STUDENTENONTHAALBROCHURE

Transcriptie

1 Afdeling Pneumologie VE AZ-St Jan Campus Serruys Oostende. STUDENTENONTHAALBROCHURE 2016 Informatiebrochure voor de student

2 Onthaalbrochure VE 825 Beste, Ik heet je in naam van het team en mezelf hartelijk welkom op onze afdeling. De afdeling Pneumologie is een interne afdeling, de holistische aanpak van het ziektebeeld is dan ook de norm. Op alle vlakken wordt de zorg aan maximale kwaliteit gelinkt en uitgevoerd. We nemen ons voor je zo snel mogelijk te integreren in de groep. Ik reken erop dat je open zult communiceren om zo de begeleiding optimaal te laten verlopen op de afdeling. In de dienstkamer zijn er lockers voorzien waar je je persoonlijk materiaal (handtas/ rugzak/ map) kwijt kan. Niets staat op de grond. De stagementoren, Jan Inion, Sarah Dewilde, Ann Vervaecke, Nancy Deceuninck zijn mentoren waar je voor alles terecht kan, ze staan je met raad en daad bij tijdens je stageperiode. Stafmedewerker zorg is Stijn De Kesel. Directeur Verpleging: mevr. E. Depreter Hoofdverpleegkundige: Neirynck Kelly We wensen je alvast welkom op onze dynamische dienst VE825, ook wel 2bis genoemd!

3 Welkom van de mentoren: We heten je van harte welkom en wensen je alvast een leerzame stageperiode. Het team en in het bijzonder wij, de mentoren, zullen ons maximaal inzetten om je te begeleiden tijdens je leerproces. Twee belangrijke uitgangspunten worden voorop gesteld: Slechts die technieken die in theorie en praktijk behandeld zijn op school mogen uitgevoerd worden, dit onder supervisie; De aard van de leermomenten wordt bepaald in functie van de stagedoelen en dit in samenspraak met de mentoren en stageleerkrachten. Vergeet niet, voor elk probleem klein of groot van gelijk welke aard ook, spreekt u de hoofdverpleegkundige en/ of verpleegkundige en/ of een mentor aan waar u zich goed bij voelt en zeker de begeleiding van uw school. Blijf er niet mee zitten en laat dit het verder verloop van je stage er zeker niet door beïnvloeden.

4 1. BESCHRIJVING VAN DE AFDELING (29 bedden) Geneesheren verbonden aan de afdeling Pneumologie Dr. Verhaeghe Wim (Diensthoofd Pneumologie) Dr. Vanden Berghe Bram (Pneumoloog) Dr. Fabry Isabelle (Thoracaal Oncologisch Pneumoloog) Voorstelling ploeg: Hoofdverpleegkundige: Neirynck Kelly vervangen door enkele collega s (aangeduid op de werklijst met H1) bachelors en gegradueerde verpleegkundigen Verpleegkundige collega s, we zijn met een groep van 22. De verpleegkundigen staan in voor de dagelijks verpleegkundigen zorgen aan de patiënten op de afdeling Zorgkundigen: hygiënische zorgen, hulp bij de bedeling en hulp bij de maaltijden. Logistiek medewerker: die instaat voor het opvragen van de keuzemaaltijden, op en afdienen van de maaltijden en orde op de afdeling algemeen. Medewerkers van de dienst schoonmaak en hygiëne Kinesitherapeuten. Referentieverpleegkundigen Verantwoordelijken: Nina Sys, Lien Declerck, Evi Hoorelbeke MVG: Nina Sys, Sumon Belpaeme, Lien Declerck, Jan Inion Decubitus: Nina Sys Stagementoren: Nancy Deceuninck, Nina Sys, Ann Vervaecke, Jan Inion. Incontinentiemateriaal: Ronny Ryckewaert Diabetes: Pascale Winkelmans, Ronny Ryckewaert Hef- & Tiltechnieken en Manutentie: Melissa Parmentier, Sarah Dewilde, Franne Malesys Palliatief vpk & Complementaire Zorg: Lien Declerck en Sumon Belpaeme Pijn: Sarah Coelus Wondzorg: Ann Vervaecke, Dimitri Bajart Geriatrie: Melissa Parmentier ZIB: Jan Inion, Joachim Vandenbulcke Rookstop: Jan Inion

5 2. UURREGELING: BETEKENIS VAN DE CODES OP DE WERKLIJST: Van./. uren H1 hoofdverpleegkundige 08.00u u 14.00u u Vroegdienst (4) 06.00u u Dagdiensten D4 D6 Laatdienst (3) 13.00u u Nachtdienst 08.00u u en 13.00u u 07.30u u en 14.00u 21.15u u

6 3. Afspraken op de verpleegeenheid Er wordt gewerkt 2 in modules; In elke module is er een verpleegkundige verantwoordelijk, overleg met hem/ haar is zeer belangrijk naar zorg- en informatieoverdracht. Wanneer de zorgen van de groep patie nten waarvoor men verantwoordelijk gedaan zijn (zie werkverdeling), wordt er gevraagd om hulp te bieden aan de andere groep verpleegkundigen die eventueel nog bezig is. M.a.w. er wordt gevraagd om tijdens de verzorging de collegialiteit in acht te nemen. Mag ik er op aandringen om alle dienstruimten ordelijk en net te houden in het belang van iedereen. Er zijn vaste plaatsbepalingen die tijdelijk ingevoerd zijn. Alles wordt aan de linker kant van de bureau van de hoofdverpleegkundige gezet, dit is een gemaakte afspraak. In kader van brandpreventie en vlotte doorgang met bedden Welke leermomenten bieden wij aan: Alle handelingen die een student stelt, dienen te gebeuren onder strikt toezicht van een verpleegkundige. Zie werklijst toewijzing student. Hieronder zijn enkele niet limitatieve lijsten opgenomen van leermomenten Totaalzorg Verplaatsingstechnieken Parametercontrole (temperatuur, polsslag, bloeddruk, gewicht, ademhaling, saturatie) Venapuncties Wondzorg: zorgen aan thorax-drains passieve - en met actieve aspiratie, kleine wondzorgen zoals skintears, zorg aan CVK, zorg aan veneuze katheter,...) Capillaire glycemie bepalingen insulinetoediening SC inspuitingen (o.a. anticoagulantia) IM inspuitingen (bv. Als voorbereiding op een onderzoek zoals een bronchoscopie) Plaatsen van een perifeer infuus, voorbereiden en aanhangen van een dochtertrousse, Verwisselen van infuuszakken Toedienen van bloedtransfusie TPN klaarmaken en toedienen Aanprikken van een implanteerbaar poortsysteem. Bloedafnames voor hemoculturen Zuurstoftoediening (strikt op voorschrift van de arts/ Cave CO2 retentie) Aërosoltoediening Puff s toedienen en correcte techniek aanleren aan de patiënt of familie. Plaatsen en verwijderen van verblijfssonde.

7 Plaatsen van maagsonde al dan niet met intermittente aspiratie. Plaatsen/ verzorgen van thoraxdrainages/ pigtaildrainages. Opmerking: bijwonen onderzoeken in samenspraak met de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke en toestemming van de patie nt(e) Psychosociaal en relationeel vlak Ook hier is het aanbod van uiteenlopende aard. Zich inleven in de belevingswereld van patie nten met chronische aandoeningen Begeleiden van patie nten met een slechte prognose; Begeleiden van patie nten in het volhouden van hun therapie; Begeleiden van patie nten met angst voor verpleegkundige - technische handelingen, onderzoeken,... Aanleren van hygie nische maatregelen aan diabetespatie nten. Administratief vlak 3 de jaarstudenten Bijwonen van opname Meehelpen nieuwe opnames Correct invullen van verpleegdossiers en MVG II items ( dit betreft ook eerste en tweedejaarsstudenten) Meehelpen met de verpleegkundige tijdens medicatieronde en aanhangen van IV Medicatie.

8 Vakterminologie Deze terminologie wordt verwacht te leren tijdens de stage/ opzoekwerk van de student. 1ste jaar kan de begrippen uitleggen 2de jaar kan linken beginnen leggen tussen verschillende begrippen 3de jaar kan linken leggen tussen verschillende begrippen en uitleggen Algemene vakterminologie 1ste jaar 2de jaar 3de jaar COPD COPD + uitleg COPD + uitleg Hypoxie Hypoxie Hypoxie Hypercapnie/ CO2 retentie Hypercapnie/ CO2 retentie Hypercapnie/ CO2 retentie Dyspnoe Dyspnoe Dyspnoe Tachypneu Tachypneu Tachypneu Heamoptoe Heamoptoe Pneumothorax Pneumothorax Carbonarcose Emfyseem Atelectase Er wordt verwacht, afhankelijk van de opleidingsfase waarin je je bevindt, onderstaande terminologie uit te kunnen leggen. Dit zal ook bevraagd worden door de stagementoren.

9 Doelen van de dienst die meegenomen worden bij tussentijdse en eindbespreking van de student. Er wordt verwacht dat je je bij aanvang aan de stagebegeleider en mentoren een schriftelijk overzicht voorlegt met stagedoelen. In de stagedoelen kun je voorop stellen je sterke punten verder te ontwikkelen en te werken aan je zwakke punten. De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces en de vraag naar feedback. Een zorg wordt achteraf besproken met de student zodat die eruit leert voor de toekomst. Doelen van de dienst naar de student toe: Je hebt de introductiebundel vooraf ingezien om een beter zicht te hebben op de problematiek en de individuele noden van de patiënten. Je voorstellen aan het personeel en patiënten is een elementaire vorm van beleefdheid en wordt in dank afgenomen. Je bent steeds net en verzorgd als je op de afdeling aankomt. Dit is een zaak van persoonlijke hygiëne. Indien je een zorg gaat uitvoeren, steeds het verpleegdossier grondig raadplegen i.v.m. aanwezige infecties en de te nemen maatregelen. Je neemt initiatief om de aanwezige leermomenten te benutten, door concrete afspraken te maken met de verantwoordelijke om onderzoeken, behandelingen, bij te wonen. Tijdig vragen om SC, IM, bloedafnames en wondzorgtechnieken te reserveren. Je vult leerdoelen in op begeleidingsfiche, je bespreekt deze met de mentor en de verpleegkundigen zodat ze je daarbij kunnen begeleiden. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces, daarom wordt gevraagd de begeleidingsfiche voor te leggen aan de mentor of de verpleegkundige om deze lijst samen na de zorgverlening in te vullen en te bespreken. Je gaat op een tactvolle en beleefde manier om met de patiënten en het personeel met wie wordt samengewerkt. Je respecteert de privacy en geheimhoudingsplicht van de patiënt. Zo kunnen er geen documenten met een identificatie van de patiënt meegenomen worden naar huis. Je integreert je op een gepaste manier in het team, rekening houdend met de eigenheid van de verpleegeenheid. Je kan zelf vragen stellen en problemen of gegevens aan bod brengen. Je woont de patiënten overdracht bij. Deze start om 08.30u. Je neemt verantwoordelijkheid op. Wees eerlijk, correct en stipt. Eerlijk uitkomen voor eventuele (bijna)fouten of vergissingen.

10 Je neemt zelf initiatief voor neventaken. Je bent zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van een patiënt in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en/ of de mentoren. Je bent in staat om op een constructieve wijze om te gaan met feedback. Je zorgt ervoor dat je zoveel mogelijk doelstellingen hebt bereikt op het einde van jouw stage. Je neemt maatregelen om kruisinfecties te voorkomen. We vragen je vriendelijk om op het einde van de stage de studentenenquête op Dina in te vullen. Dit helpt ons de stage voor volgende studenten kwalitatief te verbeteren. Bij ziekte of afwezigheid verwittig je steeds je begeleiding van school maar tevens telefonisch de verpleegeenheid: 059/555180

11 ORGANISATIE OP ONZE AFDELING Vroegdienst: 6.00u. tot 14.30u. met 30 min pauze, tijdstip afhankelijk van de haalbaarheid op de dienst Er zijn 4 vroegdiensten; Vroeg 1 werkt met Vroeg 2 Vroeg 3 werkt met Vroeg 4 In 2 modules opgesplitst : Module 1: van kamer 251 t.e.m. 257 en 270 t.e.m Vroeg 1 = verantwoordelijk en vroeg 2 Module 2: van kamer 258 t.e.m Vroeg 3 = verantwoordelijk en vroeg 4 dect altijd bij hebben dect altijd bij hebben 6.00u. 7.10u: Overdracht door de nachtverpleegkundige. Bloedafnames en glycaemiecontroles. Nazicht van de nuchtere patiënten op memobord en werklijst zodat de logistiek medewerker onmiddellijk kan starten met opdienen van ontbijt. Controle van klaargezette medicatie voor eigen module. Toedienen en elektronisch aftekenen van toegediende medicatie. Ook de IV-medicatie. Medicatie moet herkenbaar blijven tot bij de patiënt dus niet uitdrukken uit de verpakking. Inhalatietherapie wordt ook elektronisch in medicatiebeheer afgetekend per toegediende soort inhalatietherapie met eventueel rapportage van verloop in CPD bij rubriek ademhaling opmerkingen. De puff s blijven in de medicatiekar tot ontslag. Medicatietekorten opvolgen en eventueel laten meebrengen als de bak gebracht wordt door de logistiek assistente of administratieve medewerker. De verpleegkundige is ervoor verantwoordelijk dat de medicatie ook onmiddellijk toegediend wordt als ze meegebracht wordt. Indien er nog tijd over blijft wordt er geholpen bij het opdienen van het ontbijt. Beddenopschik mag, dan wel niet tijdens het ontbijt.

12 8.30u. Overdracht/ ochtendverzorging Overdracht geven in de dienstkamer aan hoofdverpleegkundige, dagdienst, logistiek medewerker. Korte pauze met collega verantwoordelijke vroegdienst en overleg welke kamers/ patiënten toegewezen worden aan welke verpleegkundige per module welke zorgen reeds toegediend/ afgewerkt zijn. Start verzorgingen in eigen module. Opnames in samenspraak andere verpleegkundige toegewezen in je module/ of D6, aandacht invoeren in CPD voor briefing naar de laatdienst en mondeling aan de verantwoordelijke. Aandacht voor correcte en volledige anamnese/ schalen. Na de verzorging hulp aan de andere module indien nog hulpvraag, opschik van de kamers en hulp spoelruimte met logistiek indien nodig. Kort overleg met de verantwoordelijke van de module met de verpleegkundigen/ zorgkundigen/ studenten van jouw module over eventuele veranderingen observaties.enz. tijdens de verzorging: observaties inschrijven (pijnscore niet vergeten) 11.00u : Medicatie bedeling per module. Ook intraveneuze medicatie wordt opgetrokken en toegediend. Glycaemiecontrole u 11u30 : Middagpauze module 1 of u 12.00u : Middagpauze module 1 of u 12.30u: Rondgang in de kamers om patie nten in hun bed te leggen voor de middagrust. Observatie van infusen, klinisch beeld. 13:00u Briefing (enkel van eigen) module aan laatdienst, aangevuld door klinisch beleid door de verantwoordelijke; daarna (of daarvoor) permanentie in gang u: Nazichttoer van alle patie nten, beantwoorden oproepen en evt. observaties verder invullen, opvang opnames, OP- patie nt u. Einde vroegdienst-shift.

13 Dagdienst: D6/ D4 D4: van 08.00u 12.00u en van 12.30u 16.30u D6: van 07.30u 12.30u en van 14.00u 18.00u Voormiddag: Nazicht waar hulp nodig bij beide modules Nazicht welke van deze patiënten nuchter zijn of op onderzoek moeten Hulp opdienen en installeren patiënten ( 8.00u 11.30u) 8.30u stipt bijwonen overdracht, eventueel aan vroeg 2 of vroeg 4 vragen om over te nemen (hebben reeds overdracht gehad s morgens van de nachtdienst) In samenspraak met de verantwoordelijk verpleegkundige per module afspreken wie wat opneemt. Namiddag: Starten/ hulp van namiddagtoer Apotheekafhaling + wegzetten van de medicatie controle verdoving samen met vpk. Medicatiebak: medicatie in juiste vakjes plaatsen. Hulp op- en afdienen avondmaal met de logistieke hulp. Dect-permanentie als de laatdienst moet eten. Bloedafnames klaarzetten voor de volgende dag. Beddenopmaak van ontslagen pten.

14 Laatdienst: Van 13:00 tot 21:30u er zijn 3 laatdiensten: L1 L2 L3 Laat 1: verantwoordelijk voor module 1 Laat 2: verantwoordelijk voor module 2 Laat 3: verantwoordelijk voor opnames/ mutaties/ verdovingscontrole/ IV therapie/ en apotheek. Laat 1 en Laat 2: Briefing door de moduleverantwoordelijk aan de laatdiensten. Hierbij wordt het klinisch beleid door de arts opgegeven in de ochtendronde doorgenomen. Ook het to do blad wordt overlopen afgesproken wie wat doet u Start namiddagverzorging samen met andere toegewezen laatdienst extra aandacht voor parameters die afwijkend zijn. Indien nodig arts verwittigen! Opzetten van de patiënten. Controle van klaargezette medicatie door verantwoordelijke laatdienst voor eigen module. Toedienen, afkleven en aftekenen van toegediende medicatie. Ook de IV medicatie nazien.( 14u is verantwoordelijkheid van vroegdienst) Medicatie moet herkenbaar blijven tot bij de patiënt. Inhalatietherapie wordt in medicatiebeheer afgetekend, per toegediende soort inhalatietherapie, met eventueel rapportage van verloop en techniek in cpd bij de rubriek parameters ademhaling opmerkingen Tekorten bij medicatielevering opvolgen en communiceren aan de laat 3 of dagdienst die naar apotheek gaat. Laat u Geplande en niet geplande opnames: cpd invullen en alle to-do uitvoeren. aandacht voor ingeven van alle parameters in cpd. Controle van de verdovingskast. Dit gebeurt dagelijks.

15 controle glycemie (zie overzicht in verpleegpost) en nazicht insulinetoediening. 16u IV medicatie oplossen bereiden en aanhangen. Aandacht op vernieuwen van trousses en observatie insteekpunten. Ook de groene stickers met datum cfr veiligheidskruis Pauze in samenspraak, 30 minuten, niet alle laatdiensten samen als er geen verpleegkundige permanentie is. Overzicht klaarmaken om mee te nemen in de avondtoer met info naar de nachtdienst toe u laat 1/ 2/ 3 Start avondronde. Parameters noteren in cpd nazien patiënten; slaapmedicatie, pijnmedicatie, infusen, redons, wondzorg. Urinezakken nazien en controle incontinentiemateriaal helpen met de 2 modules. Parameters controleren, controle van de EWS-score in functie van die score en klinisch beeld arts verwittigen. Alle belangrijke observaties noteren in cpd afdrukken (klinisch beleid/ nota s laatdienst) en doorbriefen naar de nachtdienst om zo weinig mogelijk informatieverlies te voorkomen.

16 SLOTWOORD: De tussentijdse- en eindevaluaties worden samen met jullie docenten vastgelegd. We vragen met vriendelijke aandrang zoveel mogelijk jullie feedback formulier in te vullen en te bespreken met de verpleegkundige waarbij je toegewezen bent. Dit is jullie verantwoordelijkheid, het geeft ook een objectief en vooral globaal beeld weer wanneer de evaluaties besproken worden. Vergeet ook niet op het einde van je stage de studentenenque te in te vullen via Dina/ studenten, we zouden dit zeer op prijs stellen als je dit zou doen. Bedankt alvast en prettige stage!