40 Communicatiemiddelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "40 Communicatiemiddelen"

Transcriptie

1 DC 40 Communicatiemiddelen 1 Inleiding Bij communicatie brengt de zender een boodschap over aan een of meer ontvangers. Maar hoe moet die boodschap bij de ontvanger terechtkomen? Dat kan op verschillende manieren gebeuren. Ten eerste is er een verschil tussen communicatie met woorden en communicatie zonder woorden. We noemen dat verbale communicatie en non-verbale communicatie. In de tweede plaats kunnen we binnen de verbale communicatie onderscheid maken tussen schriftelijke en mondelinge communicatie. Die verschillende manieren waarop je met anderen kunt communiceren, noemen we communicatiemiddelen. Je kunt met anderen communiceren en een antwoord verwachten. Er zijn ook situaties waarin je geen antwoord verwacht. Communicatie kan dus één richting uit gaan. Meestal wissel je met één of meerdere mensen over en weer informatie uit. Dan gaat de communicatie meerdere richtingen op. We noemen dit communicatierichtingen. In dit thema behandelen we zowel de communicatiemiddelen als de communicatierichtingen. De inhoud van dit thema: 2 Verbale communicatie: mondeling, schriftelijk 3 Non-verbale communicatie 4 Communicatierichtingen 5 Tips voor de praktijk 1 1

2 2 Verbale communicatie Alle communicatie waarbij je woorden gebruikt, is verbale communicatie. Als je praat, gebruik je als communicatiemiddel je stem en woorden. Als je een brief schrijft, schrijf of typ je woorden. Mensen die niet of moeilijk kunnen spreken, kunnen toch verbale communicatie hanteren. Bijvoorbeeld doven gebruiken gebarentaal. Die gebaren geven woorden weer. Ook dat is verbale communicatie. Communicatie die niet via woorden verloopt, noemen we non-verbale communicatie. De grens tussen verbale en non-verbale communicatie is niet altijd makkelijk te trekken. In een krant verbale communicatie staan ook foto s en tekeningen (non-verbale communicatie). De notulen van een vergadering bevatten tekst (verbale communicatie) maar soms ook grafieken of schema s (non-verbale communicatie). In je bpv zul je onder andere communiceren met cliënten, collega s, een leidinggevende en met je praktijkbegeleider. We gaan nu dieper in op mondelinge en schriftelijke verbale communicatie, hoe je kiest tussen beide communicatiemiddelen, en de voor- en nadelen van elk van de twee. Verbale communicatie: mondeling schriftelijk hoe kies je? 2 2 OA Digitale Content

3 2.1 Mondelinge communicatie Mondelinge communicatie is zoals gezegd alle communicatie waarbij je woorden uitspreekt. Een uitleg van de leerstof is net zo goed mondelinge communicatie als een sollicitatiegesprek, of een vergadering. Vaak ondersteun je je woorden met gebaren of plaatjes. Voorbeelden van verbale communicatie, mondeling: gesprek lezing vergadering overleg hoe taken verdeeld worden radio- en televisie-uitzendingen 2.2 Schriftelijke communicatie Onder schriftelijke communicatie valt alles wat jij of iemand anders opschrijft, typt, uitprint, msn t, sms t of als verstuurt. Je schrijft bijvoorbeeld op het bord de sommen die vandaag gemaakt moeten worden. Je plakt een klein briefje op je monitor met de mededeling dat niemand aan jouw pc mag komen. Je schrijft een brief aan je tante in Suriname. Of je leest de schoolkrant, de notulen van de laatste teamvergadering, een glossy, de krant of een brochure over je favoriete vakantieland. 3

4 2.3 Welk communicatiemiddel kies je? De keuze voor een communicatiemiddel is heel belangrijk. Stel, je leraar, je werkbegeleider dus, vertelt je wat je de volgende dag met Sanne uit groep 5 moet doen. Het lijkt je allemaal niet zo moeilijk en je denkt dat je het wel kunt onthouden. De volgende dag ben je daar echter niet meer zo zeker van; nu zou je willen dat je het toch maar even opgeschreven had. Marieke werkt op basisschool De Driemaster. Ze heeft een activiteit die groepsoverstijgend is. De leerlingen kunnen zich voor deze activiteit opgeven. Het is natuurlijk het makkelijkst om alle leerlingen persoonlijk te benaderen, ze informatie te geven en te vragen of ze mee willen doen. Maar in een school met honderden leerlingen zou het wel erg lang duren voordat ze iedereen gesproken heeft. Dat is niet zo handig. Ze kan ook in de klassen uitleg geven over de nieuwe activiteit. Maar ze is bang dat ze in klassen waar ze nog nooit gewerkt heeft, meer onrust veroorzaakt dan gewenst is. Dan komt haar informatie niet goed over. In dit geval kiest Marieke voor schriftelijke communicatie. Ze maakt leuke tekst waarin ze kort en duidelijk de activiteit uitlegt, wat het inhoudt en hoe de leerlingen zich hiervoor kunnen opgeven. Ze zet er ook een paar plaatjes bij die de zaak duidelijker maken. Ze kopieert haar tekst en reikt hem aan de leerkrachten uit met het verzoek om het in de klas te bespreken. Marieke krijgt al heel snel veel aanmeldingen binnen voor haar activiteit. Er zijn ook situaties waarin mondelinge communicatie beter is. Faridah heeft per ongeluk het kopieerapparaat onklaar gemaakt. Ze vindt het wel heel moeilijk om het aan de directeur te vertellen maar ze kan dit echt niet afdoen met een briefje. Faridah moet hier kiezen voor mondelinge communicatie: een persoonlijk gesprek met de directeur. En stel je voor dat je een conflict hebt met een teamlid. Schrijf je dat in je evaluatieverslag van je activiteiten? Of wacht je op een geschikt moment en bespreekt het dan met haar? Als je het in je verslag schrijft, lezen ook anderen het die er niets mee te maken hebben. Hetzelfde geldt voor een werkoverleg: daar zitten ook mensen bij die er niets mee te maken hebben. Het is niet verstandig om daar jouw probleem met een ander teamlid te bespreken. De beste methode is de situatie met de betrokken persoon te bespreken. Dan kan ze direct reageren en kun je er open over praten. 4 OA Digitale Content

5 2.4 Voor- en nadelen Mondelinge en schriftelijke communicatie hebben allebei hun eigen voor- en nadelen: mondelinge communicatie meer tweerichtingsmogelijkheden moeilijk te bewaren persoonlijker minder bewijskracht verbaal en non-verbaal kost meestal meer tijd schriftelijke communicatie minder tweerichtingsmogelijkheden makkelijk te bewaren onpersoonlijker meer bewijskracht verbaal en non-verbaal kost meestal minder tijd Het voordeel van schriftelijke communicatie is dat je de feiten nog eens kunt nalezen. Je kunt ze laten bezinken, er nog eens je gedachten over laten gaan. Bij schriftelijke instructies heb je zwart op wit wat je moet doen. Je kunt in je eigen tempo de aanwijzingen opvolgen. Notulen van een vergadering geven je de mogelijkheid nog eens na te lezen wat er besproken is. Maar iets opschrijven in plaats van iets vertellen kan ook heel onpersoonlijk overkomen. Als jouw leraar een briefje voor je neerlegt waarin staat wat je fout hebt gedaan, zul je dat niet zo leuk vinden. Je had liever gehad dat het je persoonlijk gezegd werd. Schriftelijke communicatie kan overigens zowel verbaal als non-verbaal zijn, of een combinatie van beide. Schema s, grafieken, plaatjes of foto s zijn voorbeelden van non-verbale toevoegingen die de verbale tekst verduidelijken en verlevendigen. Kies in de volgende gevallen in ieder geval voor een schriftelijk communicatiemiddel: je moet of wilt de informatie bewaren; je moet later kunnen bewijzen wat je gecommuniceerd hebt; je wilt de informatie snel aan verschillende mensen overdragen. Ga bij je keuze uit van de doelgroep. Bij leerlingen die slechtziend of blind zijn, heeft schriftelijke communicatie geen zin. Maar ook in het reguliere onderwijs zitten leerlingen die minder goed kunnen lezen of schrijven. Die geef je geen uitgebreide schriftelijke instructies. Beter is mondelinge uitleg, die je waarschijnlijk vaker zult moeten geven. Als je informatie hebt voor collega s, kun je gebruiken. Een tje is zo verstuurd en op het werk kun je ervan uitgaan dat de mailbox regelmatig gecontroleerd wordt op nieuwe berichten. SMS en MSN kun je beter alleen voor privécontacten gebruiken. 5

6 3 Non-verbale communicatie Wanneer je mondelinge communicatie gebruikt, gebruik je altijd ook non-verbale communicatie. Dat gaat vanzelf en is onvermijdelijk. Maar je kunt ook bewust alleen maar gebruik maken van non-verbale communicatie. Dat doe je bijvoorbeeld als je op vakantie in een land bent waar ze geen taal spreken die jij kent. Als je daar bij de groenteman appels koopt, dan wijs je ze gewoon aan. Uit het gedrag van de groenteman begrijp je dat hij wil weten hoeveel appels je wilt hebben. Je steekt dan net zoveel vingers op als je appels wilt hebben. In dit geval is verbale communicatie niet zinvol. De non-verbale communicatie komt dan in plaats van de verbale communicatie. In je werk echter gebruik je verbale communicatie waarbij de non-verbale communicatie ondersteunend is. Je leunt naar voren terwijl je spreekt, dat geeft aan dat je boodschap belangrijk is. Of je maakt gebaren terwijl je spreekt. Zo maak je je woorden duidelijker. We geven enkele algemene kenmerken van non-verbale communicatie, de elementen die een rol spelen, en we eindigen met een manier van non-verbaal communiceren die niet gebonden is aan personen. Non-verbale communicatie: algemene kenmerken stem uiterlijk lichaamshouding gebaren gezichtsuitdrukking niet aan personen gebonden 3 6 OA Digitale Content

7 3.1 Algemene kenmerken Je leest over het belang van non-verbale communicatie, over hoe het je verbale communicatie ondersteunt en waarom het je woorden niet mag tegenspreken. Het belang Omdat verbale communicatie zo veel gebruikt wordt, zou je kunnen denken dat non-verbale communicatie minder belangrijk is. Dat is niet zo. Non-verbale communicatie kan zelfs nog belangrijker zijn dan de verbale communicatie. Als je in woorden niet kunt communiceren, is de non-verbale communicatie zelfs het enige wat je hebt. Dat zag je al in het voorbeeld van de groenteman. Non-verbale communicatie is er altijd. Wanneer je spreekt, gebruik je altijd ook non-verbale communicatie. Je maakt gebaren, je gezichtsuitdrukking is in overeenstemming met dat wat je zegt en je past je stemgeluid aan de situatie aan. In een vrolijke situatie klinkt je stem ook vrolijk; in een droevige situatie praat je zachter en op lagere toon. Ondersteunende functie We zeiden al, in de meeste gevallen ondersteunt non-verbale communicatie de verbale communicatie. Denk maar eens aan de manier waarop je iets weigert: je zegt nee en tegelijkertijd schud je met je hoofd ook nee. We gebruiken onze handen bijvoorbeeld om te laten zien hoe groot iets is, of we slaan met onze vuist op tafel om onze woorden kracht bij te zetten. En als we iets helemaal top vinden, steken we beide duimen omhoog. Dergelijke gebaren maken we vaak zonder dat we het ons bewust zijn. Kijk ook maar eens naar televisiepresentatoren. Je ziet dan dat ze vaak hun handen gebruiken om hun woorden kracht bij te zetten. Mag de woorden niet tegenspreken Je mimiek, je intonatie en de manier waarop je de ander aankijkt, geven duidelijkheid aan je verbale communicatie. Non-verbale signalen mogen dat wat je zegt, de verbale informatie, natuurlijk niet tegenspreken. Dat tegenspreken van verbale en non-verbale communicatie gebeurt bijvoorbeeld als iemand zegt: Ja, goed, dat zal ik doen en ondertussen zijn ogen omhoogrolt. Of als iemand zit te liegen en ongewild een rood hoofd krijgt. En ook als iemand zegt: ik vind je heel erg aardig, hoor, maar dat op een heel erg sarcastische toon zegt. De woorden zijn dan in tegenspraak met de toon waarop het gezegd wordt. 7

8 Dus non-verbale communicatie: moet je verbale communicatie ondersteunen; mag je verbale communicatie niet tegenspreken. 3.2 Stem Non-verbale communicatie wordt door verschillende middelen overgebracht. Ten eerste is de stem als non-verbaal signaal erg belangrijk. De manier waarop iemand spreekt, de intonatie, het volume, zangerigheid of stotteren bepalen samen hoe de stem bij de ontvanger overkomt. Je past je stemgeluid vaak automatisch aan de situatie aan. In een vrolijke situatie klinkt je stem ook vrolijk; in een droevige situatie praat je zachter en op lagere toon. Maar soms leidt dat tot ongewenste effecten. Onderwijsassistent Janny zit ergens mee. Als ik overwicht wil hebben en mijn stem verhef, wordt hij schril. De kinderen worden alleen nog maar onrustiger, ik wind me op en mijn stem wordt nog schrilller. Je kunt je stem beter leren beheersen en gebruiken. In een klaslokaal is dat wel belangrijk. Als je overwicht wilt hebben, kun je beter bewust je stem ietsje lager laten klinken. Dat kost even moeite maar al gauw wordt het een gewoonte. 3.3 Uiterlijk Je uiterlijk, of je uiterlijke presentatie geeft een bepaalde indruk. De manier waarop je je kleedt, je opmaakt of juist niet opmaakt, je haardracht en de sieraden die je al dan niet draagt, zorgen ervoor dat je een bepaalde indruk maakt. Een vertegenwoordiger komt voorlichting geven over een nieuw didactisch computerprogramma. De man die de demonstratie en de voorlichting verzorgt, ziet er wat haveloos uit; zijn spijkerbroek is gevlekt en gescheurd en zijn sweater is zichtbaar oud en verwassen. De teamleden gniffelen: Die man is zeker uit de daklozenopvang gekomen. Ze zijn zo bezig met het uiterlijk van de man, dat ze minder aandacht hebben voor wat hij zegt. 8 OA Digitale Content

9 3.4 Lichaamshouding Door je lichaamshouding en de manier waarop je beweegt, je motoriek, geef je de buitenwereld een bepaalde indruk van jezelf. Loop je altijd met je hoofd naar beneden gebogen en je schouders een klein beetje opgetrokken? Of loop je juist met je kin in de lucht en met een kaarsrechte rug? De directeur is een vijftiger met een enigszins statige lichaamshouding. De leerlingen hebben geen hekel aan hem maar ze zijn ook niet vertrouwelijk met hem. Gymleraar John is heel anders. Hij loopt wel rechtop, maar heeft iets springerigs over zich: een snelle loop, hij zit zomaar op zijn hurken en komt weer overeind, alles beweegt aan die man. Dat past bij zijn persoonlijkheid. Hij zou het niet anders kunnen doen. De directeur ook niet trouwens. De leerlingen gaan heel anders om met John dan met de directeur. 3.5 Gebaren Met gebaren maak je heel veel duidelijk. Denk maar aan het verschil tussen je duim of je middelvinger opsteken. Met het ene maak je vrienden, met het andere maak je vijanden. Ook een vuist maken, je armen spreiden als je iemand tegenkomt die je lang niet gezien hebt of met je hoofd knikken ter begroeting, geven duidelijk aan wat de zender bedoelt. Betsy werkt bij de naschoolse opvang en ze gaat vandaag een spelletje doen met de kinderen. Ze gaat het eerst uitleggen. Betsy staat voor de groep en vertelt wat de bedoeling is. De kinderen pakken straks om de beurt een kaart van het stapeltje. Het woord dat op het kaartje staat, beelden ze dan zo goed mogelijk uit, zonder iets te zeggen. Betsy doet voor hoe het werkt. Ze pakt een kaart van de stapel, ziet wat erop staat en legt de kaart zonder iets te zeggen onder op de stapel. Dan maakt ze duidelijke zwembewegingen. Hier en daar roept een kind: zwemmen, en zwembad. 9

10 3.6 Gezichtsuitdrukking Over het algemeen is je gezichtsuitdrukking in overeenstemming met dat wat je zegt. Gezichtsuitdrukkingen hebben we namelijk het minst onder controle. Blozen, lachen, huilen, wenkbrauwen fronsen en allerlei mond- en oogbewegingen zetten we niet bewust in gang, ze gebeuren gewoon. Iedereen weet dat van zichzelf, en dus ook van de ander. Daardoor zal de ontvanger de non-verbale communicatie eerder geloven dan de verbale communicatie. Je kunt immers kiezen welke woorden je gebruikt. Maar dat je gaat stotteren en blozen als je ineens heel erg verlegen bent of staat te liegen, heb je niet in de hand. Als je non-verbaal iets anders uitdrukt dan wat je zegt, kom je dus niet erg overtuigend over. Als je iets zegt waar je eigenlijk niet achter staat, blijkt dat uit je gedragingen, óf.je kunt heel goed toneelspelen. Maar let op! Je neemt de non-verbale communicatie wel serieuzer dan de woorden die je hoort, maar weet je altijd wel wat die non-verbale communicatie betekent? Daar kun je je erg in vergissen, bijvoorbeeld in het voorbeeld van iemand die begint te stotteren. Dat kan verlegenheid zijn, of een blijk dat iemand staat te liegen. Stel dat je uitgaat van het laatste, en het is eigenlijk verlegenheid. Dan sla je de plank volkomen mis. Je stem, je lichaamshouding, je uiterlijk en je gezichtsuitdrukking ondersteunen dat wat je in woorden zegt. Een aspect van non-verbale communicatie is de aanraking. Een hand op de schouder van een leerling kan sneller en duidelijker een boodschap overbrengen dan tientallen woorden. Dat is vooral het geval als gevoelens een rol spelen. Of je een leerling wel of niet aanraakt, hangt af van de situatie en van de leerling. Het ene kind wil graag aangeraakt worden, het andere houdt liever afstand. Je merkt dat aan zijn lichaamstaal: mimiek, houding, beweging. Onbewust zul je deze tekens herkennen. Je voelt aan wanneer je een kind mag aanraken. Negeer dit niet. 10 OA Digitale Content

11 3.7 Niet aan personen gebonden non-verbale communicatie Tot nu toe hebben we het over de non-verbale communicatie in de directe relatie tussen mensen. Er zijn echter nog andere vormen van non-verbale communicatie. De manier waarop een school werkt, omgaat met de leerlingen en hun ouders en de manier waarop bijvoorbeeld een ruimte is ingericht, zegt iets over wat die school over wil brengen. Gaat de school uit van de behoeften en wensen van de leerlingen en ouders, dan houdt zij bijvoorbeeld regelmatig zogenoemde klanttevredenheidsmetingen. Wil zij dat de mensen zich op hun gemak voelen dan wordt de inrichting aangepast aan wat de schoolbevolking mooi en prettig vindt. In basisschool De Rietgors wil men een optimistische en vrolijke sfeer creëren. School is er wel om te leren maar dat wil niet zeggen dat er niets leuks meer te beleven valt. Door de inrichting van de school en door de pedagogische benadering geeft de school uitdrukking aan deze filosofie. De gangen en klaslokalen hebben vrolijke en heldere kleuren, er hangt kunst aan de muren, het meubilair is mooi en de materialen worden goed onderhouden. Elke dag is er wel iets speciaals te doen: ouders lezen voor, er wordt tijdens de pauzes muziek gedraaid en de leerkrachten spelen actief met de leerlingen mee. Al deze maatregelen communiceren een non-verbale boodschap: school is leuk, leren is leuk, we kunnen met elkaar het leven prettig maken. 11

12 4 Communicatierichtingen Communicatie heeft een bepaalde richting. Je kunt met één of meer ontvangers communiceren. En die ontvangers kunnen wél of niet reageren. We onderscheiden drie communicatierichtingen. Ten eerste is er communicatie die maar in één richting gaat. Ten tweede kan communicatie ook over en weer gaan en ten derde is er communicatie die in meer dan twee richtingen tegelijk gaat. Communicatierichtingen: eenzijdige communicatie: unilaterale communicatie tweezijdige communicatie: bilaterale communicatie meerzijdige communicatie: multilaterale communicatie 4 12 OA Digitale Content

13 4.1 Eenzijdige communicatie Bij eenzijdige communicatie gaat de communicatie maar één richting uit. De zender stuurt een boodschap naar een of meer ontvangers. De zender verwacht daarbij geen directe reactie van de ontvangers. De Inspecteur die zijn periodieke schoolbezoek aankondigt, maakt gebruik van eenzijdige communicatie. Dat doet ook de presentator die je op tv ziet. Eenzijdige communicatie wil overigens niet zeggen dat er maar één persoon communiceert. Zo kan de directie een memo uit laten gaan waarin staat voor welke datum iedereen de verlanglijstjes voor nieuwe boektitels opgegeven moet hebben. De directie bestaat uit een aantal mensen die samen de memo gemaakt hebben. De communicatie is eenzijdig omdat het een mededeling is die geen reactie verwacht. De communicatie volgt maar één richting: die van de directie naar het team. Ook een situatie waarbij je uitleg geeft over de leerstof, kan eenzijdige communicatie zijn. Of de gymleraar die de leerlingen in groepen verdeelt. 13

14 4.2 Tweezijdige communicatie Als de informatie van zender naar ontvanger gaat, en daarna komt er informatie van de ontvanger (die dan zender wordt) naar de zender (die dan ontvanger wordt), spreken we van tweezijdige communicatie. Twee vrienden die over voetballen praten, het gesprek dat je met je bpv-begeleider hebt, of het babbeltje dat je als onderwijsassistent hebt met een van de kinderen; het zijn allemaal voorbeelden van tweezijdige communicatie.ook een discussie over hoe de sommen van vandaag opgelost gaan worden, kan een tweezijdig karakter hebben. Karin staat voor een groep. Ze vertelt over een nieuwe activiteit. Ze gebruikt in eerste instantie eenzijdige communicatie. Als ze klaar is, geeft ze de leerlingen gelegenheid om vragen te stellen: dan is ze bezig met tweezijdige communicatie. Ook al stellen maar enkele leerlingen vragen, toch is het tweezijdige communicatie. Het is immers een gesprek tussen Karin en (de verschillende leden van) de groep. 14 OA Digitale Content

15 4.3 Meerzijdige communicatie Ten slotte kan de communicatie meer dan twee richtingen uitgaan; dat noemen we meerzijdige communicatie. We zien dat bijvoorbeeld in een teamvergadering. Er is dan niet alleen communicatie tussen de voorzitter en de deelnemers, want dat zou tweezijdige communicatie zijn. We zien behalve tussen voorzitter en deelnemers, ook communicatie tussen de deelnemers onderling. We geven een voorbeeld. In dit voorbeeld is Ria de voorzitter van het teamoverleg. Abdul, Irene, Fatima en Pieter zijn de deelnemers. Ria: Volgende agendapunt. Hoe bevalt de nieuwe koffiemachine? Irene: Nou, de koffie is wel lekkerder. Je kunt nu ook cappuccino maken en espresso en nog meer soorten. Iedereen kan nu nemen wat ie het lekkerste vindt. Abdul: Ja, over de smaak hoor je me niet klagen, maar er is toch wel een probleem met de gewone koffie. Op een of andere manier komt de gewone koffie niet warm genoeg uit het apparaat. Fatima: Ja dat klopt. En ik snap ook wel hoe dat komt: cappuccino en espresso worden met behulp van hete stoom gemaakt en gewone koffie niet. Dan is die vanzelf een stuk minder warm. Ria: Maar dat kan niet hoor; we gaan lauwe koffie drinken. Hier moet echt wat aan gedaan worden. Ik zal de serviceafdeling van het bedrijf bellen waar dit apparaat vandaan komt. Je ziet dat de mensen ingaan op wat de ander zegt. Er wordt niet alleen tegen de voorzitter gepraat, de deelnemers praten ook tegen elkaar. Soms verlopen teamvergaderingen anders. De deelnemers praten dan alleen meer tegen de voorzitter. 15

16 Ria: Volgende agendapunt. Hoe bevalt de nieuwe koffiemachine? Irene: Nou, de koffie is wel lekkerder. Je kunt nu ook cappuccino maken en espresso en nog meer soorten. Iedereen kan nu nemen wat ie het lekkerste vindt. Ria: (tegen de anderen) Hebben jullie die ervaring ook? Abdul: Ja, over de smaak hoor je me niet klagen, maar er is toch wel een probleem met de gewone koffie. Op een of andere manier komt de gewone koffie niet warm genoeg uit het apparaat. Ria: Hé, merkwaardig, is dat jullie ook opgevallen? Fatima: Ja. (Ria kijkt nu naar Irene) Irene: Ja. Ria: Nou, dan moet daar wat aan gedaan worden. Misschien gebruiken jullie het apparaat niet goed. Ik zal onze technische dienst ernaar laten kijken. Oké, volgende punt op de agenda... Je ziet bij dit laatste voorbeeld geen meerzijdige, maar tweezijdige communicatie. De voorzitter praat tegen de deelnemers en de deelnemers praten tegen de voorzitter. De meeste onderwijssituaties bevatten eenzijdige, tweezijdige en meerzijdige communicatie. eenzijdig als je iets uitlegt, tweezijdig als het gesprek over de leerstof verloopt tussen jou en (leden van) de groep, meerzijdig als de leerlingen ook met elkaar in gesprek gaan. 16 OA Digitale Content

17 Met name in interactief onderwijs is vaak sprake van meerzijdige communicatie. Kies je communicatierichting bewust en wees daar duidelijk in. Als je uitleg wilt geven, zeg je erbij dat jij iets gaat uitleggen (eenzijdige communicatie) en dat er daarna vragen gesteld mogen worden (tweezijdige communicatie). Je geeft aan wanneer de vragen gesteld mogen worden. Als je duidelijk een grens wilt stellen, bijvoorbeeld je vindt dat de leerlingen teveel tekenpapier verbruiken en wil daar een regel over stellen, dan gebruik je eenzijdige communicatie. Discussie kap je af. Als met een individuele leerling een regel wilt bespreken, kun je ruimte geven voor reactie. Dan ontstaat een tweezijdig gesprek. Meerzijdige communicatie verloopt het beste in de kring. Bij de gewone klassenopstelling krijg je gauw het effect dat de leerlingen op jou reageren. Het blijft dan tweezijdige communicatie. Als je wilt communiceren met een klein groepje leerlingen, kun je ervoor kiezen om rond de tafel te gaan zitten en iedereen aan bod te laten komen. Je vraagt ideeën aan de leerlingen en zij kunnen reageren op het idee van een andere leerling. Je zet dan meerzijdige communicatie in zodat iedereen kan meedenken, meepraten. Een voorbeeld hiervan is de zogenoemde kleine kring. Ook interactief voorlezen is hier een voorbeeld van. Als je deelneemt aan teamvergaderingen, is het nuttig te weten wat er van je verwacht wordt: eenzijdige, tweezijdige of meerzijdige communicatie. Switch niet van de ene naar de andere vorm zonder daar duidelijk over te zijn. Bij andere vormen van overleg, bijvoorbeeld tussen een paar teamleden, is er meestal meerzijdige communicatie. Er kan een discussie ontstaan waarin iedereen meedoet. Als je een presentatie houdt, zeg dan dat je eerst jouw verhaal doet (eenzijdige communicatie) en dat er daarna gelegenheid is voor het stellen van vragen (tweezijdige communicatie) of voor een discussie (meerzijdige communicatie). 17

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. Bij SNAP leren we ouders en kinderen vaardigheden om problemen op te lossen en meer zelfcontrole te ontwikkelen. Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. SNAP (STOP

Nadere informatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Gedurende de opleiding krijg je vakken die vallen onder: Communicatie 1,2,3,4 In periode 1 krijgen jullie communicatie 1 + 2 - Communicatie Luisteren

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve Themabundel Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve Assistent medewerker Dit project is mede mogelijk gemaakt met een bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds Voorwoord Deze themabundel is bedoeld

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

5 Assertiviteit. 1 Inleiding DC 5 Assertiviteit 1 Inleiding Als SAW er zul je regelmatig in situaties terecht komen waarin je duidelijk moeten maken wat je wel of niet wilt. Bijvoorbeeld omdat een cliënt op een activiteitenafdeling

Nadere informatie

Vrienden kun je leren

Vrienden kun je leren Vrienden kun je leren Hallo! Wij zijn Reinder en Berber, en wij hebben de afgelopen maanden hard gewerkt om dit boekje te maken, speciaal voor jongeren met het syndroom van Asperger. Hieronder vind je

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Communicatie op de werkvloer

Communicatie op de werkvloer Communicatie op de werkvloer Voor een goede communicatie op de werkvloer is het noodzakelijk dat we letterlijk dezelfde taal spreken. Een goede kennis van het vakjargon is dan ook erg belangrijk. Net zo

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

1Communicatie als. containerbegrip

1Communicatie als. containerbegrip 1Communicatie als containerbegrip Als medisch specialist is communiceren onlosmakelijk verbonden met het uitoefenen van uw professie. Niet alleen hebt u contact met uw patiënten, maar ook met diverse professionals

Nadere informatie

E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER

E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER INLEIDING Het geven van feedback is een kunst. Het is iets anders dan het uiten van kritiek. Het verschil tussen beide ligt in de intentie. Bij

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Zodra er twee of meer mensen in 1 ruimte zijn is er sprake van communicatie, ook al wordt er niet gesproken. Het is

Nadere informatie

34Vraaggericht werken

34Vraaggericht werken DC 34Vraaggericht werken 1Inleiding Vraag jij aan een cliënt wat zijn wensen en behoeften zijn of weet jij wat het beste is voor de cliënt? Denk jij dat je cliënt zelf weet wat goed voor hem is en daarover

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Rollenspel. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 3 6.1.1

Rollenspel. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 3 6.1.1 6.1.1 Rollenspel Opdracht 1 LICHAAMSTAAL Toon met gebaren en mimiek dat je boos bent. GESPREKSONDERWERP Je vertelt iemand dat je hem of haar wel leuk vindt. Je geeft een aantal complimentjes over wat jij

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Info Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Inhoud INHOUD 1. Waar gaat het over 3 2. Aanraken 4 3. Hoe noem jij dat? 5 4. Baas over

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Inhoudsopgave Welkom Blz. 3 Wat zijn baby- en kindergebaren? Blz. 4 Voordat je begint Blz. 5 De eerste gebaren Blz. 6 & 7 Gebaren- tips Blz. 8 Veel gestelde

Nadere informatie

Non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie Non-verbale communicatie Wie de taal van het lichaam wil leren begrijpen, moet eerst de verschillende signalen leren kennen, herkennen en goed inschatten. Meestal richten we (bewust) onze aandacht op het

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

In gesprek met medewerkers over verzuim

In gesprek met medewerkers over verzuim TIP: dit is een interactieve pdf. de inhoudsopgave en het menu onder aan de pagina s zijn clickable. In gesprek met medewerkers over verzuim Inhoud 1. verzuim bespreken met medewerkers Het is belangrijk

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

Inleiding communicatie

Inleiding communicatie Inleiding communicatie Communicatie is een proces tussen zender en ontvanger. De boodschap wordt door de ander waargenomen, geïnterpreteerd en geëvalueerd. Als de boodschap niet overkomt, is er sprake

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen. Dino en het ei Bibliografie: Demyttenaere, B. (2004). Dino en het ei. Antwerpen: Standaard. Thema: niet alles is steeds wat het lijkt, illusies Korte inhoud: Elke nacht staat er een groot wit ei tussen

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Effectief Communiceren NPZ-NRZ

Effectief Communiceren NPZ-NRZ Hand-out Workshop Effectief Communiceren NPZ-NRZ De kracht van aandacht 10 mei 2011 Nu vind ik mezelf wel aardig Als je eenmaal ziet dat het zelfbeeld van een kind positiever wordt, zul je al gauw zien

Nadere informatie

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar Trainershandleiding Brugklas Bikkels versie 2014 Inhoudsopgave Introductie Organiseer je training Praktische tips De werkmap Powerpoint presentatie Ouderbrieven Draaiboek Bijeenkomst 1 Bijeenkomst 2 Bijeenkomst

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal

Nadere informatie

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 > NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen vertegenwoordigd zijn als partner op de schoolraad.

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou.

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou. JUST BE YOU.NL Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen Marian Palsgraaf - www.justbeyou.nl Het mooiste wat je kunt worden is jezelf. Mijn passie is mensen te helpen

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps Een land waar mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps Lilian (48) vraagt haar zoontje om even een handje te komen geven. Dat doet hij en dan gaat hij weer lekker verder spelen. Wij nemen plaats aan

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

3 Pesten is geen lolletje

3 Pesten is geen lolletje Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf. Je leest waarschijnlijk dit boekje omdat je mama of papa of iemand anders speciaal in je familie Amyotrofische Lateraal Sclerose heeft. Het is een lang woord en het wordt vaak afgekort tot ALS. Niet veel

Nadere informatie

Prettige en niet prettige aanrakingen

Prettige en niet prettige aanrakingen Kriebels in je buik Prettige en niet prettige aanrakingen 1 Prettige en niet prettige aanrakingen Groep 3 50 min Begrippen Prettig, onprettig, dwingen, overhalen, grenzen aangeven, hulp bij problemen,

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst: Wat vind jij van je Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op

Nadere informatie

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. 5. Onderweg naar een feestje doe je nog even snel een boodschap.

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

Welke voorkeur heb jij?

Welke voorkeur heb jij? Pedagogische vaardigheden: Welke voorkeur heb jij? Als pedagogisch medewerker maak je in de omgang met de kinderen in jouw groep gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. Wat zijn jouw voorkeursvaardigheden

Nadere informatie

Leerkracht en leerling vinden elkaar rond het leermateriaal. Verzameld rond een handboek een handboek dat leerstof wordt. Is het een opdracht, een

Leerkracht en leerling vinden elkaar rond het leermateriaal. Verzameld rond een handboek een handboek dat leerstof wordt. Is het een opdracht, een Leerkracht en leerling vinden elkaar rond het leermateriaal. Verzameld rond een handboek een handboek dat leerstof wordt. Is het een opdracht, een vraag of een moeilijk woord in de tekst dat hen samenbrengt?

Nadere informatie

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden. VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan. Compaen pakt aan. Ik weet hoe ik jou kan bereiken Versterk je leerkracht: Hoe bereik ik de kinderen in mijn klas? 19 maart 2014 Jelte van der Kooi trainer/ adviseur schoolbegeleider

Nadere informatie

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! Scott de Jong http://www.positiefleren.nl - 1 - Je leest op dit moment versie 2.0 van het Ebook: 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft.

Nadere informatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar Als je ouders uit elkaar gaan is dat heel ingrijpend. Vaak verandert er nogal wat in je leven. Een rechter wil hierover met je praten tijdens een kinderverhoor.

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de basisschool

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de basisschool Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de basisschool Dit is een vragenlijst met 60 vragen. De vragen gaan over school. Sommige dingen op school vind je fijn. Sommige dingen op school vindt je vervelend

Nadere informatie

En, wat hebben we deze les geleerd?

En, wat hebben we deze les geleerd? Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:

Nadere informatie

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels versie 2016 Inhoudsopgave Introductie 4 Verantwoording Methodiek 5 Doorgaande lijn Po en Vo 6 Preventief en curatief 7 Organiseer je les 8 Praktische tips

Nadere informatie

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen; Pesten op school Veel gestelde vragen Wat doe je als je kind gepest wordt? Maak voldoende tijd voor een gesprek; laat je kind vertellen wat er zich afspeelt en hoe het zich voelt; Neem het verhaal van

Nadere informatie

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team. SPELVARIANTEN Wil jij weten waar je in jouw huidige werk goed in bent? Hoe jij communiceert en je gedraagt en vooral hoe de ander dat ziet? En wil jij dit graag uitwisselen met je teamgenoten zodat jullie

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING 1. DE HERSENEN 1.1 HOE ZIEN HERSENEN ERUIT? VRAAG WIE KAN VERTELLEN WAT HERSENEN ZIJN? VRAAG HEBBEN KINDEREN KLEINERE HERSENEN DAN GROTE MENSEN? 1.2 WANNEER GEBRUIK JE ZE?

Nadere informatie

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Document leerlingenraad Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Inhoud: 1. wat verstaan we onder een leerlingenraad? 2. opzet en organisatie van een leerlingenraad a. samenstelling van

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Communiceren met de achterban

Communiceren met de achterban 1 Communiceren met de achterban Je wilt weten hoe je het beste communiceert met de achterban. Je wilt direct aan de slag en snel resultaten. Je hebt een hoe-vraag. Zoals iedereen. Maar als je werkelijk

Nadere informatie

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan TIPS VOOR DOCENTEN HUIL! Het lucht op Nu met nog meer tranen! Kim Koelewijn Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan 9-99 TIPS VOOR DOCENTEN Dichtbij en verder weg Wanneer je met

Nadere informatie

Presenteren. Oriëntatie

Presenteren. Oriëntatie Oriëntatie Dit ga je doen Je gaat een stand (marktkraam) inrichten om te laten zien wat je gedaan hebt tijdens dit project en wat je eindresultaat is. Je probeert jullie stand zo te maken dat het aantrekkelijk

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid 18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid Goed, gezond en gemotiveerd aan het werk tot je pensioen? Dat bereik je door kansen te pakken op het werk. Leer aan de hand van onderstaande punten hoe je

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekbeurt, en werkstuk Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie