VROUWENRECHTEN IN DE RECHTSPRAAK VAN HET VN-MENSENRECHTENCOMITE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VROUWENRECHTEN IN DE RECHTSPRAAK VAN HET VN-MENSENRECHTENCOMITE"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar VROUWENRECHTEN IN DE RECHTSPRAAK VAN HET VN-MENSENRECHTENCOMITE Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Charlotte Fermont (Studentennr.: ) (Major: Burgerlijk en Strafrecht) Promotor: Prof. Dr. Eva Brems Co-promotor: Alexandra Timmer

2 Inhoud Inhoud Voorwoord Wereldwijde problematiek van schending vrouwenrechten Beschermingsmechanismen Verdragen Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (BUPO-Verdrag) Art Art Art Facultatief Protocol behorend bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen (CEDAW-Verdrag) Facultatief protocol behorend bij het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen Comités VN-Mensenrechtencomité Comité voor de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen Analyse van de behandeling van schendingen van vrouwenrechten door het VN- Mensenrechtencomité: Coherentie en tegenstrijdigheden Verleden/Heden -> Verbetering positie vrouw? Uitspraken in het kader van de individuele klachten- procedure/rapportageprocedure

3 4.2.1 Uitspraken in het kader van de rapportageprocedure Abortus Gedwongen sterilisatie Huiselijk geweld Verkrachting Genitale verminking Andere Polygamie Vertegenwoordiging in het publieke leven/leidinggevende functies Invloed van gewoonten en tradities Verhouding tot de behandeling van een individuele klacht met betrekking tot een genderspecifiek misdrijf Abortus Huiselijk geweld en verkrachting Genitale verminking Andere Verblijfsrechten Sociale Zekerheid Gelijkheid voor de rechtbank Hoofddoek Quota s Gendersensitiviteit

4 5.1 Begrip Toepassing in rapportageprocedure? Toepassing in quasi-gerechtelijke procedure? Verhouding ten opzichte van het Comité voor de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen Behandeling genderproblematiek in vergelijking met VN-Mensenrechtencomité Belang CEDAW-comité Conclusie Bibliografie

5 1. Voorwoord In deze masterproef zal worden nagegaan hoe vrouwenrechten door het VN- Mensenrechtencomité 1 worden behandeld, zowel in de rapportageprocedure als in de individuele klachtenprocedure. Eerst zullen de landenrapportages worden geanalyseerd om vervolgens te onderzoeken of de manier waarop het VN-Mensenrechtencomité in die rapportageprocedure met een bepaalde genderproblematiek omgaat ook terug te vinden is in de behandeling van een individuele klacht met betrekking tot een specifiek gendermisdrijf. Blijft het Comité consequent in zijn aanbevelingen en zal het deze aanbevelingen ook doortrekken naar zijn uitspraken in een individuele zaak? Bestraft het Comité enkel individuele gevallen waarbij vrouwen in hun rechten worden beperkt of gaat het ook de onderliggende reden voor die discriminatie aanpakken? Zal het met andere woorden rekening houden met bestaande genderstereotypen en rollenpatronen die vastgeworteld liggen in cultuur en traditie en een grote rol vervullen in het bijdragen tot geslachtsdiscriminatie? Is er een evolutie merkbaar in de manier waarop het VN- Mensenrechtencomité vrouwenrechten benadert? Voorts zal ook een duiding worden gegeven bij het begrip gender, waarna kan worden bestudeerd of het Comité een bepaalde mate van gendersensitiviteit aan de dag legt in de beide procedures. Ik heb ervoor gekozen niet elke vorm van discriminatie van vrouwen te bespreken, maar de focus te leggen op die vormen van discriminatie en geweld die voornamelijk of zelfs enkel vrouwen treffen. Laat duidelijk zijn dat dit allerminst is omdat die andere vormen van discriminatie en geweld minder belangrijk of minder voorkomend zouden zijn. Maar door deze keuze kon een duidelijke focus op vrouwen worden gelegd. Gearrangeerde huwelijken bijvoorbeeld vallen buiten het bestek van deze masterproef, aangezien dit ook een beperking inhoudt van het recht van de man om zijn vrije toestemming te geven tot een huwelijk. Vaak zal er ook verwezen worden naar het CEDAW-comité. 2 Dit Comité houdt zich immers uitsluitend bezig met het bestrijden van alle vormen van discriminatie tegenover vrouwen. Wat is het belang van dit specifiek comité naast het algemene VN-mensenrechtencomité? Indien er een 1 Hierna VN-Mensenrechtencomité of het Comité. 2 Committee on the Elimination of Discrimination against Women. 5

6 effectieve mainstreaming merkbaar is van vrouwenrechten binnen het VN-Mensenrechtencomité dan kan het nut van het CEDAW-comité immers in vraag worden gesteld. 2. Wereldwijde problematiek van schending vrouwenrechten Over heel de wereld kan men nog elke dag schendingen vaststellen van mensenrechten en in het bijzonder mensenrechten van vrouwen. Ook al zijn alle mensenrechtenverdragen van toepassing op vrouwen, toch is dit geen automatisme. Mensenrechten zijn hoofdzakelijk geschreven vanuit een mannelijk perspectief en vaak ontbreekt nog de reflex om te beseffen dat mensenrechten ook betrekking hebben op vrouwen. Niet enkel mannen, maar ook vrouwen moeten een menswaardig bestaan kunnen leiden. Niet enkel mannen, maar ook vrouwen zijn mensen. Ook al kan men algemeen stellen dat, vergeleken met een aantal decennia geleden, de situatie van vrouwen er enorm op vooruit gegaan is, toch zou het nog veel beter kunnen. Zo komt bijvoorbeeld zowel op het Afrikaanse en Aziatische continent als in het Midden Oosten de praktijk van vrouwelijke genitale verminking nog courant voor. 3 Jonge meisjes worden verplicht om deze pijnlijke ingreep te ondergaan zonder verdoving en zonder steriele middelen. Deze praktijk zit er nog sterk ingebed in cultuur en traditie en wordt door de plaatselijke bevolking als een normaal ritueel beschouwd. Vooral de mannelijke bevolking is er voorstander van omdat ze vrouwen seksueel genot willen ontzeggen. Volgens hen zijn niet-besneden vrouwen niet in staat hun lusten onder controle te houden. De ogen worden gesloten voor de talrijke gezondheidsproblemen die deze vrouwen later zullen ervaren ten gevolge van de genitale verminking. 4 Ook het feit dat vrouwen in sommige Afrikaanse landen geen eigenaar kunnen zijn van grond, hoewel zij nochtans de grootste kostwinner zijn thuis doordat zij degenen zijn die elke dag staan te zwoegen op het veld, kan niet worden aanvaard. Genderdiscriminatie opgelegd door religie kunnen we onder andere vinden in sommige moslimlanden waar (delen van) de sharia nog steeds worden toegepast, vooral op het vlak van familierecht dat er vaak nog een sterk patriarchale inslag heeft. Denk bijvoorbeeld aan de executies van vrouwen die overspel hebben 3 Fact Sheet No. 23: Harmful Traditional Practices Affecting the Health of Women and Children. 4 B. VAN DER HEIJDEN en T. L. BAHIA, Reflections on the Universal declaration of human rights: a fiftieth anniversary anthology, Den Haag, Martinus Nijhoff Publishers, 1998,

7 gepleegd, de handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen, ongelijke erfenisrechten en ga zo maar door. 5 In Ghana heerst er dan weer straffeloosheid ten aanzien van verkrachting binnen het huwelijk. 6 Bovendien krijgen vrouwen niet overal het recht om te gaan stemmen of om verkozen te worden. 7 Stuk voor stuk bewijzen van de onderdrukking van vrouwen als wereldwijd fenomeen, in stand gehouden door cultuur, traditie en religie en vaak nog versterkt door het recht. Doch niet enkel ontwikkelingslanden, maar ook het welvarende Westen zou hogere punten kunnen scoren bij het respecteren van vrouwenrechten. Vooral discriminatie op het werk blijkt hier een groot zorgenkind te zijn. 8 Zo bezetten hoofdzakelijk mannen de functie van manager en vinden we vrouwen eerder terug in de lagere niveaus met de minder betaalde jobs. Daarbovenop zijn die jobs vaak halftijds of deeltijds omdat vrouwen werk en gezin wensen te combineren. Het genderstereotype beeld van de man die brood op de planken brengt en de vrouw die voor de kinderen zorgt, is immers nog niet volledig doorbroken. Ook de problematiek van de hoofddoek is geen ongekend fenomeen. Vrouwen die worden ontslaan omdat ze een hoofddoek wensen te dragen op het werk, was zelfs recent nog een hoofdpunt in onze eigen Belgische actualiteit. 9 Laat hiermee duidelijk zijn dat er op mondiaal niveau nog heel wat werk aan de winkel is om de uitbuiting, mishandeling en onderdrukking van vrouwen de wereld uit te helpen en vrouwen op een gelijke wijze als mannen van hun rechten te laten genieten. 3. Beschermingsmechanismen Welke middelen zijn er op internationaal niveau beschikbaar voor vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van een genderspecifiek misdrijf? Hebben zij de mogelijkheid om op internationaal niveau een klacht in te dienen wanneer de nationale rechtsmiddelen ontoereikend blijken? In de schoot van de Verenigde Naties werd er in vier verdragen telkens een artikel 5 M. BADERIN, A Macroscopic Analysis of the Practice of Muslim State Parties to International Human Rights Treaties: Conflict or Congruence, Hum. Rts. L. Rev. 2001, N. STAFFORD, Permission for domestic violence: Marital rape in Ghanaian marriages, Women s Rts. L. Rep , S. V., In Saoedie-Arabië mogen vrouwen nog altijd niet naar de stembus, De Morgen 30 maart K. DE RUYTER, Bedrijven doen te weinig om genderkloof te dichten, De Standaard 8 maart P. LESAFFER, Hema ontslaat winkelbediende voor hoofddoek, De Standaard 8 maart

8 opgenomen waarbij een comité in het leven werd geroepen dat individuele klachten kan behandelen. De vier verdragen waarover het gaat zijn het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten, het Verdrag tegen Foltering en Andere Wrede, Onmenselijke of Onterende Behandeling of Bestraffing, het Internationaal Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Rassendiscriminatie en het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen. De op deze verdragen gebaseerde comités zijn respectievelijk: het Mensenrechtencomité, het Comité tegen Foltering, het Comité voor de Afschaffing van Rassendiscriminatie en het Comité voor de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen. 10 Deze bespreking zal zich echter enkel focussen op het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten en het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen, samen met de rol van hun respectievelijke Comités. 3.1 Verdragen Zowel het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten 11 als het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen 12 bevatten bepalingen waarop vrouwen zich kunnen beroepen wanneer zij geconfronteerd worden met gendergerelateerde discriminatie Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (BUPO-Verdrag) Dit Verdrag beschermt de rechten van vrouwen vooral via zijn artikelen 2, 3 en 26. Zij voorzien in gelijke rechten voor mannen en vrouwen en bevatten een verbod van discriminatie op grond van geslacht Art. 2 Artikel 2 bevat algemene verplichtingen voor de lidstaten om te verzekeren dat zij de voorzieningen van het BUPO-verdrag in eigen land gaan toepassen. Het bevat geen onafhankelijke subjectieve rechten, maar eerder plichten voor de lidstaten, gebaseerd op rechten die reeds zijn erkend in het Verdrag. 10 Fact Sheet No. 7: Complaints Procedure (Rev. 1). 11 Hierna BUPO. 12 Hierna CEDAW. 8

9 In deze bespreking is vooral de eerste paragraaf van artikel 2 van belang. Deze bevat zowel positieve als negatieve verplichtingen. De negatieve verplichtingen slaan op het feit dat staten de in het Verdrag opgenomen rechten moeten respecteren en zich ervan moeten weerhouden om beperkingen op te leggen aan de voorziene burgerlijke en politieke rechten. Wat de positieve verplichtingen betreft, moet een lidstaat ervoor zorgen dat elke persoon die zich binnen zijn rechtsmacht bevindt, bescherming kan genieten. 13 Hierbij is het niet voldoende dat de verdragspartijen de verdragsrechten louter gaan implementeren via nationale wetgeving, maar moeten zij daarenboven specifieke maatregelen nemen opdat individuen in staat zijn om effectief van hun rechten te kunnen genieten. 14 Bovendien legt artikel 2 de verplichting op aan staten om de in het Verdrag erkende rechten te beschermen zonder ook maar enige vorm van discriminatie. In combinatie met artikel zorgt dit Verdrag ervoor dat de nationale wetgeving van lidstaten de mensenrechten van ieder persoon, zonder onderscheid van welke aard ook, moet beschermen en dat er in geen enkel geval sprake mag zijn van discriminatie bij het toepassen van deze wetten Art. 3 Dit artikel verplicht de lidstaten om zowel mannen als vrouwen gelijke rechten toe te kennen. In tegenstelling tot artikel 2 heeft men het hier niet over discriminatie in het algemeen, maar focust men enkel op de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Beide seksen moeten op een gelijke manier kunnen genieten van de rechten die hen zijn toegekend door het BUPO-Verdrag. Er geldt op basis van dit artikel dus geen verplichting tot het verzekeren van gendergelijkheid voor eender welk recht. Artikel 3 verplicht staten enkel om een gelijk genot voor mannen en vrouwen te verzekeren van de rechten die expliciet staan vermeld in het Verdrag. In zijn General Comment No stelt het Mensenrechtencomité dat artikel 3 een aanvullend karakter heeft. Men zal artikel 3 immers vaak samen lezen met andere artikelen van het Verdrag. Daarbij zal men zich niet de vraag stellen of dat recht (dat wordt toegekend door een ander 13 G. GISVOLD en S. N. CARLSON, Practical guide to the international covenant on civil and political rights, New York, Transnational Publishers, 2003, Human Rights Committee, General Comment No. 3: Implementation at the national level (Article 2). 15 Zie infra Human Rights Committee, General Comment No. 28: Equality of rights between men and women (article 3) :. 29/03/2000. (CCPR/C/21/Rev.1/Add.10, General Comment No. 28. (General Comments)). 9

10 artikel) nu al dan niet daadwerkelijk is geschonden. Wat men wel zal doen is nagaan of er bij de toepassing van dat recht geen sprake was van genderdiscriminatie Art. 26 Artikel 26 voorziet in gelijkheid voor de wet en gelijke bescherming door de wet. De wet moet elke vorm van discriminatie verbieden en moet aan eenieder een gelijke en effectieve bescherming tegen discriminatie (op eender welke grond) garanderen. Een staat zal dus rekening moeten houden met het non-discriminatie beginsel zowel bij het opstellen van wetten als bij de handhaving ervan. Zo moet bijvoorbeeld een rechter zich steeds onthouden van arbitrair gedrag bij het vellen van zijn oordeel. Of er sprake is van discriminatie, en dus schending van artikel 26, zal afhangen van de vraag of de criteria voor het onderscheid redelijk en objectief zijn en het doel dat men ermee wil bereiken wettig is onder het Verdrag. 18 In tegenstelling tot artikel 2 en 3 gaat het hier niet om een accessoir recht, maar een zelfstandig recht. De toepassing van het principe van non-discriminatie dat vervat ligt in artikel 26 is dus niet beperkt tot de rechten die worden toegekend door het Verdrag. 19 Ook bijvoorbeeld economische en sociale rechten vallen onder het toepassingsgebied van artikel Facultatief Protocol behorend bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten Het Facultatief Protocol, dat in werking trad op 23 maart 1976, geeft individuen de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij het VN-Mensenrechtencomité wanneer zij het slachtoffer zijn van een schending van een hen op grond van een van de artikelen uit het BUPO-Verdrag toekomend recht. In het BUPO-Verdrag zelf is immers enkel voorzien in een klachtenprocedure tussen staten onderling (artikelen 41 en 42 BUPO). Staten die partij worden bij het Facultatief Protocol erkennen de bevoegdheid van het Mensenrechtencomité om klachten te ontvangen van 17 G. GISVOLD en S. N. CARLSON, Practical guide to the international covenant on civil and political rights, New York, Transnational Publishers, 2003, Human Rights Committee, General Comment No. 18: Non-discrimination :. 10/11/89. (CCPR General Comment No. 18. (General Comments)). 19 Human Rights Committee, General Comment No. 18: Non-discrimination :. 10/11/89. (CCPR General Comment No. 18. (General Comments)). 20 G. GISVOLD en S. N. CARLSON, Practical guide to the international covenant on civil and political rights, New York, Transnational Publishers, 2003,

11 individuen die binnen hun rechtsmacht vallen. Degene die een individuele klacht indient moet onder de jurisdictie vallen van een staat die zowel partij is bij het BUPO-Verdrag als bij het Facultatief Protocol. 21 Wanneer een individu een klacht indient tegen een staat die partij is bij het Verdrag doch niet tevens partij is bij het Protocol, dan zal die klacht onontvankelijk worden verklaard Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen (CEDAW-Verdrag) Op 18 december 1979 kwam in de schoot van de Verenigde Naties het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen tot stand. Dit Verdrag garandeert het recht voor alle vrouwen om vrij te zijn van discriminatie en voorziet verplichtingen voor staten om het genot van dat recht te verzekeren. Het gaat hier om een verdrag dat asymmetrisch is van aard: het richt zich op de bestrijding van vrouwendiscriminatie en niet op discriminatie op grond van geslacht. 22 Via het CEDAW-Verdrag wou men de voorzieningen in reeds bestaande internationale instrumenten die ontworpen waren om de voortdurende discriminatie van vrouwen aan te pakken, versterken. Het stelt specifieke doelen voorop en geeft aan welke maatregelen er moeten genomen worden om een globale maatschappij te creëren waarin vrouwen ten volle gelijk zijn aan mannen en er dus een volledige realisatie is van hun mensenrechten. De basisnorm is dan ook het verbod van elke vorm van discriminatie jegens vrouwen. 23 CEDAW geeft betekenis aan gelijkheid en toont hoe dit kan worden bereikt. Er worden drie aspecten beoogd die betrekking hebben op de situatie van vrouwen, namelijk de burgerlijke rechten en de wettelijke status van vrouwen, hun reproductieve rechten en de invloed van culturele factoren op genderrelaties. 24 Staten kunnen bij de ratificatie een voorbehoud maken voor bepaalde artikelen. 25 Hierbij wordt 21 D. MC GOLDRICK, The Human Rights Committee: Its role in the development of the International Covenant on Civil and Political Rights, Oxford, Clarendon press, 1991, T. LOENEN, Het discriminatiebegrip in A. W. HERINGA, J. HES en L. LIJNZAAD (eds.), Het Vrouwenverdrag: een beeld van een verdrag, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 1994, (1) Fact Sheet No. 22: Discrimination against Women: The Convention and the Committee. 24 Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women, Introduction, org/english/law/cedaw.htm. 25 Artikel 28 CEDAW. 11

12 dan een formele verklaring afgelegd waarbij de staat meedeelt dat zij een bepaald deel of delen van het verdrag niet aanvaardt als bindend voor haar. Opvallend is het grote aantal landen dat daar bij dit Verdrag gebruik van maakt. 26 De voorbehoudende staat kan zich daarbij onder andere beroepen op religieuze overwegingen, met als gevolg dat belangrijke verdragsverplichtingen niet op deze staat van toepassing zijn Facultatief protocol behorend bij het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen Net zoals het Facultatief Protocol behorend bij het BUPO-Verdrag, voorziet ook dit Protocol, dat werd aangenomen op 6 oktober 1999, in een individuele klachtenprocedure waarbij (groepen van) individuen een klacht kunnen indienen bij het CEDAW-Comité met betrekking tot schendingen van een door CEDAW beschermd recht. Op grond van dit Protocol is het CEDAW- Comité ook gemachtigd om onderzoeken in te stellen bij ernstige of systematische schendingen van vrouwenrechten. Staten die partij zijn bij CEDAW kunnen dit aanvullend Protocol ondertekenen, maar zijn hiertoe niet verplicht. Ondertekent een staat dit Protocol niet, dan zal een rechtsonderdaan van die staat echter geen individuele klacht kunnen indienen. 28 Wanneer een staat partij wordt bij het Facultatief Protocol dan aanvaardt het, net zoals dit het geval is bij het Facultatief Protocol behorend bij het BUPO-Verdrag, de bevoegdheid van het CEDAW-Comité om individuele klachten te ontvangen van personen die onder hun rechtsmacht ressorteren Comités Zowel het VN-Mensenrechtencomité als het CEDAW-Comité zijn quasi-judiciële organen, zonder effectieve rechtsmacht. Hoewel het belang en de interpretatieve waarde van de concluding observations niet kan worden ontkend, toch zijn zij van niet-bindende aard. Men wil eerder via 26 UNTC, Status van het Verdrag inzake de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen, 27 Bahrein bijvoorbeeld maakt een voorbehoud bij artikel 16 CEDAW voor zover dit artikel niet compatibel is met de voorzieningen in de sharia, 4&lang=en. 28 Committee on the Elimination of Discrimination against Women, index.htm. 29 Optional Protocol to the Convention on the Elimination of Discrimination against Women, Introduction, www2.ohchr.org/english/law/cedaw-one.htm. 12

13 constructieve dialoog een optimale implementatie van de Verdragen bekomen. 30 Algemeen aanvaard is bovendien dat ook de views van verdragscomités juridisch niet bindend zijn voor de lidstaten. Wanneer een vrouwelijk slachtoffer een klacht indient bij een van deze comités, zal een lidstaat bijgevolg niet gebonden zijn door de uitspraak. Toch wordt er door de internationale gemeenschap aan deze views een zekere autoriteit toegekend, voornamelijk aan de uitspraken van het VN-Mensenrechtencomité. Dit Comité zal immers in zijn uitspraken wijzen op de verplichting die op de betrokken verdragspartij rust onder het BUPO-Verdrag 31 om bij een vastgestelde schending in gepaste rechtshulp te voorzien VN-Mensenrechtencomité Het VN-Mensenrechtencomité kwam tot stand onder het BUPO-verdrag (artikelen BUPO) met als opdracht controle uit te oefenen op de implementatie van de verdragsartikelen en het Facultatief Protocol door de lidstaten. Het Comité beschikt hiervoor over drie verschillende procedures. Eerst en vooral onderzoekt het VN-Mensenrechtencomité de rapporten die de lidstaten verplicht zijn op te stellen en aan het Comité over te maken. 33 Daarin vermelden de lidstaten welke maatregelen ze hebben genomen om de verdragsrechten te implementeren. Ook eventuele moeilijkheden die de lidstaten ondervonden hebben bij de uitvoering van het Verdrag dienen te worden aangegeven. Initieel moeten verdragspartijen één jaar na het toetreden tot het Verdrag rapporteren aan het Comité. Later hoeft het enkel wanneer het Comité erom verzoekt, wat doorgaans elke vier jaar is. 34 Na overweging en onderzoek van de rapporten, zendt het Comité zijn concluding observations, waarin het zijn bezorgdheid uitdrukt en aanbevelingen maakt, naar de desbetreffende Staten. Vaak wordt daar een follow-up aan gekoppeld: aan de lidstaten zal gevraagd worden om opnieuw een rapport te schrijven in verband met de stappen die ze 30 M. O FLAHERTY, The Concluding Observations of United Nations Human Rights Treaty Bodies, Hum. Rts. L. Rev. 2006, (27) Het VN-Mensenrechtencomité zal na de vaststelling van een schending automatisch een paragraaf toevoegen waarin het de veroordeelde staat wijst op zijn verplichting onder artikel 2 BUPO. 32 K. A. YOUNG, The Law and Process of the U.N. Human Rights Committee, New York, Transnational Publishers Inc., 2002, Art. 40 BUPO. 34 Human Rights Committee, Monitoring civil and political rights, htm. 13

14 ondernomen hebben om te voldoen aan de aanbevelingen van het Comité. 35 Het VN-Mensenrechtencomité kan daarnaast ook interstatelijke klachten behandelen. 36 Deze procedure moet gevolgd worden wanneer een lidstaat klacht indient tegen een andere lidstaat wegens het niet vervullen van zijn verplichtingen onder het BUPO-verdrag. Dit kan echter slechts wanneer beide lidstaten een verklaring hebben afgelegd waarbij ze de bevoegdheid van het Comité om dergelijke klachten te behandelen, erkennen. 37 Tot op heden werd deze procedure nog geen enkele keer gebruikt. 38 Tot slot heeft men in het Facultatief Protocol voorzien in een individuele klachtenprocedure. 39 Na het in overweging nemen van de klacht zal het Comité een mededeling ( view ), waarin het oordeel van het Comité staat vermeld, sturen naar de desbetreffende lidstaat. Ook hier zal men follow-up informatie opvragen van de betrokken lidstaat om na te gaan of deze weldegelijk maatregelen heeft genomen om de inbreuk ongedaan te maken en inspanningen heeft geleverd om gelijkaardige schendingen in de toekomst te vermijden Comité voor de Afschaffing van alle Vormen van Discriminatie tegenover Vrouwen Op grond van artikel 17 CEDAW werd het CEDAW-Comité in het leven geroepen. Dit Comité ziet toe op de naleving door de lidstaten van de verplichtingen die voor hen uit het Verdrag voortvloeien. Artikel 18 CEDAW voorziet in een rapportageprocedure. Lidstaten moeten op regelmatige basis aan het Comité een verslag voorleggen van de maatregelen die zij genomen hebben om het Verdrag te implementeren. Aangezien het Comité niet over sanctiemiddelen beschikt ten aanzien van de uitvoering van het Verdrag door de verdragspartijen, zal het eerder 35 K. HÜFNER, How to file complaints on human rights violations, Bonn, German United Nations Association, 2002, Art. 41 en 42 BUPO. 37 D. MC GOLDRICK, The Human Rights Committee: Its role in the development of the International Covenant on Civil and Political Rights, Oxford, Clarendon press, 1991, Human Rights Bodies Complaints Procedures, Inter-State Complaints, petitions/index.htm. 39 Zie supra K. HÜFNER, How to file complaints on human rights violations, Bonn, German United Nations Association, 2002,

15 via een diplomatiek gesprek moeten trachten om hen tot verbetering van de verdragsuitvoering aan te sporen. In het Protocol behorend bij CEDAW is er voorzien in een individuele klachtenprocedure voor het CEDAW-Comité. Het Comité zal dus ook kunnen optreden bij schendingen door een verdragspartij van een recht van een individu. Verder kan het Comité ook onderzoeken opstarten in situaties waar ernstige of systematische schendingen van vrouwenrechten blijken voor te komen Analyse van de behandeling van schendingen van vrouwenrechten door het VN-Mensenrechtencomité: Coherentie en tegenstrijdigheden 4.1 Verleden/Heden -> Verbetering positie vrouw? In het begin van zijn werking had het VN-Mensenrechtencomité weinig specifieke aandacht voor de mensenrechten van vrouwen. Met betrekking tot vrouwen lag de focus voornamelijk op familiegerelateerde rechten, het recht om te stemmen en op te komen bij verkiezingen en participatie in het openbare leven. Voor de rest kregen mensenrechten van vrouwen maar weinig aandacht op het niveau van de Verenigde Naties. Nochtans is de gelijkheid van rechten voor vrouwen een basisprincipe binnen de Verenigde Naties. 42 Het Handvest van de Verenigde Naties vermeldde reeds in 1945 als een van zijn doelen: To achieve international co-operation in solving international problems of an economic, social, cultural, or humanitarian character, and in promoting and encouraging respect for human rights and for fundamental freedoms for all without distinction as to race, sex, language, or religion. 43 Zelfs in het Voorwoord bij het Handvest benadrukte men het streven naar gelijke rechten voor mannen en vrouwen: We the peoples of the United Nations determined to reaffirm faith in fundamental human rights, in the 41 Committee on the Elimination of Discrimination against Women, index.htm. 42 Fact Sheet No. 22: Discrimination against Women: The Convention and the Committee. 43 Artikel 1, Handvest van de Verenigde Naties, 15

16 dignity and worth of the human person, in the equal rights of men and women and of nations large and small. 44 Men slaagde er echter niet in om elke aangelegenheid die de mensenrechten van vrouwen betrof, te beschouwen als een deel van internationaal recht inzake mensenrechten. Bijgevolg faalde men eveneens in het integreren van vrouwenrechten in internationale mainstream mensenrechtenverdragen, zoals bijvoorbeeld het BUPO-Verdrag, waardoor de marginalisatie van vrouwenrechten nog meer in de hand werd gewerkt en zij naar een uithoek van internationaal recht werden verdrongen. Een gevolg hiervan was onder andere het tot stand komen van het gespecialiseerde CEDAW-Comité, dat zich specifiek ging focussen op vrouwenrechten en in het bijzonder het beginsel van non-discriminatie op basis van geslacht. Er moet echter worden opgemerkt dat het politiek gewicht van een dergelijk gespecialiseerd comité veel minder doorweegt dan algemene comités, zoals het VN-Mensenrechtencomité. Bovendien had dit als negatief effect dat mainstream mensenrechtenorganen zich van deze verantwoordelijkheid ontdeden met als resultaat dat zij de behandeling van vrouwenrechten gingen beschouwen als minderwaardige rechten. 45 Bijgevolg werd hun neiging om de toepassing van algemene mensenrechtennormen op vrouwen te negeren nog meer in de hand gewerkt. 46 Een eerste stap die werd ondernomen door het VN-Mensenrechtencomité kwam er in 1989 met het aannemen van General Comment No inzake artikel 2. Daarin wijst het Comité de staten erop dat, indien nodig, zij positieve actie dienen te ondernemen ter bestrijding van situaties die eender welke discriminatie die wordt verboden door het Verdrag, veroorzaken of helpen in stand houden. Hierin werd nog niet specifiek gewezen op genderdiscriminatie, maar het lag er wel al impliciet in vervat. Bovendien kan hieruit worden afgeleid dat het Comité positieve discriminatie beschouwt als een gerechtvaardigd middel om genderdiscriminatie aan te pakken. 44 Voorwoord bij het Handvest van de Verenigde Naties, 45 E. STAMATOPOULOU, Women s Rights and the United Nations in J. PETERS en A. WOLPER (eds.), Women s Rights, Human Rights. International feminist perspectives, New York/Londen, Routledge, 1995, (36) H. CHARLESWORTH, Human Rights as Men s Rights in J. PETERS en A. WOLPER (eds.), Women s Rights, Human Rights. International feminist perspectives, New York/Londen, Routledge, 1995, (103) Human Rights Committee, General Comment No. 18: Non-discrimination. 16

17 Een keerpunt kwam er in 1993 met het aannemen van het Actieprogramma resulterend uit de VN-Wereldconferentie over Mensenrechten ( Vienna Declaration ), waarin was opgenomen dat het volledig en gelijk genot van vrouwen van alle mensenrechten een prioriteit moest zijn voor alle nationale regeringen en de Verenigde Naties. Daarnaast drong men erop aan dat mensenrechten van vrouwen een integraal deel moesten vormen van de mainstream mensenrechtenactiviteiten van de Verenigde Naties. 48 Deze overtuiging werd in 1995 overgenomen door de Wereldvrouwenconferentie in het Actieplatform voor Vrouwen ( Beijing Declaration ) en werd vertaald naar het principe van gender mainstreaming. 49 (Deze Conferentie van Beijing was de katalysator voor het bekijken van de wereld door een genderlens, waardoor NGO s en regeringen werden aangespoord tot het ondernemen van actie. Dit resulteerde in een aantal belangrijke trends inzake beleid met een aanzienlijke impact op het leven van vrouwen. 50 ) Dit principe van gender mainstreaming was bedoeld als strategie om de ongelijke positie van vrouwen te herstellen in 12 kritieke aangelegenheden, waaronder onderwijs, gezondheid, economie, als slachtoffer van geweld, tijdens een gewapend conflict, enzovoort. De techniek bestond erin dat regeringen en andere actoren een actief en zichtbaar beleid inzake het mainstreamen van een genderperspectief 51 moesten stimuleren, zodat voordat er een beslissing 48 Vienna Declaration and Programme of Action: Note by the Secretariat, World Conference on Human Rights, Part I, para. 18, U.N. Doc. A/CONF.157/23; Zie ook H. CHARLESWORTH, Human Rights as Men s Rights in J. PETERS en A. WOLPER (eds.), Women s Rights, Human Rights. International feminist perspectives, New York/Londen, Routledge, 1995, (103) Beijing Declaration and Platform for Action, Report of the Fourth World Conference on Women, U.N. Doc. A/CONF.177/20/REV.1, 50 H. L. TARR-WHELAN, The impact of the Beijing Platform for Action: 1995 to 2010, American Bar Association, Summer In 1997 riep ECOSOC de Verenigde Naties op om een actief en zichtbaar beleid inzake het mainstreamen van een genderperspectief uit te werken en stimuleerde het de Algemene Vergadering om al zijn comités en organen te wijzen op de noodzaak van het systematisch mainstreamen van een genderperspectief in elk facet van hun werk. De meeste organen binnen de Verenigde Naties steunden zich hierbij op de definitie die ECOSOC in 1997 had aangenomen: Mainstreaming a gender perspective is the process of assessing the implications for women and men of any planned action, including legislation, policies or programmes, in all areas and at all levels. It is a strategy for making women s as well as men s concerns and experiences an integral dimension of the design, implementation, monitoring and evaluation of policies and programmes in all political, economic and societal spheres so that women and men benefit equally and inequality is not perpetuated. The ultimate goal is to achieve gender equality., Report of the Economic and Social Council for the year 1997, U.N. GAOR, U.N. Doc. A/523/Rev.1. 17

18 werd genomen, een analyse werd gemaakt van de effecten die deze beslissing kon teweeg brengen op respectievelijk vrouwen en mannen. Het idee achter gender mainstreaming schuilt immers in het feit dat genderkwesties ernstig moeten worden genomen in normale mainstream institutionele activiteiten en niet gewoon in de marginaliteit mogen worden gelaten door ze enkel in gespecialiseerde vrouweninstituties te behandelen. 52 De Mensenrechtencommissie uitte zijn bezorgdheid over het feit dat de oproep tot gender mainstreaming in de Vienna en Beijing Declaration weinig impact bleek te hebben en nam daarom een aantal resoluties aan inzake het Integreren van Mensenrechten van Vrouwen doorheen het Systeem van de Verenigde Naties. 53 Daarin riep het alle componenten van het VN-Mensenrechtensysteem op om regelmatig en systematisch een genderperspectief in rekening te brengen bij de implementatie van hun mandaat. Zo legde het onder meer de verantwoordelijkheid op alle organen opgericht onder een mensenrechtenverdrag, waaronder dus ook het VN-Mensenrechtencomité, om een genderperspectief te integreren door onder andere het opstellen van gendersensitieve richtlijnen voor het behandelen van statenrapporten, het voorbereiden van general comments en het uitbrengen van recommendations en concluding observations. 54 Het VN-Mensenrechtencomité gaf hier gehoor aan door in 1995 zijn reporting guidelines te wijzigen, waarbij het staten ging verzoeken om in hun rapport ook informatie mee te delen aan het Comité in verband met de positie van vrouwen alsook alle factoren die het gelijk genot van vrouwen beïnvloeden met betrekking tot een recht uit het Verdrag. 55 De grootste sprong voorwaarts in de manier waarop het VN-Mensenrechtencomité vrouwenrechten benaderde, is te bemerken in het feit dat het Comité in 2000 zijn General 52 H. CHARLESWORTH, Not Waving but Drowning: Gender Mainstreaming and Human Rights in the United Nations, Harv. Hum. Rts. J. 2005, (1) Integrating the Human Rights of Women Troughout the United Nations System, U.N. ESCOR, Commission on Human Rights, U.N. Doc. E/CN.4/1997/L H. CHARLESWORTH, Not Waving but Drowning: Gender Mainstreaming and Human Rights in the United Nations, Harv. Hum. Rts. J. 2005, (1) I. BOEREFIJN, The Reporting Procedure under the Covenant on Civil and Political Rights: Practice and Procedures of the Human Rights Committee, Antwerpen, Intersentia, 1999, ; Human Rights Committee, Consolidated guidelines for State reports under the International Covenant on Civil and Political Rights, CCPR/C/66/GUI/Rev.2, C.7. 18

19 Comment No. 4 56, daterend van 1981, heeft gewijzigd. Deze General Comment No. 4 handelde over artikel 3 BUPO (waarin het gelijk recht van mannen en vrouwen op het genot van burgerlijke en politieke rechten wordt beschreven) en kwam tot stand doordat het Comité had vastgesteld dat in een grote meerderheid van de statenrapporten veel te weinig aandacht werd besteed aan dit artikel. Dit zorgde voor grote bezorgdheid bij het Comité. Ten eerste stelt het in deze General Comment dat preventie van discriminatie niet enkel kan worden verwezenlijkt louter door het invoeren van wetten. Lidstaten moeten in hun rapport ook informatie verstrekken over effectieve maatregelen die zijn genomen (of worden genomen) om vrouwen in de praktijk te beschermen tegen discriminatie, om zo uitvoering te geven aan hun positieve verplichtingen onder artikel 3. Ten tweede vermeldt het Comité dat het nakomen van de positieve verplichting onder artikel 3 een onvermijdbare impact kan hebben op wetgeving of administratieve maatregelen die zijn uitgevaardigd om zaken te regelen die niet vallen onder het Verdrag, maar die wel een negatief effect kunnen hebben op rechten die worden erkend in het Verdrag. Het Comité geeft hier als voorbeeld de mate waarin immigratiewetten die een onderscheid maken tussen mannelijke en vrouwelijke burgers de omvang van het recht van de vrouw om te trouwen met een buitenlander al dan niet nadelig mogen beïnvloeden. In tegenstelling tot deze General Comment, die amper één bladzijde omvat, beslaat de recente versie 57 zeven bladzijden. Dit wijst duidelijk op een groter belang dat door het Comité wordt gehecht aan artikel 3 en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op elk vlak. Het Comité zegt letterlijk dat de herziening van de oude General Comment No. 4 ernaar streeft om de belangrijke impact van artikel 3 op het genot door vrouwen van de rechten voorzien in het Verdrag aan te tonen. General Comment No. 28 zal elk van de rechten die in het BUPO-Verdrag worden opgesomd, onderzoeken en becommentariëren over de wijze waarop deze rechten het leven van vrouwen kunnen beïnvloeden. 58 Elk verdragsartikel wordt overlopen, waaruit het besef blijkt dat er onder elk artikel een genderspecifieke problematiek kan worden ondergebracht. Het Comité tracht de aandacht te vestigen op problemen die vooral of zelfs enkel door vrouwen 56 Human Rights Committee, General Comment No. 4: Equal right of men and women to the enjoyment of all civil and political rights (art. 3). 57 Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3). 58 H. CHARLESWORTH, Not Waving but Drowning: Gender Mainstreaming and Human Rights in the United Nations, Harv. Hum. Rts. J. 2005, (1) 9. 19

20 moeten worden verduurd en die een schending uitmaken van rechten voorzien in een mainstream mensenrechtenverdrag. Men zal dus de nadruk leggen op het feit dat artikel 3 steeds indachtig moet zijn bij toepassing van eender welk artikel van het BUPO-Verdrag en dat elk artikel kan ingeroepen worden om een genderspecifieke problematiek aan te pakken. 59 Het VN-Mensenrechtencomité legt de verantwoordelijkheid voor het verzekeren van het gelijke genot van de verdragsrechten zonder discriminatie bij de lidstaten. Lidstaten moeten op grond van de artikelen 2 en 3 BUPO de noodzakelijke stappen nemen, inclusief het verbod van discriminatie op grond van geslacht, om een eind te maken aan discriminatoire acties, zowel in de publieke als in de private sfeer, die het gelijk genot van rechten schaden. Bovendien moeten lidstaten ervoor zorgen dat traditionele, historische, religieuze of culturele praktijken niet worden aangevoerd als rechtvaardiging voor de schending van het recht van vrouwen op gelijkheid voor de wet en gelijk genot van alle verdragsrechten. 60 Ongelijkheid in het genot van verdragsrechten door vrouwen is immers een wereldwijd fenomeen en vaak te wijten aan een diepgewortelde traditie, geschiedenis, cultuur en religie. Het Comité erkent hier dus dat dergelijke traditionele en culturele opvattingen ten aanzien van de rol van vrouwen en de eruit voortvloeiende genderstereotypen een belemmering vormen voor de verbetering van de situatie van vrouwen. Bovendien verzoekt men de staten informatie mee te delen over maatregelen die zijn genomen ter bestrijding van deze traditionele en culturele factoren die het gelijk genot van de verdragsrechten verhinderen. Hieruit blijkt het ongenoegen van het Comité over het voortbestaan van dergelijke factoren. Het gelijk genot van mensenrechten door vrouwen moet beschermd worden gedurende een noodtoestand (artikel 4). Vrouwen zijn vooral kwetsbaar in tijden van gewapende conflicten. Lidstaten moeten dan ook in hun rapport informatie verschaffen in verband met maatregelen die zijn genomen om vrouwen tijdens dergelijke situaties te beschermen tegen verkrachting, ontvoering en andere vormen van gendergerelateerd geweld. 61 Lidstaten die rapporteren inzake het recht op leven (artikel 6), moeten cijfers meedelen van 59 Hieronder zullen enkel de artikelen 2, 4, 6, 7, 10, 13, 14, 17, 23 en 26 worden besproken. General Comment No. 28 zet nog andere artikelen uit het Verdrag uiteen, maar deze zijn minder relevant voor deze bespreking. 60 Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), paras Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), paras

21 vrouwen die gestorven zijn als gevolg van hun zwangerschap of de geboorte van hun kind. Bovendien moeten lidstaten het Comité informeren over maatregelen die genomen zijn om vrouwen te helpen om ongewenste zwangerschappen te voorkomen en hen te verzekeren dat ze geen beroep moeten doen op levensbedreigende clandestiene abortussen. Ook wil het Comité op de hoogte gehouden worden van maatregelen die zijn genomen om vrouwen te beschermen tegen praktijken die hun recht op leven bedreigen, zoals bijvoorbeeld kindermoord (enkel het vermoorden van meisjes), het verbranden van heksen en het plegen van eremoorden. 62 Met betrekking tot artikel 7 stelt het Comité dat het geïnformeerd moet worden over nationale wetten en praktijken inzake huiselijk geweld en andere types van geweld tegenover vrouwen, waaronder ook verkrachting. Bovendien wil het Comité ook weten of vrouwen toegang krijgen tot veilige abortus wanneer ze zwanger zijn geworden als gevolg van een verkrachting. Ook over maatregelen genomen ter preventie van gedwongen abortus of gedwongen sterilisatie moet gerapporteerd worden. Lidstaten waar de praktijk van genitale verminking nog steeds voorkomt, moeten informatie verschaffen over de omvang van het bestaan van die praktijk en over maatregelen genomen ter bestrijding ervan. 63 Lidstaten moeten alle relevante informatie weergeven om aan te tonen dat de rechten van personen die van hun vrijheid zijn beroofd op gelijke wijze worden beschermd voor mannen en vrouwen (artikel 7 en 10). In het bijzonder hebben lidstaten de plicht om te rapporteren of mannen en vrouwen gescheiden worden in gevangenissen en of vrouwen enkel door vrouwelijke cipiers worden bewaakt. Speciale aandacht moet uitgaan naar opgesloten zwangere vrouwen. Zij moeten ten allen tijde een menselijke behandeling en respect krijgen, vooral gedurende de bevalling en de periode gedurende welke zij voor hun pasgeboren kind zorgen. Ook moet er voorzien zijn in passende gezondheidszorg voor de moeder en haar kind. 64 Zoals voorzien in artikel 13, moeten vreemde vrouwen op gelijke basis met mannen het recht hebben om argumenten op te werpen tegen hun uitwijzing en om hun zaak te laten herzien. Daarbij moeten zij de mogelijkheid krijgen om hun argumenten te baseren op genderspecifieke 62 Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), para Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), para Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), para

22 schendingen van het BUPO-Verdrag, zoals bijvoorbeeld het gegeven dat vrouwelijke genitale verminking nog steeds voorkomt in de betrokken staat. 65 Bovendien is het in strijd met het principe van gendergelijkheid wanneer een staat wettelijke voorzieningen heeft ingevoerd die vrouwen geen directe en autonome toegang tot justitie verschaffen of wanneer zij geen bewijs mogen leveren onder dezelfde voorwaarden als mannen (artikel 14). 66 Inzake artikel 17 heeft het Comité met betrekking tot respect voor de privacy van vrouwen vooral aandacht voor hun reproductieve vrijheid. Zo stelt het onder andere dat het in strijd is met het Verdrag wanneer een autorisatie van de echtgenoot vereist is om een beslissing met betrekking tot sterilisatie te nemen of wanneer er een wettelijke verplichting op artsen en ander medisch personeel wordt gelegd om zaken te rapporteren van vrouwen die een abortus hebben ondergaan. In deze situaties kunnen ook andere rechten op het spel staan, zoals bijvoorbeeld artikel 6 en 7 BUPO. Ook de situatie waarbij werkgevers een zwangerschapstest vragen vooraleer ze een vrouwelijke werkneemster aannemen, is in strijd met de privacy van vrouwen. 67 Staten moeten vrouwen en mannen gelijk behandelen met betrekking tot het huwelijk (artikel 23). Beiden hebben het recht te trouwen, maar enkel en alleen op basis van hun vrije en volledige toestemming. Vrouwen worden echter vaak gehinderd om deze keuze vrij en bewust te maken, door onder andere een veel te lage minimumleeftijd die is ingevoerd om te mogen trouwen of het bestaan van een voogd die in haar plaats toestemt tot het huwelijk. In tegenstelling tot deze praktijken is het Comité van mening dat het vermogen van vrouwen moet verzekerd worden om zelf een geïnformeerde en ongedwongen beslissing te maken. Ook sociale opvattingen die vrouwelijke slachtoffers van een verkrachting marginaliseren, zetten vrouwen onder druk om toe te stemmen tot een huwelijk. Daarnaast kan de vrije toestemming van vrouwen worden ondermijnd door wetgeving die de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van verkrachters doet uitdoven wanneer zij met hun slachtoffer trouwen. Het Comité maakt ook duidelijk dat polygamie niet compatibel is met het principe van gelijke behandeling met betrekking tot het recht te huwen. Het schendt immers de waardigheid van vrouwen en vormt een ontoelaatbare 65 Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), para Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), para Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), para

23 discriminatie van vrouwen. Deze praktijk moet overal waar het nog blijft voortbestaan, afgeschaft worden. 68 Tot slot vermeldt het Comité dat discriminatie van vrouwen vaak verbonden is met discriminatie op basis van een andere grond. Artikel 26 houdt de plicht in voor staten om te reageren tegen discriminatie gepleegd door zowel publieke als private actoren in eender welk gebied, zoals bijvoorbeeld discriminatie in sociale zekerheidswetten, met betrekking tot rechten van nietburgers Wetgeving en praktijk moeten worden herzien en de noodzakelijke maatregelen moeten worden geïmplementeerd om discriminatie van vrouwen in elke sector te elimineren. 69 Met uitzondering van een uitermate klein aantal concluding observations, wordt enkel in dit document impliciet de problematiek van meervoudige discriminatie erkend door het VN- Mensenrechtencomité. 70 Uit de bespreking van de concluding observations en de views van het VN-Mensenrechtencomité zal blijken dat het Comité zeer veel waarde hecht aan General Comment No Staten waarvan het rapport na het uitvaardigen van dit document werd besproken, werden niet enkel gewezen op situaties die in strijd waren met een bepaald artikel uit het Verdrag, maar met betrekking tot vrouwen konden zij volgens het Comité ook in strijd zijn met General Comment No. 28. Ook bij de behandeling van een individuele klacht die werd ingediend na 2000 verwijst het Comité ernaar om de betrokken staat erop te wijzen dat conform General Comment No. 28 de ter discussie staande genderproblematiek in strijd is met het Verdrag. Toch blijft het Comité niet consequent in zijn benadering van de problematiek betreffende vrouwen en gender. 72 Zo verwijst het nergens in zijn gewijzigde General Comment No. 29, 73 dat 68 Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), paras Human Rights Committee, General Comment No. 28: The equality of rights between men and women (art. 3), paras W. VANDENHOLE, Non-Discrimination and Equality in the View of the UN Human Rights Treaty Bodies, Antwerpen, Intersentia, 2005, 36, Zie infra. 72 H. CHARLESWORTH, Not Waving but Drowning: Gender Mainstreaming and Human Rights in the United Nations, Harv. Hum. Rts. J. 2005, (1) Human Rights Committee, General Comment No. 29: Derogations during a state of emergency (art. 4). 23

Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens

Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Belangrijkste ontwikkelingen sinds1993: Mensenrechten breed VN Comités Algemene aanbevelingen

Nadere informatie

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016.

5-4-2016. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus april 2016 Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be Brainstorm Welke gevolgen hebben gewapende conflicten?

Nadere informatie

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017

Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm. Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017 Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus februari 2017 Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be

Nadere informatie

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B Raad van de Europese Unie Luxemburg, 3 april 2017 (OR. en) 7775/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 3 april 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties COHOM 44 CFSP/PESC 300 DEVGEN

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven alleen succesvol kunnen zijn in maatschappijen waarin mensenrechten beschermd en gerespecteerd worden. Wij erkennen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

Facultatief protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure

Facultatief protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure Facultatief protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind inzake een mededelingsprocedure De staten die partij zijn bij dit Protocol, Overwegende dat, overeenkomstig de in het Handvest van de

Nadere informatie

P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten

P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten Resolutie van het Europees Parlement van 7 april 2011 over het gebruik van seksueel geweld in conflicten

Nadere informatie

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN (niet officiële Nederlandse vertaling). (VP = Voorafgaande paragraaf) VP 1

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION

SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION SUPPORTED BY THE RIGHTS, EQUALITY AND CITIZENSHIP (REC) PROGRAMME OF THE EUROPEAN UNION WIE IS EEN KIND? Ieder mens onder de leeftijd van 18 jaar (tenzij meerderjarigheid eerder wordt bereikt) VN Verdrag

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(96)43 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE EERSTE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: BESTRIJDING VAN RACISME, VREEMDELINGENHAAT, ANTISEMITISME EN

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten UNICEF De situatie in de wereld Jaarlijks 1 sterven naar schatting 290.000 vrouwen tijdens hun zwangerschap,

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00)

AMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 6.11.2013 2013/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-10 Corina Creţu (PE519.580v01-00) Seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor

Nadere informatie

Het verdrag van Istanbul

Het verdrag van Istanbul Het verdrag van Istanbul De gevolgen van het verdrag voor de aanpak van geweld tegen vrouwen 3 november 2014 Inhoud workshop uitleg verdrag het genderperspectief van het verdrag internationaal verdrag

Nadere informatie

Redactioneel. Het CEDAW-Comité en de bevordering en bescherming van mensenrechten. Cees Flinterman, Rikki Holtmaat en Fleur van Leeuwen

Redactioneel. Het CEDAW-Comité en de bevordering en bescherming van mensenrechten. Cees Flinterman, Rikki Holtmaat en Fleur van Leeuwen Het CEDAW-Comité en de bevordering en bescherming van mensenrechten van vrouwen Cees Flinterman, Rikki Holtmaat en Fleur van Leeuwen Na de Tweede Wereldoorlog met al zijn gruwelen besloot een vijftigtal

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 2003/2133(INI) REV1 7 januari 2004 ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan de Commissie ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 7223/04 DCL 1 JUSTCIV 42 DERUBRICERING van document: 7223/04 d.d.: 11 maart 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor een

Nadere informatie

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE439.879v01-00)

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE439.879v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2008/0192(COD) 12.4.2010 AMENDEMENTEN 15-34 Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE439.879v01-00) Beginsel

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen Vlaamse Ouderenraad vzw 16 december 2015 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel

Nadere informatie

Het VN Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap FOD Sociale Zekerheid Vereniging voor de Verenigde Naties 4 december 2013

Het VN Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap FOD Sociale Zekerheid Vereniging voor de Verenigde Naties 4 december 2013 Implementing the UNCRPD Het VN Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap FOD Sociale Zekerheid Vereniging voor de Verenigde Naties 4 december 2013 Wat is het VN-Verdrag? UNCRPD = United Nations

Nadere informatie

2. Aparte mechanismen: het vrouwenhoekje van het internationaal recht?

2. Aparte mechanismen: het vrouwenhoekje van het internationaal recht? Vrouwenrechten als mensenrechten Eva Brems Docent Mensenrechten Universiteit Gent Mensenrechtenverdragen gelden uitdrukkelijk voor alle mensen, ongeacht gender. Niettemin zijn er ook afzonderlijke teksten

Nadere informatie

Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld

Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2011/0412(COD) 5.6.2012 AMENDEMENTEN 8-45 Ontwerpadvies Barbara Matera (PE487.956v01-00) Financieringsinstrument voor de

Nadere informatie

Multi sectoral approach to prevent and combat violence against women & girls more effective. Thera van Osch, OQ Consulting BV

Multi sectoral approach to prevent and combat violence against women & girls more effective. Thera van Osch, OQ Consulting BV Multi sectoral approach to prevent and combat violence against women & girls more effective Thera van Osch, OQ Consulting BV OQ Consulting BV - Sustainable Social Innovations INHOUDSOPGAVE 1. Vormen van

Nadere informatie

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Protocol, Aangemoedigd door de overweldigende steun

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Bijlage II Juridische analyse Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen. Dienst Studie en Beleid Directie Beleidsondersteuning

Nadere informatie

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus juli 2017 Welke gevolgen hebben? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be Overzicht 1. Invalshoek

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 2004/2004(INI) 31 maart 2004 ADVIES van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen aan de Commissie werkgelegenheid

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1. 1. Totstandkoming van het Verdrag... 3. 2. Doorwerking van de rechten van het IVRPH... 5

INHOUD. Inleiding... 1. 1. Totstandkoming van het Verdrag... 3. 2. Doorwerking van de rechten van het IVRPH... 5 INHOUD Inleiding.............................................................. 1 1. Totstandkoming van het Verdrag..................................... 3 2. Doorwerking van de rechten van het IVRPH..........................

Nadere informatie

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind Tessa Dopheide* 1 Inleiding Het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) is sinds twee jaar meerderjarig. Het is een volwassen verdrag, dat bovendien

Nadere informatie

KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING BTC INFOCYCLUS

KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING BTC INFOCYCLUS KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING BTC INFOCYCLUS PLATFORM KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Oprichting: 2007 naar aanleiding van wetswijziging Leden: NGO s, BTC, Experten, Doelstelling:

Nadere informatie

Respect voor de fundamentele rechten van transgender personen

Respect voor de fundamentele rechten van transgender personen www.philodroit.be Respect voor de fundamentele rechten van transgender personen Isabelle Rorive professor aan de Faculteit rechten voorzitster van het Centre Perelman Université libre de Bruxelles www.philodroit.be

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 februari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 februari A D V I E S Nr. 1.837 ------------------------------ Zitting van dinsdag 26 februari 2013 ----------------------------------------------- Optioneel protocol bij het pact inzake economische, sociale en

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Gezondheidssystemen & het recht op gezondheid

Gezondheidssystemen & het recht op gezondheid GENEESKUNDE VOOR DE DERDE WERELD TOEGANG TOT GEZONDHEIDSZORG Gezondheidssystemen & het recht op gezondheid De rol van gezondheidszorg in het verbeteren van gezondheid Sociale ongelijkheid doodt mensen

Nadere informatie

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm

Definitie en oorsprong. Welke gevolgen hebben gewapende conflicten? Brainstorm Brainstorm Inleiding tot het internationaal humanitair recht BTC infocyclus maart 2017 Welke gevolgen hebben? Marijke Peys, stafmedewerker humanitair recht marijke.peys@rodekruis.be 5 Overzicht 1. Invalshoek

Nadere informatie

Indorama Ventures Public Company Limited

Indorama Ventures Public Company Limited Indorama Ventures Public Company Limited Mensenrechten Beleid (goedgekeurd door de raad van bestuur vergadering nr.2/2013 op 22 februari 2013) Herziening 1 (goedgekeurd door de raad van bestuur vergadering

Nadere informatie

Inleiding: Gendergeweld

Inleiding: Gendergeweld Inleiding: Gendergeweld Colloquium Gendergeweld en traumatische herinnering 18 November 2016 Fabienne Richard Vroedvrouw, MSc PhD in Public Health Directrice GAMS België vzw 1 DEFINIERING Definities van

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

PARTICIPATIE DOOR KINDEREN

PARTICIPATIE DOOR KINDEREN PARTICIPATIE DOOR KINDEREN Ellen Van Vooren Kenniscentrum Kinderrechten 17 januari, dialooggroep kleuters & lagere school kinderen, Leuven KINDERRECHTEN PARTICIPATIE IDEE Participatie: een kinderrecht?

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

4.12.2013 A7-0426/1. Ontwerpresolutie (artikel 157, lid 4, van het Reglement) ter vervanging van de nietwetgevingsontwerpresolutie

4.12.2013 A7-0426/1. Ontwerpresolutie (artikel 157, lid 4, van het Reglement) ter vervanging van de nietwetgevingsontwerpresolutie 4.12.2013 A7-0426/1 Amendement 1 Bastiaan Belder, Tadeusz Cymański, Philippe de Villiers, Rolandas Paksas, Claudio Morganti, Lorenzo Fontana namens de EFD-Fractie Verslag Edite Estrela Seksuele en reproductieve

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer

Nadere informatie

Seksueel geweld in postapartheid. Dr. Annelies Verdoolaege Vakgroep Afrikaanse talen en culturen UGent

Seksueel geweld in postapartheid. Dr. Annelies Verdoolaege Vakgroep Afrikaanse talen en culturen UGent Seksueel geweld in postapartheid Zuid-Afrika Dr. Annelies Verdoolaege Vakgroep Afrikaanse talen en culturen UGent Outline Seksuele en reproductieve rechten in postapartheid Zuid-Afrika Seksueel geweld

Nadere informatie

Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld

Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld Hieronder vindt u de praatplaten die u zelf kunt afdrukken. Druk het document recto-verso af (afdrukken vanaf pagina 2 - omdraaien langs korte zijde)

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen stuk ingediend op 1680 (2011-2012) Nr. 1 19 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Marijke Dillen, Gerda Van Steenberge en Linda Vissers en de heren Frank Creyelman, Filip Dewinter,

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t. Fiche 6: Mededeling Nieuwe EU Consensus on Development 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social

Nadere informatie

VGZ verantwoord beleggingsbeleid in vergelijking met Code Duurzaam Beleggen VVV. geen. geen

VGZ verantwoord beleggingsbeleid in vergelijking met Code Duurzaam Beleggen VVV. geen. geen VGZ verantwoord beleggingsbeleid in vergelijking met Code Duurzaam Beleggen VVV Code Duurzaam Beleggen VvV onderdeel inhoud verschil artikel 1 De Code Duurzaam Beleggen opgesteld door het Verbond van Verzekeraars

Nadere informatie

Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerkin

Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerkin Kinderrechten in ontwikkelingssamenwerkin KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING BTC Infocyclus April 2016 Annelies Maertens (KIYO) PLATFORM KINDERRECHTEN IN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 2007 nalv wetswijziging

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Structuur De Internationale Rode Kruisbeweging bestaat uit drie onderdelen: Nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (onder meer het Belgische

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. Paraguay: de juridische aspecten van kinderzwangerschap

AANGENOMEN TEKSTEN. Paraguay: de juridische aspecten van kinderzwangerschap Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(2015)0230 Paraguay: de juridische aspecten van kinderzwangerschap Resolutie van het Europees Parlement van 11 juni 2015 over Paraguay: juridische aspecten

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

De rechten van de mens

De rechten van de mens A 342286 Paul Morren De rechten van de mens Vereniging voor de Verenigde Naties Brussel ÖQÏÏM -Apeldoorn Inhoud Voorwoord Mare Bossuyt 9 Deel I: De rechten van de mens: waarover gaat het? 13 1. Het concept

Nadere informatie

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú De Socialistische Fractie in het Europees Parlement streeft naar de garantie dat iedereen zich volledig aanvaard voelt zoals hij of zij is, zodat we in onze gemeenschappen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

Presentatie FGM Congres huiselijke geweld en kindermishandeling. Ede Shamsa H. Said

Presentatie FGM Congres huiselijke geweld en kindermishandeling. Ede Shamsa H. Said Presentatie FGM Congres huiselijke geweld en kindermishandeling 11-11 11-2009 Ede Shamsa H. Said FGM FGM/Meisjesbesnijdenis Meisjesbesnijdenis is een verminking van de vrouwelijke genitaliën n in verschillende

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het

Nadere informatie

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Feiten New York 13 december 2006 Verdrag + Optioneel Protocol (rechtsbescherming)

Nadere informatie

UNICEF België vraagt...

UNICEF België vraagt... 1 Lijfstraffen voor zijn verboden in 55 landen, waaronder een groot deel uit de Raad vernederende of degraderende behandelingen tegen op alle niveaus (familie, school, CD&V wilt reeds een lange tijd het

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33834 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Lewis, Oliver Title: Legal capacity in international human rights law Issue Date:

Nadere informatie

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken Katharina Boele-Woelki De Irakese tolk Terugtrekking van Deense troepen uit Irak Irakese tolk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer AWB 16/27150 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(2019)0128 De rechten van interseksuele personen Resolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2019 over de rechten van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

Opbouw Inclusief onderwijs; wat is het? Inclusief onderwijs; waarom? Inclusief onderwijs; waarom niet? De nationale context De internationale vergelij

Opbouw Inclusief onderwijs; wat is het? Inclusief onderwijs; waarom? Inclusief onderwijs; waarom niet? De nationale context De internationale vergelij Collectief Inclusief Opbouw Inclusief onderwijs; wat is het? Inclusief onderwijs; waarom? Inclusief onderwijs; waarom niet? De nationale context De internationale vergelijking De internationale context

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober A D V I E S Nr. 1.654 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ----------------------------------------------- IPA 2007-2008 - Non-discriminatie - Positieve acties x x x 2.278/1-1

Nadere informatie

Ouderenzorg en mensenrechten

Ouderenzorg en mensenrechten Ouderenzorg en mensenrechten Prof.mr. J.C.J. Dute Symposium Ouderenzorg en mensenrechten 8 december 2012, Utrecht Onderwerpen Wat is/doet het College voor de Rechten van de Mens? Project Ouderenzorg en

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS

Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS Zijne Excellentie mr. F. Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EX DEN HAAG Onderwerp Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS Zeer

Nadere informatie

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking ingediend op 439 (2014-2015) Nr. 1 16 juli 2015 (2014-2015) Voorstel van resolutie van Ingeborg De Meulemeester, Sabine de Bethune, Herman De Croo, Tine Soens en Wouter Vanbesien betreffende onderwijs

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2015 (OR. en) 10817/10 DCL 1 DERUBRICERING van document: d.d.: 8 juni 2010 nieuwe status: Betreft: ST 10817/10 Publiek FREMP 27 JAI 523 COHOM 153 COSCE 17 Besluit

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(98)29 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE DERDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: BESTRIJDING VAN RACISME EN ONVERDRAAGZAAMHEID JEGENS ROMA/ZIGEUNERS

Nadere informatie

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten Eerste leerjaar B 3.1. Mijn rechten Beroepsvoorbereidend leerjaar 3.1. Mijn rechten Wie ben ik? * De leerlingen ontdekken wie ze zelf zijn - de mogelijkheden

Nadere informatie

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches?

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches? HUMAN RIGHTS Alternative Approaches? Utrecht, 3 april 2008 Peter van Krieken Toegang tot het loket Artseneed - artsenleed Samenleving v. individu 1ste generatie v. 2e generatie rechten China EVRM General

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0328/2017

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0328/2017 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0535/2017 26.9.2017 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0328/2017 ingediend overeenkomstig artikel 128, lid

Nadere informatie

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot

Nadere informatie

ADVIES NR. 118 VAN 13 FEBRUARI 2009 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN MET BETREKKING TOT HET VOORSTEL TOT

ADVIES NR. 118 VAN 13 FEBRUARI 2009 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN MET BETREKKING TOT HET VOORSTEL TOT ADVIES NR. 118 VAN 13 FEBRUARI 2009 VAN HET BUREAU VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN MET BETREKKING TOT HET VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN 86/613/EEG BETREFFENDE DE TOEPASSING

Nadere informatie

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2016 (OR. en) 9337/16 NOTA I/A-PUNT van: aan: de Groep e-recht (e-justitie) EJUSTICE 86 JUSTCIV 130 DROIPEN 97 JAIEX 51 het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen 4 april 2002 PE 305.487/1-19 AMENDEMENTEN 1-19 Ontwerpadvies (PE 305.487) Emilia Franziska Müller inzake het Witboek van de

Nadere informatie

INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND. Artikel 1 Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind.

INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND. Artikel 1 Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind. INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND Artikel 1 Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind. Artikel 2 Non-discriminatie Alle rechten gelden voor alle kinderen,

Nadere informatie

Recht en etnisch profileren. - De complexiteit van het verschijnsel discriminatie - De complexiteit van het bestaande recht

Recht en etnisch profileren. - De complexiteit van het verschijnsel discriminatie - De complexiteit van het bestaande recht Recht en etnisch profileren - De complexiteit van het verschijnsel discriminatie - De complexiteit van het bestaande recht Neutraal: Pejoratief: tussen twee zaken onderscheid maken individuen slecht(er)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

- 1 - UN Women is de organisatie van de Verenigde Naties voor vrouwenrechten en gendergelijkheid.

- 1 - UN Women is de organisatie van de Verenigde Naties voor vrouwenrechten en gendergelijkheid. - 1 - Website https://unwomen.nl/ UN Women is de organisatie van de Verenigde Naties voor vrouwenrechten en gendergelijkheid. In meer dan 90 landen voert UN Women projecten uit voor de verbetering van

Nadere informatie

ANNOTATIE Cass. 22 januari 2009, Rev.dr.étr. 2009, afl. 1, 4; T.Vreemd. 2009 (samenvatting), afl. 2, 135

ANNOTATIE Cass. 22 januari 2009, Rev.dr.étr. 2009, afl. 1, 4; T.Vreemd. 2009 (samenvatting), afl. 2, 135 Michèle Morel Doctoranda (FWO-mandaathoudster) Universiteit Gent Faculteit Rechten Vakgroep Internationaal Publiekrecht Universiteitstraat 4 9000 België Michele.Morel@Ugent.Be Tel. +32.9.264.84.45 ANNOTATIE

Nadere informatie

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger?

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? 10 maart 2017 Programma Inleiding Waar vinden we de regel? Focus op artikel 23 van de Grondwet Focus op het Herzien Europees Sociaal Handvest 2 1 Inleiding

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie