VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET"

Transcriptie

1 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 VLAAMS PARLEMENT Zitting april 1999 ONTWERP VAN DECREET betreffende sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening VERSLAG namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer Erik Matthijs 3252

2 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 2 Samenstelling van de commissie : Voorzitter : de heer Gilbert Vanleenhove. Vaste leden : de heer Jos De Meyer, mevrouw Mia De Schamphelaere, de heren Erik Matthijs, Freddy Sarens, Gilbert Vanleenhove ; de heer Roland Deswaene, mevrouw Marleen Vanderpoorten, mevrouw Sonja Van Lindt ; de heer René Swinnen, mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh, de heer André Van Nieuwkerke ; de heren Pieter Huybrechts, Joris Van Hauthem ; de heer Kris Van Dijck ; de heer Ludo Sannen. Plaatsvervangers : mevrouw Sonja Becq, de heer Paul Deprez, mevrouw Kathleen Helsen, mevrouw Maria Tyberghien-Vandenbussche, mevrouw Mieke Van Hecke ; de heren Ward Beysen, Karel De Gucht, André Denys ; de heer Patrick Hostekint, mevrouw Anne Van Asbroeck, de heer Robert Voorhamme ; de heren Emiel Verrijken, Frans Wymeersch ; de heer Chris Vandenbroeke ; mevrouw Cecile Verwimp-Sillis. Zie : 1362 ( ) Nr. 1 : Ontwerp van decreet Nr. 2 : Amendementen

3 3 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 INHOUD Blz. I. Inleiding door de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken II. Algemene bespreking III. Artikelsgewijze bespreking IV. Stemming over het geheel TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE

4 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 4 DAMES EN HEREN, De Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid besprak op 24 maart 1999 het ontwerp van decreet betreffende sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. I. Inleiding door de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken De minister verklaart dat het ontwerp van decreet betreffende sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening zijn ontstaansgeschiedenis heeft op het einde van 1997, toen het Rekenhof een aantal opmerkingen formuleerde bij de werking van en de relatie tussen de Universiteit Gent, m.n. de Vlerick School voor Management, dat tot de universiteit behoort met het statuut van faculteit, en het Instituut Vlerick voor Management, dat een autonome instelling van openbaar nut is. In haar verslag merkte het Rekenhof op dat de overdracht van de postacademische vorming van de Universiteit Gent naar het Vlerickinstituut onder meer in strijd is met de bepalingen van het dienstverleningsdecreet van 22 februari Er werd vastgesteld, aldus de minister, dat de Universiteit Gent geen afstand kon doen van een deel van haar decretale opdracht, namelijk het verstrekken van academisch onderwijs, meer bepaald postacademische vorming. Deze postacademische vorming maakt een integrerend deel uit van het academisch onderwijs. De Universiteit Gent kon bezwaarlijk stellen dat ze niet in de mogelijkheid verkeerde de postacademische vorming voor de vakgebieden management en bestuurskunde zelf te organiseren. Verder waren er opmerkingen inzake de uitreiking van getuigschriften, toewijzing van contracten en de inschakeling van academisch personeel bij het Vlerickinstituut. De minister vervolgt dat er op deze vrij fundamentele opmerkingen van het Rekenhof twee beleidsantwoorden mogelijk waren. Ofwel kon men de activiteiten van de Vlerick School voor Management volledig integreren in de universiteit, ofwel kon men deze school afsplitsen van de universiteit en een eigen statuut geven aan het onderwijs, het onderzoek en de dienstverlening. In de gesprekken die in de zomer van 1998 hierover werden gevoerd, is een consensus gegroeid over het tweede model. De Vlerick School is een erg belangrijke opleidingsinstantie in het Vlaamse economische gebeuren met een grote inbedding in het Vlaamse bedrijfsleven. Om toe te laten haar rol optimaal te spelen moet de Vlerick School een zekere autonomie kunnen ontwikkelen. Op die manier kan haar historische rol volledig worden gevaloriseerd. Op basis van dit uitgangspunt werd een overeenkomst afgesloten tussen de Universiteit Gent en het Vlerickinstituut. Binnen de universiteit werd een deel van de onderwijsactiviteiten geïntegreerd in de hervormde faculteit Economie en Bedrijfskunde. Tussen de Universiteit Gent en het Vlerickinstituut kon een samenwerkingsakkoord tot stand worden gebracht dat de inschakeling van leden van het academisch personeel van de UG regelt. De minister vervolgt dat in dit debat bij de overheid het besef groeide dat er in Vlaanderen nood is aan managementsopleidingen van internationaal niveau, die op een flexibele manier kunnen inspelen op de behoeften van de markt en dat daartoe de bestaande Vlaamse expertise moet worden gebundeld. Vanuit dit besef ontstond de idee om de Vlerick School om te vormen tot een autonoom interuniversitair instituut, waarbij de overheid tegelijk zicht blijft houden op de kwaliteit en het academisch niveau van zo n instelling. Door dit ontwerpdecreet worden de opleidingscapaciteit en de expertise inzake managementswetenschappen die aan de verschillende Vlaamse universiteiten bestaan, gebundeld zodat er een Vlaams interuniversitair initiatief ontstaat met internationale ambitie. De Vlerick School voor Management moet daarbij ook streven naar samenwerkingsverbanden met binnen en buitenlandse instellingen, actief op het gebied van managementswetenschappen. Op basis hiervan, zo licht de minister verder toe, werd vervolgens een akkoord gesloten met de KU Leuven. Het is echter duidelijk dat ook aan andere Vlaamse universiteiten nog belangrijke complementaire expertise aanwezig is. De Vlaamse regering heeft terzake nooit exclusieven willen stellen. Wel heeft zij steeds benadrukt dat de overheid dit niet als een schoonmoeder aan een autonome instelling, die op een vrije markt wil opereren, moet opleggen. Wel moet zij de voorwaarden realiseren opdat de Vlaamse universiteiten en Vlerick zelf samen tot een zo optimaal mogelijke constructie komen. Het ontwerpdecreet is in die geest opgebouwd. Het weerspiegelt de uitdrukkelijke wil van de decreetgever om, teneinde een managementsschool te creëren die aan het Vlaamse bedrijfsleven een zo kwalitatief mogelijk aanbod moet aanbieden en die haar internationale ambities kan waarmaken, vanuit de zwaartepunten in elke Vlaamse universiteit op dit vakgebied de expertise te bunde-

5 5 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 len. Geen particularistische argumenten van welke aard ook kunnen aangevoerd worden om deze uitdrukkelijke intentie aan te vechten of te negeren. De memorie van toelichting laat hierover geen enkele twijfel bestaan. De minister stelt dat hij tevreden is met het amendement van de meerderheid hieromtrent. Dit amendement wil dit verder aanscherpen door de Vlaamse regering expliciet te mandateren in de beheersovereenkomst dit te evalueren en zo nodig de hoogte van de subsidie te relateren aan de mate waarin de instelling er inderdaad in slaagt de bundeling van expertise aan Vlaamse universiteiten te realiseren. Overigens geldt deze redenering uiteraard voor elk van de drie instellingen in dit ontwerpdecreet. Dit ontwerpdecreet voorziet, aldus de minister, naast de Vlerick School voor Management ook in de regelgeving voor twee andere instellingen van openbaar nut om postinitieel onderwijs te regelen. De oprichting van het interuniversitair instituut voor ontwikkelingsbeleid- en beheer werd reeds voorzien in het universiteitendecreet van Het was toen reeds de bedoeling dat het "College voor de Ontwikkelingslanden", nu nog verbonden aan het RUCA, zou vervangen worden door een Vlaams Interuniversitair Instituut. Dit ontwerpdecreet wil hieraan uitvoering geven door het Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer (IOB) op te richten. Het College voor de Ontwikkelingslanden gaat op in deze nieuwe structuur, die moet worden opgericht door ten minste drie universiteiten. Ook hier beoogt de overheid de expertise die aanwezig is bij de verschillende Vlaamse universiteiten, in dit geval de expertise inzake de studie van de ontwikkelingsproblematiek, te bundelen, meer specifiek voor wat de economische, sociale en politieke aspecten betreft. De derde instelling die deel uitmaakt van dit ontwerpdecreet is het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Dit instituut is door haar samenwerkingsverbanden met de Vlaamse universiteiten een soort interuniversitair instituut geworden dat postacademisch onderwijs aanbiedt. De basisfinanciering van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, zowel voor de werking als voor de investeringen, is nu reeds opgenomen in het universiteitendecreet. Ook voor het Instituut voor Tropische Geneeskunde geldt nu het principe van verantwoording via een beheersovereenkomst waarin toezicht op de kwaliteit centraal staat. Dit ontwerpdecreet regelt, zo stelt de minister, de oprichting van het IOB de beide andere instellingen voor openbaar nut bestaan reeds -, de erkenning van de opdracht en dat deel van de activiteiten van deze drie instellingen dat betrekking heeft op postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening, de voorwaarden voor erkenning van de diploma s, de kwaliteitszorg en de voorwaarden voor subsidiëring middels een beheersovereenkomst. De minister onderstreept dat het geenszins de bedoeling is drie nieuwe kleine universiteitjes op te richten, maar de activiteiten van drie waardevolle instellingen te valoriseren. Deze drie instellingen kunnen niet bestaan los van de universiteiten, aangezien ze voor de recrutering van hun professoren beroep moeten doen op de Vlaamse universiteiten via samenwerkingsakkoorden. Voor heel wat andere aspecten behouden ze een ruime autonomie, noodzakelijk om op een competitieve internationale opleidingsmarkt van hoog niveau te opereren. Het ontwerpdecreet onthoudt zich van al te verregaande regulering en behoudt een zekere afstandelijkheid. Het is niet de bedoeling dat de overheid zich gaat bemoeien met het dagelijkse beheer van zo n instelling maar wel dat ze de instelling stuurt via de kwaliteit en de doelmatigheid van de verschillende opleidingen. In de beheersovereenkomst, die één van de subsidiëringsvoorwaarden is, worden er onder meer afspraken gemaakt omtrent de opleidingen die de instellingen in het kader van dit decreet kunnen aanbieden. De hoogte van de subsidies zal afhankelijk worden gemaakt van een aantal criteria. Zo bestaat er een verband tussen enerzijds het aantal ingeschreven studenten in een opleiding en het aantal afgeleverde diploma s en anderzijds de hoogte van de subsidiëring. Belangrijkste element in deze beheersovereenkomst is echter de kwaliteit van de door de instellingen geleverde prestaties. En zoals gesteld zal ook het reële interuniversitaire karakter in de beheersovereenkomst en de vaststelling van de subsidie worden geëvalueerd. Naast het sluiten van een beheersovereenkomst dient elke instelling om de vijf jaar een externe audit over het beheer van de instelling te laten uitvoeren. Verder dienen de inrichting van de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening zo veel als mogelijk te worden afgestemd op die van de universiteiten om een optimale vergelijkbaarheid te bereiken. De Vlaamse overheid zal toekijken op de doelmatige aanwending van de middelen via de beheersovereenkomst en de externe audit. De minister besluit dat dit een belangrijk decreet is. Het wil een zekere erkenning geven aan waardevolle opleidingen op postinitieel niveau. Tegelijk vertrekt het van een afstandelijke benadering van bestuur, waarbij de overheid zich niet moeit met al-

6 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 6 lerlei aspecten van intern beheer, maar aanstuurt op de fundamentele aspecten van kwaliteit, interuniversitaire samenwerking en doelmatige aanwending van middelen. II. Algemene bespreking A. Algemene opmerkingen Alle sprekers laten zich namens hun respectieve fracties positief uit over het ontwerp van decreet. De heer Erik Matthijs stelt dat het voorliggend ontwerp van decreet een zeer evenwichtig, toekomstgericht en doordacht voorstel is, dat in de toekomst enorme mogelijkheden biedt voor de betreffende instellingen van openbaar nut. Alle mogelijke vormen van samenwerking, van bijeenbrengen van kennis en ervaring moeten leiden naar een internationale uitstraling van de betrokken instellingen. Het ontwerpdecreet biedt bovendien belangrijke perspectieven voor krachtenbundeling die de toonaangevende rol in het postinitieel universitair onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening moet garanderen. De spreker vervolgt dat de Universiteit Gent gekozen heeft om de Vlerick School voor Management af te splitsen van de universiteit en een eigen statuut te geven aan het onderwijs, het onderzoek en de dienstverlening. De Vlerick School is een belangrijke opleidingsinstantie in het economisch gebeuren die, zoals de memorie van toelichting omschrijft, grote inbedding kent in het Vlaams bedrijfsleven en een gerenommeerde instelling is. De autonomie is hier op zijn plaats omdat in Vlaanderen de nood blijft aan managementopleidingen van internationaal niveau die op een soepele manier kunnen inspelen op nieuwe behoeften. Het is zijns inziens belangrijk dat alle Vlaamse expertise daartoe wordt gebundeld en in het toekomstige beleid aldus aangehouden blijft. De CVP-fractie steunt het voorstel om te komen tot een autonoom interuniversitair instituut waarbij de overheid zicht blijft houden op de kwaliteit en het academisch niveau van deze instelling. De expertise inzake managementopleidingen en -wetenschappen die aan de verscheidene Vlaamse universiteiten bestaan, worden op deze manier gebundeld in een Vlaams interuniversitair initiatief dat internationale ambitie heeft en deze ook zal waarmaken. De heer Matthijs is van mening dat er wel samenwerkingsverbanden moeten komen met zowel binnen- als buitenlandse instellingen die knowhow hebben op het gebied van managementwetenschappen. Dit zullen akkoorden zijn met andere universiteiten die een complementaire expertise hebben. Zijn fractie staat volledig achter de opbouw van een zo optimaal mogelijke constructie. In die geest is het ontwerpdecreet ook opgebouwd. Hij verklaart dat de meerderheidsfracties een amendement zullen indienen om een zo kwalitatief mogelijk aanbod te bekomen vanuit elke Vlaamse universiteit die op dit vakgebied voldoende expertise aantoont. Dit amendement strekt ertoe om de regering te machtigen de beheersovereenkomst in die zin te evalueren en ook te relateren met de hoogte van de subsidies. Dit geldt voor alle instellingen die in dit ontwerpdecreet worden behandeld. Eenzelfde krachtenbundeling moet er volgens de spreker tot stand worden gebracht voor het Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer. Dit werd reeds voorzien in het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Voor de derde instelling die deel uitmaakt van het ontwerpdecreet, het Instituut voor Tropische Geneeskunde, gelden volgens de spreker dezelfde principes van bundeling van expertise, aanwezig in de verschillende Vlaamse universiteiten. Dit Instituut heeft op vele gebieden wereldfaam verworven, wat volgens zijn fractie moet worden bestendigd. De heer Matthijs besluit dat de ruime autonomie die de drie instellingen krijgen, hen in staat moet stellen hun opdracht optimaal te definiëren en te vervullen. Bovendien moet dit zorgen voor een internationale uitstraling en voor het aanbod van een hoogkwalitatieve opleiding. De beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid en de hiermee gepaard gaande subsidiëring moeten bijdragen tot het maatschappelijk draagvlak en de waardering van deze opleidingen voor postinitieel onderwijs. antwoord van de minister De minister noteert bij alle fracties een positieve benadering van het ontwerpdecreet. Hij wenst vooraf te onderstrepen dat het decreet enkel regelt wat moet geregeld worden. De autonomie van de

7 7 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 instellingen wordt maximaal gerespecteerd waardoor zij voor eigen initiatief moeten instaan. Hij gaat akkoord met de bezorgdheid van de heer Matthijs omtrent het behoud van de expertise die men in Vlaanderen heeft opgebouwd. Hij komt tegemoet aan diens bekommernis dat de universiteiten die over de nodige deskundigheid beschikken, niet zouden worden uitgesloten en onderschrijft het doel om te komen tot een grotere internationale uitstraling. B. De plaats van de hogescholen De heren Freddy Sarens en Gilbert Vanleenhove hebben twee bijkomende vragen vanuit de positie van de hogescholen. Deze werden immers in het ontwerpdecreet niet expliciet opgenomen in de samenwerkingsakkoorden, maar kunnen wel onderwijzend personeel inzetten in de betrokken instellingen. Ten eerste vragen zij wat de mogelijkheden zijn voor de hogescholen die op één van deze vlakken expertise hebben opgebouwd. Kunnen zij opgenomen worden in de samenwerkingsovereenkomsten? Een tweede vraag betreft de uitreiking door sommige hogescholen van MBA-diploma s. Kunnen zij dit blijven doen? Mevrouw Cecile Verwimp-Sillis vraagt dat zowel alle hogescholen als alle universiteiten moeten kunnen participeren in de samenwerking met de drie betrokken instellingen. Zij vraagt hieromtrent een bevestiging van de minister. antwoord van de minister De minister antwoordt omtrent de rol van de hogescholen dat het ontwerpdecreet op de eerste plaats een problematiek wil regelen die aan de universiteiten bestond. Dat historisch gebeuren dient mee in rekening te worden gebracht. De instellingen hebben een openheid om samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten met hogescholen. Dit behoort tot de autonomie van deze instellingen. De toelatingsvoorwaarden voor studenten blijven bijvoorbeeld dezelfde als voor de voortgezette academische opleidingen, VAO s. Dit wil zeggen dat ook hogeschoolstudenten van een opleiding van twee cycli toegang hebben. Artikel 14 gaat over de subsidiëringsvoorwaarden van de instellingen in kwestie die door de overheid worden opgelegd. Dit is het enige wat de overheid oplegt. Artikel 14, 2, laatste lid, is bovendien ruimer dan wat het hogescholendecreet voorziet. Leden van het onderwijzend personeel van een hogeschool kunnen daarmee in de instellingen worden ingezet. Dit wijst aan dat men tot samenwerking kan komen. Hij besluit dat er op bepaalde terreinen geen monopolie wordt gecreëerd voor bepaalde universiteiten. Universiteiten en hogescholen die zich niet wensen te integreren in deze instellingen, kunnen in ieder geval op bepaalde vakgebieden hun VAO s blijven organiseren met alle consequenties, zoals onder meer diploma-uitreiking, vandien. Deze opleidingen kunnen dus blijven bestaan. C. Het Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer Mevrouw Cecile Verwimp-Sillis vraagt m.b.t. het Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer, IOB, of de structuur van deze nieuwe instelling vergelijkbaar is met deze van bv. het VIB. Deze instelling heeft een louter overkoepelende structuur waarbij de werking zelf aan de universiteiten gebeurt. Verder vermeldt zij enerzijds dat de VLIR, die een belangrijke partner zal zijn voor het IOB, tot op heden een bevoorrechte partner was van het ABOS. En anderzijds merkt zij op dat de Vlaamse Gemeenschap via o.m. universitaire samenwerking een ontwikkelingsbeleid voert. Zij vraagt hoe de samenwerking tussen het IOB en het ABOS zal verlopen en welke band er zal zijn tussen het IOB en het ontwikkelingsbeleid van de Vlaamse Gemeenschap via de universiteiten. Er is immers in dit kader overleg nodig om een zinvol beleid uit te tekenen. In dit kader vraagt zij ook wat de band zal zijn tussen het Instituut voor Tropische Geneeskunde en de reguliere ontwikkelingssamenwerking. De heer Kris Van Dijck gaat verder in op de opmerkingen van mevrouw Verwimp-Sillis omtrent het ontwikkelingsbeleid. Hij verwijst naar de resolutie van het Vlaams Parlement inzake de staatshervorming waarin gepleit wordt voor meer Vlaamse verantwoordelijkheid, onder meer inzake ontwikkelingshulp. In die zin is hij verheugd met de oprichting van het IOB. Omtrent het IOB wenst de spreker te vernemen waarom er voor deze oprichting minstens drie universiteiten nodig zijn, terwijl voor de andere instellingen er minstens twee moeten zijn. Bovendien vraagt hij of er, zoals voorzien in artikel 15, reeds afspraken werden gemaakt om vanuit het federale niveau financieel bij te dragen.

8 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 8 antwoord van de minister De minister licht toe dat er vandaag ook al een band bestaat tussen het vroegere ABOS, vandaag het BTC, en het IOB. Het BTC komt bijvoorbeeld tussen in het verlenen van beurzen in ontwikkelingslanden. Deze samenwerking wordt voortgezet. Bovendien is ontwikkelingssamenwerking geen bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap waardoor de vernoemde instellingen sowieso overleg zullen hebben met elkaar. Het beleid van de Vlaamse Gemeenschap inzake ontwikkelingshulp via de universiteiten verandert op zich niet. In de raad van bestuur van het IOB zit bovendien een afgevaardigde van de minister van Onderwijs en een afgevaardigde van het BTC. De minister zal er in ieder geval voor zorgen dat zijn afgevaardigde iemand is die zowel competent is op het onderwijsvlak als inzake ontwikkelingshulp. Het gaat hier om de secretaris-generaal van de VVOB. Aangaande het aantal universiteiten die het IOB zullen oprichten, antwoordt de minister dat het gaat om de drie Antwerpse universiteiten die zich vandaag bezig houden met de studie van de ontwikkelingsproblematiek. Het gaat om een oprichtingscriterium waarbij deze drie universiteiten in het kader van het éénmakingsproces van de UA, verplicht zijn samen te werken. Het gaat hier bovendien om een fysieke bundeling van de krachten. Daarbovenop kunnen nog andere universiteiten meedoen als volwaardige partners in de samenwerkingsovereenkomst. Het IOB beoogt immers alle bestaande universitaire expertise te bundelen. Het is aan de universiteiten zelf om te beslissen hoe en in welke mate dit gebeurt. E. Andere de mogelijkheid van naamsverandering De heer Karel De Gucht merkt op dat in de memorie van toelichting vermeld staat dat de instellingen hun naam kunnen wijzigen. Deze bepaling werd niet opgenomen in het ontwerpdecreet. De spreker meent dat dit kan leiden tot een onzekere rechtssituatie. Bovendien vraagt hij zich af of een naamsverandering wel positief is, zonder inspraak van het parlement. De vermelding van namen van universiteiten in de namen leidt er immers toe dat andere universiteiten niet geneigd zullen zijn om samen te werken. Over de opmerking m.b.t. de naamsverandering repliceert de minister dat hij hier geen probleem in ziet. Er zijn reeds precedenten geweest in andere decreten. Hij verwijst daarbij naar het selectiecentrum voor de aanwerving van personeel van overheidsinstellingen. Het bestuursorgaan moet de vrijheid hebben een andere naam te kiezen. De vermelding in de memorie van toelichting geeft enkel aan dat dit moet kunnen. de beperkte startsubsidie Mevrouw Mia De Schamphelaere is zeer tevreden dat alle praktische expertise die omtrent het ontwikkelingsbeleid in Vlaanderen is opgebouwd, samengebracht wordt in één interuniversitaire instelling. Dit kan effectief bijdragen tot het tot stilstand brengen van de economische migratiestructuur in de wereld. Zij merkt hierbij op dat de opstartsubsidie van de instellingen, zoals vermeld in artikel 18, en meer bepaald deze van het IOB dat een totaal nieuwe instelling is, zeer beperkt is. Het is zelfs kleiner dan wat momenteel bijvoorbeeld het College voor Ontwikkelingssamenwerking alleen krijgt. Zij vreest dat dit tot gevolg zal hebben dat andere instellingen minder snel geneigd zullen zijn om mee te werken. Bovendien zou een latere eventuele negatieve evaluatie enkel te wijten kunnen zijn aan deze beperkte opstartmiddelen. Op de vraag van mevrouw De Schamphelaere omtrent de beperkte startsubsidie antwoordt de minister dat de Vlaamse regering voor het lopende jaar de middelen voor het IOB met de komende begrotingscontrole zal verhogen met 12,5 miljoen frank om de werking te verzekeren. Het gaat hier om een recurrente verhoging van de werkingssubsidie. Men zal verder moeten afwachten of de bundeling van de krachten bij de drie instellingen later tot financiële consequenties zal leiden. de term "post-initieel onderwijs" Mevrouw Cecile Verwimp-Sillis is van mening dat de term post-initieel onderwijs een contradictie inhoudt en niet volledig de lading dekt. Het in dit decreet voorgestelde onderwijs is een vorm van post-academisch onderwijs. Alles wat na het kleuteronderwijs komt, is volgens de spreker te vatten onder de noemer post-initieel. Daarom stelt zij voor deze term in het ontwerpdecreet te verduidelijken. Zij verwijst tevens naar het advies van de Raad van State waarin eveneens voorgesteld wordt deze term in het decreet te definiëren.

9 9 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 De minister weerlegt de opmerkingen omtrent de term postinitieel onderwijs. Het gaat om postinitieel hoger onderwijs, wat een ruimer begrip is dan bvb. postacademisch of voortgezet onderwijs. De term postinitieel hoger onderwijs duidt op al het onderwijs dat na het eerste diploma hoger onderwijs kan worden georganiseerd. Men wil met deze terminologie bovendien de indruk vermijden dat men kleine universiteitjes zou willen creëren. III. Artikelsgewijze bespreking HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen Artikelen 1 tot 3 Bij deze artikelen worden geen opmerkingen geformuleerd. De artikelen worden unaniem aangenomen met 12 De minister antwoordt dat deze regeling analoog is met deze aan de universiteiten. Men heeft er voor geopteerd dezelfde constructie aan te houden. Het artikel wordt unaniem aangenomen met 12 Artikel 7 Bij dit artikel worden geen opmerkingen geformuleerd. Het artikel wordt unaniem aangenomen met 12 HOOFDSTUK III Erkenning Artikelen 8 tot 13 Bij deze artikelen worden geen opmerkingen geformuleerd. De artikelen worden unaniem aangenomen met 12 HOOFDSTUK II Oprichting Artikelen 4 en 5 Bij deze artikelen worden geen opmerkingen geformuleerd. De artikelen worden unaniem aangenomen met 12 Artikel 6 De heer Kris Van Dijck merkt op dat de Raad van Bestuur van het IOB onder meer zal bestaan uit hoogleraren die een voltijdse leeropdracht hebben aan het IOB en twee vertegenwoordigers van het overige ZAP-personeel dat werkzaam is aan het IOB. Dit leidt tot een ongezonde situatie waarbij deze vertegenwoordigers zichzelf zullen moeten evalueren. HOOFDSTUK IV Subsidiëring Artikel 14 De heer Karel De Gucht dient bij dit artikel twee amendementen in (Stuk 1362 ( ) Nr. 2). Het eerste amendement strekt ertoe in 2, eerste lid, op de eerste regel, het woord "twee" te vervangen door het woord "drie". De heer Karel De Gucht stelt dat de huidige bepaling een bestaande situatie bevestigt. Door de vereiste partners voor samenwerking op drie te brengen wordt een incentive gegeven. Een tweede amendement strekt ertoe aan 2, eerste lid, toe te voegen wat volgt : "Elke instelling kan tevens een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met één of meerdere Belgische universiteit(en) die niet ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap en/of buitenlandse universiteiten. Deze samenwerkingsovereenkomsten worden ter goed-

10 Stuk 1362 ( ) Nr keuring voorgelegd aan de Vlaamse regering.". De heer Karel De Gucht licht toe dat een samenwerking met buitenlandse universiteiten en/of universiteiten van andere gemeenschappen in België niet voorzien is in het decreet terwijl dit de logica zou moeten zijn. Een subamendement van de heer Kris Van Dijck op het tweede amendement van de heer Karel De Gucht strekt ertoe in de voorgestelde tekst de zinsnede "één of meerdere Belgische universiteit(en) die niet ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap en/of buitenlandse universiteiten" te vervangen door de zinsnede "één of meer universiteiten die niet ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap" (Stuk 1362/2). Een amendement van mevrouw Mia De Schamphelaere en de heer Robert Voorhamme strekt ertoe in 2, eerste lid, na de eerste zin, de volgende zin in te voegen : "Een instelling mag een beargumenteerde vraag van een andere universiteit die expertise bezit op het betreffende vakgebied, tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst niet om oneigenlijke redenen weigeren." (Stuk 1362/2). Mevrouw Mia De Schamphelaere licht toe dat het ontwerpdecreet poogt om de in Vlaanderen aanwezige expertise op de betreffende vakgebieden te bundelen. Buiten de oprichtende universiteiten en de twee universiteiten waarmee ingevolge de eerste zin van artikel 14, 2, een samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten, kunnen er nog andere universiteiten zijn die expertise op het vakgebied in kwestie bezitten en die deze in de instelling wensen te valoriseren. Elke Vlaamse universiteit dient het recht te hebben om daartoe een samenwerking met de instelling aan te gaan. Het amendement heeft tot doel te verhinderen dat een instelling een dergelijke, beargumenteerde vraag omwille van particularistische of opportunistische redenen van welke aard ook zou kunnen weigeren. Zij reageert op het amendement van de heer De Gucht om het minimum aantal te verhogen tot drie dat zij de samenwerking niet als constitutieve voorwaarde willen beschouwen. Een samenwerking begint nu eenmaal vanaf twee partners. Een subamendement van de heer Karel De Gucht op het amendement van mevrouw Mia De Schamphelaere en de heer Robert Voorhamme strekt ertoe in de voorgestelde zin de woorden "om oneigenlijke redenen weigeren" te vervangen door de woorden "weigeren tenzij om gegronde redenen". De heer Karel De Gucht licht toe dat dit een positievere benadering inhoudt. De heer Kris Van Dijck vraagt of de universiteiten die samenwerken als oprichters, dan wel als diegenen die louter een akkoord sluiten, moeten beschouwd worden. De heer Karel De Gucht sluit zich hierbij aan. Het artikel gebruikt als term "sluit" wat op een verplichting wijst tot oprichting. De minister antwoordt op de laatste opmerking dat alle betrokkenen als volwaardige partners worden beschouwd omdat ze moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden. Bij het IOB worden de drie Antwerpse universiteiten verplicht om als oprichters mee te doen. Bij de andere instellingen stelt zich dat probleem niet omdat zij reeds bestaan. Hij steunt het amendement van mevrouw De Schamphelaere en de heer Voorhamme. Het bevat het principe dat niemand mag worden uitgesloten als de deskundigheid aanwezig is. Een discussie over een minimaal aantal universiteiten zou eindeloos zijn. De subsidiëringsvoorwaarden moeten strikt gescheiden blijven van de autonomie van de instelling die vrij moet kunnen uitbreiden. Op het amendement van de heer De Gucht omtrent een samenwerking met buitenlandse universiteiten, repliceert de minister dat het decreet dit niet uitsluit. De memorie van toelichting bevat passages waarin dit zelfs wordt aangemoedigd omdat het uiteindelijk de eigen naam en faam van de instelling ten goede komt. Hij ziet niet in waarom dit als subsidiëringsvoorwaarde moet worden ingeschreven. Het eerste amendement-de Gucht wordt verworpen met 9 stemmen tegen 3. Het subamendement-van Dijck wordt verworpen met 7 stemmen tegen 5. Het tweede amendement-de Gucht wordt verworpen met 8 stemmen tegen 4. Het subamendement-de Gucht wordt verworpen met 8 stemmen tegen 4. Het amendement-de Schamphelaere wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding. Het aldus geamendeerde artikel wordt aangenomen met 10 stemmen bij 2 onthoudingen. Artikel 15 Bij dit artikel worden geen opmerkingen geformuleerd.

11 11 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 Het artikel wordt unaniem aangenomen met 12 HOOFDSTUK V Overgangs- en slotbepalingen IV. Stemming over het geheel Het geamendeerde ontwerp van decreet betreffende sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening wordt unaniem aangenomen met 12 Artikelen 16 en 17 Bij deze artikelen worden geen opmerkingen geformuleerd. De artikelen worden unaniem aangenomen met 12 De verslaggever, Erik MATTHIJS De voorzitter, Gilbert VANLEENHOVE Artikel 18 De heer Kris Van Dijck vraagt wat de relatie is tussen de hier vermelde subsidies en deze in artikel 15. De minister licht toe dat de subsidies die vermeld staan in artikel 18 beschouwd kunnen worden als startsubsidies. Het artikel wordt unaniem aangenomen met 12 Artikel 19 De heer Karel De Gucht vraagt of deze overgangsmaatregel voor de Vlerick School betrekking heeft op het ten laste nemen van de loonkosten van deze instelling voor de periode vanaf 1 oktober 1998 tot aan de publicatie van dit decreet in het Belgisch Staatsblad, om van dan af iedereen dezelfde loonlastregeling op te leggen. De minister vermeldt dat het ontwerpdecreet een gevolg is van de opmerkingen van het Rekenhof bij de werking van en de relatie tussen de Universiteit Gent en het Instituut Vlerick voor Management. Dit artikel komt mede tegemoet aan deze opmerkingen. Hij bevestigt dat de drie instellingen vanaf 1 januari 1999 gelijk zullen worden behandeld. Het artikel wordt unaniem aangenomen met 12

12 Stuk 1362 ( ) Nr TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen Artikel 5 De opdracht van het IOB is het verschaffen van postinitieel onderwijs, het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verstrekken van wetenschappelijke dienstverlening inzake de economische, politieke en sociale aspecten van het ontwikkelingsbeleid en -beheer. Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Artikel 2 Dit decreet regelt de oprichting van een Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer, de erkenning en de subsidiëring van dit Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer, de Vlerick School voor Management en het Instituut voor Tropische Geneeskunde, hierna genoemd de instellingen. Artikel 3 In dit decreet wordt er onder het universiteitendecreet verstaan het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK II Oprichting Artikel 4 De universiteiten bedoeld in artikel 3 van het universiteitendecreet kunnen onder de benaming Interuniversitair Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer, afgekort IOB, een instelling van openbaar nut oprichten waarvan de statuten moeten voldoen aan de voorwaarden bepaald in dit hoofdstuk. Het IOB heeft zijn bestuurszetel in het arrondissement Antwerpen. De oprichtingsakte is alleen dan rechtsgeldig als ze door ten minste drie universiteiten is ondertekend. Artikel 6 Het IOB wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit : 1 één vertegenwoordiger van elk van de universiteiten die het IOB hebben opgericht en van elk van de universiteiten waarmee het IOB een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten inzake onderwijs, onderzoek en dienstverlening ; 2 de gewone hoogleraren en de hoogleraren van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap die een voltijdse leeropdracht hebben aan het IOB en twee vertegenwoordigers van het overig zelfstandig academisch personeel werkzaam aan het IOB ; 3 twee vertegenwoordigers van het wetenschappelijk personeel, twee vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel van het IOB en twee vertegenwoordigers van de studenten ; 4 twee deskundigen inzake ontwikkelingsbeleid aangeduid door de Vlaamse regering. De raad van bestuur kan zich laten bijstaan door een adviesraad. Het lidmaatschap van de raad van bestuur is onverenigbaar met dat van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of de Senaat, de federale regering, een Gemeenschaps- of Gewestraad, een Gemeenschaps- of Gewestregering, van de rechterlijke macht of van het Europees Parlement. Het mandaat van de leden van de raad van bestuur duurt vier jaar. Het mandaat eindigt ambtshalve als zij de vereiste hoedanigheid niet langer bezitten. Het mandaat van de vertegenwoordiger van het wetenschappelijk personeel duurt twee jaar en het mandaat van de vertegenwoordiger van de studenten duurt één jaar.

13 13 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 Een afgevaardigde van de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en een afgevaardigde van de Belgische Technische Coöperatie kunnen de vergaderingen bijwonen. De raad van bestuur kiest met tweederde meerderheid uit de leden vermeld onder artikel 6, 2, een voorzitter en een ondervoorzitter. Het mandaat van deze functies duurt twee jaar en is tweemaal verlengbaar. De voorzitter en de ondervoorzitter kunnen niet tot dezelfde universiteit behoren. De voorzitter en bij diens afwezigheid de ondervoorzitter vertegenwoordigt het IOB in en buiten rechte. HOOFDSTUK III Erkenning Artikel 8 Wordt in het kader van dit decreet erkend als opdracht van de Vlerick School voor Management : het verstrekken van postinitieel onderwijs, het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verstrekken van wetenschappelijke dienstverlening op het gebied van de managementwetenschappen. De raad van bestuur bepaalt zijn reglement van orde. Artikel 7 De raad van bestuur is bevoegd voor : 1 het vaststellen van het bestuursreglement en van het onderwijs- en examenreglement ; 2 het vaststellen van het beleidsplan, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag ; 3 het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden van het wetenschappelijk personeel en van het administratief en technisch personeel van het IOB ; 4 het aangaan van overeenkomsten met personen van privaatrecht of publiekrecht en met name samenwerkingsovereenkomsten inzake onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening ; 5 het in dienst nemen, het aanstellen, het beoordelen en bevorderen, het uitoefenen van het tuchtrecht en het ontslaan van het personeel van het IOB. De raad van bestuur kan beslissingsbevoegdheden delegeren aan de voorzitter en de ondervoorzitter. Artikel 9 Wordt in het kader van dit decreet erkend als opdracht van het Instituut voor Tropische Geneeskunde : het verstrekken van postinitieel onderwijs, het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verstrekken van wetenschappelijk dienstverlening op het gebied van de tropische geneeskunde en diergeneeskunde en de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Artikel 10 Wordt in het kader van dit decreet erkend als opdracht van het IOB : de opdracht zoals bepaald in artikel 5. Artikel 11 Het onderwijs dat verstrekt wordt door de instellingen, kan worden bekrachtigd met een diploma van Master of getuigschrift die worden uitgereikt door de betrokken instelling. De Vlaamse regering bepaalt na advies van het universiteitsbestuur van elk van de in artikel 14, 2, bedoelde universiteiten voor welke opleidingen een diploma van Master kan worden uitgereikt en legt de diplomabenaming vast. Diploma s van Master kunnen enkel worden uitgereikt indien aan de volgende voorwaarden voldaan is :

14 Stuk 1362 ( ) Nr inzake de toelating van studenten : voor de inschrijving van studenten zijn de toelatingsvoorwaarden bedoeld in de artikelen 37 en 39 van het universiteitendecreet van overeenkomstige toepassing. Het instellingsbestuur treedt in deze op als het universiteitsbestuur ; 2 inzake niveau en omvang : de opleidingen dienen qua niveau en omvang te voldoen aan de vereisten zoals die gelden voor de voortgezette academische opleidingen, vermeld in artikel 8 van het universiteitendecreet ; 3 inzake de kwaliteitszorg : in de samenwerkingsovereenkomst vermeld in artikel 14, 2, wordt gespecifieerd onder welke modaliteiten de interne en externe kwaliteitszorg wordt georganiseerd en hoe de instelling gevolg geeft aan de uitkomsten van deze interne kwaliteitsbeoordeling ; de universiteitsbesturen van de universiteiten waarmee een samenwerkingsovereenkomst is gesloten stellen de samenstelling en de opdrachten vast van de commissie die wordt belast met de externe kwaliteitsbeoordeling. Artikel 12 De Vlaamse regering ziet toe op de kwaliteitsbewaking door de instellingen. Artikel 123 van het universiteitendecreet is van toepassing. Indien de kwaliteit van het onderwijs in een opleiding van de instellingen dat bekrachtigd wordt met een diploma, na een grondig kwaliteitsonderzoek uitgevoerd volgens dit artikel, duurzaam onvoldoende wordt geacht of in redelijkheid moet geacht worden niet van het niveau van academisch onderwijs te zijn, kan de Vlaamse regering op eigen initiatief of na een daartoe strekkend advies van het universiteitsbestuur van één of meer van de in artikel 14, 2, bedoelde universiteiten besluiten dat de instelling niet langer meer diploma s voor deze opleidingen kan uitreiken. De ingeschreven studenten moeten de mogelijkheid krijgen hun opleiding af te sluiten met een diploma. Artikel 13 De instellingen kunnen voltijdse of deeltijdse gastprofessoren aanstellen voor geven van onderwijs, het doen van onderzoek en voor wetenschappelijke dienstverlening. HOOFDSTUK IV Subsidiëring Artikel 14 De Vlaamse Gemeenschap draagt jaarlijks bij in het dekken van de exploitatiekosten van de instellingen onder de volgende voorwaarden : 1 Elke instelling sluit een beheersovereenkomst met een looptijd van vijf jaar met de Vlaamse regering waarin ten minste de volgende zaken worden afgesproken : de kwantiteit en de kwaliteit van de te leveren prestaties binnen de door dit decreet erkende opdracht in relatie tot de hoogte van de subsidie ; het instroomniveau en de wijze van selectie van de studenten en de minimale kwalificaties van de ingezette personeelsleden ; de inschrijvingsgelden. Het maximumbedrag mag nooit hoger zijn dan het in artikel 43, 7, van het universiteitendecreet bepaalde inschrijvingsgeld ; de wijze van verantwoording en het afleggen van rekenschap over de besteding van de middelen ; de wijze waarop de instellingen omgaan met de uitkomsten van een externe audit ; de mate en de inhoud van samenwerking met binnenlandse en buitenlandse instellingen voor academisch onderwijs en met internationale instellingen. 2 Elke instelling sluit met ten minste twee universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap bedoeld in artikel 3 van het universiteitendecreet samenwerkingsovereenkomsten inzake onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Een instelling mag een beargumenteerde vraag van een andere universiteit, die expertise bezit op het betreffende vakgebied, tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst niet om oneigenlijke redenen weigeren. Deze overeenkomsten regelen ook de wijze waarop personeelsleden van de universiteiten in kwestie ingezet kunnen worden in de instelling, hoe deze prestaties, uit te drukken in een procentueel deel van een voltijdse opdracht, worden vergoed aan de betrokken universiteit, en hoe andere kosten worden

15 15 Stuk 1362 ( ) Nr. 3 verrekend en de administratie van deze personeelsleden gebeurt. In afwijking van het bepaalde in artikel 80 van het universiteitendecreet kunnen de leden van het zelfstandig academisch personeel van een universiteit ingezet worden in de instellingen en dit voor de uitvoering van onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. In afwijking van artikel 61 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, kunnen leden van het onderwijzend personeel van een hogeschool eveneens worden ingezet in de instellingen en dit voor de uitvoering van onderwijs, projectmatig onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. 3 Eén vertegenwoordiger van elk van de in het tweede lid bedoelde universiteiten is ambtshalve lid van de raad van bestuur van de betrokken instelling. Het decreet van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen is niet van toepassing op de in het tweede lid bedoelde overeenkomsten. 4 Elke instelling laat ten minste om de vijf jaar een externe audit doen van het beheer van de instelling. De Vlaamse regering bepaalt de samenstelling en de opdracht van de auditcommissie en draagt zorg voor het secretariaat van de commissie. 5 Elke instelling legt jaarlijks de begroting, een beleidsplan, een jaarrekening en een jaarverslag ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. In de beheersovereenkomst worden nadere richtlijnen omtrent de vormgeving ervan opgenomen. 6 Een ambtenaar van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, aangeduid door de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs, ziet toe op de uitvoering van de beheersovereenkomst en de naleving van de subsidiëringsvoorwaarden. Het instellingsbestuur bezorgt daartoe aan de ambtenaar alle nodige informatie en documenten. Artikel De basissubsidie van de Vlaamse Gemeenschap aan het IOB wordt voor het begrotingsjaar 1999 vastgesteld op 39,1 miljoen frank. 2. De basissubsidie van de Vlaamse Gemeenschap aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde wordt voor het begrotingsjaar 1999 vastgesteld op 302 miljoen frank. 3. De basissubsidie van de Vlaamse Gemeenschap aan de Vlerick School voor Management wordt voor het begrotingsjaar 1999 vastgesteld op 55 miljoen frank. 4. Door middel van een subsidie van 10,6 miljoen frank draagt de Vlaamse regering bij in het dekken van de investeringskosten van het Instituut voor Tropische Geneeskunde. 5. Deze bedragen worden binnen de perken van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks aangepast aan de stijging van de prijzen overeenkomstig het indexeringsmechanisme bepaald in artikel 130 van het universiteitendecreet. 6. De vorengenoemde subsidies worden in gelijke maandelijkse termijnen uitbetaald, behoudens de investeringssubsidies die per kwartaal worden betaald. 7. De werkingsmiddelen van het IOB bestaan voorts uit : 1 subidies van instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, van de federale overheid en van internationale instellingen ; 2 de inschrijvingsgelden van de studenten ; 3 schenkingen en legaten ; 4 allerhande opbrengsten voortkomend uit de werking van het IOB of van het patrimonium van het IOB. Het patrimonium van het College voor de Ontwikkelingslanden wordt overgedragen aan het IOB. 8. De Vlaamse regering kan de hoogte van de in de 1 tot en met 3 bedoelde subsidies herzien afhankelijk van de mate waarin de in de beheers-

16 Stuk 1362 ( ) Nr overeenkomst afgesproken doelstellingen worden gehaald of niet. 9. De Vlaamse regering kan een deel van de maandelijkse termijnen inhouden en desgevallend terugvorderen indien de Vlaamse regering vaststelt dat de instellingen de beheersovereenkomst niet naleven. HOOFDSTUK V Overgangs- en slotbepalingen Artikel Artikel 169, 4, van het universiteitendecreet wordt opgeheven op het moment dat uitvoering is gegeven aan de oprichting van het IOB zoals bedoeld in artikel Artikel 169bis van het universiteitendecreet wordt opgeheven. 3. In artikel 200 van het universiteitendecreet worden de woorden "een College voor de Ontwikkelingslanden en" geschrapt op het moment dat uitvoering is gegeven aan de oprichting van het IOB zoals bedoeld in artikel Het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 houdende de voorwaarden tot financiering door de Vlaamse Gemeenschap van het "College voor de Ontwikkelingslanden" wordt opgeheven van zodra uitvoering is gegeven aan de oprichting van het IOB zoals bedoeld in artikel Het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 houdende de voorwaarden tot financiering door de Vlaamse Gemeenschap van het "Instituut voor Tropische Geneeskunde Prins Leopold" wordt opgeheven. Vanaf de oprichting van het IOB, zoals bedoeld in artikel 4, worden de administratieve en technische personeelsleden van het Universitair Centrum Antwerpen die op 1 januari 1999 werkzaam zijn aan het College voor de Ontwikkelingslanden belast met een bijzondere opdracht aan het IOB. In een overeenkomst wordt de hoogte van de vergoeding vastgelegd die het IOB jaarlijks aan het Universitair Centrum Antwerpen moet betalen als compensatie van de loonkosten alsmede de bestemming van de reserves van het College voor de Ontwikkelingslanden. Artikel 18 Bij wijze van overgangsmaatregel wordt er in het begrotingsjaar 1999 aan de instellingen een éénmalige subsidie van 24 miljoen frank toegekend, te verdelen als volgt : 1 IOB : 8 miljoen frank onder voorwaarde van oprichting van het IOB zoals bedoeld in artikel 4 ; 2 Vlerick School voor Management : 10 miljoen frank ; 3 Instituut voor Tropische Geneeskunde : 6 miljoen frank. Artikel 19 Bij wijze van overgangsmaatregel worden de loonkosten van de leden van het academisch personeel van de Universiteit Gent die ingevolge artikel 14, 2, tweede lid, worden ingezet voor onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening bij de Vlerick School voor Management al vanaf 1 oktober 1998 terugbetaald. Artikel 20 Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari Artikel 17

VLAAMS PARLEMENT DECREET

VLAAMS PARLEMENT DECREET VLAAMS PARLEMENT DECREET betreffende sommige instellingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 832 (2001-2002) Nr. 3 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 18 december 2001 ONTWERP VAN DECREET houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 27 april 2001 tot bepaling van de ontwikkelingsdoelen

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Collegebesluit nr. 08/429 17 december 2008 Besluit tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies Het College, Gelet op de artikelen 127, 128,

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. betreffende de lerarenopleiding en de nascholing AMENDEMENTEN. Stuk 227 ( ) Nr. 4

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. betreffende de lerarenopleiding en de nascholing AMENDEMENTEN. Stuk 227 ( ) Nr. 4 Stuk 227 (1995-1996) Nr. 4 VLAAMS PARLEMENT ZITTING 1995-1996 5 MAART 1996 ONTWERP VAN DECREET betreffende de lerarenopleiding en de nascholing AMENDEMENTEN I. AMENDEMENT voorgesteld door de heer Roland

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Decreet tot instelling van een Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen HOOFDSTUK I Algemeen

Nadere informatie

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de gelijkstelling van diploma s en de toepassing van weddebarema s in het onderwijs VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de gelijkstelling van diploma s en de toepassing van weddebarema s in het onderwijs VERSLAG Stuk 1715 (2002-2003) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 14 mei 2003 VERZOEKSCHRIFT over de gelijkstelling van diploma s en de toepassing van weddebarema s in het onderwijs VERSLAG namens de Commissie

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.386 ------------------------------ Zitting van dinsdag 29 januari 2002 --------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.386 ------------------------------ Zitting van dinsdag 29 januari 2002 -------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.386 ------------------------------ Zitting van dinsdag 29 januari 2002 -------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 7, 3

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. basisonderwijs AMENDEMENTEN. Stuk 451 (1996-1997) Nr. 8. Zitting 1996-1997. 7 januari 1997

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. basisonderwijs AMENDEMENTEN. Stuk 451 (1996-1997) Nr. 8. Zitting 1996-1997. 7 januari 1997 Stuk 451 (1996-1997) Nr. 8 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1996-1997 7 januari 1997 ONTWERP VAN DECREET basisonderwijs AMENDEMENTEN Zie : 451 (1996-1997) Nr. 1 : Ontwerp van decreet Nrs. 2 en 3 : Amendementen

Nadere informatie

betreffende het onderwijs XXIV

betreffende het onderwijs XXIV stuk ingediend op 2422 (2013-2014) Nr. 2 26 februari 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXIV Amendementen Stukken in het dossier: 2422 (2013-2014) Nr. 1: Ontwerp van decreet

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 223.714 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 SEPTEMBER 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, algemene boekhouding, de jaarrekening en het rekeningstelsel voor de hogescholen;

DE VLAAMSE REGERING, algemene boekhouding, de jaarrekening en het rekeningstelsel voor de hogescholen; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering met betrekking tot de universiteiten en hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT. over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen

VERZOEKSCHRIFT. over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen Stuk 2134 (2008-2009) Nr. 1 Zitting 2008-2009 2 maart 2009 VERZOEKSCHRIFT over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen

Nadere informatie

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie Vlaamse regering Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 juni 1985 op de

Nadere informatie

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** Vest. V. Beroepen A04 Brussel, 31.5.2002 BL/LC A D V I E S over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** 2 Op 22 februari 2002 werd aan de Ministerraad een voorontwerp van

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal Gecoördineerde versie Gewijzigd bij het besluit van de

Nadere informatie

(B.S. 07/06/2004) Gecoördineerd tot 4 december Artikel. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

(B.S. 07/06/2004) Gecoördineerd tot 4 december Artikel. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Decreet van 7 mei 2004 (betreffende het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Sport Vlaanderen ) (Decreet van 4 december 2015, B.S., 21/12/2015, art. 2; Inwerkingtreding 1/1/2016)

Nadere informatie

Gecoördineerde tekst:

Gecoördineerde tekst: Gecoördineerde tekst: Decreet van 27 oktober 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur (B.S.22-12-1998) Decreet

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

VR DOC.0834/4BIS

VR DOC.0834/4BIS VR 2018 2007 DOC.0834/4BIS Bijlage 3 Besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

Decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

Decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal Decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal (B.S.17.VII.2006) 1 Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende de erkenning

Nadere informatie

Reglement inzake persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening

Reglement inzake persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Reglement inzake persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Memorie van toelichting Onderhavig reglement komt tot stand ter uitvoering van de beslissing

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008 AMENDEMENTEN

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008 AMENDEMENTEN Zitting 2007-2008 27 november 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008 AMENDEMENTEN Zie: 1368 (2007-2008) Nr. 1: Ontwerp van decreet Nr. 2: Amendementen Nr. 3:

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet.

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Decreet houdende de toekenning van subsidies voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentensportvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen en de erkenning

Nadere informatie

Ouderraad : Huishoudelijk reglement

Ouderraad : Huishoudelijk reglement Ouderraad : Huishoudelijk reglement Hoofdstuk 1 Oprichting Art.1. Art.2. In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6 augustus 2004,

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.106/3 van 3 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

houdende diverse financiële bepalingen

houdende diverse financiële bepalingen 541 (2015-2016) Nr. 2 ingediend op 9 december 2015 (2015-2016) Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting uitgebracht door Paul Van Miert en Jan Bertels over het ontwerp van

Nadere informatie

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven. HOOFDSTUK 1 Geestelijke gezondheidszorg-beroepen Afdeling 1 Wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr.78

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID C158 OND20 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 19 april 2001 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID Vraag om uitleg van de heer Dirk De Cock tot mevrouw

Nadere informatie

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) ALGEMENE RAAD 25 november 2010 AR-AR-KST-ADV-005 Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219

Nadere informatie

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest. Statuten ADOMA Artikel 1 Er wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht, hierna Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu van de stad Antwerpen (afgekort ADOMA) genoemd. De ADOMA is tevens

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe HOOFDSTUK I. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan

Nadere informatie

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht. 23 mei 2013 DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeenteraad in uitvoering van de artikelen 199 en 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 18 februari 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1853 (2008-2009)

Nadere informatie

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de samenstelling, de werking en de opdrachten van

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET houdende de controle op de communicatie van de Vlaamse overheid Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps-

Nadere informatie

Voorstel van bijzonder decreet

Voorstel van bijzonder decreet stuk ingediend op 1571 (2011-2012) Nr. 1 24 april 2012 (2011-2012) Voorstel van bijzonder decreet van de heer Ludo Sannen en de dames Veerle Heeren, Vera Celis, Kathleen Deckx, Kathleen Helsen, Goedele

Nadere informatie

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD p/a Molenstraat 5 2310 Rijkevorsel Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD Goedgekeurd door de cultuurraad op 26 november 2008. Goedgekeurd op de Gemeenteraad van 17 december 2008 Hoofdstuk

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET. - van de heer G. Moens C.S. - houdende erkenning van het Postuniversitair Centrum Limburg TOELICHTING

VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET. - van de heer G. Moens C.S. - houdende erkenning van het Postuniversitair Centrum Limburg TOELICHTING Stuk 167 (1985-1986) - Nr. 1 VLAAMSE RAAD ZITTING 1985-1986 13 OKTOBER 1986 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer G. Moens C.S. - houdende erkenning van het Postuniversitair Centrum Limburg TOELICHTING DAMES

Nadere informatie

Juli 2007 1 OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN

Juli 2007 1 OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN 1 OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN I. GIS-DECREET Decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen (B.S., 2 september 2000 1, in werking 12

Nadere informatie

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41). WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B. 2002 no. 41). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en daarop

Nadere informatie

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING, φ Vlaamse regering Besluit van de Vlaamse regering houdende de toekenning van een subsidie aan bepaalde initiatieven binnen polders, wateringen, milieuverenigingen en natuurverenigingen die personeelsleden

Nadere informatie

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit Ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van

Nadere informatie

Statuten jeugdraad Glabbeek

Statuten jeugdraad Glabbeek Statuten jeugdraad Glabbeek 2018-2025 Algemeen Art 1. In de gemeente Glabbeek wordt een gemeentelijke jeugdraad opgericht in uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en

Nadere informatie

Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO

Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO Augustus 2017 Inhoud 1 Inleiding 4 Artikel 1.1 - Begripsbepalingen 4 Artikel 1.2 - De organisatie 4 2 Het bestuur 5 Artikel 2.1 - Samenstelling

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de procedure en de voorwaarden volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies kan verlenen DE VLAAMSE

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe Zitting 2006-2007 4 april 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 november 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige

Nadere informatie

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. STATUTEN Projectvereniging Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. 1. BENAMING, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 De voornoemde stads- en gemeentebesturen sluiten een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

VR DOC.1159/2BIS

VR DOC.1159/2BIS VR 2016 2810 DOC.1159/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting van een raadgevend comité bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het

Nadere informatie

Advies 71bis :37 Pagina 1. ADVIES 71bis STEUNPUNTEN BELEIDSRELEVANT ONDERZOEK. Voorontwerp van WIJZIGEND besluit

Advies 71bis :37 Pagina 1. ADVIES 71bis STEUNPUNTEN BELEIDSRELEVANT ONDERZOEK. Voorontwerp van WIJZIGEND besluit Advies 71bis 14-01-2002 15:37 Pagina 1 ADVIES 71bis STEUNPUNTEN BELEIDSRELEVANT ONDERZOEK Voorontwerp van WIJZIGEND besluit 13 september 2001 Advies 71bis 14-01-2002 15:37 Pagina 2 INHOUD VRAAG OM SPOEDADVIES......................................................3

Nadere informatie

VR DOC.0365/1BIS

VR DOC.0365/1BIS VR 2017 2104 DOC.0365/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BIS - NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

VLAAMSERAAD VOORSTEL VAN DECREET

VLAAMSERAAD VOORSTEL VAN DECREET Stuk 238 (1988-1989) - Nr. 1 VLAAMSERAAD ZITTING 198% 1989 28 JUNI 1989 VOORSTEL VAN DECREET - van mevrouw A. Leysen C.S. - houdende vaststelling van de voorwaarden tot erkenning en toekenning van werkingstoelagen

Nadere informatie

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)]. AFDELING 3 OVERGANGSBEPALINGEN ONDERAFDELING 1 OMVORMING NAAR BACHELOR-MASTERSTRUCTUUR Art. 123. 1. De universiteiten en hogescholen vormen hun academische opleidingen c.q. hun basisopleidingen die zij

Nadere informatie

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De GRO..M is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap AMENDEMENTEN. Stuk 502 ( ) - Nr.

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap AMENDEMENTEN. Stuk 502 ( ) - Nr. Stuk 502 (1990-1991) - Nr. 5 VLAAMSERAAD ZITTING 1990-1991 16 MEI 1991 ONTWERP VAN DECREET betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap AMENDEMENTEN Artikel 62 1. AMENDEMENT voorgesteld door

Nadere informatie

Decreet van 20 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten

Decreet van 20 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten Decreet van 20 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten Datum 20/12/2013 Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR HET HOGER ONDERWIJS EN HET UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT

VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR HET HOGER ONDERWIJS EN HET UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR HET HOGER ONDERWIJS EN HET UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT Brussel, 28 september 2018 PROTOCOL NR. 90 HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN DIE GEVOERD WERDEN IN

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie,

Nadere informatie

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004 Raad voor de Kunsten Advies bij het ontwerp van decreet houdende opheffing van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera en tot regeling van de rechtsopvolging. I. Toetsing van het

Nadere informatie

VR DOC.0277/4BIS

VR DOC.0277/4BIS VR 2018 2303 DOC.0277/4BIS SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST, DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

Verslag. over het ontwerp van decreet

Verslag. over het ontwerp van decreet 574 (2015-2016) Nr. 2 ingediend op 8 februari 2016 (2015-2016) Verslag namens de Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen TITEL 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN XXX TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BETREFFENDE HET

Nadere informatie

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem HOOFDSTUK I: DOELSTELLING Artikel 1 De sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET

VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET Stuk 286 (1984-198~) - Nr. 2 VLAAMSE RAAD ZITTING 1984-1985 20 JUNI 1985 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer T. Kelchtermans C.S. - houdende wijziging van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.403/3 van 28 mei 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren 2/8 advies

Nadere informatie

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.- Deze verordening regelt

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het Begeleid Individueel Studeren VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het Begeleid Individueel Studeren VERSLAG Stuk 2245 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 19 maart 2004 VERZOEKSCHRIFT over het Begeleid Individueel Studeren VERSLAG namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking Pisad provinciaal intern verzelfstandigd agentschap (piva) dossiernummer: 1706073 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Uitkanteling

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

Statuten 18 JUNI I. SAMENSTELLING, BENAMING EN ZETEL Artikel 1. II. DUUR Artikel 2. Artikel 3

Statuten 18 JUNI I. SAMENSTELLING, BENAMING EN ZETEL Artikel 1. II. DUUR Artikel 2. Artikel 3 Statuten 18 JUNI 2014 I. SAMENSTELLING, BENAMING EN ZETEL Artikel 1 De stichtende leden, waarvan de naam aan het eind van deze statuten is vermeld, richten een vereniging van de in België gevestigde beursleden

Nadere informatie

Sint-Donatusinstituut Middenschool Bovenbouw Merchtem

Sint-Donatusinstituut Middenschool Bovenbouw Merchtem Sint-Donatusinstituut Middenschool Bovenbouw Merchtem Ouderraad: huishoudelijk reglement Hoofdstuk 1 Oprichting Art. 1. In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

DECREET. houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied

DECREET. houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN

1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN 1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN Artikel 1: oprichting en erkenning In uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het

Nadere informatie

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN Artikel 1. Voorwerp Binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO

Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO 1 Oprichting 1.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6 augustus 2004, zoals

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Cultuur, Media, Jeugd en Brussel NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het decreet houdende

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Didier Ramoudt. betreffende het televisieprogramma Vlaanderen Vakantieland VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Didier Ramoudt. betreffende het televisieprogramma Vlaanderen Vakantieland VERSLAG Stuk 700 (1996-1997) Nr. 2 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1998-1999 19 januari 1999 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van de heer Didier Ramoudt betreffende het televisieprogramma Vlaanderen Vakantieland VERSLAG namens

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid Stuk 825 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 28 april 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid 1879 FIN Stuk

Nadere informatie

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied. DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I Definities en toepassingsgebied Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

VR DOC.1037/1

VR DOC.1037/1 VR 2016 3009 DOC.1037/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

AFDELING 2 RAAD VAN BESTUUR

AFDELING 2 RAAD VAN BESTUUR AFDELING 2 RAAD VAN BESTUUR BESTUURSDECREET BESTAANDE DECRETEN TOELICHTING BIJ DE WIJZIGINGEN Onderafdeling 1. Algemene bepalingen Art. III.36. 1. Tenzij het anders is vermeld in deze afdeling, is deze

Nadere informatie

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling.

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling. MerkatorLeuven vzw HOOFDSTUK I. Naam, zetel, doelstelling, duur Artikel 1:Naam De officiële naam van de vereniging is MerkatorLeuven vzw, afgekort Merkator. Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen,

Nadere informatie

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK 2019-2025 Artikel 1 - Oprichting Het lokaal overleg kinderopvang is een gemeentelijke adviesraad. Met de oprichting van deze gemeentelijke adviesraad lokaal

Nadere informatie

ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en bevoegdheden Artikel 1 De Studentenraad verdedigt de belangen van de studenten en verstrekt

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft maatregelen aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften

Nadere informatie

GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR HUISHOUDELIJK REGLEMENT - Gelet op de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeente De Pinte over het gemeentelijk milieu- en

Nadere informatie

Seniorenadviesraad Galmaarden

Seniorenadviesraad Galmaarden Seniorenadviesraad Galmaarden DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet van 7 december 2012 van de Vlaamse Regering houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van

Nadere informatie