Horecanota consultatieversie. 14 juni 2016

Transcriptie

1 Horecanota consultatieversie 14 juni

2 Inhoudsopgave Horecanota in het kort Horecavisie & ambities... 4 Uitgangspunten Horecanota Horecastelsel... 9 Exploitatievergunning Exploitatiecategorieën Kortlopende horeca-exploitaties Drank- en Horecawetvergunning Exploitatieplan Balans in de wijk Horecagebiedsplannen Bijzondere regels Tijdelijke ontheffing openings- en sluitingstijden Afkoelhalfuurtje Incidentele ontheffing geluidsnormen Collectieve festiviteit Kwaliteitseisen terrassen Experimenteren Toezicht Handhaving Uitgangspunten Handhavingsarrangement

3 Horecanota in het kort In de Horecanota staat de balans tussen levendigheid en een aantrekkelijk woonen leefklimaat centraal. In deze nota is het instrumentarium beschreven dat hieraan invulling geeft. Gebiedsgericht werken, een verdere vereenvoudiging van het vergunningstelsel, verfijning van het handhavingskader en stimulering van eigen initiatief door experimenten zijn hiervan de elementen. Aan de nota is een actieprogramma gekoppeld waaraan de komende periode uitvoering gegeven zal worden. Reeds lopende experimenten 1, monitors en voorzienbare landelijke ontwikkelingen maken hier onderdeel van uit. Belang voor de stad Rotterdam is een levendige stad met een aantrekkelijke binnenstad, een groot cultureel aanbod en een gevarieerde samenstelling van bewoners, ondernemers en bezoekers. Horeca speelt hierin een cruciale rol: een goede mix van kwaliteit en kwantiteit, in balans met andere stedelijke functies en openbare orde en veiligheid, bevordert de populariteit van Rotterdam. Bovendien levert de horecasector werkgelegenheid op en stimuleert het de lokale economie. De aantrekkingskracht van de stad is de afgelopen jaren toegenomen. Er wordt weer geld uitgegeven door bezoekers. Rotterdam voert de goede lijstjes aan en is uitgeroepen tot beste binnenstad 2 van Nederland. Tegelijkertijd verdicht de bewoning en is ruimte schaars. Het is dus van belang dit alles in goede banen te leiden en deze schaarse ruimte optimaal te benutten. De positieve ontwikkelingen van Rotterdam weten deze sommige delen van de stad onvoldoende te bereiken, vanwege de aanwezigheid van malafide ondernemingen, georganiseerde criminaliteit en overlast. Dit vraagt om extra aandacht en fors stevig optreden. Opbouw De visie op horeca vormt samen met de ambities het vertrekpunt van de Rotterdamse Horecanota in hoofdstuk één. In hoofdstuk twee wordt het horecastelsel (vergunningen) uiteengezet en beschreven hoe dit past en samenhangt met andere beleidsterreinen. In dit hoofdstuk staat concreet beschreven voor welke vormen van horeca het noodzakelijk is over een exploitatievergunning te beschikken en de voorwaarden waar hij of zij gebonden is. Een belangrijk, zo niet belangrijkste onderdeel van de Horecanota is gebiedsgericht werken; kennis uit de wijk is bepalend voor wat er kan en wat niet. Het vinden van balans tussen levendigheid en een prettig woon- en leefklimaat staat centraal in hoofdstuk drie. Het volgende hoofdstuk (vier) geeft een verdere verdieping op actuele onderwerpen, zoals terrassen en geluidsproductie in en van de horeca. Bovendien wordt hier ook de wijze van experimenteren voor ondernemers en bewoners geïntroduceerd. Hoofdstuk vijf behelst het gemeentelijke toezichtsmodel op de horeca, inclusief de werkwijze van stedelijke regie en ambitie om in de toekomst toezichthouders nog meer voor elkaar te laten kijken en controleren. In hoofdstuk zes wordt afgesloten met een duidelijk handhavingskader. 1 Waaronder de pilot regelluwe zone Anders Geregeld op de West Kruiskade, Foodtrucks pilot en Blending Beste binnenstad (Verkiezing beste binnenstad in categorie grote binnensteden, 18 november 2015) 3

4 1 HORECAVISIE & AMBITIES Rotterdam bruist! Rotterdam is een aantrekkelijke stad om in te wonen, te werken en om te bezoeken. Dit wordt niet alleen opgemerkt in ons eigen land, maar ook ver daarbuiten. De aantrekkingskracht van Rotterdam heeft op vele fronten een positieve invloed op onze stad. Horeca-ondernemers leveren hier een essentiële bijdrage aan. Een aantrekkelijke stad wordt mede bepaald door de aanwezigheid van een gevarieerd en hoogwaardig aanbod van vermaak, zoals winkels, restaurants, cafés en een bloeiend uitgaansleven. Er zijn meer hotelovernachtingen, meer internationaal publiek en meer festivals. De positieve ontwikkelingen in de stad brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Met meer bewoners en meer bezoekers vanuit binnen- en buitenland neemt de druk op horeca toe. Ondernemers hebben ruimte nodig om hierop te kunnen anticiperen. De Horecanota biedt daarom ruimte voor ondernemerschap, innovatie en experimenten en zet in op een veerkrachtige (binnen)stad waar mensen graag verblijven, ook na het winkelen of werken. Het bieden van ruimere mogelijkheden voor ondernemers is daarom een belangrijk onderdeel van deze Horecanota. Rotterdam kan zo meegroeien met de (nieuwe) eisen die bewoners en bezoekers stellen aan het vermaak in onze stad. De stad heeft daarnaast het woon- een leefgenot van haar bewoners hoog in het vaandel staan. Dit brengt een grote verantwoordelijkheid voor horeca ondernemers in Rotterdam met zich mee. Ondernemen is niet vrijblijvend. De verdichting van horeca leidt soms tot ongewenste effecten, zoals overlastgevende bezoekers, afval en hinderlijk verkeer. In Rotterdam speelt het woongenot en veiligheidsgevoel daarom een grote rol bij het versterken van de levendigheid en economische ontwikkeling van horeca. Ontwikkelingen komen steeds sneller op ons af. Soms voorzien, soms onvoorzien. Soms wenselijk, soms onwenselijk. Dat is onderdeel van de tijd waarin we leven. De zoektocht naar balans tussen veiligheid, levendigheid en een prettig woon- en leefklimaat treedt daarmee steeds vaker op de voorgrond. Waar de balans precies ligt kan per gebied, wijk en zelfs per straat verschillen. Deze nota heeft dan ook uitdrukkelijk de bedoeling om maatwerk te bieden. Dit horecabeleid geeft juist ruimte aan ondernemers en bewoners om samen die balans te bepalen en te behouden. Betrokkenen moeten daarbij wel kunnen rekenen op een duidelijk kader en heldere spelregels waarbinnen deze zoektocht kan plaatsvinden. Met de horecagebiedsplannen, horeca-adviescommissies en een vereenvoudigd vergunningenstelsel levert de Horecanota hieraan een belangrijke bijdrage. Rotterdamse horeca: hoogstaand, in balans met de wijk, van wereldklasse Kortom, met dit horecabeleid borduren we voort op de goede ontwikkelingen binnen onze stad. Met oog voor ondernemerschap en aandacht voor een prettig woon- en leefklimaat voor onze bewoners zijn aan de hand van een aantal uitgangspunten vier ambities bepaald waarmee we invulling geven aan de visie op horeca voor de komende jaren. 4

5 Uitgangspunten Horecanota De Horecanota geeft invulling aan de visie van Rotterdam ten aanzien van de horeca voor de komende vijf jaar. De horecanota staat niet op zichzelf. Het is een kader dat samen met andere gemeentelijke kaders en visies moet zorgen voor het behoud en de verdere ontwikkeling van Rotterdam als aantrekkelijke stad om in te wonen, te werken en te verblijven. Op basis van de visie en aan de hand van onderstaande uitgangspunten realiseert Rotterdam de ambities van balans in de wijk, een veerkrachtige binnenstad, verantwoord ondernemerschap en de stad als laboratorium. Rotterdam bruist!; de wijk is het uitgangspunt bij het bepalen van de mogelijkheden en onmogelijkheden; bewoners en ondernemers hebben inspraak en nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid; ruimte voor innovatie en experimenten ter bevordering van het ondernemerschap en woon- en leefgenot; minder regels, minder lasten en een vereenvoudigd vergunningenstelsel; uitgaan van vertrouwen en sturen op naleving (high trust); wanneer regels en afspraken worden geschonden, dan wordt stevig opgetreden (high penalty). Ambitie: Samen op zoek naar balans in de wijk Om te zorgen dat Rotterdam een aantrekkelijke, veilige stad is en vooral blijft, wordt gebiedsgericht gewerkt. Ieder gebied kent zijn eigen dynamiek, uitdagingen en ontwikkelopgaven. Vanuit die gedachte wordt de ontwikkeling van de horecasector gebiedsgericht ingevuld. Door gebiedsgerichte sturing voegen ondernemers met passende concepten waarde toe aan wijken, buurten en straten. Hiertoe wordt per gebied 3 een Horecagebiedsplan opgesteld met daarin een visie ten aanzien van horeca. De mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van horeca zijn gekoppeld aan die lokale visie. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer sprake is van een bijzonder hoge concentratie van horeca, complexe uitdagingen of een wijk die nog in ontwikkeling is, kan lokaal gekozen worden om geen concrete ontwikkeling te benoemen. In die gevallen kan gewerkt worden met een adviescommissie waarin bewoners, ondernemers en gemeentelijke professionals gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de horeca-ontwikkeling van het gebied. Horecagebiedsplannen kunnen op die manier ook langer geldig blijven. Naast aandacht voor het gebied is het ook nodig om te bekijken hoe de bestaande horeca aansluit op de behoeften en ambities van de stad als geheel. Voor deze stadsbrede ambities wordt het voorzieningenaanbod daarom in zijn totaliteit bekeken. Grootschalige evenementenlocaties, zoals Ahoy, waar tienduizenden mensen samenkomen hebben invloed op heel Rotterdam en ver daarbuiten. Dit vraagt, naast de wensen van het gebied, ook om stadsbrede sturing. Uiteraard moet er ruimte zijn om juist vanuit een creatieve blik op onverwachte, onontwikkelde plekken horeca te laten ontstaan. 3 Rotterdam kent 14 gebieden: Charlois, Delfshaven, Feijenoord, Hillegersberg - Schiebroek, Hoek van Holland, Hoogvliet, IJsselmonde, Kralingen-Crooswijk, Noord, Overschie, Pernis, Prins Alexander, Rotterdam centrum, Rozenburg. 5

6 Ambitie: Veerkrachtige binnenstad Rotterdam heeft een aantrekkelijke binnenstad voor winkelend publiek en een gevarieerd horeca-aanbod dat aansluit op de zakelijke markt, op de wensen van (buitenlandse)bezoekers en een belangrijke bijdrage levert aan een aantrekkelijke woonomgeving voor bewoners. City Lounge is de leidraad voor de ontwikkeling van de binnenstad. Dat wil zeggen dat de binnenstad het visitekaartje van Rotterdam is. Het moet voelen als de huiskamer van de stad. Een plek waar mensen winkelen, ontspannen, lekker eten en drinken op een terras en kunnen genieten van alles wat een grote stad te bieden heeft. Rotterdam ontwikkelt de binnenstad als een vitale kwaliteitsplek voor ontmoeting, verblijf en vermaak. Daarom zet de stad zich samen met haar partners in om de binnenstad nog gezelliger en levendiger te maken. Een belangrijk doel daarbij is dat mensen er langer willen verblijven, ook na het winkelen of werken. Rotterdam zet in op meer gezelligheid en groen. Daarnee verleiden we bezoekers om langer in de binnenstad te blijven. Bij de herinrichting van straten, waaronder de Coolsingel, staat een aantrekkelijke openbare ruimte centraal. In veel gevallen ontstaat meer ruimte voor voetgangers, terrassen en plekken waar je even op een bankje kunt zitten. Een juiste mix tussen horeca, detailhandel en cultuur is hierbij essentieel. Juist die diversiteit zorgt ervoor dat bezoekers van de binnenstad ook verrast worden en er graag komen. Dit geldt voor winkelstraten en -gebieden, maar ook voor een goede inzet op beleving in cafés, winkels en restaurants. Een winkel met een gevelzitplaatsje, pop-up horeca in een leegstand pand of een koffiebar waar je een workshop graffiti kan volgen. Het zijn juist deze mengvormen, waar consumenten steeds meer om vragen. Dit is wat de levendigheid en gezelligheid in de binnenstad vergroot en waar kansen liggen voor verdere ontwikkeling. Ambitie: Verantwoord ondernemerschap Horecabedrijven zijn een aanwinst voor de omgeving. De straat verlevendigt en de verantwoordelijke ondernemer houdt rekening met de omwonenden. Goed overleg tussen ondernemers en bewoners, met wederzijds vertrouwen in het nakomen van afspraken en het naleven van regels, is vanzelfsprekend. Van ondernemers verwachten wij dat zij, nog meer dan een groot aantal al deed, verantwoordelijkheid nemen voor de effecten die hun inrichting en publiek op de omgeving kunnen hebben. Deze verantwoordelijkheid houdt niet op bij de voordeur van de inrichting of de grens van het terras. Verantwoord omgaan met alcohol, contact onderhouden met de wijkagent en de lokale ondernemersvereniging, het schoon houden van de stoep en het tijdig informeren van de buren wanneer er een feestje plaatsvindt is, naast goed fatsoen, de verantwoordelijkheid die we van Rotterdamse ondernemers verwachten. Het is de manier waarop we de schaarse ruimte van de stad met elkaar delen. Ondernemers die beseffen dat een goede verstandhouding met de wijk, toezichthouders en collega ondernemers essentieel is om van de stad een fijne plek te maken om in te wonen, ondernemen en te bezoeken, kunnen rekenen op ruimte om te ondernemen. De gemeente stuurt hierop door aanvragen voor nieuwe horecavergunningen, evenementen en/of ontheffingen elke keer een zorgvuldige afweging te maken. Dit kan en zal er soms ook in resulteren dat wensen niet kunnen. Dat hoort bij ondernemen in een drukke wereldstad. 6

7 Ambitie: Rotterdam als laboratorium Soms lijkt het dat successen van ondernemers, bewonersinitiatieven en attracties uit het niets komen vallen. In Rotterdam weten we beter. Vaak zijn bevlogen ondernemers of bewoners al tijden bezig om hun plan of idee te realiseren. In veel gevallen betekent dit proberen, experimenteren en leren van gemaakte fouten. Binnen de horecasector is dit niet anders. De gemeente moedigt experimenteren aan, ook als het niet succesvol uitpakt. Het leren en opdoen van kennis en ervaring is essentieel om tot daadwerkelijk vernieuwende ideeën te komen. In de Horecanota is de mogelijkheid opgenomen om tijdelijk af te wijken van bestaande wet- en regelgeving als dit experimenten in de weg staat. Uiteraard moet dit in goed overleg en mag de veiligheid en openbare orde niet in het geding komen. Als een experiment succesvol is bekijkt de gemeente, samen met ondernemers en bewoners of het mogelijk en wenselijk is om het als een vast onderdeel in het horecabeleid op te nemen. Op deze manier blijft de stad zichzelf vernieuwen. Aanpak Het samenspel tussen ondernemers, bewoners en de gemeente maken de horeca en draagt zo bij aan een veilige, aantrekkelijke stad. Aan de hand van een aantal aanpakken realiseert dit samenspel de beschreven ambities. Horeca, detailhandel en leisure 4 Een bruisende stad voor bewoners en bezoekers is een belangrijk uitgangpunt. Dit bereiken we andere bereikt met een aantrekkelijk en elkaar versterkend aanbod aan consumentendiensten. Zowel horeca, leisure als detailhandel behoren tot deze categorie. Een duidelijk zichtbare trend is de ontwikkeling van gebieden als place to be. Op deze plekken komen verschillende functies samen, die het voor consumenten de moeite waard maken om er te verblijven. Een goede relatie en wisselwerking met detailhandel en leisure is dan ook nodig. Een belangrijk onderdeel van de Horecanota is een koppeling met het detailhandelsbeleid. In de stedelijke Detailhandelsnota en de gebiedsgerichte uitwerking daarvan, wordt de gemeentelijke ontwikkelvisie op winkelgebieden beschreven en vastgesteld. In winkelgebieden, in het bijzonder de binnenstad en grote centra, zijn ook de horeca- en leisurefuncties van groot belang. De beleving en aantrekkelijkheid worden juist bepaald door een goede mix van functies, die elkaar versterken. Om die reden is een aantrekkelijk horeca-aanbod als onderdeel van de toekomstbestendige winkelgebieden vaak zeer wenselijk. High trust - high penalty Ondernemers krijgen het vertrouwen en confronteren we zo min mogelijk met controles en toezichtslasten. Dit vertrouwen gaat gepaard met verantwoordelijkheid. Van ondernemers verwachten wij dat zij rekening houden met omwonenden en samenwerken met de betrokken partners, waaronder de toezichthouders, aan een veilig uitgaansklimaat en een schone, verzorgde buitenruimte. In gebieden waar de leefbaarheid niet op het gewenste veiligheidsniveau is, wordt toezicht gerichter ingezet. Wanneer de spelregels niet worden nageleefd, kan dit leiden tot het opleggen van maatregelen. Iedere casus wordt daarbij op zijn 4 Leisure: activiteiten ter vrije tijdsbesteding; attracties, recreatie, vermaak. 7

8 eigen merites beoordeeld. Van de ondernemer verwachten we dat hij de orde waarborgt en zijn eigen toezicht mede organiseert. Een aantal van de gemeentelijke beleidsinstrumenten is aan de hand van de aanpak High trust - High penalty aangepast. Hiermee behouden we de balans tussen een prettig woon- en leefklimaat van de buurt en bieden we zo optimaal mogelijk ruimte aan ondernemers. Een schone en ordelijke buitenruimte is hierbij eveneens van groot belang voor de aantrekkingskracht van Rotterdam. Het college investeert daarom veel in het aanpakken van vervuiling, verloedering en overlast op straat. Ondernemers, bewoners en partners zoals Koninklijke Horeca Nederland en de politie denken mee met de gemeente over de stedelijke kaders. Vanzelfsprekend geven de ondernemers zelf invulling aan het aanbod en zijn het de bewoners en bezoekers die de horeca uiteindelijk maken. Bij dat samenspel horen gedeelde verantwoordelijkheden. Ondernemers en bezoekers hebben respect voor toezichthouders en de gemeente geeft ruimte voor vernieuwende ondernemers. Bij problemen en/of klachten werken ondernemers en bewoners in gezamenlijkheid aan oplossingen. De gemeente vraagt ondernemers en investeerders oog te hebben voor de toegankelijkheid van de horeca voor minder validen. Daarnaast verwachten we van iedereen dat zij geen groepen uitsluiten: iedereen is welkom in Rotterdam. Horcealab010 Het is druk in de stad, dit vraag om creativiteit, innovatie en flexibiliteit van ondernemers, bewoners en de gemeente. Op de ene locatie is ruimte voor verlevendiging, op een andere voor het mengen van functies en weer ergens anders is een andere manier van toezichthouder noodzakelijk. Met experimenten en de opstart van tijdelijke projecten zoeken we naar nieuwe concepten. Wanneer deze goed uitpakken, dan gaan we ermee door. Seizoensgebonden terrasvlonders op parkeerplaats is hier een goed voorbeeld van. Kortom, in de meest brede zin verkennen we voortdurend op welke wijze we een positieve bijdrage leveren aan de verdere verbetering van de kwaliteit, levendigheid en leefbaarheid van de binnenstad, en mogelijk daarbuiten. Ondernemers dagen we nadrukkelijk uit om met goede, nieuwe ideeën te komen en een aantal maal per jaar organiseert de gemeente expertmeetings 5 met bewoners en ondernemers om nieuwe ontwikkelingen en innovaties te bespreken. Tot slot De stedelijke visie en bijbehorende uitgangspunten, de ambities en aanpakken zijn vertaald naar de hiernavolgende hoofdstukken. Gezamenlijk vormen die de stedelijke kaders en spelregels voor de horeca voor de komende vijf jaar. Het actieprogramma dat is opgesteld (hoofdstuk 7), is aan de Horecanota toegevoegd. Hierin is verwoord welke zaken doorlopen vanuit de vorige horecanota, geeft inzicht in experimenten en tijdelijke projecten waarvan nu bekend is dat hieraan uitvoering wordt gegeven en sorteert voor op aankomende landelijke veranderingen. 5 Meer informatie over de expertmeetings kunt u vinden in het actieprogramma 8

9 2 0020HORECASTELSEL De Rotterdamse horeca is een belangrijk onderdeel van het succes van Rotterdam. Tegelijkertijd moet de ruimte in de (binnen)stad met vele andere functies, zoals wonen en werken, gedeeld worden. Om dit samenspel in goede banen te leiden, dus zowel de aantrekkelijkheid van de stad verder te vergroten en het een prettige plek om te wonen en leven te houden, kent Rotterdam voor de meeste horeca-inrichtingen een exploitatievergunningplicht. Wat in Rotterdam verstaan wordt onder horeca en is voor welke vormen een exploitatievergunning noodzakelijk is komt in dit hoofdstuk aan bod. Ook wordt toelichting gegeven op bijzondere vormen van (tijdelijke) horeca en de andere zaken die bij het starten en/of overnemen van een horeca-inrichting komen kijken. Vervolgens wordt ingegaan op de daadwerkelijke instrumenten die ingezet (kunnen) worden. Het hoofdstuk sluit af met de concrete stappen die een ondernemer moet nemen om een exploitatievergunning te verkrijgen. Wat is horeca? Horeca kent enorm veel verschijningsvormen en dankzij creatieve ondernemers komen er naast hotels, restaurants en café s nog steeds meer vormen bij. In Rotterdam verstaan we onder horeca elk openbaar pand of openbare ruimte waar je structureel en tegen betaling kan eten en drinken (of afhalen) en/of waar amusement of ontspanning wordt aangebonden. De exacte definitie is in de Algemene Plaatselijke Verordening 6 opgenomen onder het begrip: openbare inrichting. Deze Horecanota ziet niet toe op alle vormen van openbare inrichtingen. Prostitutiebedrijven, coffeeshops en de hotelsector kennen vanwege hun bijzondere karakter eigen beleidsregels en aparte vergunningen. Exploitatievergunning of niet? In Rotterdam bestaan meerdere categorieën exploitatievergunning. De aard van de activiteiten die in de horeca-inrichting worden aangeboden bepaalt welke categorie vereist is. Hoe uitbundiger de bedrijfsvoering van een horeca-inrichting, hoe uitgebreider de vereiste exploitatievergunning. Dit geeft tevens de mogelijkheid om een deel van de ondernemers die beperkte en/of zeer lichte vormen van horeca exploiteren vrij te stellen van de vergunningplicht (categorie 0). Dit is de afgelopen jaren een duidelijke lastenverlichting gebleken en sluit aan bij de high trust (high penalty) aanpak. Naast bedrijven waar horeca de primaire bedrijfsvoering is, kent Rotterdam ook talloze bedrijven, instellingen en clubhuizen waar horeca slechts een ondersteunende functie heeft. Ook hiervan kan een groot deel gebruik maken van de vrijstelling van de vergunningplicht. Omdat er op basis van landelijke wetgeving, zoals de Winkeltijdenwet, ruimtelijke ordeningswetgeving en de Drank- en Horecawet nu eenmaal verschil zit tussen deze vormen van lichte en/of ondersteunende horeca, onderscheiden we in Rotterdam drie varianten die vrijgesteld van de vergunningplicht mogen exploiteren. 6 Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam, Artikel 2.27 begrip: openbare inrichting 9

10 Voorwaarden voor vrijstelling: basis - Geopend tussen en uur - Alleen achtergrondmuziek aanbieden - Alleen een gevelzitplaats (max. 1m uit de gevel) exploiteren - Geen kansspelen, seks en/of drugs gerelateerde activiteiten aanbieden en/of gelegenheid bieden tot het roken met gebruik een waterpijp - De horeca-activiteiten slechts ter ondersteuning van de primaire functie / doelstelling - Geen alcohol schenken Indien een horeca-inrichting een horecabestemming heeft, dan worden de basis voorwaarden verruimd en aangevuld met onderstaande voorwaarden. De overige voorwaarden blijven gelijk. Voorwaarden voor vrijstelling: horecabestemming - Geopend tussen en uur - Een gevelterras exploiteren tot max. 3m uit de gevel Ook als er geen sprake is van een horecabestemming kan het zijn dat er ruimere voorwaarden gelden. Sommige instellingen en voorzieningen hebben traditiegetrouw een aanzienlijk horecadeel, maar waarbij de openbare orde niet in het geding komt. Dit is een verzamel categorie van paracommerciële instellingen en bijzondere objecten: muziek- en sportverenigingen, musea, theaters, filmhuizen, hotels/hostels, rouwcentra, ziekenhuizen, bejaarden- en verzorgingshuizen, gebedshuizen, bedrijfskantines en instelling voor hoger onderwijs. De overige voorwaarden blijven gelijk aan de basis voorwaarden. Voorwaarden voor vrijstelling: paracommercie & bijzondere objecten - Geopend tussen en uur - Een gevelterras exploiteren tot max. 3m uit de gevel - Alcoholische drank schenken indien zij in het bezit zijn van een Drank- en Horecawetvergunning 7 Exploitatievergunning Wanneer een ondernemer meer of zwaardere activiteiten wil dan hierboven beschreven is een exploitatievergunning noodzakelijk. Rotterdam hanteert hiervoor duidelijk vergunningstelstel dat aan de hand van losse activiteiten is opgebouwd. Dit wil zeggen dat de activiteiten worden vergund die in een horeca-inrichting kunnen plaatsvinden 8. Het vergunningstelsel biedt 7 In Rotterdam mogen sportvereniging, jeugdorganisaties, onderwijsinstellingen en bioscopen geen sterke drank schenken, tenzij de daar schriftelijk ontheffing voor heeft verleend. 8 Niet alle combinaties van activiteiten zijn mogelijk. 10

11 ondernemers op deze manier ruimte voor verschillende horecaconcepten en ondernemers betalen alleen voor wat ze aanvragen. Basisvergunning In de exploitatievergunning is altijd opgenomen in welke binnen (en buiten) ruimten horecaactiviteiten zijn toegestaan, tot hoe laat deze delen geëxploiteerd mogen worden en of en welke vorm van eten en drinken wordt aangeboden. Ook is in de vergunning opgenomen wie de exploitant 9 van het horeca-inrichting is. De exploitatievergunning is pand- en persoonsgebonden, dat wil zeggen dat de vergunning wordt afgegeven op een specifiek adres en de vergunning wordt afgegeven aan een specifieke (natuurlijke of rechts)persoon of (natuurlijke of rechts)personen; zij is niet overdraagbaar aan een ander. De exploitatievergunning heeft een looptijd van vijf jaar. Na vijf jaar moet de vergunning worden vernieuwd. De situatie wordt dan opnieuw getoetst. Bij overname van het bedrijf door een nieuwe exploitant moet deze een nieuwe exploitatievergunning, en zo nodig een nieuwe drank- en horecawetvergunning of aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten, aanvragen. Het vergunningstelsel is zo opgebouwd dat wijzigingen binnen de bestaande vergunningen kunnen worden aangevraagd. Wil een exploitant bijvoorbeeld een terras toevoegen aan zijn exploitatie, dan vraagt hij een wijziging van activiteiten aan. Hij of zij betaalt dan alleen voor de nieuwe activiteiten. Dit scheelt in de kosten. Uiteraard worden de nieuw aangevraagde activiteiten wel zoals gebruikelijk getoetst. Als een exploitatievergunning niet binnen zes maanden na afgifte wordt gebruikt (de horecainrichting exploiteert niet), dan vervalt de vergunning. Wanneer het tijdens de looptijd van de vergunning gebeurt dat een horeca-inrichting niet wordt geëxploiteerd vervalt de vergunning ook automatisch, maar dan na één jaar. Dit geldt ook voor de Drank- en Horecawetvergunning. Aanwezigheidsplicht exploitant / leidinggevende Voor horeca-inrichting geldt een aanwezigheidsplicht, wat inhoudt dat te allen tijde wanneer de inrichting geopend is, een leidinggevende aanwezig moet zijn, die als zodanig op de vergunning vermeld staat. Deze leidinggevenden worden genoemd in een bijlage bij de exploitatievergunning. Van een leidinggevende in een horeca-inrichting wordt verwacht dat hij of zij de inrichting verantwoord kan runnen. Er worden daarom bepaalde eisen 10 aan leidinggevenden gesteld. Een wijziging in leidinggevenden (bijschrijven of afmelding) kan binnen de bestaande vergunning worden aangevraagd. De bijlage wordt dan aangepast. Omdat de horeca te maken heeft met snelle personeelswisselingen en het daarom lastig is om een actueel overzicht te hebben van leidinggevenden op de vergunning, is het Rotterdam mogelijk om nieuwe leidinggevenden digitaal aan te melden via Mijn Loket. Na de melding en bevestiging van 9 Exploitant is de (natuurlijk of rechts)persoon voor wiens rekening en risico de inrichting wordt gedreven. 10 Een leidinggevende moet minimaal 18 zijn en mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Als in een horecainrichting alcohol wordt geschonken worden aan de leidinggevende aanvullende eisen gesteld. Hij moet ten minste 21 jaar oud zijn en een Verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne (VSH) hebben. 11

12 ontvangst daarvan kunnen zij meteen in de horecaonderneming aan de slag. De leidinggevenden worden getoetst op hun levensgedrag, maar dat gebeurt achteraf. Activiteiten & modules Binnen een horeca-inrichting kunnen verschillende activiteiten worden uitgevoerd. Het kan gaan om het verstrekken van etenswaren (restaurantfunctie), maar ook om het gelegenheid bieden tot amusement en ontspanning bijvoorbeeld in de vorm van kansspelautomaten of roken van rookwaren met behulp van een waterpijp. Op de exploitatievergunning staat aangegeven welke activiteiten in het horecabedrijf zijn toegestaan. De activiteiten zijn hieronder geclusterd in een aantal modules. Modules 1 t/m 4 vormen de basisvergunning 11. De combinatie van gekozen activiteiten binnen de verschillende modules maakt vervolgens dat de inrichting in een bepaalde exploitatiecategorie valt. Deze exploitatiecategorie geeft weer hoe groot de impact van de horeca-inrichting is op de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting. Hoe zwaarder de categorie, des te groter de verwachte impact. Van ondernemers die horecabedrijven exploiteren in de zwaarste horecacategorie wordt dan ook een grote verantwoordelijkheid gevraagd. Ook de toets die plaatsvindt bij een aanvraag van een vergunning voor een zware categorie is zwaarder. Module 1: binnenruimte en terrassen 1. binnenruimten (m2, lokaliteit op tekening) 2. buitenruimte (m2 gevel- en overterras) Module 2: exploitatietijden binnenruimte 1. maandag tot en met zondag van tot uur 2. zondag tot en met donderdag tot uur en vrijdag en zaterdag tot uur 3. vrije openings- en sluitingstijden (24 uur) 4. maandag tot en met zondag tot uur (ochtendhoreca kan niet in combinatie met openingstijden tot 01.00/02.00 uur of vrije openings- en sluitingstijden) Module 3: exploitatietijden buitenruimte 1. gebruik terras van maandag tot en met zondag van tot uur 2. gebruik terras van zondag tot en met donderdag van tot uur en vrijdag en zaterdag van tot uur Module 4: eten en drinken 1. verstrekken van directe voor consumptie geschikte etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het verstrekken voor gebruik elders (afhaal) 2. verstrekken van niet-alcoholhoudende drank 3. verstrekken van alcoholhoudende drank (tevens Drank- en Horecawetvergunning vereist) Er is geen afzonderlijke vergunning nodig voor het gebruik van een terras. Deze toestemming is in de exploitatievergunning opgenomen. Wel is gebleken dat de exploitatie van een terras, zeker in de nachtelijke uren, effect heeft op het woon- en leefklimaat. Daarom wordt op de vergunning onderscheid gemaakt tussen toegestane exploitatietijden voor de binnenruimte en 11 Indien er geen terras wordt geëxploiteerd wordt module 3 niet genoemd. 12

13 de buitenruimte. Zo is het mogelijk dat exploitatie wordt toegestaan tot uur doordeweeks en uur in het weekeinde, maar het terras slechts gebruikt mag worden tot uur. Door dit onderscheid kan in de vergunning nog beter rekening worden gehouden met de situatie ter plaatse en een balans worden gezocht tussen gezonde horeca-exploitatie en woongenot, bijvoorbeeld in woonwijken en voor terrassen in binnentuinen. Vrije openings- en sluitingstijden (2.3) In Rotterdam heeft een deel van de horeca vrije openings- en sluitingstijden, zij mogen zelf bepalen wanneer ze open en dicht gaan. Omdat de exploitatie van 24-uurs horeca een grote weerslag op de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting kan hebben, wordt nadrukkelijk gekeken of deze kan plaatsvinden in voldoende balans met de omgeving. Zeker in een gebied waarin zich meerdere 24-uurszaken bevinden, kan de druk op de omgeving als ook de vraag naar politiecapaciteit voor handhaven van de openbare orde in de nachtelijke uren, onevenredig groot zijn. Maatwerk is dan ook geboden bij de besluitvorming over aanvragen voor deze vergunningen. Aan de exploitatie van 24-uurshorecazaken worden extra eisen gesteld. Zo is het beschikken over een goedgekeurd exploitatieplan een vereiste voor verlening van vergunningen voor zulke zaken. Een exploitatieplan geeft inzicht in de wijze waarop een exploitant de inrichting exploiteert. In het exploitatieplan staat welke maatregelen de exploitant treft om wanordelijkheden en overlast te voorkomen. Het exploitatieplan maakt deel uit de vergunningvoorschriften van de inrichting. Module 5: ontspanning en amusement 1. het ten gehore brengen van meer dan achtergrondmuziek 2. het structureel beschikbaar stellen van ruimten in de inrichting voor evenementen georganiseerd door derden (zalenverhuur); 3. beschikbaar stellen van de inrichting ten behoeve van grootschalige evenementen (meer dan 2500 bezoekers) 4. gelegenheid bieden tot het roken van rookwaar met gebruikmaking van een waterpijp (shisha) 5. aanwezig hebben van maximaal twee kansspelautomaten (aanwezigheidsvergunning volgens de Wet op de Kansspelen vereist) 6. gelegenheid bieden tot het uitvoeren van seksuele handelingen / entertainment 12 in een horeca-inrichting. 7. gelegenheid bieden tot het, al dan niet online, afsluiten van weddenschappen, anders dan via maximaal twee kansspelautomaten (enkel mogelijk in combinatie met een vergunning van de kansspelautoriteit 13 ) 8. aanbieden van amusement, anders dan door middel van kansspelen 12 Meer informatie kunt u vinden in het Rotterdamse Prostitutiebeleid 13 Op het moment van schrijven van deze nota is een wetsvoorstel in voorbereiding die online gokken reguleert. Vooralsnog is altijd een vergunning van de kansspelautoriteit vereist. Indien dit verandert kan het noodzakelijk zijn deze activiteit anders uit te leggen. 13

14 Meer dan achtergrondmuziek (5.1) Elke horeca-inrichting in Rotterdam mag in beginsel achtergrondmuziek produceren. Bij dit geluidsniveau worden de wettelijke geluidsnormen (meestal) niet overschreden. Wanneer een exploitant meer muziek wil produceren is hij of zij verplicht de akoestische situatie van zijn pand, in combinatie met de gewenste bedrijfsvoering, te laten onderzoeken en hiervan melding te doen. Doel van het onderzoek is exact vast te stellen hoe hard of zacht (mede afhankelijk van het tijdstip) de muziek kan staan zonder dat de normen worden overschreden. Uiteraard kan een exploitant isolerende maatregelen treffen wanneer zijn bedrijfsvoering niet mogelijk blijkt. Het aanleveren van een akoestisch onderzoek is verplicht (indieningsvereiste) wanneer deze activiteit wordt aangevraagd. Directie Veiligheid zal die onderzoek, ter beoordeling doorsturen naar de DCMR Milieudienst Rijnmond. In sommige gevallen is niet nodig dat een geluidsrapport wordt aangeleverd. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er al een bestaand geluidsrapport is, dat aantoont dat het pand geschikt is voor een bepaalde mate van geluidsproductie. Ook wanneer een horeca-inrichting is gevestigd in een dunbevolkt gebied waar het risico op geluidsoverlast minimaal of afwezig is, hoeft geen rapport aangeleverd te worden ondanks dat er meer dan achtergrondmuziek ten gehore wordt gebracht. Of een rapport moet worden ingediend, bepaalt de gemeente, in afstemming met de adviespartners. Zalenverhuur (5.2) & Grootschalige evenementen (5.3) Sommige horeca-inrichtingen worden geëxploiteerd op een wijze die vooral faciliterend van aard is, dat wil zeggen dat de exploitatie van het horecabedrijf in eigen beheer is, maar de festiviteiten die in de inrichting plaatsvinden door externe organisatoren georganiseerd worden. Biedt de horeca-inrichting ruimte aan niet meer dan 2500 bezoekers dan wordt in het Rotterdamse vergunningstelsel gesproken over zalenverhuur. Gaat het om horeca-inrichtingen die meer dan 2500 bezoekers kunnen ontvangen, dan spreken we over grootschalige evenementen. De activiteiten die in dergelijke grote inrichtingen plaatsvinden hebben vooral een regionaal en vaak een nationaal of zelfs internationaal karakter. Onder deze activiteiten vallen onder andere beurzen, congressen, vergaderingen en grote feesten. Voor beide geldt dat omwille van de grote verscheidenheid aan activiteiten die kunnen plaatsvinden, exploitanten van feestzalen en van inrichtingen die zich richten op grootschalige evenementen over een goedgekeurd exploitatieplan dienen te beschikken (zie hieronder bij Exploitatieplan). Waterpijp (5.4) In toenemende mate wordt er in horeca-inrichtingen gelegenheid geboden om waterpijp te roken. Voor sommige horecaondernemingen is dit een zelfstandige en/of de belangrijkste activiteit geworden. Omdat de aanloop op dergelijke inrichtingen effect heeft op het woon- en leefklimaat, is dit dan ook binnen deze module als afzonderlijk te vergunnen activiteit opgenomen. Deze activiteit kan niet worden gecombineerd met het aanwezig hebben van kansspelautomaten. Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten (5.5) Wanneer een exploitant in zijn horeca-inrichting kansspelautomaten wil neerzetten is deze activiteit op de exploitatievergunning noodzakelijk. Hiernaast is een aparte aanwezigheidsvergunning (op basis van de Wet op de kansspelen) vereist. Op de 14

15 aanwezigheidsvergunning staat, behalve de gegevens van de horeca-inrichting, ook welke speelautomatenexploitant de kansspelautomaten beschikbaar stelt voor gebruik in de inrichting. Een aanwezigheidsvergunning is persoons- en inrichtingsgebonden en is voor onbepaalde tijd geldig. Om te voorkomen dat bezoekers van horeca-inrichtingen eenvoudig toegang hebben tot kansspelautomaten en daarmee het risico op gokverslaving te hoog wordt, mag niet zomaar in alle horeca-inrichtingen een kansspelautomaat worden geplaatst. Er moet sprake zijn van een hoogdrempelige 14 inrichting en er mogen maximaal twee kansspelautomaten aanwezig zijn. Er zijn openbare inrichtingen waar meer dan twee kansspelautomaten voor gebruik aanwezig kunnen zijn. Voor deze speelautomatenhallen is een afzonderlijke exploitatievergunning nodig. De exploitatievergunning speelautomatenhallen kan niet worden gecombineerd met een Dranken Horecawetvergunning. Er kan dus in een speelautomatenhal geen alcohol worden geschonken. Seksueel entertainment (5.6) Voor het toestaan dat gasten van een horeca-inrichting seksuele handelingen met elkaar verrichten is geen seksvergunning vereist. Ook het aanbieden van seksueel getint entertainment en/of het aanbieden van striptease / topless serveren kan met het hebben van deze activiteiten op een exploitatievergunning vergund worden. Afsluiten weddenschappen (5.7) Wanneer men een inrichting wil exploiteren waar men op een andere wijze kan gokken dan via kansspelautomaten, is een exploitatievergunning met deze activiteit vereist. Hiernaast is een vergunning van de Kansspelautoriteit noodzakelijk. Aanbieden amusement (5.8) Sommige horeca-inrichtingen richten zich hoofdzakelijk op het aanbieden van amusement, zoals pool- en dartcafés en arcade- en behendigheidspelhallen. Hiervoor is een exploitatievergunning vereist met deze activiteit. De activiteit Aanbieden van amusement kan niet worden gecombineerd met het aanwezig hebben van kansspelautomaten 14 Hoogdrempelige inrichting: een inrichting waarvoor een Drank- en Horecawetvergunning verleend is die nog rechtsgeldig is, het café- en restaurantbezoek op zichzelf staat (waarbij voor restaurants geldt dat men er maaltijden serveert) en de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder. 15

16 Exploitatiecategorieën De combinatie van activiteiten die in een horeca-inrichting worden aangeboden bepaalt in welke exploitatiecategorie de inrichting valt. Daarbij is relevant in hoeverre de activiteiten effect hebben op de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf. Hoe meer effect, des te zwaarder de exploitatiecategorie. Hoe zwaarder de categorie, des te zwaarder de toets bij vergunningverlening. Onderstaande volgt op de hierboven genoemde categorie van horeca die is vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht (categorie 0). Categorie A In aanvulling op de activiteiten die zijn vrijgesteld van de exploitatieplicht (categorie 0), één of meerdere van onderstaande activiteiten aanbieden: - een gevelterras exploiteren en/of een gevelterras exploiteren van meer dan 3m uit de gevel (bij horecabestemming of paracommercie en bijzondere objecten) - een overterras exploiteren - geopend zijn tussen uur (ochtend horeca) Categorie B In aanvulling op de activiteiten van categorie 0 of A, één of meerdere van onderstaande activiteiten aanbieden: - gelegenheid bieden tot het roken van rookwaar met gebruikmaking van waterpijpen - alcoholhoudende drank schenken - kansspelautomaten aanwezig hebben - afsluiten weddenschappen (anders dan met kansspelautomaten) - geopend zijn van /02.00 uur (indien mogelijk ook een terras tot dezelfde tijden) Categorie C In aanvulling op de activiteiten van categorie 0, A of B het aanbieden van: - meer dan achtergrondgeluid; of - vrije openings- en sluitingstijden (24 uur); en/of - gelegenheid bieden tot het verrichten van seksuele handelingen in een horeca-inrichting - het aanbieden van amusement, niet zijnde kansspelen Categorie D In aanvulling op de activiteiten van categorie 0, A, B of C het aanbieden van: - meer geluid produceren dan achtergrondmuziek; en - vrije openings- en sluitingstijden (24 uur); en/of - zalenverhuur (<2500 bezoekers) Categorie D+ In aanvulling op de activiteiten van categorie 0, A, B, C of D het beschikbaar stellen voor: - grootschalige activiteiten (>2500 bezoekers) 16

17 Kortlopende horeca-exploitaties De afgelopen jaren heeft tijdelijke, seizoensgebonden en pop-up horeca in Rotterdam een grote vlucht genomen. Leegstaande panden en parkeergarages, verlaten loodsen en tijdelijke gebouwen in parken en/of bijzondere locaties in de stad lenen zich bij uitstek voor creatieve ondernemers die horeca en evenement in elkaar laten overvloeien. Een reguliere exploitatievergunning biedt in veel van deze gevallen onvoldoende mogelijkheid om snel en flexibel te kunnen verlenen. Er zijn twee mogelijk om dit te ondervangen, door het afgeven van een evenementenvergunning of met behulp van een kortlopende exploitatievergunning. Inpandig, incidenteel - evenement Voor incidentele inpandige activiteiten op locaties waar geen horeca-inrichting is gevestigd, is het mogelijk om een evenementenvergunning aan te vragen. Indien de ondernemer tevens alcohol wil schenken, moet een ontheffing van de Drank- en Horecawet worden aangevraagd. Die ontheffing op basis van artikel 35 Drank- en Horecawet, geeft toestemming voor het schenken van zwak-alcoholische drank gedurende maximaal 12 aaneengesloten dagen. Met een evenementenvergunning is het mogelijk om per pand maximaal tien evenementen per jaar te organiseren van maximaal 12 dagen aaneengesloten. Deze tien-keer regeling geldt per pand en niet per aanvrager. Niet incidenteel, inpandig & buiten Een evenementenvergunning biedt niet altijd uitkomst. Wanneer de tijdelijke horeca de grenzen van een evenement, bijvoorbeeld omdat men langer dan 30 dagen wil exploiteren, overschrijdt, dan biedt de kortlopende exploitatievergunning in sommige gevallen uitkomst. De kortlopende exploitatievergunning geldt voor maximaal 6 maanden. Afgifte voor minder dan 6 maanden is eveneens mogelijk. De kortlopende exploitatievergunning kan voor alle exploitatiecategorieën worden aangevraagd. Voor deze vergunning geldt dezelfde wet- en regelgeving als voor de reguliere exploitatievergunning. Eisen en voorwaarden voor een kortlopende exploitatievergunning - de vergunning kan alleen worden aangevraagd voor panden waar geen strijdigheid met ruimtelijke ordening optreedt (of waar deze kan worden weggenomen) - indien vereist, dienen maatregelen te worden getroffen om de brandveiligheid te waarborgen. In de vergunningvoorschriften worden, voor zover mogelijk, structurele aanpassingen aan het pand beperkt. Het uitgangspunt is om gelijkwaardige, tijdelijke voorschriften op te nemen in de vergunning om de brandveiligheid te waarborgen - indien noodzakelijk wordt een geluids- en geurparagraaf met maatwerkvoorschriften opgenomen in de vergunning; - per pand kan jaarlijks maximaal 1 kortlopende exploitatievergunning voor de duur van maximaal 6 maanden worden aangevraagd per kalenderjaar, tenzij kortlopende vergunningen zijn afgegeven voor minder dan 6 maanden; - indien alcohol wordt geschonken, dient een Drank- en Horecawetvergunning aangevraagd te worden. Dit wordt meegenomen in de tijdelijke exploitatie-aanvraag; - het pand moet voldoen aan de eisen van bestaande bouw die voortvloeien uit het Bouwbesluit. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager van de vergunning om dit te 17

18 controleren. Mochten aanpassingen noodzakelijk zijn om aan de eisen te voldoen dan zoekt de aanvrager naar een gelijkwaardige oplossing, die ter beoordeling wordt voorgelegd aan de bouwinspecteur van het Cluster Stadsontwikkeling. Indien een gelijkwaardige oplossing niet mogelijk is en meer structurele aanpassingen een vereiste zijn, dient een bouwvergunning te worden aangevraagd en dat kan de aanvraagprocedure vertragen; - incidentele ontheffing van de sluitingstijden worden op een kortlopende vergunning niet toegekend (ontheffing van de geluidsnormen kan wel) Tijdelijke horeca in leegstaande panden en/of bijzondere objecten kan leiden tot een grotere impact op de directe omgeving. Gelet hierop wordt een meldingsplicht ingevoerd bij bepaalde activiteiten. De exploitant dient bij de politie van het betreffende district een maand van tevoren te melden dat één of meerdere van onderstaande activiteiten plaatsvinden: het produceren van geluid luider dan achtergrondmuziek; het beschikbaar stellen van de inrichting voor grootschalige activiteiten. Indien de horecaondernemer toch op kortere termijn activiteiten wil laten plaatsvinden, dan moet contact opgenomen worden met de politie van het betreffende district. Alleen als de politie positief adviseert en niet vreest voor ongeregeldheden, kan de activiteit daadwerkelijk plaatsvinden. Aangezien de kortlopende exploitatievergunning een aantal privileges met zich meebrengt (High trust), geldt daartegenover dat indien zich incidenten voordoen, direct de activiteiten gestaakt moeten worden (High penalty, zie hoofdstuk 6). Drank- en Horecawetvergunning Om alcoholhoudende drank te schenken kan niet worden volstaan met benoemen van deze activiteit in de exploitatievergunning. Hiervoor is ook een vergunning nodig volgens de Dranken Horecawet. In de meeste gevallen moeten bedrijven waar alcohol wordt geschonken dus zowel een exploitatievergunning als een Drank- en Horecawetvergunning hebben. Aan de verlening van een Drank- en Horecawetvergunning worden andere eisen gesteld dan bij de exploitatievergunning het geval is. Zo moet de inrichting aan bepaalde eisen voldoen, die in landelijke regels zijn vastgelegd. Ook moeten de leidinggevenden volgens de Drank- en Horecawet voldoen aan landelijk vastgestelde (zedelijkheids)eisen, zoals het beschikken over een Verklaring Sociale Hygiëne. U betaalt voor de behandeling van een aanvraag leges, naast die van een eventuele aanvraag exploitatievergunning. Aanvragen voor een exploitatie- en een Drank- en Horecawetvergunning worden zo veel mogelijk gecombineerd behandeld, zodat er geen tijdsverlies optreedt omdat over meerdere vergunningen een besluit moet worden genomen. Soms hoeft een exploitant niet te beschikken over een exploitatievergunning, wanneer hij alcohol wil schenken. Dit is bijvoorbeeld het geval bij paracommerciële inrichtingen. Zie hiervoor de paragraaf Exploitatievergunning of niet?. Slijterijen moeten voor de verkoop van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse altijd een Drank- en Horecavergunning hebben, maar hebben geen exploitatievergunning nodig. 18

19 Verkoop van sterke drank (slijtersfunctie) mag niet gecombineerd worden met schenken van drank (horecafunctie). De Drank- en Horecawetvergunning is persoons- en inrichtinggebonden en is voor onbepaalde tijd geldig. Exploitatieplan Behalve bij de aanvraag van een 24-uursvergunning is een exploitatieplan ook een vereiste bij de exploitatie van een feestzaal en voor grootschalige festiviteiten. Ook kan de verplichting om een exploitatieplan te hebben voortvloeien uit een bestuurlijke maatregel die de oplegt. Minimale eisen exploitatieplan Openbare orde en aantasting woon- en leefklimaat: - welke maatregelen worden getroffen om aantasting van de openbare orde en het woonen leefklimaat te voorkomen (hierbij kan worden gedacht aan toezicht in en om de inrichting, parkeerbegeleiding, wijze van instructie van personeel); - op welke wijze worden wapenbezit, drugshandel, drugsgebruik en andere strafbare feiten in de inrichting voorkomen; - welke maatregelen worden getroffen als toch overtredingen/strafbare feiten in de inrichting plaatsvinden; - als geluid wordt geproduceerd luider dan achtergrondmuziek moet een akoestisch rapport worden overlegd. Inrichtingseisen en bouwkundige rapporten: - documenten waarin de inrichtings- en bouwkundige eisen van de exploitatie zijn beschreven. Deurbeleid: - voor deelnemers aan het convenant Deurbeleid en de ondernemers die van plan zijn om volgens het convenant Deurbeleid te werken, maakt deurbeleid onderdeel uit van het exploitatieplan; - de huisregels van de inrichting worden opgenomen. Beveiliging en bewaking: - indien portiers in de inrichting werkzaam zijn, een plan waarin de inzet van particuliere beveiligers staat (inzettijden, aantal, taakomschrijving, etcetera); - in de Rotterdamse feestzalen/partycentra is beveiliging door portiers verplicht; in het exploitatieplan kan onderscheid worden gemaakt tussen inzet van portiers bij commerciële activiteiten en het al dan niet inzetten van portiers bij niet-commerciële activiteiten zoals bruilofts- of doopfeesten; indien sprake is van niet-commerciële activiteiten moet de inzet van portiers benoemd worden; 19

20 - bij inrichtingen met een 24-uursvergunning is aanwezigheid van camerabewaking verplicht. Proces van vergunningverlening De exploitatievergunning en voor zover deze nodig zijn voor de horeca-inrichting de Drank- en Horecawetvergunning en aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten worden digitaal aangevraagd via Mijn Loket en behandeld door directie Veiligheid van de gemeente. De aanvragen worden zo veel mogelijk gelijktijdig behandeld, zodat de aanvrager maar één aanvraagprocedure hoeft te doorlopen. Met behulp van een digitale handtekening via e- Herkenning kan de aanvrager zelfstandig en op het moment dat het hem uitkomt, zijn aanvraag invullen, de benodigde gegevens bijvoegen en deze opsturen. Bovendien betaalt hij of zij de verschuldigde leges zo mogelijk eveneens digitaal via ideal. Van de digitale aanvraag ontvangt de aanvrager altijd een ontvangstbevestiging. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer de aanvraag erg complex is en veel verschillende documenten moeten worden overgelegd, kan de gemeente de aanvrager verzoeken om zijn aanvraag toe te lichten en verder aan te vullen in een persoonlijk gesprek. De gemeente beoordeelt de aanvraag en bekijkt of alle benodigde stukken zijn ontvangen. Pas wanneer de aanvraag compleet is, wordt deze in behandeling genomen. Voor de behandeling van een vergunningaanvraag geldt een termijn van acht weken. Soms is echter langere tijd nodig, dan kan de behandeltermijn met nog eens acht weken worden verlengd. De aanvrager wordt hiervan altijd tijdig op de hoogte gesteld met behulp van een verdagingsbrief. De gemeente bewaakt de termijnen van vergunningverlening en wint advies in bij verschillende gemeentelijke diensten zoals Stadsontwikkeling (o.a. over bestemming, de bouwkundige staat van het horecapand en het terras), Stadsbeheer (objecten in de openbare ruimte, constateringen bij toezicht in het verleden), politie (o.a. over levensgedrag van personen en openbare orde), brandweer (brandveiligheid) en DCMR (o.a. over geluidsproductie) ten aanzien van bepaalde aspecten van de vergunningaanvraag. Een exploitatievergunning ziet in beginsel op de bescherming van de openbare orde en veiligheid en de invloed op het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca-inrichting. Een aanvraag voor een exploitatievergunning wordt getoetst op: moraliteit / levensgedrag van betrokken exploitanten en leidinggevenden; de Wet Bibob; bestemming; geldend (horeca)beleid (zie hoofdstuk drie: Balans in de wijk); brandveiligheid; bouwkundige veiligheid; inrichtingseisen (bij Drank- en Horecawetvergunning); milieueisen (geluid, op basis van het Activiteitenbesluit bij de Wet milieubeheer) kwaliteitseisen terrassen (hoofdstuk 4); Drank- en Horecawet (indien van toepassing); Wet op de Kansspelen (indien van toepassing); overlast en openbare orde. 20