerd aan VLAREM I ter gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2013/39/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2008/105/EG wat betreft prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid. Het Omgevingsvergunningenbesluit van 27 november 2015 heft echter VLAREM I op, neemt de definities van VLAREM I op in VLAREM II en voegt de nuttige bijlagen van VLAREM I als bijlage bij VLAREM II. Dit artikel voert de wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015 van VLAREM I door in VLAREM II. Artikel 4. (artikel , zesde lid) Huidig artikel , zesde lid, verwijst naar artikel 82, zonder te verduidelijken dat het over artikel 82 Omgevingsvergunningendecreet gaat. Dit wordt nu rechtgezet. Artikel 5. (artikel ) Deze wijziging laat de afdeling Milieu, bevoegd voor omgevingsvergunning toe het meerjarenprogramma af te stemmen op de agenda van Europa. De praktijk heeft geleerd dat aangekondigde BREF s op zich kunnen laten wachten. De voorliggende wijziging laat toe om hierop in te spelen. Dit betekent dat het meerjarenprogramma op 1 oktober wordt gepubliceerd met volgende informatie: - planning voor 5 jaar op sectoraal niveau op basis van het European Work Programme; 3 / 34

4 - planning voor 2 jaar, nominatief, niet per maand, op basis van de BBT-conclusies die waarschijnlijk de komende 2 jaar gepubliceerd zullen worden door de Europese Commissie; - planning voor één jaar nominatief, per maand, als BBT-conclusies door de Europese Commissie zijn gepubliceerd. Op het moment dat nieuwe BBT-conclusies gepubliceerd worden, actualiseert de afdeling Milieu, bevoegd voor omgevingsvergunning het meerjarenprogramma binnen 60 dagen na publicatie. Voordeel van een actualisatie: - geen onzekerheid mbt de datum van de start van de evaluatie; - alle installaties zijn gekend; - alle GPBV-installaties die na de publicatie van de BBT- conclusies worden aangevraagd worden bij de behandeling van de aanvraag getoetst aan de BBTconclusies. Ze worden niet opgenomen in het meerjarenprogramma. Doordat we ten vroegste 9 maanden na publicatie door Europese Commissie starten, heeft de POVC nog ruim 6 maanden de tijd om de nieuwe situatie als gevolg van de publicatie van de BBT-conclusies in te schatten. Artikel 6. (artikel , vierde lid) Er moet in de bepaling over de beoordelingscriteria voor de bijstelling van de milieuvoorwaarden na evaluatie, naar artikel , 2, c) en d), (bepaalde gerichte evaluaties) van VLAREM II in plaats van naar artikel , 2, c) en d), van VLAREM II verwezen worden. De laatst vernoemde bepaling bestaat trouwens niet. Met de wijziging van artikel , vierde lid, van VLAREM II wordt deze materiële vergissing rechtgezet. Artikel 7. (artikel , 3, eerste en tweede lid) Betrokken artikel wordt afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo is er niet langer sprake van een milieuvergunning maar wel van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Artikel 8. (artikel , 3) Dit betreft de rechtzetting van een spellingsfout. Artikel 9. (artikel 3.1.1, 5, derde lid) Met deze wijziging wordt artikel 3.1.1, 5, derde lid afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo wordt er voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning. Artikel 10. (artikel , 12 ) Dit artikel voegt aan artikel , 12, van VLAREM II een bepaling toe die noodzakelijk is met het oog op de correcte omzetting van artikel 45, lid 2, a) van de Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en dit naar aanleiding van de vragen van de Europese Commissie in het kader van de conformiteitscontrole van de omzetting van deze richtlijn. Artikel , 12, bepaalt wat de inhoud kan zijn van de milieuvoorwaarden voor afvalverbrandingsinstallaties of afvalmeeverbrandingsinstallaties waarin gevaarlijke afvalstoffen worden verbrand. Artikel 11. (artikel , 2, eerste lid) Dit artikel voegt een zinsnede toe aan de bepaling die inhoud van bijzondere voorwaarden vaststelt. Met dit artikel wordt de exacte formulering uit de Europese richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies overgenomen en dit naar aanleiding van 4 / 34

5 de vragen van de Europese Commissie in het kader van de conformiteitscontrole van de omzetting van deze richtlijn. Artikel 12. (artikel , 1) Artikel 13. (artikel , 4) Met deze wijziging worden betrokken artikelen afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo wordt er voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning Artikel 14. (artikel ) Dit artikel betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Artikel 15. (artikel , 3, derde lid) Artikel 16. (artikel ) Artikel 17. (artikel , 1, 1 ) Deze artikelen betreffen een rechtzetting van het gebruik van een dubbel lidwoord. Artikel 18. (artikel , 6) Artikel 19. (artikel , 2) Betrokken artikelen worden afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo is er niet langer sprake van een milieuvergunning maar wel van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Artikel 20. (artikel , 2,) Met deze wijziging wordt de bouwfase van een project vrijgesteld van de geluidsnormen van VLAREM II. Er wordt vastgesteld dat de bouwwerken niet of moeilijk aan deze sectorale normen kunnen voldoen. De vergunningverlenende overheid kan zo nodig aan de individuele situatie aangepaste bijzondere milieuvoorwaarden opleggen. Artikel 21. (artikel , 3) Met deze wijziging worden betrokken artikelen afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo wordt er voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning. Artikel 22. (artikel , 1) Dit betreft de rechtzetting van een spellingsfout. Artikel 23. (artikel , 1) Artikel 24. (artikel ) Artikel 25. (artikel , 5) Artikel 26. (artikel , 5 en 6) Artikel 27. (artikel , eerste lid) Artikel 28. (artikel , 2) Artikel 29. (artikel , 3) Artikel 30. (artikel , 3, 3 ) Artikel 31. (artikel , 2, tweede lid) Artikel 32. (artikel , 6, eerste lid) Artikel 33. (artikel , 7) Artikel 34. (artikel , 4) Betrokken artikelen worden afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. 5 / 34

6 Zo is er niet langer sprake van een milieuvergunning maar wel van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Artikel 35. (artikel , 1, 4 ) Dit artikel betreft een rechtzetting van een verkeerde omzetting door het Omgevingsvergunningenbesluit. Het was immers de bedoeling om te verwijzen naar de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Artikel 36. (artikel , 7) Artikel 37. (artikel , 4, tweede lid) Artikel 38. (artikel , 5 ) Artikel 39. (artikel , tweede lid) Artikel 40. (artikel , 2) Artikel 41. (artikel , 1, vierde lid) Artikel 42. (artikel ) Artikel 43. (artikel , 1) Artikel 44. (artikel , 1) Artikel 45. (artikel , (3), c)) Betrokken artikelen worden afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo is er niet langer sprake van een milieuvergunning maar wel van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Artikel 46. (artikel , 2, 1 ) Met dit artikel wordt de afwijking van de continue meetverplichting voor SO2 en stof voor stookinstallaties die gestookt worden met ontzwaveld raffinaderijgas waarvan het zwavelgehalte minder dan 150 ppm bedraagt, geschrapt. Deze aanpassing is noodzakelijk met het oog op de correcte omzetting van bijlage V, deel 3, punten 1 en 2 van de Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en dit naar aanleiding van de vragen van de Europese Commissie in het kader van de conformiteitscontrole van de omzetting van deze richtlijn. (artikel , 3, tweede lid,) Met dit artikel wordt de afwijking van de periodieke meetverplichting voor SO2 en stof van gasturbines en stookinstallaties die gestookt worden met ontzwaveld raffinaderijgas waarvan het zwavelgehalte minder dan 150 ppm bedraagt, geschrapt. Deze aanpassing is noodzakelijk met het oog op de correcte omzetting van bijlage V, deel 3, punten 1 en 2 van de Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en dit naar aanleiding van de vragen van de Europese Commissie in het kader van de conformiteitscontrole van de omzetting van deze richtlijn. Artikel 47. (artikel ) Met dit artikel wordt de passieve meldingsplicht voor iedere verandering van brandstof, van het zwavelgehalte van de vloeibare brandstof en van de uren van buiten gebruikstelling, vervangen door een actieve meldingsplicht van deze wijzigingen aan de toezichthouder en een goedkeuring door de toezichthouder. De bedoelde wijzigingen zijn slechts mogelijk binnen de vergunning die werd afgeleverd. Indien dit niet het geval is, zal de toezichthouder geen goedkeuring kunnen geven en moet er een wijziging van de vergunning worden aangevraagd. In beide gevallen wordt de monitoringsverplichting geregeld via algemeen bindende voorschriften, waar voor alle situaties de van toepassing zijnde monitoringsverplichtingen ook zijn bepaald. Deze aanpassing is noodzakelijk met het oog op de correcte omzetting van bijlage V, deel 3, punt 6 van de Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en dit naar aanleiding van de vragen van de 6 / 34

7 Europese Commissie in het kader van de conformiteitscontrole van de omzetting van deze richtlijn. Artikel 48. (artikel ) Artikel 49. (artikel , tweede lid) Artikel 50. (artikel ) Betrokken artikelen worden afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo is er niet langer sprake van een milieuvergunning maar wel van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Artikel 51. (bijlage 1) Punt 1 voegt een verwijzing naar het artikel 37, 2, van het Omgevingsvergunningenbesluit toe. Artikel 37, 2, van het Omgevingsvergunningenbesluit wijst de afdeling milieu bevoegd voor omgevingsvergunning als adviesinstantie aan voor bepaalde aanvragen en beroepen die betrekking hebben op de exploitatie van een vergunningsplichtige ingdeelde inrichting of activiteit. Punt 2 Rubriek 43 werd opgesplitst in 1 en 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft een aanpassing aan de evolutie van de techniek en aan de CLP-verordening. De verwijzing moet dienovereenkomstig worden aangepast. Punt 3 Deze wijziging betreft een herschikking van RO-definities van bepaalde gebieden in de indelingslijst. De definties die tellkens per rubriek herhaald worden, worden vervangen door een globale definitie vooraan de indelingslijst. Punt 4 en volgende : de indelingslijst is een belangrijk aanknopingspunt voor de digitalisering. Schikking, formulering en eenheden (keuze voor één eenheid) van de indelingsrubrieken worden hiertoe maximaal geuniformiseerd. In indelingsrubriek 2.2.2,d) (punt 4 ) wordt er gekozen om de eenheid alleen nog uit te drukken in tonnage en niet langer in voertuigwrakken. In indelingsrubriek (punt 5 ) wordt de opmerking net als in de andere bovenaan de indelingsrubriek geplaatst. Een aantal indelingsrubrieken (punt 6 ) worden omwille van de vereiste van uniformiteit hernummerd. In indelingsrubriek (punt 7 ) wordt de tweede opmerking ook bovenaan de indelingsrubriek geplaatst. In indelingsrubriek (punt 8 ) worden de bemerking per subindelingsrubriek herhaald. Indelingsrubriek (punt 9 ) wordt uitgesplitst in een a) en een b) zodat een eenduidige eenheid mogelijk is. Punt 10 : zie punt 3. Punt 11 is een materiële correctie in indelingsrubriek en Indelingsrubriek 4.6 (punt 12 ) wordt uitgesplitst in een a) en een b) zodat een eenduidige eenheid mogelijk is. Punt 13 (indelingsrubriek 6.1, rubriek 8 en rubriek 16.3), punt 14 (indelingsrubriek 6.2, rubriek , rubriek ), punt 15 (indelingsrubriek 9): zie punt 3. Punt 16 : Naast een terminologische aanpassing in de omschrijving van de indelingsrubriek, wordt de vemelding geschrapt dat er overlapping kan zijn met rubriek 9.5. Geen dubbbele rubricering mogelijk gezien het enerzijds gemengde (9.5) en anderzijds niet-gemengde inrichtingen (9.3.1) betreft. Punt 17 (indelingsrubriek ): zie punt 16. Punt 18 (indelingsrubriek ): Dit is een terminologische aanpassing van de omschrijving van de indelingsrubriek. 7 / 34

8 Punt 19 (indelingsrubriek ): Naast een terminologische aanpassing in de omschrijving van de indelingsrubriek wordt een uitzondering toegevoegd opdat de inrichting niet zou uitgebreid worden met alle graasweides. Punt 20 (indelingsrubriek 9.5) De volgende wijzigingen worden doorgevoerd: - een terminologische aanpassing in de omschrijving van de indelingsrubriek; - toevoeging van een uitzondering opdat de inrichting niet zou uitgebreid worden met alle graasweides; - om te vermijden dat addena van het aanvraagformulier moeten worden ingevuld voor een klein aantal dieren wordt toegevoegd dat voor de toepassing van deze rubriek, het aantal plaatsen van de afzonderlijke diersoorten worden meegeteld indien deze hoger zijn dan de respectievelijke ondergrenzen voor vergunningsplicht in het van toepassing zijnde gebied (cfr , 9.4.1, en 9.4.3); - de indeling van de rubriek wordt afgestemd op de addenda van het aanvraagformulier. Rubriek 9.6 (punt 21 ) wordt geuniformiseerd en herschikt. In indelingsrubriek 11.1 (punt 22 ) wordt de opmerking net als in de andere indelingsrubrieken bovenaan de indelingsrubriek geplaatst. Punt 23 en punt 24 : (Nood)stroomgeneratoren en WKK s zijn ingedeeld in de rubriek 12.1 voor wat betreft het elektriciteitsproductiegedeelte en in rubriek 31.1 voor wat betreft de stationaire motor. Momenteel is er een discrepantie inzake de indelingsdrempels tussen de rubrieken 12.1 en De rubriek 31.1 werd gedeklasseerd via het uitvoeringsbesluit omgevingsvergunning. Voor de rubriek werd dit nog niet gedaan. Bijgevolg wordt voorgesteld om de indelingsdrempels van de rubriek 12.1 af te stemmen op deze van de nieuwe rubriek Hierbij worden volgende uitgangspunten gehanteerd: Voor noodstroomgroepen met minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar, moet het elektrisch (schijnbaar) vermogen maar voor 50% in rekening worden gebracht voor het bepalen van het totaal elektrisch (schijnbaar) vermogen (cfr. de huidige regeling voor rubriek 31.1). Er wordt rekening gehouden met het elektrisch rendement van een typisch stationaire motor. Bijkomend worden mobiele elektrische noodgroepen en elektriciteitsproductiegroepen of transformatoren tijdelijk ingezet voor de elektrische voeding van werktuigen, toestellen en installaties gebruikt bij de uitvoering van de eigenlijke bouw-, sloop- of wegeniswerken, ook in de uitzondering gezet van de rubrieken en Voor mobiele noodgroepen is het niet logisch dat deze nog zijn ingedeeld in rubriek 12.1 terwijl het motorgedeelte niet is ingedeeld (wegens niet stationair) in rubriek Dit terwijl de meeste hinder eigenlijk uitgaat van het motorgedeelte. Bovendien zijn deze inrichtingen via art reeds vrijgesteld van de sectorale voorwaarden. In indelingsrubriek 16.9.f) (punt 25 ) wordt een materiële vergissing in de eenheid rechtgezet. In indelingsrubriek 19.6 (punt 26 ) worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd en wordt er voor m 3 als eenheid gekozen i.p.v. ton. Deze eenheid is gemakkelijker in te schatten en zwaar hout (bijvoorbeeld balken) zijn minder brandbaar dan lichtere fracties (houtschilfers, paletten met veel lucht). In indelingsrubriek (punt 27 ) worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd. Dit is en loutere herschikking met het oog op de digitale aanvragen. Punt 28 : zie punt 3. In indelingsrubriek (punt 29 ) worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd. Dit is en loutere herschikking met het oog op de digitale aanvragen. Punt 30 : zie punt 3. 8 / 34

9 In indelingsrubriek 30.2 (punt 31 ) worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd. Dit is en loutere herschikking met het oog op de digitale aanvragen. In indelingsrubriek 33.4 (punt 32 ) worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd. Dit is en loutere herschikking met het oog op de digitale aanvragen. worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd. Dit is en loutere herschikking met het oog op de digitale aanvragen. Punt 33 vervangt in indelingsrubriek het woord verwerkingscapaciteit door de meer gangbare term productiecapaciteit. Punt 34 indelingsrubriek 36.4: herschikking omwille van de digitalisering. Punt 35 (indelingsrubriek 45) en 36 (indelingsrubriek 45.14): zie punt 3. In indelingsrubriek (punt 37 ) worden de keuzemogelijkheden in afzonderlijke indelingsrubrieken geformuleerd. Dit is en loutere herschikking met het oog op de digitale aanvragen. De omschrijving van de opgeheven indelingsrubriek 47 (punt 38 ) wordt bij deze ook opgeheven. Punt 39 (indelingsrubriek ): zie punt 3. Punt 40 (indelingsrubriek ) betreft een duidelijker omschrijving gezien de vele vragen hierover. Punt 41 (indelingsrubriek 53. 8) betreft een duidelijker omschrijving gezien de vele vragen hierover. Punt 42 (indelingsrubriek 57) herstelt een materiële vergissing in de nummering van indelingsrubriek Punt 43 (indelingsrubriek 59.3 ) voert een loutere herschikking door. Artikel 52. (bijlage 1.1.2) In deze bijlage wordt in punt 2, m), nog steeds verwezen naar titel I van het VLAREM. Met dit artikel wordt dit rechtgezet conform de Omgevingsvergunningenregelgeving waarbij titel I van het VLAREM wordt opgeheven en waarbij de bijlage waarnaar wordt verwezen bij VLAREM II wordt gevoegd. Artikel 53. (bijlage 2C) Bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015 werd de lijst van prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid die vervat is in bijlage 2C bij VLAREM I, vervangen ter gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2013/39/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2008/105/EG wat betreft prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid. Het omgevingsvergunningenbesluit van 27 november 2015 heft VLAREM I op en voegt de nuttige bijlagen van titel I als bijlage bij VLAREM II. Hierbij werd de oude bijlage 2C (zonder omzetting) toegevoegd aan VLAREM II. Deze vergissing wordt hierbij rechtgezet. Artikel 54. (bijlage , punt 7) Artikel 55. (bijlage , punt 1.6) Artikel 56. (bijlage , punt IV, b), tweede lid) In de betrokken bijlagen wordt nog steeds verwezen naar bepaalde definities uit titel I van het VLAREM. Met deze wijzigingen wordt dit rechtgezet conform de Omgevingsvergunningenregelgeving waarbij titel I van het VLAREM wordt opgeheven en de definities worden opgenomen in art van VLAREM II. Artikel 57. (bijlage 5.3.2, punt 21.3, 2, eerste lid) In deze bijlage wordt in punt 21.3, 2, tweede lid, nog steeds verwezen naar titel I van het VLAREM. Met dit artikel wordt dit rechtgezet conform de Omgevingsvergunningenregelgeving waarbij titel I van het VLAREM wordt opgeheven en waarbij de bijlage waarnaar wordt verwezen bij VLAREM II wordt gevoegd. 9 / 34

10 Artikel 58. (bijlage 5.3.2, punt 36) Artikel 59. (bijlage 5.3.2, punt 45, a), ii)) Artikel 60. (bijlage 5.3.2, punt 54bis) Artikel 61. (bijlage 5.3.2, punt 55) Artikel 62. (bijlage , punt 6, eerste lid) Deze betreffen telkens de vervanging van het woord milieuvergunning door de woorden omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Betrokken artikelen worden zo afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Artikel 63. (bijlage , deel 2 en deel 4) In deze bijlage wordt verkeerdelijk verwezen naar bijlagen uit titel I van het VLAREM. Met dit artikel wordt dit rechtgezet conform het Omgevingsvergunningenbesluit waarbij bijlagen 15 A en 15 B van titel I van het VLAREM worden toegevoegd aan de bijlagen van VLAREM II respectievelijk als bijlage A en B. Artikel 64. (bijlage , hoofdstuk 1, deel II, punt 11) Dit betreft de vervanging van het woord milieuvergunning door de woorden omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. De bijlage wordy zo afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Hoofdstuk 3. Wijziging van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007 (besluit houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming) Artikel 65. (artikel 1, 5 ) Dit artikel schrapt de definitie van VLAREM I uit de inleidende definities van dit besluit. VLAREM I wordt opgeheven door het Omgevingsvergunningenbesluit. Artikel 66. (artikel 21, eerste en derde lid) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de indelingslijst die als bijlage I bij titel I van het VLAREM is gevoegd door een verwijzing naar de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, 1, van het DABM. Het artikel 617 van het Omgevingsvergunningenbesluit dat onjuiste wijzigingen bevat, wordt opgeheven. Artikel 67. (artikel 23, 2, a) ) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de indelingslijst die als bijlage I bij titel I van het VLAREM is gevoegd door een verwijzing naar de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, 1, van het DABM. Artikel 68. (artikel 61) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de indelingslijst die als bijlage I bij titel I van het VLAREM is gevoegd door een verwijzing naar de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, 1, van het DABM. Het artikel 618 van het Omgevingsvergunningenbesluit dat onjuiste wijzigingen bevat, wordt opgeheven. Artikel 69. (artikel 62) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de indelingslijst die als bijlage I bij titel I van het VLAREM is gevoegd door een verwijzing naar de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, 1, van het DABM. Het artikel 619 van het Omgevingsvergunningenbesluit dat onjuiste wijzigingen bevat, wordt opgeheven. 10 / 34

11 Artikel 70. (artikel 102, 2 en 3 ) Dit betreft de rechtzetting van een materiële vergissing die bij het Omgevingsvergunningenbesluit werd begaan. Artikel 102, 2 werd vervangen, maar onvolledig. Door de opheffing van art 624 van het besluit van 27 november 2015, diende ook punt 3 in dit wijzigingsartikel te worden opgenomen. Artikel 71. (artikel 162, 2 ) Deze artikelen vervangen de verwijzing naar de indelingslijst die als bijlage I bij titel I van het VLAREM is gevoegd door een verwijzing naar de indelingslijst. Artikel 72. (artikel 203, 1, 17 ) Dit artikel vervangt een verwijzing naar het VLAREM I dat wordt opgeheven door een verwijzing naar het Omgevingsvergunningenbesluit. Hoofdstuk 4. Wijziging van het besluit van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 73. (artikel 1) Aan artikel 1 van het Milieuhandhavingsbesluit werden reeds terminologische wijzigingen aangebracht door het Omgevingsvergunningenbesluit. Dit artikel voegt nog een aantal wijzigingen toe die als volgt kunnen worden toegelicht: - punt 1 voegt aan de inleidende definities van dit besluit een definitie van het begrip Omgevingsvergunningenbesluit toe; - punt 2 voegt aan de inleidende definities van dit besluit een definitie van het begrip indelingslijst toe; - punt 3 vervangt in de definitie van een GPBV-installatie de verwijzingen naar VLAREM I door verwijzingen naar de corresponderende bepalingen in het Omgevingsvergunningenbesluit; - punt 4 betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Artikel 74. (artikel 16, 1) Dit artikel vervangt de verwijzing naar VLAREM I door het Omgevingsvergunningenbesluit, door een verwijzing naar de indelingslijst zoals gedefinieerd in de inleidende definities van het besluit. Artikel 75. (artikel 21) Dit artikel vervangt de verwijzingen naar het Milieuvergunningsdecreet door verwijzingen naar het decreet betreffende de omgevingsvergunning (punt 1) en naar titel V van het DABM (punt 2 ). Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 635 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid moet immers vermeld worden als het decreet. Het voormeld artikel 635 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 76. (artikel 22, 1 ) Dit artikel vervangt de verwijzing naar bepalingen in het Milieuvergunningsdecreet door een verwijzing naar de corresponderende bepalingen in titel V van het DABM. Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 636 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid wordt immers gedefinieerd als het decreet. Het voormeld artikel 636 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). 11 / 34

12 Artikel 77. (artikel 24) Dit artikel vervangt de verwijzing naar het Milieuvergunningsdecreet en VLAREM I door een verwijzing naar het Omgevingsvergunningendecreet en naar de indelingslijst zoals gedefinieerd in de inleidende definities van het besluit. Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 638 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Zoals reeds gesteld wordt het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid aangehaald als het decreet. Het voormeld artikel 638 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 78. (artikel 26) Dit artikel vervangt de verwijzing naar het Milieuvergunningsdecreet door een verwijzing naar het decreet betreffende de omgevingsvergunning en de corresponderende bepalingen in titel V van het DABM. Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 639 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het voormeld artikel 639 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 79. (artikel 28/2) Dit artikel vervangt de verwijzing naar bepalingen in het Milieuvergunningsdecreet door een verwijzing naar de corresponderende bepalingen in titel V van het DABM. Artikel 80. (artikel 29, 5 ) Dit artikel vervangt de verwijzing naar bepalingen in het Milieuvergunningsdecreet door een verwijzing naar de corresponderende bepalingen in titel V van het DABM. Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 642 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het voormeld artikel 642 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 81. (artikel 30, 2 ) Dit artikel vervangt de verwijzing naar bepalingen in titel I van het VLAREM door een verwijzing naar de corresponderende bepalingen in het Omgevingsvergunningenbesluit. Artikel 82. (artikel 33, 2) Artikel 83. (artikel 34) Deze artikelen vervangen de verwijzing naar bepalingen in het Milieuvergunningsdecreet en de indelingslijst die als bijlage 1 bij VLAREM I is gevoegd, door een verwijzing naar het Omgevingsvergunningendecreet en de corresponderende bepalingen in titel V van het DABM. Dit zijn verbeteringen van de terminologische wijzigingen die door artikel 644 respectievelijk artikel 645 van het Omgevingsvergunningenbesluit werden doorgevoerd. Voormelde artikelen 644 en 645 worden bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 84. (artikel 35/4) Dit artikel betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Artikel 85. (artikel 35/5) Punt 1 betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Punt 2 schrapt de bepaling waarin wordt gesteld dat de deelname van de exploitant aan het milieuzorgsysteem ISO geldt als criterium waarop de systematische evaluatie van de milieurisico s wordt gebaseerd. Deze aanpassing is noodzakelijk met het oog op de correcte omzetting van artikel 23, punt 4 van de Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en dit naar aanleiding van de vragen van de Europese Commissie in het kader van de conformiteitscontrole van de omzetting van deze richtlijn. 12 / 34

13 Artikel 86. (artikel 35/6) Dit artikel vervangt de verwijzing naar bepalingen in titel I van het VLAREM door een verwijzing naar de corresponderende bepalingen in het Omgevingsvergunningendecreet. Artikel 87. (artikel 35/7) Dit artikel betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Artikel 88. (artikel 35/8) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de indelingslijst die als bijlage 1 bij VLAREM I is gevoegd, door een verwijzing naar de indelingslijst vermeld in artikel in titel V van het DABM. Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 647 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het voormeld artikel 647 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 89. (artikel 54, 2) Dit artikel betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Artikel 90. (artikel 58) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de afdeling Milieuvergunningen, het Milieuvergunningsdecreet en de indelingslijst die als bijlage 1 bij VLAREM I is gevoegd, door een verwijzing naar respectievelijk de afdeling Milieu, bevoegd voor Omgevingsvergunning, het Omgevingsvergunningendecreet en de indelingslijst vermeld in artikel in titel V van het DABM. Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 647 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd.. Het voormeld artikel 647 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 91. (artikel 59) Artikel 92. (artikel 60) Deze artikelen betreffen een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Artikel 93. (artikel 61) Dit artikel vervangt de verwijzing naar de definitie van een GPBV-installatie in titel I van het VLAREM die wordt opgeheven door het Omgevingsvergunningenbesluit, door een verwijzing naar de definitie van dit begrip in de inleidende definities van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Voorliggend besluit voegt immers een definitie van GPBV-installatie toe aan het besluit van 12 december Dit is een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 649 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid moet immers vermeld woorden als het decreet. Het voormeld artikel 649 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Artikel 94. (artikel 79) Punt 1 vervangt de verwijzing naar de definitie van een GPBV-installatie in titel I van het VLAREM die wordt opgeheven door het Omgevingsvergunningenbesluit, door een verwijzingen naar de definitie van dit begrip in de inleidiende definities van het besluit van 12 december 2008 (zie vorig artikel); 13 / 34

14 Punt 2 betreft een verbetering van de terminologische wijziging die door artikel 650 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd doorgevoerd. Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid moet immers vermeld woorden als het decreet. Het voormeld artikel 650 wordt bijgevolg opgeheven bij dit besluit (zie verder). Hoofdstuk 5. Wijzigingen van het VLAREL van 19 november 2010 Artikel 95. ( artikel 6, 7, a)) Bij de redactie van artikel 686 van het Omgevingsvergunningenbesluit dat het artikel 6/7, a) van het VLAREL wijzigt, is iets misgelopen in de verwijzing naar de te wijzigen bepalingen. De wijzigende bepaling wordt hierbij in verbeterde vorm hernomen. Het artikel 686 wordt in dit besluit opgeheven (zie verder). Artikel 96. (artikel 25/2) Artikel 25/2 van het VLAREL werd gewijzigd door artikel 689 van het Omgevingsvergunningenbesluit. Ondertussen is dit artikel 25/2 gewijzigd door een tussenkomend besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart Daar het gewijzigd artikel 25/2 spreekt over een milieuvergunning, wordt dit rechtgezet door te spreken over een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Het artikel 689 van het Omgevingsvergunningenbesluit wordt in dit besluit opgeheven (zie verder). Hoofdstuk 6. Wijziging van het VLAREMA-besluit van 17 februari 2012 Artikel 97. (artikel 1.2.1, 2) In artikel van het VLAREMA wordt verkeerdelijk op een aantal plaatsen nog verwezen naar titel I van het VLAREM en naar het Miilieuvergunnignendecreet. Met deze wijzigingen wordt dit rechtgezet conform de Omgevingsverginningenregelgeving waarbij titel I van het VLAREM wordt opgeheven en het Omgevingsvergunningendecreet alsook titel V van het DABM in werking treden. Artikel 98. (artikel 4.1.4, 2,) Dit artikel betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de omgevingsvergunningenreglementering. Zo wordt er voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning. Artikel 99. (artikel ) Dit artikel betreft een rechtzetting van een verkeerde omzetting door het Omgevingsvergunningenbesluit. Het was immers niet de bedoeling om 10 op te heffen maar wel de verkeerdelijke verwijzing naar titel I van het VLAREM te wijzigen. Met deze wijzigingen wordt dit rechtgezet conform de Omgevingsvergunningenregelgeving waarbij titel I van het VLAREM wordt opgeheven. Zo wordt er voortaan verwezen naar de indelingslijst zoals vermeld in artikel 5.2.1, 1, van het DABM. Artikel 100. (artikel ) Artikel 101. (artikel ) Betrokken artikelen betreffen een rechtzetting van een verkeerde omzetting door het Omgevingsvergunningenbesluit. Met deze wijzigingen wordt dit rechtgezet conform de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit waarbij titel I wordt opgeheven. Zo wordt er: 14 / 34

15 - niet meer verwezen naar de vergunningsvoorwaarden maar naar de bijzondere milieuvoorwaarden zoals vermeld in artikel 72 van het Omgevingsvergunningendecreet - voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning. Artikel 102. (artikel ) Dit artikel betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de Omgevingsvergunningenreglementering. Zo wordt er voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning alsook naar de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en niet naar de stedenbouwkundige vergunning. In artikel wordt gesteld dat de perimeter van de kadastrale werkzone of werkzones vastgelegd kunnen worden in de omgevinqsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of in de omgevingsvergunningvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Dit wil zeggen dat de perimeter zowel in de ene als in de andere omgevingsvergunning kan vastgelegd worden alsook in beiden. Artikel 103. (artikel ) Met deze wijziging wordt artikel afgestemd op de terminologie gebruikt in de Omgevingsvergunningenregelgeving. Zo is de definitie van een ingedeelde inrichting ruimer geworden en vermeld in artikel 5.1.1, 8, van het DABM. Artikel 104. ( bijlage 5.2.3, C) Dit artikel betreft een rechtzetting van een onvolledige omzetting door het Omgevingsvergunningenbesluit. In punt 3 van het eerste lid werd verkeerdelijk verwezen naar bijlage 7 van titel I van het VLAREM. Deze bijlage werd opgeheven bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft een aanpassing aan de evolutie van de techniek en aan de CLP-verordening. Sinds 1 juni 2015 dient er voor gevaarlijke producten verwezen te worden naar de indeling van de CLP-verordeing. In het laatste lid wordt verwezen naar titel I van het VLAREM dit wordt terug rechtgezet conform de Omgevingsverginningenregelgeving waarbij titel I van het VLAREM wordt opgeheven. Artikel 105. (bijlage 5.2.4) Dit artikel betreft een rechtzetting van een onvolledige omzetting door het Omgevingsvergunningenbesluit. In bijlage 5.2.4, 2 werd punt e) vergeten, dit wordt nu rechtgezet. De wijziging betreft een aanpassing aan de nieuwe terminologie die gehanteerd wordt in de Omgevingsvergunningenreglementering. Zo wordt er voortaan verwezen naar de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en niet naar de milieuvergunning. 15 / 34

16 Hoofdstuk 7. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringsprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid Artikel 106. (punt van de bijlage) Dit artikel vervangt de verwijzing naar bijlagen bij titel I van het VLAREM door een verwijzing naar de corresponderende bepalingen bij titel II van het VLAREM zoals gewijzigd. Hoofdstuk 8. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten Artikel 107. (artikel 20, 3 ) Met deze wijziging wordt artikel 20, 3, afgestemd op de terminologie gebruikt in het Omgevingsvergunningendecreet en Omgevingsvergunningenbesluit. Zo wordt er niet meer verwezen naar de milieuvergunningstoestand maar naar de toestand betreffende de omgevingsvegunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Hoofdstuk 9. Wijziging van titel III van het VLAREM van 16 mei 2014 (besluit houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBVinstallatie) Artikel 108. (bijlage 2, punt 4, deel 1, punt 5) Dit betreft de rechtzetting van een materiële vergissing. Hoofdstuk 10. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges Artikel 109. (artikel 4 DBRC-besluit) De Raad van State is van oordeel dat het officiële citeeropschrift ingevoerd is als "Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening", dus zonder vermelding van datum. Aangezien de decreetgever deze keuze heeft gemaakt, hoort de datum niet bij het citeeropschrift, net zomin als er verwezen wordt naar het Burgerlijk Wetboek van... Bijgevolg wordt de datumvermelding bij de VCRO weggelaten (punt 1 ). Aangezien het Omgevingsvergunningendecreet de bevoegdheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen uitbreidt voor wat betreft het milieuaspect van de omgevingsvergunning, en dit Omgevingsvergunningendecreet termijnen bevat, moet artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges dat gaat over het tijdig indienen van verzoekschriften en processtukken ook verwijzen naar deze termijnen in het Omgevingsvergunningendecreet (punt 2 ). Artikel 110. (artikel 8, 1 DBRC-besluit) Tijdens een vergunningsprocedure kan het voorvallen dat bepaalde stukken niet aan het openbaar onderzoek werden onderworpen. Zo kan een vergunningsaanvrager, op basis van artikel 4.3.8, 1, DABM vragen dat bepaalde delen uit het project-mer aan het openbaar onderzoek binnen de vergunningsprocedure worden onttrokken. Voor dergelijke onttrekking moeten goede redenen bestaan. 16 / 34

17 Het gaat niet op dat bij een eventueel beroep bij de RvVb geen rekening meer zou worden gehouden met deze redenen, door het volledige dossier, met inbegrip van de tijdens het openbaar onderzoek afgeschermde delen, ter inzage te leggen. Daarom dat voorzien wordt dat de aanvrager, op het ogenblik dat hij voor het eerst een inventaris van de stukken aan de RvVb overmaakt, aangeeft welke stukken hij aan de terinzagelegging op de griffie wil onttrekken, alsook de redenen hiervoor. In het geval de aanvrager optreedt als beroepsindiener (in geval zijn vergunning geweigerd zou zijn, dan wel omdat hij zich niet kan vinden in de opgelegde voorwaarden), kan hij onmiddellijk aangeven welke delen dit zouden zijn. In geval beroep wordt ingesteld tegen een verleende vergunning, zal de vergunningsaanvrager op de hoogte worden gebracht van het indienen van een verzoekschrift. In dat geval kan hij op het moment van tussenkomst reageren. In beide gevallen wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van een overheid, die het dossier dient over te maken. Uit goed bestuur zal deze overheid reeds aangeven welke stukken niet openbaar gemaakt werden. Let wel, de vergunningsaanvrager kan de onttrekking aan de terinzagelegging vragen, het is de RvVb die hier finaal over beslist. Artikel 111. (artikel 19, eerste lid, 2, DBRC-besluit) Conform artikel VCRO kan de aktename van een melding bestreden worden met een beroep bij de RvVb, overeenkomstig het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges en het hierbij horende uitvoeringsbesluit. Ook in het kader van de omgevingsvergunning kan de beslissing rond de aktename van een melding aangevochten worden bij de RvVb (artikel 105 Omgevingsvergunningendecreet). Bijgevolg zal de griffier van de RvB als een meldingsakte wordt bestreden, een afschrift van het verzoekschrift moeten betekenen aan de begunstigde van de aktename. Artikel 112. (artikel 23, 1, vijfde lid, DBRC-besluit) In de vergoedingsregeling voor afschriften of uittreksels van verzoekschriften, processtukken, overtuigingsstukken en uitspraken is nog sprake van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar en de leidend ambtenaar van het departement Ruimte Vlaanderen. De regeling met betrekking tot de omgevingsvergunning voert echter de figuur van de gewestelijke omgevingsambtenaar in. Bovendien slaat de bevoegdheid niet langer alleen op vergunningen inzake ruimtelijke ordening, maar ook inzake milieu. De leidend ambtenaar van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie zal dan ook het algemeen belang in milieudossiers verdedigen. Afstemming met deze nieuwe situatie is dan ook nodig. Artikel 113. (artikel 54, DBRC-besluit) Artikel 54 van het het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges bepaalt het toepassingsgebied wat betreft betwistingen van vergunningsbeslissingen. Thans betreft dit beroepen, ingesteld tegen beslissingen betreffende vergunningen, valideringen en registraties, als vermeld in artikel VCRO. 17 / 34

18 Vergunningsbeslissingen zullen gelet op de nieuwe regeling inzake de omgevingsvergunning, niet langer op basis van de VCRO, maar op basis van het Omgevingsvergunningendecreet genomen worden en aangevochten kunnen worden. Hetzelfde geldt voor beslissingen rond aktenames van een melding. Artikel 54 wordt hieraan aangepast. Hoofdstuk 11. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Artikel 114. (bijlage 1 Vlaamse lijst) 1 Om alle twijfel weg te nemen over welke overheid bevoegd is als een project handelingen omvat die deels op de Vlaamse lijst staan en deels niet, wordt de formulering van de inleidende zin van het tweede lid licht aangepast. 2 Ook wordt in het eerste punt van de Vlaamse lijst de verwijzing naar de wegbeheerder gewijzigd naar door of in opdracht van de wegbeheerder. Aanvragen die niet van de wegbeheerder uitgaan, maar wel betrekking hebben op of in functie van het beheer staan van autosnelwegen en gewestwegen, zijn voor het Vlaams niveau. Een aanvraag ingediend door een NV, maar voor de aanleg van een autosnelweg, is ook een Vlaams project. Aanvragen die louter strekken tot het vellen van bomen hebben slechts een lokale impact. Het is dan ook niet nodig dat dergelijke aanvragen door de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar vergund zouden worden, louter omdat het vellen plaats zou vinden langs autosnelwegen of gewestwegen. 3 Analyse heeft geleerd dat het niet nodig is dat droge infrastructuur in de Vlaamse zeehavens door Vlaanderen wordt behandeld. Het gaat vaak om bijvoorbeeld lokale wegenis, waar de gemeente beter geplaatst is dan het Vlaamse niveau om de vergunningverlening op zich te nemen. De vergunningverlening inzake de natte infrastructuur en zijn aanhorigheden is wel voor Vlaanderen. Het betreft hier dokken en kanalen, maar ook de bijhorende kaaimuren, sluizen, sluisbedieningsgebouwen, radarinstallaties, 4 Het is niet de bedoeling dat grote serrecomplexen op de Vlaamse lijst komen te staan. Daarom wordt in punt 19 landbouw in de ruime zin uitgesloten. We maken gebruik van deze wijziging om ook de term industie en ambacht te vervangen door de thans in andere RO-regelgeving (bijvoorbeeld functiewijzigingsbesluit) gebruikte term industrie en bedrijvigheid. Artikel 115. (bijlage 2 provinciale lijst) Om alle twijfel weg te nemen over welke overheid bevoegd is als een project handelingen omvat die deels op de provinciale lijst staan en deels niet, wordt de formulering van de inleidende zin van het tweede lid licht aangepast. Hoofdstuk 12. Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning 18 / 34