Conexus Panovenlaan DZ Nijmegen

Transcriptie

1 Conexus Panovenlaan DZ Nijmegen T F E info@conexus.nu I I-UL/2015/229 I-WL AANTEKENEN College van Buregmeester en Wethouders van de gemeente Boxmeer t.a.v. wethouder onderwijs, mw. W.A.G.M. Hendriks-van Haren Postbus AL Boxmeer reg.nr.- ngek, 2 7 JAH 2015 Kopie' Betreft: registratie nevenvestiging Kenmerk: TJ/C i.a.a.: J. Knoben (S04 de Windroos) Nijmegen, 23 januari t.janssen@conexus.nu Edelachtbare Mevrouw Hendriks, Sinds 2011 bedient S04 de Windroos in Boxmeer leerlingen die zijn aangewezen op speciaal onderwijs voor moeilijk opvoedbare kinderen. Dit onderwijs valt onder het cluster 4 van speciaal onderwijs in Nederland. Het onderwijs wordt verzorgd in het gebouw van SBO SG Palet te Boxmeer; de overcapaciteit van dat gebouw staat dat toe. Het onderwijs op deze locatie functioneert naar tevredenheid van betrokken partijen. Kinderen kunnen thuisnabij worden bediend, in Boxmeer is daarmee de specialistische expertise beschikbaar voor leerlingen, wordt hen tweemaal daags een tijdrovend vervoer naar Nijmegen of elders bespaard, vermijdt de gemeente kosten van leerlingenvervoer en er is lokale en regionale samenwerking met betrokken schoolbesturen in het belang van een dekkend aanbod van passend onderwijs. S04 de Windroos is formeel gevestigd in Nijmegen en valt onder het bevoegd gezag van de Stichting Conexus. In de afgelopen periode is Conexus er door de Inspectie van het Onderwijs op gewezen dat voor de locatie Boxmeer van S04 de Windroos formeel de status van nevenvestiging moet worden aangevraagd en verkregen. In de bijlage treft u dienaangaande relevante informatie aan. Zoals u in de laatste zin kunt lezen is daartoe een instemming van de gemeente noodzakelijk. Conexus is bevoegd gezag over 30 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de gemeenten Heumen en Nijmegen.

2 Conexus Panovenlaan DZ Nijmegen T F E info@conexus.nu I In het onderhavige geval is er sprake van een geaccepteerde praktijk die reeds vier jaren bestaat. Ons streven is om bij voldoende instroom de bestaande situatie van inwoning in de overcapaciteit van een school in Boxmeer, liefst SBO SG Palet, te continueren. Tegen deze achtergrond verzoekt Conexus u om als gemeente in te stemmen met het bestaan van deze locatie als nevenvestiging. Desgewenst is Conexus tot nadere toelichting of overleg bereid. In afwachting van uw reactie verblijf ik, ur Conexus Bijlage: Conexus is bevoegd gezag over 30 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de gemeenten Heumen en Nijmegen.

3 Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nevenvestigingen (voortgezet) speciaal onderwijs November 2013 Inleiding Sinds 2011 is het bevoegd gezag verplicht alle adressen die zij in gebruik heeft te registreren in het Nederlands Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De registratie is noodzakelijk, omdat leerlingen worden ingeschreven en door DUO bekostigd op een hoofd- of nevenvestiging (voortgezet) speciaal onderwijs. In de praktijk van alledag constateert de Inspectie van het Onderwijs dat te vaak door het bevoegd gezag geen nevenvestiging wordt aangevraagd wanneer dat wel noodzakelijk is. In deze brochure wil de inspectie samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en DUO helderheid scheppen in de discussie over dislocatie (lesplaats) en nevenvestiging. De gemeente kan een school huisvesting aanbieden in de vorm van een dislocatie als de school (tijdelijk) niet alle leerlingen in het gebouw kan huisvesten. In een aantal gevallen is het verplicht om een nevenvestiging aan te vragen: bij een dislocatie buiten de gemeente van de hoofdvestiging en bij 'twee scholen onder één dak' binnen de gemeente. Ook na invoering van Passend onderwijs per 1 augustus 2014 blijft deze verplichting bestaan. In andere gevallen is het aan te bevelen om een nevenvestiging aan te vragen, zoals bij verhuizing van het voortgezet speciaal onderwijs naar een nieuw gebouw binnen de gemeente terwijl het speciaal onderwijs in de hoofdvestiging blijft gehuisvest. Noodzaak tot aanvraag nevenvestiging Groei van het aantal leerlingen De inspectie ziet dat vooral bestaande scholen cluster 4 1 sinds de jaren negentig gegroeid zijn. Het (voortgezet) speciaal onderwijs mag echter al sinds die tijd geen nieuwe scholen stichten. Het gevolg is dat er scholen zijn ontstaan (op één BRIN) die het onderwijs verzorgen voor leerlingen uit soms meer dan vijf gemeenten. Dit kan heel goed door aan de hoofdvestiging nevenvestigingen toe te voegen op grond van artikel 76a van de Wet op de expertisecentra (WEC). De inspectie ziet dat de gemeente bij groei van het aantal leerlingen baat heeft bij het bieden van thuisnabij onderwijs. Ook ouders hebben graag een school 'in de buurt' in plaats van lange reistijden. Ouders en leerlingen De inspectie kreeg de afgelopen jaren vanuit ouders en vanuit gemeenten (leerlingenvervoer) signalen dat niet altijd duidelijk is waar de leerling ingeschreven staat en waar de leerling onderwijs volgt. Ouders moeten er ook in het (voortgezet) speciaal onderwijs op kunnen vertrouwen dat hun kind ingeschreven staat op de school waar hun kind onderwijs ontvangt; daar tekenen ze voor bij inschrijving van hun kind. Daarnaast zijn ouders en leerlingen die aangewezen zijn op (voortgezet) speciaal onderwijs gebaat bij zo min mogelijk reistijd van het kind. Ambtenaren van de gemeente meldden aan de inspectie dat leerlingen vervoerd worden naar reguliere scholen voor voortgezet onderwijs. Zij 1 Wet op de expertisecentra, artikel 2, lid 4 - cluster 4: onderwijs aan langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten. Pagina 1 van 3

4 verbaasden zich erover dat de leerlingen naar een andere school werden vervoerd dan waar zij ingeschreven stonden. Onderzoek door de inspectie laat zien dat thuisnabij onderwijs, met weinig reistijd, op veel plekken in Nederland gerealiseerd wordt. In een aantal gevallen ontvangen de leerlingen echter onderwijs op een andere plaats dan waar de school van inschrijving is gevestigd en heeft het bevoegd gezag van de school verzuimd om een nevenvestiging aan te vragen. Wanneer is het verplicht een nevenvestiging aan te vragen? Een nevenvestiging voor een (v)so-school of instelling moet worden aangevraagd als: er onderwijs gestart wordt op een nieuwe lesplaats buiten de gemeente; in het (voortgezet) speciaal onderwijs leerlingen voltijds (voortgezet) speciaal onderwijs ontvangen in het gebouw van een andere school (BRIN), onder een zogenaamde 'twee of drie scholen onder één dakconstructie. Dislocatie De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van de leerlingen en draagt zorg voor passende huisvesting. Huisvestingsgelden gaan naar de gemeente. Het is niet toegestaan om middelen bestemd voor onderwijs te gebruiken voor financiering van de huisvesting, tenzij er sprake is van doordecentralisatie van huisvestingsgelden naar het schoolbestuur. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor de school (hoofd- of nevenvestiging) tijdelijk niet alle leerlingen in het gebouw kan huisvesten, of oplevering van nieuwbouw afgewacht moet worden. De gemeente kan dan huisvesting aanbieden in de vorm van een dislocatie. De leerlingen blijven ingeschreven op de hoofd- of nevenvestiging, maar krijgen op een andere plaats les. Indien noodzakelijk is vervoer van de leerling naar de dislocatie mogelijk. De gemeente bekostigt dit vervoer. Een dislocatie buiten de gemeente waar de hoofd- of nevenvestiging is gevestigd is niet mogelijk. De gemeente waar de leerlingen ingeschreven staan is immers verantwoordelijk voor de huisvesting en ontvangt de middelen daarvoor. Ook bij een gering aantal leerlingen buiten de gemeente moet een nevenvestiging aangevraagd worden en is het in de eerste plaats aan die andere gemeente om al dan niet in stemmen met de aanvraag. Van een dislocatie naar een permanente school Als een dislocatie uitgroeit tot een volledige school met eigen in-, door- en uitstroom, kan het bevoegd gezag met de artikel 76a-procedure binnen de gemeente ook een nevenvestiging aanvragen. Een dislocatie groeit uit tot een mogelijke nevenvestiging als zij een substantieel aantal leerlingen heeft met een eigen team leraren, aansturing door een schoolleiding op de dislocatie, een eigen schoolgids en dergelijke. In de WEC staat niet of de nevenvestiging alleen tijdelijk of ook permanent kan bestaan. Wel is 'tijdelijk' altijd 'tijdelijk toegewezen huisvesting' en kan de gemeente besluiten om een andere huisvesting toe te wijzen. De gemeente hanteert voor 'permanente vestiging' een periode van minimaal veertien jaar. Het bevoegd gezag besluit naar eigen inzicht of aanvraag van een nevenvestiging noodzakelijk is. Onderwijs binnen residentiële instellingen als nevenvestiging Scholen die binnen de WEC vallen kunnen leerlingen die residentieel geplaatst onderwijs ontvangen inschrijven zonder indicatie (straks: zonder toelaatbaarheidsverklaring). Het kan gaan om dagopvang, waaronder het medisch Pagina 2 van 3

5 kinderdagverblijf en 24-uursopvang. Voorwaarde is dat er voor aanvang van het onderwijs een samenwerkingsovereenkomst gesloten is met een erkende zorginstelling. Alleen leerlingen die in behandeling zijn bij een zorginstelling waarmee een samenwerkingsovereenkomst is gesloten, kunnen als leerling residentieel ingeschreven worden (WEC, artikel 40, derde lid, en artikel 71c). Voor aanvang van het onderwijs dient de getekende samenwerkingsovereenkomst aan DUO verzonden te zijn. Ook in deze situatie dient een nevenvestiging aangevraagd te worden als de leerlingen geen onderwijs ontvangen op de hoofd- of nevenvestiging maar bij de residentiële instelling in een andere gemeente. De leerlingen staan ingeschreven op de plaats waar zij onderwijs ontvangen. Een en ander is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst. De verantwoordelijkheid voor de huisvesting ligt ook hier bij de gemeente van de school van inschrijving, uitgezonderd de justitiële jeugdinrichtingen en de jeugdzorgplusinstellingen. Werkwijze voor het aanmelden van een nevenvestiging De nevenvestiging moet aangevraagd worden vóór de start van het onderwijs, en de procedure zoals beschreven in de WEC, artikel 76a dient gevolgd te worden. Plan van scholen Sinds begin jaren negentig is het 'plan van scholen' niet van tóepassing op de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Hiervoor in de plaats is het spreidingsplan 'plan regionale expertisecentrum voor nevenvestigingen en verbrede toelating' gekomen (WEC, artikel 76a, lid 3). Het is sinds begin jaren negentig niet mogelijk om een nieuw BRIN voor een school aan te vragen. Nu het op grond van de WEC mogelijk is een nevenvestiging in te richten, is het negatieve effect van het ontbreken van een 'plan van scholen' verdwenen. Passend onderwijs Met de invoering van Passend onderwijs ontstaat een situatie waarin ieder samenwerkingsverband samen met de schoolbesturen eigen keuzes kan maken. Wat niet veranderd is, is dat binnen (v)so een nieuwe school alleen als nevenvestiging gestart kan worden. Het is dus nog steeds niet mogelijk om een nieuw BRIN aan te vragen. Per 1 augustus 2014 is alleen instemming van het samenwerkingsverband en de gemeente nodig. Pagina 3 van 3

6 wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet op de expertisecentra... Wet op de expertisecentra, Artikel 76a (Tekst geldend op: ) Ontstaansbron Inwerkingtreding Datum van inwerkingtreding Terugwerkende kracht Bijzonderheden Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken Ondertekening Bekendmaking Opmerking Wijziging Stb. 2012, Wijziging Stb. 2012, Wijziging Stb. 2007, Nieuw Stb. 2002, Stb. 2014, Stb. 2012, Stb. 2007, Stb. 2003, 54 Artikel 76a. Nevenvestiging school 1. Indien een bevoegd gezag van een school, niet zijnde een instelling, wenst over te gaan tot het inrichten van een nevenvestiging en het daarover overeenstemming heeft bereikt met het samenwerkingsverband en de gemeente waar die nevenvestiging zal worden gevestigd, dient het bevoegd gezag voor 1 februari een daarop betrekking hebbend verzoek met de gegevens waaruit de bedoelde overeenstemming blijkt, in bij Onze minister. 2. Onze minister beslist voor 1 april daaropvolgend. Indien Onze minister de inrichting van een nevenvestiging goedkeurt, vangt de bekostiging van die nevenvestiging aan op 1 augustus volgend op de goedkeuring. Voor de bekostiging wordt de nevenvestiging aangemerkt als deel van de school die de nevenvestiging in stand houdt. 1 van :03