Antennebeleid gemeente Langedijk

Transcriptie

1 Antennebeleid gemeente Langedijk Afdeling Beleid en Projecten Zuid-Scharwoude, 10 februari 2009 Antennebeleid Langedijk

2 Inhoud 1. INLEIDING bladzijde Probleemstelling en doel Leeswijzer 4 2 ACHTERGROND 2.1 Ontwikkeling antennes Antennes in Langedijk Aanvragen antennemasten 5 3 RIJKSBELEID Nationaal antennebeleid Voorwaarde plaatsen antennes Plaatsingsplan Visuele inpasbaarheid Instemmingsrecht woongebouwen Blootstellingslimieten Handhaving Onderzoeken gezondheid Jurisprudentie Milieu 10 4 GEMEENTEBELEID Volksgezondheid Maatschappelijke onrust Juridisch ruimtelijke aspecten Plaatsingsplan Gemeentelijke grond en gebouwen Bouwvergunning Monumentenvergunning Kwaliteitseisen met betrekking tot het uiterlijk Onderbouwing ontheffingsverzoek Ruimtelijke criteria antennes Criteria voor de bebouwde kom Criteria voor buiten de bebouwde kom (Buitengebied) 18 Bijlage 1 Bepalingen 19 Bijlage 2 Processchema aanvraag antenne(mast) 21 Bijlage 3 Lijst van bestaande locaties 23 Bijlage 4 Inventarisatie van mogelijk nieuwe gebieden 24 Bijlage 5 Kaart met bestaande locaties en nieuwe gebieden 25 Antennebeleid Langedijk

3 Antennebeleid Langedijk

4 1 INLEIDING In september 2001 heeft de gemeente haar eerste antennebeleid vastgesteld. De bedoeling van het antennebeleid is om vast te leggen welke afwegingen worden gemaakt bij het toetsen van aanvragen voor het plaatsen van zendmasten voor mobiele telefonie. Naar aanleiding van een verzoek tot plaatsen van een zendmast voor mobiele communicatie in de omgeving van het sportpark in Oudkarspel, heeft het college besloten het besluit aan te houden, en eerst een beleidsnota voor antennes op te stellen. Deze beleidsnota is een bijstelling van het beleid uit Probleemstelling en doel Binnen de gemeente kunnen diverse afdelingen betrokken worden bij aanvragen of realisatie van antenne-systemen: - Veiligheid, Vergunningen en Handhaving: Verhuur gemeentelijke eigendommen (bedrijvencontactfuntionaris), en vergunningverlening en toezicht - Openbare werken: Nutsvoorzieningen - Beleid en Projecten: Welzijn: Monumentenvergunning en Beleid en advisering ontheffingen. Voor deze afdelingen vormt de nota achtergronden en afwegingskader voor het verlenen van medewerking aan de realisatie van antennemasten en/of antenne-installaties. Omdat de verwachting is dat er in Langedijk nog een aantal antennemasten nodig zal zijn, kan dat leiden tot een vorm van horizonvervuiling en aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit, en daarmee van het leefmilieu en woongenot in Langedijk. Die leefomgeving wil de gemeente beschermen. Ook is een (niet gekwantificeerd) deel van de bevolking ongerust over de gezondheidseffecten door de elektromagnetische straling van de antenne-installaties in de woonomgeving. Op deze aspecten geeft deze nota aan hoe de gemeente er mee om gaat. Deze nota geeft ook aan de hand van een aantal afwegingen (nieuwe) locaties (zie bijlage 4 en -5) waarvan de gemeente aanduidt dat daar antennemasten mogelijk zijn, en waar, onder voorwaarden, ontheffing van het bestemmingsplan kan worden verleend. Het doel van deze beleidsnota is ook om aan de operators richtlijnen te geven. Het doel van deze nota is niet om een kant-en-klare checklist te geven, waaraan de afdeling VVH kan toetsen of op een bepaalde locatie een bouwvergunning gegeven kan worden. Het is niet de bedoeling van de gemeente om bestaande antennemasten te saneren. Antennebeleid Langedijk

5 Antennesystemen kleiner dan 5 meter, zoals die vaak op daken van hoge gebouwen staan, kunnen in de regel zonder bouwvergunning aangebracht worden. Deze nota richt zich dan ook vooral op vergunningplichtige antennes en vrijstaande masten voor mobiele communicatie. 1.2 Leeswijzer In deze nota wordt een korte schets gegeven van de ontwikkeling van de antenne-installaties (hfst. 2). Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het rijksbeleid, wetgeving en gezondheidsonderzoeken beschreven. De hoofdmoot vormt hoofdstuk 4: het beleid van de gemeente. In deze nota is vastgelegd dat gezondheid geen reden is om tegen GSM/UMTS-antennes te zijn (zie 4.1). Echter, er wordt wel gestreefd naar een zo groot mogelijke afstand tot (concentraties van) woonbebouwing. In bijlage 2 is aangegeven welke afdelingen betrokken worden bij een aanvraag om antennes. In de bijlagen 3, 4 en 5 staat aangegeven waar alle huidige antennes staan, en de locaties waar masten mogelijk zijn. Antennebeleid Langedijk

6 2 ACHTERGROND 2.1 Ontwikkeling antennes Het aantal GSM- en UMTS-antennes in Nederland is de laatste jaren toegenomen door het groeiende gebruik van mobiele communicatie. Om een draadloos netwerk voor mobiele telecommunicatie te maken zijn landelijk duizenden antennes nodig. De actieradius van een zender varieert, afhankelijk van vermogen, omgeving, kwaliteit en gebruik, tussen 100 meter en 7 kilometer. De telecombedrijven maken daarbij gebruik van antennes op hoge gebouwen en andere hoge elementen, en van specifieke antennemasten. Met name voor de UMTSfrequenties (Universal Mobile Telecommunications System) zijn meer antennes nodig dan voor de GSM toepassing. Op dit moment is men bezig met de plaatsing van deze antennes. Verspreid over het land komen UMTS basisstations(antenne-installaties, elk bestaande uit 3 antennes (per operator) die elk een deel van de cirkel bestrijken) nodig. Deze komen naast (of in plaats van) de al bestaande GSM-antenne-installaties. 2.2 Antennes in Langedijk Op dit moment zijn er in Langedijk op 9 locaties antennes opgesteld voor mobiele telefonie: - één mast in Sint Pancras, - vier locaties in Broek op Langedijk (bedrijventerrein Zuiderdel, winkelcentrum Broekerveiling), - één mast in Zuid-Scharwoude, - twee masten in Noord-Scharwoude en - één in het buitengebied op een windmolen. In de bijlagen 3 en 5 staan de locaties aangegeven. Dat is ook in te zien op De verwachting is dat het aantal antennes in gemeente Langedijk groter zal worden, maar nog niet bekend is hoeveel antennes er uiteindelijk nodig zullen zijn. 2.3 Aanvragen antennemasten Er zijn drie telecombedrijven als operator actief: KPN, Vodafone en T-Mobile (Orange en Telfort zijn gefuseerd met T-Mobile respectievelijk KPN). De operators zullen, om een zo compleet mogelijk dekking te realiseren, zowel de gemeente als eigenaar van grote delen van het openbare gebied, als ook particuliere eigenaren van hoge (woon)gebouwen, kerktorens en bestaande masten benaderen om bij hen ruimte te huren voor het plaatsen van antennes. De gemeente wordt op 2 manieren rechtstreeks bij nieuwe antenneinstallaties betrokken: - Als eigenaar van grond en gebouwen waar een antennemast en/of installatie geplaatst wordt; - en als bouwvergunningverlener, indien een bouwvergunning nodig is. Een bouwvergunning is nodig als een antennemast geplaatst wordt hoger dan 5 meter, en/of als er antennes geplaatst worden in een monument. Antennebeleid Langedijk

7 3. RIJKSBELEID Vanuit de rijksoverheid worden de ontwikkelingen op het gebied van de Informatie- en communicatietechnologie sterk gestimuleerd, omdat dit als één van de pijlers wordt gezien van een gezonde economie. Het rijk wil binnen duidelijke kaders van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid voldoende ruimte stimuleren en bieden voor antenne-opstelpunten. Dit beleid is vastgelegd in het Nationaal Antennebeleid. De uitvoering van dat beleid is in wet- en regelgeving (Woningwet en Wet op de ruimtelijke ordening - Wro) vastgelegd. 3.1 Nationaal antennebeleid De rijksoverheid heeft aan de operators licenties verkocht om een netwerk voor mobiele communicatie te ontwikkelen. Deze vier operators zijn daardoor verplicht om voor een landelijk dekkend netwerk te zorgen. Om de uitrol van de netwerken niet te belemmeren is er een bouwvergunningvrijheid voor antennes tot vijf meter hoogte. De voorwaarden waaronder dit geldt zijn opgenomen in het Besluit bouwvergunningplichtige en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Stb.2002, 410). 3.2 Voorwaarden plaatsing antennes In het Nationaal Antennebeleid is door middel van het Convenant nationaal antennebeleid, tussen Rijk, mobiele operators en de VNG en vertegenwoordigers van woningbouwcorporaties en vastgoedbeheerders, vastgelegd dat het plaatsen van (vergunningvrije) antennes moet voldoen aan de volgende zaken: Plaatsingsplan De operators stellen samen jaarlijks een plaatsingsplan op. De vorm van het Plaatsingsplan is een kaart + tabel van de gemeente waarin zowel geplande- (zoekgebieden) als reeds bestaande antenne-installaties vermeld staan. Doel van een plaatsingsplan is een gemeente te informeren waar de antennes van de respectievelijke operators staan en waar ze van plan zijn antennes te plaatsen. Op deze manier krijgt de gemeente inzicht in het totale aantal antenne-installaties en hun locaties. In het Plaatsingsplan staat niet aangegeven of het een GSM- of UMTS-antenne betreft, maar die gegevens zijn te verkrijgen via het Antennebureau (antenneregister). De operators stellen ieder jaar met beroep op de Wet openbaarheid van bestuur dat de gegevens van het Plaatsingsplan niet zonder meer openbaar gemaakt mogen worden, o.a. vanwege de mogelijk economische belangen en angst voor opzettelijke verstoring van het netwerk. In het convenant zijn afspraken gemaakt over wat in een plaatsingsplan moet staan en welke procedure de partijen moeten volgen voor de bespreking van het plan: de gemeente geeft na binnenkomst van het Plaatsingsplan aan of zij behoefte heeft aan bespreking met de operators. Zie Antennebeleid Langedijk

8 3.2.2 Visuele inpasbaarheid Indien de gemeente welstandseisen heeft opgesteld dienen de operators zich daar aan te houden. Gemeenten kunnen eisen stellen aan de kleuren van de techniekkast, de bekabeling en de gevelantennes. Dit geldt ook voor de nietvergunningplichtige antenne-installaties. Op die manier kunnen gemeenten ervoor zorgen dat operators bij het plaatsen van antenne-installaties voldoende rekening houden met het lokale straat- en landschapsbeeld. De gemeente dient deze eisen kenbaar te maken aan de operators. In is dit uitgewerkt Instemmingsrecht woongebouwen Als een operator een mast wil plaatsen op wooncomplex met huurwoningen, dan moet de operator aannemelijk maken waarom dit noodzakelijk is. Hiervoor kunnen twee redenen zijn. - Als er geen alternatieve locatie is waarmee de operator voldoende dekking van het netwerk kan realiseren. - Als plaatsing van een antenne-installatie op een woongebouw voorkòmt dat de operator op andere gebouwen (of elders in die buurt) antenneinstallaties moet plaatsen. Plaatsing van nieuwe antenne-installaties op woongebouwen met huurwoningen is, nog afgezien van de goedkeuring van de eigenaar van het gebouw, niet mogelijk indien meer dan de helft van de bewoners tegen plaatsing heeft gestemd. In het convenant is hiertoe een procedure afgesproken. Bewoners kunnen op een formulier aangeven of ze al dan niet instemmen met plaatsing van één of meer antenne-installaties op hun woongebouw en welke bezwaren men heeft. Om alsnog instemming te krijgen na het wegnemen van bezwaren van bewoners, kan een tweede instemmingsronde gehouden worden. Per jaar kunnen er per woongebouw maximaal twee instemmingsprocedures plaatsvinden, met uitzondering van bijzondere gevallen. De gemeente heeft hierin geen taak Blootstellingslimieten Mobiele telecommunicatie maakt gebruik van radiofrequente elektromagnetische velden. Om eventuele gezondheidsrisico s te voorkomen, zijn afspraken gemaakt over blootstellingslimieten. De Europese Raad heeft in 1999 een aanbeveling hierover van de International Commission on Non- Ionizing Radiation Protection (ICNIRP), als uitgangspunt vastgesteld. In het convenant is vastgelegd dat bij plaatsing van antenne-installaties alle operators in Nederland ervoor moeten zorgen dat de in die Europese aanbeveling genoemde advieswaarden op vrij toegankelijke plaatsen niet worden overschreden. Het Agentschap Telecom controleert deze normen. De ICNIRP is een commissie van onafhankelijke experts die onderzoek doen naar eventuele gezondheidseffecten van radiogolven. Om elk risico uit te sluiten, is in de limieten een ruime veiligheidsmarge doorgevoerd. Zij heeft een limiet bepaald voor de sterkte van de radiogolven, gebaseerd op continue blootstelling: 24 uur per dag voor Antennebeleid Langedijk

9 onbeperkte tijd. Deze limiet is voor GSM 900 MHz bepaald op 41 Volts per meter (V/m), voor GSM MHz 58 V/m en voor UMTS MHz 61 V/m. Onderzoek laat zien dat er op een afstand van meer dan 3 meter vóór een antenne en 0,5 meter onder een antenne, geen overschrijding van de adviesnormen optreedt. Die afstanden moeten dan ook als minimale afstanden tot de antennes worden aangehouden, afhankelijk van het zendvermogen van de installatie. In Nederland blijven de operators een factor 10 tot factor 100 onder deze normen, zoals metingen door het Agentschap Telecom aantonen (rapport Veilige veldsterktes Agentschap Telecom, 22 mei 2007) Handhaving De gemeente kan handhavend optreden indien een operator zich niet houdt aan de bouwvergunning, de afspraken over het plaatsingsplan en de visuele inpasbaarheid. De rijksoverheid kan een boete opleggen wanneer een operator de afspraken over het instemmingsrecht van bewoners niet nakomt. De handhaving voor de blootstellingslimieten ligt in handen van het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische zaken. 3.3 Onderzoeken gezondheid Antennes en mobiele telefoons communiceren met elkaar door middel van radiogolven. De technologie dateert uit de negentiende eeuw (telegrafie) en wordt onder meer gebruikt voor radio en televisie. Er zijn inmiddels zo n 2500 onderzoeken verricht naar het effect van radiogolven op de gezondheid. De Wereldgezondheidsorganisatie bestudeert alle publicaties van deze onderzoeken. Zij concludeert dat er geen reden is voor bezorgdheid over nadelige effecten van radiogolven op de gezondheid. Het enige effect van radiogolven op het menselijk lichaam kan in specifieke gevallen een geringe opwarming zijn. Ook de Gezondheidsraad, onafhankelijk adviesorgaan van de Nederlandse regering, concludeert dat de volksgezondheid niet in het geding is door het gebruik van, of wonen in de buurt van GSM/UMTS-antennes. Als de veiligheidsnormen worden gerespecteerd, blijft de opwarming beperkt en is er geen enkele reden voor zorg, aldus de Gezondheidsraad. Mede in opdracht van de Gezondheidsraad heeft de Zwitserse Stichting voor onderzoek naar mobiele communicatie (FSM) een studie gedaan naar de effecten van UMTS-radiogolven op het welbevinden en de cognitieve functies (COFAM II). Op 6 juni 2006 zijn de resultaten bekendgemaakt. De Zwitserse onderzoekers hebben geen verband gevonden tussen de blootstelling aan UMTS-velden en verminderd welbevinden of gevolgen op de cognitieve functies. De cognitieve functies zijn die lichaamsfuncties waarmee mensen informatie uit hun omgeving opnemen, verwerken en toepassen. Dus bijvoorbeeld reactiesnelheid en korte termijn geheugen. Welbevinden geeft aan hoe goed mensen zich voelen. Bij klachten over het welbevinden gaat het Antennebeleid Langedijk

10 om bijvoorbeeld hoofdpijn, moeheid en duizeligheid. Het kabinet ziet in deze resultaten een bevestiging om het huidige beleid voort te zetten. De minister van VROM heeft in juni 2007 het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid opgericht. Dit kennisplatform richt zich in eerste instantie op organisaties die met burgers en bestuurders communiceren over elektromagnetische velden. Het gaat hen (samen met de Gezondheidsraad) ondersteunen met betrouwbare interpretaties van wetenschappelijk onderzoek en heldere standpunten over elektromagnetische velden van diverse toepassingen. In mei 2006 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een factsheet opgesteld over de gezondheidseffecten van draadloze technologieën. De conclusie is dat: uit al het tot nu toe verzamelde bewijs volgt geen aanwijzing voor enige nadelige korte of lange termijn gezondheidseffecten ten gevolge van RF-velden voorkomend uit basisstations. Gezien het feit dat draadloze netwerken over het algemeen zwakkere RF-velden produceren van basisstations, worden ook hier geen nadelige gevolgen verwacht ten gevolge van blootstelling hieraan. Ook uit een nieuw (november 2006) Deens onderzoek dat een grote groep gebruikers gedurende lange tijd heeft gevolgd, blijkt nogmaals dat er geen negatieve gezondheidsaspecten zijn bij langdurig gebruik van GSM. De verschillen tussen frequentie, modulatie en vermogen van GSM en UMTS zijn zo klein dat ze niet relevant zijn voor verschillen in effect op de gezondheid. 3.4 Jurisprudentie Er is een vaste lijn in de jurisprudentie van rechtbanken en van de Raad van State die aangeeft dat bouwvergunningen niet op basis van gezondheidsoverwegingen mogen worden geweigerd. Met andere woorden, aan het belang van de mobiele telecommunicatie mag meer waarde wordt gehecht dan aan het subjectieve belang van vrees voor gezondheidseffecten. Ook de rechtbank van Alkmaar heeft in januari 2007 uitspraak gedaan (UMTS-mast Oterleek) dat de gemeente aansluiting kan zoeken bij het standpunt van de regering dat de voorhanden zijnde onderzoeken thans geen aanleiding geven de plaatsing van UMTS-masten bij woonbebouwing te voorkomen, en dat in de enkele vrees van omwonenden voor gezondheidsrisico's door UMTS-radiogolven geen aanleiding hoeft te zijn om verzoek tot binnenplanse vrijstelling te weigeren. De VNG is van mening dat gemeente moet aansluiten bij het regeringsstandpunt. Zij gaat er overigens van uit dat de aansprakelijkheid voor eventuele gezondheidsrisico s veroorzaakt door de toepassing van GSM/UMTS, nooit voor rekening kan komen voor gemeenten. Gemeenten kunnen hier niet verantwoordelijk voor worden gehouden omdat zij volgens de Antennebeleid Langedijk

11 staatssecretaris immers geen beleidsruimte hebben om af te wijken van het rijksbeleid. 3.5 Milieu Voor de zendinstallaties waar deze nota betrekking op heeft is een milieuvergunning niet nodig, want ze hebben een gezamenlijk vermogen van minder dan 4000 Watt (4 kw). De zenderinstallaties voor het GSM-net hebben een vermogen van tussen de 20 en 60 Watt. Zelfs bij site-sharing, waarbij een aantal antennes bij elkaar wordt geplaatst, zal het gezamenlijke vermogen niet meer zijn dan 4 kw. De grote milieuvergunningplichtige zenders vallen alleen al door hun vermogen buiten het bereik van deze nota. Antennebeleid Langedijk

12 4. GEMEENTEBELEID In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat het beleid in gemeente Langedijk is bij het plaatsen van antennemasten. Daarvoor wordt eerst aangegeven hoe de gemeente Langedijk omgaat met het standpunt ten aanzien van de invloed van antennes op de volksgezondheid. Vervolgens wordt aangegeven welke motieven hebben geleid tot het aanwijzen van een aantal locaties, waarbij de gemeente aangeeft dat daar medewerking kan worden gegeven aan het plaatsen van antennemasten. 4.1 Volksgezondheid De gemeente Langedijk is van mening dat het waarborgen van gezondheid en welbevinden van de burgers in het geval van telecom-antennes, bij de rijksoverheid berust. Mede omdat de gemeente niet de expertise heeft om alle onderzoeken naar waarde te schatten, wordt afgegaan op wat de officiële Nederlandse instanties daar over zeggen. Dit is in aansluiting met het standpunt van de Nederlandse Vereniging van Gemeenten (VNG). De VNG concludeert namelijk dat er geen beleidsruimte voor gemeenten is om de plaatsing van UMTS tegen te houden op basis van bezorgdheid over mogelijke gezondheidsrisico s. Ook blijkt uit recente jurisprudentie (van onder andere de raad van State) dat het college van burgemeester en wethouders moet uitgaan van de adviezen van de Gezondheidsraad bij de beoordeling of een ontheffing van het bestemmingsplan wenselijk is. Zie hiervoor 3.3 (gezondheid) en 3.4 (jurisprudentie). Vooralsnog bestaat er geen aanleiding om ontheffingen en bouwvergunningen voor antenne-installaties te weigeren in verband met gezondheidsaspecten maatschappelijke onrust Hoewel het afwijzen van antennes op gezondheidsgronden niet mogelijk is, kan het (willen) plaatsen van antenne-installaties tot maatschappelijke onrust leiden. Een deel van de burgers is ongerust over de gevolgen van de radiogolven van GSM en/of UMTS-telefonie op langere termijn. Omdat GSM/UMTS-antennes nog niet zo lang bestaan, is daar nog geen/weinig langetermijn onderzoek naar gedaan. Er wordt soms een vergelijking gemaakt met asbest, dat in de jaren 50 van de twintigste eeuw ook volop werd gebruikt maar waarvan na vele jaren toch is gebleken dat het kankerverwekkend is. Ook wordt gewezen op onderzoeken die lijken aan te tonen dat de radiogolven van de telefoons wel schadelijk is. Voordat asbest werd toegepast is er nooit onderzoek naar gedaan, dit is pas gebeurd nadat men er ziek van werd. Bij radiogolven (GSM-UMTS) is dat onderzoek wel gedaan voor dat men deze toepassing ging gebruiken. De WHO concludeert dat er geen gevolgen zijn voor zowel de de lange als de korte termijn. Verder wordt er al zeer lang gebruik gemaakt van dezelfde toepassing (radio/tv) Antennebeleid Langedijk

13 Sommige gemeentes hebben te maken met groeperingen die tegen de plaatsing van UMTS-antennes zijn. De gemeente kan hierdoor in een spagaat terecht komen. Enerzijds willen burgers overal en altijd bereik hebben, dus zijn de antennes noodzakelijk, anderzijds voelt de gemeente ook zorg voor haar burgers wat betreft gezondheidsrisico s, indien die er zouden zijn. Enkele gemeenten hebben besloten om geen vergunningen meer te verlenen voor het plaatsen van UMTS-antennes. Zij beroepen zich er op dat ook de Gezondheidsraad niet aantoont dat de gevolgen op lange termijn onschadelijk zijn. Bovendien wijst men naar het voorzorgprincipe, waarbij men er van uit gaan dat zolang niet honderd procent zeker is dat de straling onschadelijk is, de gemeente uit voorzorg het oprichten van antennes moet tegengaan. Andere gemeenten zijn ook niet overtuigd en besluiten tot het verplaatsen van de antenne-installaties buiten een straal van 200 m van woonwijken. Echter, een afstandscriterium leidt vaak tot meer antenne-installaties buiten de woonkernen, met hoger vermogen. Gemeente Langedijk gebruikt gezondheid niet als argument om de plaats van antennes te bepalen (zie 3.3), maar de gemeente houdt wel rekening met maatschappelijke gevoelens ten aanzien van deze antennes, door er voor te zorgen dat GSM/UMTS-antennes geplaatst worden op locaties die zover mogelijk bij concentraties van woningen vandaan liggen. 4.2 Juridisch ruimtelijke aspecten De instrumenten die de gemeente heeft ter regulering van antenne-installaties zijn: 1. het overleg over het plaatsingsplan met de netwerkoperators 2. private overeenstemming bij verhuur/verkoop gemeentelijke eigendommen 3. de bouwvergunning, en monumentenvergunning en welstandstoezicht Plaatsingsplan De gemeente hecht grote waarde aan het jaarlijks overleg over het Plaatsingsplan. Wij vinden het belangrijk helder met de operators te communiceren, zodat zij vroegtijdig weten hoe zij hun antennes kunnen inpassen in onze randvoorwaarden en dat de gemeente beter is voorbereid op komende aanvragen. Tijdens het overleg over het plaatsingsplan wordt geprobeerd de geschikte locaties voor antennes voor te bereiden. Definitieve locaties worden vastgesteld na een afgeronde ruimtelijke procedure en/of overeenstemming over huurovereenkomst. Het overleg over het Plaatsingsplan wordt namens de gemeente gevoerd door medewerkers van de afdeling Beleid en Projecten, Economische zaken/grondverkoop, en de contactpersoon voor de Nutsbedrijven. Overleg over en procedures voor een concrete locatie wordt alleen gevoerd indien de locatie is opgenomen in het Plaatsingsplan. Antennebeleid Langedijk

14 Indien tussenpersonen als een soort locatiemakelaars de gemeente benaderen of wij een locatie voor een antenne op gemeentegrond beschikbaar hebben, zullen wij daar alleen op in gaan, als de locatie op het plaatsingsplan staat Gemeentelijke grond en gebouwen Vanwege het maatschappelijke belang voor mobiele telefonie biedt de gemeente daar waar mogelijk en wenselijk in het kader van deze nota, ruimte voor het plaatsen van antenne-installaties op gemeentelijke grond of gebouwen. Daarbij verhuurt de gemeente de locatie volgens marktconforme prijzen. De gemeente gaat niet over tot verkoop, omdat de gemeente dan de zeggenschap kwijt is, en de huuropbrengsten mist. De masten dienen door de operators gerealiseerd te worden. Op alle voorkomende locaties wordt getoetst aan het beleid zoals in deze nota aangegeven Bouwvergunning Het publiekrechtelijke instrument dat de gemeente heeft om antennemasten te reguleren, is de bouwvergunning. In het Besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken worden 3 categorieën onderscheiden: a. Antennemast tot 5 meter b. Antennemast van 5 tot 40 meter - Bouwvergunningvrij (uitgezonderd antenne op een monument, en indien wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 3, lid e van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningpplichtige bouwwerken) - Wel toetsen aan welstandscriteria (zie 4.2.5). - Bouwvergunningplichtig. - Ontheffing van bestemmingsplan nodig, door het college, met toepassing van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). - Op bedrijventerrein Breekland is in het bestemmingsplan het plaatsen van een antennemast mogelijk gemaakt. c. Boven de 40 meter - Bouwvergunningplichtig, - Partiële herziening van het bestemmingsplan nodig. - Masten hoger dan 37,5 meter worden in Langedijk niet toegestaan Antennebeleid Langedijk

15 Ad a. (Antennemast tot 5 meter) Bij bouwvergunningvrije bouwwerken kan de gemeente geen toetsing uitvoeren, omdat deze zonder tussenkomst van de gemeente geplaatst mogen worden. Uiteraard dient degene die de antenne plaatst zich wel te houden aan de eisen van het rijksbeleid met betrekking tot afstanden, maximale uitzendvermogen, etc. Ad b. (Antennemast van 5 tot 40 meter) Bij bouwvergunningplichtige antennes dient de gemeente te toetsen conform artikel 44 van de Woningwet aan het bestemmingsplan, de redelijke eisen van welstand, het Bouwbesluit en de Bouwverordening. Alleen indien de aanvraag in strijd is met één van deze toetsingsgronden mag het college van burgemeester en wethouders de bouwvergunning weigeren. Als er sprake is van strijd met het bestemmingsplan dan dient de aanvraag om bouwvergunning tevens te worden aangemerkt als een aanvraag om ontheffing van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.23 van de Wro. Vervolgens dient een inhoudelijke beoordeling plaats te vinden of het wenselijk is om ontheffing te verlenen ten behoeve van de betreffende bouwaanvraag. Er kunnen ruimtelijke gronden bestaan om geen medewerking te verlenen. Daarom dient beoordeeld te worden of een antennemast ruimtelijk gewenst is. Om de gemeente in staat te stellen een goede afweging te maken, is het van belang dat er bij de aanvraag een ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager gedaan wordt. Hierbij moeten de netwerkoperators ingaan op onderwerpen als site-sharing, hoogte en verdeling, visuele inpasbaarheid, vermogensgegevens en de afstemming op de gemeentelijke eisen. Op basis van de aanvraag en de onderbouwing kan de gemeente ontheffing verlenen. De maximale masthoogte wordt beperkt tot 37,5 meter, omdat: - 37,5 meter hoog genoeg is om 4 operators toegang te geven - de mast-elementen in modules van 7,5 m worden opgebouwd - het nog de mogelijkheid geeft om er een antenne op te zetten Monumentenvergunning Kerktorens en mogelijk andere cultuurhistorische gebouwen lenen zich wat betreft hun hoogte vaak voor het plaatsen van antennes. Indien het (rijks)monumenten zijn, blijft de bouwvergunningplicht gelden. De gemeente is terughoudend met het plaatsen van antenne-installaties in monumenten. Omdat enerzijds kerktorens maar een heel beperkte oplossing bieden bij het voorkómen van antennemasten, want er kan in de regel maar één operator gebruik van maken, en gezien de problemen die kunnen Antennebeleid Langedijk

16 ontstaan bij monumenten. Anderzijds staat de gemeente niet onwelwillend tegenover het toekennen van extra functies aan monumenten. Daarom wordt een parallel getrokken met het plaatsen van antenne op woongebouwen. De operator die een antenne wil plaatsen in/op een monument, moet aannemelijk maken waarom dit noodzakelijk is. Hiervoor kunnen twee redenen zijn: - als er geen alternatieve locatie is waarmee de operator voldoende dekking van het netwerk kan realiseren. - als plaatsing van een antenne-installatie in een monument voorkomt dat in dezelfde omgeving een antennemast moet worden opgericht. Problemen bij monumenten kunnen ontstaan door ontsierende installatiekasten aan de buitenkant; vocht en warmteproblemen aan de binnenkant, leidingen door de plafonds. Een aantal bedrijven heeft zich gespecialiseerd in het camoufleren van dergelijke objecten, bijvoorbeeld achter namaak stenen en kunststof galmgaten. De Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten adviseert de gemeente bij een vergunningaanvraag. De gemeente houdt echter bij de vergunningverlening haar eigen verantwoordelijkheid. Inhoudelijk zal de Rijksdienst de plannen voor een in, op of aan een monument aan te brengen antenne-installatie toetsen op het volgende: - Plaatsing van een antenne-installatie moet het beeld en het silhouet van het monument ongerept laten; daarnaast dient de fysieke aantasting van het monument tot het uiterste minimum beperkt te blijven. - De brandveiligheid bij blikseminslag mag door de antenne-installatie (die naast de feitelijke antennekoppen, ook voedings- en schakelkasten en een bundel verbindingskabels omvat) niet negatief worden beïnvloed. - Er mag voor de eigenaar/gebruiker van het gebouw geen belemmering ontstaan door de zendontvanginstallatie: ook functioneel moet het gebouw ongerept blijven. - Wanneer de bevoegde vergunningverlenende overheid op deze inhoudelijke gronden de plannen heeft getoetst en ook overigens geen bezwaar ziet, kan vergunning worden verleend. - In alle gevallen dient de ingreep omkeerbaar te zijn. Dit houdt in dat na verwijdering van de installatie(s) het monument zonder meer weer in de oorspronkelijke staat komt te verkeren. - In de huurovereenkomst tussen monumenteneigenaar en de exploitant van de apparatuur dient overeengekomen te worden dat de huurder na beëindiging van het contract het monument terugbrengt in de oorspronkelijke staat. - Vóór plaatsing van de apparatuur is het wenselijk duidelijke fotoopnamen te maken van in-en exterieur van het monument ter latere verificatie van de oorspronkelijke toestand. Antennebeleid Langedijk

17 4.2.5 Kwaliteitseisen met betrekking tot het uiterlijk De wijze waarop een antenne-installatie vergunningsvrij gebouwd mag worden, is in de Woningwet geregeld. Voor bijzondere gevallen is in het convenant vastgesteld dat gemeenten in aansluiting op de welstandsnota eisen kunnen stellen aan de kleuren van de techniekkast, de bekabeling en de gevelantennes. Op deze manier kunnen gemeenten ervoor zorgen dat operators bij het plaatsen van antenne-installaties voldoende rekening houden met het lokale straat- en landschapsbeeld. In het convenant is afgesproken dat de gemeenten deze eisen kenbaar maken aan de operators en dat de operators zich aan deze eisen houden. Dit geldt ook voor de vergunningsvrije antenne-installaties. In de welstandsnota van Langedijk zijn op dit moment nog géén criteria voor antenne-installaties opgenomen. Bij de eerst volgende herziening van de nota zal dit wel het geval zijn. Totdat er algemene regels in de welstandsnota zijn opgenomen wordt elke aanvraag voor plaatsing van een antenne-installatie afzonderlijk door de welstandscommissie bekeken. Zorgvuldige visuele inpassing in de omgeving is het uitgangspunt. Vrijwel in alle gevallen zal dit betekenen dat de mast en installatie een slanke uitstraling moeten hebben. Er worden op dit moment geen specifieke eisen gesteld aan de kleur van de techniekkast, de bekabeling of de gevelantennes. Ook hiervoor geldt de inpassing in de omgeving, door de welstandscommissie afzonderlijk zal worden beoordeeld Onderbouwing ontheffingsverzoek Indien een ontheffing van het bestemmingsplan nodig is, moet dat besluit ruimtelijk gemotiveerd worden. Een goede ruimtelijke onderbouwing is nodig vanwege de verwachte impact die antenne-installaties kunnen hebben op de omgeving. Dit maakt het voor de gemeente mogelijk een goede afweging van belangen te maken. Daarom verlangen wij dat de aanvrager in alle gevallen de gegevens voor de onderbouwing levert. In de ruimtelijke onderbouwing dient te worden ingegaan op: - Het gemeentelijk antennebeleid, - Bestaande situatie en ruimtelijke structuur, - Ruimtelijke situering en randvoorwaarden, - Fotoreconstructie van het aanzicht van de antennemast, - Stedenbouwkundige randvoorwaarden, Visuele inpasbaarheid, - Milieu aspecten, Flora en fauna, Archeologie, Cultuurhistorische waarde - Civieltechnische vraagstukken, - Gegevens over netwerk, veldsterkte en omliggende antennes, simulatie van de effecten van de aangevraagde antenne (eventueel vertrouwelijk) - Gegevens over site-sharing met andere operators en hoogte mast, - Gegevens over antenne-installaties die kunnen worden gesaneerd, - Beheerder-gegevens, - Conclusie Antennebeleid Langedijk

18 4.3 RUIMTELIJKE CRITERIA ANTENNES CRITERIA VOOR DE BEBOUWDE KOM Het aanzicht van een antenne-installatie is niet fraai voor de omgeving. Indien het noodzakelijk is om een antenne-installatie binnen de bebouwde kom te plaatsen, worden voorwaarden gesteld. De plaatsing van een antennemast in een woonwijk heeft geen voorkeur. Daarom wordt verwacht van de operators dat zij zoeken naar mogelijkheden voor locaties bij sportcomplexen, op en aan de randen van industriegebieden of langs infrastructurele knooppunten. Het heeft de voorkeur van de gemeente wanneer het aantal masten beperkt blijft tot 1,5 km van elkaar. Indien vergunningsvrije oplossingen (zonder masten) te realiseren zijn, zoals op hoogspanningsmasten, lichtmasten, silo s of andere hoge bouwwerken en hoge gebouwen, dienen de operators gebruik te maken van die mogelijkheden. Echter, voor huurappartementen en monumenten geldt de restrictie zoals aangegeven in resp De volgende locaties zijn aangewezen: Sint Pancras: Sporthal Oostwal / IJsbaan (bestaande mast), Beverplein Broek op Langedijk: Bedrijventerrein Zuiderdel Zuid-Scharwoude: Omgeving Potjesdam, Langebalkweg, Oostelijke Randweg Kroosakker (bestaande mast, voormalige CAI-mast) Bedrijventerrein Voorburggracht 141 Noord-Scharwoude: Bedrijventerrein de Mossel Bedrijventerrein De Wuyver Oudkarspel: Sportpark Oeverzegge Bedrijventerrein Voorburggracht 489 Bedrijventerrein Breekland Koedijk: Omgeving Vlasgat / Kanaaldijk De volgende criteria zijn van toepassing: Antenne-installatie bij voorkeur plaatsen op (bestaande) gebouwen/masten. De bijbehorende apparatuur dient bij voorkeur inpandig weggewerkt te worden. De gemeente hecht grote waarde aan site-sharing. Operators dienen gezamenlijk aan te tonen dat er onvoldoende bereik is in het Antennebeleid Langedijk

19 woongebied en dat deze uitsluitend bereikt kan worden met de realisatie van een vrijstaande antennemast tot 37,50 meter hoog in een woongebied, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten om onder voorwaarden medewerking te verlenen aan een dergelijke antennemast. De antenne-installatie/mast moet zoveel mogelijk onzichtbaar zijn vanaf omliggende woningen. De provider toont de (on)zichtbaarheid aan met behulp van fotoreconstructies van het aangezicht. De maximale bouwhoogte van een vrijstaande mast bedraagt 37,5 m. De afstand tussen de mast en de omliggende woonbebouwing is minimaal 20 meter ongeacht de hoogte van de mast. Bij plaatsing van de mast wordt aangesloten bij aanwezige landschapselementen zoals bosschages, boomgroepen e.d. Antenne-installaties/mast moeten een onopvallend uiterlijk hebben, reclame en felle kleuren zijn niet toegestaan CRITERIA VOOR BUITEN DE BEBOUWDE KOM (BUITENGEBIED) Indien het gezien de landelijke dekking onvermijdelijk is antenne-installaties in het buitengebied te plaatsen dient deze aan te sluiten bij aanwezige landschapselementen zoals houtwallen en bosschages of bij kunstmatige elementen zoals windmolens en bovengrondse hoogspanningsleidingen. Op die manier moet een antenne-installatie in zijn omgeving zoveel mogelijk aan het zicht onttrekken of onopvallend worden gemaakt. Plaatsing van antenneinstallaties in het open gebied tussen de Schagerweg en de bebouwing van Langedijk, in de Groene Loper en het Oosterdelgebied is niet toegestaan. Het heeft de voorkeur van de gemeente wanneer het aantal masten beperkt blijft tot 3 km van elkaar. De volgende locaties zijn aangewezen: Nabij kruising N245 en Nauertogt op parkeerplaats Geestmerambacht. Nabij kruising N245 en N504/Wagenweg. De volgende criteria zijn van toepassing: Antenne-installatie bij voorkeur plaatsen op (bestaande) elementen (windmolens) en masten. Wanneer géén gebruik gemaakt kan worden van een bestaand element of mast is plaatsing van een nieuwe mast in de aangewezen gebieden onder voorwaarden toegestaan. De antenne-installatie/mast moet zoveel mogelijk onzichtbaar zijn vanaf de openbare weg. De provider toont de (on)zichtbaarheid aan met behulp van fotoreconstructies van het aangezicht. De maximale bouwhoogte van een vrijstaande mast bedraagt 37,5 m. De afstand tussen de mast en het omliggende woonbebouwing is minimaal 20 meter ongeacht de hoogte van de mast. Bij plaatsing van de mast wordt aangesloten bij aanwezige landschapselementen zoals bosschages, boomgroepen e.d. Antenne-installaties/mast moeten een onopvallend uiterlijk hebben, reclame en felle kleuren zijn niet toegestaan. Antennebeleid Langedijk

20 Bijlage 1 Bepalingen Artikel 1 Begripsbepaling In deze nota wordt verstaan onder: Antennedrager: een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. Antenne-installatie: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. Antenne: een stelsel van elektrische geleiders dat dient om geleide elektromagnetische golven om te zetten in vrije elektromagnetische golven (zendantenne) of omgekeerd (ontvangantenne). Bij antennes voor telecommunicatie bestaat één antenne-installatie meestal uit drie antennes die elk een deel van de cirkel bestrijken. Artikel 2 Ontheffingsbepalingen Artikel 2.1 Algemeen - Locaties dienen te zijn opgenomen in het plaatsingsplan. - Bij strijdigheid met vigerend bestemmingsplan moet aanvrager een ruimtelijke onderbouwing geven. In de ruimtelijke onderbouwing dient te worden ingegaan op: - Toetsing aan gemeentelijk antennebeleid, - Bestaande situatie en ruimtelijke structuur, - Ruimtelijke situering en randvoorwaarden, - Stedenbouwkundige randvoorwaarden, Visuele inpasbaarheid, - Milieu aspecten, Flora en fauna, Archeologie, Cultuurhistorische waarde - Civieltechnische vraagstukken, - Gegevens over netwerk, veldsterkte en omliggende antennes, simulatie van de effecten van de aangevraagde antenne (eventueel vertrouwelijk) - Gegevens over site-sharing met andere operators en hoogte mast, - Gegevens over antenne-installaties die kunnen worden gesaneerd, - Beheerder-gegevens, - Conclusie - Ontheffing van het bestemmingsplan is mogelijk in de gevallen zoals die in deze nota genoemd worden. - Antenneopstelplaatsen moeten: - gebruikt worden door zoveel mogelijk operators (Site-sharing). - Zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande gebouwen. - Afwijkingen van deze richtlijnen moeten worden gemotiveerd. Antennebeleid Langedijk

21 Artikel 3 Woonwijken - Antennemasten zoveel mogelijk weren uit woongebieden en van monumenten; - Antennemasten plaatsen op locaties zoals genoemd in bijlage 4; - De masthoogte mag vanaf de grond maximaal 37,5 m. zijn. - De antennes dienen indien mogelijk te worden weggewerkt achter de gebouwen of groen; - Antennes voor zover mogelijk uit het zicht van omliggende woonbebouwing plaatsen. - Periodiek wordt overlegd met operators over alternatieve locaties. - Minimale afstand tussen antennemasten: 1,5 kilometer. Artikel 4 Bedrijventerreinen - Op de bedrijventerreinen Zuiderdel, Voorburggracht 141, De Mossel, De Wuyver en Voorburggracht 489 kan ontheffing van bestemmingsplanbepalingen gegeven worden. - De masthoogte mag vanaf de grond maximaal 37,5 meter zijn. - Antennes worden zoveel mogelijk centraal op het dak geplaatst. - Minimale afstand tussen antennemasten: 1,5 kilometer. Artikel 5 Buitengebied - Indien plaatsing in het landelijk gebied noodzakelijk is, dan aansluiten bij locaties zoals windmolens, wegportalen, bruggen en agrarische bedrijven. - Langs provinciale wegen kan ontheffing worden gegeven wordt bij een viaduct of knooppunt voor één mast van maximaal 37,5 meter. - Minimale afstand tussen antennemasten: 3 kilometer. Antennebeleid Langedijk

22 Bijlage 2 Processchema aanvraag antennemast In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke route een aanvraag voor een antenne (mast) dient te volgen: Er kunnen 6 situaties worden onderscheiden: Grond/gebouw eigendom gemeente Grond/gebouw eigendom derden a. Niet-bouwvergunningplichtige antenne b. Niet-bouwvergunningplichtige antenne c. Antenne op monument d. Antenne op monument e. Bouwvergunningplichtige antennemast f. Bouwvergunningplichtige antennemast A Niet-bouwvergunningplichtige antenne op gemeentelijk gebouw: - Verzoek komt binnen bij afd. VVH (bedrijfscontactfunctionaris). - Toetsen aan Plaatsingsplan: alleen doorgaan met contact als het in het plaatsingsplan staat aangegeven als Zoekgebied. - Toetsen of het op een Monument staat => zo ja, zie C - Toetsen met afd. VVH over Bouwbesluit en Welstand. - Verhuurcontract afgesloten door Fin. B Niet-bouwvergunningplichtige antenne op gebouw van derden: Hoeft niet te worden gemeld bij gemeente. - VVH-toezichthouder beoordeelt achteraf of voldaan wordt aan Bouwbesluit en Welstandseisen. C Antenne op monument van gemeente: - Verzoek komt binnen bij VVH (bedrijfscontactfunctionaris). - Toetsen aan Plaatsingsplan: alleen doorgaan met contact als het in het plaatsingsplan staat aangegeven als Zoekgebied - Toetsen aan Antennenota: De noodzaak van gebruik van monument als opstelplaats moet worden aangetoond - Toetsen met afd. BP/welz èn afd. VVH over Monumentenvergunning, Bouwbesluit en Welstand - Monumentenvergunning aanvragen (afd. BP/welz) - Naar aanleiding van advies Monumentencommissie collegeadvies (door Welzijn). - Bouwvergunning (afd. VVH) - Verhuurcontract (afd. VVH (bedrijfscontactfunctionaris) D Antenne op monument van derden: - Verzoek komt binnen bij afdeling VVH. - Doorgeven aan BP/vrom: toetsen aan Plaatsingsplan: alleen doorgaan met contact als het in het plaatsingsplan staat aangegeven als Zoekgebied. Antennebeleid Langedijk

23 - Toetsen aan Antennenota: De noodzaak van gebruik van monument als opstelplaats moet worden aangetoond - Indien BP/vrom positief: toetsen door VVH met afd. BP/welz over Monumentenvergunning, Bouwbesluit en Welstand. - Monumentenvergunning aanvragen (afd. BP/welz) - Indien Monumentenvergunning positief: Bouwvergunning (afd. VVH) E Bouwvergunningplichtige antennemast op gemeentegrond: - Verzoek komt binnen bij afd. VVH (bedrijfscontactfunctionaris). - Toetsen aan Plaatsingsplan: alleen doorgaan met contact als het in het plaatsingsplan staat aangegeven als Zoekgebied. - Toetsen of locatie in Nota Antennebeleid 2007 staat aangegeven als mogelijke antenne-locatie. - Overleg met BP/vrom (Stedenbouw) en OW over wenselijkheid / mogelijkheid van de locatie. - Terugkoppelen met aanvrager door VVH (bedrijfscontactfunctionaris). - Verzoek van aanvrager aan VVH over ontheffing bestemmingsplan en Bouwvergunning - Toetsing aan Welstandsnota. - VVH (bedrijfscontactfunctionaris): Verhuurcontract, inclusief advies aan College over verhuren, geïntegreerd met VVH-advies over ontheffing ex art.3.23 Wro. - VVH maakt collegeadvies art.3.23, en voert de Wro-procedures. F Bouwvergunningplichtige antennemast op locatie van derden: - Verzoek om ontheffing Bestemmingsplan en Bouwvergunning komt binnen bij VVH. - Toetsen aan Plaatsingsplan (door BP/vrom): alleen doorgaan met contact als het in het plaatsingsplan staat aangegeven als Zoekgebied. - Toetsen of locatie in Nota Antennebeleid 2007 staat aangegeven als mogelijke antenne-locatie. - Overleg met en advies van BP/vrom (Stedenbouw) over wenselijkheid / mogelijkheid van de locatie. OW (Nuts-infra) wordt betrokken. - VVH maakt collegeadvies en voert de Wro-procedures. Antennebeleid Langedijk

24 Bijlage 3 Locaties van bestaande antennesystemen op masten en gebouwen. locaties Aantal Zendinstallaties Antenne mast opmerkingen Sint Pancras 1 Beverplein 5 ja Antennemast met 4 operators Broek op Langedijk 2 Bedrijventerrein Zuiderdel, Bijlestaal 64 3 Bedrijventerrein Zuiderdel, Dulleweg 43 4 Bedrijventerrein Zuiderdel, Hornweg/Aalbos 5 Winkelcentrum Broekerveiling, Marktplein 3 2 nee Sportinstituut De Geus, in de reclamemast 2 nee Silo 1 ja Antennemast 2 nee In reclamemast Zuid-Scharwoude 6 Kroosakker 32 a 4 ja Voormalige CAI mast Noord-Scharwoude 7 Bedrijventerrein De Wuyver, Waarddijk-west 4 8 Bedrijventerrein De Mossel, Voorburggracht ja PTT-gebouw, Waarddijk west 1 ja Bij Micronorm, als particulier initiatief Oudkarspel Koedijk 9 Windmolens N504 1 ja Op een windmolen Antennebeleid Langedijk

25 Bijlage 4 Lijst met gebieden waar nieuwe antennemasten mogelijk zijn, indien ze passen binnen de criteria van dit beleid. Locaties opmerkingen Sint Pancras - Geen nieuwe locaties Broek op Langedijk 10 Bedrijventerrein Zuiderdel Bedrijventerrein Zuid-Scharwoude 11 Omgeving Langebalkweg, Potjesdam, Oostelijke Randweg (sporthal Geestmerambacht, zwembad Duikerdal, Begraafplaats) 12 Bedrijventerrein Zuurkoolfabriek Voorburggracht 141 Groen gebied Bedrijventerrein Noord-Scharwoude 13 Bedrijventerrein De Wuyver Bedrijventerrein 14 Bedrijventerrein De Mossel Bedrijventerrein Oudkarspel 15 Oeverzegge sportpark 16 Bedrijventerrein Zuurkoolfabriek Bedrijventerrein Voorburggracht Industrieterrein Breekland Vastgelegd in het bestemmingsplan Koedijk 18 Omgeving Achtergraft/ Vlasgat Tussen de bomen (populieren) Buitengebied 19 Kruising N504 N245 Molengroet / Noordelijke parkeerplaats Geestmerambacht 20 Kruising N245 - Nauertogt Zuidelijke parkeerplaats Geestmerambacht Antennebeleid Langedijk

26 BIJLAGE 5. Kaart met bestaande en nieuwe locaties en gebieden Antennebeleid Langedijk