Onderwerp : Verordening toeristenbelasting 2014

Transcriptie

1 Raadsvoorstel *Z0076F719D8* Aan de raad Documentnummer : INT Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verordening toeristenbelasting 2014 Inleiding Elk jaar stelt uw raad de belastingverordeningen voor het daarop volgende jaar vast. In verband hiermee ligt thans de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014 voor. Relatie met collegeprogramma In ons collegeprogramma voor (2010/26513) heeft ons college aangegeven zich in te spannen om het bestaande beleid ten uitvoer te brengen en waar mogelijk door te ontwikkelen. De belastingverordeningen zijn bestaand beleid en komen jaarlijks terug. Relatie met gemeentebegroting / budgetregels Het belastingtarievenbeleid is kaderstellend vastgelegd in de Financiële Kadernota , vastgesteld op 2 juli 2013 (INT ). Hierin is bepaald dat voor de verhoging van de tarieven van de gemeentelijke belastingen minimaal wordt uitgegaan van een jaarlijkse verhoging op basis van de prijsindexatie. Deze prijsindexatie is bij de meicirculaire gemeentefonds 2013 (UIT ) bekend gemaakt en bedraagt 1,6% voor Voor 2014 is voor de toeristenbelasting een opbrengst van ,- begroot. Relatie met regionale samenwerking De gemeente Beverwijk is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Cocensus, samen met de gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan en Wormerland. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ) en de heffing en invordering van diverse gemeentelijke belastingen ondergebracht. Per 1 januari 2014 treden ook de gemeenten Alkmaar, Bergen, Graft- de Rijp, Heerhugowaard, Langedijk, Schermer toe tot de gemeenschappelijke regeling Cocensus. Eerdere besluiten / bestaand beleid / nieuw beleid 2012/41152 verordening toeristenbelasting 2013 UIT brief aan uw raad inzake stand van zaken toeristenbelasting 2014 Motivering voorgesteld besluit Gelet op de indexering van de tarieven, eventuele wijzigingen in de modelverordening van de VNG en gewijzigde inzichten is het gebruikelijk om jaarlijks een nieuwe verordening vast te stellen. Daarbij heeft ons college uw raad bij de vaststelling van de toeristenbelastingverordening 2013 op 22 november 2012 toegezegd om te

2 onderzoeken of een andere heffingssystematiek voor de toeristenbelasting in Beverwijk tot de mogelijkheden behoort. Zoals wij uw raad bij brief van 7 mei 2013 (UIT ) hebben aangegeven, gaat de huidige verordening (2013) uit van een systematiek waarin de verblijfsbieder aangifte doet op basis van het aantal personen per nacht. Onderzocht is, of het mogelijk is om de toeristenbelasting op een andere wijze te kunnen heffen. Hieronder nogmaals een korte uiteenzetting van de in mei 2013 verzonden brief. Aanpassingen van het systeem Bij het aanpassen van de verordening toeristenbelasting zijn er twee knoppen waar aan gedraaid kan worden. 1. Aanpassing van de hoogte van de tarieven De hoogte van de vaste tarieven kan worden bijgesteld, evenals het aantal te onderscheiden categorieën. 2. Introduceren van een forfaitaire heffing Er kan een vast bedrag worden gerekend, op basis van (een onderbouwing van) een gemiddeld aantal overnachtingen. Aanpassen van de hoogte van de tarieven In de tarieven wordt op dit moment onderscheid gemaakt tussen twee categorieën: een basistarief van 1,15, met name van toepassing op campings en strandhuisjes, en een tarief voor hotels, hostels en pensions van 1,85. Deze tarieven zijn afgeleid van het eenheidstarief van 1,50 dat in 2012 werd geheven. Een belangrijk argument voor differentiatie was dat een vast tarief per persoon veel zwaarder drukt op de totale prijs van een campingovernachting dan van een hotelovernachting. Hieronder treft u een benchmark aan met de tarieven in ons omringende gemeenten. De meeste gemeenten maken gebruik van vaste tarieven in combinatie met een forfait. Het aantal tariefcategorieën bedraagt over het algemeen 1 tot 2. Het goedkoopste vaste tarief in Noord-Holland wordt geheven door de gemeente Opmeer (45 cent). Het duurste tarief is gemeente Ouder-Amstel, daar bedraagt de toeristenbelasting 2,61 per nacht. Gemeente Tarief Heemskerk 0,50 p.p.p.n. Bergen Forfait: 70,- (3 slaapplaatsen) - 280,- (>10 slaapplaatsen) 1,45 p.p.p.n. Forfait 210,- per jaar Castricum Hotels: 1,50 Overig: 1,25 Velsen Zandvoort Forfait: 50 nachten x 2 of 3 personen. Dus 150, ,- per jaar. 0,95 p.p.p.n. 2,00 p.p.p.n. Binnen de benchmark bevindt het Beverwijkse tarief voor campings en strandhuisjes zich in de middenmoot. Het tarief voor hotels en pensions ligt wat hoger. Procentueel tarief Er zijn enkele gemeenten die als tarief een vast percentage van de overnachtingsprijs hanteren. In Noord-Holland zijn dat onder andere Haarlemmermeer (6%), Amsterdam (5,5%) en Blaricum (4%). Dit heeft onder andere als voordeel dat de belasting in balans is met de totale prijs van de overnachting. Er zijn echter ook nadelen: - Omdat de heffing afhankelijk is van de omzet en niet van het aantal personen, is controle van de aangifte alleen mogelijk door middel van een boekencontrole. INT pagina 2

3 - Wijk aan Zee heeft een grote variatie aan accommodaties. Bij een percentage van de prijs ontstaan zeer grote verschillen in de hoogte van toeristenbelasting per persoon. Voorbeeld van tarieven bij een procentuele heffing van de omzet (betreft simulatie) Accommodatie Wijk aan Zee Hypothetisch tarief 3% p.p.p.n. Hotelkamer 1 persoon 90,- 2,70 Hotelkamer 2 personen 120,- 1,80 Pension 2 persoon 50,- 0,75 Camping 2 personen + tent 20,- 0,30 Strandhuisje 2 personen 250,- 3,75 Arbeidsmigrant 7,- 0,21 Introduceren van een forfaitaire heffing Het wordt in het algemeen aanbevolen de wijze van heffing zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de werkelijke bedrijfsvoering. Omdat verblijfsbieders die seizoensplekken verhuren normaal gesproken geen verblijfsregister bijhouden en de gasten niet elke nacht gebruik maken van hun plek is het aan te bevelen een forfait vast te stellen. In Beverwijk gaat het dan in ieder geval om (een deel van) de strandhuisjes en de campings. Een forfait kan op twee manieren worden vastgesteld: via statistisch verantwoord onderzoek Volgens een arrest van de Hoge Raad mag een forfait maximaal 25% afwijken van de werkelijkheid. Dit betekent dat voor elke soort seizoensplek onderzocht moet worden wat de gemiddelde bezetting is. De kosten van een dergelijk onderzoek zijn naar verwachting ca via vaststellingsovereenkomsten met de verblijfsbieders Vaststellingsovereenkomsten komen in overleg tussen verblijfsbieder en gemeente tot stand. Hierin wordt afgesproken hoeveel nachten per jaar een goed gemiddeld beeld geef van het werkelijke verbruik. Voor strandhuisjes zal de overeenkomst er dus anders uitzien dan voor campings. Conform de toelichting op de modelverordening wordt een forfaitaire heffing met name aanbevolen om de perceptiekosten laag te houden. Overleg ondernemers Nadat wij uw raad in mei 2013 hebben geïnformeerd over de stand van zaken rondom de voorbereidingen van de verordening toeristenbelasting 2014, zijn in mei en in juni gesprekken gevoerd met de verblijfsbieders van seizoensplaatsen (strandhuisjes en vaste kampeerplaatsen) om te bezien of er overeenstemming te bereiken was over een evenwichtige vaststellingsovereenkomst. Deze gesprekken zijn door de medewerkers als zeer constructief ervaren. Na tweemaal overleg te hebben gehad is tot een, voor een ieder acceptabel forfait gekomen. Het forfait is onder te verdelen in 4 soorten: - forfait voor vaste standplaatsen (2 personen, 40 nachten) - forfait voor seizoensplaatsen (2 personen, 40 nachten) - forfait voor vast standplaatsen voor niet-recreatief gebruik (1 persoon, 160 nachten). - forfait voor seizoensplaatsen voor strandhuisjes op het Noordzeestrand (2,5 personen, 18 nachten) Deze forfaits benaderen voor zover mogelijk de werkelijkheid. De hierboven genoemde forfaits zijn opgenomen in een zogenaamde vaststellingsovereenkomst. De overeenkomst is met alle ondernemers besproken en INT pagina 3

4 handelt alleen over de totstandkoming van het forfait. De vaststellingsovereenkomst dient dan ook in het licht van het forfait te worden bezien. Met de ondertekening van deze overeenkomst committeren partijen (de ondernemer en de belastinginspecteur) zich voor 5 jaar aan de wijze waarop het forfait tot stand is gekomen; het aantal personen per overnachting en het aantal overnachtingen. De uiteindelijke maatstaf van heffing, belastingplicht, tariefstelling etc. worden opgenomen in onderhavige verordening. In de verordening wordt ook een bepaling opgenomen dat ook wanneer de overeenkomst getekend is- een ondernemer kan opteren om aangeslagen te worden op grond van het werkelijke aantal overnachtingen. Het zgn. artikel Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing conform de VNG-model verordening. De door partijen ondertekende overeenkomst is in samenwerking met een jurist van de branchevereniging tot stand gekomen en wordt reeds een aantal jaren op deze wijze gebruikt. De overeenkomst doet recht aan de rechtspositie voor beide parijen. Voorstel Gelet op het bovenstaande stellen wij uw raad voor om de verordening toeristenbelasting 2014 op een aantal onderdelen te wijzigen. Forfait Wij stellen u voor om een forfaitaire heffing in de verordening toeristenbelasting 2014 op te nemen voor de vaste standplaatsen, seizoensplaatsen, vaste standplaatsen voor niet-recreatief gebruik en seizoensplaatsen voor strandhuisjes op het Noordzeestrand. Het toepassen van een forfaitaire heffing heeft ons inziens de voorkeur boven een andere systematiek, bijvoorbeeld een percentage van de omzet, omdat deze heffingsgrondslag een aantal nadelen met zich meebrengt. De controle van de aangifte van een dergelijke grondslag kan alleen worden gedaan door middel van een boekencontrole. Kennis van jaarstukken is dan een vereiste. Gelet op de variëteit in accommodaties in de gemeente ontstaan er bovendien zeer grote verschillen in de toeristenbelasting per persoon per overnachting. De voordelen van het toepassen van een forfaitaire heffing is dat de ondernemers niet meer verplicht zijn om een nachtverblijfregister bij te houden voor de overnachtenden op vaste standplaatsen en seizoensplaatsen. De ondernemers worden jaarlijks aangeslagen voor een vast aantal overnachtingen per seizoensplaats. Het forfait is bekend, alleen het tarief kan nog wijzigen. Wij stellen u voor om het volgende artikel in de verordening op te nemen: Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot: a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen en vaste seizoenplaatsen bepaald op 2; b. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op seizoens-, of toeristische plaatsen bepaald op 2; c strandhuisjes bepaald op 2,5; d mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste of seizoensplaatsen die niet voor recreatief gebruik worden ingezet, bepaald op Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt: a. in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 40; b. in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op 40: c. in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op 18: d. in geval van het eerste lid, sub d, bepaald op 160. INT pagina 4

5 3. In afwijking van de eerste twee leden wordt het forfait niet toegepast op verblijf in verhuureenheden, vakantieonderkomens en mobiele kampeeronderkomens, die niet door dezelfde persoon of personen worden gehuurd voor de gehele jaar- of seizoensperiode, doch steeds worden gehuurd door verschillende verblijfhoudenden voor een korte periode. Opteren voor een niet-forfaitaire heffing Hoewel de ondernemers wie het betreft, gezamenlijk tot dit forfait zijn gekomen, raden wij u aan om de mogelijkheid op te nemen om ondernemers voor het werkelijke aantal overnachtingen aan te slaan. Wij stellen u dan ook voor om het zogenaamde artikel Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing conform de VNG-modelverordening in de verordening op te nemen. Ook hier ligt de bewijslast bij de ondernemer en is het aan de ondernemer om aan te tonen dat het werkelijke aantal overnachtingen lager ligt dan het op grond van het forfait berekende aantal overnachtingen. Wordt; Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal. Tarief Wij stellen u tevens voor om de tariefsdifferentiatie zoals deze is opgenomen in de toeristenbelastingverordening 2013 te blijven hanteren. Zoals eerder genoemd heeft een benchmarkonderzoek in de regio uitgewezen dat de tarieven, zoals deze in 2013 in Beverwijk van kracht waren, marktconform zijn. Wij stellen u dan ook voor om deze tarieven voor 2014, eveneens gedifferentieerd op te nemen in de verordening. Bij een gelijk blijvend aantal overnachtingen kan de begrote opbrengst worden gerealiseerd. Het is dan niet noodzakelijk om de tarieven te indexeren zoals bij de financiële kadernota is bepaald. Hierbij dient te worden opgemerkt dat pas medio 2015 de gevolgen van de wijziging van onderhavige verordening zichtbaar zijn. De toeristenbelasting 2014 wordt immers na het belastingjaar opgelegd. Vrijstellingsbepaling Tijdens de behandeling van de verordening toeristenbelasting 2013 in november 2012 heeft uw raad geïnformeerd of het mogelijk zou zijn om kinderen, die in groepsverband met scholen naar Beverwijk afreizen, vrij te stellen van het betalen van toeristenbelasting. Deze vrijstelling zou als volgt geformuleerd kunnen worden: De belasting wordt niet geheven voor het verblijf door kinderen tot en met de 17- jarige leeftijd, en hun begeleiders of leerkrachten welk verblijf in georganiseerd educatief verband en onder leiding van een of meer meerderjarige begeleiders of leerkrachten plaatsvindt. Geschat wordt dat deze groep minder dan 1% van het totaal aan toeristenbelasting opbrengt. Een kanttekening bij deze vrijstellingsbepaling is, dat ondernemingen die een dergelijke groepsaccommodatie bieden, moeten kunnen aantonen dat de betreffende groepen onder deze vrijstellingsbepaling vallen. INT pagina 5

6 Wij stellen u voor om het vrijstellingsbepaling artikel als volgt te wijzigen; Was; Artikel 3 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf: 1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen; 2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Wordt; Artikel 4 Vrijstellingen 1. De belasting wordt niet geheven voor het verblijf: a. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen; b. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers; c. van kinderen tot en met de 17-jarige leeftijd, en hun begeleiders of leerkrachten welk verblijf in georganiseerd educatief verband en onder leiding van een of meer meerderjarige begeleiders of leerkrachten plaatsvindt. Verordening toeristenbelasting 2014 tekstueel Nu wordt voorgesteld om een forfaitaire heffingsgrondslag te introduceren, is het van belang om de verordening op een aantal punten te wijzigen. Wij stellen u voor om een artikel begripsomschrijving toe te voegen en zoals hier boven omschreven een tweetal artikelen over de forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing. Consequenties voorgesteld besluit Op basis van de besluitvorming door uw raad kan tot tijdige heffing en invordering van de toeristenbelasting worden overgegaan. Verdere procedure Na vaststelling van de Verordening toeristenbelasting 2014 door uw raad, wordt deze op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt en treedt de verordening in werking. Op grond van de door uw raad vastgestelde verordening zal ons college de Uitvoeringsregeling toeristenbelasting vaststellen. Hierin wordt onder andere het aangiftebiljet 2014 opgenomen evenals bepalingen omtrent de aangifte, meldingsplicht en nachtverblijfregister. INT pagina 6

7 Voorgesteld besluit en commissieadvies Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. Het advies van de commissie treft u aan in de beknopte besluitenlijst van de Raadscommissie. Beverwijk, 24 september 2013 burgemeester en wethouders van Beverwijk, de gemeentesecretaris, de burgemeester, mw. mr. A.L. Schölvinck J.F.C. van Leeuwen INT pagina 7

8 Raadsbesluit Documentnummer : INT Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verordening toeristenbelasting 2014 De raad van de gemeente Beverwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2013, nummer INT ; gehoord de Raadscommissie; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende verordening: verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2014 (Verordening toeristenbelasting 2014). Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn en gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden; verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, nietzijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden; vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode; vaste seizoensplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode; seizoensplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een

9 seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen wordt verwijderd, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode; Vaste of seizoensplaats niet-recreatief gebruik: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een jaar of het seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan die wordt ingezet ter huisvesting van arbeidsmigranten, woningzoekenden etc, waarbij geen sprake is van recreatief gebruik. toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens; verhuureenheden: vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens of verhuurde ruimten die door de eigenaar of exploitant worden verhuurd voor perioden korter dan een maand aan steeds wisselende personen; kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie; stacaravans: caravans die op een seizoens-, vaste seizoens- of jaarplaats op een kampeerterrein zijn neergezet om voor langere tijd als verblijfsplaats te dienen en die bestemd zijn voor en gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; strandhuisjes: bouwwerken op het Noordzeestrand, niet zijnde commercieel geëxploiteerde ruimten, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en recreatieve doeleinden. hotels, hostels en pensions: gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin ruimten voor het houden van verblijf met overnachting worden aangeboden tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. Artikel 2 Belastbaar feit Voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam toeristenbelasting een directe belasting geheven. Artikel 3 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikkingstaande ruimten, dan wel op hem ter beschikking staande terreinen. 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene voor wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt. 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt. Artikel 4 Vrijstellingen 1. De belasting wordt niet geheven voor het verblijf: a. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen; b. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers; INT pagina 2

10 c. van kinderen tot en met de 17-jarige leeftijd, en hun begeleiders of leerkrachten welk verblijf in georganiseerd educatief verband en onder leiding van een of meer meerderjarige begeleiders of leerkrachten plaatsvindt. Artikel 5 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten. Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot: a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen en vaste seizoensplaatsen bepaald op 2; b. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op seizoens-, of toeristische plaatsen bepaald op 2; c strandhuisjes bepaald op 2,5; d mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste of seizoensplaatsen die niet voor recreatief gebruik worden ingezet, bepaald op Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt: a. in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 40; b. in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op 40: c. in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op 18: d. in geval van het eerste lid, sub d, bepaald op In afwijking van de eerste twee leden wordt het forfait niet toegepast op verblijf in verhuureenheden, vakantieonderkomens en mobiele kampeeronderkomens, die niet door dezelfde persoon of personen worden gehuurd voor de gehele jaar- of seizoensperiode, doch steeds worden gehuurd door verschillende verblijfhoudenden voor een korte periode. Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal. Artikel 8 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per overnachting per persoon 1, In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting bij verblijf in hotels, hostels en pensions, 1,85 per persoon per overnachting. Artikel 9 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 10 Wijze van heffing 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. 2. Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld. INT pagina 3

11 Artikel 11 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid en in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is een voorlopige aanslag welke is opgelegd voor de elfde maand van het belastingjaar, invorderbaar zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het belastingjaar overblijven. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 12 Aanmeldingsplicht 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij of zij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de Inspecteur zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a van de Gemeentewet. 2. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is. Artikel 13 Registratieplicht 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtregister. 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar. 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister. 4. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6. Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting. Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De verordening Toeristenbelasting 2013 (2012/41152) van 6 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2014'. Beverwijk, de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, INT pagina 4